De Volgerlanden-Oost, uitwerkings- en wijzigingsplan gebied A2
Uitwerkingsplan - Gemeente Hendrik-Ido-Ambacht
Vastgesteld op 23-05-2023 - geheel onherroepelijk in werking
1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
1.1 Plan
1.2 Moederplan
1.3 Uitwerkings- en wijzigingsplan
1.4 Verbeelding
1.5 Aan- en uitbouw
1.6 Aangebouwd bijgebouw
1.7 Aan huis verbonden beroep
1.8 Aanduiding
1.9 Aanduidingsgrens
1.10 Achtererf
1.11 Achtergevel
1.12 Achtergevellijn
1.13 Afvalinzamelsysteem
1.14 Ander bouwwerk
1.15 Archeologische waarde
1.16 Bebouwing
1.17 Bedrijf
1.18 Bestaand bouwwerk
1.19 Bestaand gebruik
1.20 Bestemmingsgrens
1.21 Bestemmingsvlak
1.22 Bijgebouw
1.23 Bouwen
1.24 Bouwgrens
1.25 Bouwlaag
1.26 Bouwperceel
1.27 Bouwperceelgrens
1.28 Bouwvlak
1.29 Bouwwerk
1.30 Cultuurhistorische waarde
1.31 Dakkapel
1.32 Dakopbouw
1.33 Erf
1.34 Erfbebouwing
1.35 Erker
1.36 Gebouw
1.37 Geluidsgevoelig object
1.38 Hoofdgebouw
1.39 Kap
1.40 Luifel
1.41 Maatschappelijke voorzieningen
1.42 Milieugevoelig object / functie
- objecten/functies die, gelet op hun aard en omvang, hinder ondervinden van inrichtingen, (spoor)wegen en bedrijven(bedrijfsactiviteiten), voor wat betreft aspecten als geluid, luchtkwaliteit, geur, stof, veiligheid en trillingen. De volgende objecten/functies zijn als milieugevoelig aan te merken:
- woonfuncties, tenzij bij of krachtens enig wettelijk voorschrift anders is bepaald;
- gebouwen voor dagopvang van minderjarigen;
- gebouwen die uitsluitend of in hoofdzaak gebruikt worden door een onderwijsinstelling;
- ziekenhuizen, verpleeginrichtingen en zorginstellingen;
- andere gebouwen die bestemd zijn voor het verblijf, al dan niet gedurende een gedeelte van de dag, van minderjarigen, ouderen, zieken of gehandicapten.
- Daarnaast kunnen in verband met specifieke milieu-aspecten, zoals luchtkwaliteit en externe veiligheid, ook objecten of functies als gevoelig worden aangemerkt, waaronder:
- accommodaties, die zijn ontwikkeld met als doel een fysieke inspanning te leveren, zoals openlucht sportaccommodaties;
- hotels, penitentiaire inrichtingen en asielzoekerscentra;
- kantoorgebouwen.
- Voorts kunnen in verband met specifieke milieu-aspecten, zoals geur, ook objecten of functies als gevoelig worden aangemerkt, waaronder:
- verblijfsrecreatie;
- dagrecreatie;
1.43 Openbaar groen
1.44 Openbare weg
1.45 Overkapping
1.46 Peil
1.47 Prostitutie
1.48 Prostitutiebedrijf
1.49 Seksinrichting
1.50 Straatmeubilair
1.51 Vergunningvrije criteria
1.52 Voorgevel
1.53 Voorgevellijn
1.54 Voorgevelrooilijn
1.55 Wet geluidhinder
1.56 Woning
1.57 Zijerf
1.58 Zijgevel
1.59 Zijgevellijn
Artikel 2 Wijze Van Meten
2.1 De bouwhoogte van een bouwwerk
2.2 De bouwhoogte van een windturbine
2.3 De dakhelling
2.4 De goothoogte van een bouwwerk
2.5 De inhoud van een bouwwerk
2.6 De oppervlakte van een bouwwerk
2.7 De hoogte van de eerste bouwlaag
2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Groen
3.1 Bestemmingsomschrijving
- groenvoorzieningen en water;
- voet- en fietspaden;
- bestaande ontsluitingswegen ten behoeve van aangrenzende bestemmingen;
- speelvoorzieningen;
- straatmeubilair;
- kunstvoorwerpen;
- nutsvoorzieningen en gemalen;
- ter plaatse van de aanduiding "natuur" het behoud, de versterking en/of het herstel van de landschapswaarde, natuurwaarde en cultuurhistorische waarde van het "Perenlaantje".
3.2 Bouwregels
- ten hoogste 1% van de gronden mag worden bebouwd met gebouwen ten dienste van onderhoud en beheer (geen woning zijnde) en speelvoorzieningen;
- de bouwhoogte van gebouwen niet meer mag bedragen dan 4,50 m;
- de bouwhoogte van andere bouwwerken niet meer mag bedragen dan 3 m;
- in afwijking van het bepaalde onder a t/m c mogen op gronden met de aanduiding "natuur" uitsluitend andere bouwwerken worden gebouwd tot een bouwhoogte van 1 m.
3.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 4 Maatschappelijk
4.1 Bestemmingsomschrijving
- maatschappelijke voorzieningen uitsluitend in de vorm van onderwijs, kinderdagverblijven, kinderopvang en verenigingsleven;
- bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen, water en toegangswegen.
4.2 Bouwregels
- op deze gronden mag worden gebouwd;
- de maximale bouwhoogte bedraagt 9 meter;
- de totale oppervlakte van gebouwen en overkappingen bedraagt ten hoogste het met de maatvoeringaanduiding aangegeven bebouwingspercentage van het bouwperceel; indien geen bebouwingspercentage is aangegeven, geldt een bebouwingspercentage van 100% van het bouwperceel;
- de bouwhoogte van overkappingen en bijgebouwen bedraagt ten hoogste 3 meter;
- de bouwhoogte van erfafscheidingen bedraagt ten hoogste 2 m;
- de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 3 m.
4.3 Nadere eisen
- een samenhangend straat en bebouwingsbeeld;
- de verkeersveiligheid;
- de milieusituatie;
- de sociale veiligheid;
- de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
Artikel 5 Verkeer
5.1 Bestemmingsomschrijving
- wegen met hoofdzakelijk een functie voor het doorgaande verkeer, alsmede opstelstroken, in- en uitritten, busstroken en voet- en fietspaden;
- bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals geluidswerende voorzieningen, groen, parkeervoorzieningen, kunstwerken, nutsvoorzieningen, (ondergrondse) afvalverzamelsystemen, straatmeubilair, reclame-uitingen en water.
5.2 Bouwregels
- op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd;
- de bouwhoogte van bouwwerken ten behoeve van de verkeersregeling, de verkeer- of wegaanduiding of de verlichting bedraagt ten hoogste 8 meter;
- de bouwhoogte van geluidswerende voorzieningen bedraagt ten hoogste 1,5 meter;
- de bouwhoogte van kunstwerken bedraagt ten hoogste 6 meter;
- de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 3 meter.
5.3 Nadere eisen
- een samenhangend straat en bebouwingsbeeld;
- de verkeersveiligheid;
- de milieusituatie;
- de sociale veiligheid;
- de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
Artikel 6 Verkeer - Verblijfsgebied
6.1 Bestemmingsomschrijving
- verblijfsgebied met een functie voor verblijf, verplaatsing en gebruik ten dienste van de aangrenzende bestemmingen;
- bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, kunstwerken, nutsvoorzieningen, (ondergrondse) afvalverzamelsystemen, reclame-uitingen en water.
6.2 Bouwregels
- op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd;
- de bouwhoogte van bouwwerken ten behoeve van de verkeersregeling, de verkeer- of wegaanduiding of de verlichting bedraagt ten hoogste 8 meter;
- de bouwhoogte van kunstwerken bedraagt maximaal 6 meter;
- de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 3 meter.
6.3 Nadere eisen
- een samenhangend straat en bebouwingsbeeld;
- de verkeersveiligheid;
- de milieusituatie;
- de sociale veiligheid;
- de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
6.4 Afwijken van de bouwregels
Artikel 7 Water
7.1 Bestemmingsomschrijving
- watergangen;
- waterberging en waterhuishoudingsvoorzieningen;
- kruisingen ten behoeve van (weg-)verkeer;
- bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals erven, groen- en nutsvoorzieningen, en andere bouwwerken.
7.2 Bouwregels
- de bouwhoogte van beschoeiingen niet meer mag bedragen dan 0,3 m boven het waterpeil (zomerpeil);
- de bouwhoogte van overige andere bouwwerken niet meer mag bedragen dan 6 m.
Artikel 8 Wonen
8.1 Bestemmingsomschrijving
- wonen;
- tuinen en erven;
- ontsluitingsverhardingen;
- beroeps- en bedrijfsuitoefening aan huis;
- de daarbij behorende gebouwen, andere bouwwerken, groen, water, parkeren, nuts- en overige voorzieningen.
8.2 Bouwregels
8.3 Afwijken van de bouwregels
8.4 Specifieke gebruiksregels
Artikel 9 Leiding - Gas
9.1 Bestemmingsomschrijving
9.2 Bouwregels
9.3 Afwijken van de bouwregels
9.4 Specifieke gebruiksregels
- het opslaan van goederen, met uitzondering het opslaan van goederen t.b.v. van inspectie en onderhoud van de gastransportleiding;
- het wijzigen van het gebruik van bestaande gebouwen, indien daardoor een kwetsbaar object wordt toegelaten.
9.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 10 Waterstaat
10.1 Bestemmingsomschrijving
10.2 Bouwregels
10.3 Afwijken van de bouwregels
- de belangen van de watergangen dit toelaten;
- alvorens de omgevingsvergunning te verlenen schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de beheerder van de watergangen.
Artikel 11 Waterstaat - Waterkering
11.1 Bestemmingsomschrijving
11.2 Bouwregels
11.3 Afwijken van de bouwregels
- de belangen van de watergangen dit toelaten;
- alvorens de omgevingsvergunning te verlenen schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de beheerder van de watergangen.
3 Algemene Regels
Artikel 12 Anti-dubbeltelregel
Artikel 13 Algemene Bouwregels
13.1 Erfbebouwing
13.2 Overschrijding bouwgrenzen
- .
Artikel 14 Algemene Gebruiksregels
14.1 Strijdig gebruik
- het gebruik van de gronden voor de opslag van schroot, afbraak- en bouwmaterialen, grond, bodemspecie en puin en voor het storten van vuil, anders dan in het kader van de bedrijfsvoering;
- het opslaan of storten van al dan niet afgedankte voorwerpen, stoffen of producten, buiten erven van gebouwen, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte beheer van de gronden;
- het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van een seksinrichting;
- het gebruik van de gronden als standplaats voor kampeermiddelen.
Artikel 15 Algemene Aanduidingsregels
15.1 Vrijwaringszones - spoor
15.2 Geluidszone - industrie
- De bouw van geluidsgevoelige objecten ter plaatse van de aanduiding 'Geluidszone - industrie' uitsluitend is toegestaan, indien voldaan kan worden aan de in of krachtens de Wet geluidhinder geldende normen of de verleende hogere grenswaarde.
- Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder a voor de bouw van geluidsgevoelige objecten met een geluidbelasting hoger dan 55 dB(A) mits voldaan wordt aan de Wet geluidhinder (dove gevels).
15.3 Milieuzone - zones wet milieubeheer
- Binnen de aanduiding "Milieuzone - zones wet milieubeheer" mogen geen milieugevoelige objecten/functies, zoals woningen worden gerealiseerd;
- Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in sub a voor het realiseren van milieugevoelige objecten/functies binnen de in sub a bedoelde zone, indien vaststaat dat:
- de bij de milieuzone behorend bedrijf binnen de periode van één jaar na start van de bouwwerkzaamheden voor milieugevoelige objecten/functies zal worden verplaatst c.q. de milieuverstorende activiteiten zal hebben gestaakt en;
- de woningen of andere milieugevoelige objecten/functies niet in gebruik zullen worden genomen voordat de feitelijke milieuverstorende bedrijfsactiviteiten zullen zijn beëindigd;
- Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in sub a voor het realiseren van milieugevoelige objecten/functies binnen de in sub a bedoelde zones, indien ten gevolge van:
- een wijziging van de bedrijfsvoering al dan niet na gehele of gedeeltelijke beëindiging van milieuplanologisch relevante bedrijfsonderdelen de milieucirkel van het bedrijf is verkleind;
- door de toepassing van voorzieningen in of bij het bedrijf sprake is van een verkleining van de milieuplanologisch relevante hinder voor de omgeving.
- Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in sub a voor het realiseren van milieugevoelige objecten/functies binnen de in sub a bedoelde zone, indien uit een nader onderzoek is gebleken dat de feitelijke zone waarbinnen hinder aanwezig is tengevolge van milieuverstorende activiteiten van een bedrijf waarop de zone betrekking heeft, mede gelet op de geldende milieuvergunningen, zodanig is dat het realiseren van milieu-gevoelige objecten/functies binnen de zone aanvaardbaar is zonder dat afbreuk wordt gedaan aan de belangen van de bedrijven waarop de zone betrekking heeft.
Artikel 16 Algemene Afwijkingsregels
16.1 Geringe afwijkingen en overschrijdingen
- de bouw ten dienste van (openbare) voorzieningen van:
- niet voor bewoning bestemde gebouwen ten dienste van het openbaar nut, waarbij de inhoud ten hoogste 75 m3 en de goothoogte ten hoogste 3 m mag bedragen;
- andere bouwwerken, zoals standbeelden, uitingen van kunst en dergelijke tot een maximale bouwhoogte van 10 m.
- Bij de beoordeling van de toelaatbaarheid van de omgevingsvergunning voor het afwijken dient in de belangenafweging eveneens te worden gelet op de effecten met betrekking tot de verkeersveiligheid (zichtlijnen en voldoende ruimte voor voetgangers en/of bedienend verkeer)
- het in geringe mate aanpassen van het plan zoals een bebouwingsgrens, een nadere aanwijzing of een aanduiding, indien bij definitieve uitmeting of verkaveling blijkt, dat deze aanpassing in het belang van een juiste verwerkelijking van het plan redelijk gewenst of noodzakelijk is om het plan aan te passen aan de werkelijke toestand van het terrein, waarbij geen bestemmingsgrenzen mogen worden overschreden en de grenzen met niet meer dan 5 m mogen worden verschoven.
- het afwijken van de voorgeschreven maatvoeringen voor bouwwerken, indien in verband met ingekomen bouwplannen deze wijzigingen nodig zijn, waarbij van de maatvoeringen met ten hoogste 10% mag worden afgeweken;
- het oprichten van andere bouwwerken, zoals antenne-installaties en vlaggenmasten met een bouwhoogte van ten hoogste 20 m;
- het plaatsen van afvalverzamelsystemen, op voorwaarde, dat de plaatsing:
- geen onevenredige afbreuk doet aan de belangen van derden;
- geen onevenredige afbreuk doet aan de in de doeleindenomschrijving van de betreffende bestemming aangegeven belangen;
- geen onevenredige nadelige effecten oplevert voor de verkeersveiligheid;
- geen onevenredige afbreuk doet aan het woon- en leefmilieu in de directe omgeving.
Artikel 17 Algemene Wijzigingsregels
- het oprichten van gebouwen ten dienste van (openbare) nutsvoorzieningen met een inhoud van ten hoogste 150 m3 en een goothoogte van ten hoogste 3 m, welke in het kader van de nutsvoorzieningen nodig zijn, dit voor zover deze op grond van het bepaalde in artikel 14 onder a. niet kunnen worden gebouwd;
- een enigszins andere situering en/of begrenzing van bouwpercelen, bestemmingsgrenzen en/of bouwvlakken, indien bij de uitvoering van het plan, dan wel na realisatie van het plan mocht blijken dat, in verband met ingekomen bouwaanvragen en/of het beheer van het gebied, de verschuivingen nodig zijn ter uitvoering van een bouwplan en/of inrichtingsplan op voorwaarde, dat:
- de oppervlakte van de bestemmingsvlakken, bouwvlakken en/of bouwpercelen met niet meer dan 10% zal worden gewijzigd;
- geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de stedenbouwkundige hoofdstructuur van het plan.
Artikel 18 Overige Regels
18.1 Parkeren
- een bouwwerk, waarvan een behoefte aan parkeergelegenheid wordt verwacht, kan niet worden gebouwd wanneer op het bouwperceel of in de omgeving daarvan niet in voldoende parkeergelegenheid is voorzien, waarbij wordt getoetst op basis van onderstaande parkeernormen:
Categorie/segment | Autobezitnorm | Bezoekersnorm | Reservering | Totaal, incl. reservering |
1 - 4 (goedkoop) | 1,2 | 0,15-0,25 | 0,3 | 1,65-1,75 |
5-6, 9a (midden) | 1,5 | 0,15-0,25 | 0,3 | 1,95-2,05 |
7-8, 9b, 9c, 9d (duur) | 1,8 | 0,15-0,25 | 0,3 | 2,25-2,35 |
- parkeergelegenheid die is gerealiseerd voor het goed kunnen functioneren van de omgeving, moet in stand worden gehouden;
- bij een omgevingsvergunning wordt aan de hand van bovenstaande parkeernormering bepaald of er sprake is van voldoende parkeergelegenheid;
- bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in sub a en kan worden toegestaan dat in minder dan voldoende parkeergelegenheid wordt voorzien, mits dit geen onevenredige afbreuk doet aan de parkeersituatie.
4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 19 Overgangsrecht
19.1 Overgangsrecht bouwwerken
- gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
19.2 Afwijken
19.3 Uitzondering op het overgangsrecht bouwwerken
19.4 Overgangsrecht gebruik
19.5 Strijdig gebruik
19.6 Verboden gebruik
19.7 Uitzondering op het overgangsrecht gebruik
Artikel 20 Slotregel
Bijlagen Bij Regels - 1
Staat van bedrijfsactiviteiten
Bijlagen Bij Toelichting - 1
Bijlage 1 Advies Arcadis zones geluid en milieu
Bijlagen Bij Toelichting - 2
Bijlage 2 Adviesnotitie zoneringen Volgerlanden-Oost
Bijlagen Bij Toelichting - 3
Bijlage 3 Akoestisch rapport incl bijlagen De Hofjes 2022 10 02
Bijlagen Bij Toelichting - 4
Bijlagen Bij Toelichting - 5
Bijlage 5 Notitie OZHZ bodemkwaliteit
Bijlagen Bij Toelichting - 6
Bijlage 6 Notitie stikstofdepositie De Hofjes
Bijlagen Bij Toelichting - 7
Bijlage 6a 2024 AERIUS_projectberekening_20230426145741_Bouwjaar12024RziGbrqcVZAg
Bijlagen Bij Toelichting - 8
Bijlage 6b 2025 AERIUS_projectberekening_20230426133037_Bouwjaar22025RVyLAUm5eUBS
Bijlagen Bij Toelichting - 9
Bijlage 6c 2026 AERIUS_projectberekening_20230426134506_Bouwjaar32026RqKTNFPd5y3w
Bijlagen Bij Toelichting - 10
Bijlage 6d 2027 AERIUS_projectberekening_20230426140532_Bouwjaar42027RQtqyLLdQPa9
Bijlagen Bij Toelichting - 11
Bijlage 6e 2028 AERIUS_projectberekening_20230426142221_Bouwjaar52028Re6BZyjiFBa9
Bijlagen Bij Toelichting - 12
Bijlage 6f 2029 AERIUS_projectberekening_20230426142852_Bouwjaar62029S51yNtxt4hns
Bijlagen Bij Toelichting - 13
Bijlage 6g 2030 AERIUS_projectberekening_20230426143340_Totaal72030Rgucjc18ghiV