Aanpak verkeersdruk Thorbeckeweg (N516)
Bestemmingsplan - Gemeente Zaanstad
Vastgesteld op 25-11-2021 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
1.1 plan
Het bestemmingsplan 'Aanpak verkeersdruk Thorbeckeweg (N516)' met identificatienummer NL.IMRO.0479.STED3886BP-0301 van de gemeente Zaanstad.
1.2 bestemmingsplan
De geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
1.3 aanduiding
Een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
1.4 aanduidingsgrens
De grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
1.5 bestemmingsgrens
De grens van een bestemmingsvlak.
1.6 bestemmingsvlak
Een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
1.7 Bevi-inrichting
Inrichtingen als bedoeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen.
1.8 detailhandel
Het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
1.9 detailhandel in volumineuze goederen
Detailhandel in goederen van grote omvang, die vanwege de aard en omvang van de goederen een groot oppervlak nodig heeft voor de uitstalling, zoals bouwmarkten, grootschalige meubelbedrijven, keuken-, sanitair- en tegelbedrijven.
1.10 erf
Al dan niet bebouwd perceel of een gedeelte daarvan dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, en voor zover dit de regels van dit plan deze inrichting niet verbieden.
1.11 gebouw
Elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
1.12 geluidgevoelig object
Een geluidgevoelig object als bedoeld in de Wet geluidhinder en het Besluit geluidhinder (Bgh), te weten een:
- a. woning;
- b. ander geluidsgevoelig gebouw, in artikel 1.2 Bgh uitgelegd als een;
- 1. onderwijsgebouw;
- 2. ziekenhuis of verpleeghuis;
- 3. verzorgingstehuis;
- 4. psychiatrische inrichting;
- 5. kinderdagverblijf;
- c. geluidsgevoelig terrein, in artikel 1.2 Bgh uitgelegd als een;
- 1. woonwagenstandplaats;
- 2. ligplaats voor woonschepen.
1.13 geluidzoneringsplichtige inrichting
Een inrichting als bedoeld in artikel 2.1 lid 3 van het Besluit omgevingsrecht die in belangrijke mate geluidshinder kan veroorzaken.
1.14 hoofdgebouw
gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.
1.15 horeca
Bedrijfsactiviteiten gericht op: het verstrekken van voedsel en/of dranken met de mogelijkheid deze ter plaatse te nuttigen, het exploiteren van zaalaccommodatie en/of het verstrekken van nachtverblijf.
1.16 huishouden
Een persoon of groep personen, die een duurzame, gemeenschappelijke huishouding voer(t)(en) en wil(len) voeren. Hierbij moet sprake zijn van onderlinge, met een gezinsverband vergelijkbare, verbondenheid en continuïteit in de samenstelling. kamer(ver)huur wordt hieronder niet begrepen.
1.17 kunstobject
Een bouwwerk, geen gebouw zijnde als uitingen van één der beeldende kunsten.
1.18 nutsvoorzieningen
Voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling en apparatuur voor telecommunicatie.
1.19 speelvoorzieningen
Voorzieningen bedoeld voor kinderen om mee te spelen, zoals een schommel, glijbaan, wipwap, zandbak of speelweide.
1.20 verblijfsgebieden
Gebieden waar het doen van verplaatsingen bij het gebruik van de weg of het plein ondergeschikt is aan de verblijfsfunctie, zoals bijvoorbeeld de inrichting van de openbare ruimte die uitnodigt om in het gebied te verblijven.
1.21 verkeersvoorzieningen
Gronden en bouwwerken die als verkeersruimte gebruikt worden zoals rijwegen, parkeervoorzieningen, fiets- en voetpaden en bermen.
1.22 wonen
Gehuisvest zijn en duurzaam verblijven in een woning.
1.23 woning
Een complex van ruimten bedoeld voor de huisvesting van één huishouden.
Artikel 2 Wijze Van Meten
2.1 bouwhoogte
De bouwhoogte van een bouwwerk wordt gemeten vanaf het peil tot aan het hoogste punt van het bouwwerk, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen zoals schoorstenen, antennes en naar aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
2.2 breedte
De breedte van een bijbehorend bouwwerk wordt gemeten over de zijde die het dichtst bij de voorgevel van het hoofdgebouw ligt.
2.3 goothoogte
De goothoogte van een bouwwerk wordt gemeten vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
2.4 oppervlakte
2.5 peil
Voor het vaststellen van het peil gelden de volgende regels en uitzonderingen:
- d. het peil is de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld;
- e. indien de hoofdtoegang van een bouwwerk direct aan één weg grenst, dan is de hoogte van die weg ter plaatse van de hoofdtoegang het peil;
- f. indien een perceel direct grenst aan meerdere wegen, dan is de hoogte van de laagste weg het peil;
- g. indien een bouwwerk op of in een dijk is gebouwd, dan is de hoogte van de kruin van de dijk ter hoogte van de hoofdtoegang het peil;
- h. indien een bouwwerk op of in het water is gebouwd, dan is de waterlijn het peil;
- i. indien een bijbehorend bouwwerk geen aan- of uitbouw van het hoofdgebouw is, dan is het peil van dat bijbehorend bouwwerk de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld.
2.6 straatprofiel
De verticale doorsnede van een straat, gemeten van gevel tot gevel.
2.7 voorgevelrooilijn
Indien de voorgevelrooilijn niet op de verbeelding is aangegeven met een bouwaanduiding, dan wordt het volgende als de voorgevelrooilijn gezien:
een lijn die evenwijdig aan de as van de weg, langs een wegzijde met een regelmatig ligging van de voorgevel van de bestaande bebouwing is gelegen, die zoveel mogelijk aansluit aan de voorgevels van de bestaande bebouwing en zoveel mogelijk overeenkomstig de richting van de weg loopt.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Bedrijf - Verkooppunt Motorbrandstoffen
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijf - Verkooppunt motorbrandstoffen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a) brandstofverkoop;
b) wasboxen voor voertuigen;
c) detailhandel;
d) horeca.
met daar aan ondergeschikt:
e) erven;
f) reclameobjecten;
g) verkeersvoorzieningen;
h) oplaadmogelijkheden elektrische voertuigen.
3.2 Bouwregels
3.3 Specifieke gebruiksregels
3.4 Afwijken van de gebruiksregels
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van lid 3.3.2 sub a, mits voldaan wordt aan de volgende regels:
- a. met onderzoek naar en berekening van het individueel- en groepsrisco als gevolg van opslag en verkoop van andere brandstoffen wordt aangetoond dat deze risico's binnen de normering van de geldende wet- en regelgeving is toegestaan;
- b. er door berekende veiligheidcontouren geen belemmeringen voor het gebruik van naastgelegen percelen optreden.
Artikel 4 Groen
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. groenvoorzieningen;
met daar aan ondergeschikt:
- b. fiets- en voetpaden;
- c. watergangen met daarin gelegen duikers, dammen en bruggen;
- d. semiverharding voor incidenteel opstellen onderhoudsvoertuigen.
4.2 Bouwregels
4.3 Specifieke gebruiksregels
Artikel 5 Verkeer
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. laad- en losvoorzieningen;
- b. manoeuvreerruimtes;
- c. parkeervoorzieningen;
- d. reclameobjecten;
- e. verkeersvoorzieningen;
- f. voorzieningen ten behoeve van het openbaar vervoer;
- g. watergangen met daarin gelegen duikers, dammen en bruggen;
- h. ter plaatse van de functieaanduiding 'brug', tevens voor een brug;
- i. ter plaatse van de bouwaanduiding 'onderdoorgang', tevens voor een onderdoorgang.
5.2 Bouwregels
5.3 Specifieke gebruiksregels
Artikel 6 Water
6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. water;
- b. waterhuishoudkundige voorzieningen;
met daar aan ondergeschikt:
- c. kaden;
- d. oeverstroken.
6.2 Bouwregels
6.3 Specifieke gebruiksregels
Artikel 7 Leiding - Riool
7.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
- a. de instandhouding en de bescherming van rioolleidingen;
- b. en overige voorzieningen ten behoeve van deze bestemming.
7.2 Bouwregels
Op en onder de in lid 7.1 genoemde gronden zijn uitsluitend toegestaan bouwwerken ten dienste van de leidingen.
7.3 Afwijken van de bouwregels
7.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 8 Waarde - Archeologie
8.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende
bestemming(en), mede bestemd voor de behoud en bescherming van archeologische waarden.
Voor zover de dubbelbestemmingen geheel of gedeeltelijk samenvallen, gelden:
- a. in de eerste plaats de bepalingen van Artikel 9 Waterstaat - Waterkering;
- b. in de tweede plaats de bepalingen van Artikel 8 Waarde - Archeologie.
8.2 Bouwregels
8.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 9 Waterstaat - Waterkering
9.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
- a. dijklichaam;
- b. water met een functie voor de waterhuishouding, waterberging, waterlopen, waterhuishoudkundige werken en waterstaatkundige werken;
met de daarbij behorende:
- c. oeverstroken, oevervoorzieningen, kaden en andere vormen van oeververdedigingswerken;
- d. bruggen, dammen, taluds, duikers en steigers;
- e. nutsvoorzieningen;
- f. en overige voorzieningen ten behoeve van deze bestemming.
Voor zover de dubbelbestemmingen geheel of gedeeltelijk samenvallen, gelden:
- g. in de eerste plaats de bepalingen van Artikel 9 Waterstaat - Waterkering;
- h. in de tweede plaats de bepalingen van Artikel 8 Waarde - Archeologie.
9.2 Bouwregels
In afwijking van het bepaalde in de andere bestemmingen die gelden voor deze gronden is het ook toegestaan om bouwwerken, geen gebouwen zijnde, te bouwen ten dienste van de in lid 9.1 genoemde functies, mits voldaan wordt aan de volgende regels:
- a. een bouwwerk, geen gebouw zijnde, mag niet hoger zijn dan 5 meter;
- b. een erfafscheiding mag niet hoger zijn dan 2,5 meter.
9.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 10 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 11 Algemene Bouwregels
11.1 Parkeren
Bij de uitoefening van de bevoegdheid voor het verlenen van een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw geldt dat:
- a. voldoende parkeervoorzieningen voor auto's en fietsen worden gerealiseerd op de betreffende locatie of in de directe omgeving daarvan in of buiten het plangebied;
- b. voldoende betekent dat wordt voldaan aan de normen in de beleidsregels die zijn neergelegd in de “Uitvoeringsnota Parkeren Zaanstad 2016” en;
- c. indien deze beleidsregels gedurende de planperiode worden gewijzigd, herzien of vervangen rekening wordt gehouden met de wijziging, herziening of vervangende beleidsregels.
11.2 Duikers en bruggen boven water
Het is toegestaan duikers en bruggen boven water te bouwen, mits voldaan wordt aan de volgende regels:
- a. de bouwhoogte van een brug of duiker mag niet hoger zijn dan 5 meter;
- b. de doorvaarthoogte van een brug mag niet minder zijn dan 1,20 meter;
- c. de doorvaartbreedte van een brug mag niet minder zijn dan 2,50 meter.
11.3 Gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen of waterhuishoudkundige voorzieningen
Het is toegestaan te bouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen of waterhuishoudkundige voorzieningen, mits voldaan wordt aan de volgende regels:
- a. de bouwhoogte van een gebouw mag niet hoger zijn dan 4 meter;
- b. de oppervlakteoppervlakte van een gebouw mag niet meer dan 15 m2.
Artikel 12 Algemene Gebruiksregels
12.1 Strijdig gebruik
- a. Tenzij in de bestemmingsregels nadrukkelijk anders is bepaald, is het niet toegestaan gronden en panden te gebruiken, laten gebruiken of in gebruik geven ten behoeve van:
- 1. seksinrichtingen;
- 2. Bevi-inrichtingen;
- 3. de productie, opslag of verkoop van vuurwerk;
- 4. geluidzoneringsplichtige inrichtingen;
- 5. opslag anders dan ter plaatse noodzakelijk ten behoeve van de bestemming;
- 6. het storten van puin en afvalstoffen;
- 7. opslag van aan het oorspronkelijke gebruik onttrokken voer-, vaar- of vliegtuigen;
- 8. een permanente standplaats voor kampeermiddelen;
- 9. het voortdurend afgemeerd houden van woonschepen, woonarken of anderszins vaartuigen die zijn bestemd voor het wonen of het uitoefenen van bedrijfsmatige activiteiten danwel daarvoor worden gebruikt.
- b. Het is niet toegestaan een bestaande woning te veranderen in, om te zetten tot en/of te vergroten tot twee of meer zelfstandige woningen.
12.2 Toegestaan ondergeschikt gebruik
Het is toegestaan gronden en panden te gebruiken ten behoeve van de volgende functies, mits deze functies ondergeschikt zijn aan het ter plaatse geldende hoofdgebruik zoals opgenomen in de bestemmingsregels:
- a. duikers en bruggen boven water;
- b. groenvoorzieningen;
- c. laad- en losvoorzieningen;
- d. manoeuvreerruimtes;
- e. nutsvoorzieningen;
- f. parkeervoorzieningen;
- g. perceelsontsluitingen;
- h. speelvoorzieningen;
- i. verblijfsgebieden;
- j. voorwerpen van beeldende kunst of kunstuitingen en gedenktekens;
- k. water;
- l. waterhuishoudkundige voorzieningen.
Artikel 13 Algemene Aanduidingsregels
13.1 overige zone - voorwaardelijke verplichting
13.2 veiligheidszone - lpg
Artikel 14 Algemene Afwijkingsregels
14.1 Afwijking algemeen
Indien niet op grond van een andere bepaling van deze planregels een omgevingsvergunning kan worden verleend, dan kan bij omgevingsvergunning worden toegestaan dat:
- a. gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen en elektriciteitsvoorzieningen met een maximum bouwhoogte van 5 meter, en een maximale brutovloeroppervlak van 30 m² worden gebouwd;
- b. wordt afgeweken van de in de planregels voorgeschreven maten, afmetingen, percentages met maximaal 10%;
- c. wordt afgeweken van de op de verbeelding aangegeven bestemmingsgrenzen en aanduidingen;
- d. bouwwerken ten behoeve van vlucht- en/of noodtrappen worden gebouwd;
mits voldaan wordt aan de volgende regels:
- e. de afwijking in het belang is van een ruimtelijk of technisch beter verantwoorde plaatsing van bouwwerken of noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein;
- f. slechts in geringe mate wordt afgeweken van de bestemmingsgrenzen en aanduidingen, met een maximum van 2 meter.
14.2 Afwijking ten behoeve van wegen
Indien niet op grond van een andere bepaling van deze planregels een omgevingsvergunning kan worden verleend, dan kan bij omgevingsvergunning worden toegestaan dat wegen of de aansluiting van wegen in geringe mate buiten de bestemmingsgrens of aanduiding worden gerealiseerd, mits voldaan wordt aan de volgende regels:
- a. de verkeersveiligheid en/of verkeersintensiteit hier aanleiding toe geven;
- b. de leefkwaliteit ter plaatse van nabijgelegen geluidgevoelig objecten aanvaardbaar blijft.
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 15 Overgangsrecht
15.1 Bouwwerken
1. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
- a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
2. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
3. Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
15.2 Gebruik
1. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
2. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
3. Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
4. Het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 16 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als: regels van het bestemmingsplan 'Aanpak verkeersdruk Thorbeckeweg (N516)' van de gemeente Zaanstad.
Bijlage 1 Beleidskader
Bijlage 2 Akoestisch Onderzoek
Bijlage 2 Akoestisch onderzoek
Bijlage 3 Verkennend Ecologisch Onderzoek
Bijlage 3 Verkennend ecologisch onderzoek
Bijlage 4 Aanvullend Ecologisch Onderzoek Sleedoornpage
Bijlage 4 Aanvullend ecologisch onderzoek Sleedoornpage
Bijlage 5 Ecologisch Soortenonderzoek
Bijlage 5 Ecologisch soortenonderzoek
Bijlage 6 Ecologisch Vervolgonderzoek Vleermuizen
Bijlage 6 Ecologisch vervolgonderzoek vleermuizen
Bijlage 7 Ecologische Beoordeling Stikstofdepositie
Bijlage 7 Ecologische beoordeling stikstofdepositie
Bijlage 8 Aerius Berekening 1
Bijlage 9 Aerius Berekening 2
Bijlage 10 Externe Veiligheid
Bijlage 11 Verkennend Bodemonderzoek
Bijlage 11 Verkennend bodemonderzoek
Bijlage 12 Verkennend Waterbodemonderzoek
Bijlage 12 Verkennend waterbodemonderzoek
Bijlage 13 Oplegnotitie Verkennend Bodemonderzoek
Bijlage 13 Oplegnotitie verkennend bodemonderzoek
Bijlage 14 Vooronderzoek Conventionele Explosieven
Bijlage 14 Vooronderzoek conventionele explosieven
Bijlage 15 Archeologisch Bureauonderzoek
Bijlage 15 Archeologisch bureauonderzoek
Bijlage 16 Aanvullend Archeologisch Onderzoek
Bijlage 16 Aanvullend archeologisch onderzoek