KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
Artikel 2 Wijze Van Meten
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Agrarisch Met Waarden - Landschap 2
Artikel 4 Agrarisch Met Waarden - Natuur En Landschap
Artikel 5 Groen
Artikel 6 Tuin
Artikel 7 Wonen
Artikel 8 Leiding - Hoogspanning
Artikel 9 Waarde - Archeologie 2
Artikel 10 Waarde - Archeologie 3
Artikel 11 Waarde - Archeologie 5
Artikel 12 Waarde - Cultuurhistorie - Bouwwerken - Monumentaal
Artikel 13 Waarde - Cultuurhistorie - Uitvoeren Werk(zaamheden)
Artikel 14 Waterstaat - Waterkering
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 15 Anti-dubbeltelregel
Artikel 16 Algemene Bouwregels
Artikel 17 Algemene Gebruiksregels
Artikel 18 Algemene Aanduidingsregels
Artikel 19 Algemene Afwijkingsregels
Artikel 20 Algemene Wijzigingsregels
Artikel 21 Vrijwaringszone - Molenbiotoop
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 22 Overgangsrecht
Artikel 23 Slotregel
Bijlage 1 Cultuurhistorische Waardenkaart
Bijlage 2 Beeldkwaliteits- En Landschapsinrichtingsplan Steekterweg 17-19, Bloemen Architecten B.v., December 2022
Bijlage 3 Bestaande Erfbebouwing
Bijlage 1 Verkennend Bodemonderzoek Achtermiddenweg 2a, Abo-milieuconsult, 24 Juni 2021
Bijlage 2 Verkennend Bodemonderzoek Steekterweg 17-19, Abo-milieuconsult, 29 Juli 2021
Bijlage 3 Flora- En Faunaonderzoek Achtermiddenweg 2a, Abo-milieuconsult, 14 Juni 2021
Bijlage 4 Flora- En Faunaonderzoek Steekterweg 17-19, Abo-milieuconsult, 1 Juni 2021
Bijlage 5 Archeologisch Vooronderzoek Steekterweg 17-19, Raap, Mei 2006
Bijlage 6 Archeologisch Vooronderzoek Steekterweg 17-19, Raap, 7 September 2021
Bijlage 7 Stikstofdepositieonderzoek, Kuipercompagnons, 6 Oktober 2023
Bijlage 8 Akoestisch Onderzoek Weg- En Railverkeerslawaai, Kuipercompagnons, 5 November 2021
Bijlage 9 Adviesrapport Brandveiligheid, Veiligheidsregio Hollands Midden, 26 Oktober 2021
Bijlage 10 Beeldkwaliteits- En Landschapsinrichtingsplan Steekterweg 17-19, Bloemen Architecten B.v., December 2022
Bijlage 11 Aanmeldnotitie M.e.r.-beoordeling, Kuipercompagnons, 10 Februari 2023
Bijlage 12 Nota Van Wijzigingen, 11 Oktober 2023

Steekterweg 17-19, Alphen aan den Rijn en Achtermiddenweg 2a, Aarlanderveen

Bestemmingsplan - Gemeente Alphen aan den Rijn

Vastgesteld op 12-10-2023 - geheel onherroepelijk in werking

Bestanden

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels

Artikel 1 Begrippen

In deze regels wordt verstaan onder:

1.1 plan

het bestemmingsplan Steekterweg 17-19, Alphen aan den Rijn en Achtermiddenweg 2a, Aarlanderveen met identificatienummer NL.IMRO.0484.Astwg1719AVamw2a-VA01 van de gemeente Alphen aan den Rijn.

1.2 bestemmingsplan

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en daarbij behorende bijlagen.

Verdere begrippen in alfabetische volgorde:

1.3 aan- en uitbouw

een gebouw dat als vergroting van een bestaande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, welk gebouw door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw. Hieronder worden ook verstaan aangebouwde bijgebouwen.

1.4 aanduiding

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.

1.5 aanduidingsgrens

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.

1.6 aan-huis-gebonden bedrijvigheid

kleinschalige bedrijvigheid die in een woning door de bewoner wordt uitgeoefend waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en die een ruimtelijke uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is.

1.7 aan-huis-gebonden beroep

een dienstverlenend beroep dat in een woning door de bewoner wordt uitgeoefend waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is.

1.8 achtererfgebied

erf aan de achterkant en de niet naar openbaar toegankelijk gebied gekeerde zijkant, op meer dan 1 meter van de voorkant van het gebouw.

1.9 ambachtelijke bedrijvigheid

het bedrijfsmatig, geheel of overwegend door middel van handwerk vervaardigen, bewerken of herstellen en het installeren van goederen die verband houden met het ambacht.

1.10 antennedrager

antennemast of andere constructie bedoeld voor de bevestiging van een antenne.

1.11 antenne-installatie

installatie bestaande uit een antenne, een antennedrager, de bedrading en de al dan niet in een techniekkast opgenomen apparatuur, met de daarbij behorende bevestigingsconstructie.

1.12 archeologisch onderzoek

een onderzoek verricht door een daartoebevoegde dienst, bedrijf of instelling.

1.13 archeologische deskundige

een deskundige met betrekking tot archeologische monumentenzorg die voldoet aan door burgemeester en wethouders te stellen kwalificaties.

1.14 archeologische waarde

de aan een gebied toegekende waarde in verband met de (mogelijk) in dat gebied voorkomende overblijfselen uit oude tijden.

1.15 bebouwing

één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

1.16 bedrijf

een onderneming waarbij het accent ligt op het vervaardigen, bewerken, installeren en verhandelen van goederen, waarbij eventueel detailhandel uitsluitend plaatsvindt als ondergeschikt onderdeel van de onderneming in de vorm van verkoop c.q. levering van ter plaatse vervaardigde, bewerkte of herstelde goederen, dan wel goederen die in rechtstreeks verband staan met de uitgeoefende handelingen.

1.17 bedrijfsactiviteiten

het beroepsmatig uitoefenen van bedrijvigheid.

1.18 bedrijfsvloeroppervlak

de totale vloeroppervlakte van een kantoor, winkel of bedrijf met inbegrip van de daartoe behorende magazijnen en overige dienstruimten.

1.19 bestaand

bestaand op het tijdstip van inwerkingtreding van de betreffende regel.

1.20 bestaand gebruik

het op het tijdstip van het in werking treden van het plan aanwezige gebruik.

1.21 bestaande bebouwing

bouwwerken, die op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van dit plan zijn of worden gebouwd met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Woningwet of de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

1.22 bestemmingsgrens

de grens van een bestemmingsvlak.

1.23 bestemmingsvlak

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.

1.24 bijbehorende bebouwing

bebouwing dat zich fysiek of functioneel met een op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw is verbonden, zoals een aan- of uitbouw, bijgebouw en bouwwerk, geen gebouw zijnde.

1.25 bijgebouw

een vrijstaand niet voor bewoning bestemd gebouw dat zowel ruimtelijk als functioneel ondergeschikt is aan het op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw, zoals een garage, huishoudelijke bergruimte of hobbyruimte en niet direct toegankelijk is vanuit het hoofdgebouw.

1.26 bouwen

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.

1.27 bouwgrens

de grens van een bouwvlak.

1.28 bouwlaag

een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op (nagenoeg) gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en kap.

1.29 bouwperceel

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige , bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.

1.30 bouwperceelsgrens

een grens van een bouwperceel.

1.31 bouwvlak

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.

1.32 bouwwerk

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.

1.33 cultureel erfgoed

alle materiële getuigenissen uit het verleden die de samenleving van belang vindt om te conserveren, te onderzoeken, te presenteren en over te informeren.

1.34 cultuurhistorisch onderzoek

onderzoek waarbij de algemene historische waarden en/of de ensemblewaarden en/of de architectuurhistorische waarden en/of de bouwhistorische waarden en/of de waarden vanuit de gebruikshistorie, worden geïnventariseerd en in kaart worden gebracht.

1.35 cultuurhistorische waarde

de aan een object, element of ensemble toegekende waarde, gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis heeft gemaakt van dat bouwwerk, element of gebied.

1.36 cultuurhistorische waardenkaart

een kaart, onderdeel uitmakend van het bestemmingsplan (Bijlage 1 Cultuurhistorischewaardenkaart), die in woord, in kaarten en in (referentie)beelden cultuurhistorische waarde toekent aan een cultuurhistorisch waardevol object.

1.37 cultuurhistorisch waardevol object

Een bouwwerk, element of ensemble dat wegens zijn cultuurhistorische waarde is opgenomen in de cultuurhistorische waardenkaart van Gemeente Alphen aan den Rijn.

1.38 dakkapel

een constructie ter vergroting van een gebouw, welke zich tussen de dakgoot en de nok van een dakvlak bevindt, waarbij deze constructie onder de noklijn is gelegen en de onderzijde van de constructie in het dakvlak van het dak is geplaatst.

1.39 dakopbouw

een constructie ter vergroting van een gebouw, welke zich boven de dakgoot bevindt, waarbij deze constructie deels boven de oorspronkelijke nok uitkomt en de onderzijden van de constructie in één of beide dakvlak(ken) is (zijn) geplaatst.

1.40 dakterras

een bouwkundige voorziening op het platte dak van een perceel dat bestaat uit een te betreden vlak, geheel of gedeeltelijk omgeven door een hekwerk conform de voorgeschreven bouwhoogte in het Bouwbesluit (altijd een tweede bouwlaag inhoudende).

1.41 detailhandel

Het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit, met uitzondering van volumineuze detailhandel.

1.42 deskundige

een door het college van burgemeester en wethouders aan te wijzen onafhankelijke deskundige of commissie van deskundigen inzake een bepaalde vakdiscipline, zoals advisering over vergunning-gerelateerde onderwerpen bij monumenten en andere cultuurhistorische waardevolle objecten.

1.43 documentatie

het verschaffen van bewijsstukken of gegevens.

1.44 erf

het perceel of een gedeelte daarvan dat direct is gelegen bij een gebouw, buiten het bouwvlak en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, en blijkens de bestemming voor deze inrichting in aanmerking komt.

1.45 ensemble

een aaneengesloten gebied waarin zich een samenstel van bouwwerken, landschappelijke en/of stedenbouwkundige elementen kunnen bevinden die door hun onderlinge relatie een zekere ruimtelijke samenhang vertonen, waardoor de cultuurhistorische waarde van de samenstellende fragmenten verhoogd wordt.

1.46 gebouw

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

1.47 grondgebonden woningen

woning die rechtstreeks toegankelijk is op het straatniveau en waarvan één van de bouwlagen aansluit op het maaiveld

1.48 hoofdgebouw

een gebouw, of een gedeelte ervan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.

1.49 hoofdvorm

de vorm van de contouren of buitenste lijnen van een gebouw, bestaande uit de minimale en maximale goot- en bouwhoogte, dakhelling, voorgevelbreedte, zijgevellengtes en kaprichting.

1.50 kap

een geheel of gedeeltelijke niet-horizontale dakconstructie gevormd door tenminste twee schuin hellende dakschilden die wezenlijk terugwijken ten opzichte van de gevel van een gebouw waarvan de aaneengesloten vloeroppervlakte met een voor personen normale stahoogte van ten minste 2,1 m, wezenlijk kleiner is dan die van de direct eronder gelegen bouwlaag.

1.51 kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten

het in een woning door de bewoner op bedrijfsmatige wijze uitoefenen van activiteiten, voor zover sprake is van een inrichting type A, zoals bedoeld in het Activiteitenbesluit, en voor zover de woning in overwegende mate zijn woonfunctie behoudt en die een ruimtelijke uitstraling hebben die met de woonfunctie in overeenstemming is.

1.52 massa-opbouw

de wijze waarop de verschillende bouwvolumes, zoals het hoofdvolume en aan- en uitbouwen, zich tot elkaar verhouden.

1.53 nutsvoorzieningen

voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstation, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling, telefooncellen en apparatuur voor telecommunicatie.

1.54 openbaar gebied

gronden die voor iedereen toegankelijk zijn.

1.55 overkapping

een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voorzien van een dak met aan ten hoogste één zijde een gesloten wand.

1.56 paardenwei

een stuk grasland, met name blijvend grasland, bestemd om door vee - in dit geval: paarden - te worden begraasd.

1.57 peil

  1. a. voor gebouwen, waarvan de toegang onmiddellijk aan een weg grenst: de hoogte van die weg ter plaatse van de hoofdtoegang;
  2. b. in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld.

1.58 perceel

een aaneengesloten bij het Kadaster geregistreerd stuk grond, met dezelfde eigenaar of hetzelfde eigendomsrecht.

1.59 perceelsgrens

grens van het perceel.

1.60 seksinrichting

een voor publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof hij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in elk geval verstaan: escortservice, seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, parenclub en (raam)prostitutiebedrijf, waaronder tevens begrepen een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar.

1.61 slopen

Het afbreken van een bouwwerk of een gedeelte daarvan.

1.62 voorerfgebied

het gedeelte van het erf gelegen voor de voorgevelrooilijn van het hoofdgebouw en naast de lijn in het verlengde van de naar het openbaar gebied gerichte zijgevel van het hoofdgebouw.

1.63 voorgevel

de gevel van het hoofdgebouw die door zijn aard, functie, constructie dan wel gelet op uitstraling ervan als belangrijkste gevel kan worden aangemerkt.

1.64 voorgevelrooilijn

de lijn in het verlengde van de voorgevel

1.65 wonen

het houden van een verblijf of het gehuisvest zijn in een woning.

1.66 woning

een (gedeelte van) een gebouw, dat dient voor de huisvesting van één huishouden.

1.67 zijerf

de gronden die behoren bij het hoofdgebouw en gelegen zijn aan de zijkant(en) van dat hoofdgebouw tussen de denkbeeldige lijnen van het verlengde van de voor- en achtergevel.

Artikel 2 Wijze Van Meten

Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

2.1 de dakhelling:

langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.

2.2 de goothoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.

2.3 de inhoud van een bouwwerk:

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.

2.4 de bouwhoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.

2.5 de oppervlakte van een bouwwerk:

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.

2.6 de lengte, breedte en diepte van een (deel van een) gebouw:

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of harten van gemeenschappelijke scheidsmuren, op 1 meter boven peil.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Agrarisch Met Waarden - Landschap 2

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Agrarisch met waarden - landschap 2 aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. weidebouw;
  2. b. het behoud en de versterking van de aan deze gronden eigen zijnde landschappelijke, cultuurhistorische en natuurwaarden waarbij de volgende karakteristieken in acht moeten worden genomen:
    1. 1. het bestaande sloten - en verkavelingspatroon;
    2. 2. de openheid van het landschap;
    3. 3. de zichtlijnen vanuit het bebouwingslint op het achterliggende land.
  1. c. water;
  2. d. verkeersvoorzieningen, waaronder rijbanen, parkeervoorzieningen, in- en uitritten, voetpaden, sloten, bermen en andere groenvoorzieningen, beplantingen, fietspaden, ruiterpaden en straatmeubilair een en ander hoofdzakelijk gericht op de verblijfsfunctie;
  3. e. een en ander met inachtneming van het bepaalde in hoofdstuk 3 en 4 van deze bestemmingsplanregels.

3.2 Bouwregels

3.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden

Artikel 4 Agrarisch Met Waarden - Natuur En Landschap

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Agrarisch met waarden - natuur en landschap aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. agrarische bedrijven, uitsluitend ten behoeve van:
    1. 1. weidebouw;
    2. 2. agrarisch hobbymatig gebruik.
  2. b. aan de bestemming ondergeschikte voorzieningen zoals, onder andere, (ontsluitings)wegen, nutsvoorzieningen, groenvoorzieningen, parkeervoorzieningen en water ten behoeve van wateraan- en afvoer, waterberging en sierwater;
  3. c. een recreatieve verbinding als onderdeel van de Limesroute tussen Zwammerdam en Alphen aan den Rijn;
  4. d. het behoud en de versterking van de aan deze gronden eigen zijnde landschappelijke en cultuurhistorische waarbij de volgende karakteristieken in acht moeten worden genomen:
    1. 1. het bestaande sloten- en verkavelingspatroon;
    2. 2. de openheid van het landschap;
    3. 3. de zichtlijnen vanuit het lint op het achterland.

4.2 Bouwregels

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:

  1. a. bebouwing in de vorm van gebouwen is niet toegestaan;
  2. b. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, buiten het bouwvlak gelden de volgende bepalingen:
      • bouwwerken ten behoeve van mestopslag, andere silo's en paardenbakken buiten het bouwvlak zijn niet toegestaan;
      • voor erf- of terreinafscheidingen op het voorerf geldt een maximale bouwhoogte van 1 meter;
      • voor overige erf- of terreinafscheidingen geldt een maximale bouwhoogte van 2 meter;
      • voor overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde geldt een maximale bouwhoogte van 2 meter.
      • bestaande zichtlijnen op het perceel dienen gehandhaafd te blijven danwel te worden versterkt.

4.3 Afwijken van de bouwregels

  1. a. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met een omgevingsvergunning af te wijken van het in artikel 4.2 onder a genoemde medegebruik ten behoeve van kleinschalige recreatieve voorzieningen, welke groter is dan 100 m².
  2. b. de omgevingsvergunning bedoeld in onder a kan slechts worden verleend indien wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
    1. 1. het vergroten van het gebruik is slechts mogelijk indien dit bijdraagt aan de kwaliteiten van de polder zoals genoemd in artikel 4.1;
    2. 2. het voorgenomen gebruik levert geen milieuhygiënische belemmeringen op voor de belendende percelen;
    3. 3. het voorgenomen gebruik is aanvaardbaar gelet op de verkeerskundige situatie ter plaatse en op de aan- en afvoerroutes naar het perceel;
    4. 4. ten behoeve van het voorgenomen gebruik worden voldoende parkeerplaatsen gerealiseerd op eigen terrein.

4.4 Specifieke gebruiksregels

Een vorm van verboden gebruik als bedoeld in 'Algemene gebruiksregels' is in ieder geval het gebruik van gronden buiten bouwvlakken ten behoeve van een paardenbak.

4.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden

Artikel 5 Groen

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor;

  1. a. groenvoorzieningen;
  2. b. bermstroken;
  3. c. plantsoenen en parken;
  4. d. bermen en bermsloten;
  5. e. beplantingen;
  6. f. speelvoorzieningen;
  7. g. voet- en fietspaden;
  8. h. nutsvoorzieningen ;
  9. i. geluidwerende voorzieningen;
  10. j. waterpartijen;
  11. k. waterlopen;
  12. l. bij deze doeleinden behorende voorzieningen zoals water ten behoeve van wateraanvoer en -afvoer, waterberging of sierwater;

een en ander met de bijbehorende bouwwerken en voorzieningen en met inachtneming van het bepaalde in hoofdstuk 3 en hoofdstuk 4 van deze regels.

5.2 Bouwregels

  1. a. Op de gronden mogen uitsluiten bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd zoals bruggen, (langzaam)verkeersvoorzieningen, wegwijzers, zitbanken en speelvoorzieningen.
  2. b. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde geldt een maximale bouwhoogte van:
    1. 1. voor lichtmasten: 6 meter;
    2. 2. voor bruggen: 3,5 meter;
    3. 3. voor speelvoorzieningen 5 meter;
    4. 4. voor plastieken 5 meter;
    5. 5. voor overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde: 3 meter.

Artikel 6 Tuin

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor;

  1. a. tuinen;
  2. b. verhardingen;
  3. c. parkeervoorzieningen behorende bij woningen;
  4. d. het behoud en de versterking van de aan deze gronden eigen zijnde landschappelijke en cultuurhistorische waarden, waarbij de volgende karakteristieken in acht moeten worden genomen:
    1. 1. het bestaande sloten- en verkavelingspatroon;
    2. 2. de openheid van het landschap;
    3. 3. de zichtlijnen vanuit het lint op het achterland;

een en ander met inachtneming van het bepaalde in Hoofdstuk 3 en Hoofdstuk 4 van deze regels.

6.2 Bouwregels

Op deze gronden mag niet worden gebouwd met uitzondering van:

  1. a. erf- en terreinafscheidingen tot een maximale bouwhoogte van 1 meter;
  2. b. voorzieningen ten behoeve van beplanting tot een maximale bouwhoogte van 2 meter;
  3. c. vlaggenmasten tot een maximale bouwhoogte van 10 meter.

Artikel 7 Wonen

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wonen, met bijbehorende voorzieningen, waaronder begrepen het uitoefenen van een aan-huis-gebonden beroep, mits de woonfunctie duidelijk wordt gehandhaafd en het woonmilieu niet onevenredig belemmerd wordt;
  2. b. groensingels ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - groensingels';
  3. c. aan de bestemming ondergeschikte voorzieningen zoals, onder andere, (ontsluitings)wegen, nutsvoorzieningen, groenvoorzieningen, parkeervoorzieningen en water ten behoeve van water aan- en afvoer, waterberging en sierwater.

een en ander met inachtneming van het bepaalde in Hoofdstuk 3 en Hoofdstuk 4 van deze regels.

7.2 Bouwregels

7.3 Afwijken van de bouwregels

7.4 Specifieke gebruiksregels

Artikel 8 Leiding - Hoogspanning

8.1 Bestemmingsomschrijving

8.2 Bouwregels

  1. a. Op de als Leiding - hoogspanning genoemde gronden mogen bouwwerken ten dienste van de bedoelde bestemming worden gebouwd.
  2. b. Gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van andere, voor deze gronden geldende bestemming(en), zijn uitsluitend toelaatbaar indien de belangen in verband met de betrokken leidingen niet worden geschaad en het college van burgemeester en wethouders hierover tijdig tevoren schriftelijk advies hebben ingewonnen bij de betrokken kabel-/leidingbeheerder(s).

8.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 9 Waarde - Archeologie 2

9.1 Bestemmingsomschrijving

De gronden die zijn aangewezen met 'Waarde - Archeologie 2' zijn mede bestemd voor het behoud en de bescherming van archeologische waarden, met inachtneming van het bepaalde in hoofdstuk 3 en 4 van de planregels.

9.2 Bouwregels

  1. a. Op deze gronden worden bouwwerken ten behoeve van de in artikel 9.1 bedoelde bestemming gebouwd die voor aanvullend of definitief archeologisch onderzoek(opgraven) noodzakelijk zijn, mits de bepalingen van artikel 9.3 vooraf in acht zijn genomen.
  2. b. Tevens worden op deze gronden bouwwerken gebouwd ten behoeve van de primaire bestemming(en) als bedoeld in dit bestemmingsplan, mits de bepalingen van artikel 9.3 vooraf in acht zijn genomen.

9.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

  1. a. Het is verboden op of in de gronden met de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 2' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
    1. 1. grondwerkzaamheden, waartoe wordt gerekend het ophogen, afgraven, verwijderen van oude funderingen, woelen en mengen, diepploegen, egaliseren en ontginnen van gronden alsmede het vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren en het aanleggen van drainage;
    2. 2. het aanleggen of rooien van bomen en diepwortelende struiken waarbij stobben worden verwijderd;
    3. 3. het aanleggen van ondergrondse transport-, energie-, of telecommunicatieleidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur;
    4. 4. het verlagen van het waterpeil;
    5. 5. het werken met opsporingsapparatuur (waaronder vallen metaaldetectoren, grondradar en ander detectieapparatuur), gevolgd door het opgraven van archeologische vondsten en relicten;
    6. 6. het heien van palen en slaan van damwanden.
  2. b. De aanvrager van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, overlegt bij het indienen van de aanvraag een archeologisch rapport waarin de archeologische waardevan het terrein, dat blijkens de aanvraag naar het oordeel van het bevoegd gezag wordt verstoord, in voldoende mate is vastgesteld.
  3. c. De werken, geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden als bedoeld onder a zijn toelaatbaar, indien en voor zover deze door die werken of werkzaamheden geen afbreuk doen aan het behoud en de bescherming van de archeologische waarden in de desbetreffende gronden.

9.4 Omgevingsvergunning niet vereist

Het verbod zoals bedoeld in artikel 9.3 is niet van toepassing indien:

  1. a. de werken of werkzaamheden niet dieper dan 0,3 meter onder het maaiveld worden uitgevoerd;
  2. b. het gaat om onderhouds- en vervangingswerkzaamheden van bestaande bestratingen en beplanting en werkzaamheden binnen bestaande traces van kabels en leidingen;
  3. c. de werken of werkzaamheden:
    1. 1. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan;
    2. 2. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende omgevingsvergunning of ontgrondingenvergunning.

Artikel 10 Waarde - Archeologie 3

10.1 Bestemmingsomschrijving

De gronden die zijn aangewezen met 'Waarde - Archeologie 2' zijn mede bestemd voor het behoud en de bescherming van archeologische waarden, met inachtneming van het bepaalde in hoofdstuk 3 en 4 van de planregels.

10.2 Bouwregels

  1. a. Op deze gronden worden bouwwerken ten behoeve van de in artikel 10.1 bedoelde bestemming gebouwd die voor aanvullend of definitief archeologisch onderzoek(opgraven) noodzakelijk zijn, mits de bepalingen van artikel 10.3 vooraf in acht zijn genomen.
  2. b. Tevens worden op deze gronden bouwwerken gebouwd ten behoeve van de primaire bestemming(en) als bedoeld in dit bestemmingsplan, mits de bepalingen van artikel 10.3 vooraf in acht zijn genomen.

10.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

  1. a. Het is verboden op of in de gronden met de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 3' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
    1. 1. grondwerkzaamheden, waartoe wordt gerekend het ophogen, afgraven, verwijderen van oude funderingen, woelen en mengen, diepploegen, egaliseren en ontginnen van gronden alsmede het vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren en het aanleggen van drainage;
    2. 2. het aanleggen of rooien van bomen en diepwortelende struiken waarbij stobben worden verwijderd;
    3. 3. het aanleggen van ondergrondse transport-, energie-, of telecommunicatieleidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur;
    4. 4. het verlagen van het waterpeil;
    5. 5. het werken met opsporingsapparatuur (waaronder vallen metaaldetectoren, grondradar en ander detectieapparatuur), gevolgd door het opgraven van archeologische vondsten en relicten;
    6. 6. het heien van palen en slaan van damwanden.
  2. b. De aanvrager van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, overlegt bij het indienen van de aanvraag een archeologisch rapport waarin de archeologische waardevan het terrein, dat blijkens de aanvraag naar het oordeel van het bevoegd gezag wordt verstoord, in voldoende mate is vastgesteld.
  3. c. De werken, geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden als bedoeld onder a zijn toelaatbaar, indien en voor zover deze door die werken of werkzaamheden geen afbreuk doen aan het behoud en de bescherming van de archeologische waarden in de desbetreffende gronden.

10.4 Omgevingsvergunning niet vereist

Het verbod zoals bedoeld in artikel 10.3 is niet van toepassing indien:

  1. a. de werken of werkzaamheden niet dieper dan 0,3 meter onder het maaiveld en over een totale oppervlakte kleiner dan 100 m2 worden uitgevoerd;
  2. b. het gaat om onderhouds- en vervangingswerkzaamheden van bestaande bestratingen en beplanting en werkzaamheden binnen bestaande traces van kabels en leidingen;
  3. c. de werken of werkzaamheden:
    1. 1. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan;
    2. 2. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende omgevingsvergunning of ontgrondingenvergunning.

Artikel 11 Waarde - Archeologie 5

11.1 Bestemmingsomschrijving

De gronden die zijn aangewezen met 'Waarde - Archeologie 5' zijn mede bestemd voor het behoud en de bescherming van archeologische waarden, met inachtneming van het bepaalde in hoofdstuk 3 en 4 van de planregels.

11.2 Bouwregels

  1. a. Op deze gronden worden bouwwerken ten behoeve van de in artikel 11.1 bedoelde bestemming gebouwd die voor aanvullend of definitief archeologisch onderzoek(opgraven) noodzakelijk zijn, mits de bepalingen van artikel 11.3 vooraf in acht zijn genomen.
  2. b. Tevens worden op deze gronden bouwwerken gebouwd ten behoeve van de primaire bestemming(en) als bedoeld in dit bestemmingsplan, mits de bepalingen van artikel 11.3 vooraf in acht zijn genomen.

11.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

  1. a. Het is verboden op of in de gronden met de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 3' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
    1. 1. grondwerkzaamheden, waartoe wordt gerekend het ophogen, afgraven, verwijderen van oude funderingen, woelen en mengen, diepploegen, egaliseren en ontginnen van gronden alsmede het vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren en het aanleggen van drainage;
    2. 2. het aanleggen of rooien van bomen en diepwortelende struiken waarbij stobben worden verwijderd;
    3. 3. het aanleggen van ondergrondse transport-, energie-, of telecommunicatieleidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur;
    4. 4. het verlagen van het waterpeil;
    5. 5. het werken met opsporingsapparatuur (waaronder vallen metaaldetectoren, grondradar en ander detectieapparatuur), gevolgd door het opgraven van archeologische vondsten en relicten;
    6. 6. het heien van palen en slaan van damwanden.
  2. b. De aanvrager van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, overlegt bij het indienen van de aanvraag een archeologisch rapport waarin de archeologische waardevan het terrein, dat blijkens de aanvraag naar het oordeel van het bevoegd gezag wordt verstoord, in voldoende mate is vastgesteld.
  3. c. De werken, geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden als bedoeld onder a zijn toelaatbaar, indien en voor zover deze door die werken of werkzaamheden geen afbreuk doen aan het behoud en de bescherming van de archeologische waarden in de desbetreffende gronden.

11.4 Omgevingsvergunning niet vereist

Het verbod zoals bedoeld in artikel 11.3 is niet van toepassing indien:

  1. a. de werken of werkzaamheden niet dieper dan 0,3 meter onder het maaiveld en over een totale oppervlakte kleiner dan 10.000 m2 worden uitgevoerd;
  2. b. het gaat om onderhouds- en vervangingswerkzaamheden van bestaande bestratingen en beplanting en werkzaamheden binnen bestaande traces van kabels en leidingen;
  3. c. de werken of werkzaamheden:
    1. 1. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan;
    2. 2. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende omgevingsvergunning of ontgrondingenvergunning.

Artikel 12 Waarde - Cultuurhistorie - Bouwwerken - Monumentaal

12.1 Bestemmingsomschrijving

  1. a. De voor 'Waarde - Cultuurhistorie - Bouwwerken - Monumentaal' aangewezen gronden zijn mede bestemd voor het behouden, versterken en beschermen van de specifieke waarden van de cultuurhistorische waardevolle bouwwerken met een zeer hoge cultuurhistorische waardering zoals beschreven in de Cultuurhistorische waardenkaart,
  2. b. waaronder begrepen:
    1. 1. het karakteristieke bouwtype;
    2. 2. de bouwstijl, verschijningsvorm, gevelindeling of typerende architectuur van het bouwwerk;
    3. 3. de karakteristieke hoofdvorm en massa-opbouw van het bouwwerk;
    4. 4. de bijdrage van het bouwwerk aan het omringende cultuurlandschap;
    5. 5. de aanwezigheid van authentieke constructies, technieken, details, materialen of kleuren van het bouwwerk;
    6. 6. de herkenbaarheid van de oorspronkelijke functionaliteit;
    7. 7. de beeldbepalende waarde;
    8. 8. de directe omgeving van het bouwwerk;
    9. 9. de bijdrage van het bouwwerk aan de ensemblewaarde.
  3. c. waarbij geldt dat deze cultuurhistorische waardevolle bouwwerken de status hebben van gemeentelijk monument overeenkomstig het bepaalde in de gemeentelijke Erfgoedverordening, voor zover niet reeds aangewezen als Rijksmonument of gemeentelijk monument ten tijde van inwerkingtreding van het bestemmingsplan,

met inachtneming van Artikel 17 Algemene gebruiksregels en het bepaalde in hoofdstuk 3 en 4 van de planregels.

12.2 Algemene bouwregels

Op de in artikel 12.1 bedoelde gronden mag slechts worden gebouwd, indien wordt voldaan aan artikel 12.3.1 of 12.3.2 en aanvullend artikel 12.3.3.

12.3 Specifieke bouwregels

12.4 Specifieke gebruiksregels

12.5 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk

Artikel 13 Waarde - Cultuurhistorie - Uitvoeren Werk(zaamheden)

13.1 Bestemmingsomschrijving

  1. a. De voor 'Waarde - Cultuurhistorie - Uitvoeren werk(zaamheden)' aangewezen gronden zijn mede bestemd voor het behouden, versterken en beschermen van de specifieke waarden van de cultuurhistorische waardevolle objecten met een zeer hoge, hoge of gemiddelde cultuurhistorische waardering zoals beschreven in de Cultuurhistorische waardenkaart,
  2. b. waaronder begrepen:
    1. 1. landschappelijke verkavelingen en patronen;
    2. 2. waterstaatkundige structuren, elementen en objecten
    3. 3. infrastructurele elementen, patronen en objecten;
    4. 4. opgaand groen;
    5. 5. parken en landgoedvijvers;
    6. 6. kleiputten;
    7. 7. objecten en structuren van de Alphense tankval uit de Tweede Wereldoorlog,

met inachtneming van Artikel 17 Algemene gebruiksregels en het bepaalde in hoofdstuk 3 en 4 van de planregels.

13.2 Specifieke gebruiksregels

13.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 14 Waterstaat - Waterkering

14.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Waterstaat - waterkering aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de aanleg, instandhouding en bescherming van de waterkering. Deze bestemming is primair ten opzichte van de overige aan deze gronden toegekende (dubbel)bestemmingen.

14.2 Bouwregels

Voor het bouwen van bouwwerken gelden de volgende bepalingen:

  1. a. op de gronden mogen bouwwerken ten dienste van de bedoelde bestemming worden gebouwd met een maximale goot- en/of bouwhoogte van:
    1. 1. voor gebouwen: zoals bepaald in de daar voorkomende andere bestemming(en)
    2. 2. voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de bestemming zoals, maar niet uitsluitend, bakens en lichten: 6 meter
  2. b. Gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van andere, voor deze gronden geldende bestemming, zijn uitsluitend toelaatbaar indien de belangen in verband met de betrokken waterkering niet worden geschaad en het college van burgemeester en wethouders hierover tijdig tevoren schriftelijk advies hebben ingewonnen bij de betrokken dijkbeheerder.

Hoofdstuk 3 Algemene Regels

Artikel 15 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 16 Algemene Bouwregels

16.1 Bebouwingsgrenzen geluidgevoelige objecten

Onverminderd het bepaalde in het plan mogen geluidgevoelige objecten slechts worden gebouwd indien voldaan kan worden aan de in de of krachtens de Wet geluidhinder gestelde grenswaarden.

16.2 Bouwen langs water

16.3 Parkeren

Artikel 17 Algemene Gebruiksregels

17.1 Strijdig gebruik

  1. a. onder strijdig gebruik in de zin van artikel 2.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht wordt in ieder geval begrepen het gebruiken of laten gebruiken van de gronden en/of opstallen ten behoeve van:
    1. 1. staan- of ligplaats van onderkomens;
    2. 2. staanplaats van voertuigen, waarin detailhandel plaatsvindt;
    3. 3. kampeer- of caravanterrein;
    4. 4. opslag-, stort- of bergplaats van machines, voer- en vaartuigen en andere al of niet afgedankte stoffen, voorwerpen en producten;
    5. 5. ten behoeve van lawaaisporten;

tenzij het gebruik dat verband houdt met het op de bestemming gerichte gebruik en beheer van de gronden.

  1. b. onder strijdig gebruik in de zin van artikel 2.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht wordt in ieder geval begrepen het gebruiken of laten gebruiken van de gronden en/of opstallen ten behoeve van:
    1. 1. een seksinrichting;
    2. 2. 'horeca' in de vorm van discotheken en bar-dancings;
    3. 3. bedrijfsmatige opslag van vuurwerk.
  2. c. onder strijdig gebruik in de zin van artikel 2.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht wordt in ieder geval tevens het gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor permanente of tijdelijke bewoning verstaan;
  3. d. onder strijdig gebruik in de zin van artikel 2.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht valt in ieder geval eveneens het gebruik van gronden en opstallen binnen de bestemming 'Wonen' ten behoeve van aan huis verbonden bedrijfsactiviteiten.
  4. e. onder strijdig gebruik in de zin van artikel 2.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht valt in ieder geval het rooien danwel kappen van beplanting ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - groensingels'.

Artikel 18 Algemene Aanduidingsregels

18.1 milieuzone - geurzone verwijderd

De regels van dit bestemmingsplan zijn, uitsluitend voor zover het de aanpassing van de geurzone betreft, een herziening van de volgende bestemmingsplannen:

  • Limes, Gemeente Alphen aan den Rijn, bestemmingsplan deels onherroepelijk in werking (vastgesteld 2012-09-27)
  • Limes, Gemeente Alphen aan den Rijn, bestemmingsplan deels onherroepelijk in werking (vastgesteld 2014-04-23)

Deze bestemmingsplannen blijven van toepassing op de locatie waar de geurzone wordt verwijderd, met dien verstande dat:

  1. a. Ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - geurzone verwijderd' vervalt vanwege het verdwijnen van de pelsdierfokkerij aan de Steekterweg 17-19 de in de bestemmingsplannen opgenomen aanduiding 'milieuzone - geurzone' op de verbeelding;
  2. b. Artikel 37 in de planregels van de bestemmingsplannen komt te vervallen.

Artikel 19 Algemene Afwijkingsregels

19.1 Algemene afwijking

Het bevoegd gezag kan omgevingsvergunning verlenen ter afwijking van:

  1. a. de bouw van niet voor bewoning bestemde gebouwen en andere bouwwerken met een bouwhoogte van ten hoogste 3,50 meter en met een inhoud van ten hoogste 50 m3 ten dienste van het openbaar nut, zoals:
    1. 1. wachthuisjes, telefooncellen, muurtjes en standbeelden;
    2. 2. transformatorhuisjes, schakelhuisjes, gemaalgebouwtjes en andere nutsgebouwtjes, zulks met uitzondering van gasdrukregel- en gasdrukmeetstations;
  2. b. het in geringe mate aanpassen van het plan, teneinde enig onderdeel van het plan, zoals een bouwgrens of een nader te bepalen weg, indien bij definitieve uitmeting en verkaveling blijkt, dat deze aanpassing in het belang van een juiste verwerkelijking van het plan redelijk, gewenst en/of noodzakelijk is;
  3. c. het veranderen van de voorgeschreven maatvoeringen voor bouwwerken met ten hoogste 15%, indien dit om de bouwtechische, cultuurhistorische, architectonische en/of stedenbouwkundige redenen noodzakelijk wordt geacht.

19.2 Voorwaarde

De afwijking van het bepaalde in artikel 19.1 wordt niet verleend, indien daardoor onevenredig afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van belendende percelen en bouwwerken.

Artikel 20 Algemene Wijzigingsregels

20.1 Algemene wijziging

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in de vorm van het aanbrengen van geringe veranderingen in de plaats, ligging en/of afmetingen van bestemmingsgrenzen, met inachtneming van de volgende voorwaarden:

  1. a. bestemmingsgrenzen mogen met niet meer dan 5 m worden verschoven;
  2. b. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden mogen niet onevenredig worden geschaad;
  3. c. het straat- en bebouwingsbeeld en de verkeersveiligheidsbelangen mogen niet onevenredig worden geschaad.

20.2 Voorwaarde

De afwijking van het bepaalde in artikel 20.1 wordt niet verleend, indien daardoor onevenredig afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van belendende percelen en bouwwerken.

Artikel 21 Vrijwaringszone - Molenbiotoop

21.1 Bestemmingsomschrijving

Ter plaatse van de aanduiding 'Vrijwaringszone - molenbiotoop' gelden ter bescherming en instandhouding van de belangen van de bestaande molen als werktuig en beeldbepalend landschapselement en ter behoud, beheer en bescherming van de cultuurhistorische waarden van de molen de hierna volgende bepalingen.

21.2 Bouwregels

Onverminderd het overigens in deze regels met betrekking tot het bouwen bepaalde, mag op gronden binnen de als zodanig aangeduide molenbiotoop uitsluitend als volgt worden gebouwd:

  1. a. binnen 100 meter rond de molen mag de hoogte van bouwwerken niet meer bedragen dan de hoogte van de onderste punt van de verticale staande wiek;
  2. b. tussen 100 en 400 meter rond de molen mag de hoogte van bouwwerken niet meer bedragen dan 1/100 van de afstand tussen het bouwwerk en de molen, gerekend vanaf de onderste punt van de verticale staande wiek.

21.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in 21.2 gronden gegeven bestemmingen, met dien verstande dat:

  1. a. geen onevenredige aantasting ontstaat of kan ontstaan van de belangen van de molen;
  2. b. afwijking van de toegestane bouwhoogte is slechts mogelijk na vooraf advies te hebben ingewonnen van de beheerder van de molen.

21.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels

Artikel 22 Overgangsrecht

22.1 Overgangsrecht bouwwerken

  1. a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, danwel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
    1. 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    2. 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
  2. b. Eenmalig kan omgevingsvergunning worden verleend voor afwijken van het eerste lid voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
  3. c. Lid 22.1 sub a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

22.2 Overgangsrecht gebruik

  1. a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  2. b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in lid 22.2 sub a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  3. c. Indien het gebruik, bedoeld in lid 22.2 sub a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  4. d. Lid 22.2 sub a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

22.3 Hardheidsclausule

Voor zover toepassing van het overgangsrecht gebruik zou kunnen leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard voor een of meer natuurlijke personen die op het tijdstip van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan grond en opstallen gebruikten in strijd met het voordien geldende bestemmingsplan, kunnen burgemeester en wethouders ten behoeve van die persoon of personen een omgevingsvergunning verlenen ter afwijking van het overgangsrecht gebruik zoals bepaald in lid 22.2.

Artikel 23 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan Steekterweg 17-19, Alphen aan den Rijn en Achtermiddenweg 2a, Aarlanderveen.

Bijlage 1 Cultuurhistorische Waardenkaart

Bijlage 1 Cultuurhistorische waardenkaart

Bijlage 2 Beeldkwaliteits- En Landschapsinrichtingsplan Steekterweg 17-19, Bloemen Architecten B.v., December 2022

Bijlage 2 Beeldkwaliteits- en landschapsinrichtingsplan Steekterweg 17-19, Bloemen Architecten B.V., december 2022

Bijlage 3 Bestaande Erfbebouwing

Bijlage 3 Bestaande erfbebouwing

Bijlage 1 Verkennend Bodemonderzoek Achtermiddenweg 2a, Abo-milieuconsult, 24 Juni 2021

Bijlage 1 Verkennend bodemonderzoek Achtermiddenweg 2a, ABO-Milieuconsult, 24 juni 2021

Bijlage 2 Verkennend Bodemonderzoek Steekterweg 17-19, Abo-milieuconsult, 29 Juli 2021

Bijlage 2 Verkennend bodemonderzoek Steekterweg 17-19, ABO-Milieuconsult, 29 juli 2021

Bijlage 3 Flora- En Faunaonderzoek Achtermiddenweg 2a, Abo-milieuconsult, 14 Juni 2021

Bijlage 3 Flora- en faunaonderzoek Achtermiddenweg 2a, ABO-Milieuconsult, 14 juni 2021

Bijlage 4 Flora- En Faunaonderzoek Steekterweg 17-19, Abo-milieuconsult, 1 Juni 2021

Bijlage 4 Flora- en faunaonderzoek Steekterweg 17-19, ABO-Milieuconsult, 1 juni 2021

Bijlage 5 Archeologisch Vooronderzoek Steekterweg 17-19, Raap, Mei 2006

Bijlage 5 Archeologisch vooronderzoek Steekterweg 17-19, RAAP, mei 2006

Bijlage 6 Archeologisch Vooronderzoek Steekterweg 17-19, Raap, 7 September 2021

Bijlage 6 Archeologisch vooronderzoek Steekterweg 17-19, RAAP, 7 september 2021

Bijlage 7 Stikstofdepositieonderzoek, Kuipercompagnons, 6 Oktober 2023

Bijlage 7 Stikstofdepositieonderzoek, KuiperCompagnons, 6 oktober 2023

Bijlage 8 Akoestisch Onderzoek Weg- En Railverkeerslawaai, Kuipercompagnons, 5 November 2021

Bijlage 8 Akoestisch onderzoek weg- en railverkeerslawaai, KuiperCompagnons, 5 november 2021

Bijlage 9 Adviesrapport Brandveiligheid, Veiligheidsregio Hollands Midden, 26 Oktober 2021

Bijlage 9 Adviesrapport brandveiligheid, Veiligheidsregio Hollands Midden, 26 oktober 2021

Bijlage 10 Beeldkwaliteits- En Landschapsinrichtingsplan Steekterweg 17-19, Bloemen Architecten B.v., December 2022

Bijlage 10 Beeldkwaliteits- en landschapsinrichtingsplan Steekterweg 17-19, Bloemen Architecten B.V., december 2022

Bijlage 11 Aanmeldnotitie M.e.r.-beoordeling, Kuipercompagnons, 10 Februari 2023

Bijlage 11 Aanmeldnotitie m.e.r.-beoordeling, KuiperCompagnons, 10 februari 2023

Bijlage 12 Nota Van Wijzigingen, 11 Oktober 2023

Bijlage 12 Nota van wijzigingen, 11 oktober 2023