KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begripsbepalingen
Artikel 2 Meten
Hoofdstuk 2 Gebruiks- En Bouwregels
Artikel 3 Gebruiksregels
Artikel 4 Bouwregels
Artikel 5 Archeologie
Artikel 6 Gasleiding
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 7 Anti-dubbeltelbepaling
Artikel 8 Algemene Gebruiksregels
Artikel 9 Algemene Afwijkingsregels
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 10 Overgangsrecht Gebruik
Artikel 11 Overgangsrecht Bouwen
Artikel 12 Citeertitel

Stede Broec Noord

Beheersverordening - Gemeente Stede Broec

Vastgesteld op 25-04-2013 - geheel onherroepelijk in werking

Bestanden

Bijlage Bij Besluitdocument

Besluitdocument

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regels wordt verstaan onder:

1.1 verordening

de beheersverordening Stede Broec Noord van de gemeente Stede Broec

1.2 verordeningsgebied

het gebied waarop deze verordening van toepassing is, vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0532.BVStedeBroecnoord-VA01 met bijbehorende bestanden

1.3 aan-huis-verbonden beroep

een beroep dat in, aan of bij een woning wordt uitgeoefend door een (mede)bewoner van de op het bouwperceel gesitueerde woning, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en de beroepsuitoefening een ruimtelijke uitwerking en uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is

1.4 aan-huis-verbonden bedrijf

het door een (mede)bewoner van de woning bedrijfsmatig verlenen van diensten c.q. het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid, geheel of overwegend door handwerk, dat door zijn beperkte omvang in de woning en daarbij behorende bijgebouwen met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend, niet zijnde detailhandel, behoudens beperkte verkoop van artikelen verband houdende met de activiteiten

1.5 achtererfgebied

erf aan de achterkant en de niet naar openbaar toegankelijk gebied gekeerde zijkant, op meer dan 1 m van de voorkant, van het hoofdgebouw, zoals weergegeven in onderstaand figuur

afbeelding "i_NL.IMRO.0532.BVStedeBroecnoord-VA01_0001.png"

1.6 ambachtelijk bedrijf

het bedrijfsmatig, geheel of overwegend door middel van handwerk vervaardigen, bewerken of herstellen en het installeren van goederen, alsook het verkopen en/of leveren, als ondergeschikte activiteit, van goederen die verband houden met het ambacht

1.7 bijbehorend bouwwerk

Uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd op de grond staand gebouw, of ander bouwwerk, met een dak

1.8 bebouwing

één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde

1.9 bebouwingspercentage

een in de regels aangegeven percentage dat de grootte aangeeft van het deel van een bouwperceel / terrein, dat ten hoogste mag worden bebouwd

1.10 beroeps- c.q. bedrijfsvloeroppervlakte

de totale vloeroppervlakte van de ruimte die wordt gebruikt voor een (aan-huis-verbonden) beroep c.q. een (dienstverlenend) bedrijf of een dienstverlenende instelling, inclusief opslag- en administratieruimte en dergelijke

1.11 bestaand

  1. a. bestaand gebruik: het gebruik van de gronden en bouwwerken zoals aanwezig op moment van de vaststelling van de verordening of kan worden gebruikt krachtens een omgevingsvergunning voor het gebruik, daaronder valt niet het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan;
  2. b. bestaande bouwwerken: bouwwerken die op het tijdstip van de vaststelling van de verordening:
    1. 1. aanwezig zijn;
    2. 2. nog kunnen worden gebouwd krachtens een verleende omgevingsvergunning voor het bouwen;
  3. c. bestaande afmetingen: afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen, die op het tijdstip van inwerkingtreding van de verordening tot stand zijn gekomen of tot stand zullen komen met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
  4. d. bestaande bouwhoogte: bouwhoogtematen, die op het tijdstip van inwerkingtreding van de verordening tot stand zijn gekomen of tot stand zullen komen met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht

1.12 bouwen

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats

1.13 bouwlaag

een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder

1.14 bouwperceel

een aaneengesloten stuk grond waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten

1.15 bouwperceelgrens

de grens van een bouwperceel

1.16 bouwwerk

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond

1.17 dak

iedere bovenbeëindiging van een gebouw

1.18 detailhandel

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit

1.19 eerste bouwlaag

de bouwlaag op de begane grond

1.20 erf

onbebouwd gedeelte van een bouwperceel

1.21 erotisch getinte vermaaksfunctie:

een vermaaksfunctie, welke is gericht op het doen plaatsvinden van voorstellingen en/of vertoningen van porno-erotische aard, waaronder begrepen een seksbioscoop, een seksclub en een seksautomatenhal

1.22 escortbedrijf

een natuurlijke persoon, groep van personen of rechtspersoon die bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, prostitutie aanbiedt, die op een andere plaats dan in de bedrijfsruimte wordt uitgeoefend, zoals escortservice en -bemiddelingsbureaus;

1.23 gebouw

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt

1.24 hoofdgebouw

het oorspronkelijke hoofdgebouw zoals dat ten tijde van de afronding van de bouwwerkzaamheden conform de bouwvergunning of omgevingsvergunning voor het bouwen is opgeleverd. Daarbij behoren ook de aan- en uitbouwen (bijvoorbeeld een keuken, bijkeuken of serre) die als functioneel onderdeel van het hoofdgebouw op basis van de vergunning tegelijkertijd met het hoofdgebouw zijn meegebouwd. Daarbij behoren niet de aangebouwde bouwwerken waarin ondergeschikte functies plaatsvinden, zoals een aangebouwde berging of garage

1.25 horeca:

een bedrijf waar bedrijfsmatig dranken en etenswaren worden verstrekt en/of waar bedrijfsmatig logies worden verstrekt, één en ander al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie, met uitzondering van een erotisch getinte vermaaksfunctie;

horeca, categorie 1:

een bedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van alcoholvrije dranken, met als nevenactiviteit het verstrekken van voor consumptie ter plaatse bereide kleine etenswaren (aanloopgericht horecabedrijf);

horeca, categorie 2:

een bedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van maaltijden, al dan niet voor consumptie ter plaatse, met als nevenactiviteit het verstrekken van alcoholhoudende en alcoholvrije dranken.

horeca, categorie 3:

een bedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van (al dan niet voor consumptie ter plaatse) bereide kleine etenswaren, met als nevenactiviteit het verstrekken van alcoholvrije dranken.

horeca, categorie 4:

een bedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van alcoholhoudende en alcoholvrije dranken voor consumptie ter plaatse, al dan niet met als nevenactiviteit het verstrekken van kleine etenswaren.

horeca, categorie 5:
een bedrijf dat tot hoofddoel heeft het bedrijfsmatig ten gehore brengen van muziek en het geven van gelegenheid tot dansbeoefening, al dan niet met levende muziek en al dan niet met verstrekking van alcoholhoudende en alcoholvrije dranken en kleine etenswaren;

horeca, categorie 6:

een bedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van logies, al dan niet in combinatie met het verstrekken van maaltijden, al dan niet voor consumptie ter plaatse, met als nevenactiviteit het verstrekken van alcoholhoudende en alcoholvrije dranken.

horeca, ondergeschikt:

niet-zelfstandige horeca, uitsluitend zijnde horeca die wordt of is gerealiseerd binnen een andere hoofdfunctie en daar naar oppervlakte en ruimtelijke uitstraling ondergeschikt aan is;

1.26 huishouden

het in een woning met elkaar samenwonen van een aantal personen in een zekere continue samenstelling en waarbij tevens tussen deze verschillende personen een zekere onderlinge verbondenheid bestaat (gezin of samenlevingsverband)

1.27 kampeermiddel

  1. a. een tent, een tentwagen, een kampeerauto of een caravan;
  2. b. enig ander onderkomen of enig ander voertuig, gewezen voertuig of gedeelte daarvan, voor zover geen bouwwerk zijnde, waarvoor ingevolge artikel 2.1. lid 1 sub a van de Wabo een omgevingsvergunning voor het bouwen vereist is,

een en ander voor zover genoemde onderkomens of voertuigen geheel of gedeeltelijk blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf

1.28 kamperen

  1. 1. het houden van recreatief nachtverblijf in een kampeermiddel of in een bouwwerk dat ter beschikking is gesteld voor het houden van recreatief nachtverblijf, niet zijnde een hotel, een pension of een woning anders dan een recreatiewoning;
  2. 2. het plaatsen dan wel geplaatst houden van kampeermiddelen

1.29 kunstwerken

bouwwerken, geen gebouwen zijnde, van weg- en waterbouwkundige aard, zoals bruggen, viaducten, duikers, keerwanden, beschoeiingen, kademuren en dergelijke

1.30 maatschappelijke voorzieningen

educatieve, sociaal-medische, sociaal-culturele en levensbeschouwelijke voorzieningen, dorpshuizen, kinderopvang, alsmede voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening, met inbegrip van horeca ondergeschikt aan en behorend bij deze voorzieningen

1.31 mantelzorg

het verlenen van zorg, die niet in het kader van een hulpverlenend beroep, wordt gegeven aan een hulpbehoevende door één of meerdere leden van diens directe omgeving, waarbij de zorgverlening direct voortvloeit uit de sociale relatie

1.32 overkapping

een bouwwerk, geen gebouw zijnde, dat een overdekte ruimte vormt zonder wanden dan wel met ten hoogste één wand

1.33 prostitutie

het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen voor of met een andere tegen vergoeding

1.34 seksinrichting

een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden;

  1. 1. onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan:
    1. a. een seksinrichting, waaronder begrepen een erotische massagesalon;
    2. b. een seksbioscoop of sekstheater;
    3. c. een seksautomatenhal;
    4. d. een seksclub of parenclub;

al dan niet in combinatie met elkaar;

  1. 2. onder een seksinrichting wordt niet verstaan:
    1. a. een escortbedrijf;
    2. b. een sekswinkel

1.35 voorgevel

de naar de weg gekeerde gevel van een gebouw

1.36 woning

een complex van ruimten, dat dient voor de huisvesting van één huishouden.

Artikel 2 Meten

2.1 Wijze van meten

Tenzij anders bepaald, worden de waarden die in m of m² zijn uitgedrukt op de volgende wijze gemeten:

  1. a. afstanden loodrecht;
  2. b. hoogten vanaf het aansluitende afgewerkte terrein, waarbij plaatselijke, niet bij het verdere verloop van het terrein passende ophogingen of verdiepingen aan de voet van het bouwwerk, anders dan noodzakelijk voor de bouw daarvan, buiten beschouwing blijven, en
  3. c. maten buitenwerks, waarbij uitstekende delen van ondergeschikte aard tot maximaal 0,5 m buiten beschouwing blijven.

2.2 Hoogte

Bij het meten van de hoogten als bedoeld in 2.1, onderdeel b, wordt een bouwwerk, voorzover het zich bevindt op een erf- of perceelgrens, gemeten aan de kant waar het aansluitend afgewerkt terrein het hoogste is.

Hoofdstuk 2 Gebruiks- En Bouwregels

Artikel 3 Gebruiksregels

3.1 Bestaand gebruik

  1. a. De binnen het verordeningsgebied gelegen gronden en bestaande bouwwerken mogen worden gebruikt overeenkomstig het bestaand gebruik;
  2. b. Onder bestaand gebruik voor wonen wordt tevens verstaan het gebruik van woonhuizen in combinatie met een aan-huis-verbonden beroep of een aan-huis-verbonden bedrijf waarbij de volgende voorwaarden gelden:
    1. 1. er mag niet meer dan 30% van de oppervlakte van de woning, inclusief bijbehorende bouwwerken wordt gebruikt, met dien verstande dat een maximum geldt van:
      • 45 m² bij bouwpercelen tot 750 m²;
      • 60 m² bij bouwpercelen van 750 m² tot 1.500 m²;
      • 75 m² bij bouwpercelen groter dan 1.500 m²;
    2. 2. er zijn maximaal 50 verkeersbewegingen per etmaal toegestaan;
    3. 3. er mag geen detailhandel plaatsvinden;
    4. 4. er mag geen bedrijvigheid worden uitgeoefend die vergunnings- of meldingsplichtig is op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht of de Wet milieubeheer;
    5. 5. er dienen voldoende parkeerplaatsen op eigen terrein te worden gerealiseerd;
    6. 6. de oppervlakte van reclameborden mag niet meer dan 0,50 m² bedragen, en de langste zijde van het reclamebord mag niet meer dan 1,00 m bedragen;
    7. 7. er mogen geen verlichte reclameborden worden gebruikt.

3.2 Aanvullend gebruik

Ter plaatse van bestaande maatschappelijke voorzieningen mogen de gronden en bouwwerken ook worden gebruikt voor andere maatschappelijke voorzieningen. Hierbij geldt dat moet worden voorzien in voldoende parkeergelegenheid en het gebruik van de gronden en bouwwerken moet passend zijn in de omgeving.

3.3 Openbare ruimte

Binnen de openbare ruimte mogen de functies groen, verblijfsgebied, parkeren en water in beperkte mate onderling worden uitgewisseld, waarbij de stedenbouwkundige opzet van het gebied dient te worden gerespecteerd.

3.4 Afwijkingsregels gebruik

Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, kan een omgevingsvergunning worden verleend:

  1. a. het bepaalde in lid 3.1 onder a voor het bieden van mantelzorg in de vorm van een afhankelijke woonruimte (inwoning), met dien verstande dat:
    1. 1. een dergelijke bewoning noodzakelijk is vanuit het oogpunt van mantelzorg;
    2. 2. op het perceel al een woning aanwezig dient te zijn;
    3. 3. er geen onevenredige hinder voor aangrenzende percelen mag plaatsvinden;
    4. 4. per woning maximaal één ruimte ten behoeve van inwoning voor mantelzorg mag worden gerealiseerd;
    5. 5. inwoning plaats vindt bij, in of direct aansluitend aan de woning, waarbij de afhankelijke woonruimte een onderlinge verbinding met de woning dient te hebben;
    6. 6. het gebruik van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk als afhankelijke woonruimte is uitsluitend toegestaan indien realisering van de inwoning in of aan de woning voor de inwoners of ander bewoners onredelijk bezwarend is;
    7. 7. de oppervlakte ten behoeve van mantelzorg ten hoogste 75 m² mag bedragen;
    8. 8. er voldoende parkeerplaatsen op eigen terrein wordt gerealiseerd;
    9. 9. een indicatie door of vanwege de gemeente moet zijn afgegeven;
    10. 10. binnen drie maanden na beëindiging van de mantelzorg de afhankelijke woonruimte voor bewoning ongedaan gemaakt dient te worden;
  2. b. het bepaalde in lid 3.1 onder b sub 2 in die zin dat meer dan 50 verkeersbewegingen per etmaal worden toegestaan, mits geen sprake is van een onevenredige verkeersbelasting van de weg waaraan het betreffende aan-huis-verbonden beroep of bedrijf is gelegen.

Artikel 4 Bouwregels

4.1 Bestaande bouwwerken

Binnen het verordeningsgebied zijn aanwezige bestaande bouwwerken toegestaan en mogen op dezelfde locatie worden vervangen door bouwwerken van dezelfde afmetingen.

4.2 Vergroting van bestaande en nieuwe bouwwerken

4.3 Afwijkingsregels bouwen

Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, kan een omgevingsvergunning worden verleend:

  1. a. het bepaalde in lid 4.2.1 onder a in die zin dat de gezamenlijke oppervlakte van bijbehorende bouwwerken wordt vergroot met ten hoogste 30 m², met dien verstande dat het achtererfgebied voor ten hoogste 50% mag worden bebouwd;
  2. b. het bepaalde in lid 4.2.3 onder a voor het realiseren van erf- en terreinafscheidingen, met dien verstande dat:
    1. 1. de bouwhoogte van erfafscheidingen ten hoogste 2,00 m mag bedragen;
    2. 2. deze afwijkingsmogelijkheid uitsluitend wordt toegepast voor erf- en terreinafscheidingen langs de openbare weg en/of het openbaar toegankelijk gebied.

Artikel 5 Archeologie

5.1 Bouwregels

5.2 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 6 Gasleiding

Ter plaatse van het besluitsubvlak 'Gasleiding' gelden de volgende regels.

6.1 Bouwregels

  1. a. Er mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de bedoelde leiding worden gebouwd.
  2. b. In afwijking van het bepaalde in a mogen bouwwerken met bijbehorende voorzieningen worden opgericht conform het bepaalde in artikel 4, met dien verstande dat:
    1. 1. het bepaalde in het desbetreffende artikel van toepassing is;
    2. 2. het oprichten van bouwwerken slechts is toegestaan indien de belangen van de leidingbeheerder zich hiertegen niet verzetten en vooraf advies is ingewonnen bij de betrokken beheerder.

6.2 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, en van werkzaamheden

Hoofdstuk 3 Algemene Regels

Artikel 7 Anti-dubbeltelbepaling

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 8 Algemene Gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met de verordening, wordt in ieder geval gerekend:

  1. a. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor bewoning;
  2. b. het gebruik of laten gebruiken van een woning en/of een vrijstaand bijbehorend bouwwerk voor de huisvesting van buitenlandse werknemers welke geen huishouden vormen;
  3. c. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van een seksinrichting, een escortbedrijf en/of (straat-)prostitutie;
  4. d. het gebruik van gronden en bouwwerken voor stille opslag;
  5. e. het gebruik van stille opslag voor detailhandelsactiviteiten;
  6. f. het gebruik van gronden voor het aanwezig of opgeslagen hebben van één of meer aan hun gebruik onttrokken, gerede dan wel onklare machines, voer-, vaar- of vliegtuigen, dan wel onderdelen daarvan;
  7. g. het opslaan van goederen anders dan in gebouwen.

Artikel 9 Algemene Afwijkingsregels

Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van:

  1. a. het afwijken van maten, met uitzondering van percentages, met ten hoogste 10%, indien dit noodzakelijk is voor een goede uitvoering van het plan;
  2. b. de bouw van kleine, niet voor bewoning bestemde bouwwerken ten dienste van nutsvoorzieningen waarvan de oppervlakte van enig gebouw niet meer dan 25 m² en de bouwhoogte niet mag bedragen dan 3,50 m;
  3. c. de bouw van erfafscheidingen, tot een maximale bouwhoogte van 3,00 m.

Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels

Artikel 10 Overgangsrecht Gebruik

  1. a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van de beheersverordening en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  2. b. Het is verboden het met de beheersverordening strijdige gebruik, bedoeld in sub a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met de beheersverordening strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  3. c. Indien het gebruik, bedoeld in sub a, na het tijdstip van inwerkingtreding van de beheersverordening voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  4. d. Het bepaalde in sub a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan of de voorheen geldende beheersverordening, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan of de verordening.

Artikel 11 Overgangsrecht Bouwen

  1. a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van de beheersverordening aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
    1. 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    2. 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
  2. b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van sub a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in sub a met maximaal 10%.
  3. c. Het bepaalde in sub a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van de beheersverordening, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende bestemmingsplan of de daarvoor geldende beheersverordening, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan of de verordening.

Artikel 12 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als:

Beheersverordening Stede Broec Noord

van de gemeente Stede Broec.