De Schouw
Bestemmingsplan - gemeente Velsen
Vastgesteld op 27-05-2021 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
1.1 plan
het bestemmingsplan De Schouw met identificatienummer NL.IMRO.0453.BP0403DESCHOUW1-R001 van de gemeente Velsen;
1.2 bestemmingsplan
de geometrisch bepaalde planobjecten met de daarbij behorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
1.3 aan huis gebonden bedrijf
activiteiten die in een woning door een bewoner op bedrijfsmatige wijze worden uitgeoefend, voor zover sprake is van een inrichting type A, zoals bedoeld in het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (Activiteitenbesluit) waarbij de woning in overwegende mate zijn woonfunctie behoudt met een ruimtelijke uitstraling die daarbij past;
1.4 aan huis gebonden beroep
een dienstverlenend beroep, dat in een woning door de bewoner wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en voor zover deze beroepen een ruimtelijke uitstraling hebben die met de woonfunctie in overeenstemming is;
1.5 aanbouw
een gebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat, welk gebouw onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
1.6 aanduiding
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
1.7 aanduidingsgrens
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
1.8 achtererfgebied
erf aan de achterkant en aan de niet naar openbaar toegankelijk gebied gekeerde zijkant, op meer dan 1 meter van de voorkant, van het hoofdgebouw;
1.9 ballenvanger
vangnet voor ballen die buiten het speelterrein terecht zouden kunnen komen;
1.10 bebouwing
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
1.11 bed & breakfast
een kleinschalige overnachtings- en verblijfaccommodatie, gericht op het bieden van de mogelijkheid tot een toeristisch kortdurend verblijf met het serveren van ontbijt;
1.12 begane grond
een bouwlaag waarvan het vloerpeil ten hoogste 1,0 m boven het peil ligt;
1.13 bestaande situatie
- gebruik: de situatie zoals die ten tijde van de ter visie legging van het ontwerpbestemmingsplan bestond;
- bouwen: bouwwerken die op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan tot stand zijn gekomen of tot stand kunnen komen met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
1.14 bestemmingsgrens
de grens van een bestemmingsvlak;
1.15 bestemmingsvlak
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
1.16 bijbehorend bouwwerk
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd en met de aarde verbonden bouwwerk met een dak;
1.17 bijgebouw
een op zichzelf staand (vrijstaand of aangebouwd) gebouw, behorende bij een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw, zoals garages, hobbyruimten, bergingen en huisdierenverblijven;
1.18 bouwen
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;
1.19 bouwgrens
de grens van een bouwvlak;
1.20 bouwlaag
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van kelder en zolder;
1.21 bouwperceel
een aangesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar horende bebouwing is toegelaten;
1.22 bouwperceelgrens
de grens van een bouwperceel;
1.23 bouwvlak
een geometrisch bepaald vlak, waarmee de gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten;
1.24 bouwwerk
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
1.25 dak
iedere bovenbeëindiging van een gebouw;
1.26 dakkapel
uitbouw op een hellend dakvlak van, indien aan de voorzijde van de woning, maximaal 50% van de breedte van de woning of, indien de woning smaller is dan 5,6 meter maximaal 2,8 meter breed;
1.27 dakopbouw
een ondergeschikte bouwlaag van het hoofdgebouw;
1.28 detailhandel
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het ter plaatse verkopen en/of leveren van goederen aan personen die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
1.29 eerste bouwlaag
de bouwlaag op de begane grond;
1.30 erf
al dan niet bebouwd perceel, of gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij het hoofdgebouw en dat feitelijk ingericht mag worden ten dienste van het gebruik van dat gebouw;
1.31 erf(af)scheiding
de scheiding tussen twee onroerende zaken die niet aan dezelfde eigenaar behoren, niet door dezelfde gebruikers worden benut, dan wel louter kadastraal gescheiden zijn;
1.32 erker
een uitgebouwd venster;
1.33 evenement
een georganiseerde activiteit die gedurende een korte periode relatief veel bezoekers trekt;
1.34 gebouw
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
1.35 groenvoorziening
onder groen wordt in ieder geval verstaan: bomen, heesters, bosplantsoen, gazon, houtwallen, plantvakken en hagen.
1.36 hoofdgebouw
Een gebouw, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meerdere gebouwen of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is;
1.37 horecabedrijf
het bedrijfsmatig verstrekken van dranken en maaltijden, overwegend voor gebruik ter plaatse of voor het bedrijfsmatig verstrekken van logies, één en ander gepaard gaande met dienstverlening, waarbij verstaan wordt onder:
Lichte horeca
Bedrijven die in beginsel alleen overdag en 's avonds behoeven te zijn geopend (vooral verstrekking van etenswaren en maaltijden) en daardoor slechts beperkte hinder voor omwonenden veroorzaken. Binnen deze categorie worden de volgende subcategorieën onderscheiden:
1. Daghoreca:
bedrijven welke enkel zijn geopend tussen 09.00 en 19.00 zoals een broodjeszaak; croissanterie; koffiebar; lunchroom; ijssalon; tearoom; traiteur;
2. Overige lichte horeca:
zoals een bistro; snackbar; shoarma/grillroom; restaurant (zonder bezorg- en/of afhaalservice);
3. Bedrijven met een relatief grote verkeersaantrekkende werking:
bedrijven genoemd onder 1 en 2 met een bedrijfsoppervlak van meer dan 250m²;
restaurant met bezorg- en/ of afhaalservice (oa. pizza, chinees, drive-in);
4. Bedrijven welke bedrijfsmatig logies verstrekken (hotel/pension);
Avondhoreca
Bedrijven die normaal gesproken ook delen van de nacht geopend zijn en die daardoor
aanzienlijke hinder voor omwonenden kunnen veroorzaken:
5. Algemeen:
zoals een bar; bierhuis; biljartcentrum/ snookercentrum; café; proeflokaal;
dansscholen;
6. Bedrijven waar verkoop van (soft)drugs plaatsvindt:
coffeeshops;
Nachthoreca
Bedrijven die voor een goed functioneren ook 's nachts geopend zijn en die tevens een groot aantal bezoekers aantrekken en daardoor grote hinder voor de omgeving met zich mee kunnen brengen:
7. Dancing; discotheek/muziekcafé; nachtclub; partycentrum;
1.38 hotel
een bedrijf dat bedrijfsmatig logies verstrekt;
1.39 huishouden
een verzameling van één of meer personen die een gezamenlijke huishouding voeren, waarbij sprake is van continuïteit in samenstelling en onderlinge verbondenheid;
1.40 kamerverhuur
de (gedeeltelijke) verhuur van een woning of woongebouw via kameruitgifte, waarbij kamers geen zelfstandige woonruimte vormen door het ontbreken er in van wezenlijke voorzieningen zoals een eigen kook- en/of wasgelegenheid en/of toilet;
1.41 kelder
een gedeelte van een gebouw, dat wordt afgedekt door een vloer waarvan de bovenkant minder dan 1,0 m boven het peil ligt;
1.42 nutsvoorzieningen
voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling en apparatuur voor telecommunicatie;
1.43 onderdoorgang
openbare langzaamverkeersverbinding die door een gebouw heen loopt;
1.44 overig bouwwerk
bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
1.45 overkapping
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voorzien van een gesloten dak of een bijbehorend bouwwerk dat een overdekte ruimte vormt zonder dan wel met ten hoogste één wand;
1.46 parkeernormenbeleid
de door de gemeente Velsen vastgestelde nota Parkeernormenbeleid 2015, met inbegrip van eventuele wijzigingen van deze nota;
1.47 perceel
een aaneengesloten stuk grond dat een eenheid vormt in gebruik;
1.48 seksinrichting
de voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden.
Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, alsmede een erotische massagesalon, een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;
1.49 short stay
het structureel aanbieden van een kamer, appartement of deel daarvan voor tijdelijk verblijf, niet perse zijnde aan een huishouden, voor een aaneensluitende periode van maximaal zes maanden;
1.50 straatmeubilair
objecten in het openbare gebied zoals verkeersgeleiders, rampalen/amsterdammertjes, verkeersborden, brandkranen, lichtmasten, vlaggenmasten, informatieborden, zitbanken, bloembakken, reclameborden, papier-, glas- en andere inzamelbakken, toegangsconstructies voor ondergrondse voorzieningen, kunstwerken, speeltoestellen en draagconstructies voor reclame, telefooncellen, abri's en kleinschalige bouwwerken ten behoeve van (openbare) nutsvoorzieningen en daarmee vergelijkbare objecten;
1.51 uitbouw
een gebouw dat als vergroting van een bestaande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, welk gebouw door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
1.52 voorgevel
de naar de weg gekeerde gevel van een gebouw en als een gebouw met meer dan één zijde gekeerd is naar een weg dan worden de betreffende gevels aangemerkt als voorgevels;
1.53 waterpartijen
meren, sloten, rivieren, waterlopen en daaraan gelijk te stellen;
1.54 wonen
huisvesten met vast karakter;
1.55 woning
gebouw of een gedeelte daarvan, bestaande uit een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden;
1.56 woningsplitsing
het bouwkundig en/of functioneel splitsen van één woning in twee of meer woningen.
Artikel 2 Wijze Van Meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.1 Afstanden
afstanden tussen bouwwerken onderling alsmede afstanden van bouwwerken tot erfafscheidingen worden daar gemeten waar deze afstanden het kleinst zijn;
2.2 Bebouwingspercentage
een deel van het bouwperceel uitgedrukt in procenten dat bebouwd mag worden;
2.3 De breedte en lengte of diepte van een gebouw
tussen (de lijnen getrokken door) de buitenzijde van de gevels en/of het hart van de scheidsmuren;
2.4 De dakkapel
de minimale afstand van de onderzijde van de dakkapel tot de vloer van de daar ondergelegen bouwlaag is 0,8 m en de maximale afstand van de onderzijde van de dakkapel tot de goothoogte van de dakkapel is 1,7 m. Er dient minimaal 1 rij dakpannen afstand te zijn tussen goothoogte, dakkapel en bouwhoogte van de woning.
De maximale breedte van de dakkapel aan de voorzijde van het gebouw is 2,8 m, hierbij is de minimale afstand tussen de dakkapel en het hart van de bouwmuur 1 m. Indien een woning breder is dan 5,6 m is de maximale breedte van de dakkapel 50% van de gevelbreedte, hierbij is de minimale afstand tussen de dakkapel en het hart van de bouwmuur 1 m.
Voor een dakkapel aan de zijkant van een gebouw gelden dezelfde regels als voor een dakkapel aan de voorzijde.
Aan de achterzijde is de minimale afstand van dakkapel tot het hart van de bouwmuur 0,5 m, voor de achterzijde geldt geen maximale breedte;
2.5 De goot- (of boeibord) hoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan de bovenkant van goot, c.q. de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel, dakkapellen niet meegerekend;
2.6 De hoogte van bouwlagen
Van de bovenkant van een vloer tot de bovenkant van de vloer van de erboven liggende bouwlaag;
2.7 De inhoud van een bouwwerk
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
2.8 De bouwhoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwdelen zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
2.9 De inwendige nokhoogte
van de bovenkant van de zoldervloer tot het hoogste punt van de binnenkant van de nok;
2.10 De oppervlakte van een bouwwerk
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
2.11 De verdiepingshoogte
van de bovenkant van een vloer tot de bovenkant van de verdieping.
2.12 Het peil
- a. voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
- b. voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst:de hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld;
- c. voor een bouwwerk in of op het water:het Nieuw Amsterdams Peil;
2.13 Ondergeschikte bouwdelen
Bij het meten worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouwvlak- of bestemmingsgrenzen niet meer dan 1 meter bedraagt.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Groen
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. groen;
- b. ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorzieningen', is een nutsvoorziening toegestaan;
met de daarbij behorende:
- c. waterpartijen en watergangen;
- d. wegen, paden en parkeerplaatsen;
- e. speelvoorzieningen zoals wipkip, klimrek, ballenvanger etc.;
- f. straatmeubilair;
- g. nutsvoorzieningen.
3.2 Bouwregels
Voor het bouwen op de gronden ten behoeve van de bestemming gelden
de volgende regels tenzij ter plaatse van een aanduiding anders is bepaald:
Artikel 4 Tuin
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. tuinen behorende bij de op de aangrenzende gronden
gelegen hoofdgebouwen; - b. parkeren van motorvoertuigen;
met de daarbij behorende:
- c. waterpartijen en watergangen;
- d. in- en uitritten.
4.2 Bouwregels
4.3 Specifieke gebruiksregels
Parkeren van motorvoertuigen voor de voorgevel is niet toegestaan, parkeren op de oprit uitgezonderd.
Artikel 5 Verkeer
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wegen, straten en paden;
- b. parkeerplaatsen;
met de daarbij behorende:
- c. groenvoorzieningen;
- d. waterpartijen en watergangen;
- e. wegen, paden en parkeerplaatsen;
- f. nutsvoorzieningen;
- g. straatmeubilair.
5.2 Bouwregels
Voor het bouwen op de gronden ten behoeve van de bestemming gelden de volgende regels:
Artikel 6 Wonen
6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. wonen, waarbij het aantal woningen per bouwvlak niet meer mag bedragen dan is aangegeven ter plaatse van een aanduiding;
met het daarbij behorende:
- b. tuinen en erven;
- c. groen, water en paden;
- d. aan huis verbonden beroep en/of bedrijf;
- e. bed & breakfast.
6.2 Bouwregels
Voor het bouwen op de gronden ten behoeve van de bestemming gelden
de volgende regels tenzij ter plaatse van een aanduiding anders is bepaald:
6.3 Afwijken van de bouwregels
6.4 Wijzigingsbevoegheid
a. Burgemeester en wethouders kunnen, voor zover de gronden zijn gelegen ter plaatse van de aanduiding "wetgevingszone-wijzigingsgebied" de bestemming wijzigen in de bestemming "Groen" indien na advies van de Commissie Stedelijk Schoon blijkt dat de het bestaande woonhuis Grote Hout- of Koningsweg 178 niet kan worden behouden;
b. Bij het toepassen van de wijziging als bedoeld in dit artikel, nemen burgemeester wethouders de procedurevoorschriften in acht, zoals omschreven in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht. Ter beoordeling van de toelaatbaarheid van de wijzigingsbevoegdheid vindt een evenredige belangenafweging plaats waarbij betrokken worden: de mate waarin de uitvoerbaarheid, waaronder begrepen de milieutechnische toelaatbaarheid, de waterhuishoudkundige toelaatbaarheid, de archeologische toelaatbaarheid, de ecologische toelaatbaarheid, de verkeerstechnische toelaatbaarheid en de stedenbouwkundige inpasbaarheid, is aangetoond.
Artikel 7 Leiding - Hoogspanning
7.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Leiding - Hoogspanning' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het aanleggen en in standhouden van ondergrondse hoogspanningsleidingen.
7.2 Bouwregels
7.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de hoogspanningsleiding, een omgevingsvergunning verlenen om af te wijken van:
- a. het bepaalde in artikel 7.2.1 en 7.2.2 en toestaan dat de in de basisbestemming genoemde gebouwen worden gebouwd, mits vooraf advies wordt ingewonnen van de betreffende leidingbeheerder;
- b. het bepaalde in artikel 7.2.3 en toestaan dat de in de basisbestemming genoemde bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, mits vooraf advies wordt ingewonnen van de betreffende leidingbeheerder.
7.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 8 Leiding - Water
8.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Leiding - Water' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het aanleggen en in standhouden van waterleidingen
8.2 Bouwregels
8.3 Afwijken van de bouwregels
8.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 9 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 10 Algemene Bouwregels
10.1 Dakkapel
10.2 Overschrijding bouwgrenzen
Artikel 11 Algemene Gebruiksregels
11.1 Verboden
Het is verboden gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel strijdig met de aan de grond gegeven bestemming, de bestemmingsomschrijving en de overige regels in dit bestemmingsplan.
11.2 Strijdig gebruik
Onder strijdige gebruik wordt in ieder geval verstaan:
- a. opslagplaats voor bagger en grondspecie;
- b. opslagplaats voor vaten, kisten, al dan niet voor gebruik geschikte werktuigen en machines of onderdelen daarvan, oude en nieuwe (bouw-)materialen, afval, puin, grind of brandstoffen;
- c. uitstalling-, opslag,- stand- of ligplaats voor kampeer- en verblijfsmiddelen;
- d. seksinrichting;
- e. kunst of kunstuitingen in de openbare ruimte;
- f. het opsplitsen van woningen in meerdere appartementen;
- g. het kamergewijs verhuren van een woning;
- h. coffeeshop.
11.3 Uitzonderingen op strijdig gebruik
Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval niet verstaan:
- a. vormen van gebruik als bedoeld in artikel 11.2, die verenigbaar zijn met het doel waarvoor de grond ingevolge de bestemming, bestemmingsomschrijving en/of de overige regels mag worden gebruikt;
- b. het opslaan van bouwmaterialen, puin en specie in verband met normaal onderhoud, dan wel ter verwezenlijking van de bestemming;
- c. de stalling van ten hoogste één toercaravan en/of boot op de bij een woning behorende grond.
11.4 Regels voor woningen
- a. woningsplitsing is niet toegestaan;
- b. kamerverhuur in voor wonen bestemde gebouwen is niet toegestaan;
- c. short stay, bed & breakfast en/of andere vormen van bedrijfsmatig verstrekken van logies in voor wonen bestemde gebouwen is niet toegestaan.
11.5 Afwijking
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen om af te wijken van het bepaalde in artikel 11.1, indien strikte toepassing van het verbod leidt tot beperkingen in het meest doelmatige gebruik die niet door dringende redenen worden gerechtvaardigd.
Artikel 12 Algemene Aanduidingsregels
12.1 Geluidzone - industrie - 1
Binnen de op de verbeelding voor Geluidzone - industrie - 1 aangeduide gronden (industrieterrein IJmond) is het bouwen van nieuwe gebouwen met een geluidsgevoelige bestemming, in overeenstemming met het bepaalde in hoofdstuk 2 in dit plan, uitsluitend toegestaan, indien is gebleken dat de geluidsbelasting vanwege het industrieterrein op de gevels van de gebouwen met deze geluidsgevoelige bestemmingen niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde of een verkregen hogere grenswaarde.
12.2 Veiligheidszone - activiteitenbesluit - 1
- a. Al dan niet in afwijking van het bepaalde in hoofdstuk 2 geldt ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'Veiligheidszone - activiteitenbesluit - 1' dat er geen nieuwe kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten mogen worden opgericht, uitgezonderd kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten die een functionele binding hebben met de risicobron waarvoor de veiligheidszone is vastgesteld.
- b. Burgemeester en wethouders kunnen het in afwijking van het bepaalde in sub a nieuwe kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten toestaan, mits:
- 1. de desbetreffende risicobron gesaneerd is, dan wel uit nader onderzoek is gebleken dat de desbetreffende risicobron buiten werking is gesteld, of
- 2. uit nader onderzoek is gebleken dat de veiligheidszone is gewijzigd.
12.3 Veiligheidszone - activiteitenbesluit - 2
- a. Al dan niet in afwijking van het bepaalde in hoofdstuk 2 geldt ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'Veiligheidszone - activiteitenbesluit - 2' dat er geen nieuwe kwetsbare objecten mogen worden opgericht, uitgezonderd kwetsbare objecten die een functionele binding hebben met de risicobron waarvoor de veiligheidszone is vastgesteld.
- b. Burgemeester en wethouders kunnen het in afwijking van het bepaalde in sub a nieuwe kwetsbare objecten toestaan, mits:
- 1. de desbetreffende risicobron gesaneerd is, dan wel uit nader onderzoek is gebleken dat de desbetreffende risicobron buiten werking is gesteld, of
- 2. uit nader onderzoek is gebleken dat de veiligheidszone is gewijzigd.
Artikel 13 Overige Regels
Onverminderd het bepaalde in voorgaande artikelen dient worden te voldaan aan onderstaande regels.
13.1 Parkeren
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 14 Overgangsrecht
14.1 Overgangsrecht bouwwerken
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot
- a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
14.2 Overgangsrecht gebruik
Artikel 15 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan 'De Schouw' met idn: NL.IMRO.0453.BP0403DESCHOUW1-R001
Bijlage 1 Ladder Voor Duurzame Verstedelijking
Bijlage 1 Ladder voor Duurzame Verstedelijking
Bijlage 2 Akoestisch Onderzoek
Bijlage 2 Akoestisch onderzoek
Bijlage 3 Stikstofdepositieonderzoek
Bijlage 3 Stikstofdepositieonderzoek
Bijlage 4 Externe Veiligheid
Bijlage 5 Quickscan Flora En Fauna
Bijlage 5 Quickscan Flora en fauna
Bijlage 6 Verkennend Bodemonderzoek
Bijlage 6 Verkennend bodemonderzoek
Bijlage 7 Verkennend Aanvullend Bodemonderzoek
Bijlage 7 Verkennend aanvullend bodemonderzoek
Bijlage 8 Aanmeldingsnotitie Mer
Bijlage 8 Aanmeldingsnotitie MER
Bijlage 9 Bureau- En Booronderzoek
Bijlage 9 Bureau- en booronderzoek