Parapluherziening Wonen en parkeernormen
Bestemmingsplan - Gemeente Alblasserdam
Vastgesteld op 09-05-2023 - vastgesteld
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
1.1 plan
Het bestemmingsplan Parapluherziening Wonen en parkeernormen met identificatienummer NL.IMRO.0482.bpwonen103-vg01 van de gemeente Alblasserdam.
1.2 bestemmingsplan
De geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
1.3 aanduiding
Een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
1.4 aanduidingsgrens
De grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
1.5 bed en breakfast
Een kleinschalige overnachtingsaccommodatie gericht op het bieden van de mogelijkheid tot een toeristisch en veelal kortdurend verblijf met het serveren van ontbijt, waarbij de bed & breakfast ondergeschikt is aan de hoofdfunctie.
1.6 bestemmingsgrens
De grens van een bestemmingsvlak.
1.7 bestemmingsvlak
Een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
1.8 huishouden
Een alleenstaande dan wel twee of meer personen, die een duurzaam gemeenschappelijke huishouding voeren of willen gaan voeren.
1.9 peil
- a. voor bouwwerken: -1,50 m NAP;
- b. indien in of op het water wordt gebouwd: het NAP;
- c. in andere gevallen: -1,50 m NAP.
1.10 sociale huurwoning
- 1. Een huurwoning:
- a. met een aanvangshuurprijs onder de grens, bedoeld in artikel 13, eerste lid, onder a, van de Wet op de huurtoeslag;
- b. welke bij aanvang is verhuurd aan huurders met een inkomen onder de DAEB-inkomensgrens; en
- c. in het geval van een nieuwbouwwoning waarvoor op grond van een omgevingsplan, voorschriften bij een omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit of een doelgroepenverordening een instandhoudingstermijn van 25 jaar geldt, of waarvoor die instandhoudingstermijn anderszins is verzekerd.
- 2. Huurwoningen in beheer bij een woningcorporatie en vallend onder de diensten van algemeen economisch belang als bedoeld in artikel 47 van de Woningwet.
1.11 wonen
Het houden van verblijf, het huren en tevens (laten) bewonen van een huis/woning, evenwel met uitzondering van woonvormen met een maatschappelijk karakter met intensieve begeleiding, met dien verstande dat elk(e) huis/woning door maximaal één huishouden bewoond mag worden tenzij sprake is van vergunde kamerbewoning in welk geval er een maximum van 4 kamerbewoners geldt.
1.12 woning
Een complex van ruimten, geschikt en bestemd voor de huisvesting van één huishouden tenzij sprake is van vergunde kamerbewoning in welk geval er een maximum van 4 kamerbewoners geldt.
Hoofdstuk 2 Algemene Regels
Artikel 2 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 3 Wijziging Begrippen
- a. Het begrip wonen als bedoeld in hoofdstuk 1 wordt gewijzigd, en voor zover deze nog niet aanwezig is opgenomen in de volgende bestemmingsplannen:
Herstelplan Alblasserdam (vastgesteld: 31 maart 2015) NL.IMRO.0482.bpherstelplan083-vg01 Herontwikkeling Bochanenterrein (vastgesteld: 28 juni 2016) NL.IMRO.0482.bpherbochanen094-vg01 Landelijk Gebied Alblasserdam (vastgesteld: 18 april 2017) NL.IMRO.0482.BPlandgebied092-vg01 - b. De begrippen 'woning' en 'huishouden' worden geschrapt in de onder a genoemde bestemmingsplannen;
- c. Het begrip peil als bedoeld in hoofdstuk 1 wordt gewijzigd in het volgende bestemmingsplan:
Oost Kinderdijk 187a (vastgesteld: 22 maart 2022) NL.IMRO.0482.WHovenO-vg01 - d. artikel 1.9 van het bestemmingsplan 'Waterhoven Oost - Vinkenpolderweg' (vastgesteld: 10 juli 2018, NL.IMRO.0482.WHovenO-vg01) blijft onverminderd van kracht, met inachtneming van het bepaalde onder a;
- e. Voor het overige blijven de regels van de bestemmingsplannen onder a t/m d van toepassing.
Artikel 4 Algemene Aanduidingsregels
4.1 overige zone - beschermd dorpsgezicht
Artikel 5 Overige Regels
5.1 Parkeernormen
Aan de bestemmingsplannen die genoemd zijn in Artikel 3 onder a worden de volgende regels toegevoegd:
- a. bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor het bouwen of gebruik dat in strijd is met het bestemmingsplan, staat vast dat voldoende parkeergelegenheid aanwezig is, overeenkomstig de normen in de beleidsregels in het Gemeentelijk Verkeers- en Vervoersplan Alblasserdam van 29 oktober 2019;
- b. als de onder a bedoelde beleidsregels worden gewijzigd, wordt met die wijziging rekening gehouden.
5.2 Afwijken
Artikel 6 Wonen Op De Eerste Verdieping
Ten aanzien van het bestemmingsplan 'Herstelplan Alblasserdam', vastgesteld op 31 maart 2015 (NL.IMRO.0482.bpherstelplan083-vg01) geldt dat artikel 16.3 onder b als volgt wordt gewijzigd: de functies als genoemd onder lid 16.1, met uitzondering van sub d en e, mogen uitsluitend worden uitgeoefend op de begane grond en de onderliggende bouwlagen, tenzij hiervan reeds in de bestaande situatie wordt afgeweken.
Hoofdstuk 3 Overgangs- En Slotregels
Artikel 7 Overgangsrecht
7.1 Overgangsrecht bouwwerken
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, danwel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
- a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
7.2 Afwijking door middel van een omgevingsvergunning
Eenmalig kan in afwijking van lid 7.1 een omgevingsvergunning worden verleend van voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10 %.
7.3 Uitzondering op het overgangsrecht bouwwerken
Lid 7.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
7.4 Overgangsrecht gebruik
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
7.5 Strijdig gebruik
Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in lid 7.4, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
7.6 Verboden gebruik
Indien het gebruik, bedoeld in het lid 7.4, na de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
7.7 Uitzondering op het overgangsrecht gebruik
Lid 7.4 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 8 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan Parapluherziening Wonen en parkeernormen.
Hoofdstuk 1 Inleiding
1.1 Aanleiding En Doel Van Het Plan
De aanleiding voor het opstellen deze parapluherziening is vierledig:
- 1. het wijzigen van de begripsbepaling 'woning';
- 2. het verwijzen naar de gemeentelijke parkeernormen;
- 3. het toestaan van wonen op de verdiepingen;
- 4. het opnemen van de gebiedsaanduiding "overige zone - beschermd dorpsgezicht".
In de volgende subsubparagrafen worden deze punten toegelicht.
1.1.1 Begripsbepaling 'woning'
In de vigerende bestemmingsplannen 'Herstelplan Alblasserdam' (vastgesteld: 31 maart 2015) en 'Herontwikkeling Bochanenterrein' (vastgesteld: 28 juni 2016) luidt het begrip van 'woning' als volgt:
"een complex van ruimten, geschikt en bestemd voor de huisvesting van huishoudens."
Het feit dat de meervoudsvorm "huishoudens" wordt gebruikt, kan tot verwarring leiden. Dit begrip kan worden uitgelegd als verzamelwoord voor "huishouden", maar zou ook uitgelegd kunnen worden als meervoud van huishouden. In dat geval mogen er strikt genomen meerdere eenpersoonshuishoudens wonen, dus kamergewijze bewoning. Aangezien dit niet gewenst is, is deze parapluherziening opgesteld.
Het doel van dit bestemmingsplan is het verduidelijken van het begrip wonen en het voorkomen van ongewenste vormen van kamerbewoning. De begrippen: 'wonen', 'huishouden' en 'woning' worden gewijzigd dan wel aan deze bestemmingsplannen toegevoegd.
1.1.2 Parkeernormen
De aanleiding voor deze aanpassing is de inwerkingtreding van de Reparatiewet BZK op 29 november 2014. Met deze wetswijziging is artikel 8, vijfde lid, van de Woningwet vervallen. De inwerkingtreding van de wet leidt ertoe dat de stedenbouwkundige voorschriften uit de Bouwverordening vervallen, waardoor ze geen aanvullende werking meer hebben op bestemmingsplannen waarin niets is geregeld ten aanzien van o.a. parkeren. Daarbij geldt een overgangsperiode tot 1 juli 2018 voor plannen die zijn vastgesteld voor 29 november 2014. Om te voorkomen dat Alblasserdam bestemmingsplannen heeft waarin geen bepalingen zijn opgenomen over het aantal parkeerplaatsen, is de voorliggende regel in dit bestemmingsplan opgesteld.
Via deze parapluherziening worden voor nieuwe ontwikkelingen op het gebied van bouwen en/of gebruiken het Gemeentelijk Verkeers- en Vervoersplan Alblasserdam (of diens rechtsopvolger), vastgesteld op 29 oktober 2019, in de in paragraaf 1.3 genoemde bestemmingsplannen van toepassing verklaard.
1.1.3 Wonen op de verdieping
In het vigerende bestemmingsplan 'Herstelplan Alblasserdam' (vastgesteld: 31 maart 2015) is binnen de bestemming 'Gemengd - 1' onder b bepaald dat de functies die onder 16.1 binnen de bestemming zijn toegestaan, uitsluitend worden uitgeoefend op de begane grond en de onderliggende bouwlagen, tenzij hiervan reeds in de bestaande situatie wordt afgeweken. Deze regel wordt gewijzigd waardoor het wonen op de verdiepingen en aan-huis-verbonden beroepen wel wordt toegestaan.
1.1.4 Beschermd dorpsgezicht
Op grond van artikel 3.1.6, vijfde lid, onderdeel a van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) moeten naast de in de grond aanwezige of te verwachten monumenten ook cultuurhistorische waarden worden meegewogen bij het vaststellen van bestemmingsplannen.
Op 26 november 2013 heeft het college van B&W een beschermd dorpsgezicht met daarin 331 beeldbepalende zaken aangewezen. De aanwijzing heeft plaatsgevonden conform de Erfgoedverordening Alblasserdam 2013 in nauwe samenwerking met de begeleidingscommissie, bestaande uit de toenmalige monumentencommissie (tegenwoordig: Gemeentelijke adviescommissie omgevingskwaliteit Alblasserdam) en de Historische Vereniging West-Alblasserwaard, commissie dorpsbehoud. Met de aanwijzing van een beschermd dorpsgezicht kunnen panden en andere zaken daarbinnen niet zonder advies van de adviescommissie omgevingskwaliteit worden gesloopt. Beeldbepalende zaken kunnen daarbovenop niet zonder meer aan de buitenkant worden gewijzigd. Naast de gebruikelijke toetsingen bij vergunningverlening zal de adviescommissie omgevingskwaliteit bij deze zaken om advies worden gevraagd over de wenselijkheid van de aangevraagde sloop of wijziging.
Per abuis zijn in de regels van de bestemmingsplannen Oost Kinderdijk 137-145, 187a en Pijlstoep 31, allen vastgesteld op 22 maart 2022, de gebiedsaanduiding "overige zone - beschermd dorpsgezicht" niet opgenomen. In deze parapluherziening is dat herzien. De plangebieden van de volgende bestemmingsplannen maken deel uit van het beschermd dorpsgezicht:
- 1. Pijlstoep 31, vastgesteld: 22 maart 2022 (NL.IMRO.0482.pijlstoep31112-vg01);
- 2. Oost-Kinderdijk 137-145, vastgesteld: 22 maart 2022 (NL.IMRO.0482.pijlstoep31112-vg01);
- 3. Oost-Kinderdijk 187a, vastgesteld: 22 maart 2022 (NL.IMRO.0482.okinderdkassen110-vg01).
In het voorliggende parapluherziening is voor deze plangebieden (opnieuw) de aanduiding "overige zone - beschermd dorpsgezicht" opgenomen. In de regels zijn onder artikel 4.1 de algemene aanduidingsregels behorende bij het beschermd dorpsgezicht opgenomen.
De nieuwe plannen zijn in overleg met de Erfgoedcommissie tot stand gekomen, teneinde zo goed mogelijk aan te sluiten bij de cultuurhistorische kwaliteiten van de omgeving. De Erfgoedcommissie heeft in juli 2020 op hoofdlijnen ingestemd met deze plannen.
1.2 Planvorm
Het bestemmingsplan 'Parapluherziening Wonen en parkeernormen' bestaat uit regels en een toelichting. Het werkingsgebied van de regels is geometrisch bepaald en analoog weergegeven door een verbeelding. Uit de regels volgt hoe de aspecten zoals genoemd in paragraaf 1.1 vanaf de vaststelling van dit bestemmingsplan worden geregeld. In de toelichting worden de keuzes die zijn gemaakt bij het opstellen van de verbeelding en de regels verantwoord en verduidelijkt. Vervolgens wordt hierin de uitvoerbaarheid van het plan aangetoond.
Het plan maakt geen nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk. Een toets aan de Ladder voor duurzame verstedelijking is dan ook niet nodig. Ook is het niet nodig om milieuaspecten, die normaliter terugkomen in de toelichting van een bestemmingsplan, te behandelen. Omdat er geen stedelijke ontwikkelingen mogelijk worden gemaakt is het volgen van een MER-procedure eveneens niet aan de orde.
1.3 Begrenzing Van Het Plangebied
Het plangebied komt overeen met de plangebieden van de volgende bestemmingsplannen:
- 1. Herstelplan Alblasserdam, vastgesteld: 31 maart 2015 (NL.IMRO.0482.bpherstelplan083-vg01);
- 2. Herontwikkeling Bochanenterrein, vastgesteld: 28 juni 2016 (NL.IMRO.0482.bpherbochanen094-vg01);
- 3. Landelijk Gebied Alblasserdam, vastgesteld: 18 april 2017 (NL.IMRO.0482.BPlandgebied092-vg01);
- 4. Waterhoven Oost - Vinkenpolderweg, vastgesteld: 10 juli 2018 (NL.IMRO.0482.WHovenO-vg01).
Voor de exacte begrenzing van het plangebied wordt verwezen naar de verbeelding van dit bestemmingsplan.
1.4 Voorgaande Bestemmingsplannen
Het voorliggende plan treedt in de plaats van alle onderliggende bestemmingsplannen op die onderdelen die in dit bestemmingsplan worden gewijzigd. De overige aspecten van de onderliggende plannen blijven onverkort van kracht. Het voorliggende plan heeft geen betrekking op beheersverordeningen.
Hoofdstuk 2 Planbeschrijving
2.1 Algemeen
Een belangrijk onderdeel van Wet ruimtelijke ordening (Wro) vormt de digitaliseringsverplichting. De Wro bepaalt dat een bestemmingsplan digitaal raadpleegbaar en uitwisselbaar moet zijn. Dit heeft onder meer geleid tot de introductie van twee nieuwe begrippen: 'digitale verbeelding' en de 'analoge verbeelding'.
Het bestemmingsplan bestaat uit een digitale verbeelding (plankaart), regels en een toelichting en is digitaal raadpleegbaar. De eerste twee onderdelen zijn juridisch bindend, de toelichting is juridisch niet bindend maar helpt bij de interpretatie van de kaart en de regels.
De analoge verbeelding wordt, gelet op de aard en omvang van het plangebied, afgedrukt op een topografische ondergrond met een schaal van 1:15000.
De 'digitale verbeelding' is een interactieve raadpleegomgeving via het internet (www.ruimtelijkeplannen.nl) die de gehele inhoud van het bestemmingsplan ontsluit overeenkomstig de SVBP2012: Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen 2012 'van de Regeling standaarden ruimtelijke ordening 2012. Door een muisklik op een bepaalde plek verschijnen de bijbehorende regels voor die plek in beeld. Onder de term digitale verbeelding wordt dan ook niet alleen het ruimtelijk beeld, maar ook de daarbij behorende juridische informatie (regels) verstaan. Indien de digitale en de analoge verbeelding tot interpretatieverschillen leiden, is de digitale verbeelding beslissend.
Onder analoge verbeelding wordt verstaan: alle te verbeelden informatie van een ruimtelijk plan op papier. De term analoge verbeelding is dus een synoniem voor de tot nu toe altijd gebruikte term plankaart.
2.2 Toelichting Op De Regels
De regels zijn als volgt ingedeeld:
- Hoofdstuk 1: Inleidende regels. In artikel 1 staan de op grond van de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen 2012 verplichte begrippen (plan, bestemmingsplan, aanduiding, aanduidingsgrens, bestemmingsgrens en bestemmingsvlak). Verder is ook het begrip "wonen" opgenomen, en zijn de begrippen "huishouden" en "woning" geschrapt (zie onder: "Hoofdstuk 2").
- Hoofdstuk 2: Algemene regels. In artikel 2 is de verplichte anti-dubbeltelregel opgenomen. In artikel 3 is geregeld dat de begrippen "huishouden", "wonen" en "woning" in een aantal vigerende bestemmingsplannen wordt gewijzigd. In artikel 4 zijn de regels behorende bij de gebiedsaanduiding "overige zone - beschermd dorpsgezicht" opgenomen. Ook is geregeld dat voor het overige de regels van de betreffende bestemmingsplannen van toepassing blijven. Daarnaast is een dynamische verwijzing naar parkeernomen die zijn opgenomen in beleidsregels toegevoegd. Tenslotte is een wijziging aangebracht in artikel 16 van het Herstelplan Alblasserdam, hierdoor zijn wonen en aan-huis-verbonden beroepen op de verdieping mogelijk gemaakt.
- Hoofdstuk 3: Overgangs- en slotregels. Het verplichte overgangsrecht is opgenomen in artikel 7 en de slotregel in artikel 8.
Hoofdstuk 3 Beleidskader
3.1 Rijksbeleid
Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte
De Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) is op 13 maart 2012 in werking getreden. Deze structuurvisie geeft een nieuw, integraal kader voor het ruimtelijk en mobiliteitsbeleid op rijksniveau en is de ‘kapstok’ voor bestaand en nieuw rijksbeleid met ruimtelijke consequenties. In de structuurvisie schetst het Rijk ambities tot 2040 en doelen, belangen en opgaven tot 2028.
Het parkeerbeleid is een onderwerp dat voornamelijk bij de gemeenten ligt. De structuurvisie heeft dan ook geen raakvlak met dit bestemmingsplan.
3.2 Provinciaal Beleid
Visie Ruimte en Mobiliteit, Programma Ruimte en Verordening Ruimte
Op 9 juli 2014 hebben Provinciale Staten van de provincie Zuid-Holland de Visie Ruimte en Mobiliteit, het Programma Ruimte, het Programma Mobiliteit en de Verordening Ruimte vastgesteld.
In het provinciale beleid zijn geen specifieke regels met betrekking tot parkeren opgenomen.
3.3 Gemeentelijk Beleid
Gemeentelijk Verkeers- en Vervoerplan (GVVP) Alblasserdam (2019)
In 2019 is het ‘Gemeentelijk Verkeers- en Vervoerplan (GVVP) Alblasserdam' door de gemeenteraad van Alblasserdam vastgesteld.
Het doel is om in het GVVP alle aspecten met betrekking tot verkeer en vervoer eenduidig en in samenhang bij elkaar te brengen om vervolgens daarmee een maatschappelijk en bestuurlijk breed gedragen beleid voor de korte en lange termijn vast te leggen. Het GVVP heeft betrekking op de periode tot en met 2030.
Het GVVP fungeert als onderlegger voor een omgevingsvisie die wordt opgesteld in het kader van de Omgevingswet (2021). Tevens dient dit plan als onderlegger voor te maken afwegingen bij ontwikkelingen op het gebied van verkeer en vervoer.
Dit paraplubestemmingsplan sluit aan bij bovengenoemde doelstelling, door de realisatie van voldoende parkeergelegenheid en het behoud van deze gerealiseerde parkeergelegenheden.
Laden en lossen
Wanneer er wordt verwacht dat er behoefte ontstaat aan ruimte voor laden en lossen, moet in deze behoefte worden voorzien. Hierbij wordt uitgegaan van de ASVV 2012 van het CROW.
3.4 Conclusie
Deze parapluherziening voor de parkeernormen in Alblasserdam past binnen het beleid op Rijksniveau en op provinciaal en gemeentelijk niveau.
Hoofdstuk 4 Uitvoerbaarheid
4.1 Maatschappelijke Uitvoerbaarheid
Op basis van artikel 3.1.1, eerste lid, van het Bro dienen gemeenten vooroverleg te voeren over in voorbereiding zijnde bestemmingsplannen. Volgens de nota van toelichting bij artikel 3.1.1. van het Bro (blz. 54; Stb. 2008, 145) is aangegeven dat het overleg beperkt dient te blijven tot die overheidsinstanties waarmee overleg werkelijk noodzakelijk is om te voorkomen dat de taak of verantwoordelijkheid van het andere overheidsorgaan ontoelaatbaar wordt beperkt, of dat het door dat orgaan te behartigen belang aantoonbaar wordt geschaad. Indien het gaat om een bestemmingsplanherziening van geringe omvang dan wel van in planologisch opzicht ondergeschikt belang, waarbij niet of in geringe mate herschikking van betrokken belangen aan de orde is, zou kunnen worden volstaan met een simpel overleg of zal wellicht zelfs geen overleg behoeven plaats te vinden, aldus de nota van toelichting.
Gelet op de zeer beperkte wijziging die het voorliggende bestemmingsplan mogelijk maakt en het feit dat geen overheidsorganen in hun belangen worden geschaad, is voor dit bestemmingsplan alleen vooroverleg met de provincie Zuid-Holland en het Waterschap Rivierenland gevoerd.
4.2 Economische Uitvoerbaarheid
Bij de voorbereiding van een bestemmingsplan dient op grond van artikel 3.1.6 van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) in de plantoelichting minimaal inzicht te worden gegeven in de economische uitvoerbaarheid van het plan. Tevens moeten, indien sprake is van ontwikkelingen waarvoor de gemeente redelijkerwijs kosten moet maken, deze kosten worden verhaald op de initiatiefnemer c.q. ontwikkelaar.
Via dit bestemmingsplan worden geen ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk gemaakt. Het is dan ook niet nodig om de plankosten te verhalen. De kosten voor het opstellen en in procedure brengen van het bestemmingsplan worden gedragen door de gemeente Alblasserdam.
Gezien het bovenstaande wordt de economische uitvoerbaarheid van het plan voldoende gewaarborgd geacht.
Hoofdstuk 5 Procedure
5.1 Wettelijk Vooroverleg
Conform ex artikel 3.1.1. van het Bro dienen burgemeester en wethouders bij de voorbereiding van een bestemmingsplan overleg te plegen met de besturen van betrokken gemeenten en waterschappen en met de rijks- en provinciale diensten die betrokken zijn bij de zorg voor de ruimtelijke ordening of belast zijn met de behartiging van belangen welke in het plan in het geding zijn. In dit kader is het concept-ontwerpbestemmingsplan voor advies toegezonden aan de Provincie Zuid-Holland en het Waterschap Rivierenland. Er zijn geen opmerkingen gemaakt.
5.2 Ontwerpfase
Na afronding van het vooroverleg wordt de formele bestemmingsplanprocedure gestart.
Het ontwerpbestemmingsplan heeft gedurende zes weken ter inzage gelegen. Binnen deze termijn is een ieder in de gelegenheid gesteld schriftelijk en/of mondeling een zienswijze op het plan in te dienen. Er zijn drie zienswijzen ingediend. De zienswijzen zijn samengevat en beantwoord in de Nota van Zienswijze, opgenomen als Bijlage 1 bij de toelichting van dit bestemmingsplan. De aanpassingen die hieruit zijn voortgekomen zijn verwerkt in het bestemmingsplan.
5.3 Vaststellingsfase
Na de termijn van terinzagelegging dient de gemeenteraad te beslissen omtrent de vaststelling van het bestemmingsplan. Tegen het besluit tot vaststelling staat, voor belanghebbenden, direct beroep open bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Direct na de beroepstermijn treedt, indien tijdens de beroepstermijn geen verzoek om voorlopige voorziening is ingediend, het plan in werking.
Bijlage 1 Zienswijzennota Ontwerp Bestemmingsplan Parapluherziening Wonen En Parkeernormen
Bijlage 1 Zienswijzennota Ontwerp bestemmingsplan Parapluherziening wonen en parkeernormen