Bestemmingsplan Stede Broec - Zuid
Bestemmingsplan - Gemeente Stede Broec
Onherroepelijk op 25-04-2013 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
1.1 plan:
het bestemmingsplan Stede Broec-Zuid van de gemeente Stede Broec;
1.2 bestemmingsplan:
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0532.BPstedebroeczuid-OH01 met de bijbehorende regels en bijlage;
1.3 aanduiding:
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
1.4 aanduidingsgrens:
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
1.5 aan-huis-verbonden beroep:
een beroep dat in, aan of bij een woning wordt uitgeoefend door een (mede)bewoner van de op het bouwperceel gesitueerde woning, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en de beroepsuitoefening een ruimtelijke uitwerking en uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is;
1.6 aan-huis-verbonden bedrijf:
het door een (mede)bewoner van de woning bedrijfsmatig verlenen van diensten c.q. het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid, geheel of overwegend door handwerk, dat door zijn beperkte omvang in de woning en daarbij behorende bijgebouwen met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend, niet zijnde detailhandel, behoudens beperkte verkoop van artikelen verband houdende met de activiteiten;
1.7 achtererfgebied:
Erf aan de achterkant en de niet naar openbaar toegankelijk gebied gekeerde zijkant, op meer dan 1 m van de voorkant, van het hoofdgebouw;
1.8 ambachtelijk bedrijf:
het bedrijfsmatig, geheel of overwegend door middel van handwerk vervaardigen, bewerken of herstellen en het installeren van goederen, alsook het verkopen en/of leveren, als ondergeschikte activiteit, van goederen die verband houden met het ambacht;
1.9 bijbehorend bouwwerk:
Uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd op de grond staand gebouw, of ander bouwwerk, met een dak;
1.10 bebouwing:
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
1.11 bebouwingspercentage:
een in de regels aangegeven percentage dat de grootte aangeeft van het deel van een bouwperceel / terrein, dat ten hoogste mag worden bebouwd;
1.12 bedrijfswoning:
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is;
1.13 bedrijfsgebouw:
een gebouw dat dient voor de uitoefening van één of meer bedrijfsactiviteiten;
1.14 beroeps- c.q. bedrijfsvloeroppervlakte:
de totale vloeroppervlakte van de ruimte die wordt gebruikt voor een (aan-huis-verbonden) beroep c.q. een (dienstverlenend) bedrijf of een dienstverlenende instelling, inclusief opslag- en administratieruimte en dergelijk;
1.15 bestaand:
bestaand ten tijde van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan;
1.16 bestemmingsgrens:
de grens van een bestemmingsvlak;
1.17 bestemmingsvlak:
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
1.18 bouwen:
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
1.19 bouwlaag:
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder;
1.20 bouwgrens:
de grens van een bouwvlak;
1.21 bouwperceel:
een aaneengesloten stuk grond waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
1.22 bouwperceelgrens:
de grens van een bouwperceel;
1.23 bouwvlak:
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten;
1.24 bouwwerk:
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
1.25 dak:
iedere bovenbeëindiging van een gebouw;
1.26 detailhandel:
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
1.27 dienstverlenend bedrijf en/of dienstverlenende instelling:
bedrijf of instelling waarvan de werkzaamheden bestaan uit het verlenen van economische en maatschappelijke diensten aan derden, waaronder zijn begrepen kapperszaken, schoonheidsinstituten, fotostudio's en naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijven en inrichtingen, evenwel met uitzondering van een garagebedrijf en een seksinrichting;
1.28 dienstverlening:
het verlenen van economische en/of maatschappelijke diensten aan derden;
1.29 e-commerce:
detailhandel waarbij het aanbieden van producten en de kooptransactie via het internet verloopt. De levering vindt via postverkeer plaats, of via een distributiepunt;
1.30 eerste bouwlaag:
de bouwlaag op de begane grond;
1.31 erf:
onbebouwd gedeelte van een bouwperceel;
1.32 erotisch getinte vermaaksfunctie:
een vermaaksfunctie, welke is gericht op het doen plaatsvinden van voorstellingen en/of vertoningen van porno-erotische aard, waaronder begrepen een seksbioscoop, een seksclub en een seksautomatenhal;
1.33 escortbedrijf:
een natuurlijke persoon, groep van personen of rechtspersoon die bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, prostitutie aanbiedt, die op een andere plaats dan in de bedrijfsruimte wordt uitgeoefend, zoals escortservice en -bemiddelingsbureaus;
1.34 garagebox:
een gebouw dat bedoeld is voor de stalling van motorvoertuigen;
1.35 gebouw:
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
1.36 hoofdgebouw:
een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn functie, constructie of afmetingen als belangrijkste bouwwerk valt aan te merken;
1.37 horeca:
een bedrijf waar bedrijfsmatig dranken en etenswaren worden verstrekt en/of waar bedrijfsmatig logies wordt verstrekt, één en ander al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie, met uitzondering van een erotisch getinte vermaaksfunctie;
1.38 horeca categorie 1:
een bedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van alcoholvrije dranken, met als nevenactiviteit het verstrekken van voor consumptie ter plaatse bereide kleine etenswaren (aanloopgericht horecabedrijf);
1.39 horeca categorie 2:
een bedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van maaltijden, al dan niet voor consumptie ter plaatse, met als nevenactiviteit het verstrekken van alcoholhoudende en alcoholvrije dranken;
1.40 horeca categorie 3:
een bedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van (al dan niet voor consumptie ter plaatse) bereide etenswaren, met als nevenactiviteit het verstrekken van alcoholvrije dranken;
1.41 horeca categorie 4:
een bedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van alcoholhoudende en alcoholvrije dranken voor consumptie ter plaatse, al dan niet met als nevenactiviteit het verstrekken van kleine etenswaren;
1.42 horeca categorie 5:
een bedrijf dat tot hoofddoel heeft het bedrijfsmatig ten gehore brengen van muziek en het geven van gelegenheid tot dansbeoefening, al dan niet met levende muziek en al dan niet met verstrekking van alcoholhoudende en alcoholvrije dranken en kleine etenswaren;
1.43 horeca categorie 6:
een bedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van logies, al dan niet in combinatie met het verstrekken van maaltijden, al dan niet voor consumptie ter plaatse, met als nevenactiviteit het verstrekken van alcoholhoudende en alcoholvrije dranken;
1.44 huishouden:
het in een woning met elkaar samenwonen van een aantal personen in een zekere continue samenstelling en waarbij tevens tussen deze verschillende personen een zekere onderlinge verbondenheid bestaat (gezin of samenlevingsverband);
1.45 huisvesting buitenlandse werknemers:
het huisvesten van werknemers, die op grond van een EU paspoort of een tewerkstellingsvergunning legaal tijdelijk werkzaam zijn en hun hoofdverblijf elders hebben;
1.46 kampeermiddel:
- a. een tent, een tentwagen, een kampeerauto of een caravan;
- b. enig ander onderkomen of enig ander voertuig, gewezen voertuig of gedeelte daarvan, voor zover geen bouwwerk zijnde, waarvoor ingevolge artikel 2.1. lid 1 sub a van de Wabo een omgevingsvergunning voor het bouwen vereist is,
een en ander voor zover genoemde onderkomens of voertuigen geheel of gedeeltelijk blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf;
1.47 kamperen:
- 1. het houden van recreatief nachtverblijf in een kampeermiddel of in een bouwwerk dat ter beschikking is gesteld voor het houden van recreatief nachtverblijf, niet zijnde een hotel, een pension of een woning anders dan een recreatiewoning;
- 2. het plaatsen dan wel geplaatst houden van kampeermiddelen;
1.48 kantoor:
een bedrijf waarvan de werkzaamheden uitsluitend of in hoofdzaak van administratieve of wetenschappelijke aard zijn;
1.49 kantoor met baliefunctie:
een kantoor met een publieksfunctie;
1.50 kunstwerken:
bouwwerken, geen gebouwen zijnde, van weg- en waterbouwkundige aard, zoals bruggen, viaducten, duikers, keerwanden, beschoeiingen, kademuren en dergelijke;
1.51 ligplaats:
een gedeelte van water of land, bestemd en geschikt om door een pleziervaartuig te worden ingenomen;
1.52 mantelzorg:
het verlenen van zorg, die niet in het kader van een hulpverlenend beroep, wordt gegeven aan een hulpbehoevende door één of meerdere leden van diens directe omgeving, waarbij de zorgverlening direct voortvloeit uit de sociale relatie;
1.53 nutsvoorzieningen:
een voorziening ten behoeve van de telecommunicatie en de gas-, water- en elektriciteitsdistributie alsmede soortgelijke voorzieningen van openbaar nut, waaronder in ieder geval worden begrepen transformatorhuisjes, pompstations, gemalen, telefooncellen en zendmasten;
1.54 overkapping:
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, dat een overdekte ruimte vormt zonder wanden dan wel met ten hoogste één wand;
1.55 overig dienstverlenend(e) bedrijf/voorziening:
een dienstverlenend bedrijf of dienstverlenende voorziening, dat / die geen kantoor is;
1.56 peil:
- voor gebouwen, waarvan de hoofdtoegang onmiddellijk grenst aan een weg of langzaam verkeersroute: de hoogte van die weg, respectievelijk langzaam verkeersroute, ter plaatse van de hoofdtoegang;
- in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld;
tenzij in de regels anders is bepaald;
1.57 prostitutie:
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen voor of met een andere tegen vergoeding;
1.58 recreatieve verblijfsperiode:
periode waarin de geplaatste kampeermiddelen voor recreatieve bewoning mogen worden gebruikt. Deze periode loopt van 15 maart tot en met 31 oktober;
1.59 relatie:
een verband tussen twee delen van één bouwvlak;
1.60 rijksmonument:
een monument als bedoeld in artikel 1, onder d van de Monumentenwet 1988;
1.61 seksinrichting:
een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden;
- 1. onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan:
- a. een seksinrichting, waaronder begrepen een erotische massagesalon;
- b. een seksbioscoop of sekstheater;
- c. een seksautomatenhal;
- d. een seksclub of parenclub;
al dan niet in combinatie met elkaar;
- 2. onder een seksinrichting wordt niet verstaan:
- a. een escortbedrijf;
- b. een sekswinkel;
1.62 straatprostitutie:
het in hoofdzaak op de openbare weg door handelingen, houding, woord, gebaar of op andere wijze passanten tot prostitutie bewegen, uitnodigen dan wel aanlokken;
1.63 stacaravan:
een caravan, die als een gebouw valt aan te merken;
1.64 steiger:
constructie langs een oever die tot aanlegplaats dient voor vaartuigen;
1.65 verblijfsrecreatie:
recreatief buiten verblijven, waarbij wordt overnacht in kampeermiddelen, dan wel in bouwwerken die ter beschikking zijn gesteld voor het houden van recreatief nachtverblijf, niet zijnde een hotel, een pension of een woning anders dan een recreatiewoning;
1.66 voorgevel:
de naar de weg gekeerde gevel van een gebouw;
1.67 water:
al het open water: meren, rivieren, sloten, kanalen;
1.68 woning:
een complex van ruimten, dat dient voor de huisvesting van één huishouden;
1.69 woning in niet-gestapelde vorm:
een woning, welke een zelfstandig gebouw vormt en direct toegankelijk is vanaf het aangrenzende maaiveld;
1.70 woning in gestapelde vorm:
een woning, deel uitmakend van een gebouw waarin meerdere woningen zijn ondergebracht, zodanig dat deze boven dan beneden en al dan niet tevens naast elkaar zijn gesitueerd en waarvan in ieder geval een gedeelte van de tot het gebouw behorende woningen niet direct toegankelijk is vanaf een weg of langzaam verkeersroute;
1.71 woonschip:
- 1. elk vaartuig of drijftuig dat uitsluitend of in hoofdzaak wordt gebezigd als, of te oordelen naar zijn constructie en/of inrichting, uitsluitend of in hoofdzaak is bestemd tot dag- en/of nachtverblijf van één of meerdere personen;
- 2. een vaar- of drijftuig als bedoeld onder 1, maar in aanbouw;
- 3. een casco, dat tot een vaar- of drijftuig als bedoeld onder 1 kan worden opgebouwd;
- 4. elk vaar- of drijftuig, waarin of waarop bedrijfsmatige of soortgelijke activiteiten worden uitgeoefend of dat daartoe is ingericht;
- 5. de overblijfselen van een vaar- of drijftuig, als bedoeld onder 1 tot en met 4.
Artikel 2 Wijze Van Meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.1 de afstand tot de (zijdelingse) perceelgrens:
vanaf enig punt van een bouwwerk tot de (zijdelingse) perceelgrens;
2.2 de bouwhoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
2.3 de breedte / diepte van een gebouw:
tussen de buitenwerkse eindgevelvlakken en de harten van gemeenschappelijke scheidsmuren;
2.4 de dakhelling:
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
2.5 de goothoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
2.6 de inhoud van een bouwwerk:
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
2.7 de oppervlakte van een bouwwerk:
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Bedrijf
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. gebouwen en bijbehorende bouwwerken ten behoeve van:
- 1. bedrijven, die zijn genoemd in Bijlage 1 onder de categorieën 1, 2 en 3.1, niet zijnde geluidszoneringsplichtige inrichtingen, risicovolle inrichtingen en/of vuurwerkbedrijven;
- 2. verkooppunten motorbrandstoffen met lpg alsmede detailhandel voorzover ondergeschikt aan en ten dienste van de verkoop van motorbrandstoffen, ter plaatse van de aanduiding "verkooppunt motorbrandstoffen met lpg";
- b. een afleverzuil voor LPG, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - afleverzuil lpg';
- c. de opslag van LPG, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - opslag lpg';
- d. een vulpunt voor LPG, ter plaatse van de aanduiding 'vulpunt lpg';
en mede bestemd voor:
- e. het tegengaan van een te hoog veiligheidsrisico van kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten vanwege een lpg-installatie, ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - lpg';
met de daarbijbehorende:
- f. parkeervoorzieningen;
- g. toegangswegen en paden;
- h. tuinen en erven;
- i. groenvoorzieningen;
- j. nutsvoorzieningen;
- k. water;
- l. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
3.2 Bouwregels
3.3 Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. de verkeersveiligheid;
- b. het straat- en bebouwingsbeeld;
- c. de bereikbaarheid van hulpdiensten; en
- d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
3.4 Afwijken van de bouwregels
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:
- het bepaalde in lid 3.2.2onder a in die zin dat de bouwhoogte van erfafscheidingen wordt vergroot, met dien verstande dat:
- 1. de bouwhoogte van erfafscheidingen ten hoogste 3,00 m mag bedragen;
- 2. deze afwijkingsmogelijkheid uitsluitend wordt toegepast voor erf- en terreinafscheidingen langs de openbare weg.
3.5 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
- a. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijven die niet zijn genoemd in Bijlage 1 onder de categorieën 1, 2 en 3.1;
- b. het gebruik van gebouwen voor bewoning;
- c. het gebruik van gronden en bouwwerken voor detailhandel, met uitzondering van:
- 1. de verkoop of het ten verkoop aanbieden van producten afkomstig van het betrokken bedrijf;
- 2. detailhandel in motorbrandstoffen en detailhandel voorzover ondergeschikt aan en ten dienste van de verkoop van motorbrandstoffen, ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen met lpg';
- d. het opslaan van goederen anders dan in gebouwen.
Artikel 4 Bedrijf - Nutsvoorziening
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijf - Nutsvoorziening' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. gebouwen en bijbehorende bouwwerken ten behoeve van nutsvoorzieningen;
met de daarbijbehorende:
- b. parkeervoorzieningen;
- c. groenvoorzieningen;
- d. nutsvoorzieningen;
- e. tuinen en erven;
- f. water;
- g. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
4.2 Bouwregels
Artikel 5 Centrum
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Centrum' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. gebouwen en bijbehorende bouwwerken ten behoeve van:
- 1. detailhandel;
- 2. kantoren, al dan niet met baliefunctie;
- 3. dienstverlenende bedrijven;
met de daarbij behorende:
- b. toegangswegen en paden;
- c. parkeervoorzieningen
- d. tuinen en erven;
- e. groenvoorzieningen en water;
- f. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
5.2 Bouwregels
5.3 Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. de verkeersveiligheid;
- b. het straat- en bebouwingsbeeld;
- c. de bereikbaarheid van hulpdiensten; en
- d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
5.4 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
- a. het gebruik van gebouwen voor bewoning;
- b. het opslaan van goederen anders dan in gebouwen.
Artikel 6 Detailhandel
6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Detailhandel' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. gebouwen en bijbehorende bouwwerken ten behoeve van detailhandel;
met de daarbijbehorende:
- b. toegangswegen en paden;
- c. parkeervoorzieningen;
- d. nutsvoorzieningen;
- e. tuinen en erven;
- f. groenvoorzieningen en water;
- g. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
6.2 Bouwregels
6.3 Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. de verkeersveiligheid;
- b. het straat- en bebouwingsbeeld;
- c. de bereikbaarheid van hulpdiensten; en
- d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
6.4 Afwijken van de bouwregels
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:
- het bepaalde in lid 6.2.2 onder a voor het realiseren van erf- en terreinafscheidingen , met dien verstande dat:
- 1. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen ten hoogste 2,00 m mag bedragen;
- 2. deze afwijkingsmogelijkheid uitsluitend wordt toegepast voor erf- en terreinafscheidingen langs de openbare weg.
6.5 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
- a. het gebruik van gebouwen voor bewoning;
- b. het gebruik van gronden en bouwwerken voor ondergeschikte horeca in categorieën 1 en 3, indien:
- 1. de bedrijfsvloeroppervlakte meer dan 60 m² bedraagt;
- c. het opslaan van goederen anders dan in gebouwen.
Artikel 7 Gemengd
7.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. gebouwen en bijbehorende bouwwerken ten behoeve van:
- 1. detailhandel;
- 2. sport- en recreatieve doeleinden;
met de daarbijbehorende:
- b. toegangswegen en paden;
- c. parkeervoorzieningen;
- d. nutsvoorzieningen;
- e. tuinen en erven;
- f. groenvoorzieningen en water;
- g. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
7.2 Bouwregels
7.3 Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. de verkeersveiligheid;
- b. het straat- en bebouwingsbeeld;
- c. de bereikbaarheid van hulpdiensten; en
- d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
7.4 Afwijken van de bouwregels
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:
- a. het bepaalde in lid 7.2.1 onder a, voor het bouwen van gebouwen buiten het bouwvlak, met dien verstande dat de oppervlakte van gebouwen buiten het bouwvlak ten hoogste 250 m² mag bedragen;
- b. het bepaalde in lid 7.2.2 onder a voor het realiseren van erf- en terreinafscheidingen, met dien verstande dat:
- 1. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen ten hoogste 2,00 m mag bedragen;
- 2. deze afwijkingsmogelijkheid uitsluitend wordt toegepast voor erf- en terreinafscheidingen langs de openbare weg.
7.5 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
- a. het gebruik van gebouwen voor bewoning;
- b. het gebruik van gronden en bouwwerken voor horeca anders dan ondergeschikte horeca in categorieën 1, 3 en 4;
- c. het opslaan van goederen anders dan in gebouwen.
Artikel 8 Groen
8.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. groenvoorzieningen;
- b. een jongeren ontmoetingsplek, ter plaatse van de aanduiding 'jongeren ontmoetingsplek';
en mede bestemd voor:
- c. het tegengaan van een te hoog veiligheidsrisico van kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten vanwege een lpg-installatie, ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - lpg';
- d. het behoud van cultuurhistorische waarden in de vorm van een grafbult (rijksmonument), ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden';
met de daarbijbehorende:
- e. toegangswegen, fiets- en voetpaden;
- f. tijdelijke toegangsweg (noodontsluiting ten behoeve van nieuwbouwwijk Buitenveld), ter plaatse van de aanduiding 'ontsluiting';
- g. parkeervoorzieningen;
- h. gebouw voor nutsvoorzieningen, ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening';
- i. nutsvoorzieningen;
- j. speelvoorzieningen;
- k. tuinen en erven;
- l. water;
- m. niet doorvaarbare bruggen en/of duikers, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van water - brug of duiker niet doorvaarbaar';
- n. doorvaarbare bruggen en/of duikers, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van water - brug of duiker doorvaarbaar';
- o. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
8.2 Bouwregels
8.3 Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. de verkeersveiligheid;
- b. de bereikbaarheid van hulpdiensten; en
- c. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
8.4 Afwijken van de bouwregels
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:
- het bepaalde in lid 8.2.2 onder a in die zin dat de bouwhoogte van erfafscheidingen wordt vergroot , met dien verstande dat:
- 1. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen ten hoogste 3,00 m mag bedragen;
- 2. deze afwijkingsmogelijkheid uitsluitend wordt toegepast voor erf- en terreinafscheidingen langs de openbare weg.
Artikel 9 Maatschappelijk
9.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. gebouwen en bijbehorende bouwwerken ten behoeve van:
- 1. maatschappelijke dienstverlening;
- 2. sociaal-culturele doeleinden;
- 3. religieuze doeleinden;
- 4. educatieve doeleinden;
met de daarbijbehorende:
- b. toegangswegen en paden;
- c. parkeervoorzieningen;
- d. tuinen en erven;
- e. groenvoorzieningen;
- f. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
9.2 Bouwregels
9.3 Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. de verkeersveiligheid;
- b. het straat- en bebouwingsbeeld;
- c. de bereikbaarheid van hulpdiensten; en
- d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
9.4 Afwijken van de bouwregels
9.5 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
- a. het gebruik van gebouwen voor bewoning;
- b. het opslaan van goederen anders dan in gebouwen.
Artikel 10 Sport
10.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. voorzieningen ten behoeve van sport- en recreatieve doeleinden, zoals sport- en speelvelden en naar de aard daarmee gelijk te stellen voorzieningen;
- b. een ijsbaan, ter plaatse van de aanduiding 'ijsbaan';
- c. gebouwen en bijbehorende bouwwerken ten behoeve van:
- 1. kantines;
- 2. kleedruimtes;
- 3. onderhoud en beheer;
- 4. kassahokjes;
met de daarbijbehorende:
- d. parkeervoorzieningen;
- e. groenvoorzieningen;
- f. toegangswegen, fiets- en voetpaden;
- g. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
10.2 Bouwregels
10.3 Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. de verkeersveiligheid;
- b. de bereikbaarheid van hulpdiensten; en
- c. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
10.4 Afwijken van de bouwregels
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:
- het bepaalde in lid 10.2.1 onder a, voor het bouwen van gebouwen buiten het bouwvlak, met dien verstande dat de oppervlakte van gebouwen buiten het bouwvlak ten hoogste 250 m² mag bedragen.
10.5 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
- a. het gebruik van gebouwen voor bewoning;
- b. het gebruik van gronden en bouwwerken voor horeca anders dan ondergeschikte horeca in categorieën 1, 3 en 4;
- c. het gebruik van gronden en bouwwerken voor detailhandel anders dan e-commerce;
- d. het opslaan van goederen anders dan in gebouwen.
Artikel 11 Verkeer
11.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. gebiedsontsluitingswegen;
- b. erftoegangswegen;
- c. fiets- en voetpaden;
- d. parkeervoorzieningen;
en mede bestemd voor:
- e. het tegengaan van een te hoog veiligheidsrisico van kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten vanwege een lpg-installatie, ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - lpg';
met de daarbijbehorende:
- f. groenvoorzieningen;
- g. nutsvoorzieningen;
- h. water;
- i. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
11.2 Bouwregels
11.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmeting van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. de verkeersveiligheid;
- b. de sociale veiligheid;
- c. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
11.4 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
- het inrichten van het bestemmingsvlak in afwijking van het toegestane aantal van 2 rijstroken.
Artikel 12 Verkeer - Verblijf
12.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer - Verblijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. toegangswegen;
- b. fiets- en voetpaden;
- c. parkeervoorzieningen;
- d. garageboxen, ter plaatse van de aanduiding 'garage';
- e. gebouw voor nutsvoorzieningen, ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening';
en mede bestemd voor:
- f. het tegengaan van een te hoog veiligheidsrisico van kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten vanwege een lpg-installatie, ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - lpg';
met daaraan ondergeschikt:
- g. groenvoorzieningen;
- h. water;
- i. nutsvoorzieningen;
met de daarbijbehorende:
- j. niet doorvaarbare bruggen en/of duikers, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van water - brug of duiker niet doorvaarbaar' ;
- k. doorvaarbare bruggen en/of duikers, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van water - brug of duiker doorvaarbaar';
- l. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
12.2 Bouwregels
12.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmeting van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. de verkeersveiligheid;
- b. de sociale veiligheid;
- c. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
12.4 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
- het gebruik van garageboxen voor beroeps- en/of bedrijfsmatige activiteiten.
12.5 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en Wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de milieusituatie, de woonsituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, het bestemmingsplan wijzigen in die zin dat:
- ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied 1' de gronden worden gewijzigd in de bestemming 'Wonen', mits:
- 1. na toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid voor de betreffende gronden de regels van artikel 14 van toepassing zijn;
- 2. er maximaal 19 multifunctionele woningen worden gerealiseerd;
- 3. de verkaveling en de situering van de gebouwen zodanig is, dat een goede aansluiting ontstaat op de structuur van de omgeving;
- 4. er sprake is van een goede ruimtelijke en stedenbouwkundige inpassing.
Artikel 13 Water
13.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. waterlopen;
- b. bermen en beplanting;
- c. kaden en oevers;
- d. waterbouwkundige voorzieningen;
met daaraan ondergeschikt:
- e. een tijdelijke toegangsweg (noodontsluiting ten behoeve van nieuwbouwwijk Buitenveld), ter plaatse van de aanduiding 'ontsluiting';
- f. groenvoorzieningen;
- g. nutsvoorzieningen;
- h. speelvoorzieningen;
met de daarbijbehorende:
- i. niet doorvaarbare bruggen en/of duikers, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van water - brug of duiker niet doorvaarbaar' ;
- j. doorvaarbare bruggen en/of duikers, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van water - brug of duiker doorvaarbaar';
- k. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder oeverbeschoeiingen, steigers en/of dammen.
13.2 Bouwregels
13.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmeting van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. de verkeersveiligheid;
- b. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
- c. de waarborging van een vrije doorvaartbreedte.
13.4 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
- a. het gebruik van de gronden en bouwwerken als aanleggelegenheid voor permanent bewoonde of niet permanent bewoonde woonschepen;
- b. het gebruik van de gronden voor olie-, gas-, zand- en kleiwinning.
Artikel 14 Wonen
14.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. woningen, al dan niet met ruimte voor een aan-huis-verbonden beroep of een aan-huis-verbonden bedrijf;
- b. bijbehorende bouwwerken;
met daaraan ondergeschikt:
- c. tuinen en erven;
- d. water;
- e. parkeervoorzieningen;
- f. nutsvoorzieningen;
met de daarbijbehorende:
- g. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
14.2 Bouwregels
14.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmeting van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. de verkeersveiligheid;
- b. het straat- en bebouwingsbeeld;
- c. de bereikbaarheid van hulpdiensten;
- d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
14.4 Afwijken van de bouwregels
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:
- a. het bepaalde in lid 14.2.2 onder a in die zin dat de gezamenlijke oppervlakte van bijbehorende bouwwerken wordt vergroot met ten hoogste 30 m², met dien verstande dat het achtererfgebied voor ten hoogste 50% mag worden bebouwd ;
- b. het bepaalde in lid 14.2.3 onder a, voor het realiseren van erf- en terreinafscheidingen, met dien verstande dat:
- 1. de bouwhoogte van erfafscheidingen ten hoogste 2,00 m mag bedragen;
- 2. deze afwijkingsmogelijkheid uitsluitend wordt toegepast voor erf- en terreinafscheidingen langs de openbare weg.
14.5 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
- a. het gebruik van gronden en bouwwerken voor mantelzorg;
- b. het gebruik van bijbehorende bouwwerken voor bewoning;
- c. het gebruik van gedeelten van een hoofdgebouw of vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of bedrijf op een wijze waarop wordt afgeweken van de volgende voorwaarden:
- 1. er mag niet meer dan 30% van de oppervlakte van de woning, inclusief bijbehorende bouwwerken wordt gebruikt, met dien verstande dat een maximum geldt van:
- 45 m² bij bouwpercelen tot 750 m²;
- 60 m² bij bouwpercelen van 750 m² tot 1.500 m²;
- 75 m² bij bouwpercelen groter dan 1.500 m²;
- 2. er zijn maximaal 50 verkeersbewegingen per etmaal toegestaan;
- 3. er mag geen detailhandel plaatsvinden;
- 4. er mag geen bedrijvigheid worden uitgeoefend die vergunnings- of meldingsplichtig is op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht of de Wet milieubeheer;
- 5. er dienen voldoende parkeerplaatsen op eigen terrein te worden gerealiseerd;
- 6. de oppervlakte van reclameborden mag niet meer dan 0,50 m² bedragen, en de langste zijde van het reclamebord mag niet meer dan 1,00 m bedragen;
- 7. er mogen geen verlichte reclameborden worden gebruikt.
- 1. er mag niet meer dan 30% van de oppervlakte van de woning, inclusief bijbehorende bouwwerken wordt gebruikt, met dien verstande dat een maximum geldt van:
- d. het gebruik of laten gebruiken van de woning voor de huisvesting van buitenlandse werknemers, welke geen huishouden vormen;
- e. het opslaan van goederen anders dan in gebouwen.
14.6 Afwijken van de gebruiksregels
Met omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:
- a. het bepaalde in lid 14.5 onder a voor het bieden van mantelzorg in de vorm van een afhankelijke woonruimte (inwoning), met dien verstande dat:
- 1. een dergelijke bewoning noodzakelijk is vanuit het oogpunt van mantelzorg;
- 2. op het perceel al een woning aanwezig dient te zijn;
- 3. er geen onevenredige hinder voor aangrenzende percelen mag plaatsvinden;
- 4. per woning maximaal één ruimte ten behoeve van inwoning voor mantelzorg mag worden gerealiseerd;
- 5. inwoning plaats vindt bij, in of direct aansluitend aan de woning, waarbij de afhankelijke woonruimte een onderlinge verbinding met de woning dient te hebben;
- 6. het gebruik van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk als afhankelijke woonruimte is uitsluitend toegestaan indien realisering van de inwoning in of aan de woning voor de inwoners of ander bewoners onredelijk bezwarend is;
- 7. de oppervlakte ten behoeve van mantelzorg ten hoogste 75 m² mag bedragen;
- 8. er voldoende parkeerplaatsen op eigen terrein wordt gerealiseerd;
- 9. een indicatie door of vanwege de gemeente moet zijn afgegeven;
- 10. binnen drie maanden na beëindiging van de mantelzorg de afhankelijke woonruimte voor bewoning ongedaan gemaakt dient te worden;
- b. het bepaalde in lid 14.5 onder c sub 2 in die zin dat meer dan 50 verkeersbewegingen per etmaal worden toegestaan, mits geen sprake is van een onevenredige verkeersbelasting van de weg waaraan het betreffende aan-huis-verbonden beroep of bedrijf is gelegen.
14.7 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en Wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de milieusituatie, de woonsituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, het bestemmingsplan wijzigen in die zin dat:
- ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied 1' maximaal 19 multifunctionele woningen worden gerealiseerd, mits:
- 1. na toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid voor de betreffende gronden de regels van artikel 14 van toepassing zijn;
- 2. de verkaveling en de situering van de gebouwen zodanig is, dat een goede aansluiting ontstaat op de structuur van de omgeving;
- 3. er sprake is van een goede ruimtelijke en stedenbouwkundige inpassing.
Artikel 15 Wonen - Uit Te Werken
15.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen - Uit te werken' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. woningen al dan niet met ruimte voor een aan-huis-verbonden beroep of een aan-huis-verbonden bedrijf;
- b. bijbehorende bouwwerken;
met daaraan ondergeschikt:
- c. volkstuinen, ter plaatse van de aanduiding 'volkstuin';
- d. tuinen en erven;
- e. water;
- f. groenvoorzieningen;
- g. parkeervoorzieningen;
- h. nutsvoorzieningen;
met de daarbijbehorende:
- i. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
15.2 Uitwerkingsregels
Artikel 16 Leiding - Riool
16.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
- a. rioolleiding;
met bijbehorende bouwwerken.
16.2 Bouwregels
16.3 Afwijken van de bouwregels
In afwijking van het bepaalde in lid 16.2.1 mogen bouwwerken met bijbehorende voorzieningen worden opgericht ten dienste van de basisbestemming, met dien verstande dat:
- a. het bepaalde in het desbetreffende artikel van toepassing is;
- b. het oprichten van bouwwerken slechts is toegestaan indien de belangen van de leidingbeheerder zich hiertegen niet verzetten en vooraf advies is ingewonnen bij de betrokken beheerder.
16.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 17 Waarde - Archeologie
17.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
- het behoud van de aldaar in of op de grond aanwezige archeologische waarden.
17.2 Bouwregels
17.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
17.4 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen door de bestemming “Waarde - Archeologie” geheel of gedeeltelijk te verwijderen indien op basis van archeologisch onderzoek door een archeologisch deskundige is aangetoond dat ter plaatse geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.
Artikel 18 Waterstaat - Waterkering
18.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
- a. waterkering;
- b. waterhuishouding;
met de daarbij behorende bouwwerken.
18.2 Bouwregels
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 19 Anti-dubbeltelbepaling
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 20 Algemene Bouwregels
20.1 Ondergeschikte bouwdelen
De bouwgrenzen en/of bestemmingsgrenzen mogen, in afwijking van het op de verbeelding en/of hoofdstuk 2 bepaalde, uitsluitend worden overschreden door:
- a. erkers en/of toegangsportalen: de bebouwingsgrens mag met maximaal 1,50 meter overschreden worden ten behoeve van de bouw van een erker en/of toegangsportaal, mits naar de zijde van de weg een onbebouwd deel resteert met een diepte van tenminste 1,50 meter;
- b. tot gebouwen behorende stoepen, stoeptreden, trappen(huizen), galerijen, hellingbanen, funderingen, balkons, veranda's, luifels en afdaken, mits de overschrijding niet meer dan 1,50 meter bedraagt;
- c. andere ondergeschikte onderdelen van gebouwen als goot-en kroonlijsten, gevellijsten, pilasters, plinten, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, kozijnen, dorpels en afvoerpijpen voor hemelwater, mits de overschrijding niet meer dan 1,00 meter bedraagt.
20.2 Uitvoering
Het op de verbeelding, met de aanduiding 'cultuurhistorische waarden', weergegeven wettelijk beschermd rijksmonument (terrein) wordt beschermd op basis van de 'Monumentenwet 1988'.
20.3 Verwijzing naar andere wettelijke regelingen
Waar in dit plan wordt verwezen naar andere wettelijke regelingen, wordt daarbij uitgegaan van de tekst, zoals deze luidt op het tijdstip waarop het bestemmingsplan in ontwerp ter inzage is gelegd.
Artikel 21 Algemene Gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met de gegeven bestemmingen, wordt in ieder geval gerekend:
- a. de stalling en opslag van aan het oorspronkelijk gebruik onttrokken voer-, vaar- of vliegtuigen;
- b. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van een seksinrichting, een escortbedrijf en/of (straat-)prostitutie;
- c. het gebruik van gronden als standplaats voor kampeermiddelen;
- d. het opslaan van mest en/of andere landbouwproducten.
Artikel 22 Algemene Aanduidingsregels
22.1 veiligheidszone - lpg
Artikel 23 Algemene Afwijkingsregels
Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden, kan met omgevingsvergunning worden afgeweken van:
- a. de bij recht in de regels gegeven maten, met uitzondering van percentages, met ten hoogste 10%, indien dit noodzakelijk is voor een goede uitvoering van het plan;
- b. de regels in die zin dat kleine, niet voor bewoning bestemde bouwwerken ten behoeve van de openbare nutsvoorzieningen worden gebouwd, mits:
- 1. de oppervlakte van enig gebouw ten hoogste 25 m² bedraagt;
- 2. de bouwhoogte ten hoogste 3,50 m bedraagt.
- c. de regels ten aanzien van de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, in die zin dat de bouwhoogte van erfafscheidingen wordt vergroot tot ten hoogste 3,00 m.
Artikel 24 Algemene Wijzigingsregels
Burgemeester en Wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, het bestemmingsplan wijzigen in die zin dat:
- ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied 2' de bestemmingen 'Maatschappelijk' en 'Groen' worden gewijzigd in de bestemmingen 'Wonen' en 'Groen', mits:
- 1. na toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid voor de betreffende gronden de regels van artikel 14 en artikel 8 van toepassing zijn;
- 2. er maximaal 12 grondgebonden woningen worden gerealiseerd;
- 3. de maatvoering, verkaveling en situering van de gebouwen zodanig is, dat een goede aansluiting ontstaat op de structuur van de omgeving;
- 4. er sprake is van een goede ruimtelijke en stedenbouwkundige inpassing;
- 5. de woningbouw past binnen de afspraken die gemaakt zijn in het kader van het regionaal volkshuisvestingsbeleid qua aantal en fasering;
- 6. er wordt voorzien in voldoende parkeermogelijkheden.
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 25 Overgangsrecht
25.1 Overgangsrecht bouwwerken
- a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
- 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
- b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde in sublid a. een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het sublid a. met maximaal 10 %.
- c. Sublid a. is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
25.2 Overgangsrecht gebruik
- a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
- b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in sublid a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
- c. Indien het gebruik, bedoeld in sublid a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
- d. Sublid a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 26 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het
bestemmingsplanStede Broec-Zuid
van de gemeente Stede Broec.
Behorende bij het besluit van 28 februari 2013.
Bijlage 1 Bedrijvenlijst
Bijlage 1 Groen-, Verkeers- En Waterstructuur Oostelijk Plandeel
Bijlage 1 Groen-, verkeers- en waterstructuur oostelijk plandeel
Bijlage 2 Groen-, Verkeers- En Waterstructuur Westelijk Plandeel
Bijlage 2 Groen-, verkeers- en waterstructuur westelijk plandeel
Bijlage 3 Milieutoets Gemeente Stede Broec 2009
Bijlage 3 Milieutoets gemeente Stede Broec 2009
Bijlage 4 Verantwoording Groepsrisico Hogedrukgasleiding Buiten Plangebied
Bijlage 4 Verantwoording groepsrisico hogedrukgasleiding buiten plangebied
Bijlage 5 Waterplan Stede Broec
Bijlage 5 Waterplan Stede Broec
Bijlage 6 Nota Van Uitgangspunten Buitenveld
Bijlage 6 Nota van uitgangspunten Buitenveld
Bijlage 7 Samenvatting Inspraak Voorontwerp Bestemmingsplan Stede Broec-zuid
Bijlage 7 Samenvatting inspraak voorontwerp bestemmingsplan Stede Broec-Zuid