Hotel The Green, Spaarnwoude
Bestemmingsplan - gemeente Velsen
Vastgesteld op 29-02-2024 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
1.1 aanbouw
een gebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat, welk gebouw onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
1.2 aanduiding
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
1.3 aanduidingsgrens
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
1.4 achtererfgebied
erf aan de achterkant en aan de niet naar openbaar toegankelijk gebied gekeerde zijkant, op meer dan 1 meter van de voorkant, van het hoofdgebouw;
1.5 antennemast
bouwwerk, geen gebouw zijnde ten behoeve van het zenden en ontvangen van electromagnetische golven;
1.6 ballenvanger
vangnet voor ballen die buiten het speelterrein terecht zouden kunnen komen;
1.7 bebouwing
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
1.8 bedrijfsgebouw
een gebouw, dat dient voor de uitoefening van een bedrijf;
1.9 bedrijfsvloeroppervlak
het totale oppervlak welke ten dienste staat van de (commerciële) bedrijfsvoering, met inbegrip van de daartoe behorende magazijnen, overige dienstruimten, terrassen en dergelijke;
1.10 bedrijfswoning
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar vanwege de bedrijfsvoering van de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is;
1.11 begane grond
een bouwlaag waarvan het vloerpeil ten hoogste 1,0 m boven het peil ligt;
1.12 beperkt kwetsbaar object
beperkt kwetsbare objecten als bedoeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen
1.13 beroepsvloeroppervlakte
de totale vloeroppervlakte van de ruimte die wordt gebruikt voor een aan-huis-gebonden beroep c.q. een (dienstverlenend) bedrijf of een dienstverlenende instelling, inclusief opslag- en administratieruimten en dergelijke;
1.14 bestaande situatie
gebruik: de situatie zoals die ten tijde van de ter visie legging van het ontwerpbestemmingsplan bestond;
bouwen: bouwwerken die op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan tot stand zijn gekomen of tot stand kunnen komen met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
1.15 bestemmingsgrens
de grens van een bestemmingsvlak;
1.16 bestemmingsplan
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
1.17 bestemmingsvlak
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
1.18 bijbehorend bouwwerk
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd en met de aarde verbonden bouwwerk met een dak;
1.19 bijgebouw
een op zichzelf staand (vrijstaand of aangebouwd) gebouw, behorende bij een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw, zoals garages, hobbyruimten, bergingen en huisdierenverblijven;
1.20 bouwen
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;
1.21 bouwgrens
de grens van een bouwvlak;
1.22 bouwlaag
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van kelder en zolder;
1.23 bouwperceel
een aangesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar horende bebouwing is toegelaten;
1.24 bouwperceelgrens
de grens van een bouwperceel;
1.25 bouwvlak
een geometrisch bepaald vlak, waarmee de gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten;
1.26 bouwwerk
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
1.27 carport
een bouwwerk, al dan niet aangebouwd aan een gebouw of een ander bouwwerk, bestaande uit maximaal 2 gesloten wanden, bestemd om te dienen als overdekte stalling voor motorrijtuigen op meer dan twee wielen en daarvoor ook toegankelijk is vanaf de openbare weg;
1.28 cultuurhistorische waarde
de positieve waardering van sporen, objecten, patronen en structuren die zichtbaar of niet zichtbaar onderdeel uitmaken van onze leefomgeving en een beeld geven van een historische situatie of ontwikkeling;
1.29 dagrecreatie
recreatieve activiteiten, zoals bijvoorbeeld wandelen, fietsen, skaten, paardrijden, vissen, zwemmen, skiën, karten, golfen, paintballen en natuurobservatie, waarbij geen overnachting plaats vindt;
1.30 dagrecreatieve voorzieningen
recreatie-elementen, zoals wandelparken, lig- en speelweiden, dierenweiden, dagkampeerterreinen, trimbanen, recreatie te water, uitzichtheuvels, speelvijvers, picknickplaatsen;
1.31 dak
iedere bovenbeëindiging van een gebouw;
1.32 dakkapel
uitbouw op een hellend dakvlak van, indien aan de voorzijde van de woning, maximaal 50% van de breedte van de woning of, indien de woning smaller is dan 5,6 m maximaal 2,8 m breed;
1.33 dakopbouw
een ondergeschikte bouwlaag van het hoofdgebouw;
1.34 detailhandel
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het ter plaatse verkopen en/of leveren van goederen aan personen die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
1.35 detailhandel in sport gerelateerde producten
het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen, verhuren en leveren van goederen ten behoeve van de golfsport, zoals golfballen, clubs en golfkleding;
1.36 dienstverlenend bedrijf en/of dienstverlenende instelling
bedrijf of instelling waarvan de werkzaamheden bestaan uit het verlenen van economische en maatschappelijke diensten aan derden, waaronder zijn begrepen kapperszaken, schoonheidsinstituten, fotostudio's en naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijven en inrichtingen, evenwel met uitzondering van een garagebedrijf en een seksinrichting;
1.37 dienstverlening
het bedrijfsmatig verlenen van economische en maatschappelijke diensten, waarbij het publiek rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen, zoals een uitzendbureau, reisbureau, kapsalon, wasserette, schoonheidsinstituut, pedicure, belwinkel en internetcafé, met uitzondering van seksinrichtingen;
1.38 ecologische waarde
de aan een gebied toegekende waarde, gekenmerkt door de samenhang van de in het gebied voorkomende organismen en hun leefmilieu;
1.39 eerste bouwlaag
de bouwlaag op de begane grond;
1.40 erf
al dan niet bebouwd perceel, of gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij het hoofdgebouw en dat feitelijk ingericht mag worden ten dienste van het gebruik van dat gebouw;
1.41 erker
een uitgebouwd venster;
1.42 evenement
een georganiseerde activiteit die gedurende een korte periode relatief veel bezoekers trekt;
1.43 gebouw
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
1.44 golfbaan
terrein(en) ten behoeve van de golfsport met de bijbehorende gebouwen, bouwwerken en ondersteunende voorzieningen en diensten zoals een driving range, horeca, recreatie, opslag van materieel en/of detailhandel.
1.45 hoofdgebouw
Een gebouw, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meerdere gebouwen of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is;
1.46 horecabedrijf
het bedrijfsmatig verstrekken van dranken en maaltijden, overwegend voor gebruik ter plaatse of voor het bedrijfsmatig verstrekken van logies, één en ander gepaard gaande met dienstverlening, waarbij verstaan wordt onder:
Lichte horeca
Bedrijven die in beginsel alleen overdag en 's avonds behoeven te zijn geopend (vooral verstrekking van etenswaren en maaltijden) en daardoor slechts beperkte hinder voor omwonenden veroorzaken. Binnen deze categorie worden de volgende subcategorieën onderscheiden:
- 1. Daghoreca:
bedrijven welke enkel zijn geopend tussen 09.00 en 19.00 zoals een broodjeszaak; croissanterie; koffiebar; lunchroom; ijssalon; tearoom; traiteur; - 2. Overige lichte horeca:
zoals een bistro; snackbar; shoarma/grillroom; restaurant (zonder bezorg- en/of afhaalservice); - 3. Bedrijven met een relatief grote verkeersaantrekkende werking:
bedrijven genoemd onder 1 en 2 met een bedrijfsoppervlak van meer dan 250m²;
restaurant met bezorg- en/ of afhaalservice (oa. pizza, chinees, drive-in); - 4. Bedrijven welke bedrijfsmatig logies verstrekken (hotel/pension);
Avondhoreca
Bedrijven die normaal gesproken ook delen van de nacht geopend zijn en die daardoor
aanzienlijke hinder voor omwonenden kunnen veroorzaken:
- 5. Algemeen:
zoals een bar; bierhuis; biljartcentrum/ snookercentrum; café; proeflokaal;
dansscholen; - 6. Bedrijven waar verkoop van (soft)drugs plaatsvindt:
coffeeshops;
Nachthoreca
Bedrijven die voor een goed functioneren ook 's nachts geopend zijn en die tevens een groot aantal bezoekers aantrekken en daardoor grote hinder voor de omgeving met zich mee kunnen brengen:
- 7. Dancing; discotheek/muziekcafé; nachtclub; partycentrum;
1.47 hotel
een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het op commerciële basis bieden van overnachtingsmogelijkheden met als nevenactiviteiten het verstrekken van maaltijden en/of dranken voor consumptie ter plaatse, ;
1.48 huishouden
een verzameling van één of meer personen die een gezamenlijke huishouding voeren, waarbij sprake is van continuïteit in samenstelling en onderlinge verbondenheid;
1.49 kamerverhuur
de verhuur van een woning of woongebouw via kameruitgifte, waarbij kamers geen zelfstandige woonruimte vormen door het ontbreken er in van wezenlijke voorzieningen zoals een eigen kook- en/of wasgelegenheid en/of toilet;
1.50 kampeermiddel
a. een tent, een tentwagen, een kampeerauto of een caravan;
b. enig ander onderkomen of enig ander voertuig of gewezen voertuig of gedeelte daarvan, voorzover geen bouwwerk zijnde,
één en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen of gewezen voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf;
1.51 kampeerterrein
een terrein met daarbij behorende voorzieningen, ter beschikking gesteld voor het houden van recreatief nachtverblijf in kampeermiddelen en/of voor het plaatsen, dan wel geplaatst houden van kampeermiddelen;
1.52 kantine
een onderdeel van een gebouw waar tegen beperkte vergoeding dranken en etenswaren worden verstrekt ten behoeve van de gebruikers van de hoofdfunctie;
1.53 kantoor
een ruimte die dient voor de uitoefening van administratieve, boekhoudkundige, financiële, organisatorische en/of zakelijke dienstverlening - niet zijnde detailhandel - al dan niet met een publiekgerichte baliefunctie;
1.54 kelder
een gedeelte van een gebouw, dat wordt afgedekt door een vloer waarvan de bovenkant minder dan 1,0 m boven het peil ligt;
1.55 kleinschalige agrarische activiteiten uit het Activiteitenbesluit
geheel van activiteiten al dan niet ondersteunend ten opzichte van de hoofdactiviteit dat betrekking heeft op gewassen of landbouwhuisdieren, daaronder mede begrepen agrarisch gemechaniseerd loonwerk zoals het uitvoeren van cultuurtechnische werken, grondverzet of soortgelijke dienstverlening;
1.56 kwetsbaar object
kwetsbare objecten als bedoeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen;
1.57 landschappelijke waarde
de aan een gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het waarneembare –al dan niet begroeide- deel van het aardoppervlak, dat wordt bepaald door de onderlinge samenhang en beïnvloeding van niet-levende en levende natuur;
1.58 loopbrug
een al dan niet overdekte verbinding tussen twee gebouwen, gebouwd vanaf ten minste de tweede bouwlaag;
1.59 maatvoeringsaanduiding
alle aanduidingen die betrekking hebben op afmetingen, percentages, oppervlakten, hellingshoeken en aantallen, zowel ten aanzien van het bouwen als ten aanzien van het gebruik;
1.60 manege
gebruiksgerichte paardenhouderij in dienst staande van derden voor het gebruik van paarden ten behoeve van recreatie en sport;
1.61 milieudeskundige
een rechtspersoon die/dat vanwege, de beschikbaarheid aan kennis opgedaan uit opleiding en ervaring, kan worden aangemerkt als deskundig op het gebied van milieuvraagstukken;
1.62 monument
een rijks-, provinciaal of gemeentelijk monument zoals bedoeld in de erfgoedwet;
1.63 natuurlijke waarde
de aan een gebied toegekende waarde, gekenmerkt door de geologische, geomorfologische, bodemkundige en biologische elementen, zowel afzonderlijk als in onderlinge samenhang;
1.64 nevenactiviteiten
activiteiten die ondergeschikt zijn aan de primair aan de gronden toegekende functie en die qua ruimtegebruik en omzet minder dan 40% uitmaken van de totale bedrijfsvoering;
1.65 nutsvoorzieningen
voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling, warmte koude opslag (WKO), voorzieningen ten behoeve van riolering, biovergister en apparatuur voor telecommunicatie;
1.66 onderdoorgang
openbare langzaamverkeersverbinding die door een gebouw heen loopt;
1.67 overig bouwwerk
bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
1.68 overkapping
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voorzien van een gesloten dak of een bijbehorend bouwwerk dat een overdekte ruimte vormt zonder dan wel met ten hoogste één wand;
1.69 pand
de kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is;
1.70 parkeernormenbeleid
de door de gemeente Velsen vastgestelde nota Parkeernormenbeleid 2022, met inbegrip van eventuele wijzigingen van deze nota;
1.71 perceel
een aaneengesloten stuk grond dat een eenheid vormt in gebruik;
1.72 plan
het bestemmingsplan Spaarnwoude Park Hotel met identificatienummer NL.IMRO.0453.BP1104HOTELGREEN1- R001 van de gemeente Velsen;
1.73 recreatieve bewoning
bewoning van een gebouw voor weekend- en/of verblijfsrecreatie waarvan de gebruikers hun hoofdverblijf elders hebben;
1.74 scheidingslijn
een lijn die de scheiding vormt tussen de gedeelten van een bestemmingsvlak waarop verschillende hoogte/ bebouwingspercentages mogelijk zijn toegelaten;
1.75 seksinrichting
de voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden.
Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, alsmede een erotische massagesalon, een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;
1.76 short stay
het structureel aanbieden van een kamer, appartement of deel daarvan voor tijdelijk verblijf, niet per se zijnde een huishouden, voor een aaneensluitende periode van maximaal zes maanden;
1.77 stacaravan
een caravan, die als een gebouw valt aan te merken;
1.78 standplaats
een vaste plaats, die gelegen is op of aan de weg of aan een openbaar water, ten behoeve van een mobiele verkoopinrichting, met een beperkt assortiment ten behoeve van detailhandel;
1.79 straalpad
straalverbindingstraject met een breedte van 100,0 m ter weerszijden van het hart van de straalverbinding, waarbinnen met het oog op ongestoorde transport van beeld- en geluidsignalen beperkingen gelden ten aanzien van de hoogte van bouwwerken;
1.80 straatmeubilair
objecten in het openbare gebied zoals verkeersgeleiders, rampalen/amsterdammertjes, verkeersborden, brandkranen, lichtmasten, vlaggenmasten, informatieborden, zitbanken, bloembakken, reclameborden, papier-, glas- en andere inzamelbakken, toegangsconstructies voor ondergrondse voorzieningen, kunstwerken, speeltoestellen en draagconstructies voor reclame, telefooncellen, abri's en kleinschalige bouwwerken ten behoeve van (openbare) nutsvoorzieningen en daarmee vergelijkbare objecten;
1.81 uitbouw
een gebouw dat als vergroting van een bestaande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, welk gebouw door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
1.82 verdieping
de boven de begane grond gelegen bouwlagen;
1.83 verkoopvloeroppervlakte
een voor het publiek zichtbare en toegankelijke (besloten) winkelruimte ten behoeve van de detailhandel; (let op dit is dus de netto-vloeroppervlakte);
1.84 voorgevel
de naar de weg gekeerde gevel van een gebouw en als een gebouw met meer dan één zijde gekeerd is naar een weg dan worden de betreffende gevels aangemerkt als voorgevels;
1.85 voorgevelrooilijn
de lijn die samenvalt met de voorgevel(s) van een hoofdgebouw en met het denkbeeldige verlengde daarvan;
1.86 voorkeursgrenswaarde
de maximale waarde voor de geluidbelasting die acceptabel kan worden geacht op grond van de Wet geluidhinder en het Besluit geluidhinder;
1.87 vrije beroepen
met name professionele dienstverleningen, voornamelijk bestaande uit hoofdarbeid, die van oudsher wordt uitgeoefend in een woonhuis. Concrete voorbeelden van dergelijke vrije beroepen op basis van jurisprudentie zijn oa. Architect, accountant, advocaat, administratieconsulent, assurantiebemiddelaar, belastingconsultant, dierenarts, fysiotherapeut, gerechtsdeurwaarder, huisarts, juridisch adviseur, logopedist, kunstenaar, makelaar O.G., medisch specialist, notaris, organisatieadviseur, raadgevend ingenieur, registeraccountant, stedenbouwkundige, tandarts, therapeut, verloskundige en overige hiermee gelijk te stellen vrije- beroepen;
1.88 waterpartijen
meren, sloten, rivieren, waterlopen en daaraan gelijk te stellen;
1.89 wellness
activiteiten ten behoeve van lichamelijke, sociale, emotionele, intellectuele en spirituele gezondheid van de mens;
1.90 winkel
een gebouw, dat een ruimte omvat, welke door zijn indeling kennelijk bedoeld is te worden gebruikt voor de detailhandel;
1.91 wonen
huisvesten met vast karakter;
1.92 woning
gebouw of een gedeelte daarvan, bestaande uit een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden;
1.93 zakelijke dienstverlening
dienstverleningsfaciliteiten met winstoogmerk zonder milieubeperkingen;
Artikel 2 Wijze Van Meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.1 Afstanden
afstanden tussen bouwwerken onderling alsmede afstanden van bouwwerken tot erfafscheidingen worden daar gemeten waar deze afstanden het kleinst zijn;
2.2 Bebouwingspercentage
een deel van het bouwperceel uitgedrukt in procenten dat bebouwd mag worden;
2.3 De breedte en lengte of diepte van een gebouw
tussen (de lijnen getrokken door) de buitenzijde van de gevels en/of het hart van de scheidsmuren;
2.4 De breedte van een boot
tussen de linker- en rechterzijde van een boot, waar deze afstand in het horizontale vlak het grootst is bij projectie van de boot van de voor- en achterzijde op ware grootte, ondergeschikte of in uiterlijk ondergeschikte delen van de boot zoals boegspriet, antennes, trapjes, netten, ladders en vergelijkbare onderdelen niet meegerekend;
2.5 De dakhelling
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
2.6 De dakkapel
de minimale afstand van de onderzijde van de dakkapel tot de vloer van de daar ondergelegen bouwlaag is 0,8 m en de maximale afstand van de onderzijde van de dakkapel tot de goothoogte van de dakkapel is 1,7 m. Er dient minimaal 1 rij dakpannen afstand te zijn tussen goothoogte, dakkapel en bouwhoogte van de woning.
De maximale breedte van de dakkapel aan de voorzijde van het gebouw is 2,8 m, hierbij is de minimale afstand tussen de dakkapel en het hart van de bouwmuur 1 m. Indien een woning breder is dan 5,6 m is de maximale breedte van de dakkapel 50% van de gevelbreedte, hierbij is de minimale afstand tussen de dakkapel en het hart van de bouwmuur 1 m.
Voor een dakkapel aan de zijkant van een gebouw gelden dezelfde regels als voor een dakkapel aan de voorzijde.
Aan de achterzijde is de minimale afstand van dakkapel tot het hart van de bouwmuur 0,5 m, voor de achterzijde geldt geen maximale breedte;
2.7 De goot- (of boeibord) hoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan de bovenkant van goot, c.q. de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel, dakkapellen niet meegerekend;
2.8 De hoogte van bouwlagen
van de bovenkant van een vloer tot de bovenkant van de vloer van de erboven liggende bouwlaag;
2.9 De hoogte van een windturbine
vanaf het peil tot aan de as van de windturbine;
2.10 De inhoud van een bouwwerk
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
2.11 De bouwhoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwdelen zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
2.12 De inwendige nokhoogte
van de bovenkant van de zoldervloer tot het hoogste punt van de binnenkant van de nok;
2.13 De oppervlakte van een bouwwerk
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
2.14 De verdiepingshoogte
van de bovenkant van een vloer tot de bovenkant van de verdieping.
2.15 Het peil
- a. voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
- b. voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst:de hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld;
- c. voor een bouwwerk in of op het water:het Nieuw Amsterdams Peil;
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Gemengd
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. voorzieningen ten behoeve van een golfbaan ter plaatse van de aanduiding 'golfbaan';
- b. kantoren ten behoeve van een golfbaan;
ter plaatste van de aanduiding:
- c. 'horeca tot en met categorie 3' is horeca tot en met categorie 3 toegestaan met een maximaal oppervlakte van 1.500 m² (exclusief terras);
met de daarbij behorende:
- d. parkeervoorzieningen;
- e. wegen en paden;
- f. terrassen
- g. gebouwen;
- h. nutsvoorzieningen;
- i. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
3.2 Bouwregels
Voor het bouwen op de gronden ten behoeve van de bestemming gelden
de volgende regels tenzij ter plaatse van een aanduiding anders is bepaald:
Artikel 4 Horeca
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. hotel ter plaatse van de aanduiding 'hotel', met dien verstande dat er maximaal 149 hotelkamers zijn toegestaan en op de begane grond naast de hotellobby tevens ruimtes zijn toegestaan voor hotel gerelateerde voorzieningen zoals vergaderzalen, kantoor- en opslagruimtes, fitness- en wellness-voorzieningen, en bij deze activiteiten ondersteunende horeca, waarbij de omvang van:
- 1. kantoor- en opslagruimtes niet meer dan 200 m2 mag bedragen;
- 2. zalen en vergaderruimtes niet meer dan 200 m2 mag bedragen;
- 3. wellness inclusief behandelkamers niet meer dan 350 m2 mag bedragen;
- 4. fitness niet meer dan 200 m2 mag bedragen;
- b. een bedrijfswoning ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning', met dien verstande dat:
- 1. binnen het bouwvlak 1 bedrijfswoning is toegestaan;
- 2. de maximale oppervlakte van de bedrijfswoning bedraagt 150 m2;
- c. voorzieningen ten behoeve van een golfbaan ter plaatse van de aanduiding 'golfbaan', waarbij de omvang van;
- 1. de golfreceptie met golfshop (met golfsport gerelateerde producten) en ondersteunende ruimtes (waaronder opslag, pantry en sanitaire voorzieningen) niet meer dan 400 m2 mag bedragen;
- 2. overige ruimtes ten behoeve van de golfvereniging (waaronder kleedkamers, lockerruimte en kantoor- en opslagruimtes) niet meer dan 450 m2 mag bedragen;
met de daarbij behorende:
- d. terrassen;
- e. gebouwen;
- f. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
- g. groenvoorzieningen;
- h. waterpartijen en watergangen;
- i. wegen, paden en parkeerplaatsen;
- j. nutsvoorzieningen;
- k. voorzieningen voor het opwekken van duurzame zonne-energie.
4.2 Bouwregels
Voor het bouwen op de gronden ten behoeve van de bestemming gelden
de volgende regels tenzij ter plaatse van een aanduiding anders is bepaald:
4.3 Afwijken van de gebruiksregels
Het bevoegd gezag is bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen ten behoeve van het toestaan van een andere categorie horeca indien aangetoond is dat;
- a. het gebruik geen overmatige overlast voor de (woon-)omgeving oplevert;
- b. het gebruik de afwikkeling van het verkeer niet nadelig beïnvloedt en niet leidt tot een onaanvaardbare parkeerdruk in de buurt.
Artikel 5 Recreatie
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Recreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. dagrecreatie;
- b. tuin;
- c. kleinschalige agrarische activiteiten welke geen vergunning of melding vereisen volgens het Activiteitenbesluit;
- d. voorzieningen ten behoeve van een golfbaan ter plaatse van de aanduiding 'golfbaan';
met de daarbij behorende:
- e. kantines;
- f. terrassen;
- g. gebouwen;
- h. carports in combinatie met voorzieningen ten behoeve van zonne-energie;
- i. buggystalling;
- j. ballenvangnetten inclusief verlichting, uitsluitend ter plaatse van de specifieke bouwaanduiding 'sba-bv';
- k. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
- l. groenvoorzieningen;
- m. waterpartijen en watergangen;
- n. wegen, bruggen, paden en parkeerplaatsen;
- o. nutsvoorzieningen.
5.2 Bouwregels
Voor het bouwen op de gronden ten behoeve van de bestemming gelden de volgende regels, tenzij ter plaatse van een aanduiding anders is bepaald:
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 6 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 7 Algemene Bouwregels
7.1 Overschrijding bouwgrenzen
Artikel 8 Algemene Gebruiksregels
8.1 Verboden
Het is verboden gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel strijdig met de aan de grond gegeven bestemming, de bestemmingsomschrijving en de overige regels in dit bestemmingsplan.
8.2 Strijdig gebruik
Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan:
- a. opslagplaats voor bagger en grondspecie;
- b. opslagplaats voor vaten, kisten, al dan niet voor gebruik geschikte werktuigen en machines of onderdelen daarvan, oude en nieuwe (bouw-)materialen, afval, puin, grind of brandstoffen;
- c. uitstalling-, opslag,- stand- of ligplaats voor kampeer- en verblijfsmiddelen;
- d. seksinrichting;
- e. kunst of kunstuitingen in de openbare ruimte.
8.3 Uitzonderingen op strijdig gebruik
Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval niet verstaan:
- a. vormen van gebruik als bedoeld in artikel 8.2, die verenigbaar zijn met het doel waarvoor de grond ingevolge de bestemming, bestemmingsomschrijving en/of de overige regels mag worden gebruikt;
- b. het opslaan van bouwmaterialen, puin en specie in verband met normaal onderhoud, dan wel ter verwezenlijking van de bestemming.
8.4 Afwijking
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen om af te wijken van het bepaalde in artikel 8.1, indien strikte toepassing van het verbod leidt tot beperkingen in het meest doelmatige gebruik die niet door dringende redenen worden gerechtvaardigd.
Artikel 9 Overige Regels
Onverminderd het bepaalde in voorgaande artikelen dient worden te voldaan aan onderstaande regels.
9.1 Parkeren
9.2 Erfgoederen van uitzonderlijke universele waarde
De gronden zijn – behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) – mede bestemd voor het behoud en de versterking van de landschap- en cultuurhistorische waarden van het gebied die samenhangen met de Stelling van Amsterdam zoals bedoeld in artikel 6.49 van de provinciale Omgevingsverordening.
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 10 Overgangsrecht
10.1 Overgangsrecht bouwwerken
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot
- a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
10.2 Overgangsrecht gebruik
Artikel 11 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan 'Spaarnwoude Park Hotel' met idn: NL.IMRO.0453.BP1104HOTELGREEN1-R001