KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
Artikel 2 Wijze Van Meten
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Verkeer-verblijf

projectbesluit Parkeerplaatsen Vlasakker Nieuwkoop

Projectbesluit - gemeente Nieuwkoop

Vastgesteld op 29-09-2010 - geheel onherroepelijk in werking

Bestanden

Besluitdocument

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan:

het projectbesluitAanleg parkeerplaatsen Vlasakker te Zevenhoven van de gemeente Nieuwkoop;

1.2 projectbesluit:

de geometrisch bepaalde planobjecten met bijbehorende regels als vervat in het

GML-bestand NL.IMRO.0569.pbZNVparkrplvlasak-va01;

1.3 verbeelding:

de analoge weergave van het GML-bestand NL.IMRO.0569.pbZNVparkrplvlasak-va01;

1.4 aanduiding:

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden regels worden gesteld;

1.5 aanduidingsgrens:

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;

1.6 bebouwing:

één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;

1.7 bestaand bouwwerk:

een bouwwerk, dat:

  • op het moment van de eerste terinzagelegging van het ontwerp van dit plan bestaat of in uitvoering is;
  • na dat tijdstip is of mag worden gebouwd krachtens een op grond van de Woningwet verleende vergunning;

1.8 bestemmingsgrens:

de grens van een bestemmingsvlak;

1.9 bestemmingsvlak:

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;

1.10 bouwen:

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;

1.11 bouwperceel:

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;

1.12 bouwperceelgrens:

de grens van een bouwperceel;

1.13 bouwvlak:

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;

1.14 bouwwerk:

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;

1.15 gebouw:

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

1.16 hoofdgebouw:

een gebouw dat op een bouwperceel, door zijn functie, constructie en/of afmetingen, als

het belangrijkste bouwwerk valt aan te merken;

1.17 overkapping:

een bouwwerk dat, voor zover gebouwd vóór (het verlengde van) de voorgevel van een gebouw, geen tot de constructie zelf behorende wanden heeft en, voor zover gebouwd achter (het verlengde van) de voorgevel van een gebouw, maximaal drie wanden heeft waarvan maximaal twee tot de constructie behoren;

1.18 peil:

voor gebouwen, waarvan de toegang onmiddellijk aan de weg grenst:

  1. a. de hoogte van de weg ter plaatse van de hoofdtoegang;
  2. b. in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld;

1.19 voorgevel:

een naar de openbare weg en/of fiets- en voetpad toegekeerde gevel van een hoofdgebouw of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de openbare weg gekeerde gevel, de gevel aan de openbare weg waaraan het gebouw op basis van de gemeentelijke basisadministratie (huisnummer) is gesitueerd;

1.20 weg:

alle voor het openbaar rij- of ander verkeer openstaande wegen of paden daaronder begrepen de daarin gelegen bruggen en duikers, de tot de wegen of paden behorende bermen en zijkanten, alsmede de aan de wegen liggende en als zodanig aangeduide parkeerterreinen;

Artikel 2 Wijze Van Meten

Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

2.1 de afstand tot de (zijdelingse) perceelsgrens:

de kortste afstand van enig punt van een gebouw tot de (zijdelingse) perceelsscheiding van het bouwperceel;

2.2 de afstand tussen gebouwen:

de kortste afstand tussen de buitenwerkse gevelvlakken van de gebouwen;

2.3 de bouw(nok)hoogte van een bouwwerk:

vanaf peil tot het hoogste punt van een bouwwerk; wat gebouwen betreft worden antennes, schoorstenen en andere ondergeschikte bouwdelen niet meegerekend;

2.4 de dakhelling:

langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;

2.5 de goothoogte van een bouwwerk:

van de horizontale snijlijn van elk dakvlak met het daaronder gelegen binnenwerkse gevelvlak tot aan het peil. Hierbij blijven topgevels, schoorstenen, antennes, dakkapellen (met uitzondering van dakkapellen aan de straatzijde met een grotere breedte dan 50% van de breedte van het dakvlak waarin zij zijn geplaatst) en andere ondergeschikte bouwdelen buiten beschouwing;

2.6 de inhoud van een gebouw:

tussen de bovenzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;

2.7 de lengte, breedte en diepte van bouwwerken:

tussen (de lijnen getrokken door) de buitenzijde van de gevels (en/of hart van scheidsmuren). ;

2.8 de grondoppervlakte van een bouwwerk:

tussen (de buitenste verticale projecties van) de buitenzijde van de gevels

(en/of het hart van scheidsmuren);

2.9 de vloeroppervlakte van een gebouw:

gemeten op vloerniveau langs de buitenomtrek van de opgaande scheidingsconstructies, of tot het hart van de desbetreffende scheidingsconstructie, indien de binnenruimte van het gebouw grenst aan de binnenruimte van een ander gebouw;

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Verkeer-verblijf

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Verkeer-Verblijf" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. de aanleg en instandhouding van een plein, met de daarbij behorende functionele voorzieningen;
  2. b. de aanleg en instandhouding van wegen met een functie voor verblijf en verkeer;
  3. c. de aanleg en instandhouding van groenvoorzieningen en langzaamverkeersroutes;
  4. d. de aanleg en instandhouding van parkeervoorzieningen;
  5. e. de aanleg en instandhouding van waterpartijen en watergangen;
  6. f. de aanleg en instandhouding van nutsvoorzieningen.

3.2 Bouwregels

De voor "Verkeer-Verblijf" aangewezen gronden mogen uitsluitend worden bebouwd ten dienste van de bestemming, met inachtneming van de volgende voorwaarden:

  1. a. de bouwhoogte van bouwwerken bedraagt maximaal 3 meter, met uitzondering van verlichtingsarmaturen en objecten van beeldende kunst, waarvan de hoogte maximaal 8 meter bedraagt;
  2. b. het oppervlak van een gebouw bedraagt maximaal 15 m2, met uitzondering van een telefooncel, waarvan het oppervlak maximaal 6 m2 bedraagt.

3.3 Vrijwaringszone-straalpad

Ter plaatse van de aanduiding "vrijwaringszone-straalpad" gelden tevens de volgende regels.