Reigersborg Noord 3
Bestemmingsplan - gemeente Drechterland
Vastgesteld op 25-11-2013 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
In deze regels wordt verstaan onder:
1.1 plangebied
het voorontwerp bestemmingsplan 'Reigersborg Noord 3', van de gemeente Drechterland;
1.2 bestemmingsplan
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0498.BPRBN3-VG02 met bijhorende regels (en bijlagen);
1.3 aanbouw:
een bijbehorend bouwwerk, zijnde een gebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat. Een gebouw dat onderscheiden wordt van, en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan, het hoofdgebouw.
1.4 aanduiding:
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
1.5 aanduidingsgrens:
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
1.6 beroepsbeoefening aan huis:
een beroep of bedrijf, dat in of bij een woning wordt uitgeoefend, waarvan de ruimtelijke uitwerking of uitstraling met de woonfunctie verenigbaar is, waarbij de woning de woonfunctie behoudt en waarbij het beroep of het bedrijf wordt uitgeoefend door één lid van het betreffende huishouden;
1.7 bebouwing:
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
1.8 bebouwingspercentage:
het in de planregels of op de kaart aangegeven percentage van een bouwvlak, of indien geen bouwgrenzen zijn aangegeven het percentage van het bestemmingsvlak, dat ten hoogste bebouwd mag worden met gebouwen, tenzij in de planregels anders is bepaald;
1.9 bed and breakfast:
het bieden van de, ten opzichte van het hoofdgebruik ondergeschikte, mogelijkheid tot recreatief nachtverblijf zonder kookfaciliteiten en ontbijt aan personen die hun hoofdverblijf elders hebben;
1.10 bestemmingsgrens:
de grens van een bestemmingsvlak;
1.11 bestemmingsvlak:
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
1.12 bijgebouw:
een bijbehorend bouwwerk, zijnde een, al dan niet vrijstaand, gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan en ten dienste van een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw, waarmee het niet in directe verbinding staat, zoals een garage, hobbyruimte en huisdierenverblijf;
1.13 bijbehorend bouwwerk:
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd op de grond staand gebouw, of ander bouwwerk, met een dak;
1.14 bouwen:
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het
vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen
of veranderen van een standplaats.
1.15 bouwgrens:
de grens van een bouwvlak;
1.16 bouwlaag:
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder;
1.17 bouwperceel:
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
1.18 bouwperceelgrens:
de grens van een bouwperceel;
1.19 bouwvlak:
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegestaan;
1.20 bouwwerk:
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
1.21 dak:
iedere bovenbeëindiging van een gebouw;
1.22 detailhandel:
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit, anders dan in de vorm van internetverkoop;
1.23 eerste bouwlaag:
de bouwlaag op de begane grond;
1.24 erf:
al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct gelegen is bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, en, voor zover een bestemmingsplan of beheersverordening van toepassing is, deze die inrichting niet verbieden;
1.25 gebouw:
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
1.26 geluidswal:
Een geluidswal is een grondlichaam of een dijk die naast een weg of spoorlijn wordt neergelegd om de geluidshinder te beperken voor mensen die achter de wal wonen of verblijven.
1.27 hoofdgebouw:
een gebouw dat, gelet op de bestemming, als het belangrijkste bouwwerk op een bouwperceel kan worden aangemerkt;
1.28 huishouden:
het in een woning met elkaar samen wonen van een aantal personen in een zekere continue samenstelling en waarbij tevens tussen deze verschillende personen een zekere onderlinge verbondenheid bestaat (gezin of samenlevingsverband);
1.29 internetverkoop
een specifieke vorm van detailhandel zonder uitstalling, verkoop en afhaal van goederen ter plaatse, waarbij de goederen via internet worden aangeboden en per post worden geleverd;
1.30 kantoor:
een gebouw of een gedeelte daarvan, dat dient voor het bedrijfsmatig verlenen van diensten waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen;
1.31 nutsvoorzieningen:
voorzieningen ten behoeve van het al dan niet openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen en apparatuur voor telecommunicatie;
1.32 omgevingsvergunning:
vergunning als bedoeld in artikel 2.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
1.33 parkeernorm
criterium voor het bepalen van het benodigde aantal parkeerplaatsen bij verschillende functies, hierbij wordt, tenzij in het bestemmingsplan anders is bepaald, uitgegaan van de Aanbevelingen Stedelijke Verkeers- en Vervoersvoorzieningen binnen de bebouwde kom (ASVV 2004) van het CROW;
1.34 peil:
- 1. voor gebouwen, waarvan de hoofdtoegang onmiddellijk aan een weg grenst: de hoogte van die weg ter hoogte van de hoofdingang, met dien verstande dat indien een terrein is gelegen aan meerdere wegen: de laagste weg;
- 2. in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitend afgewerkte maaiveld;tenzij in de regels anders is bepaald;
1.35 prostitutie:
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;
1.36 seksinrichting:
een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf en een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;
1.37 steiger
constructie langs een oever die tot aanlegplaats dient voor vaartuigen;
1.38 straatmeubilair:
de op of bij de weg behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals verkeerstekens, wegbebakeningen, bewegwijzeringen, verlichting, halteaanduidingen, parkeerregulerende constructies, brandkranen, informatie- en reclameconstructies, vlaggenmasten, rijwielstandaards, papierbakken, afvalcontainers, openbare toiletten, zitbanken, plantenbakken, communicatievoorzieningen, gedenktekens, speelplekvoorzieningen, telefooncellen, kunstobjecten en abri's;
1.39 uitbouw:
Een bijbehorend bouwwerk, zijnde een gebouw dat als vergroting van een bestaande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, welk gebouw door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
1.40 voorgevel:
de naar de weg gekeerde gevel van een gebouw of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg gekeerde gevel, de gevel die kennelijk als zodanig moet worden aangemerkt;
1.41 vlonder:
houten terras, grenzend aan het water;
1.42 water;
al het open water: meren, rivieren, sloten, kanalen;
1.43 woning:
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden.
1.44 woning - niet gestapeld;
een woning, welke een zelfstandig gebouw vormt en direct toegankelijk is vanaf het aangrenzende maaiveld;
1.45 woning - gestapeld:
een woning, deel uitmakend van een gebouw waarin meerdere woningen zijn ondergebracht, zodanig dat deze boven dan wel beneden en al dan niet tevens naast elkaar zijn gesitueerd en waarvan in ieder geval een gedeelte van de tot het gebouw behorende woningen niet direct toegankelijk is vanaf een weg of langzaam verkeersroute.
1.46 zorgwoning:
Een gebouw of zelfstandig gedeelte van een gebouw dat bedoeld is voor de huisvesting van personen die niet zelfstandig kunnen wonen en die geestelijke en/of lichamelijke verzorging behoeven; verzorging kan voortdurend of nagenoeg voortdurend plaatsvinden en in het gebouw kan afzonderlijke ruimte ten behoeve van de verzorging aanwezig zijn.
Artikel 2 Wijze Van Meten
Bij de toepassing van deze planregels wordt als volgt gemeten:
2.1 afstand tot de perceelsgrens:
tussen de grenzen van een bouwperceel en enig grenspunt van het op dat bouwperceel voorkomend (hoofd-) gebouw, waar die afstand het kortst is;
2.2 bebouwd oppervlak van een bouwperceel:
de oppervlakte van alle op een bouwperceel aanwezige gebouwen tezamen;
2.3 bouwhoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, ondergeschikte dakopbouwen ten behoeve van technische installaties en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
2.4 dakhelling:
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
2.5 goothoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel, met uitzondering van ondergeschikte gevelelementen ;
2.6 inhoud van een bouwwerk:
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken erkers en dakkapellen;
2.7 oppervlakte van een bouwwerk:
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Groen
3.1 Bestemmingsomschrijving
De op de verbeelding voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. groenvoorzieningen;
- b. bermen en beplanting;
- c. waterlopen, water(partijen), duikers;
- d. bruggen;
- e. wandel- en fietspaden;
- f. verhardingen, waaronder parkeervoorzieningen;
- g. straatmeubilair;
- h. speelvoorzieningen;
- i. vlonders;
- j. openbare kunst;
- k. water;
- l. geluidwal;
- m. uitzichtpunt;
met bijbehorende bouwwerken, geen gebouw zijnde.
3.2 Nadere detaillering van de bestemmingsomschrijving
3.3 Bouwregels
3.4 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om nadere eisen te stellen aan de situering en afmetingen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, indien dit noodzakelijk is:
- a. ter bescherming van de beleving en gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken;
- b. ten behoeve van de bereikbaarheid van hulpdiensten;
- c. ter bescherming van de verkeersveiligheid;
- d. ten behoeve van het straat- en bebouwingsbeeld.
Artikel 4 Verkeer
4.1 Bestemmingsbeschrijving
De op de verbeelding voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. erftoegangswegen met maximaal 2 rijstroken, waarbij de inrichting hoofdzakelijk is gericht op het verblijf;
- b. woonstraten;
- c. voet- en fietspaden;
- d. parkeervoorzieningen;
- e. groenvoorzieningen;
- f. waterlopen, water(partijen) en duikers;
- g. bruggen;
- h. straatmeubilair;
- i. openbare kunst;
- j. nutsvoorzieningen;
- k. speelplekken;
- l. water;
met bijbehorende met bijbehorende bouwwerken, geen gebouw zijnde.
4.2 Bouwregels
4.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om nadere eisen te stellen aan de situering en afmetingen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, indien dit noodzakelijk is:
- a. ter bescherming van de beleving en gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken;
- b. ten behoeve van de bereikbaarheid van hulpdiensten;
- c. ter bescherming van de verkeersveiligheid;
- d. ten behoeve van het straat- en bebouwingsbeeld.
Artikel 5 Water
5.1 Bestemmingsomschrijving
De op de verbeelding voor 'Water (WA)' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. waterhuishouding;
- b. waterberging;
- c. waterlopen, vaar- en waterwegen;
- d. oeverbeschoeiingen, duikers en/of bruggen;
met bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
5.2 Nadere detaillering van de bestemmingsomschrijving
5.3 Bouwregels
5.4 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om nadere eisen te stellen aan de situering en afmetingen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, indien dit noodzakelijk is:
- a. ter bescherming van de beleving en gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken;
- b. ten behoeve van de bereikbaarheid van hulpdiensten;
- c. ter bescherming van de verkeersveiligheid;
- d. ter waarborging van een vrije doorvaarbreedte;
- e. ten behoeve van het straat- en bebouwingsbeeld.
5.5 Specifieke afwijkingsregels
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in artikel 5.2, voor het realiseren van nieuwe bruggen, met dien verstande dat:
- a. de waterhuishoudkundige belangen (kwantitatief en kwalitatief) niet onevenredig worden geschaad;
- b. de waterbeheerder(s) schriftelijk een positief advies hebben uitgebracht betreffende de voorgenomen afwijking.
Artikel 6 Wonen - 1
6.1 Bestemmingsomschrijving
De op de verbeelding voor 'Wonen-1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. woningen - niet gestapeld;
- b. beroepsuitoefening aan huis;
- c. bijbehorende bouwwerken;
- d. (gebouwde) parkeervoorzieningen;
- e. tuinen en erven;
- f. vlonders;
- g. verhardingen;
met daarbij behorende bouwwerken, geen gebouw zijnde.
6.2 Nadere detaillering van de bestemmingsomschrijving
6.3 Bouwregels
6.4 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om nadere eisen te stellen aan de situering en afmetingen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, indien dit noodzakelijk is:
- a. ter bescherming van de beleving en gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken;
- b. ten behoeve van de bereikbaarheid van hulpdiensten;
- c. ter bescherming van de verkeersveiligheid;
- d. voor het straat- en bebouwingsbeeld;
- e. ten behoeve van de mogelijkheid om in voldoende mate te parkeren.
6.5 Parkeren
- a. In samenhang met de te realiseren parkeerplaatsen in de aanliggende bestemming 'Verkeer' geldt een gemiddelde parkeernorm van 1,7 parkeerplaats per woning, daarbij wordt rekening gehouden met de volgende normering per woningcategorie:
- 1,5 parkeerplaatsen per woning in de categorie goedkoop;
- 1,7 parkeerplaatsen per woning in de categorie middelduur
- 1,9 parkeerplaatsen per woning in de categorie duur.
- b. In de woningcategorieën duur en middenduur dient per woning minimaal één parkeerplaats op eigen terrein te worden aangelegd;
- c. de afmetingen van een parkeerplaats dienen ten minste 2,5 bij 5 meter te bedragen;
- d. een garage wordt niet meegeteld bij de bepaling van het aantal parkeerplaatsen;
- e. een opstelplek voor een garage wordt meegeteld bij de bepaling van het aantal parkeerplaatsen, mits deze voldoet aan de onder c genoemde maatvoering.
6.6 Specifieke afwijkingsregels
Artikel 7 Wonen - 2
7.1 Bestemmingsomschrijving
De op de verbeelding voor 'Wonen-2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. woningen - niet gestapeld;
- b. beroepsuitoefening aan huis;
- c. bijbehorende bouwwerken;
- d. (gebouwde) parkeervoorzieningen;
- e. tuinen en erven;
- f. verhardingen;
met daarbij behorende bouwwerken, geen gebouw zijnde.
7.2 Nadere detaillering van de bestemmingsomschrijving
7.3 Bouwregels
7.4 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om nadere eisen te stellen aan de situering en afmetingen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, indien dit noodzakelijk is:
- a. ter bescherming van de beleving en gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken;
- b. ten behoeve van de bereikbaarheid van hulpdiensten;
- c. ter bescherming van de verkeersveiligheid;
- d. voor het straat- en bebouwingsbeeld;
- e. ten behoeve van de mogelijkheid om in voldoendemate te parkeren.
7.5 Parkeren
- a. In samenhang met de te realiseren parkeerplaatsen in de aanliggende bestemming 'Verkeer' geldt een gemiddelde parkeernorm van 1,7 parkeerplaats per woning, daarbij wordt rekening gehouden met de volgende normering per woningcategorie:
- 1,5 parkeerplaatsen per woning in de categorie goedkoop;
- 1,7 parkeerplaatsen per woning in de categorie middelduur
- 1,9 parkeerplaatsen per woning in de categorie duur.
- b. In de woningcategorieën duur en middenduur dient per woning minimaal één parkeerplaats op eigen terrein te worden aangelegd;
- c. de afmetingen van een parkeerplaats dienen ten minste 2,5 bij 5 meter te bedragen;
- d. een garage wordt niet meegeteld bij de bepaling van het aantal parkeerplaatsen;
- e. een opstelplek voor een garage wordt meegeteld bij de bepaling van het aantal parkeerplaatsen, mits deze voldoet aan de onder c genoemde maatvoering.
7.6 Specifieke afwijkingsregels
7.7 Wijzigingsregel
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 8 Anti-dubbeltelregel
Grond, die eenmaal in aanmerking is genomen, bij het toestaan van een bouwplan, waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 9 Algemene Bouwregels
9.1 Maximum bouwprofiel
Waar in dit plan voor hoofdgebouwen een maximale goothoogte en/of een maximale bouwhoogte is voorgeschreven mag het hieruit voortvloeiende maximum bouwprofiel worden overschreden door antennes, schoorstenen en ondergeschikte dakopbouwen ten behoeve van technische installaties.
9.2 Overschrijding bouw- en of bestemmingsgrenzen
De bouwgrenzen mogen, in afwijking van het op de verbeelding en/of in hoofdstuk 2 bepaalde, uitsluitend worden overschreden door:
- a. tot gebouwen behorende stoepen, stoeptreden, trappen(huizen), galerijen, hellingbanen, funderingen, balkons, veranda's, en afdaken, mits de overschrijding niet meer dan 1 meter bedraagt;
- b. andere ondergeschikte onderdelen van gebouwen als goot- en kroonlijsten, gevellijsten, pilasters, plinten, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, kozijnen, dorpels en afvoerpijpen voor hemelwater, mits de overschrijding niet meer dan 1 meter bedraagt.
9.3 Verwijzing naar wettelijke regelingen
Waar in dit plan wordt verwezen naar andere wettelijke regelingen, wordt daarbij uitgegaan van de tekst, zoals deze luidt op het tijdstip waarop het bestemmingsplan in ontwerp ter inzage is gelegd.
Artikel 10 Uitsluiting Aanvullende Werking Bouwverordening
De voorschriften van de Bouwverordening ten aanzien van onderwerpen van stedenbouwkundige aard blijven overeenkomstig het gestelde in artikel 9 lid 2 van de Woningwet buiten toepassing, behoudens ten aanzien van de volgende onderwerpen:
- a. de bereikbaarheid van gebouwen voor wegverkeer;
- b. de bereikbaarheid van gebouwen voor gehandicapten;
- c. het bouwen bij hoogspanningsleidingen en ondergrondse hoofdtransportleidingen;
- d. de parkeergelegenheid en laad- en losmogelijkheden;
- e. de ruimte tussen bouwwerken.
Artikel 11 Algemene Afwijkingsregels
11.1 Afwijkingsregels
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd af te wijken van de desbetreffende bepalingen van de planregels ten aanzien van de volgende onderwerpen:
- a. het verschuiven van bestemmingsgrenzen, bouwgrenzen en nadere aanduidingen, voor zover dit, ten gevolge van geringe afwijkingen of onnauwkeurigheden op de verbeelding, noodzakelijk is voor een goede uitvoering van het plan, met dien verstande dat de genoemde afwijkingen ten hoogste 3 meter mogen bedragen;
- b. het afwijken van maten met ten hoogste 10%, indien dit noodzakelijk is voor een goede uitvoering van het plan, met uitzondering van:
- 1. percentages
- 2. de maatvoering van bijbehorende bouwwerken
- 3. de op de verbeelding aangegeven aanduiding maximale goot- en bouwhoogte van 7 respectievelijk 11 meter
- 4. de op de verbeelding aangegeven maximale bouwhoogte van 11 meter
- c. de bouw van kleine, niet voor bewoning bestemde bouwwerken ten dienste van nutsvoorzieningen waarvan de oppervlakte van enig gebouw niet meer dan 25 m² en de bouwhoogte niet mag bedragen dan 3,5 meter.
11.2 Uitzondering
De afwijking wordt niet verleend indien daardoor ernstige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.
Hoofdstuk 4 Overgangs En Slotregels
Artikel 12 Overgangsregels
12.1 Overgangsrecht bouwwerken
12.2 Overgangsrecht gebruik
12.3 Persoonsgebonden overgangsrecht
Voor zover toepassing van het overgangsrecht bouwwerken of gebruik leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard jegens een of meer natuurlijke personen kunnen burgemeester en wethouders ten behoeve van die persoon of personen van dat overgangsrecht afwijken.
Artikel 13 Slotregel
Deze regels kunnen worden aangehaald onder de titel:
Regels deel uitmakende van het bestemmingsplan 'Reigersborg Noord 3' van de gemeente Drechterland.
Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 25 november 2013.
De voorzitter, De griffier,
…………………………………………. …………………………………………..
Bijlage 1
Lijst van toegelaten aan-huis-verbonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten
Uitoefening van (para-)medische beroepen, waaronder:
individuele praktijk voor huisarts, psychiater, psycholoog, fysiotherapie of bewegingsleer, voedingsleer, mondhygiëne, tandheelkunde, logopedie, enz.
individuele praktijk dierenarts
Kledingmakerij
(maat)kledingmakerij en kledingverstelbedrijf
woningstoffeerderij
Kantoor- en opslagfunctie ten behoeve van bedrijvigheid die elders wordt
uitgeoefend, zoals:
schoonmaakbedrijf, schoorsteenveegbedrijf, klussenbedrijf, bestratingsbedrijf, glazenwasserij, waarbij de opslag van enige materialen, gereedschappen en een voertuig op het perceel is toegestaan, maar ook ten behoeve van bijvoorbeeld een groothandelsbedrijf
Reparatie-/verhuurbedrijfjes, waaronder:
schoen-/lederwarenreparatiebedrijf
uurwerkreparatiebedrijf
goud- en zilverwerkreparatiebedrijf
reparatie van kleine (elektrische) gebruiksgoederen
reparatie van muziekinstrumenten
In ieder geval zijn autoreparatiebedrijven uitgezonderd
Advies- en ontwerpbureaus, waaronder individuele praktijk voor:
reclame ontwerp
grafisch ontwerp
architect
(Zakelijke) dienstverlening, waaronder individuele praktijk voor:
notaris
advocaat
accountant
assurantie-/verzekeringsbemiddeling
exploitatie en handel in onroerende zaken
Overige dienstverlening
kappersbedrijf
schoonheidssalon
Onderwijs
autorijschool
onderwijs niet in te delen naar specificatie, mits zonder werkplaats of
laboratorium
Voorzieningen ten behoeve van de kunstnijverheid, zoals:
galerie/expositieruimte, ruimte voor toegepaste kunst, atelier, beeldentuin, ruimte
voor workshops
Internetverkoop
dan wel met voorgenoemde bedrijven en voorzieningen naar de aard en de invloed op de omgeving gelijk te stellen bedrijvigheid.
Bijlage 1 Brief Gebruikmaking Afwijkingsregels Reigersborg Noord 3, Kenmerk 102234 126531, Provincie Noord-holland 14 Februari 2013
Bijlage 2 Onderbouwing Ontheffing Bbg Reigersborg Noord 3, Gemeente Drechterland, September 2012
Bijlage 2 Onderbouwing ontheffing BBG Reigersborg Noord 3, gemeente Drechterland, september 2012
Bijlage 3 Verslag 19e Vergadering Aro, 21 November 2012
Bijlage 3 Verslag 19e vergadering ARO, 21 november 2012
Bijlage 4 Wateradvies Reigersborg Noord 3, Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, 20 Juli 2010
Bijlage 4 Wateradvies Reigersborg Noord 3, hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, 20 juli 2010
Bijlage 5 Quickscan Ecologie Reigersborg Noord 3, Oranjewoud, 15 Oktober 2010
Bijlage 5 Quickscan ecologie Reigersborg Noord 3, Oranjewoud, 15 oktober 2010
Bijlage 6 Bodemonderzoek Tolweg/zanglijster (Reigersborg Noord 3) Te Hoogkarspel, Landview, 14 Juni 2010
Bijlage 7 Indicatief Asbestonderzoek Dam Tolweg/zanglijster (Reigersborg Noord 3) Te Hoogkarspel, Landview, 19 Augustus 2010
Bijlage 8 Beoordeling Bodemgesteldheid Ter Plaatse Van Uitbreiding Reigersborg Noord Fase 3 In Hoogkarspel, Milieudienst Westfriesland, 28 December 2010
Bijlage 9 Partijkeuring Sikb 1001 Van Depots Grond Reigersborg Noord Hoogkarspel, Kwinfra Milieu Bv, 24 Maart 2011
Bijlage 10 Archeologisch Onderzoek Plan Reigersborg-noord, Raap, 12 Juni 2001
Bijlage 10 Archeologisch onderzoek plan Reigersborg-noord, Raap, 12 juni 2001
Bijlage 11 Rapport Luchtkwaliteit 2006, Gemeente Drechterland, 13 April 2007
Bijlage 11 Rapport Luchtkwaliteit 2006, gemeente Drechterland, 13 april 2007
Bijlage 12 Reigersborg Noord 3, Akoestisch Onderzoek Geluidbelastingen, Cauberg-huygen, 15 Februari 2013
Bijlage 13 Quickscan Externe Veiligheid Reigersborg, Oranjewoud, 22 Juni 2010
Bijlage 13 Quickscan externe veiligheid Reigersborg, Oranjewoud, 22 juni 2010
Bijlage 14 Advies Externe Veiligheid Bestemmingsplan Reigersborg Noord 3 Te Hoogkarspel, Veiligheidsregio Noord-holland Noord, 16 September 2010
Bijlage 15 Reactie Op Verwerking Advies Vrnhn In Bp Reigersborg Noord 3, Veiligheidsregio Noord-holland Noord, Zonder Datum
Bijlage 16 Resultaten Inspraak Voorontwerpbestemmingsplan Reigersborg Noord 3
Bijlage 16 Resultaten inspraak voorontwerpbestemmingsplan Reigersborg Noord 3