KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
Artikel 2 Wijze Van Meten
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Agrarisch
Artikel 4 Bedrijf
Artikel 5 Bedrijf - Nutsvoorziening
Artikel 6 Bedrijf - Watertoren
Artikel 7 Cultuur En Ontspanning
Artikel 8 Detailhandel
Artikel 9 Groen
Artikel 10 Horeca
Artikel 11 Kantoor
Artikel 12 Maatschappelijk - 1
Artikel 13 Maatschappelijk - 2
Artikel 14 Maatschappelijk - Begraafplaats
Artikel 15 Sport
Artikel 16 Tuin - 1
Artikel 17 Tuin - 2
Artikel 18 Verkeer
Artikel 19 Verkeer - Railverkeer
Artikel 20 Verkeer - Verblijfsgebied
Artikel 21 Water
Artikel 22 Wonen - 1
Artikel 23 Wonen - 2
Artikel 24 Wonen - Lint 1
Artikel 25 Wonen - Lint 2
Artikel 26 Wonen - Stolp
Artikel 27 Wonen - Woongebouw
Artikel 28 Leiding - Gas
Artikel 29 Waarde - Archeologie 2
Artikel 30 Waarde - Archeologie 3
Artikel 31 Waarde - Archeologie 4
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 32 Anti-dubbeltelregel
Artikel 33 Algemene Bouwregels
Artikel 34 Algemene Gebruiksregels
Artikel 35 Algemene Afwijkingsregels
Artikel 36 Algemene Wijzigingsregels
Artikel 37 Overige Regels
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 38 Overgangsrecht
Artikel 39 Slotregel

Bestemmingsplan Hoogkarspel 2014

Bestemmingsplan - gemeente Drechterland

Vastgesteld op 22-09-2014 - geheel onherroepelijk in werking

Bestanden

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 het plan

het Bestemmingsplan Hoogkarspel 2014 met identificatienummer NL.IMRO.0498.BPHoogkarspel-vg01 van de gemeente Drechterland;

1.2 het bestemmingsplan

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;

1.3 aan-huis-verbonden beroep

het door ten minste één lid van het betreffende huishouden uitoefenen van een vrij en zelfstandig beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, (para)medisch, therapeutisch, educatief, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen gebied, waarbij de woning in hoofdzaak haar woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft, die met de woonfunctie in overeenstemming is;

1.4 aan- of uitbouw

een aan een (hoofd)gebouw aanwezig bouwwerk, dat ruimtelijk ondergeschikt is aan dat (hoofd)gebouw, maar in functioneel opzicht onderdeel uitmaakt van dat (hoofd)gebouw;

1.5 aanduiding

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;

1.6 aanduidingsgrens

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;

1.7 achtergevelrooilijn

de achterste, niet naar openbaar gebied toegekeerde lijn die het bouwvlak begrenst;

1.8 agrarisch aanverwant bedrijf

een bedrijf dat in nauwe relatie staat tot het agrarisch bedrijf waarvan de werkzaamheden in hoofdzaak bestaan in de vorm van het houden van dieren en/of het telen van gewassen, al dan niet in combinatie met het verlenen van diensten aan derden.

1.9 agrarisch bedrijf

een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren;

1.10 agrarisch loonbedrijf

een bedrijf waarbinnen uitsluitend of overwegend arbeid wordt verricht ter productie of levering van goederen of diensten ten behoeve van agrarische bedrijven, zoals een loonbedrijf, al dan niet in combinatie met grondverzetwerkzaamheden;

1.11 archeologisch waardevol terrein

een terrein waarin zich voorwerpen of bewoningssporen van vroegere samenlevingen bevinden;

1.12 bar-dancing

een bar, waar tevens gelegenheid wordt geboden tot dansen, en een naar de aard en invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen horecabedrijven, zoals discotheken en nachtclubs;

1.13 bassin

een mest- of waterbak voor de opslag van mest of water ten behoeve van agrarische activiteiten;

1.14 bebouwing

één of meer gebouwen en/of overkappingen en/of bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde;

1.15 bebouwingspercentage

een in het plan aangegeven percentage, dat de grootte van het deel van het bouwperceel dan wel bestemmingsvlak aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd;

1.16 bed and breakfast

een kleinschalige toeristische overnachtingsaccommodatie gericht op het bieden van de, ten opzichte van het hoofdgebruik ondergeschikte, mogelijkheid tot een toeristisch kortdurend verblijf (zonder kookfaciliteiten) met het serveren van ontbijt aan personen die hun hoofdverblijf elders hebben. Onder een bed and breakfast wordt niet verstaan overnachting noodzakelijk in verband met het verrichten van tijdelijke of seizoensgebonden werkzaamheden en/of arbeid;

1.17 bedrijfsgebouw

een gebouw, dat dient voor de uitoefening van een bedrijf;

1.18 bedrijfswoning

een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is;

1.19 bestaand

het legale gebruik dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig is en/of bebouwing die op dat tijdstip aanwezig is of in uitvoering is dan wel gebouwd kan worden krachtens een bouwvergunning (vóór 1 oktober 2010)/omgevingsvergunning (ná 1 oktober 2010);

1.20 bestemmingsgrens

de grens van een bestemmingsvlak;

1.21 bestemmingsvlak

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;

1.22 bijgebouw

een bij een woonhuis behorend gebouw, dat in bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan dat woonhuis en dat zich daarvan in ruimtelijke zin onderscheidt, waaronder een aan- of uitbouw en een overkapping;

1.23 boerderijpand

het gebouw behorende tot het voormalige agrarische bedrijf, waarin oorspronkelijk het woongedeelte en de stal was ondergebracht en dat oorspronkelijk als het hoofdgebouw van het agrarisch bedrijf is gebouwd;

1.24 boog- en gaaskassen

al dan niet verplaatsbare constructies overtrokken met lichtdoorlatend materiaal anders dan glas, ten behoeve van de teelt van tuinbouwgewassen, fruit of siergewassen, met een hoogte van 3,00 meter of minder;

1.25 bosbouw

het geheel van bedrijfsmatig handelen en van activiteiten gericht op de instandhouding en ontwikkeling van bestaande respectievelijk nieuwe bossen ten behoeve van (de functies) natuur, houtproductie, landschap, milieu en recreatie;

1.26 bouwen

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;

1.27 bouwgrens

de grens van een bouwvlak;

1.28 bouwperceel

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;

1.29 bouwperceelgrens

een grens van een bouwperceel;

1.30 bouwvlak

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen, overkappingen en bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde, zijn toegelaten;

1.31 bouwwerk

een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;

1.32 café- en-of bar

een horecabedrijf waar de bedrijfsuitoefening hoofdzakelijk is gericht op het tegen vergoeding verstrekken van dranken, met een in het algemeen hoge bezoekersfrequentie gedurende de avond, waarbij de bedrijvigheid zich voornamelijk binnen de lokaliteit voltrekt;

1.33 cultuurgrond

grasland, akkerbouw- en tuinbouwgronden, die hobbymatig in gebruik zijn en niet worden gebruikt ten behoeve van een agrarische bedrijfsvoering;

1.34 detailhandel

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;

1.35 dienstverlening

met detailhandel vergelijkbare activiteiten voor het bedrijfsmatig verlenen van diensten aan of ten gerieve van het publiek, zoals een wasserette, kapsalon, makelaarskantoor of reisbureau, met uitzondering van horecabedrijven;

1.36 druiplijn

de lijn die van onderen het dak begrenst;

1.37 erf- en terreinafscheiding

bouwwerk op of in de directe nabijheid van een erfgrens bedoeld om een erf, tuin of terrein af te scheiden;

1.38 erker

een uitbouw aan een woning, die zich bevindt aan de voor- of zijgevel of beide, van een woning en welke ondergeschikt is aan de hoofdbouwmassa;

1.39 erotisch getinte vermaaksfunctie

een vermaaksfunctie, welke is gericht op het doen plaats vinden van voorstellingen en/of vertoningen van porno-erotische aard, waaronder begrepen een seksbioscoop, een seksclub en een seksautomatenhal;

1.40 evenement

elke voor publiek toegankelijke verrichting van vermaak, met uitzondering van bioscoopvoorstellingen, markten als bedoeld in artikel 150, eerste lid, onder h van de Gemeentewet en artikel 5.2.4. van de APV, kansspelen als bedoeld in de Wet op de kansspelen, het in een inrichting in de zin van de Drank en Horecawet gelegenheid geven tot dansen, betogingen, samenkomsten en vergaderingen als bedoeld in de Wet openbare manifestaties en activiteiten als bedoeld in artikel 2.1.4.2. en 2.3.3.1. van de APV. Onder evenement wordt tevens verstaan een herdenkingsplechtigheid, een braderie, een optocht niet zijnde een betoging als bedoeld in artikel 2.1.2.2. APV op de weg, een feest, een muziekvoorstelling of een wedstrijd op of aan de weg;

1.41 extensief dagrecreatief medegebruik

een extensief dagrecreatief medegebruik van gronden dat ondergeschikt is aan de functie van de bestemming waarbinnen dit recreatieve gebruik is toegestaan, zoals wandelen, fietsen, paardrijden, kanoën, een vissteiger, een picknickplaats of een naar de aard daarmee gelijk te stellen medegebruik;

1.42 fruitfoliekappen

teeltondersteunende voorzieningen welke niet zijn voorzien van voor- en/of zijwanden, met uitzondering van vogelgaas, en enkel bestaan uit een overkapping, zoals schaduw- en hagelnetten;

1.43 fruitteelt

de teelt of het kweken van fruit aan houtige gewassen;

1.44 gebouw

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke overdekte geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

1.45 gebruiksgerichte paardenhouderij

een agrarisch aanverwant bedrijf dat in hoofdzaak is gericht op het africhten, het opleiden en het trainen, alsmede het opvangen en stallen van paarden en/of pony's in de vorm van een paardenpension, al dan niet in combinatie met elkaar;

1.46 geluidsbelasting

de geluidsbelasting vanwege een weg, een industrieterrein en/of een spoorweg;

1.47 geluidsgevoelige objecten

gebouwen welke dienen ter bewoning of andere geluidsgevoelige gebouwen, zoals bedoeld in de Wet geluidhinder en/of het Besluit geluidhinder;

1.48 geluidsgevoelige functies

in een gebouw of op een terrein aanwezige functies die maken dat een gebouw of een terrein als geluidsgevoelig object wordt aangemerkt;

1.49 geluidzoneringsplichtige inrichting

een inrichting, bij welke ingevolge de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een geluidzone moet worden vastgesteld;

1.50 glastuinbouwbedrijf

een agrarisch bedrijf met een in hoofdzaak niet-grondgebonden agrarische bedrijfsvoering in de vorm van het telen van gewassen, waarbij de productie in kassen, schuurkassen, kasschuren, bollentrekkassen en/of warenhuizen plaatsvindt;

1.51 grondgebonden agrarische bedrijfsvoering

een agrarische bedrijfsvoering die hoofdzakelijk niet in gebouwen plaatsvindt, waarbij het gebruik van de agrarische gronden noodzakelijk is voor het functioneren van het bedrijf, zoals een melkrundveehouderijbedrijf, een akkerbouwbedrijf, een vollegronds tuinbouwbedrijf, een fruit- of sierteeltbedrijf, een productiegerichte paardenhouderij, en naar de aard daarmee gelijk te stellen agrarische bedrijven;

1.52 hoofdgebouw

een of meer gebouwen, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkste is;

1.53 hoofdverblijf

de plaats waar men feitelijk woont en die fungeert als het centrum van de sociale en maatschappelijke activiteiten van betrokkene;

1.54 horecabedrijf en-of -instelling

een bedrijf of instelling waar bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin bedrijfsmatig logies wordt verstrekt, één en ander al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie, met uitzondering van een erotisch getinte vermaaksfunctie;

1.55 houtteelt

de bedrijfsmatige uitoefening van uitsluitend de functie houtproductie op gronden die in principe hiervoor tijdelijk worden gebruikt en waarvoor daartoe ontheffing is verleend van de melding- en herplantplicht ex artikel 2 en 3 van de Boswet, zoals die gold op het moment van onherroepelijk worden van dit bestemmingsplan;

1.56 huishouden

een zelfstandig(e) dan wel samenwonende personen of groep van personen die binnen een complex van ruimten gebruik maken van dezelfde voorzieningen, zoals een keuken, een woonkamer, sanitaire voorzieningen en de entree, en waarbij tevens tussen deze personen een zekere onderlinge verbondenheid bestaat (gezin of samenlevingsverband);

1.57 huisvesting tijdelijke werknemers

het huisvesten van tijdelijke werknemers, die hier op grond van een EU paspoort of een tewerkstellingsvergunning legaal tijdelijk werkzaam zijn en hun hoofdverblijf elders hebben;

1.58 kampeermiddel

een tent, een tentwagen, een kampeerauto, een caravan of een stacaravan, dan wel enig ander daarmee vergelijkbaar voertuig of onderkomen, dat geheel of ten dele is bestemd of opgericht dan wel wordt of kan worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf;

1.59 kampeerterrein

een terrein of plaats, geheel of gedeeltelijk ingericht om daarop gelegenheid te geven tot het plaatsen dan wel geplaatst houden van kampeermiddelen ten behoeve van recreatief nachtverblijf;

1.60 kantine

een ruimte waarin de bedrijfsuitoefening is gericht op het tegen vergoeding verstrekken van maaltijden, eenvoudige etenswaren en dranken;

1.61 kantoor

gebouw ten behoeve van het bedrijfsmatig verlenen van diensten waarbij het publiek niet of slechts in geringe mate rechtstreeks te woord wordt gestaan of geholpen;

1.62 kas

een gebouw, niet zijnde een tunnelkas dan wel een naar de aard daarmee vergelijkbaar bouwwerk, waarvan de wanden en het dak geheel of grotendeels bestaan uit glas of ander lichtdoorlatend materiaal, waaronder een warenhuis, dienend tot het kweken van groenten, vruchten, bloemen of planten;

1.63 kleinschalige bedrijfsmatige activiteit

het bedrijfsmatig verlenen van diensten c.q. het uitoefenen van bedrijfsmatige activiteiten, zoals opgenomen in bijlage 1, geheel of overwegend door middel van handwerk, geen detailhandel en geen prostitutie zijnde, waarvan de omvang van de activiteiten zodanig is, dat het woonhuis in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is;

1.64 kleinschalige duurzame energiewinning

energie die gewonnen wordt uit kleinschalige perceelsgebonden bronnen, niet zijnde windturbines, waarbij weinig tot geen schadelijke milieueffecten optreden bij winning en omzetting en die in onuitputtelijke hoeveelheden beschikbaar is, zoals zon, wind, water, biomassa, aard- en omgevingswarmte;

1.65 kwetsbaar object

een object waarvoor ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen een grenswaarde voor het risico c.q. een risicoafstand tot een risicovolle inrichting is bepaald, die in acht genomen moet worden;

1.66 landschappelijke waarden

waarden in verband met de verschijningsvorm van een gebied en de aanwezigheid van waarneembare structuren en/of elementen in dat gebied (bij de afweging van het begrip landschappelijke waarden zal de Structuurvisie landschap, steeds onderdeel van het toetsingskader zijn);

1.67 ligplaats

de ruimte die door een woonboot, al dan niet met tussentijdse onderbrekingen, wordt ingenomen;

1.68 maatschappelijke voorzieningen

educatieve, medische, sociaal-medische, religieuze en levensbeschouwelijke voorzieningen, alsmede voorzieningen ten behoeve van de openbare dienstverlening;

1.69 manege-activiteiten

bedrijfsactiviteiten met een publieksgericht karakter, die zijn gericht op het bieden van gelegenheid tot het berijden en verzorgen van paarden en pony's (waaronder het lesgeven, de verhuur of het organiseren van wedstrijden en/of andere hippische evenementen);

1.70 mantelzorg

het bieden van zorg aan een ieder die hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociale vlak, op vrijwillige basis en buiten organisatorisch verband;

1.71 mest- en-of organische (bij)productvergisting

het onder gecontroleerde omstandigheden (volledig afgesloten van lucht) afbreken van organische verbindingen door bacteriën waarbij methaangas vrijkomt;

1.72 natuurlijke waarden

de aan een gebied toegekende waarden in verband met de geologische, bodemkundige en biologische elementen voorkomende in dat gebied. Onderdeel van de natuurlijke waarden vormt steeds een beoordeling van de soortbescherming op basis van de Flora- en faunawet;

1.73 niet-grondgebonden agrarische bedrijfsvoering

een agrarische bedrijfsvoering die hoofdzakelijk in gebouwen plaatsvindt, en die als zodanig niet afhankelijk is van agrarische gronden als productiemiddel, zoals een intensief veehouderijbedrijf of een intensief kwekerijbedrijf;

1.74 normaal agrarisch gebruik

het gebruik dat, gelet op de bestemming, regelmatig noodzakelijk is voor een goede grondgebonden agrarische bedrijfsvoering en een goed grondgebonden agrarisch gebruik van de gronden;

1.75 normaal natuurbeheer

het onderhoud en beheer, dat gelet op de bestemming regelmatig noodzakelijk is voor een goede instandhouding van de natuurlijke, landschappelijke en cultuurhistorische waarden van de natuurgebieden;

1.76 normaal onderhoud

het onderhoud dat, gelet op de bestemming, regelmatig noodzakelijk is voor een goed beheer en gebruik van de gronden en gebouwen die tot de betreffende bestemming behoren;

1.77 ondergeschikte horeca

horeca-activiteiten, waarvoor een drank- en horecavergunning niet noodzakelijk is, die aan te merken zijn als rechtstreeks voortvloeiend uit de activiteiten van een bedrijf of voorziening en daaraan in bedrijfseconomisch en ruimtelijk opzicht ondergeschikt zijn;

1.78 ondergeschikte tweede tak

een ondergeschikt bestanddeel van de totale bedrijfsomvang van een agrarisch bedrijf;

1.79 oorspronkelijke achtergevel

de ligging of situering van de achtergevel van het oorspronkelijke hoofdgebouw;

1.80 oorspronkelijke hoofdgebouw

het hoofdgebouw zoals dat tijde van de afronding van de bouwwerkzaamheden, overeenkomstig de voor het hoofgebouw verleende vergunning, is opgeleverd. Indien er tijdens de bouwwerkzaamheden van het hoofdgebouw geen vergunningplicht bestond, wordt het oorspronkelijke hoofdgebouw bepaald aan de hand van de historische kenmerken van het gebouw;

1.81 oorspronkelijke zijgevel

de ligging of situering van de zijgevel van het oorspronkelijke hoofdgebouw;

1.82 overkapping

elk bouwwerk, geen gebouw zijnde, dat een overdekte ruimte vormt zonder dan wel met ten hoogste één wand;

1.83 paardrijdbak

een door middel van een afscheiding afgezonderd stuk terrein met een andere ondergrond dan gras, kennelijk ingericht voor het africhten en/of trainen en berijden van paarden en pony’s en/of het anderszins beoefenen van de paardensport, met of zonder de daarbij behorende voorzieningen;

1.84 peil

  1. indien op het land wordt gebouwd:

  1. voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst:

  • de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang plus ten hoogste 30 cm;

  1. voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst:

  • de hoogte van het terrein ter hoogte van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw;

  1. indien op of in het water wordt gebouwd:

  1. de hoogte van het terrein ter plaatse van het meest nabij gelegen punt waar het water grenst aan het vaste land;

1.85 permanente bewoning

het (al dan niet tijdelijk) hebben van hoofdverblijf in een gebouw;

1.86 productiegebonden detailhandel

detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, geteeld, gerepareerd en/of toegepast in het productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie;

1.87 productiegerichte paardenhouderij

een grondgebonden agrarische bedrijfsvoering die is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het houden van paarden, waarbij al dan niet in ondergeschikte mate het africhten en de handel van paarden plaatsvindt;

1.88 prostitutie

het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen voor of met een ander tegen enige vergoeding;

1.89 recreatieve bewoning

de bewoning die plaatsvindt in het kader van de weekend- en/of verblijfsrecreatie;

1.90 recreatiewoning

een gebouw dat naar de aard en de inrichting is bedoeld voor recreatieve bewoning;

1.91 relatie

een figuur dat twee afzonderlijk weergegeven delen van een bouwperceel met elkaar verbindt, zodanig dat voor toepassing van de regels sprake is van één bouwperceel;

1.92 restaurant en- of café-restaurant

een horecabedrijf dat voornamelijk is gericht op het verstrekken van maaltijden;

1.93 risicovolle inrichting

een inrichting, bij welke ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen een grenswaarde, een richtwaarde voor het risico c.q. een risico-afstand moet worden aangehouden bij het in het bestemmingsplan toelaten van kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten;

1.94 schuurkas, kasschuur, bollentrekkas

een gebouw met de uiterlijke verschijningsvorm van een bedrijfsgebouw en een lichtdoorlatende dakafdekking;

1.95 seksinrichting

een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: een prostitutiebedrijf, waaronder begrepen een erotische-massagesalon, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;

1.96 sierteelt

de teelt van opgaande sierbeplanting als heesters en struiken;

1.97 silo

een bouwwerk, geen gebouw zijnde, dat dient voor het opslaan van mest, veevoeder, graan of andere bulkstoffen ten behoeve van het agrarisch bedrijf;

1.98 stacaravan

een zelfstandig verrijdbaar bouwwerk, bestaande uit een lichte constructie en uit lichte materialen met wielas, dat naar de aard en de inrichting is bedoeld voor recreatief dag- en/of nachtverblijf, die gedurende meerdere jaren op een kampeerterrein op dezelfde plaats blijft staan en als kampeermiddel valt aan te merken;

1.99 stolp

een voor Noord-Holland karakteristieke boerderij gekenmerkt door een vierkante constructie van gebinten, waarop een piramidevormig dak rust, al dan niet met een voorhuis;

1.100 tuinbouw

het al dan niet bedrijfsmatig telen van groenten, tuinvruchten en tuinbouwzaden;

1.101 tunnelkas

elke constructie van hout, metaal of ander materiaal, welke met plastic of in gebruik daarmee overeenstemmend materiaal is afgedekt en dient als teeltondersteuning voor bedekte teelten;

1.102 vaarwater

elk water, of bepaald gedeelte van een water, dat bevaren wordt

1.103 verblijfsrecreatie

recreatief verblijf, waarbij overnacht wordt in kampeermiddelen, recreatiewoningen en/of recreatieverblijven;

1.104 verkoopvloeroppervlakte

de voor het publiek zichtbare en toegankelijke (besloten) ruimte ten behoeve van de detailhandel of horeca;

1.105 vollegronds tuinbouwbedrijf

een grondgebonden agrarisch bedrijf dat overwegend of uitsluitend is gericht op het telen van tuinbouwgewassen in de volle grond;

1.106 volwaardig agrarisch bedrijf

Onder een volwaardig agrarisch bedrijf wordt verstaan een agrarisch bedrijf dat:

  1. naar aard en omvang, en

  2. op grond van de arbeidsbehoefte als zodanig moet worden aangemerkt en waarvan de continuïteit ook op de langere termijn (minimaal 10 jaar) gewaarborgd is. Aan beide criteria, volwaardigheid en continuïteit, moet worden voldaan. Hierbij is uitgangspunt, dat vóór aanvang van de bedrijfsactiviteiten de volwaardigheid is aangetoond.

ad a

De volwaardigheid naar aard en omvang van het agrarisch bedrijf wordt voornamelijk bepaald door:

  • de aard en omvang van het bedrijf, waarbij onder andere van belang zijn: de veebezetting, het beschikbare grondareaal (eigendom/pacht/huur), grootte, aard en inrichting van de bedrijfsgebouwen;

  • de mate waarin het agrarisch bedrijf voorziet in het hoofdinkomen van het bedrijfshoofd: er moet sprake zijn van een aanvaardbaar inkomen, rekening houdende met investeringen, moderniseringen, uitbreidingen, e.d.;

  • de outillage van het bedrijf;

  • eventueel voorziene investeringen.

ad b

De volwaardigheid van de arbeidsbehoefte wordt voornamelijk bepaald door:

  • de arbeidsbehoefte c.q. arbeidsomvang die het agrarische hoofdberoepsbedrijf vergt: deze arbeidsbehoefte c.q. -omvang moet minimaal één arbeidskracht omvatten die qua tijdsbesteding, volledig (voltijds) werkzaam is of zal zijn in het betreffende agrarisch bedrijf;

  • het hoofdberoep van het bedrijfshoofd moet agrariër zijn hetgeen onder meer kan blijken uit registratie in de CBS Landbouwtelling, huidige werkkring, opleiding, etc.;

  • de beschikbaarheid van de aanvrager voor de uitoefening van het agrarisch bedrijf;

  • de continuïteit van het bedrijf wordt voornamelijk bepaald door:

  • de verzekering dat de continuïteit van het bedrijf, ook op langere termijn (uitgegaan wordt van een periode van minimaal 10 jaar), is verzekerd; hierbij speelt onder andere een rol of het bedrijf een zodanige opzet en omvang heeft dat het perspectief aanwezig is dat het bedrijf als (hoofdberoeps)bedrijf ook op langere termijn kan voortbestaan;

  • bij het beoordelen van de continuïteit vormen de leeftijd, vakkennis, opleiding, achtergrond en ervaring van het bedrijfshoofd en/of eventuele opvolger, alsmede het aanwezig zijn of reeds meewerken van een opvolger, belangrijke gegevens; ook de intentie waarmee de activiteiten worden ondernomen speelt een rol.

  • de uiteindelijke beoordeling van de volwaardigheid berust op een weging van de diverse hiervoor genoemde aspecten en factoren in het concrete geval. Zo nodig kan het gemeentebestuur het advies van de Agrarische Beoordelingscommissie of een daarmee gelijk te stellen onafhankelijk orgaan.

1.107 voorgevel

de naar de weg gekeerde gevel van een gebouw, of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg gekeerde gevel, de gevel die door de ligging, de situatie ter plaatse en/of de indeling van het gebouw als voorgevel moet worden aangemerkt;

1.108 vuurwerkbedrijf

een bedrijf dat in hoofdzaak is gericht op de vervaardiging of assemblage of de handel in vuurwerk, c.q. de opslag van vuurwerk en/of de daarvoor benodigde stoffen;

1.109 webwinkel

een vorm van detailhandel waarbij het showen van producten en de transactie, volledig online geschiedt. Het ter plaatse afhandelen van gekochte goederen is niet toegestaan;

1.110 woning

een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één huishouden dan wel een naar de aard daarmee gelijk te stellen groep personen;

1.111 woonhuis

een gebouw, dat één woning omvat, dan wel twee of meer naast elkaar en/of geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen omvat en dat qua uiterlijke verschijningsvorm als een eenheid beschouwd kan worden;

1.112 zorgfunctie

een zorgfunctie als neventak bij een agrarisch bedrijf waarbij een directe relatie bestaat tussen de sociaal-medische opvang van personen en de agrarische bedrijfsactiviteiten, in die zin dat de personen behulpzaam zijn bij de agrarische bedrijfsactiviteiten.

Artikel 2 Wijze Van Meten

Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten.

de dakhelling

langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;

de goothoogte van een bouwwerk

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel, met uitzondering van ondergeschikte gevelelementen;

de inhoud van een bouwwerk

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken, erkers en dakkapellen;

de bouwhoogte van een bouwwerk

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, ondergeschikte dakopbouwen ten behoeve van technische installaties en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;

de oppervlakte van een bouwwerk

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;

de afstand tot de (bouw)perceelgrens

tussen de grens van een bouwperceel en een bepaald punt van het op dat bouwperceel voorkomend (hoofd)gebouw, waar die afstand het kortst is;

de doorvaarthoogte

tussen het bouwwerk en het hoogste toegestane waterpeil, waar deze afstand het kleinst is

de doorvaartbreedte

tussen het bouwwerk en enig ander onderdeel daarvan, dan wel het talud of enig ander werk, en tussen het maximaal respectievelijk minimaal toegestane waterpeil, waar deze afstand het kleinst is;

lessenaarsdak

de goothoogte van een lessenaarsdak wordt bepaald door de hoogte van de goot aan de lage zijde van het dak, de bouwhoogte wordt bepaald door de hoge zijde van het dak.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Agrarisch

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

het agrarisch grondgebruik, met uitzondering van houtteelt en bosbouw;

glastuinbouwbedrijven;

bedrijfswoningen en bijgebouwen bij bedrijfswoningen, al dan niet in combinatie met ruimte voor een aan-huis-verbonden beroep of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit zoals bedoeld in bijlage 1;

cultuurgrond,

en mede bestemd voor:

huisvesting van tijdelijke werknemers, uitsluitend op de gronden ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van agrarisch - seizoenshuisvesting", met dien verstande dat ter plaatse maximaal 16 werknemers in 4 appartementen mogen worden gehuisvest;

met daaraan ondergeschikt:

het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de landschappelijke, natuurlijke en cultuurhistorische waarden van de gronden;

nutsvoorzieningen;

extensief dagrecreatief medegebruik;

wegen en paden;

sloten, vaarten en daarmee gelijk te stellen waterlopen,

met de daarbij behorende:

bedrijfsgebouwen, waaronder overkappingen;

kassen;

silo's en waterbassins;

tuinen, erven en terreinen;

bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde.

3.2 Bouwregels

Deze bouwregels zijn eveneens van toepassing voor functies die na afwijken van de gebruiksregels aan de agrarische functie zijn toegevoegd.

3.3 Afwijken van de bouwregels

3.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

het gebruik van de gronden en bouwwerken voor de plaatsing van een mestvergistingsinstallatie of een daarmee gelijk te stellen bouwwerk;

het gebruik van de gronden en bouwwerken voor niet-agrarische bedrijvigheid;

het opslaan van mest en/of overige landbouwproducten buiten het bouwvlak, met uitzondering van tijdelijke opslag (oogstperiode) van akkerbouwproducten;

het opslaan van agrarische producten buiten het bouwvlak;

het gebruik van de gronden voor de permanente teelt van bloembollen;

het gebruik van de gronden en bouwwerken voor verblijfsrecreatieve doeleinden en horecadoeleinden;

het gebruik van de gronden en bouwwerken voor detailhandel, met uitzondering van productiegebonden detailhandel, dan wel ten behoeve van kleinschalige verkoop van eigen producten vanuit een verplaatsbaar/verrijdbaar stalletje van niet meer dan 6,00 m², waarbij een reclamebord van 0,50 bij 1,00 m is toegestaan en wat binnen het bouwvlak gebeurt;

het gebruik dan wel splitsen van een bedrijfswoning zodanig dat er meer dan één woning ontstaat;

het gebruik van bedrijfsgebouwen en bedrijfswoningen voor de huisvesting van tijdelijke werknemers, met uitzondering van huisvesting voor tijdelijke werknemers op de gronden ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van agrarisch - seizoenshuisvesting";

het gebruik van bedrijfswoningen en bijbehorende bijgebouwen in combinatie met een aan-huis-verbonden beroep of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit zodanig dat de vloeroppervlakte ten behoeve van de uitoefening van het beroep of het bedrijf meer bedraagt dan 40 m²;

het gebruik van vrijstaande bijgebouwen bij een bedrijfswoning voor bewoning;

het gebruik van gronden ten behoeve van de opslag van kuubkisten binnen het bouwvlak met een hoogte van meer dan 5,00 m en de opslag van kuubkisten buiten het bouwvlak, buiten de oogstperiode;

het gebruik van gronden voor de bouw en/of de aanleg van een paardrijdbak, tennisbaan of een zwembad met de daarbij behorende bouwwerken, met uitzondering van de vergunde paardrijdbakken, tennisbanen en zwembaden.

3.5 Afwijken van de gebruiksregels

3.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

3.7 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 4 Bedrijf

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

bedrijfsgebouwen en overkappingen ten behoeve van bedrijven, die vallen binnen de categorieën 1 en 2, zoals die zijn genoemd in bijlage 2, niet zijnde geluidzoneringsplichtige, risicovolle inrichtingen en/of vuurwerkbedrijven;

overkappingen ten behoeve van een verkooppunt voor motorbrandstoffen zonder lpg, uitsluitend op de gronden ter plaatse van de aanduiding "verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg",

met daaraan ondergeschikt:

kleinschalige duurzame energiewinning;

wegen en paden;

water,

met de daarbij behorende:

tuinen, erven en terreinen;

bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde.

4.2 Bouwregels

Deze bouwregels zijn eveneens van toepassing voor functies die na afwijken van de gebruiksregels aan de bedrijfsfunctie zijn toegevoegd.

4.3 Afwijken van de bouwregels

4.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

het gebruik van de gronden en bouwwerken voor andere bedrijvigheid dan bedoeld in lid 4.1;

het opslaan en/of stallen van producten, materiaal, en naar de aard daarmee gelijk te stellen goederen buiten de bedrijfsgebouwen, anders dan ten behoeve van het op hetzelfde perceel gevestigde bedrijf en de op hetzelfde perceel uitgeoefende bedrijfsactiviteiten;

het gebruik van de gronden en bouwwerken voor detailhandel, met uitzondering van productiegebonden detailhandel, dan wel in de vorm van kleinschalige verkoop van eigen producten vanuit een verplaatsbaar/verrijdbaar stalletje van niet meer dan 6,00 m², waarbij een reclamebord van 0,50 m bij 1,00 m is toegestaan en wat binnen het bouwvlak gebeurt;

het gebruik van de gronden en bouwwerken voor horecadoeleinden;

het gebruik van gronden en bouwwerken voor verblijfsrecreatieve doeleinden;

het gebruik van gronden voor de bouw en/of de aanleg van een paardrijdbak, tennisbaan of een zwembad met de daarbij behorende bouwwerken.

4.5 Afwijken van de gebruiksregels

4.6 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 5 Bedrijf - Nutsvoorziening

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf - Nutsvoorziening' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

gebouwen en overkappingen ten behoeve van de waterhuishouding, de energievoorziening, en naar de aard daarmee gelijk te stellen openbare nutsvoorzieningen, niet zijnde geluidzoneringsplichtige inrichtingen, risicovolle inrichtingen en/of vuurwerkbedrijven,

met de daarbij behorende:

terreinen;

bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde.

5.2 Bouwregels

Artikel 6 Bedrijf - Watertoren

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf - Watertoren' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a.

een watertoren,

met de daarbij behorende:

b.

terreinen;

c.

bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde.

6.2 Bouwregels

6.3 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat de bestemming 'Bedrijf - Watertoren' wordt gewijzigd in de bestemming 'Wonen - Woongebouw' mits:

na toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid de regels van Artikel 27 Wonen - Woongebouw van overeenkomstige toepassing zijn;

er niet meer dan 2 woningen in de watertoren worden gerealiseerd;

de bedrijfsactiviteiten ter plaatse zijn beëindigd;

er middels een beeldkwaliteitsplan sprake is van een goede ruimtelijke en stedenbouwkundige kwaliteit;

de watertoren als waardevolle verschijningsvorm wordt gehandhaafd;

geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de milieusituatie, de woonsituatie en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

Artikel 7 Cultuur En Ontspanning

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Cultuur en Ontspanning' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

een kinderboerderij;

een voetbalkooi, uitsluitend op de gronden ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van cultuur en ontspanning - voetbalkooi";

sport- en speelvoorzieningen;

groenvoorzieningen,

met daaraan ondergeschikt:

water;

fiets- en voetpaden;

parkeervoorzieningen;

nutsvoorzieningen,

met de daarbij behorende:

bouwwerken, geen gebouwenen overkappingen zijnde.

7.2 Bouwregels

7.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

het gebruik van de gronden en bouwwerken voor detailhandel;

het gebruik van de gronden en bouwwerken voor horecadoeleinden;

het gebruik van de gronden en bouwwerken voor verblijfsrecreatieve doeleinden;

het gebruik van gronden voor de bouw en/of de aanleg van een paardrijdbak of een tennisbaan met de daarbij behorende bouwwerken.

Artikel 8 Detailhandel

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Detailhandel' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

gebouwen en overkappingen ten behoeve van detailhandelsbedrijven;

bedrijfswoningen en bijgebouwen bij bedrijfswoningen, al dan niet in combinatie met ruimte voor een aan-huis-verbonden beroep of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit zoals bedoeld in bijlage 1,

met daaraan ondergeschikt:

kleinschalige duurzame energiewinning;

wegen en paden;

water,

met de daarbij behorende:

tuinen, erven en terreinen;

bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde.

8.2 Bouwregels

Deze bouwregels zijn eveneens van toepassing voor functies die na afwijken van de gebruiksregels aan de detailhandelsfunctie zijn toegevoegd.

8.3 Afwijken van de bouwregels

8.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

het gebruik van de gronden en bouwwerken voor horecadoeleinden;

het splitsen van een bedrijfswoning zodanig dat er meer dan 1 woning ontstaat;

het gebruik van bedrijfswoningen en bijbehorende bijgebouwen in combinatie met een aan-huis-verbonden beroep of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit zodanig dat de vloeroppervlakte ten behoeve van de uitoefening van het beroep of het bedrijf meer bedraagt dan 40 m²;

het gebruik van gronden en bouwwerken voor verblijfsrecreatieve doeleinden;

het gebruik van vrijstaande bijgebouwen bij een bedrijfswoning voor bewoning;

het gebruik van gronden voor de bouw en/of de aanleg van een paardrijdbak, tennisbaan of een zwembad met de daarbij behorende bouwwerken.

8.5 Afwijken van de gebruiksregels

8.6 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 9 Groen

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

groenstroken, wijkvelden, parken en plantsoenen, bermen, en naar de aard daarmee gelijk te stellen groenvoorzieningen;

sport- en speelvoorzieningen;

een volière, uitsluitend op de gronden ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van groen - volière";

het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de ruimtelijke waarden van de groengebieden,

met daaraan ondergeschikt:

water;

fiets- en voetpaden;

parkeervoorzieningen;

nutsvoorzieningen,

met de daarbij behorende:

bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde, waaronder speelvoorzieningen.

9.2 Bouwregels

Artikel 10 Horeca

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

bedrijfsgebouwen en overkappingen ten behoeve van horecabedrijven, niet zijnde een discotheek, een bar-/dancing, een speelautomatenhal of een naar de aard daarmee gelijk te stellen zware vorm van horecabedrijf;

bedrijfswoningen en bijgebouwen bij bedrijfswoningen, al dan niet in combinatie met ruimte voor een aan-huis-verbonden beroep of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit zoals bedoeld in bijlage 1,

met daaraan ondergeschikt:

kleinschalige duurzame energiewinning;

wegen en paden;

water,

met de daarbij behorende:

tuinen, erven en terreinen;

parkeervoorzieningen;

bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde.

10.2 Bouwregels

Deze bouwregels zijn eveneens van toepassing voor functies die na afwijken van de gebruiksregels aan de horecafunctie zijn toegevoegd.

10.3 Afwijken van de bouwregels

10.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

het gebruik van de gronden en bouwwerken voor detailhandel, met uitzondering van kleinschalige verkoop van eigen producten vanuit een verplaatsbaar/verrijdbaar stalletje van niet meer dan 6,00 m², waarbij een reclamebord van 0,50 m bij 1,00 m is toegestaan en wat binnen het bouwvlak gebeurt;

het splitsen van een bedrijfswoning zodanig dat er meer dan 1 woning ontstaat;

het gebruik van bedrijfswoningen en bijbehorende bijgebouwen in combinatie met een aan-huis-verbonden beroep of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit zodanig dat de vloeroppervlakte ten behoeve van de uitoefening van het beroep of het bedrijf meer bedraagt dan 40 m²;

het gebruik van gronden en bouwwerken voor verblijfsrecreatieve doeleinden;

het gebruik van vrijstaande bijgebouwen bij een bedrijfswoning voor bewoning;

het gebruik van gronden voor de bouw en/of de aanleg van een paardrijdbak, tennisbaan of een zwembad met de daarbij behorende bouwwerken, met uitzondering van de vergunde paardrijdbakken, tennisbanen en zwembaden.

10.5 Afwijken van de gebruiksregels

10.6 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 11 Kantoor

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Kantoor' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

gebouwen en overkappingen ten behoeve van kantoren,

met daaraan ondergeschikt:

kleinschalige duurzame energiewinning;

wegen en paden;

water,

met de daarbij behorende:

tuinen, erven en terreinen;

parkeervoorzieningen;

bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde.

11.2 Bouwregels

Deze bouwregels zijn eveneens van toepassing voor functies die na afwijken van de gebruiksregels aan de kantoorfunctie zijn toegevoegd.

11.3 Afwijken van de bouwregels

11.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

het gebruik van de gronden en bouwwerken voor detailhandel;

het gebruik van de gronden en bouwwerken voor horecadoeleinden;

het gebruik van gronden en bouwwerken voor verblijfsrecreatieve doeleinden;

het gebruik van gronden voor de bouw en/of de aanleg van een paardrijdbak, tennisbaan of een zwembad met de daarbij behorende bouwwerken.

11.5 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 12 Maatschappelijk - 1

12.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

gebouwen en overkappingen, ten behoeve van een maatschappelijke voorziening,

met daaraan ondergeschikt:

kleinschalige duurzame energiewinning;

wegen en paden;

water,

met de daarbij behorende:

tuinen, erven en terreinen;

parkeervoorzieningen;

bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde.

12.2 Bouwregels

Deze bouwregels zijn eveneens van toepassing voor functies die na afwijken van de gebruiksregels aan de maatschappelijke functie zijn toegevoegd.

12.3 Afwijken van de bouwregels

12.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

het gebruik van de gronden en bouwwerken voor detailhandel, met uitzondering van kleinschalige verkoop van eigen producten vanuit een verplaatsbaar/verrijdbaar stalletje van niet meer dan 6,00 m², waarbij een reclamebord van 0,50 m bij 1,00 m is toegestaan en wat binnen het bouwvlak plaatsvindt;

het gebruik van de gronden en bouwwerken voor horecadoeleinden anders dan ondergeschikte horeca ten dienste van de maatschappelijke functie;

het gebruik van gronden en bouwwerken voor verblijfsrecreatieve doeleinden;

het gebruik van gronden voor de bouw en/of de aanleg van een paardrijdbak, tennisbaan of een zwembad met de daarbij behorende bouwwerken.

12.5 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 13 Maatschappelijk - 2

13.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

gebouwen en overkappingen, ten behoeve van:

  1. maatschappelijke voorzieningen;

  1. kantoor- en praktijkruimten ten behoeve van aan-huis-verbonden beroepen;

  1. een trouwkapel;

woningen,

met daaraan ondergeschikt:

kleinschalige duurzame energiewinning;

wegen en paden;

water,

met de daarbij behorende:

tuinen, erven en terreinen;

parkeervoorzieningen;

bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde.

13.2 Bouwregels

Deze bouwregels zijn eveneens van toepassing voor functies die na afwijken van de gebruiksregels aan de maatschappelijke functie zijn toegevoegd.

13.3 Afwijken van de bouwregels

13.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

het gebruik van de gronden en bouwwerken voor horecadoeleinden, anders dan ondergeschikte horeca ten dienste van de bestemming;

het gebruik van de gronden en bouwwerken voor detailhandel, met uitzondering van productiegebonden detailhandel dan wel kleinschalige verkoop van eigen producten vanuit een verplaatsbaar/verrijdbaar stalletje van ten hoogste 6,00 m², waarbij een reclamebord van 0,50 bij 1,00 m is toegestaan;

het splitsen van een woning zodanig dat er meer dan 2 woningen ontstaan;

het gebruik van woningen en bijbehorende bijgebouwen in combinatie met een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit zodanig dat de vloeroppervlakte ten behoeve van de uitoefening van het bedrijf meer bedraagt dan 40 m²;

het gebruik van gronden en bouwwerken voor verblijfsrecreatieve doeleinden;

het gebruik van vrijstaande bijgebouwen bij een woning voor bewoning;

het gebruik van gronden voor de bouw en/of de aanleg van een paardrijdbak, tennisbaan of een zwembad met de daarbij behorende bouwwerken met uitzondering van de vergunde paardrijdbakken, tennisbanen en zwembaden.

13.5 Afwijken van de gebruiksregels

Artikel 14 Maatschappelijk - Begraafplaats

14.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk - Begraafplaats' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

een begraafplaats;

groenvoorzieningen;

verhardingen,

met de daarbij behorende:

parkeervoorzieningen;

gebouwen en overkappingen;

terreinen;

bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde.

14.2 Bouwregels

Artikel 15 Sport

15.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

sportvoorzieningen;

sporthallen;

een jeugdcentrum, uitsluitend op de gronden ter plaatse van de aanduiding "maatschappelijk",

met daaraan ondergeschikt:

sportkantines;

kleinschalige duurzame energiewinning;

parkeervoorzieningen;

wegen en paden;

water,

met de daarbij behorende:

gebouwen en overkappingen;

terreinen;

bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde.

15.2 Bouwregels

15.3 Afwijken van de bouwregels

15.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

het gebruik van de gronden en bouwwerken voor detailhandel;

het gebruik van de gronden en bouwwerken voor horecadoeleinden met uitzondering van horeca ten dienste van de sportvoorzieningen;

het gebruik van de gronden en bouwwerken voor verblijfsrecreatieve doeleinden;

het gebruik van gronden voor de bouw en/of de aanleg van een paardrijdbak met de daarbij behorende bouwwerken.

Artikel 16 Tuin - 1

16.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Tuin - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

tuinen behorende bij de op de aangrenzende gronden gelegen woonhuizen;

aangebouwde bijgebouwen uitsluitend in de vorm van erkers of serres;

delen van gebouwen in de vorm van luifels of balkons;

bedrijfs- en detailhandelsactiviteiten en maatschappelijke voorzieningen uitsluitend op de gronden respectievelijk ter plaatse van de aanduidingen "bedrijf, "detailhandel" en "maatschappelijk",

met daaraan ondergeschikt:

woonstraten en paden;

parkeervoorzieningen;

waterlopen en waterpartijen,

met de daarbij behorende:

bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde.

16.2 Bouwregels

16.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

het gebruik van de gronden en bouwwerken voor detailhandel, met uitzondering van de gronden en bouwwerken ter plaatse van de aanduiding "detailhandel" en kleinschalige verkoop van eigen producten vanuit een verplaatsbaar/verrijdbaar stalletje van niet meer dan 6,00 m² binnen de bestemmingen 'Wonen - Lint 1', 'Wonen - Lint 2' en 'Wonen - Stolp' en 2,00 m² binnen de bestemmingen 'Wonen - 1' en 'Wonen - 2', waarbij een reclamebord van 0,50 m bij 1,00 m is toegestaan;

het gebruik van gronden voor de bouw en/of de aanleg van een paardrijdbak, tennisbaan of een zwembad met de daarbij behorende bouwwerken, met uitzondering van vergunde paardrijdbakken, tennisbanen en zwembaden.

Artikel 17 Tuin - 2

17.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Tuin - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

tuinen behorende bij de op de aangrenzende gronden gelegen woonhuizen;

bijgebouwen;

met daaraan ondergeschikt:

woonstraten en paden;

parkeervoorzieningen;

waterlopen en waterpartijen,

met de daarbij behorende:

bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde, niet zijnde paardrijdbakken, zwembaden en tennisbanen.

17.2 Bouwregels

Deze bouwregels zijn eveneens van toepassing voor functies die na afwijken van de gebruiksregels aan de tuinfunctie zijn toegevoegd.

17.3 Afwijken van de bouwregels

17.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

het gebruik van gronden voor de bouw en/of de aanleg van een paardrijdbak, tennisbaan of een zwembad met de daarbij behorende bouwwerken, met uitzondering van de vergunde paardrijdbakken, tennisbanen en zwembaden.

17.5 Afwijken van de gebruiksregels

Artikel 18 Verkeer

18.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

wegen en paden;

bruggen, dammen en/of duikers, en naar de aard daarmee gelijk te stellen kunstwerken;

nutsvoorzieningen;

huisvuilverzamelplaatsen en/of containers;

sloten, bermen en beplanting;

standplaatsen;

geluidschermen, ter plaatse van de aanduiding "geluidscherm",

met de daarbij behorende:

bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde.

met dien verstande dat:

in de bestemming de bij het wegverkeer gebruikelijke voorzieningen, zoals bermbeplanting, bruggen, voorzieningen voor voetgangers en fietsers, bushaltes e.d. zijn begrepen;

de bestemming, afgezien van een plaatselijke verbreding of versmalling, niet in een ingrijpende wijziging van het aantal rijstroken voorziet, behoudens het realiseren van in- en uitvoegstroken en kruispuntverbeteringen.

18.2 Bouwregels

18.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

het gebruik van de gronden voor standplaatsen met een oppervlakte groter dan 20,00 m²;

het gebruik van de gronden voor een verkooppunt van motorbrandstoffen.

Artikel 19 Verkeer - Railverkeer

19.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer - Railverkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

spoorwegen;

b.

een stationsgebouw;

c.

een fietsenstalling, uitsluitend op de gronden ter plaatse van de aanduiding "fietsenstalling";

d.

bergingen en garageboxen, uitsluitend op de gronden ter plaatse van de aanduiding "garage";

e.

parkeerterreinen;

f.

paden;

g.

nutsvoorzieningen;

h.

bruggen, dammen en/of duikers en naar de aard daarmee gelijk te stellen kunstwerken;

i.

sloten, bermen en beplanting,

met de daarbij behorende:

bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde.

19.2 Bouwregels

19.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

het gebruik van garageboxen voor detailhandel en de opslag ten behoeve van handelsdoeleinden en/of bedrijfsactiviteiten.

Artikel 20 Verkeer - Verblijfsgebied

20.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer - Verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

straten en paden met hoofdzakelijk een functie ten behoeve van een goede doorstroming van het verkeer en de ontsluiting van de buurten;

bergingen en garageboxen, uitsluitend op de gronden ter plaatse van de aanduiding "garage";

parkeervoorzieningen;

nutsvoorzieningen;

bruggen, dammen en/of duikers en naar de aard daarmee gelijk te stellen kunstwerken;

bermen en beplanting;

water;

standplaatsen,

met de daarbij behorende:

bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde.

20.2 Bouwregels

20.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

het aanleggen van wegen en paden of anderszins inrichten van het bestemmingsvlak, zodanig dat wegen uit meer dan twee rijstroken bestaan;

het gebruik van garageboxen voor detailhandel en de opslag ten behoeve van handelsdoeleinden en/of bedrijfsactiviteiten;

het gebruik van de gronden voor standplaatsen met een oppervlakte groter dan 20,00 m².

Artikel 21 Water

21.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

vaarten, sloten, vijvers en daarmee gelijk te stellen waterlopen ten behoeve van de wateraanvoer en -afvoer, de waterberging, het behoud van de cultuurhistorische, natuurlijke en landschappelijke waarden en de recreatievaart;

extensief dagrecreatief medegebruik,

met de daarbij behorende:

kaden, dijken en oeverstroken;

dammen en duikers;

bruggen, ter plaatse van de aanduiding "brug";

paden;

bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde, waaronder steigers.

21.2 Bouwregels

21.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

het gebruik van de gronden als ligplaats voor woonschepen, woonarken of casco's (caissons), die tot woonschip of woonark kunnen worden omgebouwd.

Artikel 22 Wonen - 1

22.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

woonhuizen, al dan niet in combinatie met ruimte voor aan-huis-verbonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten genoemd in bijlage 1;

bijgebouwen,

met daaraan ondergeschikt:

kleinschalige duurzame energiewinning;

wegen en paden;

geluidschermen, ter plaatse van de aanduiding "geluidscherm",

water,

met de daarbij behorende:

tuinen, erven en terreinen;

bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

22.2 Bouwregels

Deze bouwregels zijn eveneens van toepassing voor functies die na afwijken van de gebruiksregels aan de woonfunctie zijn toegevoegd.

22.3 Afwijken van de bouwregels

22.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

het gebruik van gebouwen en overkappingen in combinatie met bedrijfsdoeleinden anders dan de in lid 22.1 sub a genoemde bedrijvigheid;

het gebruik van gebouwen in combinatie met een aan-huis-verbonden beroep of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit zodanig dat de vloeroppervlakte ten behoeve van de uitoefening van het beroep of het bedrijf meer bedraagt dan 40 m²;

het gebruik van vrijstaande bijgebouwen bij een hoofdgebouw voor bewoning;

het gebruik van woonhuizen voor meer dan 1 woning;

het gebruik van de gronden en bouwwerken voor verblijfsrecreatieve doeleinden;

het gebruik van de gronden en bouwwerken voor detailhandel, met uitzondering van productiegebonden detailhandel dan wel kleinschalige verkoop van eigen producten vanuit een verplaatsbaar/verrijdbaar stalletje van niet meer dan 2,00 m², waarbij een reclamebord van 0,50 bij 1,00 m is toegestaan;

het gebruik van gronden voor de bouw en/of de aanleg van een paardrijdbak, tennisbaan of een zwembad met de daarbij behorende bouwwerken, met uitzondering van de vergunde paardrijdbakken, tennisbanen en zwembaden.

22.5 Afwijken van de gebruiksregels

22.6 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat de bestemming 'Wonen - 1' wordt gewijzigd in de bestemming 'Wonen - 2', mits:

na toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid de regels van artikel 37 van overeenkomstige toepassing zijn;

er sprake is van een bouwactiviteit waarbij de goothoogte van het woonhuis wordt vergroot;

geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het bebouwingsbeeld, de woonsituatie en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

Artikel 23 Wonen - 2

23.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

woonhuizen, al dan niet in combinatie met ruimte voor aan-huis-verbonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten genoemd in bijlage 1;

bijgebouwen,

en mede bestemd voor:

een bestaand bedrijf, uitsluitend op de gronden ter plaatse van de aanduiding "bedrijf",

met daaraan ondergeschikt:

kleinschalige duurzame energiewinning;

wegen en paden;

water,

met de daarbij behorende:

tuinen, erven en terreinen;

bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde, niet zijnde paardrijdbakken, zwembaden en tennisbanen.

23.2 Bouwregels

Deze bouwregels zijn eveneens van toepassing voor functies die na afwijken van de gebruiksregels aan de woonfunctie zijn toegevoegd.

23.3 Afwijken van de bouwregels

23.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

het gebruik van gebouwen en overkappingen in combinatie met bedrijfsdoeleinden anders dan de in lid 23.1 sub a en sub c genoemde bedrijvigheid;

het gebruik van gebouwen in combinatie met een aan-huis-verbonden beroep of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit zodanig dat de vloeroppervlakte ten behoeve van de uitoefening van het beroep of het bedrijf meer bedraagt dan 40 m²;

het gebruik van vrijstaande bijgebouwen bij een hoofdgebouw voor bewoning;

het gebruik van woonhuizen voor meer dan één woning;

het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van verblijfsrecreatieve doeleinden;

het gebruik van de gronden en bouwwerken voor detailhandel, met uitzondering van productiegebonden detailhandel dan wel kleinschalige verkoop van eigen producten vanuit een verplaatsbaar/verrijdbaar stalletje van niet meer dan 2,00 m², waarbij een reclamebord van 0,50 m bij 1,00 m is toegestaan;

het gebruik van gronden voor de bouw en/of de aanleg van een paardrijdbak, tennisbaan of een zwembad met de daarbij behorende bouwwerken, met uitzondering van de vergunde paardrijdbakken, tennisbanen en zwembaden.

23.5 Afwijken van de gebruiksregels

Artikel 24 Wonen - Lint 1

24.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - Lint 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

woonhuizen, al dan niet in combinatie met ruimte voor aan-huis-verbonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten genoemd in bijlage 1;

bijgebouwen,

en mede bestemd voor:

detailhandel en dienstverlening, uitsluitend op de gronden ter plaatse van de aanduiding "detailhandel";

een kinderopvang, uitsluitend op de gronden ter plaatse van de aanduiding "maatschappelijk",

met daaraan ondergeschikt:

kleinschalige duurzame energiewinning;

wegen en paden;

water,

met de daarbij behorende:

tuinen, erven en terreinen;

bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde.

24.2 Bouwregels

Deze bouwregels zijn eveneens van toepassing voor functies die na afwijken van de gebruiksregels aan de woonfunctie zijn toegevoegd.

24.3 Afwijken van de bouwregels

24.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

het gebruik van gebouwen en overkappingen in combinatie met bedrijfsdoeleinden anders dan de in lid 24.1 sub a genoemde bedrijvigheid;

het gebruik van gebouwen in combinatie met een aan-huis-verbonden beroep of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit zodanig dat de vloeroppervlakte ten behoeve van de uitoefening van het beroep of het bedrijf meer bedraagt dan 40 m²;

het gebruik van vrijstaande bijgebouwen bij een hoofdgebouw voor bewoning;

het gebruik van woonhuizen voor meer dan één woning;

het gebruik van de gronden en bouwwerken voor verblijfsrecreatieve doeleinden;

het gebruik van de gronden en bouwwerken voor detailhandel, met uitzondering van gronden en bouwwerken ter plaatse van de aanduiding "detailhandel" en met uitzondering van productiegebonden detailhandel dan wel kleinschalige verkoop van eigen producten vanuit een verplaatsbaar/verrijdbaar stalletje van ten hoogste 6,00 m², waarbij een reclamebord van 0,50 bij 1,00 m is toegestaan;

het gebruik van gronden voor de bouw en/of de aanleg van een paardrijdbak, tennisbaan of een zwembad met de daarbij behorende bouwwerken, met uitzondering van de vergunde paardrijdbakken, tennisbanen en zwembaden.

24.5 Afwijken van de gebruiksregels

24.6 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 25 Wonen - Lint 2

25.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - Lint 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

woonhuizen, al dan niet in combinatie met ruimte voor aan-huis-verbonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten genoemd in bijlage 1;

bijgebouwen,

en mede bestemd voor:

detailhandel en dienstverlening, uitsluitend op de gronden ter plaatse van de aanduiding "detailhandel";

met daaraan ondergeschikt:

kleinschalige duurzame energiewinning;

wegen en paden;

water,

met de daarbij behorende:

tuinen, erven en terreinen;

bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde.

25.2 Bouwregels

Deze bouwregels zijn eveneens van toepassing voor functies die na afwijken van de gebruiksregels aan de woonfunctie zijn toegevoegd.

25.3 Afwijken van de bouwregels

25.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

het gebruik van gebouwen en overkappingen in combinatie met bedrijfsdoeleinden anders dan de in lid 25.1 sub a genoemde bedrijvigheid;

het gebruik van gebouwen in combinatie met een aan-huis-verbonden beroep of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit zodanig dat de vloeroppervlakte ten behoeve van de uitoefening van het beroep of het bedrijf meer bedraagt dan 40 m²;

het gebruik van vrijstaande bijgebouwen bij een hoofdgebouw voor bewoning;

het gebruik van woonhuizen voor meer dan één woning;

het gebruik van de gronden en bouwwerken voor verblijfsrecreatieve doeleinden;

het gebruik van de gronden en bouwwerken voor detailhande, met uitzondering van de gronden en bouwwerken ter plaatse van de aanduiding "detailhandel" en met uitzondering van productiegebonden detailhandel dan wel kleinschalige verkoop van eigen producten vanuit een verplaatsbaar/verrijdbaar stalletje van ten hoogste 6,00 m², waarbij een reclamebord van 0,50 bij 1,00 m is toegestaan;

het gebruik van gronden voor de bouw en/of de aanleg van een paardrijdbak, tennisbaan of een zwembad met de daarbij behorende bouwwerken, met uitzondering van de vergunde paardrijdbakken, tennisbanen en zwembaden.

25.5 Afwijken van de gebruiksregels

Artikel 26 Wonen - Stolp

26.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - Stolp' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

woonhuizen in de bouwvorm van een stolp, al dan niet in combinatie met ruimte voor aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten zoals genoemd in bijlage 1;

bijgebouwen;

het behoud en het herstel van de bestaande hoofdvormen van de stolpen,

met daaraan ondergeschikt:

kleinschalige duurzame energiewinning;

wegen en paden;

water,

met de daarbij behorende:

tuinen, erven en terreinen;

bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde.

26.2 Bouwregels

Deze bouwregels zijn eveneens van toepassing voor functies die na afwijken van de gebruiksregels aan de woonfunctie zijn toegevoegd.

26.3 Afwijken van de bouwregels

26.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

het gebruik van gebouwen en overkappingen in combinatie met bedrijfsdoeleinden anders dan de in lid 26.1 sub a genoemde bedrijvigheid;

het gebruik van gebouwen in combinatie met een aan-huis-verbonden beroep of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit zodanig dat de vloeroppervlakte ten behoeve van de uitoefening van het beroep of het bedrijf meer bedraagt dan 40 m²;

het gebruik van vrijstaande bijgebouwen bij een hoofdgebouw voor bewoning;

het gebruik van woonhuizen voor meer dan één woning;

het gebruik van de gronden en bouwwerken voor verblijfsrecreatieve doeleinden;

het gebruik van de gronden en bouwwerken voor detailhandel, met uitzondering van productiegebonden detailhandel dan wel kleinschalige verkoop van eigen producten vanuit een verplaatsbaar/verrijdbaar stalletje van ten hoogste 6,00 m², waarbij een reclamebord van 0,50 bij 1,00 m is toegestaan;

het gebruik van gronden voor de bouw en/of de aanleg van een paardrijdbak, tennisbaan of een zwembad met de daarbij behorende bouwwerken, met uitzondering van de vergunde paardrijdbakken, tennisbanen en zwembaden.

26.5 Afwijken van de gebruiksregels

26.6 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk

26.7 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 27 Wonen - Woongebouw

27.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - Woongebouw' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

een woongebouw met de daarbij behorende bergingen,

gebouwen en overkappingen ten behoeve van maatschappelijke en gezondheidsvoorzieningen, uitsluitend op de begane grond, ter plaatse van de aanduiding "maatschappelijk";

met daaraan ondergeschikt:

kleinschalige duurzame energiewinning;

met de daarbij behorende:

tuinen, erven en terreinen;

woonstraten, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding "onderdoorgang" de bestaande onderdoorgang in stand dient te worden gehouden;

parkeervoorzieningen;

sloten en naar de aard daarmee gelijk te stellen waterlopen;

bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde.

27.2 Bouwregels

Artikel 28 Leiding - Gas

28.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Leiding - Gas’ aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor een aardgastransportleiding, met een belemmeringenstrook aan weerszijden van de hartlijn ter plaatse van de aanduiding “hartlijn leiding – gas”.

Indien de belangen van deze dubbelbestemming in strijd zijn met de belangen van een samenvallende andere dubbelbestemming, dan geldt de volgende prioriteitsvolgorde:

  1. Leiding - Gas;

  2. Waarde - Archeologie 3;

  3. Waarde - Archeologie 4.

28.2 Bouwregels

In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen (basisbestemming) mag op of in de voor ‘Leiding - Gas’ aangewezen gronden niet worden gebouwd, anders dan ten behoeve van een aardgastransportleiding.

Op of in deze gronden mogen geen gebouwen of bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd.

28.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan, mits de veiligheid met betrekking tot de gasleiding niet wordt geschaad en geen kwetsbare objecten worden toegelaten, een omgevingsvergunning verlenen ten behoeve van afwijking van:

het bepaalde in lid 28.2 sub a en lid 28.2 sub b en toestaan dat de in de andere bestemming genoemde gebouwen worden gebouwd, mits vooraf advies wordt ingewonnen van de betreffende leidingbeheerder;

het bepaalde in lid 28.2 sub a en lid 28.2 sub b en toestaan dat de in de andere bestemming genoemde bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, mits vooraf advies wordt ingewonnen van de betreffende leidingbeheerder.

28.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 29 Waarde - Archeologie 2

29.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de archeologische waarden van de gronden.

29.2 Bouwregels

29.3 Nadere eisen

Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de situering, de inrichting en het gebruik van de gronden die vallen binnen de bestemming 'Waarde - Archeologie 2', indien uit onderzoek is gebleken dat ter plaatse beschermingswaardige archeologische resten aanwezig zijn. Toepassing van de bevoegdheid mag niet leiden tot een onevenredige beperking van het meest doelmatige gebruik.

29.4 Afwijken van de bouwregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 29.2.1 met inachtneming van de voor de betrokken bestemmingen geldende (bouw)regels.

Een omgevingsvergunning, zoals bedoeld in dit lid, wordt verleend indien naar het oordeel van het bevoegd gezag de aanvrager van de omgevingsvergunning aan de hand van:

  1. nader archeologisch onderzoek heeft aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden aanwezig zijn of als er, mede naar het oordeel van Archeologie West-Friesland, geen archeologische waarden te verwachten zijn;

  1. andere informatie heeft aangetoond dat door bodemverstoringen op de betrokken locatie geen archeologische waarden verstoord zullen worden.

29.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden

29.6 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin, dat de verbeelding wordt gewijzigd door van één of meerdere bestemmingsvlakken de begrenzing te veranderen of de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 2' toe te voegen of te verwijderen, dan wel deze te wijzigen in de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 3' of 'Waarde - Archeologie 4', als archeologische bevindingen daar aanleiding toe geven.

Artikel 30 Waarde - Archeologie 3

30.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie 3' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de archeologische waarden van de gronden.

Indien de belangen van deze dubbelbestemming in strijd zijn met de belangen van een samenvallende andere dubbelbestemming, dan geldt de volgende prioriteitsvolgorde:

  1. Leiding - Gas;

  2. Waarde - Archeologie 3.

30.2 Bouwregels

30.3 Nadere eisen

het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de situering, de inrichting en het gebruik van de gronden die vallen binnen de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 3', indien uit onderzoek is gebleken dat ter plaatse beschermingswaardige archeologische resten aanwezig zijn. Toepassing van de bevoegdheid mag niet leiden tot een onevenredige beperking van het meest doelmatige gebruik.

30.4 Afwijken van de bouwregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 30.2.1 met inachtneming van de voor de betrokken bestemmingen geldende (bouw)regels.

Een omgevingsvergunning, zoals bedoeld in dit lid, wordt verleend indien naar het oordeel van het bevoegd gezag de aanvrager van de omgevingsvergunning aan de hand van:

  1. nader archeologisch onderzoek heeft aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden aanwezig zijn of als er, mede naar het oordeel van Archeologie West-Friesland, geen archeologische waarden te verwachten zijn;

  1. andere informatie heeft aangetoond dat door bodemverstoringen op de betrokken locatie geen archeologische waarden verstoord zullen worden.

30.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden

30.6 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin, dat de verbeelding wordt gewijzigd door van één of meerdere bestemmingsvlakken de begrenzing te veranderen of de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 3' toe te voegen of te verwijderen, dan wel deze te wijzigen in de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 2' of 'Waarde - Archeologie 4', als archeologische bevindingen daar aanleiding toe geven.

Artikel 31 Waarde - Archeologie 4

31.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie 4' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de archeologische waarden van de gronden.

Indien de belangen van deze dubbelbestemming in strijd zijn met de belangen van een samenvallende andere dubbelbestemming, dan geldt de volgende prioriteitsvolgorde:

  1. Leiding - Gas;

  2. Waarde - Archeologie 4.

31.2 Bouwregels

31.3 Nadere eisen

Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de situering, de inrichting en het gebruik van de gronden die vallen binnen de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 4', indien uit onderzoek is gebleken dat ter plaatse beschermingswaardige archeologische resten aanwezig zijn. Toepassing van de bevoegdheid mag niet leiden tot een onevenredige beperking van het meest doelmatige gebruik.

31.4 Afwijken van de bouwregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 31.2.1, met inachtneming van de voor de betrokken bestemmingen geldende (bouw)regels.

Een omgevingsvergunning, zoals bedoeld in dit lid, wordt verleend indien naar het oordeel van het bevoegd gezag de aanvrager van de omgevingsvergunning aan de hand van:

  1. nader archeologisch onderzoek heeft aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden aanwezig zijn of als er, mede naar het oordeel van Archeologie West-Friesland, geen archeologische waarden te verwachten zijn;

  1. andere informatie heeft aangetoond dat door bodemverstoringen op de betrokken locatie geen archeologische waarden verstoord zullen worden.

31.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

31.6 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin, dat de verbeelding wordt gewijzigd door van één of meerdere bestemmingsvlakken de begrenzing te veranderen of de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 4' toe te voegen of te verwijderen, dan wel deze te wijzigen in de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 2' of 'Waarde - Archeologie 3', als archeologische bevindingen daar aanleiding toe geven.

Hoofdstuk 3 Algemene Regels

Artikel 32 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 33 Algemene Bouwregels

33.1 Bestaande afmetingen

Wanneer een bestaand gebouw of bouwwerk, geen gebouw zijnde:

een grotere goothoogte;

een grotere bouwhoogte;

een grotere oppervlakte;

een grotere dakhelling;

een kleinere dakhelling,

heeft dan in de bouwregels in de van toepassing zijnde bestemming is toegestaan, dan mag:

de goot- en/of bouwhoogte en/of oppervlakte en/of dakhelling ten hoogste de bestaande goot- en/of bouwhoogte en/of oppervlakte en of dakhelling bedragen;

de dakhelling ten minste de bestaande dakhelling bedragen;

de bestaande diepte ten minste de bestaande diepte bedragen.

33.2 Bestaande afstand bijbehorend bouwwerk

Wanneer een bestaand en vergund bijbehorend bouwwerk een afstand tot openbare verharding, niet zijnde achter- of tussenpaden bij woningen, van minder dan één meter heeft, dan mag die afstand ten minste de bestaande en vergunde afstand bedragen.

Artikel 34 Algemene Gebruiksregels

34.1 Gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met de gegeven bestemmingen, wordt in ieder geval gerekend:

het gebruik van de gronden voor opslag van schroot, afbraak- en bouwmaterialen, anders dan ten behoeve van de uitvoering van krachtens de bestemming toegelaten bouwactiviteiten en werken en werkzaamheden;

de stalling en opslag van (aan het oorspronkelijk verkeer onttrokken) voer-, vaar- of vliegtuigen, anders dan ten behoeve van de uitvoering van krachtens de bestemming toegelaten bouwactiviteiten en werken en werkzaamheden;

het storten van puin en afvalstoffen, anders dan ten behoeve van de uitvoering van krachtens de bestemming toegelaten bouwactiviteiten en werken en werkzaamheden;

het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van een seksinrichting;

het gebruik van de gronden als standplaats voor kampeermiddelen, tenzij ter plaatse planologische medewerking is verleend aan de vestiging van een kleinschalig kampeerterrein;

het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van evenementen die langer duren dan twee dagen.

34.2 Afwijken van de gebruiksregels

Artikel 35 Algemene Afwijkingsregels

35.1 Gebouwen en overkappingen ten behoeve van kleinschalig kamperen

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de bestemmingsregels ten aanzien van het bouwen van gebouwen, waaronder overkappingen, in die zin dat ten behoeve van het kleinschalig kamperen, gebouwtjes, waaronder overkappingen, ten behoeve van sanitaire voorzieningen worden gebouwd, mits:

de gezamenlijke oppervlakte van de gebouwen, waaronder overkappingen, per kampeerterrein mag niet meer bedragen dan 50 m²;

de goothoogte van een gebouw of een overkapping niet meer bedraagt dan 3,00 m;

de dakhelling van een gebouw of een overkapping niet meer bedraagt dan 15°;

geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de natuurlijke en landschappelijke waarden, de woonsituatie en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

Artikel 36 Algemene Wijzigingsregels

36.1 Beloop en profiel van wegen

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat het beloop of profiel van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of -intensiteit daartoe aanleiding geeft.

36.2 Zendmasten

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde, ten behoeve van zend-, ontvangst- en antennemasten wordt vergroot tot niet meer dan 40,00 m, mits:

er per dorp niet meer dan 1 mast wordt geplaatst;

bij de plaatsing zoveel mogelijk wordt aangesloten bij bestaande hoge elementen, zoals gebouwen, torens, torensilo's of masten, met uitzondering van cultuurhistorische waardevolle bouwwerken waaronder monumenten, en de plaatsing niet binnen de directe omgeving van woonhuizen plaatsvindt;

bij de plaatsing rekening wordt gehouden met een goede bereikbaarheid en landschappelijke inpasbaarheid;

de noodzaak van de plaatsing wordt aangetoond, waarbij het principe geldt dat er voorkeur bestaat voor de plaatsing voor 1 grote antenne boven meerdere kleine antennes (benutten van elkaars opstelpunten) alsmede de voorkeur voor plaatsing in stedelijk gebied;

de zendmasten een open constructie hebben;

aangetoond is dat er geen onevenredige schade wordt gedaan aan de veiligheid en de gezondheid;

geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de woonsituatie en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

36.3 Bestemming 'Verkeer' en 'Verkeer - Verblijfsgebied'

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat enige bestemming wordt gewijzigd in de bestemming 'Verkeer' of 'Verkeer - Verblijfsgebied' dan wel de bestemming 'Verkeer' of 'Verkeer - Verblijfsgebiedwordt gewijzigd in enige bestemming, mits:

deze wijziging uitsluitend wordt toegepast voor incidentele verbredingen, bochtafsnijdingen, en dergelijke van wegen en paden;

na toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid de regels van Artikel 18 Verkeer of van Artikel 20 Verkeer - Verblijfsgebied van overeenkomstige toepassing zijn.

36.4 Bestemming 'Water'

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat enige bestemming wordt gewijzigd in de bestemming 'Water' dan wel de bestemming 'Water' wordt gewijzigd in enige bestemming, mits:

deze wijziging uitsluitend wordt toegepast voor de incidentele aanleg van opvaarten, verbredingen van waterlopen ten behoeve van waterberging, het verbreden van vaarroutes, het gedeeltelijk dempen van grachten bij erven en/of de aanleg van natuurvriendelijke oevers, bochtafsnijdingen, kleine verleggingen, en dergelijke van vaarwegen c.a.;

geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de natuurlijke en landschappelijke waarden en de cultuurhistorische waarden;

na toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid de regels van Artikel 21 Water van overeenkomstige toepassing zijn.

36.5 Wetgevingszone - wijzigingsgebied

Burgemeester en wethouders kunnen de bestemmingen ter plaatse van de aanduiding "wetgevingszone - wijzigingsgebied" wijzigingen in de bestemmingen Tuin - 1 en Wonen - Woongebouw met bijbehorende gewijzigde situering van bouwvlakken, mits:

de bouwhoogte niet meer dan 9,00 m bedraagt;

het bebouwingspercentage niet meer dan 80% bedraagt;

de afstand tussen de naar de weg gekeerde gevels van het gebouw en de grens van het bestemmingsvlak aan de zijde van de Rozenhoflaan en de Tuinstraat niet minder bedraagt dan 3,00 m;

de afstand tussen de naar de weg gekeerde gevels van het gebouw en de grens van het bestemmingsvlak aan de zijde van de Julianastraat niet minder bedraagt dan 5,00 m;

er middels een beeldkwaliteitsplan is aangetoond dat er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het bebouwingsbeeld;

na toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid de regels van Artikel 27 Wonen - Woongebouwvan overeenkomstige toepassing zijn.

Artikel 37 Overige Regels

37.1 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen ten behoeve van de milieusituatie, de landschappelijke waarden, de natuurlijke waarden, de cultuurhistorische waarden, de archeologische waarden, het bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, zodanig dat er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de genoemde criteria.

37.2 Aanvullende werking welstandscriteria

De op de verbeelding en in de regels geboden ruimte ten aanzien van de situering en de maatvoering van bouwwerken, kan nader worden ingevuld door de in de Woningwet bedoelde welstandscriteria, zoals opgenomen in de gemeentelijke Welstandsnota.

37.3 Uitsluiting aanvullende werking bouwverordening

De voorschriften van de Bouwverordening ten aanzien van onderwerpen van stedenbouwkundige aard blijven overeenkomstig het gestelde in artikel 9 lid 2 van de Woningwet buiten toepassing, behoudens ten aanzien van de volgende onderwerpen:

de bereikbaarheid van gebouwen voor wegverkeer;

de bereikbaarheid van gebouwen voor gehandicapten;

het bouwen bij hoogspanningsleidingen en ondergrondse hoofdtransportleidingen;

de parkeergelegenheid en laad- en losmogelijkheden;

de ruimte tussen bouwwerken.

Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels

Artikel 38 Overgangsrecht

38.1 Overgangsrecht bouwwerken

Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:

  • gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;

  • na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.

Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde in sub a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.

Het bepaalde in sub a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

38.2 Overgangsrecht gebruik

Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet, behoudens voor zover uit de Richtlijn 79/409/EEG en 92/43/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 2 april 1979 inzake het behoud van de vogelstand onderscheidenlijk van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna beperkingen voortvloeien ten aanzien van ten tijde van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan bestaand gebruik.

Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in sub a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.

Indien het gebruik, bedoeld in sub a, na de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.

Het bepaalde in sub a is niet van toepassing op gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

Artikel 39 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

'Regels van het Bestemmingsplan Hoogkarspel 2014.'