KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
Artikel 2 Wijze Van Meten
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Groen
Artikel 4 Maatschappelijk
Artikel 5 Tuin
Artikel 6 Verkeer
Artikel 7 Verkeer - Railverkeer
Artikel 8 Water - Nieuwe Waterweg
Artikel 9 Wonen
Artikel 10 Woongebied
Artikel 11 Leiding - Riool
Artikel 12 Waarde - Archeologie
Artikel 13 Waterstaat - Waterkering
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 14 Anti-dubbeltelregel
Artikel 15 Algemene Bouwregels
Artikel 16 Algemene Gebruiksregels
Artikel 17 Algemene Aanduidingsregels
Artikel 18 Algemene Aanduidingsregels
Artikel 19 Algemene Wijzigingsregels
Artikel 20 Algemene Procedureregels
Artikel 21 Overige Regels
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 22 Overgangsrecht
Artikel 23 Slotregels
Bijlage 1 Zie Apart Boekwerk

1e partiële herziening Het Balkon 2022

Bestemmingsplan - Gemeente Maassluis

Vastgesteld op 22-11-2022 - geheel onherroepelijk in werking

Bestanden

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels

Artikel 1 Begrippen

In deze regels wordt verstaan onder:

1.1 plan

het bestemmingsplan "1e partiële herziening Het Balkon 2022" met identificatienummer NL.IMRO.0556.HZBalkon-VG01 van de gemeente Maassluis;

1.2 bestemmingsplan

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;

en verder in alfabetische volgorde:

1.3 aanduiding

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;

1.4 aanduidingsgrens

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;

1.5 aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten

aan-huis-gebonden beroep: het uitoefenen van een beroep door de bewoner door het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch of daarmee vergelijkbaar gebied, die door hun beperkte omvang in een woning en daarbij behorende bijgebouwen met behoud van de woonfunctie kunnen worden verleend, inclusief de beperkte verkoop van artikelen verband houdende met die diensten, mits geen detailhandel;

kleinschalige bedrijfsmatige activiteit: een activiteit die in een woning door een bewoner op bedrijfsmatige wijze wordt uitgeoefend, voor zover sprake is van een inrichting type A, zoals bedoeld in het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer, waarbij de woning in overwegende mate zijn woonfunctie behoudt met een ruimtelijke uitstraling die daarbij past;

1.6 achtererfgebied

erf achter de lijn die het hoofdgebouw doorkruist op 1 m achter de voorkant en van daaruit evenwijdig loopt met het aangrenzend openbaar toegankelijk gebied, zonder het hoofdgebouw opnieuw te doorkruisen of in het erf achter het hoofdgebouw te komen;

1.7 archeologisch onderzoek

onderzoek verricht door of namens de gemeente, door een dienst, bedrijf of instelling erkend door het Centraal College van Deskundigen en werkend volgens de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie (KNA);

1.8 archeologische monumentenzorg

zorg die zich richt op het optimaal beheer van de bodem als unieke bron van informatie over de geschiedenis van Nederland;

1.9 archeologische waarde

de aan een gebied toegekende waarden in verband met de kennis en studie van de in dat gebied voorkomende overblijfselen van menselijke aanwezigheid of activiteit in het verleden, tenminste ouder dan 50 jaar;

1.10 bebouwing

één of meer gebouwen en/of overige bouwwerken;

1.11 bebouwingspercentage

een in de regels aangegeven percentage, dat de grootte van het bouwperceel dan wel bouwvlak, zoals bepaald in de regels, aangeeft, dat maximaal mag worden bebouwd;

1.12 bed & breakfast

een kleinschalige overnachtingsaccommodatie, gericht op het bieden van de mogelijkheid tot een toeristisch en kortdurend verblijf met het serveren van ontbijt, die plaats heeft in een woonhuis of een bijbehorend bouwwerk en die aan de woonfunctie ondergeschikt is, niet zijnde de huisvesting van seizoengebonden werknemers, permanente kamerverhuur of een horecabedrijf;

1.13 bedrijf

een onderneming waarbij het accent ligt op het vervaardigen, bewerken, installeren, inzamelen en verhandelen van goederen;

1.14 bestemmingsgrens

de grens van een bestemmingsvlak;

1.15 bestemmingsvlak

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;

1.16 bevoegd gezag

een bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van een besluit ten aanzien van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ten aanzien van een al verleende omgevingsvergunning;

1.17 bevoegdheden

afwijkingsbevoegdheid: de bevoegdheid volgens dit bestemmingsplan tot het bij een omgevingsvergunning afwijken van de planregels van het bestemmingsplan, als bedoeld in artikel 3.6, aanhef en onder c., van de Wet ruimtelijke ordening;

bevoegdheid tot stellen van nadere eisen: de bevoegdheid volgens dit bestemmingsplan van burgemeester en wethouders tot het stellen van nadere eisen ten opzichte van in het bestemmingsplan omschreven punten, als bedoeld in artikel 3.6, aanhef en onder d., van de Wet ruimtelijke ordening;

burgemeester en wethouders: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Maassluis;

1.18 bijbehorend bouwwerk

uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak;

1.19 bouwen

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;

1.20 bouwgrens

de grens van een bouwvlak;

1.21 bouwlaag

een boven het peil gelegen en doorlopend gedeelte van een gebouw (met een hoogte van minimaal 2,1 meter en maximaal 3,2 meter), dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen binnenwerks is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder;

1.22 bouwperceel

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;

1.23 bouwperceelgrens

de grens van een bouwperceel;

1.24 bouwvlak

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en overige bouwwerken zijn toegelaten;

1.25 bouwwerk

een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;

1.26 bruto vloeroppervlak

het vloeroppervlak van de ruimten die kunnen worden gebruikt ten behoeve van de bestemming inclusief de hieraan ondersteunende voorzieningen (zoals onder andere keuken, uitgifteruimte, magazijn, toiletten en dergelijke);

1.27 detailhandel

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;

1.28 detailhandel, ondergeschikte

detailhandel die qua uitstraling past bij de hoofdfunctie, ter ondersteuning dient van de hoofdfunctie en niet zelfstandig wordt uitgeoefend en/of toegankelijk is, los van de hoofdfunctie;

1.29 functieaanduiding

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar, ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;

1.30 gebouw

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

1.31 hoofdgebouw

een gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is;

1.32 horecabedrijf

een bedrijf dat bedrijfsmatig ter plaatse dranken en/of etenswaren en/of logies verstrekt;

1.33 maaiveld

de bovenkant van een afgewerkt terrein dat een gebouw c.q. bouwwerk omgeeft;

1.34 nutsvoorzieningen

voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling en apparatuur voor telecommunicatie;

1.35 omgevingsvergunning

een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1 of 2.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

1.36 openbaar toegankelijk gebied

een weg als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b., van de Wegenverkeerswet 1994, alsmede pleinen, parken, plantsoenen, openbaar vaarwater en ander openbaar gebied dat voor publiek algemeen toegankelijk is, met uitzondering van wegen uitsluitend bedoeld voor de ontsluiting van percelen door langzaam verkeer;

1.37 overig bouwwerk

een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;

1.38 pand

de kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is;

1.39 peil

  • voor gebouwen waarvan de toegang onmiddellijk aan de weg grenst: de hoogte van de kruin van de weg ter plaatse van de hoofdtoegang;
  • in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het bestaande aansluitende afgewerkte maaiveld;

1.40 rijkswaterstaatswerk

een waterstaatswerk, zoals een oppervlaktewaterlichaam, een bergingsgebied, een waterkering of een ondersteunend kunstwerk, dat in beheer is van het Rijk, als bedoeld in artikel 1.1 van de Waterwet;

1.41 wet/wettelijke regelingen

indien en voor zover in deze regels wordt verwezen naar wettelijke regelingen c.q. verordeningen e.d., dienen deze regelingen te worden gelezen zoals deze luiden op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerpplan, tenzij anders bepaald.

1.42 wonen

het houden van verblijf, het hebben - huren hieronder mede begrepen - van kamers of het gehuisvest zijn in een huis, evenwel met uitzondering van bewoning met een overwegend verzorgend karakter;

1.43 woning

een (gedeelte van een) gebouw, dat dient voor het huisvesten van één huishouden.

Artikel 2 Wijze Van Meten

Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

2.1 de dakhelling

langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;

2.2 de goothoogte van een bouwwerk

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;

2.3 de inhoud van een bouwwerk

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;

2.4 de bouwhoogte van een bouwwerk

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk met uitzondering van onderschikte bouwdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;

2.5 de oppervlakte van een bouwwerk

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;

2.6 de afstand tot de bouwperceelgrens

tussen de grens van het bouwperceel en een bepaald punt van het bouwwerk, waar die afstand het kortst is;

2.7 de ondergrondse bouwdiepte van een bouwwerk

vanaf het bouwkundig peil tot het diepste punt van het bouwwerk, de fundering niet meegerekend.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Groen

AANDUIDINGEN OP PLANVERBEELDING:

Bestemming: Functieaanduiding:

G Groen (-)

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Groen" (G) aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. groenvoorzieningen;
  2. b. voet- en fietspaden;
  3. c. voorzieningen van algemeen nut;
  4. d. kunstwerken;
  5. e. speelvoorzieningen;
  6. f. parkeervoorzieningen;
  7. g. waterlopen, watergangen, infiltratievoorzieningen en overige, al dan niet ondergrondse, waterhuishoudkundige voorzieningen.

3.2 Bouwregels

Artikel 4 Maatschappelijk

AANDUIDINGEN OP PLANVERBEELDING:

Bestemming: Functieaanduiding:

M Maatschappelijk (-)

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Maatschappelijk" (M) aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. scholen;
  2. b. praktijkruimten gezondheidszorg;
  3. c. kinderopvang;

met de daarbij behorende:

  1. d. wegen en paden;
  2. e. parkeervoorzieningen;
  3. f. groenvoorzieningen;
  4. g. speelvoorzieningen;
  5. h. tuinen, erven en terreinen;
  6. i. nutsvoorzieningen.
  7. j. waterhuishoudkundige voorzieningen;

4.2 Bouwregels

Artikel 5 Tuin

AANDUIDINGEN OP PLANVERBEELDING:

Bestemming: Functieaanduiding:

T Tuin (-p) parkeerterrein uitgesloten

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Tuin" (T) aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. tuinen bij aangrenzende woningen, inclusief bijbehorende verhardingen;
  2. b. parkeren ten behoeve van het wonen, met uitzondering ter plaatse van de functieaanduiding "parkeerterrein uitgesloten" (-p);
  3. c. voet- en fietspaden.

5.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende bouwregels:

  1. a. op deze gronden mogen uitsluitend overige bouwwerken worden gebouwd, met uitzondering van overkappingen;
  2. b. de maximale bouwhoogte van erfafscheidingen langs openbaar toegankelijk gebied bedraagt 1,00 m, terwijl de maximale bouwhoogte van andere erfafscheidingen 2,50 m bedraagt;
  3. c. de maximale bouwhoogte van lichtmasten en vlaggenmasten bedraagt 6,00 m;
  4. d. ter plaatse van de aanduiding "parkeerterrein uitgesloten" (-p) bedraagt de maximale bouwhoogte van overige bouwwerken 0,50 m;
  5. e. de maximale bouwhoogte van andere overige bouwwerken elders binnen deze bestemming bedraagt 2,50 m.

5.3 Specifieke gebruiksregels

Artikel 6 Verkeer

AANDUIDINGEN OP PLANVERBEELDING:

Bestemming: Functieaanduiding:

V Verkeer (-)

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Verkeer" (V) aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wegen, straten en paden met hoofdzakelijk een verkeersfunctie, zoals voet- en fietspaden;
  2. b. onderdoorgangen voor verkeer en oeververbindingen voor verkeer;
  3. c. bij deze bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals geluidswerende voorzieningen, nutsvoorzieningen, groen, water, reclame-uitingen en parkeervoorzieningen.

6.2 Bouwregels

Artikel 7 Verkeer - Railverkeer

AANDUIDINGEN OP PLANVERBEELDING:

Bestemming: Functieaanduiding:

V-R Verkeer - railverkeer (-)

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Verkeer - Railverkeer" (V-RV) aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. spoorwegen en de daarbij behorende bermen, taluds, spoorwegovergangen en spooronderdoorgangen;
  2. b. nutsvoorzieningen;
  3. c. water;
  4. d. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals geluidwerende voorzieningen, groen, ontsluitingswegen en ondergrondse spoorkruisingen.

7.2 Bouwregels

7.3 Specifieke gebruiksregels

Artikel 8 Water - Nieuwe Waterweg

AANDUIDINGEN OP PLANVERBEELDING:

Bestemming: ` Functieaanduiding:

WA-NW Water - Niewe Waterweg (-)

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Water - Nieuwe Waterweg" (WA-NW) aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. een vaarweg;
  2. b. verkeer te water;
  3. c. de waterhuishouding, inclusief waterstaatswerken.

8.2 Bouwregels

Voor het bouwen van bouwwerken gelden de volgende bouwregels:

  1. a. op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd;
  2. b. de maximale bouwhoogte van overige bouwwerken bedraagt 5,00 m.

Artikel 9 Wonen

AANDUIDINGEN OP PLANVERBEELDING:

Bestemming: Functieaanduiding:

W Wonen (m) maatschappelijk

(p) parkeerterrein

(we) weg

Bouwaanduiding:

(gs) gestapeld

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Wonen" (W) aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. woningen;
  2. b. bijbehorende bouwwerken;
  3. c. tuinen, erven en parkeervoorzieningen;
  4. d. de daarbij behorende overige bouwwerken;
  5. e. ter plaatse van de functieaanduiding "maatschappelijk" (m), op de begane grond en de eerste verdieping praktijkruimten gezondheidszorg;
  6. f. ter plaatse van de functieaanduiding "parkeerterrein" (p), parkeervoorzieningen in de vorm van garages en carports in het achtererfgebied;
  7. g. ter plaatse van de functieaanduiding "weg" (we), een wegontsluiting van parkeerterreinen.

9.2 Bouwregels

9.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van de situering van bouwwerken nabij aansluitingen van wegen, indien dit uit een oogpunt van de verkeersveiligheid noodzakelijk mocht blijken.

9.4 Specifieke gebruiksregels

Artikel 10 Woongebied

AANDUIDINGEN OP PLANVERBEELDING:

Bestemming: Functieaanduiding:

WG Woongebied (-)

Bouwaanduiding:

(gs) gestapeld

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Woongebied" (WG) aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. het wonen;
  2. b. verblijfsgebied met een functie voor verblijf, verplaatsing en gebruik ten dienste van de bestemming, waaronder woonstraten en voet- en fietspaden;
  3. c. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals erven, tuinen, groen- en speelvoorzieningen, nutsvoorzieningen en parkeervoorzieningen.

10.2 Bouwregels

10.3 Afwijken van de bouwregels

10.4 Specifieke gebruiksregels

Artikel 11 Leiding - Riool

AANDUIDINGEN OP PLANVERBEELDING:

Bestemming: Functieaanduiding:

L-R Leiding - Riool (-)

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Leiding - Riool" (L-R) aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere op die gronden geldende bestemming(en), tevens bestemd voor een afvalwatertransportleiding, inclusief de zakelijk rechtstrook van 5,00 m aan beide zijden van die leiding.

11.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  1. a. op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming, zoals in lid 11.1 bedoeld, uitsluitend overige bouwwerken worden gebouwd met een maximale bouwhoogte van 3,00 m;
  2. b. ten behoeve van de andere voor deze gronden geldende bestemmingen mag - met inachtneming van de voor de betrokken bestemming geldende (bouw)regels - uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en alleen gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering.

11.3 Afwijken van de bouwregels

Voor het afwijken van de bouwregels gelden de volgende regels:

  1. a. het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 11.2, onder b.;
  2. b. de omgevingsvergunning wordt verleend, indien de bij de betrokken bestemming behorende bouwregels in acht worden genomen en het belang van de leiding door de bouwactiviteiten niet onevenredig wordt geschaad.

11.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 12 Waarde - Archeologie

AANDUIDINGEN OP PLANVERBEELDING:

Bestemming: Functieaanduiding:

WR-A Waarde - Archeologie (-)

12.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Waarde - Archeologie" (WR-A) aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere op die gronden geldende bestemming(en), tevens bestemd voor de bescherming, het behoud en de veiligstelling van de in deze gronden voorkomende (potentiële) archeologische waarden.

12.2 Bouwregels

12.3 Afwijken van de bouwregels

Bij een omgevingsvergunning kan het bevoegd gezag afwijken van het bepaalde in lid 12.2 onder de volgende voorwaarden:

  1. a. het bevoegd gezag kan afwijken middels een omgevingsvergunning ten behoeve van de bouw van bouwwerken en ten behoeve van andere, voor deze gronden geldende bestemming(en), met inachtneming van de voor de betrokken bestemming geldende (bouw)regels, indien is gebleken dat het oprichten van het bouwwerk niet zal leiden tot een verstoring van archeologische waarden, zowel in directe als in indirecte zin;
  2. b. een omgevingsvergunning wordt uitsluitend verleend nadat de aanvrager een rapport heeft overlegd, waarin de archeologische waarde van het terrein naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld. Dit rapport, het onderzoeksproces dat tot het rapport heeft geleid, alsook de archeologische waardestelling dienen te voldoen aan de binnen de archeologische beroepsgroep algemeen gangbare kwaliteitsafspraken en -criteria;
  3. c. voor zover het oprichten van het bouwwerk, waarvoor de omgevingsvergunning wordt gevraagd, kan leiden tot een onevenredige verstoring van behoudenswaardige archeologische waarden, zowel in directe als in indirecte zin, kan het bevoegd gezag aan de omgevingsvergunning de volgende voorschriften verbinden:
    1. 1. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor archeologische waarden in de bodem kunnen worden behouden;
    2. 2. de verplichting tot het doen van opgravingen zoals bedoeld in de Erfgoedwet; of
    3. 3. de verplichting om de oprichting van het bouwwerk te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg, die voldoet aan de door het bevoegd gezag bij de vergunning te stellen kwalificaties.

12.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

12.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin, dat de dubbelbestemming "Waarde - Archeologie" (geheel of gedeeltelijk) vervalt, als op basis van archeologisch onderzoek, dat voldoet aan de normen van de archeologische beroepsgroep, geen archeologische waarden zijn vastgesteld. Alvorens een wijziging wordt uitgevoerd dient vooraf een advies verkregen te zijn van de gemeentelijk archeoloog.

Artikel 13 Waterstaat - Waterkering

AANDUIDINGEN OP PLANVERBEELDING:

Bestemming: Functieaanduiding:

WS-WK Waterstaat - Waterkering (-)

13.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Waterstaat - Waterkering" (WS-WK) aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere op die gronden geldende bestemming(en), tevens bestemd voor:

  1. a. de waterkering;
  2. b. de bescherming, het onderhoud en de verbetering van de waterkering, met bijbehorende bouwwerken zoals duikers, keerwanden en merktekens;
  3. c. groenvoorzieningen, taluds, oevers en onderhoudsstroken;
  4. d. kruisingen en overbruggingen ten behoeve van verkeers-doeleinden.

13.2 Bouwregels

Op en in de gronden als bedoeld in lid 13.1 mogen uitsluitend overige bouwwerken worden opgericht die nodig zijn voor de bescherming, het onderhoud en de verbetering van de waterkering, met een maximale bouwhoogte van 3,00 m.

13.3 Afwijken van de bouwregels

Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het belang van de waterkering, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van het bepaalde in lid 13.2 voor het oprichten van bouwwerken, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  1. a. de bebouwing is mogelijk op grond van de onderliggende bestemming; en
  2. b. het bevoegd gezag wint advies in bij de beheerder van de waterkering.

13.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Hoofdstuk 3 Algemene Regels

Artikel 14 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 15 Algemene Bouwregels

15.1 Algemene bepaling voor ondergronds bouwen

15.2 Ondergeschikte bouwdelen

Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, liftschachten, gevel- en kroonlijsten, luifels, uitbouwen, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouw- of bestemmingsgrenzen niet meer dan 1 meter bedraagt.

15.3 Parkeren

Ten behoeve van het parkeren of stallen van auto's dient in voldoende mate ruimte te zijn aangebracht in, op of onder het gebouw, dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij het gebouw hoort. Hierbij gelden de parkeernormen, zoals vastgelegd in de Beleidsregels parkeren Maassluis 2012. Indien deze beleidsregels gedurende de planperiode worden gewijzigd, dient rekening gehouden te worden met die wijziging.

15.4 Algemene bepaling over bestaande afstanden en andere maten

Artikel 16 Algemene Gebruiksregels

Het is verboden de in artikelen 3 tot en met 11 bedoelde gronden en bouwwerken te gebruiken en/of te doen en/of laten gebruiken en/of in gebruik te geven op een wijze of tot een doel strijdig met de aan de grond gegeven bestemming, zoals die nader is aangeduid in de bestemmingsomschrijving.

Artikel 17 Algemene Aanduidingsregels

17.1 Gebiedsaanduiding "geluidszone - industrie"

17.2 Gebiedsaanduiding "overige zone - doorzichten"

17.3 Gebiedsaanduiding "overige zone - verkeersverbinding"

17.4 Gebiedsaanduiding "veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen"

17.5 Gebiedsaanduiding "vrijwaringszone - dijk"

17.6 Gebiedsaanduiding "vrijwaringszone - spoor"

17.7 Gebiedsaanduiding "vrijwaringszone - vaarweg"

Artikel 18 Algemene Aanduidingsregels

18.1 Algemene afwijkingsregels

Het bevoegd gezag kan middels een omgevingsvergunning toestemming verlenen voor het afwijken van:

  1. a. de in de regels voorgeschreven maatvoering met ten hoogste 10%;
  2. b. de bestemmingsregels en toestaan dat het beloop of het profiel van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of -intensiteit daartoe aanleiding geeft;
  3. c. de bestemmingsregels en toestaan dat bouwgrenzen worden overschreden, indien een meetverschil daartoe aanleiding geeft;
  4. d. de bestemmingsregels ten aanzien van de bouwhoogte van overige bouwwerken en toestaan dat de bouwhoogte van die bouwwerken wordt vergroot tot maximaal 10 meter;
  5. e. de bestemmingsregels ten aanzien van de hoogte van overige bouwwerken en toestaan dat de hoogte van die bouwwerken ten behoeve van zend-, ontvang- en/of sirenemasten wordt vergroot tot maximaal 40 meter, onder de voorwaarde dat losse masten met of zonder hekwerken, gebouwen e.d. alleen zijn toegestaan:
    1. 1. buiten de bebouwde kom en in landschappelijk minder gevoelige gebieden, langs grote verkeerswegen en dan bij voorkeur bij parkeerplaatsen, benzinestations, knooppunten, viaducten, bedrijventerreinen en horecagelegenheden;
    2. 2. binnen de bebouwde kom op bedrijventerreinen en in sportparken;
  6. f. de bestemmingsregels voor het plaatsen van overige bouwwerken ten behoeve van zend-, ontvang- en/of sirenemasten op elk gebouw.

18.2 Kleine bouwwerken

Indien niet op grond van een andere bepaling van deze planregels een omgevingsvergunning kan worden verleend, kan een omgevingsvergunning worden verleend voor het bouwen van kleine, niet voor bewoning bestemde, bouwwerken van algemeen nut en religieuze doeleinden, zoals abri's, wachthuizen, transformatorhuizen, schakelhuizen, (ondergrondse) afvalcontainers, gemaalgebouwen, telefooncellen, monumenten, kapellen, wegkruizen en naar aard en omvang daarmee gelijk te stellen bouwwerken, mits:

  1. a. de oppervlakte per bouwwerk niet meer bedraagt dan 15 m²;
  2. b. de goothoogte niet meer bedraagt dan 3 meter;
  3. c. de bouwwerken naar aard en afmetingen passen in het plan, met dien verstande, dat de bouwhoogte van overige bouwwerken niet meer dan 10 meter mag bedragen.

18.3 Afwijken ter voorkoming van beperking meest doelmatige gebruik

Van de planregels wordt afgeweken indien strikte toepassing leidt tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, die niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.

Artikel 19 Algemene Wijzigingsregels

19.1 Wijzigingsbevoegdheid algemeen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de in het plan opgenomen bestemmingen te wijzigen ten behoeve van:

  1. a. overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover dit van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover dit noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein. De overschrijding mag echter niet meer bedragen dan 3 meter en het bestemmingsvlak mag met niet meer dan 10% worden vergroot;
  2. b. overschrijding van bestemmingsgrenzen en toestaan dat het beloop van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of -intensiteit daartoe aanleiding geeft. De overschrijding mag echter niet meer bedragen dan 3 meter en het bestemmingsvlak mag met niet meer dan 10% worden vergroot;
  3. c. het wijzigen van de lijst van bedrijfsactiviteiten, indien technologische ontwikkelingen of vernieuwde inzichten hiertoe aanleiding geven;
  4. d. het aanpassen van opgenomen regels in de voorafgaande artikelen, waarbij verwezen wordt naar bepalingen in wettelijke regelingen, indien deze wettelijke regelingen na het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerpplan worden gewijzigd.

Artikel 20 Algemene Procedureregels

20.1 Omgevingsvergunning

Bij het verlenen van een omgevingsvergunning, die onderdeel uitmaakt van dit plan, is de procedure als vervat in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht van toepassing.

20.2 Wijzigingsbevoegdheid

Bij toepassing van een wijzigingsbevoegdheid, die onderdeel uitmaakt van dit plan, is op de voorbereiding van het besluit de procedure als bedoeld in de Afdeling 3.4. van de Algemene wet bestuursrecht, van toepassing.

20.3 Nadere eisen


Bij toepassing van de bevoegdheid tot het stellen van nadere eisen, zoals deze onderdeel uitmaken van deze planregels, worden de volgende procedureregels in acht genomen:

  1. a. het ontwerpbesluit tot het stellen van nadere eisen ligt met bijbehorende stukken gedurende 2 weken ter inzage;
  2. b. burgemeester en wethouders maken de onder a. bedoelde terinzagelegging tevoren in één of meer dag-, nieuws- of huis-aan-huisbladen, die in de gemeente worden verspreid, alsmede op de gebruikelijke wijze bekend;
  3. c. de bekendmaking houdt mededeling in van de mogelijkheid tot het indienen van zienswijzen;
  4. d. gedurende de onder a. genoemde termijn kunnen belanghebbenden bij burgemeester en wethouders schriftelijke zienswijzen indienen tegen het ontwerpbesluit.

Artikel 21 Overige Regels

21.1 Onderlinge rangorde dubbelbestemmingen en gebiedsaanduidingen

Voor zover de in deze regels opgenomen dubbelbestemmingen en/of gebiedsaanduidingen geheel of gedeeltelijk samenvallen, gelden:

  1. a. in de eerste plaats de regels van dubbelbestemming "Waterstaat - Waterkering";
  2. b. in de tweede plaats de regels van dubbelbestemming "Waarde - Archeologie";
  3. c. in de derde plaats de regels van gebiedsaanduiding "vrijwaringszone - dijk", gebiedsaanduiding "vrijwaringszone - spoor" en gebiedsaanduiding "vrijwaringszone - vaarweg";
  4. d. in de vierde plaats de regels van gebiedsaanduiding "veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen";
  5. e. in de vijfde plaats de regels van gebiedsaanduiding "geluidzone - industrie";
  6. f. in de zesde plaats de regels van gebiedsaanduiding "overige zone - verkeersverbinding";
  7. g. in de laatste plaats de regels van gebiedsaanduiding "overige zone - doorzichten".

21.2 Regeling omtrent parkeren en laden en lossen

21.3 Andere wettelijke regelingen

Indien en voor zover in deze regels wordt verwezen naar andere wettelijke regelingen, dienen deze regelingen te worden gelezen, zoals deze luiden op het tijdstip van ter inzage leggen van het ontwerpplan.

21.4 Strafbepaling

Overtreding van het bepaalde in artikel 16 van deze planregels is een economisch delict in de zin van artikel 1a, sub 2°, van de Wet op de economische delicten en als zodanig strafbaar op grond van deze wet.

Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels

Artikel 22 Overgangsrecht

22.1 Overgangsrecht bouwwerken

22.2 Afwijken van het overgangsrecht bouwwerken

22.3 Overgangsrecht gebruik

22.4 Geoorloofd afwijkend gebruik

Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.

22.5 Hardheidsclausule

Voor zover toepassing van het overgangsrecht gebruik, als bedoeld in lid 22.3, leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard voor een of meer natuurlijke personen die op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan grond en opstallen gebruiken in strijd met het voordien geldende bestemmingsplan, kunnen burgemeester en wethouders ten behoeve van die persoon of personen van dat overgangsrecht met een omgevingsvergunning afwijken.

Artikel 23 Slotregels

23.1 Citeertitel

Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan "1e partiële herziening Het Balkon 2022".

Bijlage 1 Zie Apart Boekwerk

Bijlage 1 zie apart boekwerk