Fascinatio-Capelsebrug
Bestemmingsplan - gemeente Capelle aan den IJssel
Vastgesteld op 25-06-2013 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
1.1 plan
het bestemmingsplan 'Fascinatio-Capelsebrug' van de gemeente Capelle aan den IJssel.
1.2 bestemmingsplan
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0502.BP12Fascinatio-4001 met de bijbehorende regels en bijlagen.
1.3 aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit
een beroeps- of bedrijfsactiviteit, waarvan de activiteiten in hoofdzaak niet publieksaantrekkend zijn en die op kleine schaal in een woning en/of de daarbij behorende bijgebouwen wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en de desbetreffende activiteit een ruimtelijk uitstraling heeft die in overeenstemming is met de woonfunctie.
1.4 aanduiding
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
1.5 aanduidingsgrens
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
1.6 aanduidingsvlak
een vlak waarop een aanduiding betrekking heeft.
1.7 achtererfgebied
erf aan de achterkant en de niet naar openbaar toegankelijk gebied gekeerde zijkant, op meer dan 1 meter van de voorkant, van het hoofdgebouw.
1.8 ander bouwwerk
een bouwwerk, geen gebouw zijnde.
1.9 antenne (-installatie)
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, gericht op het ontvangen en/of verzenden van telecommunicatie-dataverkeer, met inbegrip van de bijbehorende zijsprieten, schotelantennes, panelen en technische installatie(s).
1.10 automatenhal/speelhal
een gebouw of een gedeelte van een gebouw, welk gebouw of welk gedeelte is bestemd en/of wordt gebruikt om het publiek gelegenheid te geven om spel door middel van speelautomaten te beoefenen, als bedoeld in artikel 30 van de Wet op de kansspelen.
1.11 bebouwing
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
1.12 bebouwingspercentage
een in dit plan aangegeven percentage, dat de grootte van het bouwvlak aangeeft, dat maximaal mag worden bebouwd, tenzij in dit plan anders is bepaald.
1.13 bed and breakfast
een voorziening gericht op het bieden van de mogelijkheid tot overnachting en het serveren van ontbijt, als toeristisch-recreatieve activiteit, ondergeschikt aan de betreffende bestemming, aan maximaal 8 personen, met een maximum verblijfsduur van 6 weken. Onder een bed & breakfast voorziening wordt niet verstaan overnachting, noodzakelijk in verband met het verrichten van tijdelijke of seizoensgebonden werkzaamheden en/of arbeid.
1.14 bedrijf
een onderneming waarbij de bedrijfsactiviteiten gericht zijn op het vervaardigen, bewerken, installeren, inzamelen en verhandelen van goederen, waarbij eventueel detailhandel uitsluitend plaatsvindt als ondergeschikt onderdeel van de onderneming in de vorm van verkoop c.q. levering van ter plaatse vervaardigde, bewerkte of herstelde goederen, dan wel goederen die in rechtstreeks verband staan met de uitgeoefende handelingen.
1.15 bestemmingsgrens
de grens van een bestemmingsvlak.
1.16 bestemmingsvlak
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
1.17 bevoegd gezag
bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van een besluit ten aanzien van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ten aanzien van een al verleende omgevingsvergunning.
1.18 bijbehorend bouwwerk
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak.
1.19 bouwen
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
1.20 bouwgrens
de grens van een bouwvlak.
1.21 bouwlaag
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren (of horizontale balklagen) is begrensd en waarvan de lagen een nagenoeg gelijk omvang hebben, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw, dakopbouw en/of zolder.
1.22 bouwperceel
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
1.23 bouwperceelgrens
een grens van een bouwperceel.
1.24 bouwvlak
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
1.25 bouwwerk
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke hetzij direct of indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
1.26 bruto vloeroppervlakte (bvo)
het oppervlak gemeten op vloerniveau langs de buitenomtrek van de opgaande scheidingswanden, die de desbetreffende ruimte of groep van ruimtes omhullen.
1.27 carport
een bijbehorend bouwwerk, al dan niet aangebouwd aan een gebouw of een ander bouwwerk, bestaande uit slechts van boven afgesloten c.q. afgedekte, en uit ten hoogste twee wanden, niet zijnde een voorwand, voorziene ruimte van lichte constructie, kennelijk slechts bestemd om te dienen als overdekte stalling voor een motorrijtuig.
1.28 coffeeshop
gelegenheid waar softdrugs worden verkocht.
1.29 congrescentrum
een gebouw of een gedeelte daarvan speciaal bestemd en ingericht voor het houden van congressen/conferenties.
1.30 detailhandel
het bedrijfsmatig te koop of te huur aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, verkopen en/of leveren van goederen aan personen, die deze goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit; horecadoeleinden worden hier niet onder begrepen.
1.31 detailhandel in volumineuze goederen
een detailhandelsbedrijf in de volgende te onderscheiden categorieën:
- a. detailhandel in volumineuze goederen, in auto's, boten, caravans, motoren, scooters, zwembaden, buitenspeelapparatuur, fitnessapparatuur, piano's, surfplanken en tenten, grove bouwmaterialen, landbouwwerktuigen en brand- en explosiegevaarlijke goederen.
1.32 dienstverlening
onder dienstverlening (persoonlijk en zakelijk) wordt verstaan:
- a. persoonlijke dienstverlening die plaats vindt op commerciële basis en niet kan worden aangemerkt als sociale c.q. welzijnsvoorziening en niet of niet alle kenmerken heeft van 'aan huis verbonden beroep'. Hiertoe worden gerekend: huisartsenpraktijk, tandartsenpraktijk, praktijk voor fysiotherapie, kapsalon, pedicure, manicure, massagesalon, tattooshop, schoonheidssalon, zonnestudio e.d.;
- b. kleinschalige zakelijke (commerciële) dienstverlening die niet of niet alle kenmerken heeft van 'aan huis verbonden beroep'. Hiertoe worden gerekend: uitzendbureau, kleine bank / postkantoor (postagentschap), assurantiebureau, copy-shop, notariskantoor, makelaarskantoor, advocatenkantoor, architectenbureau, deurwaarderskantoor, de hypotheker, e.d.
1.33 doeleinden van openbaar nut
kleinschalige nutsvoorzieningen, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelkastjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, ondergrondse lokale leidingen, tele- en datacommunicatieleidingen, riolering, telefooncellen, wachthuisjes en straatvoorzieningen (o.a. voor afvalstoffen).
1.34 erf
die gedeelten van het bouwperceel, niet zijnde het bouwvlak, waarbinnen volgens dit plan bij de bestemming behorende bebouwing is toegestaan.
1.35 gebouw
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
1.36 gebruiken
gebruiken, het doen gebruiken, laten gebruiken en in gebruik geven.
1.37 geluidzoneringsplichtige inrichting
een inrichting, bij welke ingevolge de Wet geluidhinder (Stbl. 1981, 533) rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een geluidzone moet worden vastgesteld.
1.38 groenvoorziening
ruimten in de open lucht, waaronder in ieder geval worden begrepen plantsoenen, bermen en open speelplekken, met de daarbij behorende sloten, vijvers en daarmee gelijk te stellen wateren en ondergrondse infrastructurele voorzieningen.
1.39 hoofdgebouw
een gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.
1.40 horeca
een bedrijf dat is gericht op het verstrekken van een nachtverblijf en/of het ter plaatse nuttigen van voedsel en dranken en/of het exploiteren van zaalaccommodatie, een en ander gepaard gaande met dienstverlening. Tot de hieronder genoemde begrippen Horeca 1 tot en met Horeca 6 worden mede begrepen de niet genoemde, maar naar aard, omvang en uitstraling op het woon- en leefmilieu vergelijkbare horecasoorten:
- horeca categorie 1 (winkelgebonden daghoreca):
vormen van horeca-activiteiten die qua exploitatievorm en openingstijden aansluiten bij winkelvoorzieningen en waarbij de activiteiten primair gericht zijn op het bedrijfsmatig verstrekken van etenswaren en/of alcoholische en niet-alcoholische dranken voor nuttiging al dan niet ter plaatse en waarvan de exploitatie doorgaans geen of slechts in lichte mate een aantasting van het woon- en leefklimaat kan veroorzaken, zoals broodjeszaken, ijssalons, eethuisjes en lunchrooms met een maximaal bruto vloeroppervlak van 250 m2; - horeca categorie 2 (maaltijdverstrekkers):
vormen van horeca-activiteiten die primair zijn gericht op het bedrijfsmatig verstrekken van maaltijden voor consumptie ter plaatse en waarvan de exploitatie doorgaans geen aantasting van het woon- en leefklimaat veroorzaakt, zoals restaurants, bistro's en grand cafés; - horeca categorie 3 (spijsverstrekkers) :
vormen van horeca-activiteiten die primair gericht zijn op het bedrijfsmatig verstrekken van etenswaren voor nuttiging al dan niet ter plaatse alsmede daaraan ondergeschikt het verstrekken van licht-alcoholische en niet-alcoholische dranken en waarvan de exploitatie doorgaans in enige mate een aantasting van het woon- en leefklimaat kan veroorzaken, zoals cafetaria's, automatieken, afhaalhoreca alsmede horecavormen uit categorie 1 met een groter bruto vloeroppervlak dan 250 m2; - horeca categorie 4 (drankenverstrekkers):
vormen van horeca-activiteiten die primair zijn gericht op het bedrijfsmatig verstrekken voor gebruik ter plaatse van alcoholische en niet alcoholische dranken en waarvan de exploitatie doorgaans een lichte aantasting van het woon- en leefklimaat kan veroorzaken, zoals cafés, bars en zalenverhuur alsmede horecavormen uit categorie 3 met een groter bruto vloeroppervlak dan 400 m2; - horeca categorie 5 (logiesverstrekkers):
vormen van horeca-activiteiten die primair zijn gericht op het bedrijfsmatig verstrekken van logies en als ondergeschikte functie het verstrekken van maaltijden voor consumptie ter plaatse en waarvan de exploitatie doorgaans geen aantasting van het woon- en leefklimaat veroorzaakt, zoals hotels en pensions; - horeca 6 (zware horeca):
vormen van horeca-activiteiten die primair zijn gericht op het bedrijfsmatig gelegenheid bieden van dansen op elektrisch versterkte muziek alsmede op het ter plaatse nuttigen van alcoholische en niet-alcoholische dranken en kleine etenswaren, en waarvan de exploitatie een aantasting van het woon- en leefklimaat kan veroorzaken en een grote druk op de openbare orde met zich meebrengt, zoals discotheken, nachtclubs, partycentra en dancings.
1.41 kantoor
een gebouw, gericht op het verlenen van diensten op administratief, financieel, architectonisch, juridisch, ontwerp technisch of daarmee naar aard gelijk te stellen gebied, waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan of geholpen.
1.42 kunstobject
uiting van de beeldende kunsten in de vorm van een bouwwerk, geen gebouw of overkapping zijnde.
1.43 (beperkt) kwetsbaar object
een object waarvoor ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) een grenswaarde voor het risico c.q. een risicoafstand tot een risicovolle inrichting is bepaald, die in acht moet worden genomen.
1.44 leisure
alle vormen van (commerciële) vrijetijdsbesteding in speciaal of mede daarvoor ontwikkelde accommodaties zoals sport en recreatie. Als nevenfunctie is horeca tot maximaal categorie 3 toegestaan. In het kader van dit bestemmingsplan worden onder leisure niet verstaan casino's, speelautomatenhallen, kansspelen en detailhandel.
1.45 maatschappelijke voorzieningen
educatieve, sociaal-medische, sociaal-culturele, levensbeschouwelijke, welzijns- en gezondheidsvoorzieningen ten behoeve van (openbare) dienstverlening.
1.46 mantelzorg
het (tijdelijk) bieden van zorg aan een persoon die hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociale vlak, op vrijwillige basis en buiten organisatorisch verband en commercieel verband.
1.47 ondergeschikte activiteit
een activiteit van zeer beperkte bedrijfsmatige en/of ruimtelijke omvang zodat de functie waaraan zij wordt toegevoegd, qua aard, omvang en verschijningsvorm, overwegend of nagenoeg geheel als hoofdfunctie herkenbaar blijft.
1.48 overkapping
een bouwwerk op het erf van een gebouw of standplaats, dat strekt tot vergroting van het woongenot van het gebouw of de standplaats en dat, voor zover gebouwd vóór (het verlengde van) de voorgevel van een gebouw, geen tot de constructie zelf behorende wanden heeft en, voor zover gebouwd achter (het verlengde van) de voorgevel van een gebouw, maximaal drie wanden heeft waarvan maximaal twee tot de constructie behoren.
1.49 peil
- a. voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
- b. voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst: de hoogte van het terrein ter hoogte van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw;
- c. indien in of op het water wordt gebouwd: de hoogte van het terrein ter plaatse van het meest nabijgelegen punt waar het water grenst aan het vaste land.
1.50 recreatieve voorziening
een voorziening voor sport- en spelactiviteiten.
1.51 risicocontour
contour rondom een risicovolle inrichting die de zone begrenst waar het plaatsgebonden risico, zoals gedefinieerd in het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi), gelijk is aan of groter is dan 10-6 per jaar.
1.52 risicovolle inrichting
een inrichting bij welke ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) een grenswaarde, richtwaarde voor het risico c.q. een risicoafstand moet worden aangehouden bij het in het bestemmingsplan toelaten van kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten.
1.53 seksinrichting en/of seksbedrijf
een voor het publiek toegankelijke, (besloten) ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, parenclub, raamprostitutie en een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar. Hieronder wordt mede begrepen een sekswinkel zijnde een gebouw of een gedeelte van een gebouw, welk gebouw of welk gedeelte is bestemd en/of wordt gebruikt voor het bedrijfsmatig te koop en/of te huur aanbieden, waaronder mede begrepen uitstalling, verkopen, verhuren en/of leveren van seksartikelen. Een prostitutiebedrijf is hieronder begrepen.
1.54 Staat van Bedrijfsactiviteiten
de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'Fascinatio-Capelsebrug' die van deze regels onderdeel uitmaakt.
1.55 stedenbouwkundig beeld
het door de omvang, de vorm en de situering van de bouwmassa('s) bepaald beeld inclusief de ter plaatse door de infrastructuur, de begroeiing en andere door de mens aangebrachte (kunstmatige) elementen gevormde ruimte(n).
1.56 straatmeubilair
verkeersgeleiders, verkeersborden, brandkranen, lichtmasten, zitbanken, bloembakken, papier-, glas- en andere inzamelbakken, toegangsconstructies voor ondergrondse voorzieningen, kunstwerken, voorzieningen voor het stallen van fietsen, speeltoestellen en draagconstructies voor reclame, metalen en houten graffitimuur, alsmede telefooncellen, abri's en kleinschalige bouwwerken ten behoeve van (openbare) nutsvoorzieningen.
1.57 uitvoeren
uitvoeren, het doen uitvoeren, laten uitvoeren en in uitvoering geven.
1.58 verkoopvloeroppervlak
de oppervlakte van het gedeelte van een winkel dat toegankelijk is voor het publiek en waar de producten voor verkoop en verhuur zijn uitgestald.
1.59 voorgevellijn
denkbeeldige lijn die strak wordt getrokken langs de voorgevel van het hoofdgebouw tot aan de zijdelingse perceelsgrenzen.
1.60 Wabo
Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
1.61 waterpeil
de hoogte (het niveau) van de waterspiegel gemeten naar NAP op het moment van aanvraag van de vergunning, afwijking of bestemmingswijziging. Dit kan betrekking hebben op zowel oppervlaktewater als grondwater.
1.62 weg
alle voor het openbaar rij- of ander verkeer openstaande wegen of paden daaronder begrepen de daarin gelegen bruggen en duikers, de tot de wegen of paden behorende bermen en zijkanten, alsmede de aan de wegen liggende en als zodanig aangeduide parkeerterreinen.
1.63 woning
een complex van ruimten, dat blijkens zijn indeling en inrichting bestemd is voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden, waaronder begrepen eventueel gemeenschappelijk gebruik van bepaalde ruimten. Met inbegrip van woningen voor gehandicapten.
1.64 woon-werkwoning
een woning met een daaraan (bouwkundig) gekoppelde of daarin opgenomen kleine bedrijfs- of praktijkruimte, atelier of kantoor, waarbij de bedrijfsfunctie ondergeschikt is aan de woonbestemming. Een directe interne verbinding is geen vereiste.
1.65 zeer kwetsbare objecten
gebouwen bestemd voor het verblijf, al dan niet gedurende een gedeelte van de dag, van minderjarigen, ouderen, zieken of gehandicapten, te weten:
- a. ziekenhuizen, bejaardenhuizen en verpleeghuizen;
- b. scholen;
- c. gebouwen of gedeelten daarvan, bestemd voor dagopvang van minderjarigen.
Artikel 2 Wijze Van Meten
2.1 Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.2 Ondergeschikte bouwdelen
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen binnen bouwvlakken of bestemmingsvlakken worden ondergeschikte bouwdelen als plinten, pilasters, kozijnen, balkons, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de bouw- c.q. bestemmingsgrens met niet meer dan 1,0 meter wordt overschreden.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Bedrijf
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. bedrijven uit ten hoogste de categorie 3.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'Fascinatio-Capelsebrug', met uitzondering van de gronden met de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 2' waar bedrijven uit ten hoogste categorie 2 zijn toegestaan;
- b. kantoren en kantoorachtige activiteiten ten behoeve van bedrijven en instellingen in de dienstverlenende sfeer, alsmede bedrijfsmatige activiteiten, waaronder handelsbedrijven en een showroom;
- c. bedrijven en instellingen gericht op persoonlijke dienstverlening;
- d. maatschappelijke doeleinden, sportieve en recreatieve voorzieningen;
- e. horeca tot een maximum van horecacategorie 3;
- f. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding:
- 'detailhandel': detailhandel met dien verstande dat het uitsluitend op het moment van ter visie legging van het ontwerpbestemmingsplan een bestaande detailhandelsvestiging betreft;
- 'nutsvoorziening': een bedrijf ten behoeve van het openbaar nut;
- 'specifieke vorm van bedrijf - leisure': functies gericht op leisure;
- 'specifieke vorm van bedrijf - woon-werkwoning': woon-werkwoningen;
- g. ondergeschikte horeca-activiteiten in de vorm van een bedrijfsrestauratie/ kantine met een maximaal oppervlak van 250 m²;
- h. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, water, parkeervoorzieningen en laad- en losvoorzieningen.
3.2 Bouwregels
3.3 Afwijken van de bouwregels
3.4 Specifieke gebruiksregels
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:
- a. risicovolle inrichtingen zijn niet toegestaan;
- b. detailhandelsbedrijven zijn niet toegestaan, uitgezonderd voorzover ter plaatse aangeduid met 'detailhandel';
- c. casino's zijn niet toegestaan;
- d. opslag van meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk is niet toegestaan;
- e. geluidzoneringsplichtige inrichtingen zijn niet toegestaan;
- f. activiteiten uit kolom 1 van bijlagen C en D van het Besluit milieueffectrapportage 1994 zijn niet toegestaan in de gevallen, zoals genoemd in kolom 2 van de desbetreffende bijlage;
- g. opslag van goederen met een totale stapelhoogte van meer dan 5 meter is op onbebouwde gronden niet toegestaan;
- h. opslag en stort van goederen op onbebouwde gronden is niet toegestaan.
3.5 Afwijken van de gebruiksregels
3.6 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 4 Centrum
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Centrum' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. detailhandel;
- b. horecagelegenheden in ten hoogste categorie 1;
- c. maatschappelijke doeleinden;
- d. wonen;
- e. bijbehorende voorziening, zoals groen, water, verharding, parkeervoorzieningen en opstelplaatsen voor inzamelmiddelen en -voorzieningen voor afvalstoffen.
4.2 Bouwregels
4.3 Specifieke gebruiksregels
De woningen mogen worden gebruikt voor een aan huis gebonden beroep of een aan huis gebonden bedrijf, met dien verstande dat:
- a. de woonfunctie in overwegende mate blijft gehandhaafd, waarbij maximaal 25% van het totale vloeroppervlak van de woning en bijbehorende bouwwerken als zodanig mag worden gebruikt, tot een maximum van 25 m2;
- b. de bewoner zelf het aan huis gebonden beroep uitoefent;
- c. de parkeerbalans in de directe woonomgeving niet onevenredig nadelig wordt of kan worden beïnvloed;
- d. het gebruik geen onevenredige nadelige invloed heeft op de normale afwikkeling van het verkeer;
- e. geen activiteit plaatsvindt betreffende een inrichting als genoemd in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht tenzij voldoende vaststaat dat de vestiging van de activiteit geen overwegende bezwaren van milieuhygiënische aard zal oproepen, gelet op de ligging, bedrijfsvoering en omvang van het bedrijf ten opzichte van de nabij gelegen woonbebouwing;
- f. door de uitoefening van de activiteiten het uiterlijk aanzien van de woning niet zodanig verandert, dat de woning het karakter van een woning geheel of gedeeltelijk verliest.
- g. detailhandel slechts is toegestaan voorzover deze beperkt blijft tot een beperkte verkoop en in direct verband staat met het aan huis gebonden beroep of het aan huis gebonden bedrijf.
Artikel 5 Groen
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. groenvoorzieningen;
- b. speelvoorzieningen;
- c. met daarbij behorende voorzieningen zoals:
- straatmeubilair;
- wandel- en fietspaden;
- doeleinden van openbaar nut;
- opstelplaatsen voor inzamelmiddelen en -voorzieningen voor afvalstoffen;
- water ten behoeve van de wateraanvoer en -afvoer;
- waterberging en water;
- d. ter plaatse van de aanduiding 'openbaar vervoer': tevens voor voorzieningen voor openbaar vervoer, eventueel in de vorm van een vrije baan op een viaduct;
- e. ter plaatse van de aanduiding 'jongeren ontmoetingsplek': een jongeren ontmoetingsplaats met daarbij inbegrepen een graffitimuur.
5.2 Bouwregels
5.3 Afwijken van de bouwregels
Artikel 6 Horeca
6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. horecabedrijven tot en met categorie 5;
- b. recreatieve voorzieningen;
- c. ter plaatse van de 'specifieke bouwaanduiding - reclamemast' een reclamemast
- d. bijbehorende voorzieningen, zoals groen, water, verharding, parkeervoorzieningen, doeleinden van openbaar nut.
6.2 Bouwregels
6.3 Specifieke gebruiksregels
Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht wordt in ieder geval verstaan:
- a. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van een seksinrichting of seksbedrijf;
- b. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van een partycentrum, nachtclub, dancing of discotheek.
Artikel 7 Tuin
7.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. tuinen, behorende bij de op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouwen;
- b. toegangspaden tot de op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouwen;
- c. ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen': maximaal één berging in de voortuin;
- d. doeleinden voor openbaar nut.
7.2 Bouwregels
Op de als 'Tuin' bestemde gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de in artikel 7.1 genoemde doeleinden worden gebouwd.
7.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van sublid 7.2.1 en toestaan dat de bijbehorende bouwwerken aan het hoofdgebouw worden gebouwd mits de breedte van het aangebouwde bijbehorende bouwwerk ten hoogste 45% bedragen van de totale breedte van de voorgevel van het hoofdgebouw.
Artikel 8 Verkeer
8.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wegen met ten hoogste 2 x 1 doorgaande rijstrook;
- b. voet- en fietspaden;
- c. ter plaatse van de aanduiding 'openbaar vervoer': tevens voor voorzieningen voor (onbemand) openbaar railvervoer, eventueel in de vorm van een vrije baan op een viaduct;
- d. parkeerplaatsen;
- e. met daarbij behorende voorzieningen zoals:
- straatmeubilair;
- geluidswerende voorzieningen;
- doeleinden voor openbaar nut;
- opstelplaatsen voor inzamelmiddelen en -voorzieningen voor afvalstoffen;
- groen en water.
8.2 Bouwregels
Op de als 'Verkeer' bestemde gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de in lid 8.1 genoemde doeleinden worden gebouwd, met dien verstande dat de bouwhoogte niet meer dan 12 meter mag bedragen.
Artikel 9 Verkeer - Verblijfsgebied
9.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer - Verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. verblijfsgebied met een functie voor verblijf, verplaatsing en gebruik ten dienste van de aangrenzende bestemmingen;
- b. ter plaatse van de aanduiding 'openbaar vervoer': tevens voor voorzieningen voor openbaar railvervoer, eventueel in de vorm van een vrije baan op een viaduct;
- c. bij deze bestemming behorende voorzieningen zoals wegen, voet- en fietspaden, (vrachtwagen)parkeervoorzieningen, straatmeubilair, (ondergrondse) afvalcontainers, reclameborden, speelvoorzieningen, doeleinden van openbaar nut, geluidswerende voorzieningen, abri's, water, groenvoorzieningen en gebouwen.
9.2 Bouwregels
Artikel 10 Water
10.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. water ten behoeve van de waterhuishouding;
- b. water ten behoeve van de aan- en afvoer, waterberging, water en natuurlijke oevers;
- c. ter plaatse van de aanduiding 'openbaar vervoer': tevens voor voorzieningen voor (onbemand) openbaar railvervoer, eventueel in de vorm van een vrije baan op een viaduct;
- d. bij deze bestemming behorende voorzieningen zoals: bruggen, duikers, visvlonders, andere vergelijkbare voorzieningen en groenvoorzieningen ten behoeve van de bestemming.
10.2 Bouwregels
Artikel 11 Wonen
11.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. woningen;
- b. bij deze bestemming behorende voorzieningen: zoals groen, water, parkeervoorzieningen, tuinen en erven, verharding.
11.2 Bouwregels
11.3 Afwijken van de bouwregels
11.4 Specifieke gebruiksregels
11.5 Afwijken van de gebruiksregels
Artikel 12 Leiding - Leidingstrook
12.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Leiding - Leidingstrook' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor ondergrondse energie- en transportleidingen met bijbehorende bouwwerken, geen gebouw zijnde, zoals afsluiters en afsluitergroepen.
12.2 Bouwregels
Op en in de voor 'Leiding - Leidingstrook' bestemde gronden is het niet toegestaan te bouwen, met uitzondering van bouwwerken ten behoeve van de in lid 12.1 bedoelde functie, met dien verstande dat de bouwhoogte van de bouwwerken niet meer dan 3 meter mag bedragen.
12.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 12.2 ten behoeve van bebouwing welke is toegestaan op basis van de andere bestemmingen, indien door de bouw en situering van de betreffende bebouwing geen onevenredige schade wordt toegebracht aan de leiding. Het bevoegd gezag wint alvorens de omgevingsvergunning te verlenen advies in bij de leidingbeheerder.
Artikel 13 Waarde - Archeologie - 1
13.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie - 1' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor behoud van de aan de gronden eigen zijnde archeologische waarden.
13.2 Bouwregels
13.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 14 Waarde - Archeologie - 2
14.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie - 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor behoud van de aan de gronden eigen zijnde archeologische waarden.
14.2 Bouwregels
14.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 15 Waterstaat - Waterkering
15.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), primair bestemd voor bescherming en onderhoud van de waterkering.
15.2 Bouwregels
15.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 16 Waterstaat - Waterstaatkundige Functie
16.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waterstaat - Waterstaatkundige functie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), primair bestemd voor de wateraanvoer en -afvoer, de waterberging alsmede voor de waterhuishouding.
16.2 Bouwregels
16.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 17 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 18 Algemene Bouwregels
18.1 Hoogteaanduidingen
18.2 Doeleinden van openbaar nut
De maximale oppervlakte van een gebouw ten behoeve van doeleinden van openbaar nut bedraagt 35 m2 en de bouwhoogte maximaal 3 meter.
18.3 Water
Bij planvorming met gevolgen voor de waterhuishouding wint het bevoegd gezag advies in bij de waterbeheerder. Voor het aan-, omleggen en/of dempen van watergangen geldt dat voorafgaand aan de werkzaamheden toestemming verkregen dient te worden van de betrokken waterbeheerder.
18.4 Parkeren
Artikel 19 Algemene Gebruiksregels
19.1 Verboden gebruik
Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt in ieder geval verstaan:
- a. standplaats voor onderkomens;
- b. het opslaan van materialen en voorwerpen behoudens voor zover dit noodzakelijk is voor het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
- c. het al dan niet ten verkoop opslaan van ongebruikte en/of gebruikte, dan wel geheel of ten dele uit gebruikte onderdelen samengestelde motorrijtuigen of aanhangwagens, welke bruikbaar en niet aan hun bestemming onttrokken zijn, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is voor het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
- d. het gebruiken als opslag-, stort-, lozing- of bergplaats van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke bestemming onttrokken voorwerpen en materialen, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de gronden;
- e. het gebruik van gronden en de daarop voorkomende bouwwerken als seksinrichting of seksbedrijf;
- f. het gebruik van gronden en de daarop voorkomende bouwwerken als automatenhal/speelhal of casino;
- g. het gebruik van gronden en de daarop voorkomende bouwwerken als coffeeshop;
- h. het gebruik of laten gebruiken van antennedragers, welke primair zijn opgericht voor het dragen van antennes voor reclamedoeleinden.
19.2 Niet van toepassing
Het bepaalde in artikel 2.1, eerste lid onder c, van de Wabo is niet van toepassing voor zover het betreft:
- a. opslag van goederen op eigen perceel ten behoeve van de krachtens het plan toegestane bedrijfsvoering;
- b. het tijdelijk opslaan van materialen en werktuigen, welke nodig zijn voor de realisering of handhaving van de in het plan aangewezen bestemmingen.
Artikel 20 Algemene Aanduidingsregels
20.1 veiligheidszone - lpg
20.2 vrijwaringszone - lpg
Artikel 21 Algemene Afwijkingsregels
Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, kan het bevoegd gezag bij omgevingsvergunning afwijken van:
- a. deze regels en toestaan dat het beloop of het profiel van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of –intensiteit daartoe aanleiding geeft;
- b. deze regels en toestaan dat het bouwvlak in geringe mate wordt overschreden;
- c. deze regels en toestaan dat openbare nutsgebouwtjes, wachthuisjes ten behoeve van het openbaar vervoer, telefooncellen, gebouwtjes ten behoeve van de bediening van kunstwerken, toiletgebouwtjes, en naar aard daarmee gelijk te stellen gebouwtjes worden gebouwd, met dien verstande dat:
- de inhoud per gebouwtje niet meer dan 60 m³ mag bedragen;
- de bouwhoogte niet meer dan 3,5 meter mag bedragen;
- d. van deze regels ten aanzien van de maximaal toegestane bouwhoogte van gebouwen ten behoeve van een overschrijding van deze maximaal toegestane bouwhoogte voor plaatselijke verhogingen, zoals schoorstenen, luchtkokers, liftkokers, lichtkappen en technische ruimten, met dien verstande dat:
- de maximale oppervlakte van de vergroting niet meer mag bedragen dan 10% van het betreffende platte dakvlak of de horizontale projectie van het schuine dakvlak;
- de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 1,25 maal de maximaal toegestane bouwhoogte van het betreffende gebouw.
met inachtneming van het overig bepaalde in deze regels, indien de belangen van derden niet onevenredig worden geschaad en het past binnen het stedenbouwkundig beeld van de omgeving
Artikel 22 Algemene Wijzigingsregels
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de in het plan opgenomen bestemmingen te wijzigen ten behoeve van overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein; de overschrijdingen mogen echter niet meer dan 3 meter bedragen en het bestemmingsvlak mag met niet meer dan 10% worden vergroot.
Artikel 23 Algemene Procedureregels
Bij toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht ingevolge dit plan, is de uniforme openbare voorbereidingsprocedure van afdeling 3.4 Algemene wet bestuursrecht van toepassing.
Artikel 24 Overige Regels
24.1 Werking wettelijke regels
De wettelijke regelingen waarnaar in de regels van dit plan wordt verwezen, gelden zoals deze luidden op het moment van ter visie legging van het ontwerpbestemmingsplan.
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 25 Overgangsrecht
25.1 Overgangsrecht bouwwerken
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
- a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
25.2 Afwijking
Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van lid 25.1 een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in lid 25.1 met maximaal 10%.
25.3 Uitzondering op het overgangsrecht bouwwerken
Lid 25.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
25.4 Overgangsrecht gebruik
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
25.5 Strijdig gebruik
Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in lid 25.4, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
25.6 Verboden gebruik
Indien het gebruik, bedoeld in lid 25.4, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
25.7 Uitzondering op het overgangsrecht gebruik
Lid 25.4 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 26 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan Fascinatio-Capelsebrug.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Capelle aan den IJssel, gehouden op 25 juni 2013.
Bijlage 1 Nota Parkeernormen Capelle Aan Den Ijssel (Februari 2006)
Bijlage 1 Nota parkeernormen Capelle aan den IJssel (februari 2006)
Bijlage 2 Staat Van Bedrijfsactiviteiten 'Fascinatio-capelsebrug'
Bijlage 2 Staat van Bedrijfsactiviteiten 'Fascinatio-Capelsebrug'
Bijlage 1 Gebiedsinventarisatie Fascinatio-capelsebrug
Bijlage 1 Gebiedsinventarisatie Fascinatio-Capelsebrug
Bijlage 2 Beantwoording Inspraak En Overlegreacties
Bijlage 2 Beantwoording inspraak en overlegreacties
Bijlage 3 Ontvangen Overlegreacties Ex Artikel 3.1.1. Bro
Bijlage 3 Ontvangen overlegreacties ex artikel 3.1.1. Bro
Bijlage 4 Akoestisch Onderzoek
Bijlage 4 Akoestisch onderzoek