KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
Artikel 2 Wijze Van Meten
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Agrarisch
Artikel 4 Bedrijf
Artikel 5 Detailhandel
Artikel 6 Dienstverlening
Artikel 7 Gemengd - 2
Artikel 8 Gemengd - 3
Artikel 9 Groen
Artikel 10 Horeca
Artikel 11 Kantoor
Artikel 12 Maatschappelijk
Artikel 13 Recreatie - Dagrecreatie
Artikel 14 Sport
Artikel 15 Tuin
Artikel 16 Verkeer
Artikel 17 Verkeer - Verblijfsgebied
Artikel 18 Water
Artikel 19 Wonen
Artikel 20 Leiding - Gas
Artikel 21 Leiding - Riool
Artikel 22 Leiding-hoogspanningsverbinding
Artikel 23 Waarde - Archeologie 1
Artikel 24 Waarde - Archeologie 2
Artikel 25 Waterstaat
Artikel 26 Waterstaat - Waterkering
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 27 Anti-dubbeltelregel
Artikel 28 Algemene Bouwregels
Artikel 29 Algemene Gebruiksregels
Artikel 30 Algemene Afwijkingsregels
Artikel 31 Algemene Wijzigingsregels
Artikel 32 Algemene Procedureregels
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 33 Overgangsrecht
Artikel 34 Slotregel
Bijlage 1 Staat Van Bedrijfsactiviteiten Bedrijventerrein
Bijlage 2 Staat Van Bedrijfsactiviteiten Functiemenging
Bijlage 3 Lijst Van Horeca-activiteiten
Bijlage 1 Bijlagen

Centrum

Bestemmingsplan - Gemeente Hendrik-Ido-Ambacht

Vastgesteld op 11-06-2012 - geheel onherroepelijk in werking

Bestanden

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan

het bestemmingsplanCentrum van de gemeente Hendrik-Ido-Ambacht.

1.2 bestemmingsplan

de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0531.bp03Centrum-3001 met de bijbehorende regels (en eventuele bijlagen).

1.3 aanduiding

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.

1.4 aanduidingsgrens

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.

1.5 aan- en uitbouw

  1. a. aanbouw: een aangebouwd bijgebouw, dat in bouwkundig en functioneel opzicht te onderscheiden is van het hoofdgebouw;
  2. b. uitbouw: een uitbreiding van de woonruimte, dat in bouwkundig opzicht te onderscheiden is van het hoofdgebouw.

1.6 aan-huis-gebonden beroep

een dienstverlenend beroep, dat in een woning door de bewoner wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is.

1.7 bebouwing

één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.

1.8 bedrijf

een onderneming gericht op het produceren, bewerken, herstellen, installeren of inzamelen van goederen, alsmede verhuur, opslag en distributie van goederen.

1.9 bedrijfs- of dienstwoning

een woning in of bij een gebouw of op een terrein, die slechts is bestemd voor bewoning door (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar noodzakelijk is, gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein.

1.10 bestaande afstands-, hoogte-, inhouds-, en oppervlaktematen

afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen, die op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan tot stand zijn gekomen of tot stand zullen komen met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Wabo.

1.11 bestemmingsgrens

de grens van een bestemmingsvlak.

1.12 bestemmingsvlak

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.

1.13 Bevi-inrichtingen

bedrijven zoals bedoeld in artikel 2 lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen.

1.14 bouwen

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.

1.15 bouwgrens

de grens van een bouwvlak.

1.16 bouwlaag

een doorlopend gedeelte van een gebouw dat is begrensd door op (nagenoeg) gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen en dat zodanige afmetingen en vormen heeft dat dit gedeelte zonder ingrijpende voorzieningen voor woonfuncties geschikt of geschikt te maken is.

1.17 bouwperceel

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.

1.18 bouwperceelgrens

een grens van een bouwperceel.

1.19 bouwvlak

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.

1.20 bouwwerk

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.

1.21 bijgebouw

een gebouw dat in functioneel en bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw.

1.22 café

een horecabedrijf, niet zijnde een discotheek of bar/dancing, uitsluitend of overwegend gericht op het verstrekken van dranken voor consumptie ter plaatse, met als nevenactiviteit het verstrekken van kleine etenswaren, al dan niet ter plaatse bereid.

1.23 consumentenvuurwerk

vuurwerk dat is bestemd voor particulier gebruik.

1.24 detailhandel

het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.

1.25 detailhandel in volumineuze goederen

detailhandel in de volgende categorieën:

  1. a. detailhandel in brand- en explosiegevaarlijke goederen;
  2. b. detailhandel in volumineuze goederen, zoals auto's, boten, motoren, caravans, landbouwwerktuigen en grove bouwmaterialen en daarmee rechtstreeks samenhangende artikelen, zoals accessoires, onderhoudsmiddelen, onderdelen en materialen;
  3. c. tuincentra;
  4. d. grootschalige meubel-, keuken- en badkamerbedrijven, al dan niet - in ondergeschikte mate - in combinatie met woninginrichting en stoffering;
  5. e. bouwmarkten.

1.26 dienstverlening

het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen, zoals reis- en uitzendbureaus, kapsalons, pedicures, wasserettes, makelaarskantoren, advocatenkantoren, internetwinkels en bankfilialen.

1.27 gebouw

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

1.28 hoofdgebouw

een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn constructie, afmetingen of functie als het belangrijkste bouwwerk valt aan te merken.

1.29 horecabedrijf

het bedrijfsmatig verstrekken van ter plaatse te nuttigen voedsel en dranken, het bedrijfsmatig exploiteren van zaalaccommodatie en/of het bedrijfsmatig verstrekken van nachtverblijf.

1.30 kantoor

voorzieningen gericht op het verlenen van diensten op administratief, financieel, architectonisch, juridisch of een daarmee naar aard gelijk te stellen gebied, waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen.

1.31 kap

een constructie van één of meer dakvlakken met een helling van meer dan 30° en minder dan 65°.

1.32 kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten

het in een woning door de bewoner op bedrijfsmatige wijze uitoefenen van activiteiten, waarvoor geen melding- of vergunningplicht op grond van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer geldt en waarbij de woning in overwegende mate zijn woonfunctie behoudt met een ruimtelijke uitstraling die daarbij past.

1.33 maatschappelijke voorzieningen

overheids-, medische-, onderwijs-, sociaal-culturele, levensbeschouwelijke, recreatieve en vergelijkbare maatschappelijke voorzieningen, alsmede voorzieningen ten behoeve van sportbeoefening, kinderdagverblijven en kinderopvang. (afkomstig uit volgerlanden-oost)

1.34 multifunctioneel horecabedrijf

Een inrichting die gericht is op het verstrekken van (alcoholische) dranken voor consumptie ter plaatse, alsmede het verstrekken van maaltijden of etenswaren die ter plaatse genuttigd worden.

1.35 nutsvoorzieningen

voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling en apparatuur voor telecommunicatie.

1.36 overkapping

een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voorzien van een gesloten dak en minimaal 2 open wanden/ gevels.

1.37 peil

  1. a. voor gebouwen die onmiddellijk aan de weg grenzen: de hoogte van die weg;
  2. b. in andere gevallen en voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld.

1.38 praktijkruimte

een gebouw of een gedeelte daarvan, dat dient voor het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, architectonisch, kunstzinnig, juridisch, medisch, paramedisch, therapeutisch of een daarmee naar aard gelijk te stellen gebied.

1.39 restaurant

een horecabedrijf, uitsluitend of overwegend gericht op het verstrekken van maaltijden voor consumptie ter plaatse, met als nevenactiviteit het verstrekken van dranken.

1.40 seksinrichting

het bedrijfsmatig - of in een omvang of frequentie die daarmee overeenkomt - gelegenheid bieden tot het ter plaatse, in een gebouw of in een vaartuig, verrichten van seksuele handelingen.

1.41 Staat van Bedrijfsactiviteiten "bedrijventerrein" of "functiemenging"

de Staat van Bedrijfsactiviteiten "bedrijventerrein"/"functiemenging" die van deze regels onderdeel uitmaakt.

1.42 straatmeubilair

al dan niet zijnde bouwwerken ten behoeve van openbare (nutsvoorzieningen zoals:

  1. 1. verkeersgeleiders, verkeersborden, lichtmasten, zitbanken, bloembakken, alsmede
  2. 2. telefooncellen, abri's, kunstwerken, speeltoestellen en draagconstructies voor reclame, alsmede
  3. 3. kleinschalige bouwwerken, geen gebouw zijnde, ten behoeve van (openbare) nutsvoorzieningen waaronder inbegrepen voorzieningen ten behoeve van telecommunicatie, energievoorziening en brandkranen.

1.43 uitbouw

zie aan- en uitbouw

1.44 verkoopvloeroppervlakte

de vloeroppervlakte van voor het publiek toegankelijke winkelruimten.

1.45 voorgevel

de gevel van het hoofdgebouw die door zijn aard, functie, constructie of uitstraling als belangrijkste gevel kan worden aangemerkt.

1.46 voorgevellijn

een lijn, welke zoveel mogelijk aansluit aan de ligging van de oorspronkelijke voorgevels van de hoofdgebouwen.

1.47 zorgwoning

met woningen vergelijkbare huisvesting, mede gericht op het verlenen van zorg, al dan niet met gemeenschappelijke voorzieningen.

Artikel 2 Wijze Van Meten

Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

2.1 afstand

de afstand tussen bouwwerken onderling alsmede de afstand van bouwwerken tot de perceelsgrenzen worden daar gemeten waar deze afstanden het kleinst zijn.

2.2 de bouwhoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.

2.3 breedte, lengte en diepte van een bouwwerk

tussen (de lijnen getrokken door) de buitenzijde van de gevels en het hart van de scheidingsmuren.

2.4 de dakhelling:

langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.

2.5 de goothoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.

2.6 de inhoud van een bouwwerk:

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.

2.7 de oppervlakte van een bouwwerk:

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.

2.8 de hoogte van de eerste bouwlaag

wordt gemeten van 0,25 m boven de vloer van de eerste verdieping van de woning.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Agrarisch

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Agrarisch" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. agrarisch aanverwant gebruik zoals het beweiden van dieren, al dan niet in het kader van de agrarische bedrijfsvoering;
  2. b. kleinschalige landschapselementen;
  3. c. extensief recreatief medegebruik;
  4. d. kleinschalige kampeeractiviteiten';
  5. e. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, water, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen en laad- en losvoorzieningen.

3.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  1. a. er mogen uitsluitend andere bouwwerken worden gebouwd waarbij geldt dat:
    1. 1. de bouwhoogte maximaal 10 m mag bedragen;
    2. 2. de oppervlakte maximaal 25 m2 mag bedragen;
    3. 3. bouwwerken uitsluitend mogen worden gebouwd op gronden direct grenzend aan het bouwvlak;
  2. b. in afwijking van het bepaalde onder a mogen bestaande agrarische hulpgebouwen worden gehandhaafd.

3.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 4 Bedrijf

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Bedrijf aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. bedrijven uit ten hoogste categorie 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten "bedrijventerrein";
  2. b. ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van bedrijf - garagebedrijf" tevens voor een autowerkplaats alsmede een verkooppunt voor auto's;
  3. c. ter plaatse van de aanduiding "verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg":tevens een verkooppunt voor motorbrandstoffen, met uitzondering van lpg, met daarbij behorende detailhandel en een autowasstraat;
  4. d. ter plaatse van de aanduiding "verkooppunt voor motorbrandstoffen met lpg": tevens een verkooppunt voor motorbrandstoffen, inclusief lpg, met daarbij behorende detailhandel en een autowasstraat;
  5. e. ter plaatse van de aanduiding "nutsvoorziening" in ieder geval een nutsvoorziening;
  6. f. ter plaatse van de aanduiding "wonen" tevens een woning.
  7. g. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, water, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen en laad- en losvoorzieningen.

4.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  1. a. op deze gronden mag worden gebouwd;
  2. b. gebouwen worden binnen het bouwvlak gebouwd;
  3. c. de bouwhoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste de met de maatvoeringaanduiding aangegeven bouwhoogte;
  4. d. de goothoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste de met de maatvoeringaanduiding aangegeven goothoogte;
  5. e. indien gebouwen op een bouwperceel niet aaneen worden gebouwd, geldt een onderlinge afstand van ten minste 3 m;
  6. f. de bouwhoogte van erfafscheidingen bedraagt ten hoogste:
    1. 1. 1 m voor de (verlengde) voorgevel;
    2. 2. 2 m achter de (verlengde) voorgevel;
    3. 3. 3 m ter plaatse van de aanduiding "nutsvoorziening".
  7. g. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 10 m.

4.3 Afwijken van de bouwregels

4.4 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

  1. a. Bevi-inrichtingen zijn niet toegestaan;
  2. b. opslag van meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk is niet toegestaan;
  3. c. Wgh-inrichtingen zijn niet toegestaan;
  4. d. activiteiten uit kolom 1 van bijlagen C en D van het Besluit milieueffectrapportage 1994 zijn niet toegestaan in de gevallen, zoals genoemd in kolom 2 van de desbetreffende bijlage.
  5. e. opslag van goederen met een totale stapelhoogte van meer dan 4 m is op onbebouwde gronden niet toegestaan;
  6. f. per bedrijf is kantoorvloeroppervlakte die meer bedraagt dan 50% van de brutovloeroppervlakte niet toegestaan;
  7. g. ter plaatse van de aanduiding "verkooppunt voor motorbrandstoffen met lpg" bedraagt de verkoopvloeroppervlakte ten behoeve van detailhandel ten hoogste 40 m².

4.5 Afwijken van de gebruiksregels

Afwijken van de Staat van Bedrijfsactiviteiten "bedrijventerrein"

Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van lid 4.1:

  1. a. om bedrijven toe te laten uit ten hoogste twee categorieën hoger dan in lid 4.1 onder a, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de categorieën, zoals in lid 4.1genoemd;
  2. b. om bedrijven toe te laten die niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten "bedrijventerrein" zijn genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving geacht kan worden te behoren tot de categorieën, zoals in lid 4.1 genoemd.

4.6 Wijzigingsbevoegdheid

Wijziging ten behoeve van consumentenvuurwerk

Burgemeester en wethouders kunnen het plan ter plaatse van de gronden met de bestemming Bedrijfzodanig wijzigen dat de opslag van meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk is toegestaan. De afstand tussen een vuurwerkopslagplaats en (geprojecteerde) kwetsbare objecten, zoals in het Vuurwerkbesluit bedoeld, bedraagt ten minste de veiligheidsafstand die in het Vuurwerkbesluit is voorgeschreven.

Artikel 5 Detailhandel

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Detailhandel aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. detailhandel en dienstverlening;
  2. b. ter plaatse van de aanduiding "wonen" tevens wonen;
  3. c. ter plaatse van de aanduiding "horeca" tevens horecabedrijven uit ten hoogste categorie 1b van bijlage 3 van de Lijst van Horeca-activiteiten;
  4. d. ter plaatse van de aanduiding "supermarkt" uitsluitend één supermarkt;
  5. e. bij deze bestemming behorende voorzieningen zoals groen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen en water.

5.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  1. a. op deze gronden mag worden gebouwd;
  2. b. gebouwen worden binnen het bouwvlak gebouwd;
  3. c. de bouwhoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste de met de maatvoeringaanduiding aangegeven bouwhoogte;
  4. d. de goothoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste de met de maatvoeringaanduiding aangegeven goothoogte;
  5. e. ter plaatse van de aanduiding "specifieke bouwaanduiding - monument" geldt dat het bepaalde in de Monumentenwet van toepassing is;
  6. f. de bouwhoogte van erfafscheidingen elders bedraagt ten hoogste:
    1. 1. 1 m voor de voorgevel;
    2. 2. 2 m achter de voorgevel;
  7. g. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 10 m.

5.3 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

  1. a. de opslag van meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk is niet toegestaan;
  2. b. verkooppunten voor motorbrandstoffen zijn niet toegestaan;
  3. c. detailhandel in volumineuze goederen en grootschalige detailhandel is niet toegestaan, met uitzondering van detailhandel in volumineuze goederen als bedoeld in artikel 1.25 onder d.

5.4 Afwijken van de gebruiksregels

Afwijken van de Lijst van Horeca-activiteiten

Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van lid 5.1:

  1. a. om horecabedrijven toe te laten in één categorie hoger dan in lid 5.1, voor zover het betrokken horecabedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of de bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de categorieën, zoals in lid 5.1 genoemd;
  2. b. om horecabedrijven toe te laten die niet in de Lijst van Horeca-activiteiten zijn genoemd, voor zover het betrokken horecabedrijf naar aard en invloed op de omgeving geacht kan worden te behoren tot de categorieën, zoals in lid 5.1 genoemd.

Artikel 6 Dienstverlening

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Dienstverlening aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. dienstverlening;
  2. b. ter plaatse van de aanduiding "wonen" tevens wonen;
  3. c. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen en water.

6.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  1. a. op deze gronden mag worden gebouwd;
  2. b. gebouwen worden binnen het bouwvlak gebouwd;
  3. c. de bouwhoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste de met de maatvoeringaanduiding aangegeven bouwhoogte;
  4. d. de goothoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste de met de maatvoeringaanduiding aangegeven goothoogte;
  5. e. ter plaatse van de aanduiding "specifieke bouwaanduiding - monument" geldt dat het bepaalde in de Monumentenwet van toepassing is;
  6. f. de bouwhoogte van erfafscheidingen elders bedraagt ten hoogste:
    1. 1. 1 m voor de voorgevel;
    2. 2. 2 m achter de voorgevel;
  7. g. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 10 m.

Artikel 7 Gemengd - 2

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Gemengd - 2 aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. detailhandel en dienstverlening;
  2. b. maatschappelijk;
  3. c. horecabedrijven uit ten hoogste categorie 1b van de Lijst van Horeca-activiteiten;
  4. d. ter plaatse van de aanduiding "wonen" tevens wonen;
  5. e. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen en water.

7.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  1. a. op deze gronden mag worden gebouwd;
  2. b. gebouwen worden uitsluitend gebouwd in het bouwvlak;
  3. c. de bouwhoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste de met de maatvoeringaanduiding aangegeven bouwhoogte;
  4. d. de goothoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste de met de maatvoeringaanduiding aangegeven goothoogte;
  5. e. de bouwhoogte van erfafscheidingen bedraagt ten hoogste 2 m;
  6. f. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 10 m

7.3 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

  1. a. de opslag van meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk is niet toegestaan;
  2. b. verkooppunten voor motorbrandstoffen zijn niet toegestaan;
  3. c. detailhandel in volumineuze goederen en grootschalige detailhandel zijn niet toegestaan, met uitzondering van detailhandel in volumineuze goederen als bedoeld in artikel 1.25 onder d.

7.4 Afwijken van de gebruiksregels

Afwijken van de Lijst van Horeca-activiteiten

Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van lid 7.1:

  1. a. om horecabedrijven toe te laten in één categorie hoger dan in lid 7.1, voor zover het betrokken horecabedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of de bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de categorieën, zoals in lid 7.1 genoemd;
  2. b. om horecabedrijven toe te laten die niet in de Lijst van Horeca-activiteiten zijn genoemd, voor zover het betrokken horecabedrijf naar aard en invloed op de omgeving geacht kan worden te behoren tot de categorieën, zoals in lid 7.1 genoemd.

Artikel 8 Gemengd - 3

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Gemengd - 3 aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wonen en kantoren;
  2. b. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen en water.

8.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  1. a. op deze gronden mag worden gebouwd;
  2. b. hoofdgebouwen worden binnen het bouwvlak gebouwd;
  3. c. de bouwhoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste de met de maatvoeringaanduiding aangegeven bouwhoogte;
  4. d. de goothoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste de met de maatvoeringaanduiding aangegeven goothoogte;
  5. e. ter plaatse van de aanduiding "specifieke bouwaanduiding - monument" geldt dat het bepaalde in de Monumentenwet van toepassing is;
  6. f. de bouwhoogte van erfafscheidingen bedraagt ten hoogste:
    1. 1. 1 m voor de voorgevel;
    2. 2. 2 m achter de voorgevel;
  7. g. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 10 m.

Artikel 9 Groen

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Groen aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. groen, water, speelvoorzieningen, straatmeubilair en voet- en fietspaden;
  2. b. bij deze bestemming behorende nutsvoorzieningen.

9.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  1. a. op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd;
  2. b. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 10 m.

Artikel 10 Horeca

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Horeca aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. gebouwen ten behoeve van horecabedrijven, zoals opgenomen in de categorieen 1,2, 3 en 4 van de in bijlage 3 opgenomen Lijst van horeca-activiteiten;
  2. b. ter plaatse van de aanduiding "detailhandel" tevens detailhandel;
  3. c. ter plaatse van de aanduiding "wonen" tevens wonen;
  4. d. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, water, nutsvoorzieningen, wegen en paden en parkeervoorzieningen.

10.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  1. a. op deze gronden mag worden gebouwd;
  2. b. gebouwen worden binnen het bouwvlak gebouwd;
  3. c. de bouwhoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste de met de maatvoeringaanduiding aangegeven bouwhoogte;
  4. d. de goothoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste de met de maatvoeringaanduiding aangegeven goothoogte;
  5. e. de totale oppervlakte van gebouwen en overkappingen bedraagt ten hoogste het met de maatvoeringaanduiding aangegeven bebouwingspercentage van het bouwperceel; indien geen bebouwingspercentage is aangegeven, geldt een bebouwingspercentage van 100% van het bouwperceel;
  6. f. ter plaatse van de aanduiding "specifieke bouwaanduiding - monument" geldt dat het bepaalde in de Monumentenwet van toepassing is;
  7. g. de bouwhoogte van erfafscheidingen elders bedraagt ten hoogste 2 m;
  8. h. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 10 m.

10.3 Afwijken van de gebruiksregels

Afwijken van de Lijst van Horeca-activiteiten

Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van lid 10.1:

  1. a. om horecabedrijven toe te laten in één categorie hoger dan in lid 10.1, voor zover het betrokken horecabedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of de bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de categorieën zoals in lid 10.1 genoemd;
  2. b. om horecabedrijven toe te laten die niet in de Staat van Horeca-activiteiten zijn genoemd, voor zover het betrokken horecabedrijf naar aard en invloed op de omgeving geacht kan worden te behoren tot de horecacategorieën, zoals in lid 10.1 genoemd.

Artikel 11 Kantoor

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Kantoor aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. kantoren;
  2. b. ter plaatse van de aanduiding "wonen" tevens wonen;
  3. c. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen en water.

11.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  1. a. op deze gronden mag worden gebouwd;
  2. b. gebouwen worden binnen het bouwvlak gebouwd;
  3. c. de bouwhoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste de met de maatvoeringaanduiding aangegeven bouwhoogte;
  4. d. de goothoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste de met de maatvoeringaanduiding aangegeven goothoogte;
  5. e. de bouwhoogte van erfafscheidingen bedraagt ten hoogste:
    1. 1. 1 m voor de voorgevel;
    2. 2. 2 m achter de voorgevel;
  6. f. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 10 m.

Artikel 12 Maatschappelijk

12.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Maatschappelijk aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. bibliotheken, gezondheidszorg, jeugd- en kinderopvang, onderwijs, openbare dienstverlening en verenigingsleven, (bejaarden)verzorgingsflats en religieuze en levensbeschouwelijke activiteiten en bijeenkomsten;
  2. b. ter plaatse van de aanduiding "begraafplaats" uitsluitend voor een begraafplaats;
  3. c. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen en water.

12.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  1. a. op deze gronden mag worden gebouwd;
  2. b. gebouwen worden binnen het bouwvlak gebouwd;
  3. c. de bouwhoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste de met de maatvoeringaanduiding aangegeven bouwhoogte;
  4. d. de goothoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste de met de maatvoeringaanduiding aangegeven goothoogte;
  5. e. de totale oppervlakte van gebouwen en overkappingen bedraagt ten hoogste het met de maatvoeringaanduiding aangegeven bebouwingspercentage van het bouwvlak; indien geen bebouwingspercentage is aangegeven, geldt een bebouwingspercentage van 100% van het bouwperceel;
  6. f. bij iedere bestemming mag ten hoogste één dienstwoning met een inhoud van ten hoogste 500 m3worden gebouwd;
  7. g. bij iedere woning mag als bijgebouw een huishoudelijke berg- of werkruimte, garage en/of carport, met een grondoppervlakte van ten hoogste 30 m2, een goothoogte van ten hoogste 3 meter en een bouwhoogte van ten hoogste 4,5 meter worden gebouwd;
  8. h. ter plaatse van de aanduiding "specifieke bouwaanduiding - monument" geldt dat het bepaalde in de Monumentenwet van toepassing is;
  9. i. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 10 m.

12.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van lid 12.2:

  1. a. onder b: voor de bouw van bergingen en/of fietsenstallingen buiten het bouwvlak, mits de totale grondoppervlakte van de gebouwen per bestemmingsvlak niet meer dan 50 m2 en de bouwhoogte niet meer dan 3 m zal bedragen;
  2. b. onder b: ter plaatse van de aanduiding "specifieke bouwaanduiding - afwijkende maatvoering" voor de bouw van gebouwen buiten het bouwvlak, mits de totale grondoppervlakte van de gebouwen per bestemmingsvlak niet meer dan 100 m2 en de goot- en bouwhoogte niet meer dan 3 en 6 meter zal bedragen;
  3. c. onder c en d tot maximaal 50 m voor de bouw van (klokke)torens;
  4. d. onder c tot een bouwhoogte van ten hoogste 20 m;
  5. e. onder d tot een goothoogte van ten hoogste 15 m;
  6. f. onder f voor de bouw van een tweede dienstwoning met een goothoogte van ten hoogste 6 meter en een inhoud van ten hoogste 500 m3;
  7. g. onder i tot ten hoogste 20 m.

Artikel 13 Recreatie - Dagrecreatie

13.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Recreatie - Dagrecreatie" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. dagrecreatie en bijbehorende voorzieningen;
  2. b. ter plaatse van de aanduiding "sporthal" tevens een sporthal;
  3. c. ter plaatse van de aanduiding "zwembad" tevens een zwembad;
  4. d. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen en water.

13.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  1. a. op deze gronden mag worden gebouwd;
  2. b. gebouwen worden binnen het bouwvlak gebouwd;
  3. c. de bouwhoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste de met de maatvoeringaanduiding aangegeven bouwhoogte;
  4. d. de goothoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste de met de maatvoeringaanduiding aangegeven goothoogte;
  5. e. de totale oppervlakte van gebouwen en overkappingen bedraagt ten hoogste het met de maatvoeringaanduiding aangegeven bebouwingspercentage van het bouwperceel; indien geen bebouwingspercentage is aangegeven, geldt een bebouwingspercentage van 100% van het bouwperceel;
  6. f. de bouwhoogte van erfafscheidingen bedraagt ten hoogste 2 m;
  7. g. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 10 m.

Artikel 14 Sport

14.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Sport aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. sportvoorzieningen en de daarbij behorende gebouwen en andere bouwwerken;
  2. b. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen, water en (ontsluitings)wegen.

14.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  1. a. op deze gronden mag worden gebouwd;
  2. b. gebouwen worden binnen het bouwvlak gebouwd;
  3. c. de bouwhoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste de met de maatvoeringaanduiding aangegeven bouwhoogte;
  4. d. de goothoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste de met de maatvoeringaanduiding aangegeven goothoogte;
  5. e. de bouwhoogte van erfafscheidingen bedraagt ten hoogste 2 m;
  6. f. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 15 m;
  7. g. bestaande bebouwing die niet voldoet aan de maatvoering als bedoeld in lid 14.2 a t/m f mag worden gehandhaafd en herbouwd waarbij de bestaande maatvoering als maximale maatvoering geldt en de situering van het (hoofd)gebouw niet mag worden gewijzigd.

14.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 14.2:

  1. a. voor het bouwen van gebouwen buiten het bouwvlak waarbij:
    1. 1. iedere vereniging maximaal 100 m2 mag uitbreiden;
    2. 2. de bouwhoogte niet meer dan 3 m mag bedragen;
    3. 3. de afstand van de gebouwen tot de bestemmingsgrenzen tenminste 10 m zal bedragen;
  2. b. voor de bouw van een tribune met een grondoppervlak van ten hoogste 500 m2 en een goothoogte van ten hoogste 10 m en een bouwhoogte van ten hoogste 13 m.

Artikel 15 Tuin

15.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Tuin aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. tuinen bij de op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouwen;
  2. b. parkeervoorzieningen voor aangrenzende hoofdgebouwen indien het hoofdgebouw een vrijstaande woning, een halfvrijstaande woning of een eindwoning van een rij betreft.

15.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  1. a. op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd;
  2. b. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 1 m;

c. de oppervlakte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 2 m2.

15.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 15.2:

  1. a. wanneer de (aaneengesloten) tuin groter is dan 200 m2, zijn vrijstaande bijgebouwen en overkappingen toegestaan met een totaal grondoppervlak van maximaal 15 m2 en een bouwhoogte van maximaal 3 m.
  2. b. voor balkons, erkers of gelijkwaardig, welke onderdeel zijn van het hoofdgebouw voor een maximum van 4 m2;
  3. c. voor luifels, welke onderdeel zijn van het hoofdgebouw, voor maximaal 0,75 m2.

Artikel 16 Verkeer

16.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Verkeer" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wegen met ten hoogste 2 x 1 doorgaande rijstrook, alsmede opstelstroken, busstroken, voet- en fietspaden;
  2. b. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals geluidswerende voorzieningen, groen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen, reclame-uitingen en water.

16.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  1. a. op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd;
  2. b. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, anders dan ten behoeve van de verkeersregeling, de verkeers- of wegaanduiding of de verlichting bedraagt ten hoogste 10 m.

Artikel 17 Verkeer - Verblijfsgebied

17.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Verkeer - Verblijfsgebied" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. verblijfsgebied met een functie voor verblijf, verplaatsing en gebruik ten dienste van de aangrenzende bestemmingen;
  2. b. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen, reclame-uitingen en water.
  3. c. straatmeubilair.

17.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  1. a. op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd;
  2. b. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, anders dan ten behoeve van de verkeersregeling, de verkeers- of wegaanduiding of de verlichting bedraagt ten hoogste 10 m.

Artikel 18 Water

18.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Water aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. verkeer te water;
  2. b. water ten behoeve van de waterhuishouding;
  3. c. met bijbehorende bouwwerken ten behoeve van nutsvoorzieningen.

18.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  1. a. op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd;
  2. b. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, anders dan ten behoeve van de verkeersregeling of de verlichting bedraagt ten hoogste 6 m.
  3. c. aanlegsteigers zijn niet toegestaan, met uitzondering van die ten behoeve van de beroepsvaart.

Artikel 19 Wonen

19.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Wonen aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. woningen;
  2. b. ter plaatse van de aanduiding "bedrijf" tevens een bedrijf;
  3. c. ter plaatse van de aanduiding "detailhandel" tevens detailhandel;
  4. d. ter plaatse van de aanduiding "dienstverlening" tevens dienstverlening;
  5. e. ter plaatse van de aanduiding "garages": uitsluitend garages en bergplaatsen ten behoeve van de woningen;
  6. f. ter plaatse van de aanduiding "gemengd" doch uitsluitend op de begane grond:
    1. 1. bedrijven uit ten hoogste categorie B2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten "functiemenging"; met opslagruimten, met uitzondering van detailhandel.
    2. 2. dienstverlening;
    3. 3. horecabedrijven uit ten hoogste categorie 1b van bijlage 3 van de Lijst van Horeca-activiteiten;
    4. 4. kantoor;
    5. 5. ateliers;
  7. g. ter plaatse van de aanduiding "horeca" tevens horecabedrijven uit ten hoogste categorie 2a van bijlage 3 van de Lijst van Horeca-activiteiten;
  8. h. ter plaatse van de aanduiding "kantoor" tevens een kantoor;
  9. i. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals erven, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, tuinen en water.

19.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  1. a. op deze gronden mag worden gebouwd;

19.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de goothoogte met dien verstande, dat de bestaande goothoogte kan worden aangehouden indien dit in verband met het bestaande gevelbeeld -gekenmerkt door lage goothoogtes- gewenst is. Deze nadere eis kan worden gesteld ten aanzien van de volgende historische linten:

  • Dorpstraat;
  • Kerkstraat;
  • Veersedijk;
  • Onderdijk en
  • Onderdijkse Rijweg.

Alvorens nadere eisen worden gesteld, wordt advies ingewonnen bij de Monumentencommissie.

19.4 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 19.2.2:

  1. a. onder d of e: voor het bouwen van een balustrade met een maximale bouwhoogte van 1,25 m ten behoeve van een dakterras, mits geen afbreuk wordt gedaan aan de gebruiksmogelijkheden en bezonning van aangrenzende percelen;
  2. b. onder f: voor het bouwen van aan- en uitbouwen met een diepte van ten hoogste 5 m, gemeten vanaf het bouwvlak;
  3. c. voor de bouw van dakopbouwen;
  4. d. onder d en e: voor een hogere bouwhoogte van een aanbouw of uitbouw of een vrijstaand bijgebouw waarbij geldt dat:
    1. 1. de bouwhoogte maximaal 5 m bedraagt;
    2. 2. de goothoogte maximaal bedraagt:
      • voor uitbouwen en aanbouwen: ten hoogste de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw, met een maximum bouwhoogte van 4 m;
      • voor vrijstaande bijgebouwen: ten hoogste de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw; met een maximum bouwhoogte van 3 m;
    3. 3. de dakhelling van aan- en uitbouwen ten hoogste de dakhelling van het bijbehorende hoofdgebouw bedraagt;
    4. 4. de dakhelling van vrijstaande bijgebouwen ten hoogste 45° bedraagt;
  5. e. onder h: tot een gezamenlijk grondoppervlakte van ten hoogste 100 m2 op bouwpercelen kleiner dan 2000 m2, en van ten hoogste 150 m2 bij grotere bouwpercelen, mits het erf voor 50% onbebouwd blijft.

19.5 Specifieke gebruiksregels

Binnen deze bestemming is de uitoefening van een aan-huis-gebonden beroep of bedrijf in maximaal milieucategorie 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten toegestaan als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie, waarbij de volgende regels van toepassing zijn:

  1. a. de omvang van de activiteit bedraagt ten hoogste 25% van de gezamenlijke vloeroppervlakte van de (woon)bebouwing tot een maximum van 40 m2;
  2. b. het gebruik geen nadelige invloed heeft op de normale afwikkeling van het verkeer en geen onevenredige toename van de parkeerbehoefte veroorzaakt;
  3. c. het gebruik geen onevenredige hinder voor het woonmilieu oplevert en geen afbreuk doet aan het woonkarakter van de omgeving;
  4. d. er geen bedrijfsmatige activiteiten plaatsvinden die betrekking hebben op het onderhouden en repareren van motorvoertuigen;
  5. e. het gebruik niet gepaard gaat met horeca en detailhandel, uitgezonderd beperkte verkoop die ondergeschikt is aan het uitoefenen van het aan huisverbonden beroep;
  6. f. de woning er als woning uit blijft zien (reclame-uitingen aan o.a. gevel en dak(rand) zijn niet toegestaan)
  7. g. de activiteit wordt uitgeoefend door de bewoner.

19.6 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming wijzigen en toestaan dat op een perceel de aanduidingen detailhandel, horeca, kantoren, praktijkruimten, bedrijven of opslag worden toegevoegd dan wel geschrapt mits:

  • bijdrage wordt geleverd aan de handhaving, versterking en/of herstel van de cultuurhistorische waarde van de Dorpsstraat;
  • ten hoogste milieucategorie 2 bedrijven worden toegestaan;
  • de aanduiding "bedrijf" alleen mag worden toegevoegd als elders aan de Dorpsstraat een aanduiding "bedrijf" wordt geschrapt, m.u.v. opslag;
  • het bestaande brutovloeroppervlak aan detailhandel met ten hoogste 25% mag worden vergroot;
  • het aantal woningen mag niet worden verminderd;
  • het aantal horecavestigingen ten hoogste 9 mag bedragen.

Alvorens deze wijzigingsbevoegdheid toe te passen, wordt advies ingewonnen bij de Monumentencommissie.

Artikel 20 Leiding - Gas

20.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Leiding - Gas" aangewezen gronden zijn behalve voor de andere aldaar geldende bestemming(en) tevens bestemd voor een aardgastransportleiding.

20.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  1. a. op deze gronden mogen ten behoeve van de in lid 20.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 6 m;
  2. b. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering.

20.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van lid 20.2 onder b. Een omgevingsvergunning wordt verleend, indien de bij de betrokken bestemming(en) behorende bouwregels in acht worden genomen en het belang van de leiding(en) door de bouwactiviteiten niet onevenredig wordt geschaad en vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de betrokken leidingexploitant.

20.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 21 Leiding - Riool

21.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Leiding - Riool" aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere aldaar geldende bestemming(en) - tevens bestemd voor een rioolleiding met een diameter van ten hoogste 1 m.

21.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  1. a. op deze gronden mogen ten behoeve van de in lid 21.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 6 m;
  2. b. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag - met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels - uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering.

21.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van lid 21.2 onder b, indien de bij de betrokken bestemming behorende bouwregels in acht worden genomen en het belang van de leiding(en) door de bouwactiviteiten niet onevenredig wordt geschaad.

21.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 22 Leiding-hoogspanningsverbinding

22.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Leiding-Hoogspanningsverbinding aangewezen gronden zijn -behalve voor de andere aldaar geldende bestemming(en)- tevens bestemd voor een bovengrondse hoogspanningsleiding van ten hoogste 50 kV.

22.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  1. a. op deze gronden mogen ten behoeve van de in lid 22.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 45 m;
  2. b. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag -met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels- uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing, of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering.

22.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde van lid 22.2 onder b indien de bij de betrokken bestemming behorende bouwregels in acht worden genomen en het belang van de leiding(en) door de betrokken bouwactiviteiten niet onevenredig worden geschaad en vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de betrokken exploitant.

22.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 23 Waarde - Archeologie 1

23.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Waarde - Archeologie 1 aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere aldaar geldende bestemming(en) - tevens bestemd voor de bescherming en het behoud van de aanwezige archeologische monumenten.

23.2 Bouwregels

Ten aanzien van de in lid 23.1 bedoelde gronden geldt dat er geen bouwwerken mogen worden gebouwd.

23.3 Afwijken van de bouwregels

  1. a. Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 23.2voor de bouw van bouwwerken ten dienste van de andere daar voorkomende bestemmingen, onder de voorwaarde dat:
    1. 1. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de archeologische waarde van het gebied, of;
    2. 2. een afweging van de in het geding zijnde belangen tot uitkomst heeft dat, onverminderd het elders in het plan bepaalde, een omgevingsvergunning voor het afwijken in redelijkheid niet kan worden geweigerd;
  2. b. Bij de afweging van de omgevingsvergunning voor het afwijken geven burgemeester en wethouders toepassing aan de volgende criteria:
    1. 1. de aanvrager van een omgevingsvergunning voor het bouwen dient in het belang van de bescherming van de archeologische betekenis van de gronden een rapport te overleggen waarin de archeologische waarde van het terrein, dat blijkens de aanvraag kan worden verstoord, naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld
    2. 2. burgemeester en wethouders advies inwinnen bij een archeologisch deskundige alvorens de omgevingvergunning voor het afwijken te verlenen;
  3. c. in afwijking van het bepaalde hiervoor onder a en b kan de omgevingsvergunning voor het afwijken worden verleend indien voor de werkzaamheden voortvloeiend uit de bouwaanvraag reeds een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden als bedoeld in lid 23.4 is verleend; het bepaalde in de andere daar voorkomende bestemmingen blijft onverminderd van toepassing.

23.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 24 Waarde - Archeologie 2

24.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Waarde - Archeologie 2 aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere aldaar geldende bestemming(en) - tevens bestemd voor de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden.

24.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  1. a. op deze gronden mogen ten behoeve van de in lid 24.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 3 m;
  2. b. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag - met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels uitsluitend worden gebouwd, indien:
    1. 1. de aanvrager van de omgevingsvergunning een rapport heeft overlegd waarin de archeologische waarde van de betrokken locatie naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld;
    2. 2. de betrokken archeologische waarden, gelet op dit rapport, door de bouwactiviteiten niet worden geschaad of mogelijke schade kan worden voorkomen door aan de bouwvergunning regels te verbinden, gericht op het behoud van de archeologische resten in de bodem, het doen van opgravingen dan wel het begeleiden van de bouwactiviteiten door een archeologisch deskundige;
  3. c. het bepaalde in dit lid onder b.1 en b.2 is niet van toepassing, indien het bouwplan betrekking heeft op een of meer van de volgende activiteiten of bouwwerken:
    1. 1. vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en waarbij gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering;
    2. 2. een bouwwerk met een oppervlakte van ten hoogste 100 m2;
    3. 3. een bouwwerk dat zonder graafwerkzaamheden dieper dan 30 cm en zonder heiwerkzaamheden kan worden geplaatst.

24.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van lid 24.2 onder b, ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) - met in achtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels - , indien:

  1. a. de aanvrager van de omgevingsvergunning (voor het bouwen) een rapport heeft overlegd waarin de archeologische waarde van de betrokken locatie naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld;
  2. b. de betrokken archeologische waarden, gelet op dit rapport, door de bouwactiviteiten niet worden geschaad of mogelijke schade kan worden voorkomen door aan de omgevingsvergunning (voor het bouwen) regels te verbinden, gericht op het behoud van archeologische resten in de bodem, het doen van opgravingen dan wel het begeleiden van de bouwactiviteiten door een archeologisch deskundige;
  3. c. de bij de betrokken bestemming behorende bouwregels in acht worden genomen.

24.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 25 Waterstaat

25.1 Bestemmingsomschrijving


De voor "Waterstaat" aangewezen gronden zijn behalve voor de andere aldaar geldende bestemming(en) tevens bestemd voor waterstaatkundige voorzieningen.

25.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  1. a. op de gronden mogen ten behoeve van de in lid 25.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd;
  2. b. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 6 m;
  3. c. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering.

25.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van lid 25.2 onder c. Een omgevingsvergunning wordt verleend, indien de bij de betrokken bestemming behorende bouwregels in acht worden genomen en het waterstaatsbelang door de bouwactiviteiten niet onevenredig wordt geschaad.

Artikel 26 Waterstaat - Waterkering

26.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Waterstaat - Waterkering" aangewezen gronden zijn behalve voor de andere aldaar geldende bestemming(en) tevens bestemd voor de waterkering.

26.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  1. a. op de gronden mogen ten behoeve van de in lid 26.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd;
  2. b. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 6 m;
  3. c. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering.

26.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van lid 26.2 onder c. Een omgevingsvergunning wordt verleend, indien de bij de betrokken bestemming behorende bouwregels in acht worden genomen en het waterkeringsbelang door de bouwactiviteiten niet onevenredig wordt geschaad.

Hoofdstuk 3 Algemene Regels

Artikel 27 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 28 Algemene Bouwregels

28.1 Overschrijding bouwgrenzen

De bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, mogen in afwijking van aanduidingsgrenzen, aanduidingen en bestemmingsregels worden overschreden door:

  1. a. tot gebouwen behorende stoepen, stoeptreden, trappen(huizen), galerijen, hellingbanen, funderingen, balkons, entreeportalen, veranda's en afdaken, mits de overschrijding ten hoogste 2,5 m bedraagt;
  2. b. tot gebouwen behorende erkers en serres, mits de overschrijding ten hoogste 2 m bedraagt;
  3. c. andere ondergeschikte onderdelen van gebouwen, mits de overschrijding ten hoogste 1,5 m bedraagt.

28.2 Bestaande bouwwerken

Bouwwerken, welke niet voldoen aan het bepaalde in hoofdstuk 2 zijn toegestaan voor zover deze rechtsgeldig zijn gebouwd of een rechtsgeldige bouwtitel hebben op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van dit plan. De bestaande, afwijkende maatvoering geldt dan als maximale maatvoering.

28.3 Geluidzone - industrie

Ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - industrie' geldt een zone als bedoeld in artikel 40 en artikel 41, eerste en tweede lid van de Wet geluidhinder. Binnen deze zone mogen geen nieuwe geluidgevoelige objecten worden gerealiseerd. Vervanging van bestaande geluidgevoelige objecten is slechts toegestaan indien wordt voldaan aan de bepalingen van de Wet geluidhinder.

28.4 Uitsluiting aanvullende werking bouwverordening

De voorschriften van stedenbouwkundige aard en de bereikbaarheid van paragraaf 2.5 van de bouwverordening zijn uitsluitend van toepassing, voor zover het betreft:

  1. a. bereikbaarheid van bouwwerken voor wegverkeer, brandblusvoorzieningen;
  2. b. brandweeringang;
  3. c. bereikbaarheid van gebouwen voor gehandicapten;
  4. d. de ruimte tussen bouwwerken;
  5. e. parkeergelegenheid en laad- en losmogelijkheden bij of in gebouwen.

Artikel 29 Algemene Gebruiksregels

29.1 Gebruiksregels ten aanzien van onbebouwde gronden

29.2 Gebruiksregels ten aanzien van bouwwerken

Artikel 30 Algemene Afwijkingsregels

30.1 overschrijding maatvoering

Burgemeester en wethouders kunnen - tenzij op grond van HOOFDSTUK 2 reeds een omgevingsvergunning voor afwijken kan worden verleend - met een omgevingsvergunning afwijken van de regels voor:

  1. a. afwijkingen van maten met ten hoogste 10%. Een omgevingsvergunning voor afwijken wordt niet verleend, indien daardoor onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  2. b. overschrijding van bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein; de overschrijdingen mogen echter ten hoogste 3 m bedragen en het bouwvlak mag met ten hoogste 10% worden vergroot. Een omgevingsvergunning voor afwijken wordt niet verleend, indien daardoor onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.
  3. c. de bouw ten dienste van (openbare) nutsvoorzieningen van:
    1. 1. niet voor bewoning bestemde gebouwen ten dienste van het openbaar nut, waarbij de inhoud ten hoogste 25 m³ en de bouwhoogte ten hoogste 4 m mag bedragen, gasdrukregel- en gasdrukmeetstations uitgezonderd. Bij de beoordeling van de toelaatbaarheid van de omgevingsvergunning voor afwijken dient in de belangenafweging eveneens te worden gelet op de effecten met betrekking tot de verkeersveiligheid (zichtlijnen en voldoende ruimte voor voetgangers en/of bedienend verkeer);
    2. 2. andere bouwwerken, zoals standbeelden, uitingen van kunst en dergelijke tot een maximale hoogte van 15 m. Bij de beoordeling van de toelaatbaarheid van de omgevingsvergunning voor afwijken dient in de belangenafweging eveneens te worden gelet op de effecten met betrekking tot de verkeersveiligheid (zichtlijnen en voldoende ruimte voor voetgangers en/of bedienend verkeer):
  4. d. het in geringe mate aanpassen van het plan zoals een bouwgrens of een (andere) aanduiding, indien bij definitieve uitmeting of verkaveling blijkt, dat deze aanpassing in het belang van de juiste verwerkelijking van het plan redelijk gewenst of noodzakelijk is om het plan aan te passen aan de werkelijke toestand van het terrein, waarbij de grenzen met niet meer dan 1 m mogen worden verschoven;
  5. e. de bouw van een steiger binnen de bestemming Water mits:
    1. 1. de hoogte niet meer bedraagt dan 0,5 meter boven het waterpeil;
    2. 2. de steiger niet breder is dan 10% van de totale breedte van de watergang ter plaatse, met een maximum van 2 meter uit de oever;
    3. 3. de steiger niet breder is dan 10 meter en de afstand tot de zijdelingse perceelsgrenzen ten minste gelijk is aan de diepte van de steiger, met een minimum van 1 meter;
    4. 4. de oppervlakte niet meer bedraagt dan 20 m2;
    5. 5. geen afbreuk wordt gedaan aan de gewenste beeldkwaliteit van de omgeving;
    6. 6. vooraf advies is ingewonnen bij de waterbeheerder.

30.2 voorziening jongerenontmoetingsplek

Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van de regels voor het bouwen van een voorziening ten behoeve van een jongeren ontmoetingsplek waarbij de oppervlakte niet meer bedraagt dan 20 m2 en de bouwhoogte niet meer dan 4 m.

Artikel 31 Algemene Wijzigingsregels

31.1 Wro - zone - wijzigingsgebied

Burgemeester en wethouders kunnen, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 Wro, de bestemming gelegen binnen de aanduiding 'wro-zone- wijzigingsgebied' wijzigen naar bestemmingen 'Wonen', 'Tuin', ''Groen en 'Verkeer - Verblijfsgebied' mits:

  1. a. uitsluitend aaneengesloten, vrijstaande en/of niet meer dan twee aaneengesloten woningen worden gebouwd;
  2. b. het aantal woningen niet meer bedraagt dan twintig;
  3. c. de hoogte van de woningen niet meer dan drie bouwlagen betreft;
  4. d. de betreffende gronden bij voorkeur ontsloten worden op de Van Elkstraat;
  5. e. vooraf een bouwplan met inrichtingsplan is voorgelegd waaruit blijkt dat sprake is van:
    1. 1. aansluiting op het karakter van de woonbebouwing van de omgeving in stedenbouwkundig en architectonisch opzicht;
    2. 2. kleinschalige en een open structuur.
  6. f. toepassing wordt gegeven aan het bepaalde in lid 31.2.

31.2 Toetsingskader

Alvorens toepassing te geven aan het bepaalde in lid 31.1 dient voldaan te worden aan de onderzoeksverplichting op de volgende onderdelen:

  1. a. geluid conform de Wet geluidhinder;
  2. b. luchtkwaliteit;
  3. c. voldoende parkeergelegenheid;
  4. d. mobiliteitstoets;
  5. e. bodemkwaliteit;
  6. f. watertoets;
  7. g. archeologie;
  8. h. externe veiligheid;
  9. i. ecologie, toetsing flora- en faunawet;
  10. j. economische uitvoerbaar en kostenverhaal.

31.3 Overschrijding bestemmingsgrenzen

Burgemeester en wethouders kunnen de in het plan opgenomen bestemmingen wijzigen ten behoeve van overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein. De overschrijdingen mogen echter ten hoogste 3 m bedragen en het bestemmingsvlak mag met ten hoogste 10% worden vergroot.

31.4 Archeologische waarden

Wijziging ten behoeve van verwijdering van bestemming

Burgemeester en wethouders kunnen op één of meer bestemmingsvlakken de bestemming Waarde -Archeologie 2 geheel of gedeeltelijk verwijderen, indien:

  1. a. uit nader archeologisch onderzoek is gebleken dat ter plaatse geen archeologische waarden aanwezig zijn;
  2. b. het op grond van nader archeologisch onderzoek niet meer noodzakelijk wordt geacht dat het bestemmingsplan ter plaatse in bescherming en veiligstelling van archeologische waarden voorziet.

31.5 Wijzigen maatvoering en bebouwingspercentages

Burgemeester en wethouders kunnen, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 Wro, de in het plan voorgeschreven maatvoeringen en/of bebouwingspercentages wijzigen met ten hoogste 15%, indien in verband met ingekomen aanvragen om omgevingsvergunning, waarvan de realisering gewenst is, deze wijzigingen nodig zijn.

Artikel 32 Algemene Procedureregels

32.1 Procedureregels afwijken bij omgevingsvergunning

Op de voorbereiding van een omgevingsvergunning voor afwijken is de procedure als bedoeld in paragraaf 3.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht van toepassing.

32.2 Procedureregels bij wijzigen ex artikel 3.6 Wro

Op de voorbereiding van een besluit tot wijziging is de procedure als bedoeld in artikel 3.9a van de Wet ruimtelijke ordening van toepassing.

Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels

Artikel 33 Overgangsrecht

33.1 Overgangsrecht bouwwerken

Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,

  1. a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
  2. b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.

33.2 Afwijken

Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig in afwijking van lid 33.1 een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in lid 33.1 met maximaal 10%.

33.3 Uitzondering op het overgangsrecht bouwwerken

Het bepaalde in lid 33.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

33.4 Overgangsrecht gebruik

Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.

33.5 Strijdig gebruik

Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in lid 33.4, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.

33.6 Verboden gebruik

Indien het gebruik, bedoeld in het lid 33.4, na de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.

33.7 Uitzondering op het overgangsrecht gebruik

Het bepaalde in lid 33.4 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 34 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het bestemmingsplanCentrum.

Bijlage 1 Staat Van Bedrijfsactiviteiten Bedrijventerrein

Bijlage 1 Staat van Bedrijfsactiviteiten bedrijventerrein

Bijlage 2 Staat Van Bedrijfsactiviteiten Functiemenging

Bijlage 2 Staat van Bedrijfsactiviteiten functiemenging

Bijlage 3 Lijst Van Horeca-activiteiten

Bijlage 3 Lijst van Horeca-activiteiten

Bijlage 1 Bijlagen

Bijlage 1 Bijlagen