Landelijk gebied Nieuwkoop
Bestemmingsplan - gemeente Nieuwkoop
Vastgesteld op 03-11-2016 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
In deze regels wordt verstaan onder:
1.1 plan
Het bestemmingsplan 'Landelijk gebied Nieuwkoop' met identificatienummer NL.IMRO.0569.bpNKPLandelijkgebi-va01 van de gemeente Nieuwkoop.
1.2 bestemmingsplan
De geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels (en de daarbij behorende bijlagen).
1.3 aanduiding
Een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
1.4 aanduidingsgrens
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
1.5 agrarisch aanverwant bedrijf
een bedrijf dat uitsluitend of overwegend is gericht op het leveren van diensten aan agrarische bedrijven en groene en recreatieve functies in het landelijk gebied zo nodig met behulp van werktuigen en apparatuur en op het verrichten van werkzaamheden tot onderhoud of reparatie van werktuigen of apparatuur, met als kenmerkende werkzaamheden cultuurtechnische werken, grondverzet, meststoffendistributie en agrarisch loonwerk.
1.6 agrarisch bedrijf
Een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren.
1.7 agrarisch bouwperceel
een aaneengesloten terrein waarbinnen bedrijfsgebouwen, bijgebouwen, een bedrijfswoning met bijbehorend erf en tuin, andere bouwwerken zoals hooibergen, voersilo’s, kuilvoerplaten, biomassavergistingsinstallaties, mestopslag, erfverharding, parkeervoorzieningen en erfbeplanting zijn geconcentreerd.
1.8 agrarisch bouwvlak
Bouwvlak voor de bedrijfsbebouwing van een agrarisch bedrijf.
1.9 akkerbouwbedrijf
Een bedrijf dat overwegend of uitsluitend gericht is op het telen van akkerbouwgewassen in de volle grond.
1.10 archeologisch onderzoek
Het verrichten van werkzaamheden met als doel het verzamelen van kennis en wetenschap van bekende of verwachte overblijfselen van menselijke aanwezigheid of activiteiten uit het verleden. Een archeologisch onderzoek wordt uitgevoerd op basis van een programma van eisen opgesteld overeenkomstig de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie, dat moet worden goedgekeurd door het college van burgemeester en wethouders. In het programma van eisen wordt aangegeven op welke wijze de voorwaarden die aan de vergunning worden verbonden worden uitgevoerd.
1.11 bebouwing
Eén of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
1.12 bebouwingsgrens
De op de kaart, blijkens de daarop voorkomende verklaring, als zodanig aangegeven lijn, die door gebouwen niet mag worden overschreden, behoudens overschrijdingen die krachtens deze regels zijn toegestaan.
1.13 bedrijf
Een inrichting of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten, aan huis verbonden beroepen daaronder niet begrepen.
1.14 bedrijf aan huis
Het door de bewoner van de woning bedrijfsmatig verlenen van diensten c.q. het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid, geheel of overwegend door handwerk, dat door zijn beperkte omvang in een woning en daarbij behorende bijbehorende bouwwerken met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend, niet zijnde detailhandel, behoudens de beperkte verkoop van artikelen verband houdende met de activiteiten en webwinkels.
1.15 bedrijfswoning
Een woning in of bij een gebouw of op een terrein, slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting ter plaatse noodzakelijk is, gelet op het feitelijk gebruik van het gebouw en/of terrein in overeenstemming met de bestemming.
1.16 beeldentuin
Tuin voor het exposeren van kunst en het verzorgen van kunstgerelateerde workshops in de voor het publiek opengestelde tuin, alsmede 6 parkeerplaatsen.
1.17 beheersgebouwen
Gebouwde recreatieve voorzieningen ten behoeve van de aanwezige recreatieve nachtverblijfeenheden en kampeermiddelen zoals de receptie, kantine, slechtweervoorziening, snackbar, campingwinkel, terrassen, sanitaire en beheervoorzieningen, zwembad, gebouwde speelvoorzieningen, overkappingen en andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
1.18 beroep aan huis
Een beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch, of hiermee gelijk te stellen gebied, dat door zijn beperkte omvang in een woning en daarbij behorende bijbehorende bouwwerken, met behoud van de woonfunctie, kan worden uitgeoefend.
1.19 bestaande oppervlakte van bedrijfsgebouwen
De totale (grond)oppervlakte aan bedrijfsgebouwen die op het tijdstip van inwerkingtreding van dit bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor bouwen.
1.20 bestemmingsgrens
De grens van een bestemmingsvlak.
1.21 bestemmingsvlak
Een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
1.22 botenhuis
Al dan niet drijvende overkapping ten behoeve van het stallen van een (plezier)vaartuig.
1.23 bouwen
Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
1.24 bouwgrens
De grens van een bouwvlak.
1.25 bouwperceel
Een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
1.26 bouwperceelgrens
De grens van een bouwperceel.
1.27 bouwvlak
Een geometrisch bepaald vlak, waarmee de gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
1.28 caravan
Een mobiel kampeermiddel met een eigen as-wielstelsel waardoor het geschikt is om op eenvoudige wijze over de weg te kunnen worden vervoerd en dat blijkens zijn indeling en inrichting bestemd is voor het houden van recreatief (nacht)verblijf.
1.29 chalet
volwaardige (kleine) woning die bestemd is voor recreatief nachtverblijf, maar waar niet als hoofdverblijf gewoond mag worden, bestemd voor commerciële verhuur.
1.30 compensatiewoning
Woning die volgens het ruimte voor ruimte-beleid kan worden gebouwd ter compensatie van de sloop van voldoende vierkante meters kassen of bedrijfsgebouwen.
1.31 cultuurhistorische waarde
De aan een bouwwerk of gebied toegekende waarde, in verband met ouderdom en/of historische gaafheid.
1.32 dagrecreatie
Vormen van recreatie waarbij geen recreatief nachtverblijf toegelaten is.
1.33 detailhandel
Het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen verhuren en/of leveren van goederen aan personen die de goederen kopen en/of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
1.34 dienstverlening
Het bedrijfsmatig verrichten van activiteiten welke bestaan uit het verlenen van diensten aan derden.
1.35 extensief recreatief medegebruik:
Vormen van dagrecreatief medegebruik van gronden met een extensief karakter, zoals wandelen, fietsen, paardrijden en sportvissen.
1.36 gebouw
Elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
1.37 gedeeltelijk vernieuwen
Het op onderdelen vernieuwen of aanpassen van een bouwwerk, zonder dat deze wordt vergroot of in fasen geheel wordt afgebroken en herbouwd.
1.38 glastuinbouwbedrijf
Een agrarisch bedrijf dat is gericht op het telen van gewassen door gebruik te maken van kassen.
1.39 grondgebonden agrarisch bedrijf
Een agrarisch bedrijf dat voor de bedrijfsvoering in overwegende mate afhankelijk is van het producerend vermogen van de grond welke tot dat bedrijf behoort zoals een akkerbouwbedrijf en een grondgebonden veehouderij, met uitzondering van glastuinbouw, sierteelt, fruit- en boomteelt en bosbouw.
1.40 hoofdverblijf
Het adres dat fungeert als het centrum van iemands sociale en maatschappelijke activiteiten en dat ingevolge de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens noopt tot inschrijving als woonadres.
1.41 horeca
Het bedrijfsmatig verstrekken van ter plaatse te nuttigen voedsel en dranken, het bedrijfsmatig exploiteren van zaalaccommodatie en/of het bedrijfsmatig verstrekken van nachtverblijf, met uitzondering van een cateringbedrijf, tot ten hoogste categorie 1 "lichte horeca", zijnde: Horecabedrijven die in beginsel alleen overdag en 's avonds behoeven te zijn geopend (vooral verstrekking van etenswaren en maaltijden) en daardoor slechts beperkte hinder voor omwonenden veroorzaken, zoals:
- Automatiek
- Broodjeszaak
- Cafetaria
- Croissanterie
- Koffiebar
- Lunchroom
- Ijssalon
- Snackbar
- Tearoom
- Traiteur
- Bistro
- Restaurant
- Hotel.
1.42 huishouden
Een alleenstaande, dan wel twee of meer personen die een duurzaam gemeenschappelijk huishouden voeren.
1.43 intensieve veehouderij
Bedrijf waar dieren in gebouwen worden gehouden, onafhankelijk van agrarische grond als productiemiddel.
1.44 kampeerboerderij
Agrarisch bedrijf waar gelegenheid wordt geboden tot recreatief nachtverblijf in de vorm van medegebruik van agrarische bedrijfsgebouwen en/of een kampeerterrein.
1.45 kampeermiddelen
Tent, tentwagen, kampeerauto of caravan bestemd voor het houden van recreatief nachtverblijf.
1.46 kampeerterrein
Terrein of plaats, geheel of gedeeltelijk ingericht, en blijkens die inrichting bestemd, om daarop gelegenheid te geven tot het plaatsen of geplaatst houden van kampeermiddelen ten behoeve van recreatief nachtverblijf.
1.47 kamperen bij de boer
Terrein bij een agrarisch bedrijf waar gelegenheid wordt geboden tot recreatief nachtverblijf in kampeermiddelen.
1.48 kantoor
Het bedrijfsmatig uitoefenen van administratieve werkzaamheden ten behoeve van derden of het eigen bedrijf.
1.49 kas
Een gebouw waarvan de wanden en het dak geheel of grotendeels bestaan uit glas of ander lichtdoorlatend materiaal, dienend tot het kweken van groenten, vruchten, bloemen, planten of andere gewassen.
1.50 kunstwerken
Bouwwerken geen gebouwen zijnde van wegen waterbouwkundige aard, zoals bruggen, viaducten, duikers, keerwanden, beschoeiingen, kademuren en dergelijke.
1.51 maatschappelijke voorzieningen
Educatieve, sociaal-medische, zorg, maatschappelijke, religieuze en levensbeschouwelijke voorzieningen, voorzieningen ten behoeve van sport en sportieve recreatie en voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening en daarmee gelijk te stellen sectoren, met ondergeschikte horeca ten dienste van deze voorzieningen.
1.52 manege
Een bedrijf dat is gericht op het lesgeven in paardrijden, in combinatie met een of meer van de volgende hiermee samenhangende activiteiten of voorzieningen: het in pension houden van paarden, en/of pony's, ondersteunende horeca (kantine en foyer e.d.), verenigingsaccommodatie, en het houden van wedstrijden.
1.53 mantelzorg
Intensieve zorg of ondersteuning die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende, ten behoeve van zelfredzaamheid of participatie, rechtstreeks voortvloeiend uit een tussen personen bestaande sociale relatie, die de gebruikelijke hulp van huisgenoten voor elkaar overstijgt, en waarvan de behoefte met behulp van een huisarts, wijkverpleegkundige of andere door de gemeente aangewezen sociaal medisch-adviseur kan worden aangetoond.
1.54 (mest)bassin
Een reservoir voor de opslag van dunne mest in de vorm van bijvoorbeeld een foliebassin of mestsilo.
1.55 natuurwaarde
De aan een gebied toegekende waarde in verband met de aanwezige flora- en fauna en de gestelde instandhoudingsdoelen.
1.56 niet grondgebonden agrarische bedrijfsvoering
Een agrarische bedrijfsvoering waarvan de productie niet in overwegende mate afhankelijk is van het voortbrengend vermogen van de onbebouwde grond in de directe omgeving van het bedrijf. Niet-grondgebonden bedrijven zijn in ieder geval: intensieve veehouderijen, glastuinbouwbedrijven en gebouwgebonden teeltbedrijven en kwekerijen, zoals champignonteeltbedrijven, witlofkwekerijen, nertsenkwekerijen, viskwekerijen en wormenkwekerijen.
1.57 nutsvoorzieningen
Voorzieningen ten behoeve van het openbaar nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalinginstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling en apparatuur voor telecommunicatie.
1.58 overkapping
Een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met maximaal één eigen wand, of omsloten door maximaal twee niet-eigen wanden, en voorzien van een dak, waaronder begrepen een carport.
1.59 paardenbak
Al dan niet omheinde gronden, voorzien van bewerkte/aangepaste bodem waar training en africhting van paarden alsmede het berijden van paarden plaatsvindt.
1.60 paardenfokkerij:
een grondgebonden agrarisch bedrijf dat is gericht op het fokken van paarden, het houden van paarden ten behoeve van de fokkerij, en/of het voortbrengen van producten door middel van het houden van paarden, zoals een paardenmelkerij of een daarmee gelijk te stellen bedrijfsvorm.
1.61 paardenhouderij:
Een bedrijf dat is gericht op het houden, africhten en trainen van paarden.
1.62 perceelsgrens
Een grens van een bouwperceel.
1.63 permanente bewoning
Het gebruik van een kampeermiddel of recreatiewoning door een persoon, gezin of andere groep van personen, op een wijze die in gevolge de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegeven noopt tot inschrijving van de bewoners in de gemeentelijke basisadministratie van de gemeente Nieuwkoop, terwijl deze personen elders niet over een hoofdverblijf beschikken.
1.64 plattelandswoning
Een woning die voorheen een agrarische bedrijfswoning was, maar is afgesplitst van het agrarisch bedrijf om gebruikt te worden als woning voor personen die niet meer functioneel verbonden zijn met het agrarisch bedrijf waartoe de woning voorheen behoorde.
1.65 productiegebonden detailhandel
Detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie.
1.66 prostitutie
Het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.
1.67 recreatiewoning
een gebouw dat bestemd is voor het houden van recreatief (nacht)verblijf door één of meer personen, die elders hun hoofdverblijf hebben, en dat niet bestemd is voor permanente bewoning.
1.68 recreatieappartement
inpandig recreatieverblijf. Hoewel recreatieappartementen bouwwerken zijn, zijn er geen regels opgenomen over de omvang van de individuele appartementen. Deze omvang wordt namelijk al begrensd door de bouwmassa waarin zij gerealiseerd zijn / worden (die wel gerealiseerd is) en het maximale aantal appartementen.
1.69 seksinrichting
De voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub, of een prostitutiebedrijf, waaronder begrepen een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar.
1.70 sierteelt
De teelt van opgaande siergewassen zoals heesters en struiken, waaronder wijnbouw mede is begrepen.
1.71 sleufsilo
Een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met opstaande randen voor het opslaan van veevoeder.
1.72 smartshop/growshop
Een bedrijf waar bedrijfsmatig psychoactieve middelen en/of benodigdheden voor de kweek van hennep en/of andere verdovende middelen te koop worden aangeboden, verstrekt of geleverd.
1.73 stacaravan
Een verplaatsbaar recreatieobject, doorgaans voorzien van volwaardige sanitair en keuken.
1.74 steiger
Een bouwwerk, om:
- a. een pleziervaartuig of woonschip aan te leggen;
- b. als opstapplaats voor een (plezier)vaartuig of woonschip;
- c. als terrasuitbreiding.
1.75 teeltondersteunende kas
Tijdelijke (maximaal 6 maanden per kalenderjaar) voorziening in de vorm van een kas of overkapping, ter ondersteuning van de sierteelt of opengrondteelt.
1.76 terras
afgescheiden plek in de open lucht ingericht om uit te rusten en/of een consumptie te nuttigen, mede ten behoeve van passanten.
1.77 tuinbouw
De teelt van gewassen, waarbij de productie overwegend plaatsvindt in de volle grond.
1.78 uitleverpunt
Een ruimte, waar bedrijfsmatig goederen worden geleverd aan personen, die deze goederen aanwenden voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit, zonder uitstalling ten verkoop.
1.79 vast kampeermiddel
gebouw van lichte constructie en beperkte omvang, bestemd voor recreatieverblijf, met beperkte sanitaire en keukenvoorzieningen (zoals bijvoorbeeld hooiberghutten, trekkershutten, en trekkershutten+).
1.80 verblijfsrecreatie
Het nachtverblijf voor recreatieve doeleinden buiten de eerste woning, waarbij tenminste een nacht wordt doorgebracht, met uitzonderingen van overnachtingen bij familie en kennissen.
1.81 voorgevel
Naar de weg (als bedoeld in artikel 1 lid 1 onder b van de Wegenverkeerswet 1994) gekeerde gevel of gevels. Niet als voorgevel worden aangemerkt de gevel(s) die gekeerd zijn naar wegen uitsluitend bedoeld voor de ontsluiting van percelen door langzaam verkeer, tenzij de hoofdontsluiting van het gebouw via deze weg voor langzaam verkeer loopt. Indien een gebouw met meerdere zijden aan de weg grenst, geldt de als zodanig door of namens burgemeester en wethouders aan te wijzen gevel(-s).
1.82 waterhuishoudkundige voorzieningen
Voorzieningen ten behoeve van een goede wateraanvoer, waterafvoer, waterberging en waterkwaliteit
1.83 webwinkel
Detailhandel zonder showroom, waarvan de handel via internet verloopt.
1.84 woning
Een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden
1.85 woonschip
Een drijvend object te water, dat wordt gebruikt als of is bestemd voor woonverblijf. Het is ook mogelijk dat het casco bestaat uit een van origine varend schip, waaronder begrepen een ponton of een dekschuit.
1.86 woonschepenligplaats
Een op de verbeelding aangegeven vlak, waarmee het gebied is aangeduid waarbinnen woonschepen, individuele steigers, vlonders, vlotten en bergingen zijn toegestaan
1.87 zorgboerderij in agrarische bestemming
Een agrarisch bedrijf waar mensen met een zorg- of hulpvraag een passende dagbesteding vinden of meewerken op het agrarische bedrijf.
1.88 zorgboerderij in maatschappelijke bestemming
Een zorginstelling met intramurale zorg en dagbesteding in het kader van een agrarische neventak.
Artikel 2 Wijze Van Meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.1 De goothoogte van een bouwwerk
Vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel, met dien verstande dat boven de goothoogte geen platte daken zijn toegestaan.
2.2 De inhoud van een bouwwerk
Tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
2.3 De bouwhoogte van een bouwwerk
Vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
2.4 De hoogte van een windturbine
Vanaf het peil tot aan de as van de windturbine.
2.5 De oppervlakte van een bouwwerk
Tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk. Bij een overkapping zonder gevelvlak(ken) de neerwaartse projectie van het dakvlak.
2.6 De oppervlakte van een woonschip
De neerwaartse projectie van het dakvlak, vermeerderd met steigers en plankieren boven de waterlijn.
2.7 Ondergrondse bouwdiepte van een bouwwerk
Vanaf het bouwkundig peil tot het diepste punt van het bouwwerk, de fundering niet meegerekend.
2.8 Maaiveld
De gemiddelde hoogte van het terrein ten tijde van het rechtskracht verkrijgen van het bestemmingsplan.
2.9 Peil
- Voor gebouwen waarvan de toegang onmiddellijk aan de weg grenst; de hoogte van de kruin van de weg ter plaatse van de hoofdtoegang.
- Voor gebouwen langs een dijk; de gemiddelde hoogte van de bestaande weg op de dijk, ter plaatse van de naar de dijk gekeerde zijde van het gebouw.
- Voor oeverbeschoeiingen: de gemiddelde waterlijn.
- In andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het bestaande aansluitende afgewerkte maaiveld.
2.10 Vloeroppervlak
De gebruiksvloeroppervlakte volgens NEN 2580.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Agrarisch
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. de uitoefening van een grondgebonden agrarisch bedrijf;
- b. een bestaande intensieve neventak bij een grondgebonden agrarisch bedrijf, met een maximale oppervlakte van 40% van de oppervlakte van de agrarische bedrijfsgebouwen, tot een maximum van 2.000 m²;
- c. het wonen ten behoeve van de agrarische bedrijfsuitoefening, tenzij een bedrijfswoning ter plaatse is uitgesloten volgens deze regels;
- d. al dan niet in combinatie met de uitoefening van een beroep aan huis in hoofdgebouwen en bijbehorende bouwwerken, met dien verstande dat het oppervlak ten behoeve van die activiteiten maximaal 30% van het vloeroppervlak per woning inclusief de bijbehorende bouwwerken bedraagt, met een maximum van 100m²;
- e. mantelzorg, met dien verstande dat het oppervlak ten behoeve van mantelzorg maximaal 100 m² van het vloeroppervlak per woning inclusief de bijbehorende bouwwerken bedraagt;
- f. het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de in artikel 31.5 aangeduide landschapstypen;
- g. de bescherming en instandhouding van de ecologische verbindingsfunctie van deze gronden;
- h. wegen en paden;
- i. water- en waterhuishoudkundige voorzieningen, zoals sloten, greppels, watergangen, oppervlaktewaterberging, bruggen en duikers;
- j. extensief recreatief medegebruik;
- k. nutsvoorzieningen;
alsmede voor:
- l. ter plaatse van de aanduiding 'baggerspeciedepot', een baggerdepot uitsluitend voor de opslag van gebiedseigen bagger;
- m. ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel', de verkoop aan particulieren van producten gerelateerd aan de bedrijfsvoering en waarbij maximaal 15% van het assortiment mag bestaan uit niet-bedrijfseigen producten;
- n. ter plaatse van de aanduiding 'dierenpension', een hondenkennel zoals nader beschreven in 3.4.7;
- o. ter plaatse van de aanduiding 'glastuinbouw', een glastuinbouwbedrijf;
- p. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - wormenkwekerij', een wormenkwekerij;
- q. ter plaatse van de aanduiding 'intensieve veehouderij' een intensieve veehouderij;
- r. ter plaatse van de aanduiding 'kampeerboerderij', een kampeerboerderij;
- s. ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening', een voorziening voor luchtverkeersleiding, zoals nader beschreven in 3.2.9;
- t. ter plaatse van de aanduiding 'paardenhouderij', een paardenhouderij, met de daarbij behorende bebouwing en voorzieningen;
- u. ter plaatse van de aanduiding 'recreatie', recreatie zoals nader beschreven in 3.4.8;
- v. ter plaatse van de aanduiding 'sierteelt', een sierteeltbedrijf;
- w. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - wijnteelt', een wijngaard;
- x. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - stalling', een stalling voor caravans, auto's, boten of daarmee vergelijkbare voertuigen;
- y. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - groepsaccommodatie', een groepsaccommodatie voor recreatief nachtverblijf, zoals nader beschreven in 3.4.2;
- z. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen-plattelandswoning', een plattelandswoning zoals bedoeld in de Wet Plattelandswoningen;
- aa. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - agrarisch aanverwant bedrijf', een agrarisch aanverwant bedrijf;
- ab. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - gasdrukregel en meetstation'; een gasdrukregel en meetstation, zoals nader beschreven in 3.2.10;
- ac. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - kaasmakerij (sb-km)', een kaasmakerij;
- ad. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - voeropslag (sa-vo)', een kuilvoeropslag;
- ae. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - kinderdagverblijf', een kinderdagverblijf;
- af. ter plaatse van de aanduiding 'zorgboerderij', een zorgboerderij zoals nader beschreven in 3.4.6;
- ag. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - recreatie A', een kampeerboerderij zoals nader beschreven in 3.4.3;
- ah. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - recreatie B', een landwinkel met kampeerboerderij zoals nader beschreven in 3.4.4;
- ai. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - veehandel', een veehandelsbedrijf;
- aj. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - paardenbak', een paardenbak zonder verlichting is toegestaan;
met de daarbij behorende:
- ak. bebouwing, erven, in- en uitritten, en voorzieningen waaronder begrepen kavel- en ontsluitingspaden.
3.2 Bouwregels
Voor het bouwen ten behoeve van de in het eerste lid genoemde bestemmingsomschrijvingen gelden de volgende bouwregels:
3.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan in de omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
- a. 3.2.4, en voor agrarische bedrijfsgebouwen een goothoogte van maximaal 8 meter toestaan, mits dat voor de bedrijfsvoering noodzakelijk is;
- b. 3.2.8, onder d, en bouwwerken geen gebouwen zijnde toestaan, met een maximale bouwhoogte van 15 meter, mits de in het eerste lid genoemde waarden daardoor niet onevenredig worden aangetast;
- c. 3.2.8, onder d, en buiten het bouwvlak een mest- of sleufsilo toestaan, mits:
- 1. dat noodzakelijk is voor een duurzame agrarische bedrijfsvoering en daarvoor op het agrarische bouwvlak geen ruimte meer is;
- 2. de volgens het eerste lid te beschermen landschapstypen en ecologische verbindingsfunctie daardoor niet onevenredig worden aangetast;
- 3. de bouwhoogte van een sleufsilo niet meer dan 2,5 meter bedraagt en voor een mestsilo niet meer dan 4 meter;
- 4. de gezamenlijke oppervlakte van sleufsilo's en mestsilo's buiten het bouwvlak niet meer dan 750 m² bedraagt.
3.4 Specifieke gebruiksregels
Voor het gebruik gelden de volgende regels:
3.5 Afwijken van de gebruiksregels
3.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
3.7 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen:
Artikel 4 Agrarisch Met Waarden
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Agrarisch met waarden' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. de uitoefening van een grondgebonden agrarisch bedrijf;
- b. een bestaande intensieve neventak bij een grondgebonden agrarisch bedrijf, met een maximale oppervlakte van 40% van de oppervlakte van de agrarische bedrijfsgebouwen, tot een maximum van 2.000m²;
- c. het wonen ten behoeve van de agrarische bedrijfsuitoefening, tenzij een bedrijfswoning ter plaatse is uitgesloten volgens deze regels;
- d. al dan niet in combinatie met de uitoefening van een beroep aan huis in hoofdgebouwen en bijbehorende bouwwerken, met dien verstande dat het oppervlak ten behoeve van die activiteiten maximaal 30% van het vloeroppervlak per woning inclusief de bijbehorende bouwwerken bedraagt, met een maximum van 100m²;
- e. mantelzorg, met dien verstande dat het oppervlak ten behoeve van mantelzorg maximaal 100m² van het vloeroppervlak per woning inclusief de bijbehorende bouwwerken bedraagt;
- f. het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de in artikel 31.5 aangeduide landschapstypen;
- g. het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de ter plaatse aanwezige dan wel aan deze gronden eigen natuurwaarden;
- h. wegen en paden;
- i. water- en waterhuishoudkundige voorzieningen, zoals sloten, greppels, watergangen, oppervlaktewaterberging, bruggen en duikers;
- j. extensief recreatief medegebruik;
- k. nutsvoorzieningen;
alsmede voor:
- l. ter plaatse van de aanduiding 'groepsaccommodatie', een groepsaccommodatie,
- m. ter plaatse van de aanduiding 'kampeerboerderij', een kampeerboerderij';
- n. ter plaatse van de aanduiding 'glastuinbouw', een kas;
- o. ter plaatse van de aanduiding 'paardenhouderij', een paardenhouderij;
- p. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - composteerplaat', een composteerplaat;
met de daarbij behorende:
- q. bebouwing, erven, in- en uitritten, en voorzieningen waaronder begrepen kavel- en ontsluitingspaden.
4.2 Bouwregels
Voor het bouwen ten behoeve van de in het eerste lid genoemde bestemmingsomschrijvingen gelden de volgende bouwregels:
4.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan in de omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
- a. 4.2.4, en voor agrarische bedrijfsgebouwen een goothoogte van maximaal 8 meter toestaan, mits dat voor de agrarische bedrijfsvoering noodzakelijk is;
- b. 4.2.7, onder b, en bouwwerken geen gebouwen zijnde toestaan, met een maximale bouwhoogte van 15 meter, mits de in het eerste lid genoemde landschappelijke, natuurlijke en cultuurhistorische waarden daardoor niet onevenredig worden aangetast.
4.4 Specifieke gebruiksregels
Voor het gebruik gelden de volgende regels:
4.5 Afwijken van de gebruiksregels
4.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
4.7 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen:
Artikel 5 Bedrijf
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. bedrijven in de categorieën 1 t/m 3.1 van de 'Staat van bedrijfstypen' in Bijlage 3;
- b. met daaraan ondergeschikte bedrijfsgebonden kantoorruimte tot een maximum van 30% van de vloeroppervlakte van het desbetreffende bedrijf;
- c. het wonen ten behoeve van de bedrijfsuitoefening, indien de bedrijfswoning ten tijde van de ter inzage legging van het ontwerpbestemmingsplan, ter plaatse legaal aanwezig was;
- d. al dan niet in combinatie met de uitoefening van een beroep aan huis in hoofdgebouwen en bijbehorende bouwwerken, met dien verstande dat het oppervlak ten behoeve van die activiteiten maximaal 30% van het vloeroppervlak per woning inclusief de bijbehorende bouwwerken bedraagt, met een maximum van 100m²;
- e. mantelzorg, met dien verstande dat het oppervlak ten behoeve van mantelzorg maximaal 100 m² van het vloeroppervlak per woning inclusief de bijbehorende bouwwerken bedraagt;
- f. met de daarbij behorende bebouwing, terreinen, in- en uitritten, parkeervoorzieningen en andere voorzieningen;
- g. water- en waterhuishoudkundige voorzieningen, zoals sloten, greppels, watergangen, waterberging, bruggen en duikers;
- h. nutsvoorzieningen;
alsmede voor:
- i. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf-1' (Blokland 45a Nieuwveen), een groothandel in zand en grint (b.o. > 200 m²) in categorie 3.2 van de Staat van bedrijfstypen in Bijlage 3, is toegestaan;
- j. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf-2' (Lange Meentweg 2 Woerdense Verlaat), een groothandel in zand en grint (b.o. > 200 m²) in categorie 3.2 van de Staat van bedrijfstypen in Bijlage 3, is toegestaan;
- k. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf-3 (Blokland 16-18 Nieuwveen), een vuiloverslagstation/afvalverwerking in categorie 4.2 van de Staat vanbedrijfstypen in Bijlage 3, is toegestaan;
- l. ter plaatse van de aanduiding 'passantenhaven', een passantenhaven voor maximaal 5 boten in combinatie met de horecavoorzieningen zoals hierna beschreven in 5.4.2 van deze regels;
- m. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - paardenbak', een paardenbak zonder verlichting;
- n. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - stalling', een stalling voor caravans, auto's, boten of daarmee vergelijkbare voertuigen;
met dien verstande dat:
- o. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - natuurmonumenten', uitsluitend een werkschuur met bijbehorend terrein voor natuurbeheer is toegestaan;
- p. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - wol, stro en hooihandel', uitsluitend opslag en handel in stro, wol en hooi is toegestaan in de bestaande schuur tot een oppervlakte van maximaal 1.000 m² en onder een bestaande overkapping met een oppervlakte van maximaal 265 m²;
- q. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 2', een bedrijf t/m cateogrie 2 van de Staat van bedrijfstypen in Bijlage 3 is toegestaan, tot een oppervlakte van 365 m².
5.2 Bouwregels
Voor het bouwen ten behoeve van de in het eerste lid genoemde bestemmingsomschrijvingen gelden de volgende bouwregels:
5.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan in de omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
- a. 5.2.1, onder b, en een eenmalige uitbreiding van het gezamenlijke volume van de bestaande bedrijfsgebouwen toestaan met maximaal 10%;
- b. 5.2.1, onder b, en ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - agrarisch aanverwant bedrijf' een uitbreiding met 30% van de gezamenlijke oppervlakte van de bestaande bedrijfsgebouwen toestaan voor agrarisch aanverwante bedrijven, mits:
- 1. de verplaatsing naar een bedrijventerrein niet reëel is;
- 2. de ontwikkeling landschappelijk wordt ingepast;
- c. 5.2.1, onder c, en een goothoogte van maximaal 6 meter toestaan en/of een bouwhoogte van maximaal 15 meter;
- d. 5.2.4, en bouwwerken, geen gebouwen zijnde toestaan, met een maximale bouwhoogte van 10 meter, mits de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden daardoor niet onevenredig worden belemmerd.
5.4 Specifieke gebruiksregels
5.5 Afwijken van de gebruiksregels
5.6 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 6 Bedrijf - Nutsvoorziening
6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijf - Nutsvoorziening' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. voorzieningen van algemeen nut:
alsmede voor:
- b. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning', een bedrijfswoning al dan niet in combinatie met de uitoefening van een beroep aan huis in hoofdgebouwen en bijbehorende bouwwerken, met dien verstande dat het oppervlak ten behoeve van die activiteiten maximaal 30% van het vloeroppervlak per woning inclusief de bijbehorende bouwwerken bedraagt, met een maximum van 100m²;
- c. ter plaatse van de aanduiding 'gemaal', een gemaal;
- d. ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening', een nutsvoorziening;
- e. ter plaatse van de aanduiding 'sluis', een sluiscomplex;
- f. water- en waterhuishoudkundige voorzieningen, zoals sloten, greppels, watergangen, waterberging, bruggen en duikers;
met de daarbij behorende:
- g. bebouwing, terreinen, in- en uitritten, parkeervoorzieningen, en andere voorzieningen.
6.2 Bouwregels
Voor het bouwen ten behoeve van de in het eerste lid genoemde bestemmingsomschrijvingen gelden de volgende bouwregels:
6.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan in de omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
- a. 6.2.4, onder a, en 6.2.5, onder a, en een vergroting van het gezamenlijke volume van de bestaande bedrijfsgebouwen toestaan met maximaal 10%;
- b. 6.2.3, onder f, 6.2.4, onder c en 6.2.5, onder c, en een bouwhoogte voor overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde toestaan van maximaal 15 meter.
6.4 Specifieke gebruiksregels
Een bedrijfswoning met bijbehorende bouwwerken mag worden gebruikt voor een bed & breakfast, mits maximaal 30% van het vloeroppervlak van de bedrijfswoning en de daarbij behorende bouwwerken hiervoor wordt aangewend.
6.5 Afwijken van de gebruiksregels
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 6.1 ten behoeve van de uitoefening van een bedrijf aan huis in het hoofdgebouw en bijbehorende bouwwerken, met dien verstande dat:
- a. de woonfunctie als hoofdfunctie van de (bedrijfs-) woning behouden blijft;
- b. bedoeld gebruik geen onevenredige aantasting van het woon- en leefklimaat mag opleveren en geen onevenredige afbreuk mag doen aan het woonkarakter van de wijk of buurt; dit betekent onder meer dat:
- 1. een omgevingsvergunning wordt verleend voor het uitoefenen van bedrijvigheid in de categorieën 1 of 2 als vermeld in de 'Lijst van bedrijfstypen aan huis' (bijlage 2 bij deze regels);
- 2. een omgevingsvergunning wordt verleend voor het uitoefenen van bedrijvigheid niet behorende tot de categorieën 1 of 2 als vermeld in de 'Lijst van bedrijfstypen aanhuis' (bijlage 2 bij deze regels), mits het desbetreffende gebruik door middel van het stellen van voorwaarden verantwoord is;
- 3. het gebruik naar aard met het woonkarakter van de omgeving in overeenstemming moet zijn;
- 4. het gebruik de woonfunctie dient te ondersteunen, dat wil zeggen dat degene die de activiteiten uitvoert, tevens de gebruiker van de (bedrijfs-) woning is;
- c. de agrarische bedrijven in de omgeving daardoor niet in hun bedrijfsvoering worden belemmerd;
- d. het niet betreft zodanig verkeersaantrekkende activiteiten die kunnen leiden tot een nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van het verkeer dan wel tot een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimten;
- e. parkeren zoveel mogelijk op eigen terrein dient plaats te vinden;
- f. geen detailhandel plaatsvindt, uitgezonderd een beperkte verkoop in verband met bedrijfsmatige activiteiten in of bij de (bedrijfs-) woning;
- g. maximaal 30% van het vloeroppervlak van de (bedrijfs-) woning en de daarbij behorende bijgebouwen ten behoeve van aan bedrijf aan huis in gebruik mag zijn, zulks met een absoluut maximum van 100 m².
Artikel 7 Cultuur En Ontspanning
7.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Cultuur en ontspanning' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van cultuur en ontspanning - beeldentuin', een beeldentuin;
- b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van cultuur en ontspanning - kunsthoeve', een kunsthoeve;
- c. het wonen ten behoeve van de kunsthoeve, al dan niet in combinatie met de uitoefening van een beroep aan huis in hoofdgebouwen en bijbehorende bouwwerken, met dien verstande dat het oppervlak ten behoeve van die activiteiten maximaal 30% van het vloeroppervlak per woning inclusief de bijbehorende bouwwerken bedraagt, met een maximum van 100 m²;
- d. mantelzorg, met dien verstande dat het oppervlak ten behoeve van mantelzorg maximaal 100 m² van het vloeroppervlak per woning inclusief de bijbehorende bouwwerken bedraagt;
- e. water- en waterhuishoudkundige voorzieningen, zoals sloten, greppels, watergangen, waterberging, bruggen en duikers;
- f. nutsvoorzieningen;
met de daarbij behorende:
- g. bebouwing, beelden, terreinen, in- en uitritten, parkeervoorzieningen, en andere voorzieningen;
7.2 Bouwregels
Voor het bouwen ten behoeve van de in het eerste lid genoemde bestemmingsomschrijvingen gelden de volgende bouwregels:
7.3 Specifieke gebruiksregels
7.4 Afwijken van de gebruiksregels
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 7.1 ten behoeve van de uitoefening van een bedrijf aan huis in het hoofdgebouw en bijbehorende bouwwerken, met dien verstande dat:
- a. de woonfunctie als hoofdfunctie van de (bedrijfs-) woning behouden blijft;
- b. bedoeld gebruik geen onevenredige aantasting van het woon- en leefklimaat mag opleveren en geen onevenredige afbreuk mag doen aan het woonkarakter van de wijk of buurt; dit betekent onder meer dat:
- 1. een omgevingsvergunning wordt verleend voor het uitoefenen van bedrijvigheid in de categorieën 1 of 2 als vermeld in de 'Lijst van bedrijfstypen aan huis' in bijlage 2 bij deze regels;
- 2. een omgevingsvergunning wordt verleend voor het uitoefenen van bedrijvigheid niet behorende tot de categorieën 1 of 2 als vermeld in de 'Lijst van bedrijfstypen aanhuis' in bijlage 2 bij deze regels, mits het desbetreffende gebruik door middel van het stellen van voorwaarden verantwoord is;
- 3. het gebruik naar aard met het woonkarakter van de omgeving in overeenstemming moet zijn;
- 4. het gebruik de woonfunctie dient te ondersteunen, dat wil zeggen dat degene die de activiteiten uitvoert, tevens de gebruiker van de bedrijfswoning is;
- c. de agrarische bedrijven in de omgeving daardoor niet in hun bedrijfsvoering worden belemmerd;
- d. het niet betreft zodanig verkeersaantrekkende activiteiten die kunnen leiden tot een nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van het verkeer dan wel tot een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimten;
- e. parkeren zoveel mogelijk op eigen terrein dient plaats te vinden;
- f. geen detailhandel plaatsvindt, uitgezonderd een beperkte verkoop in verband met bedrijfsmatige activiteiten in of bij de (bedrijfs-) woning;
- g. maximaal 30% van het vloeroppervlak van de (bedrijfs-) woning en de daarbij behorende bijgebouwen ten behoeve van aan bedrijf aan huis in gebruik mag zijn, zulks met een absoluut maximum van 100 m².
Artikel 8 Groen
8.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. de aanleg en instandhouding van groenvoorzieningen;
- b. agrarisch medegebruik (beweiding);
- c. extensief recreatief medegebruik;
- d. waterlopen en waterpartijen;
- e. nutsvoorzieningen;
- f. waterhuishoudkundige voorzieningen;
- g. uitwegen voor aangrenzende bouwpercelen;
- h. parkeren;
- i. andere voorzieningen ten dienste van de bestemming;
- j. het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de in artikel 31.5 aangeduide landschapstypen;
alsmede voor:
- k. ter plaatse van de aanduiding 'ecologische verbindingszone', de bescherming en instandhouding van een ecologische verbindingszone;
- l. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - paardenbak', een paardenbak zonder verlichting.
8.2 Bouwregels
Voor het bouwen ten behoeve van de in het eerste lid genoemde bestemmingsomschrijvingen gelden de volgende bouwregels:
8.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 9 Maatschappelijk
9.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. maatschappelijke voorzieningen:
alsmede voor:
- b. ter plaatse van de aanduiding 'begraafplaats', een begraafplaats;
- c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - dierenbegraafplaats', een dierenbegraafplaats;
- d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - molen', een molen;
- e. ter plaatse van de aanduiding 'religie', een kerk;
- f. ter plaatse van de aanduiding 'zorgboerderij', een zorgboerderij zoals omschreven in 1.88;
- g. het wonen ten behoeve van de hoofdfunctie, tenzij een bedrijfswoning ter plaatse is uitgesloten volgens deze regels;
- h. al dan niet in combinatie met de uitoefening van een beroep aan huis in hoofdgebouwen en bijbehorende bouwwerken, met dien verstande dat het oppervlak ten behoeve van die activiteiten maximaal 30% van het vloeroppervlak per woning inclusief de bijbehorende bouwwerken bedraagt, met een maximum van 100 m²;
- i. mantelzorg, met dien verstande dat het oppervlak ten behoeve van mantelzorg maximaal 100 m² van het vloeroppervlak per woning inclusief de bijbehorende bouwwerken bedraagt;
- j. water- en waterhuishoudkundige voorzieningen, zoals sloten, greppels, watergangen, waterberging, bruggen en duikers;
- k. nutsvoorzieningen;
met de daarbij behorende:
- l. bebouwing, terreinen, in- en uitritten, parkeervoorzieningen, en andere voorzieningen.
9.2 Bouwregels
Voor het bouwen ten behoeve van de in het eerste lid genoemde bestemmingsomschrijvingen gelden de volgende bouwregels:
9.3 Specifieke gebruiksregels
9.4 Afwijken van de gebruiksregels
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 9.1 ten behoeve van de uitoefening van een bedrijf aan huis in het hoofdgebouw en bijbehorende bouwwerken, met dien verstande dat:
- a. de woonfunctie als hoofdfunctie van de (bedrijfs-) woning behouden blijft;
- b. bedoeld gebruik geen onevenredige aantasting van het woon- en leefklimaat mag opleveren en geen onevenredige afbreuk mag doen aan het woonkarakter van de wijk of buurt; dit betekent onder meer dat:
- 1. een omgevingsvergunning wordt verleend voor het uitoefenen van bedrijvigheid in de categorieën 1 of 2 als vermeld in de 'Lijst van bedrijfstypen aan huis' (bijlage 2 bij deze regels);
- 2. een omgevingsvergunning wordt verleend voor het uitoefenen van bedrijvigheid niet behorende tot de categorieën 1 of 2 als vermeld in de Lijst van bedrijfstypen aanhuis' (bijlage 2 bij deze regels), mits het desbetreffende gebruik door middel van het stellen van voorwaarden verantwoord is;
- 3. het gebruik naar aard met het woonkarakter van de omgeving in overeenstemming moet zijn;
- 4. het gebruik de woonfunctie dient te ondersteunen, dat wil zeggen dat degene die de activiteiten, tevens de gebruiker van de (bedrijfs-) woning is;
- c. de agrarische bedrijven in de omgeving daardoor niet in hun bedrijfsvoering worden belemmerd;
- d. het niet betreft zodanig verkeersaantrekkende activiteiten die kunnen leiden tot een nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van het verkeer dan wel tot een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimten;
- e. parkeren zoveel mogelijk op eigen terrein dient plaats te vinden;
- f. geen detailhandel plaatsvindt, uitgezonderd een beperkte verkoop in verband met bedrijfsmatige activiteiten in of bij de (bedrijfs-) woning;
- g. maximaal 30% van het vloeroppervlak van de (bedrijfs-) woning en de daarbij behorende bijgebouwen ten behoeve van aan bedrijf aan huis in gebruik mag zijn, zulks met een absoluut maximum van 100 m².
Artikel 10 Natuur
10.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. de instandhouding en ontwikkeling van natuur met ter plaatse voorkomende dan wel daaraan eigen natuurwaarden;
- b. het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de landschappelijke- en cultuurhistorische waarden van de in artikel 31.5 aangeduide landschapstypen;
- c. wegen en paden;
- d. water- en waterhuishoudkundige voorzieningen, zoals sloten, greppels, watergangen, oppervlaktewaterberging, bruggen en duikers;
met daaraan ondergeschikt:
- e. extensief agrarisch beheer, bestaande uit het weiden van vee;
- f. extensief recreatief medegebruik;
- g. extensief medegebruik voor natuureducatie;
- h. met de daarbij behorende openbare voorzieningen voor het algemeen nut, zoals aanlegsteigers, vogelobservatieposten, informatieborden, uitkijktorens en andere nutsvoorzieningen.
alsmede voor:
- i. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - defosfateringsinstallatie', een defosfateringsinstallatie;
- j. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - baggerdepot', een baggerdepot uitsluitend ten dienste van het natuurgebied c.q. de instandhouding van de natuurlijke en landschappelijke waarden van het plassengebied, en zoals nader beschreven in 10.5.2.
10.2 Bouwregels
Voor het bouwen ten behoeve van de in het eerste lid genoemde bestemmingsomschrijvingen gelden de volgende bouwregels:
10.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegde gezag kan in de omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
- a. 10.2.1, en toestaan dat niet voor bewoning bedoelde gebouwen voor het natuur- en landschapsbeheer en/of het extensieve recreatieve en educatieve medegebruik worden gebouwd, mits:
- 1. niet meer dan 1 gebouw per aaneen gesloten natuurgebied met een minimale omvang van 10 hectare, wordt gebouwd;
- 2. de oppervlakte van een gebouw niet meer dan 100m² bedraagt;
- 3. de hoogte van een gebouw niet meer dan 4 meter bedraagt;
- b. 10.2.2, onder c, en een afwijkende doorvaarthoogte toestaan voor een brug.
10.4 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de verschijningsvorm en landschappelijke inpassing van een brug.
10.5 Specifieke gebruiksregels
10.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
10.7 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en de aanleg van een baggerspeciedepot voor de opslag van gebiedseigen bagger mogelijk maken.
Artikel 11 Recreatie - Dagrecreatie
11.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Recreatie - Dagrecreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. een perceel voor dagrecreatie met een tuinhuis;
- b. water- en waterhuishoudkundige voorzieningen, zoals sloten, greppels, watergangen, waterberging, bruggen en duikers;
met daarbij behorende:
- c. bebouwing, terreinen, in- en uitritten, gronden en voorzieningen, waaronder begrepen parkeervoorzieningen.
11.2 Bouwregels
Voor het bouwen ten behoeve van de in het eerste lid genoemde bestemmingsomschrijvingen gelden de volgende bouwregels:
- a. per bestemmingsvlak is maximaal 1 tuinhuis toegestaan;
- b. de oppervlakte van een tuinhuis mag niet meer bedragen dan de bestaande oppervlakte;
- c. de goothoogte van een tuinhuis mag niet meer dan de bestaande goothoogte bedragen en de bouwhoogte niet meer dan de bestaande bouwhoogte;
- d. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag niet meer bedragen dan 3 meter.
11.3 Specifieke gebruiksregels
Voor het gebruik op de voor recreatie gelden de volgende regels:
Als gebruik in strijd met deze bestemming wordt in ieder geval aangemerkt:
- a. het gebruik van een tuinhuis voor recreatief nachtverblijf;
- b. het gebruik van een tuinhuis voor beroeps- of bedrijfsactiviteiten.
Artikel 12 Recreatie - Recreatiewoning
12.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Recreatie - Recreatiewoning' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. een vrijstaande recreatiewoning met bijbehorende bouwwerken;
met daarbij behorende:
- b. tuinen en erven,
- c. wateren groenvoorzieningen;
- d. wegen en paden;
- e. parkeervoorzieningen;
- f. nutsvoorzieningen;
- g. waterhuishoudkundige voorzieningen.
12.2 Bouwregels
Voor het bouwen ten behoeve van de in het eerste lid genoemde bestemmingsomschrijvingen gelden de volgende bouwregels:
12.3 Specifieke gebruiksregels
Als gebruik in strijd met deze bestemming wordt in ieder geval aangemerkt het gebruik van een recreatiewoning voor beroeps- of bedrijfsactiviteiten aan huis.
Artikel 13 Recreatie - Verblijfsrecreatie
13.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - verblijfsrecreatie 1', een camping met een wijngaard, een dagrecreatieve voorziening met op de wijngaardcamping gerichte horeca en detailhandel (Westkanaalweg 123 Ter Aar) zoals nader beschreven in 13.2.2;
- b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - verblijfsrecreatie 2', logies met op dag- en verblijfsrecreatie gerichte horeca (Meije 70-74) zoals nader beschreven in 13.2.3;
- c. ter plaats van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - verblijfsrecreatie 3', een recreatiepark met maximaal 45 waterkavels, inclusief ligplaats (Meije 164 Nieuwkoop) zoals nader beschreven in 13.2.4;
- d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - verblijfsrecreatie 4', een camping met standplaatsen voor toer- en stacaravans (Bosweg 8 Nieuwkoop) zoals nader beschreven in 13.2.5;
- e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - verblijfsrecreatie 5', een camping met standplaatsen voor toer- en stacaravans (Bosweg ongenummerd Nieuwkoop) zoals nader beschreven in 13.2.6;
- f. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - verblijfsrecreatie 6', een caravanpark met standplaatsen voor stacaravans en chalets (Uitweg 30 Woerdense Verlaat) zoals nader beschreven in 13.2.7;
- g. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - verblijfsrecreatie 7', een recreatiepark met standplaatsen voor toer- en stacaravans (Uitweg 38Z Woerdense Verlaat/Deelgebied A en B) zoals nader beschreven in 13.2.8;
- h. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - verblijfsrecreatie 8', een Bed&Breakfast met sfeerstal (Hogendijk 5A Nieuwveen) zoals nader beschreven in 13.2.9;
- i. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - verblijfsrecreatie 9' (De Meije 330), een camping met standplaatsen voor toer- en stacaravans zoals nader beschreven in 13.2.10;
- j. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - verblijfsrecreatie 10', dag- en verblijfsrecreatieve voorzieningen en lichte horeca zoals nader beschreven in 13.2.11;
- k. ter plaatse van de aanduiding 'terras', een terras;
- l. het wonen ten behoeve van de hoofdfunctie, tenzij een bedrijfswoning ter plaatse is uitgesloten volgens deze regels;
- m. al dan niet in combinatie met de uitoefening van een beroep aan huis in hoofdgebouwen en bijbehorende bouwwerken, met dien verstande dat het oppervlak ten behoeve van die activiteiten maximaal 30% van het vloeroppervlak per woning inclusief de bijbehorende bouwwerken bedraagt, met een maximum van 100 m²;
- n. mantelzorg, met dien verstande dat het oppervlak ten behoeve van mantelzorg maximaal 100 m² van het vloeroppervlak per bedrijfswoning inclusief de bijbehorende bouwwerken bedraagt;
- o. beheersgebouwen zoals omschreven in 13.2.14;
- p. water- en waterhuishoudkundige voorzieningen, zoals sloten, greppels, watergangen, waterberging, bruggen en duikers;
met de daarbij behorende:
- q. bebouwing, terreinen, in- en uitritten, gronden en voorzieningen waaronder begrepen beheersgebouwen en -voorzieningen, parkeer- en groenvoorzieningen, spel- en sportvoorzieningen;
- r. nutsvoorzieningen.
13.2 Bouwregels
Voor het bouwen ten behoeve van de i n het eerste lid genoemde bestemmingsomschrijvingen gelden de volgende bouwregels:
13.3 Specifieke gebruiksregels
Voor het gebruik gelden de volgende regels:
13.4 Afwijken van de gebruiksregels
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 13.1 ten behoeve van de uitoefening van een bedrijf aan huis in het hoofdgebouw en bijbehorende bouwwerken, met dien verstande dat:
- a. de woonfunctie als hoofdfunctie van de (bedrijfs-) woning behouden blijft;
- b. bedoeld gebruik geen onevenredige aantasting van het woon- en leefklimaat mag opleveren en geen onevenredige afbreuk mag doen aan het woonkarakter van de wijk of buurt; dit betekent onder meer dat:
- 1. een omgevingsvergunning wordt verleend voor het uitoefenen van bedrijvigheid in de categorieën 1 of 2 als vermeld in de Lijst van bedrijfstypen aan huis' (bijlage 2 bij deze regels);
- 2. een omgevingsvergunning wordt verleend voor het uitoefenen van bedrijvigheid niet behorende tot de categorieën 1 of 2 als vermeld in de Lijst van bedrijfstypen aanhuis' (bijlage 2 bij deze regels), mits het desbetreffende gebruik door middel van het stellen van voorwaarden verantwoord is;
- 3. het gebruik naar aard met het woonkarakter van de omgeving in overeenstemming moet zijn;
- 4. het gebruik de woonfunctie dient te ondersteunen, dat wil zeggen dat degene die de activiteiten uitvoert, tevens de gebruiker van de (bedrijfs-) woning is;
- c. de agrarische bedrijven in de omgeving daardoor niet in hun bedrijfsvoering worden belemmerd;
- d. het niet betreft zodanig verkeersaantrekkende activiteiten die kunnen leiden tot een nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van het verkeer dan wel tot een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimten;
- e. parkeren zoveel mogelijk op eigen terrein dient plaats te vinden;
- f. geen detailhandel plaatsvindt, uitgezonderd een beperkte verkoop in verband met bedrijfsmatige activiteiten in of bij de (bedrijfs-) woning;
- g. maximaal 30% van het vloeroppervlak van de (bedrijfs-) woning en de daarbij behorende bijgebouwen ten behoeve van aan bedrijf aan huis in gebruik mag zijn, zulks met een absoluut maximum van 100 m².
Artikel 14 Sport
14.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. ter plaatse van de aanduiding 'golfbaan', een golfbaan;
- b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport - clubhuis' een clubhuis met restaurant;
- c. ter plaatse van de aanduiding 'sportveld', sportvelden;
- d. ter plaatse van de aanduiding 'zwembad', een zwembad;
- e. water- en waterhuishoudkundige voorzieningen, zoals sloten, greppels, watergangen, waterberging, bruggen en duikers;
- f. nutsvoorzieningen;
met de daarbij behorende:
- g. bebouwing, terreinen, ballenvangers, in- en uitritten, parkeervoorzieningen en andere voorzieningen.
14.2 Bouwregels
Voor het bouwen ten behoeve van de in het eerste lid genoemde bestemmingsomschrijvingen gelden de volgende bouwregels:
Artikel 15 Tuin - Onbebouwd
15.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Tuin - Onbebouwd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. tuinen, behorende bij de op de aangrenzende gronden gelegen hoofgebouwen;
- b. met de daarbij behorende parkeervoorzieningen, in- en uitritten, groenvoorzieningen, waterlopen en waterpartijen, waterhuishoudkundige voorzieningen;
alsmede voor:
- c. ter plaatse van de aanduiding 'terras', een terras;
- d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - paardenbak', een paardenbak zonder verlichting.
15.2 Bouwregels
Voor het bouwen ten behoeve van de in het eerste lid genoemde bestemmingsomschrijvingen gelden de volgende bouwregels:
Artikel 16 Verkeer
16.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wegen, straten en paden met een verkeers- en/of verblijfsfunctie;
met de daarbij behorende:
- b. gronden, parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen en andere voorzieningen waaronder begrepen speelvoorzieningen, water- en waterhuishoudkundige voorzieningen, zoals sloten, greppels, watergangen, oppervlaktewaterberging, bruggen en duikers.
- c. nutsvoorzieningen.
16.2 Bouwregels
Voor het bouwen ten behoeve van de in het eerste lid genoemde bestemmingsomschrijvingen gelden de volgende bouwregels:
Artikel 17 Water
17.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. water;
- b. het behoud, herstel en de ontwikkeling van natuurlijke waarden;
- c. bruggen;
- d. extensief recreatief medegebruik;
- e. groenvoorzieningen;
- f. voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding en/of waterkering;
- g. bestaande steigers, bruggen;
alsmede voor:
- h. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van water - boothuis', een boothuis.
17.2 Bouwregels
Voor het bouwen ten behoeve van de in het eerste lid genoemde bestemmingsomschrijvingen gelden de volgende bouwregels:
17.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegde gezag kan afwijken van het bepaalde in:
- a. 17.2.2, onder a, en de bouw van een aanlegsteiger toestaan, mits:
- 1. de landschappelijke kernkwaliteiten van het ter plaatse aanwezige landschapstype, zoals genoemd in artikel 31.5 daardoor niet onevenredig worden aangetast;
- 2. de ter plaatse aanwezige natuurwaarden daardoor niet onevenredig worden aangetast;
- 3. de maximale oppervlakte van een aanlegsteiger of aanleggelegenheid bedraagt 5 m2;
- 4. de maximale bouwhoogte van een aanlegsteiger of aanleggelegenheid bedraagt 0,5 meter, gemeten vanaf het waterpeil;
- 5. per aangrenzend perceel is slechts één particuliere aanlegsteiger toegestaan ten behoeve van dat perceel.
- b. 17.2.2, onder b, en de bouw van een brug toestaan, mits:
- 1. de landschappelijke kernkwaliteiten van het ter plaatse aanwezige landschapstype, zoals genoemd in artikel 31.5 daardoor niet onevenredig worden aangetast;
- 2. de ter plaatse aanwezige natuurwaarden daardoor niet onevenredig worden aangetast;
- 3. de maximale bouwhoogte van een brug bedraagt 3 meter gemeten vanaf waterpeil.
Artikel 18 Wonen
18.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wonen;
- b. al dan niet in combinatie met de uitoefening van een beroep aan huis in hoofdgebouwen en bijbehorende bouwwerken, met dien verstande dat het oppervlak ten behoeve van die activiteiten maximaal 30% van het vloeroppervlak per woning inclusief de bijbehorende bouwwerken bedraagt, met een maximum van 100 m²;
- c. mantelzorg, met dien verstande dat het oppervlak ten behoeve van mantelzorg maximaal 100 m² van het vloeroppervlak per woning inclusief de bijbehorende bouwwerken bedraagt;
- d. met de daarbij behorende tuinen en erven, parkeervoorzieningen, in- en uitwegen, groenvoorzieningen, waterlopen en waterpartijen, steigers en plankieren;
alsmede voor:
- e. ter plaatse van de aanduiding 'maatschappelijk', een hersteloord;
- f. ter plaatse van de aanduiding 'recreatie', is recreatie toegestaan zoals nader beschreven in 18.4.2;
- g. ter plaatse van de aanduiding 'bed & breakfast', een bed & breakfast;
- h. ter plaatse van de aanduiding 'kas', een kas;
- i. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - stalling', een caravanstalling;
- j. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - paardenbak', een paardenbak zonder verlichting;
met dien verstande dat:
- k. ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen', uitsluitend bijbehorende bouwwerken zijn toegestaan en geen woning.
18.2 Bouwregels
Voor het bouwen ten behoeve van de in het eerste lid genoemde bestemmingsomschrijvingen gelden de volgende bouwregels:
18.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan in de omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 18.2.3, onder b, en een gezamenlijke oppervlakte van 100 m² aan bijbehorende bouwwerken toestaan, mits:
- a. de vergroting noodzakelijk is voor hobbymatige agrarische activiteiten of landschapsbeheer;
- b. het woon- en leefklimaat van derden daardoor niet onevenredig wordt aangetast.
18.4 Specifieke gebruiksregels
Voor het gebruik gelden de volgende regels:
18.5 Afwijken van de gebruiksregels
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 18.1 ten behoeve van de uitoefening van een bedrijf aan huis in het hoofdgebouw en bijbehorende bouwwerken, met dien verstande dat:
- a. de woonfunctie als hoofdfunctie van de woning behouden blijft;
- b. bedoeld gebruik geen onevenredige aantasting van het woon- en leefklimaat mag opleveren en geen onevenredige afbreuk mag doen aan het woonkarakter van de wijk of buurt; dit betekent onder meer dat:
- 1. een omgevingsvergunning wordt verleend voor het uitoefenen van bedrijvigheid in de categorieën 1 of 2 als vermeld in de Lijst van bedrijfstypen aan huis' (bijlage 2 bij deze regels);
- 2. een omgevingsvergunning wordt verleend voor het uitoefenen van bedrijvigheid niet behorende tot de categorieën 1 of 2 als vermeld in de Lijst van bedrijfstypen aanhuis' (bijlage 2 bij deze regels), mits het desbetreffende gebruik door middel van het stellen van voorwaarden verantwoord is;
- 3. het gebruik naar aard met het woonkarakter van de omgeving in overeenstemming moet zijn;
- 4. het gebruik de woonfunctie dient te ondersteunen, dat wil zeggen dat degene die de activiteiten uitvoert, tevens de gebruiker van de woning is;
- c. de agrarische bedrijven in de omgeving daardoor niet in hun bedrijfsvoering worden belemmerd;
- d. het niet betreft zodanig verkeersaantrekkende activiteiten die kunnen leiden tot een nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van het verkeer dan wel tot een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimten;
- e. parkeren zoveel mogelijk op eigen terrein dient plaats te vinden;
- f. geen detailhandel plaatsvindt, uitgezonderd een beperkte verkoop in verband met bedrijfsmatige activiteiten in of bij de woning;
- g. maximaal 30% van het vloeroppervlak van de woning en de daarbij behorende bijgebouwen ten behoeve van aan bedrijf aan huis in gebruik mag zijn, zulks met een absoluut maximum van 100 m².
Artikel 19 Wonen - Woonschepenligplaats
19.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen - Woonschepenligplaats' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. ligplaatsen voor woonschepen;
- b. wonen;
- c. al dan niet in combinatie met de uitoefening van een beroep aan huis in hoofdgebouwen en bijbehorende bouwwerken, met dien verstande dat het oppervlak ten behoeve van die activiteiten maximaal 30% van het vloeroppervlak per woning inclusief de bijbehorende bouwwerken bedraagt, met een maximum van 100 m²;
- d. mantelzorg, met dien verstande dat het oppervlak ten behoeve van mantelzorg maximaal 100 m² van het vloeroppervlak per woning inclusief de bijbehorende bouwwerken bedraagt;
- e. water;
- f. tuinen en erven met bijbehorende bouwwerken op de wal;
met de daarbij behorende:
- g. waterhuishoudkundige voorzieningen;
- h. groen- en parkeervoorzieningen;
- i. ontsluitingswegen en paden;
- j. plankieren;
- k. steigers;
- l. nutsvoorzieningen.
19.2 Bouwregels
19.3 Specifieke gebruiksregels
19.4 Afwijken van de gebruiksregels
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 19.1 ten behoeve van de uitoefening van een bedrijf aan huis in het hoofdgebouw en bijbehorende bouwwerken, met dien verstande dat:
- a. de woonfunctie als hoofdfunctie van het woonschip behouden blijft;
- b. bedoeld gebruik geen onevenredige aantasting van het woon- en leefklimaat mag opleveren en geen onevenredige afbreuk mag doen aan het woonkarakter van de wijk of buurt; dit betekent onder meer dat:
- 1. een omgevingsvergunning wordt verleend voor het uitoefenen van bedrijvigheid in de categorieën 1 of 2 als vermeld in de Lijst van bedrijfstypen aan huis' (bijlage 2 bij deze regels);
- 2. een omgevingsvergunning wordt verleend voor het uitoefenen van bedrijvigheid niet behorende tot de categorieën 1 of 2 als vermeld in de 'Lijst van bedrijfstypen aanhuis' (bijlage 2 bij deze regels), mits het desbetreffende gebruik door middel van het stellen van voorwaarden verantwoord is;
- 3. het gebruik naar aard met het woonkarakter van de omgeving in overeenstemming moet zijn;
- 4. het gebruik de woonfunctie dient te ondersteunen, dat wil zeggen dat degene die de activiteiten uitvoert, tevens de gebruiker van het woonschip is;
- c. de agrarische bedrijven in de omgeving daardoor niet in hun bedrijfsvoering worden belemmerd;
- d. het niet betreft zodanig verkeersaantrekkende activiteiten die kunnen leiden tot een nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van het verkeer dan wel tot een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimten;
- e. parkeren zoveel mogelijk op eigen terrein dient plaats te vinden;
- f. geen detailhandel plaatsvindt, uitgezonderd een beperkte verkoop in verband met bedrijfsmatige activiteiten in of bij het woonschip;
- g. maximaal 30% van het vloeroppervlak van het woonschip en de daarbij behorende bijgebouwen ten behoeve van aan bedrijf aan huis in gebruik mag zijn, zulks met een absoluut maximum van 100 m².
19.5 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om het plan te wijzigen ten behoeve van de verplaatsing van een woonschip, waarbij een nieuwe ligplaats wordt toegewezen onder de voorwaarde dat de te verlaten ligplaats wordt geschrapt, mits:
- a. een onderlinge afstand tussen woonschepen wordt aangehouden van ten minste 5 meter;
- b. op de nieuwe ligplaats een aanvaardbaar woon- en leefklimaat kan worden gerealiseerd;
- c. kan worden voldaan aan het bepaalde in de Wet geluidhinder;
- d. de aanwezig agrarische bedrijven daardoor niet in hun bedrijfsvoering worden belemmerd, althans niet meer dan in de huidige situatie.
Artikel 20 Leiding - Gas
20.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor een hoge druk aardgastransportleiding met de daarbij behorende beschermingszone, waarbij de bestemming 'Leiding - Gas' voorrang heeft op de andere daar voorkomende enkelbestemmingen.
20.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
20.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan in de omgevingsvergunning afwijken van het verbod in 20.2.1 voor het bouwen volgens de andere daar voorkomende bestemming(en), mits:
- a. geen kwetsbare objecten worden toegestaan;
- b. de bouw verenigbaar is met de belangen van de betreffende leiding;
- c. de veiligheid van de leiding niet wordt geschaad;
- d. de leidingbeheerder daarover om advies is gevraagd.
20.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 21 Leiding - Hoogspanning
21.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Leiding - Hoogspanning' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor een ondergrondse hoogspanningsleiding met de bijbehorende beschermingszone, veiligheidszone en andere bouwwerken, waarbij de bestemming 'Leiding - Hoogspanning voorrang heeft op de andere daar voorkomende enkelbestemmingen.
21.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
21.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan in de omgevingsvergunning afwijken van het verbod in lid 21.2.1 voor het bouwen volgens de andere daar voorkomende bestemming(en), mits:
- a. de bouw verenigbaar is met de belangen van de betreffende leiding;
- b. de veiligheid van de leiding niet wordt geschaad;
- c. de leidingbeheerder daarover om advies is gevraagd.
21.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 22 Leiding - Riool
22.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor een rioolpersleiding met de daarbij behorende beschermingszone, waarbij de bestemming 'Leiding - Riool' voorrang heeft op de andere daar voorkomende enkelbestemmingen.
22.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
22.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan in de omgevingsvergunning afwijken van het verbod in 22.2.1 voor het bouwen volgens de andere daar voorkomende bestemming(en), mits:
- a. de bouw verenigbaar is met de belangen van de betreffende leiding;
- b. de veiligheid van de leiding niet wordt geschaad;
- c. de leidingbeheerder daarover om advies is gevraagd.
22.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 23 Leiding - Water
23.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Leiding - Water' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor een waterleiding met de daarbij behorende beschermingszone, waarbij de bestemming 'Leiding - Water' voorrang heeft op de andere daar voorkomende enkelbestemmingen.
23.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
23.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan in de omgevingsvergunning afwijken van het verbod in 23.2.1 voor het bouwen volgens de andere daar voorkomende bestemming(en), mits:
- d. de bouw verenigbaar is met de belangen van de betreffende leiding;
- e. de veiligheid van de leiding niet wordt geschaad;
- f. de leidingbeheerder daarover om advies is gevraagd.
23.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 24 Waarde - Archeologie 1
24.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie 1' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende andere bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van archeologische waarden, waarbij de bestemming 'Waarde - Archeologie 1' voorrang heeft op de andere daar voorkomende enkelbestemmingen.
24.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
24.3 Afwijken van de bouwregels
24.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
24.5 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen door de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 1' geheel of gedeeltelijk te doen vervallen, indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.
Artikel 25 Waarde - Archeologie 2
25.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende andere bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van archeologische waarden, waarbij de bestemming 'Waarde - Archeologie 2' voorrang heeft op de andere daar voorkomende enkelbestemmingen.
25.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
25.3 Afwijken van de bouwregels
25.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
25.5 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen door de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 2' geheel of gedeeltelijk te doen vervallen, indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.
Artikel 26 Waarde - Archeologie 3
26.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie 3' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende andere bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van archeologische waarden, waarbij de bestemming 'Waarde - Archeologie 3' voorrang heeft op de andere daar voorkomende enkelbestemmingen.
26.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
26.3 Afwijken van de bouwregels
26.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
26.5 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen door de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 3' geheel of gedeeltelijk te doen vervallen, indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.
Artikel 27 Waterstaat - Waterkering
27.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de waterkering, waterhuishouding en waterstaat, waarbij de bestemming 'Waterstaat - Waterkering' voorrang heeft op de andere daar voorkomende enkelbestemmingen.
27.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
27.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan in de omgevingsvergunning afwijken van het verbod in 27.2.1 voor het bouwen volgens de andere daar voorkomende bestemming(en), mits:
- c. de bouw verenigbaar is met de belangen van de betreffende leiding;
- d. de veiligheid van de waterstaat en/of waterkering niet wordt geschaad;
- e. de beheerder van de waterkering daarover om advies is gevraagd.
27.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 28 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 29 Algemene Bouwregels
29.1 Onderkeldering van gebouwen
Voor het bouwen onder een gebouw gelden de volgende regels:
- a. de bouwdiepte mag maximaal 4 meter bedragen;
- b. de ondergrondse bebouwing of halfverdiepte bebouwing mag uitsluitend onder het gebouw worden gerealiseerd, met uitzondering van ingangspartijen en voorzieningen voor de toetreding van daglicht;
- c. de voorzieningen voor de toetreding van daglicht mogen maximaal 1 meter uit de gevel worden gebouwd;
- d. de onderkeldering van een recreatiewoning is niet toegestaan.
29.2 Ondergeschikte bouwdelen
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, liftschachten, gevel- en kroonlijsten, luifels, uitbouwen, balkons en overstekende daken voor de situering buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouw-, c.q. bestemmingsgrenzen niet meer dan 0,75 meter bedraagt.
29.3 Parkeren
29.4 Dakkapellen
29.5 Bruggen
Artikel 30 Algemene Gebruiksregels
30.1 Strijdig gebruik
Als gebruik in strijd met dit bestemmingsplan wordt in ieder geval aangemerkt:
- a. het (proef)boren en/of winnen van schaliegas;
- b. de opslag van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
- c. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
- d. het gebruik en/of laten gebruiken van bouwwerken voor een seksinrichting;
- e. het gebruik en/of laten gebruiken van gronden en bouwwerken ten behoeve van (raam)prostitutie;
- f. het gebruik en/of laten gebruiken van gronden en bouwwerken voor een coffeeshop, growshop, smartshop of daarmee vergelijkbare bedrijven;
- g. de opslag en verkoop van (consumenten)vuurwerk;
- h. het plaatsen, laten plaatsen en/of geplaatst houden van onderkomens in strijd met de gegeven bestemming.
- i. het gebruik en/of laten gebruiken van gronden en wateren als staan- of ligplaats voor (menselijk of dierlijk) verblijf geschikte, al dan niet aan hun bestemming onttrokken, vaar- of voertuigen, arken of andere objecten;
- j. de permanente bewoning van onderkomens en/of gebouwen die niet voor permanente bewoning bestemd zijn.
30.2 Parkeren
Artikel 31 Algemene Aanduidingsregels
31.1 Geluidzone - Industrie
Ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone-industrie' geldt de geluidszone van het gezoneerde industrieterrein 'Woerdense Verlaat' en zijn nieuwe geluidsgevoelige bestemmingen uitsluitend toelaatbaar met inachtneming van de maximaal toelaatbare geluidswaarden volgens de Wet geluidhinder.
31.2 Luchtvaartverkeerszone - 20Ke
Ter plaatse van de aanduiding 'luchtvaartverkeerzone - 20Ke' geldt het vrijwaringsbeleid in de 20-Ke zone rond Schiphol, en zijn geen nieuwe geluidgevoelige gebouwen en terreinen toegestaan zoals bedoeld in de Wet geluidhinder, met uitzondering van:
- a. woningen die in het bestaand stads- en dorpsgebied liggen;
- b. nieuwe woningen buiten bestaand stads- en dorpsgebied als het betreft:
- 1. woningbouw binnen de voormalige bebouwingscontour van de streekplannen uit 2003;
- 2. de toevoeging van ten hoogste enkele woningen in reeds aanwezige lintbebouwing buiten bestaand stads- en dorpsgebied;
- 3. de toevoeging van woningen volgens het principe ruimte voor ruimte;
- 4. het omzetten van bedrijfswoningen naar burgerwoningen of plattelandswoningen.
- c. kwetsbare objecten waarvoor een verklaring van geen bezwaar is verleend.
31.3 Luchtvaartverkeerszone - lib
Ter plaatse van de aanduiding 'luchtvaartverkeerzone - lib' geldt het Luchthavenindelingsbesluit van Schiphol en zijn zonder een verklaring van geen bezwaar volgens artikel 8.9 van de Luchtvaartwet, geen nieuwe geluidgevoelige gebouwen en terreinen -zoals bedoeld in de Wet geluidhinder- toegestaan.
31.4 Vrijwaringszone - molenbiotoop
31.5 Overige zone - landschapstypen
Voor de aangeduide landschapstypen gelden de volgende regels:
31.6 Overige zone - weidevogelgebied
Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - weidevogelgebied' zijn de gronden tevens bestemd voor de bescherming van het leefgebied van weidevogels.
31.7 Veiligheidszone - gasontvangststation
31.8 Veiligheidszone - barim
31.9 Overige zone - meijegraslanden
Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - meijegraslanden' kan binnen de bestemming 'Agrarisch met waarden' geen gebruik worden gemaakt van de wijzigingsbevoegdheid in artikel 4.7.5 van deze regels, om de bestemming 'Agrarisch metwaarden' te wijzigen naar 'Natuur'.
Artikel 32 Algemene Afwijkingsregels
Het bevoegd gezag kan in de omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in deze regels of op de verbeelding:
- a. voor het toelaten van bedrijven die vallen in een toegelaten categorie, maar die niet voorkomen op de Staat van bedrijfsactiviteiten van dit bestemmingsplan;
- b. voor het toelaten van bedrijven die vallen in een naast hogere categorie, maar waarvan de activiteiten naar aard en omvang vergelijkbaar zijn met bedrijven in de lagere toegestane categorie;
- c. voor het afwijken van de voorgeschreven maatvoering, afmetingen, afstanden en percentages, met dien verstande dat de afwijkingen niet meer dan 10% bedragen van de in deze regels genoemde, dan wel op de kaart aangegeven maatvoering, afmetingen, afstanden en percentages;
- d. voor het overschrijden van de bestemmings- en/of bouwgrenzen, mits de overschrijding niet meer dan 2 meter bedraagt;
- e. voor het bouwen van nutsvoorzieningen met een maximale oppervlakte van 30m² en een maximale bouwhoogte van 3 meter;
- f. voor de plaatsing van geluidschermen tot een hoogte van maximaal 8 meter;
- g. voor de plaatsing van vlaggenmasten tot een bouwhoogte van maximaal 8 meter;
- h. voor het toestaan van bouwwerken, geen gebouwen zijnde tot een maximale bouwhoogte van 10 meter.
Artikel 33 Algemene Wijzigingsregels
33.1 Wijzigingsbevoegdheid algemeen
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de in het plan opgenomen bestemmingen te wijzigen ten behoeve van:
- a. het overschrijden van bestemmingsgrenzen, voor zover dit van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover dit noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein. De overschrijding mag echter niet meer bedragen dan 3 meter en het bestemmingsvlak mag met niet meer dan 10% worden vergroot;
- b. het wijzigen van de bijlagen bij deze regels, indien technologische ontwikkelingen, vernieuwde inzichten of ontwikkelingen in de wet- en regelgeving hiertoe aanleiding geven;
- c. het aanpassen van opgenomen bepalingen in de regels, waarbij verwezen wordt naar of welke ontleend worden aan bepalingen in wettelijke regelingen, indien deze wettelijke regelingen na het tijdstip van de tervisielegging van het ontwerpplan worden gewijzigd.
33.2 Wetgevingszone - wijzigingsgebied
- a. Ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingszone - wijzigingsgebied' kunnen burgemeester en wethouders de bestemming 'Agrarisch met waarden' wijzigen naar de bestemming 'Natuur', mits de eigenaar van de bij wijziging betrokken gronden daar schriftelijk mee heeft ingestemd;
- b. Ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingszone - wijzigingsgebied' kunnen burgemeester en wethouders de bestemming 'Natuur' wijzigen naar de bestemming 'Agrarisch met waarden', mits de eigenaar van de bij wijziging betrokken gronden daar schriftelijk mee heeft ingestemd.
Artikel 34 Samenloopregeling Dubbelbestemmingen
Wanneer in het plan gronden zijn aangewezen voor twee of meer dubbelbestemmingen mogen op grond van een dubbelbestemming geen bouwwerken, werken of werkzaamheden worden toegelaten indien deze op grond van een andere dubbelbestemming niet toelaatbaar zijn.
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 35 Overgangsrecht
35.1 Overgangsrecht bouwwerken
- a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
- 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
- b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van bepaalde onder a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld met het bepaalde onder a met maximaal 10%.
- c. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op bouwwerken, die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
35.2 Overgangsrecht gebruik
- a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
- b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het bepaalde onder a te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
- c. Indien het gebruik, bedoeld in het bepaalde onder a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
- d. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op het gebruik, dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 36 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan 'Landelijk gebied Nieuwkoop'
Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van | ||||
3 november 2016 | ||||
De voorzitter, | De griffier, | |||
………. | ……… | |||
Bijlage 1 Lijst Van Kleinschalige Nevenactiviteiten
Bijlage 1 Lijst van kleinschalige nevenactiviteiten
Bijlage 2 Lijst Van Bedrijfstypen Aan Huis
Bijlage 2 Lijst van bedrijfstypen aan huis
Bijlage 3 Staat Van Bedrijfstypen
Bijlage 3 Staat van bedrijfstypen
Bijlage 4 Cvj De Meije Woonschepenligplaatsen
Bijlage 4 CVJ de Meije Woonschepenligplaatsen
Bijlage 5 Parkeerbeleid Gemeente Nieuwkoop
Bijlage 5 Parkeerbeleid gemeente Nieuwkoop
Bijlage 1 Nota Van Ambtshalve En Technische Aanpassingen
Bijlage 1 Nota van ambtshalve en technische aanpassingen
Bijlage 2 Zienswijzennota
Bijlage 3 Nota Beantwoording Verzoeken Inventarisatiefase
Bijlage 3 Nota beantwoording verzoeken inventarisatiefase
Bijlage 4 Planmer_tauw_22dec2015
Bijlage 4 PlanMER_Tauw_22dec2015
Bijlage 5 Inspraaknota_december2015
Bijlage 5 Inspraaknota_december2015