's-Gravenweteringpark
Bestemmingsplan - Gemeente Capelle aan den IJssel
Vastgesteld op 01-10-2019 - geheel onherroepelijk in werking
1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
1.1 plan
1.2 aanduiding
1.3 aanduidingsvlak
1.4 aanduidingsgrens
1.5 aan huis verbonden beroep
1.6 achtererfgebied
1.7 ander bouwwerk
1.8 antenne
1.9 antennedrager
1.10 antenne installatie
1.11 archeologisch deskundige
1.12 bebouwing
1.13 bebouwingsgebied
1.14 bed and breakfast
1.15 bestaande afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen
1.16 bestemmingsgrens
1.17 bestemmingsplan
1.18 bestemmingsvlak
1.19 bevoegd gezag
1.20 bijbehorend bouwwerk
1.21 bouwen
1.22 bouwperceel
1.23 bouwperceelgrens
1.24 bouwwerk
1.25 detailhandel
1.26 dienstverlening
1.27 erf
1.28 gebouw
1.29 gebiedseigen beplanting
1.30 gebruiken
1.31 groenvoorziening
1.32 hoofdgebouw
1.33 huishouden
1.34 internethandel
1.35 kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten
1.36 kunstobject
1.37 kunstwerk
1.38 maaiveld
1.39 maatschappelijke voorzieningen
1.40 omgevingsvergunning
1.41 ondergeschikte activiteiten
1.42 ondergeschikte bouwdelen
1.43 ondergronds bouwwerk
1.44 openbaar toegankelijk gebied
1.45 overkapping
1.46 peil
- de kruin van de weg indien de afstand tussen het bouwwerk en de kant van de weg minder dan vijf meter bedraagt;
- in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld.
1.47 reling
1.48 seksinrichting
1.49 straatmeubilair
1.50 uitvoeren
1.51 verharden
1.52 voorerfgebied
1.53 voorgevel
1.54 voorgevelrooilijn
1.55 voorzieningen van openbaar nut
1.56 Wabo
1.57 weg
1.58 woning/wooneenheid
1.59 zij-erf
1.60 zijgevel
Artikel 2 Wijze Van Meten
2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Groen - Landschap
3.1 Bestemmingsomschrijving
- weilanden;
- gebiedseigen beplantingen en andere gebiedseigen vegetatie, zoals opgenomen in de begripsbepaling gebiedseigen beplanting;
- de instandhouding van natuurlijke en/ of cultuurhistorisch en/ of landschappelijk waardevolle landschapselementen en kavelstructuren;
- bij deze bestemming behorende voorzieningen zoals, voet- en fietspaden, kunstobjecten, water ten behoeve van de wateraanvoer en -afvoer, waterberging en bruggen met open relingen.
- voor zover gronden met de bestemming 'groen' in eigendom zijn van private eigenaren, maken deze gronden geen onderdeel uit van hun 'erf' of 'bebouwingsgebied'.
3.2 Bouwregels
3.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 4 Verkeer - Verblijfsgebied
4.1 Bestemmingsomschrijving
- verblijfsgebied met een functie voor verblijf, verplaatsing en gebruik ten dienste van de aangrenzende bestemmingen;
- wegen;
- voet- en fietspaden;
- parkeerplaatsen;
- groenvoorzieningen;
- water;
- bij deze bestemming behorende voorzieningen: zoals (fiets)parkeervoorzieningen, straatmeubilair, speelvoorzieningen, kunstwerken, bruggen met open relingen, duikers, voorzieningen van openbaar nut, opstelplaatsen voor (ondergrondse)inzamelmiddelen en -voorzieningen voor afvalstoffen, laad- en losvoorzieningen en andere vergelijkbare voorzieningen.
4.2 Bouwregels
Artikel 5 Water
5.1 Bestemmingsomschrijving
- water ten behoeve van de waterhuishouding;
- water ten behoeve van de aan- en afvoer, waterberging en sierwater;
- verkeer over water;
- bruggen met open relingen;
- bij deze bestemming behorende voorzieningen zoals: bestaande duikers, beschoeiingen, stuwen en groenvoorzieningen ten behoeve van de bestemming.
5.2 Bouwregels
Artikel 6 Wonen
6.1 Bestemmingsomschrijving
- wonen;
- dienstverlening, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'dienstverlening';
- duikwinkel, uitsluitend ter plaatse van de 'specifieke functieaanduiding - duikwinkel';
- groenvoorzieningen;
- ontsluitingen, wegen en paden;
- ondergeschikte aan-huis-gebonden beroepen, internethandel en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;
- tuinen;
- erven;
- parkeervoorzieningen;
- speelvoorzieningen;
- straatmeubilair;
- voorzieningen van openbaar nut;
- water met bijbehorende voorzieningen als steigers, duikers en bruggen;.
6.2 Bouwregels
6.3 Specifieke gebruiksregels
6.4 Afwijken van de gebruiksregels
Artikel 7 Waarde - Archeologie 1
7.1 Bestemmingsomschrijving
7.2 Bouwregels
- In het belang van de archeologische monumentenzorg dient de aanvrager van een omgevingsvergunning de noodzaak op het uitvoeren van archeologisch onderzoek te laten toetsen door het bevoegd gezag. Indien nodig dient de aanvrager vervolgens een rapport aan het bevoegd gezag te overleggen van een archeologisch deskundige waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van dat bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld.
- Deze bepaling heeft uitsluitend betrekking op aanvragen om omgevingsvergunning voor het bouwen (waaronder begrepen het heien van heipalen en het slaan van damwanden) welke voldoen aan de oppervlakte- en/of dieptematen welke genoemd zijn in artikel 7 lid 3.
- Het bevoegd gezag kan in het belang van de archeologische monumentenzorg aan een omgevingsvergunning voor het bouwen de volgende regels verbinden:
- de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor archeologische monumenten in de bodem kunnen worden behouden;
- de verplichting tot het doen van archeologisch onderzoek;
- de verplichting de activiteit die tot bodemverstoring leidt, te laten begeleiden door een archeologisch deskundige.
7.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
- In het belang van de archeologische monumentenzorg is het verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de hierna genoemde werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden uit te voeren of te doen c.q. te laten uitvoeren die dieper reiken dan 0,5 meter beneden maaiveld en die tevens een terreinoppervlak groter dan 100 m² beslaan. Het vergunningvereiste betreft de volgende werken c.q. werkzaamheden:
- grondbewerkingen (van welke aard dan ook);
- het aanbrengen van diepwortelende beplantingen en/of bomen;
- het indrijven van voorwerpen in de bodem;
- het wijzigen van het maaiveldniveau door ontginnen, bodemverlagen, afgraven;
- het ingraven van ondergrondse kabels en leidingen en daarmee verband houdende constructies e.d.;
- het aanleggen van waterlopen of het vergraven van bestaande waterlopen.
- Het omgevingsvergunningvereiste geldt niet voor bedoelde activiteiten gericht op het normale onderhoud en beheer van de betreffende gronden en welke in uitvoering waren ten tijde van inwerkingtreding van dit bestemmingsplan en evenmin voor bestaande weg- en leidingcunetten.
- De omgevingsvergunning wordt verleend, indien daardoor de aanwezige archeologische waarden van de gronden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast.
- Alvorens de omgevingsvergunning te kunnen verlenen dient de aanvrager van een omgevingsvergunning de noodzaak op het uitvoeren van archeologisch onderzoek te laten toetsen door het bevoegd gezag. Indien nodig dient de aanvrager vervolgens een rapport aan het bevoegd gezag te overleggen van een archeologisch deskundige waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van dat bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld:
-
- de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor archeologische monumenten in de bodem kunnen worden behouden;
- de verplichting tot het doen van archeologisch onderzoek;
- de verplichting de activiteit die tot bodemverstoring leidt, te laten begeleiden door een archeologisch deskundige.
Artikel 8 Waarde - Archeologie 2
8.1 Bestemmingsomschrijving
8.2 Bouwregels
- in het belang van de archeologische monumentenzorg dient de aanvrager van een omgevingsvergunning de noodzaak op het uitvoeren van archeologisch onderzoek te laten toetsen door het bevoegd gezag. Indien nodig dient de aanvrager vervolgens een rapport aan het bevoegd gezag te overleggen van een archeologisch deskundige waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van dat bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld.
- Deze bepaling heeft uitsluitend betrekking op aanvragen om omgevingsvergunning voor het bouwen (waaronder begrepen het heien van heipalen en het slaan van damwanden) welke voldoen aan de oppervlakte- en/of dieptematen welke genoemd zijn in artikel 8 lid 3.
- Het bevoegd gezag kan in het belang van de archeologische monumentenzorg aan een omgevingsvergunning voor het bouwen de volgende regels verbinden:
- de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor archeologische monumenten in de bodem kunnen worden behouden;
- de verplichting tot het doen van archeologisch onderzoek;
- de verplichting de activiteit die tot bodemverstoring leidt, te laten begeleiden door een archeologisch deskundige.
8.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
- In het belang van de archeologische monumentenzorg is het verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de hierna genoemde werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden uit te voeren of te doen c.q. te laten uitvoeren die dieper reiken dan 0,5 meter beneden maaiveld en die tevens een terreinoppervlak groter dan 200 m² beslaan. Het vergunningvereiste betreft de volgende werken c.q. werkzaamheden:
- grondbewerkingen (van welke aard dan ook);
- het aanbrengen van diepwortelende beplantingen en/of bomen;
- het indrijven van voorwerpen in de bodem;
- het wijzigen van het maaiveldniveau door ontginnen, bodemverlagen, afgraven;
- het ingraven van ondergrondse kabels en leidingen en daarmee verband houdende constructies e.d.;
- het aanleggen van waterlopen of het vergraven van bestaande waterlopen.
- Het omgevingsvergunningvereiste geldt niet voor bedoelde activiteiten gericht op het normale onderhoud en beheer van de betreffende gronden en welke in uitvoering waren ten tijde van inwerkingtreding van dit bestemmingsplan en evenmin voor bestaande weg- en leidingcunetten.
- De omgevingsvergunning wordt verleend, indien daardoor de aanwezige archeologische waarden van de gronden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast.
- Alvorens de omgevingsvergunning te kunnen verlenen dient de aanvrager van een omgevingsvergunning de noodzaak op het uitvoeren van archeologisch onderzoek te laten toetsen door het bevoegd gezag. Indien nodig dient de aanvrager vervolgens een rapport aan het bevoegd gezag te overleggen van een archeologisch deskundige waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van dat bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld.
- Aan een omgevingsvergunning kunnen de volgende regels worden verbonden:
- de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor archeologische monumenten in de bodem kunnen worden behouden;
- de verplichting tot het doen van archeologisch onderzoek;
- de verplichting de activiteit die tot bodemverstoring leidt, te laten begeleiden door een archeologisch deskundige.
Artikel 9 Waterstaat - Waterkering
9.1 Bestemmingsomschrijving
9.2 Bouwregels
- Op en in de voor ‘Waterstaat - Waterkering’ bestemde gronden is het niet toegestaan te bouwen, met uitzondering van bouwwerken ten behoeve van de in artikel 9 lid 1 genoemde functies;
- Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 9 lid 2 sub a ten behoeve van bebouwing welke is toegestaan op basis van de andere bestemmingen, indien door de bouw en situering van de betreffende bebouwing geen schade wordt of kan worden toegebracht aan de waterkering. Het bevoegd gezag wint alvorens de omgevingsvergunning te verlenen advies in bij de waterbeheerder.
9.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
3 Algemene Regels
Artikel 10 Anti-dubbeltelregel
Artikel 11 Algemene Bouwregels
11.1 Ondergeschikte bouwregels
11.2 Ondergronds bouwen
Artikel 12 Algemene Gebruiksregels
12.1 Strijdig gebruik
- standplaats voor onderkomens;
- het opslaan van materialen en voorwerpen;
- het al dan niet ter verkoop opslaan van ongebruikte en/of gebruikte motorrijtuigen of aanhangers, dan wel geheel of ten dele uit gebruikte onderdelen samengestelde motorrijtuigen of aanhangwagens, welke bruikbaar en niet aan hun bestemming onttrokken zijn;
- het gebruiken als opslag-, stort-, lozing- of bergplaats van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke bestemming onttrokken voorwerpen en materialen;
- een verkooppunt voor motorbrandstoffen;
- het gebruik van gronden en de daarop voorkomende bouwwerken als seksinrichtingen of seksbedrijf;
- het gebruik van gronden en de daarop voorkomende bouwwerken als automatenhal/speelhal/casino;
- het gebruik van gronden en de daarop voorkomende bouwwerken als partycentrum, nachtclub, dancing of discotheek;
- het gebruik of laten gebruiken van antennedragers, welke primair zijn opgericht voor het dragen van antennes voor reclamedoeleinden;
- inrichtingen ten behoeve van het verstrekken van verdovende middelen vallende onder de Opiumwet;
- het oprichten van een vuurwerkverkooppunt;
- het bepaalde in sub a is niet van toepassing voor zover het betreft het tijdelijk opslaan van materialen en werktuigen, welke nodig zijn voor de realisering of handhaving van de in het plan aangewezen bestemmingen.
Artikel 13 Algemene Aanduidingsregels
13.1 Vrijwaringszone halfopen landschap
Artikel 14 Algemene Afwijkingsregels
14.1 Afwijken van voorgeschreven maatvoering
- deze regels en toestaan dat het beloop of de inrichting van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of –intensiteit daartoe aanleiding geeft;
- de voorgeschreven minimum en maximum maten inzake goot- en nokhoogte met niet meer dan 20 % verhogen, voor zover daarvoor in de regels geen bijzondere afwijkingsregels zijn opgenomen;
- de voorgeschreven minimum en maximum maten inzake overige hoogte, afstanden, oppervlakten en bebouwingspercentages met niet meer dan 10 %, voor zover daarvoor in de regels geen bijzondere afwijkingsregels zijn opgenomen.
14.2 Overschrijden van bouwgrenzen
14.3 Vergroten bouwhoogte van andere bouwwerken
14.4 Vergroten bouwhoogte van zend-, ontvangst- en of sirenemasten
- burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van de bestemmingsbepalingen ten aanzien van de hoogte van andere bouwwerken, en toestaan dat de hoogte van andere bouwwerken ten behoeve van zend-, ontvangst- en/of sirenemasten wordt vergroot tot maximaal 40 meter.
- losse masten met hekwerken, gebouwtjes en dergelijke zijn niet toegestaan.
- installaties op of aan een gebouw zijn alleen toegestaan op hoge gebouwen, bij voorkeur op een plat dak en zo ver mogelijk van een dakrand; met dien verstande dat bijzondere en waardevolle gebouwen in beginsel geheel dienen te worden ontzien, zo nodig in overleg met de welstand- en monumentencommissie; wanneer de invloed van die installaties geen afbreuk doen aan de aanwezige kwaliteiten.
14.5 Toestaan van gebouwtjes voor voorzieningen van openbaar nut
Artikel 15 Algemene Wijzigingsregels
Artikel 16 Overige Regels
16.1 Werking wettelijke regels
16.2 Prioritering regels
- waar een enkelbestemming samenvalt met een dubbelbestemming geldt primair het bepaalde ten aanzien van de dubbelbestemming;
- waar dubbelbestemmingen samenvallen gelden:
- in de eerste plaats de regels van de bestemming 'Waterstaat - Waterkering';
- in de tweede plaats de regels van de bestemming 'Waarde - Archeologie - 1 of 2'.
4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 17 Overgangsrecht
17.1 Overgangsrecht bouwwerken
- een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot, gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
- burgemeester en wethouders kunnen eenmalig in afwijking van het bepaalde onder a., een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld onder a. met maximaal 10 %.
- het bepaalde onder a. is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
17.2 Overgangsrecht gebruik
- het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
- het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld onder a., te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
- indien het gebruik, bedoeld onder a., na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
- het bepaalde onder a. is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 18 Slotregel
Bijlagen Bij Toelichting - 1
Bijlage 1 gebiedspaspoort s gravenweteringpark 13 11 2017
Bijlagen Bij Toelichting - 2
Bijlage 2 MER aanmeldingsnotitie
Bijlagen Bij Toelichting - 3
Bijlage 3 Akoestisch onderzoek Woningbouwplan 's Gravenweteringpark
Bijlagen Bij Toelichting - 4
Bijlage 4 Quickscan flora en fauna Landelijk Capelle
Bijlagen Bij Toelichting - 5
Bijlage 5 Ecologisch onderzoek IJsselcollege Kanaalweg 52A
Bijlagen Bij Toelichting - 6
Bijlage 6 Ecologisch Quickscan 's Gravenweteringenpark
Bijlagen Bij Toelichting - 7
Bijlage 7 Verkennend bodemonderzoek ter plaatse van Kanaalweg 44-52 en omliggende percelen
Bijlagen Bij Toelichting - 8
Bijlage 8 Aanvullend verkennend en nader bodemonderzoek Kanaalweg 44-52 en omliggende percelen
Bijlagen Bij Toelichting - 9
Bijlage 9 Quickscan Externe Veiligheid 's-Gravenweteringpark
Bijlagen Bij Toelichting - 10
Bijlage 10 Notitie verantwoording groepsrisico 's-Gravenweteringpark
Bijlagen Bij Toelichting - 11
Bijlage 11 Watertoets 's Gravenweteringenpark
Bijlagen Bij Toelichting - 12
Bijlage 12 Onderzoek Verkeersstromen omgeving Kanaalweg
Bijlagen Bij Toelichting - 13
Bijlagen Bij Toelichting - 14
Bijlage 14 Saneringsplan Kanaalweg 44-46 in Capelle aan den IJssel
Bijlagen Bij Toelichting - 15
Bijlage 15 Beschikking Wet bodembescherming Kanaalweg 44-46
Bijlagen Bij Toelichting - 16
Bijlage 16 Schetsontwerp 's Gravenweteringpark
Bijlagen Bij Toelichting - 17
Bijlage 17 Nota van beantwoording zienswijzen BP 's-Gravenweteringpark
Bijlagen Bij Toelichting - 18
Bijlage 18 Q-team advies bouwplan Bemog Projectontwikkeling BV