Hoofdverkeersstructuur kern Rijnsburg
Bestemmingsplan - gemeente Katwijk
Vastgesteld op 04-08-2010 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
1.1 aanduiding:
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
1.2 aanduidingsgrens:
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
1.3 archeologisch verwachtingsgebied
terrein dat op basis van de Archeologische Verwachtings- en Beleidskaart van de gemeente Katwijk op de plankaart is aangeduid als gebied met Middelmatige- tot Hoge Archeologische Verwachting.
1.4 archeologisch waardevol gebied
terrein dat op de Archeologische Verwachtings- en Beleidskaart van de gemeente Katwijk is aangeduid als gebied met Hoge Archeologische Waarde.
1.5 bebouwing:
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
1.6 bestemmingsgrens:
de grens van een bestemmingsvlak.
1.7 bestemmingsvlak:
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
1.8 bouwen:
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
1.9 bouwgrens:
de grens van een bouwvlak.
1.10 bouwvlak:
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
1.11 bouwwerk:
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
1.12 deskundige
een door de burgemeester en wethouders aan te wijzen onafhankelijke deskundige of commissie van deskundigen.
1.13 gebouw:
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
1.14 onderkomen
voor verblijf geschikte, al dan niet aan hun bestemming onttrokken voer- en vaartuigen, arken en soortgelijke verblijfsmiddelen, voor zover deze niet als bouwwerken zijn aan te merken.
1.15 peil
voor gebouwen, waarvan de hoofdtoegang gelegen is binnen de afstand van 5 m van de openbare weg, de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang. Voor andere gebouwen en andere bouwwerken geen gebouwen zijnde de gemiddelde hoogte van het aansluitende, afgewerkte maaiveld, tenzij in de regels anders is aangegeven.
1.16 plan:
het bestemmingsplan "Hoofdverkeersstructuur kern Rijnsburg" van de gemeente Katwijk.
1.17 verbeelding
voorheen plankaart; digitale kaart met bijbehorende verklaring waarop de bestemming van de in het plan begrepen gronden zijn aangegeven.
Artikel 2 Wijze Van Meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.1 de goothoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
2.2 de inhoud van een bouwwerk:
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
2.3 de bouwhoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Verkeer
3.1 Bestemmingsomschrijving
3.2 Bouwregels
3.3 Aanlegvergunningen
3.4 specifieke gebruiksregels
Artikel 4 Waarde - Archeologisch Verwachtingsgebied
4.1 bestemmingsomschrijving
Deze gronden zijn als dubbelbestemming bestemd voor bescherming en veiligstelling van archeologische waarden.
4.2 bouwregels
Op gronden met de aanduiding 'Waarde - Archeologisch Verwachtingsgebied' mogen uitsluitend bouwwerken worden gebouwd die voor archeologisch onderzoek noodzakelijk zijn. Ten behoeve van andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag uitsluitend worden gebouwd indien de bij de betrokken bestemming behorende bouwregels in acht worden genomen en:
- a. de aanvrager van de bouwvergunning een rapport heeft overgelegd van archeologisch onderzoek, zoals gesteld in de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie, waarin de archeologische waarde naar het oordeel van het college van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld;
- b. de betrokken archeologisch waarden, gelet op het rapport zoals onder a bedoeld, door de bouwactiviteiten niet worden geschaad of mogelijke schade kan worden voorkomen door aan de bouwvergunning voorwaarden te verbinden, gericht op;
- 1. het treffen van maatregelen waardoor archeologische waarden in de bodem behouden kunnen worden, zoals alternatieve funderingsmethoden of beschermende bodemlagen;
- 2. het doen van archeologische opgravingen;
- 3. begeleiding van het bouwrijp maken en van de bouwactiviteiten door een archeologisch deskundige.
4.3 uitzondering
Het bepaalde in 4.2 onder sub a en b is niet van toepassing indien:
- a. het bouwplan betrekking heeft op vervanging van bestaande bouwwerken waarbij de oppervlakte niet wordt uitgebreid en / of alleen de bestaande fundering wordt benut;
- b. er geen grondwerk wordt verricht dieper dan 30 cm onder maaiveld en er geen hei- en schroefwerkzaamheden zullen worden verricht;
- c. het te bebouwen oppervlak een omvang heeft dat kleiner is dan 100 m2.
4.4 aanlegregels
Op gronden met de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologisch Verwachtingsgebied' is het verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning (aanlegvergunning) van het college van burgemeester en wethouders de volgende werkzaamheden uit te voeren;
- a. het ophogen van de bodem met meer dan 0,50 m;
- b. grondwerkzaamheden, waartoe worden gerekend het afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren en ontginnen van gronden, alsmede het graven of vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren en het aanleggen van drainage;
- c. het verlagen van het waterpeil;
- d. het tot stand brengen en / of in exploitatie brengen van boor- en pompputten;
- e. het uitvoeren van heiwerken c.q. schroefpalen en / of indrijven van scherpe voorwerpen in de bodem;
- f. het aanleggen van bos of boomgaard, of het rooien van bos of boomgaard waarbij stobben worden verwijderd;
- g. het aanleggen, verbreden of verharden van wegen, voet-, ruiter- of rijwielpaden, banen of parkeergelegenheden en het aanleggen van andere oppervlakteverhardingen;
- h. het aanleggen van nieuwe ondergrondse transport-, energie-, of telecommunicatieleidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur.
4.5 uitzondering
Het verbod in 4.4 is niet van toepassing indien:
- a. het werkzaamheden in de bodem betreffen tot een diepte van 30 cm onder het maaiveld;
- b. het gebied van de werken een omvang heeft dat kleiner is dan 100 m2;
- c. de werken en / of werkzaamheden het gewone onderhoud betreffen, met inbegrip van onderhoud- en vervangingswerkzaamheden van bestaande bestratingen en beplantingen binnen bestaande tracés van kabels en leidingen;
- d. werken en werkzaamheden archeologisch onderzoek betreffen.
4.6 aanlegvergunning
Een aanlegvergunning wordt verleend indien:
- a. de aanvrager van de aanlegvergunning een rapport heeft overlegd van archeologisch onderzoek, zoals gesteld in de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie, waarin de archeologische waarde van de betrokken locatie naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld;
- b. de betrokken archeologisch waarden, gelet op het rapport zoals onder a bedoeld, door de werken niet worden geschaad of mogelijke schade kan worden voorkomen door aan de aanlegvergunning voorschriften te verbinden, gericht op:
- 1. het treffen van maatregelen waardoor archeologische waarden in de bodem behouden kunnen worden;
- 2. het doen van archeologische opgravingen;
- 3. begeleiding van de werken door een archeologisch deskundige.
4.7 wijzigingsbevoegdheid
Het college van burgemeester en wethouders zijn bevoegd met toepassing van artikel 3.6 1e lid onder a, van de Wet ruimtelijke ordening, geheel of gedeeltelijk de plankaart van het Bestemmingsplan te wijzigen door:
- a. op de plankaart de dubbelbestemming "Waarde - Archeologisch Verwachtingsgebied" geheel of gedeeltelijk te doen vervallen of van omvang te veranderen indien op basis van aanvullend en / of definitief archeologisch onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn, dan wel er niet langer archeologische bescherming of zorg nodig is;
- b. op de gronden alsnog de dubbelbestemming "Waarde - Archeologie" te leggen indien uit archeologisch onderzoek blijkt dat ter plaatse archeologische waarden aanwezig zijn.
Artikel 5 Waterstaat - Waterstaatkundige Functie
5.1 Bestemmingsomschrijving
5.2 Bouwregels
Ten aanzien van de in lid 5.1.1 bedoelde dubbelbestemming gelden de volgende bouwregels:
- a. in en op de gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd ten behoeve van de in 5.1.1 omschreven bestemming met een maximale hoogte van 3 m;
- b. in afwijking van lid 5.2 onder a mogen op de gronden, indien en voor zover van belang van de waterstaat dit toelaten, bouwwerken geen gebouw zijnde in overeenstemming met de bestemming waarmee de in 5.1.1 genoemde bestemming samenvalt worden gebouwd, met dien verstande dat deze bebouwing niet in strijd is met de regels, die van toepassing zijn voor de betreffende bestemming.
5.3 Advies
Voordat een bouwvergunning voor een bouwwerk, waarvoor roeren van grond nodig is, als bedoeld in 5.1wordt verleend voor bouwwerken die gelegen zijn, of zullen gelegen zijn binnen het op de verbeelding als waterstaatkundige functie aangewezen gronden, wordt advies ingewonnen van het Hoogheemraadschap van Rijnland.
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 6 Antidubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 7 Algemene Ontheffingsregels
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van:
- a. het in geringe mate afwijken ten aanzien van bouwgrenzen en overige aanduidingen op de verbeelding in het horizontale vlak, indien bij definitieve uitmeting of verkaveling blijkt dat deze afwijking in het belang van een juiste verwezenlijking van het plan redelijk, gewenst of noodzakelijk is en de afwijking ten opzichte van hetgeen op de verbeelding is aangegeven niet meer bedraagt dan 3 m;
Artikel 8 Algemene Wijzigingsregels
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen voor:
- a. het oprichten van gebouwen ten dienste van (openbare) nutsvoorzieningen met een inhoud van ten hoogste 150 m3 en een goothoogte van ten hoogste 3 m, dit voor zover deze op grond van de Algemene ontheffingsbepalingen niet kunnen worden gebouwd.
Artikel 9 Overige Regels
9.1 Werking wettelijke regelingen
De wettelijke regelingen waarnaar in de regels wordt verwezen, gelden zoals deze luiden op het moment van vaststelling van het plan.
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 10 Algemene Procedureregels
Op de voorbereiding van een besluit tot ontheffing, zoals opgenomen in dit plan, is de in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht geregelde procedure van toepassing.
Artikel 11 Overgangsrecht
11.1 Overgangsrecht ten aanzien van bouwwerken
11.2 Overgangsrecht ten aanzien van het gebruik
Artikel 12 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan "Hoofdverkeersstructuur kern Rijnsburg".
Bijlage 1 Bouwen En Verkeer Rijnsburg, Mobycon, 8-04-2009
Bijlage 1 Bouwen en verkeer Rijnsburg, Mobycon, 8-04-2009
Bijlage 2 Luchtkwaliteitonderzoek Kern Rijnsburg, Kuipercompagnons, 11-12-2009
Bijlage 2 Luchtkwaliteitonderzoek kern Rijnsburg, KuiperCompagnons, 11-12-2009
Bijlage 3 Akoestisch Onderzoek Hoofdverkeersstructuur Kern Rijnsburg, Kuipercompagnons, 11-
Bijlage 3 Akoestisch onderzoek Hoofdverkeersstructuur kern Rijnsburg, KuiperCompagnons, 11-
Bijlage 4 Akoestisch Onderzoek Naar De Geluidwering Bij 6 Woningen Te Rijnsburg Gemeente
Bijlage 4 Akoestisch onderzoek naar de geluidwering bij 6 woningen te Rijnsburg gemeente
Bijlage 5 Nota Van Beantwoording Zienswijzen, Ontwerp Bestemmingsplan ‘Hoofdverkeersstructuur
Bijlage 5 Nota van beantwoording zienswijzen, Ontwerp bestemmingsplan ‘Hoofdverkeersstructuur