Bronsgeest 2021 (Herstelbesluit)
Bestemmingsplan - gemeente Noordwijk
Vastgesteld op 19-12-2024 - vastgesteld
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
1.1 plan
het bestemmingsplan Bronsgeest 2021 (Herstelbesluit) van de gemeente Noordwijk;
1.2 bestemmingsplan
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0575.BPBronsgeest-VA02 met de bijbehorende regels en bijlage;
1.3 aan-huis-verbonden beroep en bedrijf
een beroep of bedrijf, dat door de bewoner in of bij de woning wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat de ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is;
1.4 aanduiding
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
1.5 aanduidingsgrens
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
1.6 achtererfgebied
erf aan de achterkant en de niet naar openbaar toegankelijk gebied gekeerde zijkant, op meer dan 1 meter van de voorkant, van het hoofdgebouw;
1.7 andere geluidgevoelige gebouwen
geluidsgevoelige gebouwen, zoals bedoeld in artikel 1 van de Wet Geluidhinder;
1.8 archeologische waarde
de aan een gebied toegerekende waarde in verband met de kennis en de studie van de in dat gebied voorkomende overblijfselen van menselijke aanwezigheid of activiteit uit oude tijden;
1.9 automatenhal
iedere besloten ruimte waar meer dan twee speelautomaten of andere mechanische toestellen in de zin van artikel 30 van de Wet op de Kansspelen zijn opgesteld ten behoeve van het publiek;
1.10 bebouwing
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
1.11 bebouwingspercentage
het percentage van een bestemmingsvlak of een bouwvlak dat bebouwd mag worden;
1.12 bed & breakfast
een overnachtingsaccommodatie gericht op het tegen betaling bieden van de mogelijkheid tot een veelal kortdurend toeristisch verblijf met het serveren van een ontbijt;
1.13 bedrijfswoning
een woning in of bij een bouwwerk of terrein, die alleen is bedoeld voor de huisvesting van (het huishouden van) een persoon wiens huisvesting daar, gelet op de bestemming van het bijbehorende terrein of bouwwerk(en) noodzakelijk is;
1.14 bestaand
de situering dan wel gebruik zoals deze bestaat ten tijde van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan;
1.15 bestemmingsgrens
de grens van een bestemmingsvlak;
1.16 bestemmingsvlak
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
1.17 bijbehorend bouwwerk
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd en met de aarde verbonden bouwwerk met een dak;
1.18 bijzondere bouwlaag
kelders, souterrains, kappen en dakopbouwen, niet zijnde geschikt voor zelfstandige bewoning;
1.19 bollenteelt
de teelt van bloembollen, bolbloemen en knolgewassen met daaraan ondergeschikt:
- a. de teelt van snijbloemen en van vergelijkbare laag blijvende eenjarige en vastbloeiende tuinplanten;
- b. de teelt van vollegronds tuinbouwproducten als eenjarige wisselteelt;
- c. broeierijen als onderdeel van een grondgebonden bollenteeltbedrijf;
- d. de teelt van gras als eenjarige wisselteelt ten behoeve van de bollenteelt, in de vorm van:
- 1. het zaaien van gras in de braakliggende periode om stuif tegen te gaan, of;
- 2. het zaaien van gras om de bodem te verrijken, of;
- 3. het zaaien van gras ter bescherming van de onderliggende bollen tegen vorstschade, of;
- 4. het zaaien en/of het laten groeien van gras ter bestrijding van onkruid,
- 5. het zaaien en/of laten groeien van gras voor overeenkomstige doeleinden die ten dienste staan van de bollenteelt.
1.20 bollenteeltbedrijf
een bedrijf dat is gericht op bollenteelt;
1.21 bouwen
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;
1.22 bouwgrens
de grens van een bouwvlak;
1.23 bouwlaag
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren is begrensd, bijzondere bouwlagen niet inbegrepen;
1.24 bouwperceel
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
1.25 bouwperceelgrens
de grens van een bouwperceel;
1.26 bouwvlak
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
1.27 bouwwerk
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
1.28 dakopbouw
een bijzondere bouwlaag waarvan het vloeroppervlak ten hoogste 95% van het vloeroppervlak van de direct daaronder gelegen bouwlaag omvat;
1.29 deskundige
een door het college van burgemeester en wethouders aan te wijzen onafhankelijke deskundige of commissie van deskundigen inzake een specifiek aspect van de ruimtelijke ordening;
1.30 detailhandel
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die goederen kopen voor verbruik, gebruik of aanwending anders dan de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
1.31 dove gevel
- a. Een bouwkundige constructie die een ruimte in een woning of gebouw scheidt van de buitenlucht, daaronder begrepen een dak, zonder te openen delen en met een in de Wet geluidhinder bedoelde karakteristieke geluidswering die ten minste gelijk is aan het verschil tussen de geluidsbelasting van die constructie en 33 dB onderscheidenlijk 35 dB(A), of
- b. Een bouwkundige constructie waarin alleen bij uitzondering te openen delen aanwezig zijn, mits de delen niet direct grenzen aan een geluidsgevoelige ruimte zoals bedoeld in de Wet geluidhinder.
1.32 erf
al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, en voor zover het bestemmingsplan deze inrichting niet verbiedt;
1.33 gastouderopvang
een vorm van kinderopvang die met behoud van de woonfunctie door een bewoner van een woning wordt uitgeoefend en die voorziet in het verstrekken van kinderopvang voor maximaal 6 kinderen tegelijkertijd;
1.34 gebouw
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
1.35 gevel
Een bouwkundige constructie die een ruimte in een woning of gebouw scheidt van de buitenlucht, daaronder begrepen een dak, doch niet zijnde een dove gevel of een vliesgevel;
1.36 grondgebonden tuinbouw
het grondgebonden telen / kweken van groenten, bloemen, planten, bollen of zaden;
1.37 hoofdgebouw
één of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is;
1.38 horeca
een bedrijf waarvan de activiteiten in hoofdzaak gericht zijn op het verstrekken van nachtverblijf, op het verstrekken en/of ter plaatse te laten nuttigen van voedsel en/of dranken en/of het exploiteren van zaalaccommodatie waarbij de volgende specifieke vormen onder horeca worden begrepen:
- 1. categorie 1 daghoreca: een bedrijf dat ondersteunend is aan en qua openingstijden in het algemeen vergelijkbaar is met detailhandelsvestigingen en waarvan de activiteiten in hoofdzaak bestaan uit het verstrekken c.q. snel serveren van kleinere maaltijden, broodjes, hapjes, ijs, gebak en dranken, met uitzondering van alcoholische dranken;
- 2. categorie 2 restaurant/cafetaria: een bedrijf, waarvan de activiteiten in hoofdzaak bestaan uit het verstrekken van maaltijden voor gebruik ter plaatse en waarbij het verstrekken van dranken (daaraan) ondergeschikt is;
- 3. categorie 3 café/bar: een zelfstandige, niet geheel of gedeeltelijk deel uitmakende van een hotel, restaurant of zaalaccommodatie voorkomend bedrijf, waarvan de activiteiten in hoofdzaak bestaan uit het verstrekken van dranken voor gebruik ter plaatse en waar het verstrekken van maaltijden daaraan ondergeschikt is;
- 4. categorie 4 bar-dancing of dancing (discotheek): een zelfstandige, niet geheel of gedeeltelijk deel uitmakend van een hotel, restaurant of zaalaccommodatie voorkomend bedrijf waarvan de activiteiten in hoofdzaak bestaan uit het verstrekken van dranken voor gebruik ter plaatse waarbij gelegenheid wordt geboden tot dansen, met een in het algemeen hoge bezoekersfrequentie gedurende de avond en de nacht, waarbij de bedrijvigheid zich binnen de grenzen van de lokaliteit voltrekt;
- 5. categorie 5 zaalaccommodatie: een bedrijf, waarvan de activiteiten in hoofdzaak bestaan uit het bieden van gelegenheid tot het houden van bruiloften en partijen, alsmede tot het houden van congressen, conferenties en andere vergaderingen en waarbij het verstrekken van voedsel en dranken (daaraan) ondergeschikt is;
- 6. categorie 6 hotel: een bedrijf, waarvan de activiteiten in hoofdzaak bestaan uit het verstrekken van nachtverblijf en eventueel het exploiteren van zaalaccommodatie en waarbij het verstrekken van voedsel en dranken (daaraan) ondergeschikt is.
1.39 huishouden
persoon of groep personen die een huishouding voert, waarbij sprake is van een op duurzaamheid gerichte onderlinge verbondenheid en continuïteit in de samenstelling ervan;
1.40 kamerverhuur
de verhuur van onzelfstandige woonruimte door de hoofdgebruiker(s) van de woning waarbij afzonderlijke huishoudens afhankelijk zijn van één of meer gedeelde wezenlijke voorzieningen (keuken, douche en/of toilet) buiten die woonruimte;
1.41 kap
een bijzondere bouwlaag die geheel of gedeeltelijk door een dakconstructie is omgeven welke uit tenminste twee hellende vlakken bestaat, die elkaar al dan niet snijden;
1.42 kelder
een bijzondere bouwlaag waarbij de vloer van de daarboven gelegen bouwlaag ten hoogste 0,5 meter boven het aansluitende maaiveld is gelegen;
1.43 kleinschalige dagrecreatieve voorzieningen
voorzieningen ten behoeve van extensieve activiteiten die in hoofdzaak zijn gericht op ontspanning en/of natuur- en landschapsbeleving, zoals wandelen, fietsen, paardrijden en natuurobservatie en de daarbij behorende voorzieningen als picknickplaatsen, lig- en speelweiden, observatiepunten, informatieborden, banken en daarmee gelijk te stellen voorzieningen;
1.44 KNA-conform archeologisch onderzoeksrapport
een archeologisch onderzoeksrapport dat voldoet aan de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie (KNA);
1.45 kwetsbaar object
een kwetsbaar object als bedoeld in artikel 1, lid 1 sub l van het Besluit externe veiligheid inrichtingen;
1.46 maatvoeringsvlak
een geometrisch bepaald vlak waarbinnen eenzelfde maximum bouwhoogte en goothoogte en/of bebouwingspercentage geldt;
1.47 middeldure huurwoning
geliberaliseerde woning voor middenhuur, zoals bedoeld in artikel 1.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening;
1.48 middeldure koopwoning
koopwoning waarvan de koopprijs maximaal € 310.000,- bedraagt;
1.49 nutsvoorzieningen
gebouwen of bouwwerken , geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de waterhuishouding zoals een rioolgemaal of bergbezinkbassin, de distributie van gas, water, elektra, telematische diensten, voorzieningen ten behoeve van openbaar vervoer en vergelijkbare doeleinden;
1.50 onzelfstandige woonruimte
een woonruimte die geen eigen toegang heeft of die niet op zichzelf kan functioneren als een woning in die zin dat een of meerdere belangrijke voorzieningen ontbreken, zoals een keuken, badkamer en toilet;
1.51 overig bouwwerk
een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
1.52 pand
de kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is;
1.53 peil
- a. peil ten aanzien van maaiveld: voor een bouwwerk, waarvan de voorgevel niet direct aan de openbare weg grenst: de gemiddelde hoogte van het bestaande aansluitende maaiveld ter plaatse van de voorgevel;
- b. peil ten aanzien van de weg: voor een bouwwerk, waarvan de voorgevel direct aan de openbare weg grenst: de gemiddelde hoogte van die weg ter plaatse van de voorgevel;
1.54 permanente bewoning
duurzaam hoofdverblijf van één of meerdere personen in een woning;
1.55 prostitutiebedrijf
een bedrijf waar prostitutie het hoofdbestanddeel van de activiteiten vormt;
1.56 recreatief gebruik van een woning
het gebruik van een woning met recreatieve motieven door personen die elders hun hoofdverblijf hebben;
1.57 seksinrichting
een gebouw of een gedeelte van een gebouw waarin handelingen en/of voorstellingen plaatsvinden van erotische en/of pornografische aard. Hieronder worden mede begrepen een seksbioscoop, -theater, -automatenhal en -winkel;
1.58 sociale huurwoning
sociale huurwoning, zoals bedoeld in artikel 1.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening, waarbij de instandhouding voor de in een gemeentelijke verordening omschreven doelgroep voor ten minste tien jaar na ingebruikname is verzekerd;
1.59 sociale koopwoningen
sociale koopwoning, zoals bedoeld in artikel 1.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening, waarbij de instandhouding voor de in een gemeentelijke verordening omschreven doelgroep voor ten minste tien jaar na ingebruikname is verzekerd;
1.60 souterrain
een bijzondere bouwlaag waarbij de vloer onder het peil is gelegen en waarbij de vloer van de bovengelegen bouwlaag maximaal 1,50 meter boven het peil is gelegen;
1.61 toeristische verhuur
verhuur van een woning aan derden, dan wel gebruik van een woning door derden, ten behoeve van toeristisch/recreatief gebruik, niet zijnde vakantieverhuur;
1.62 vakantieverhuur
incidentele toeristische verhuur van een woning door de hoofdbewoner/eigenaar;
1.63 verkeersareaal
gronden die in gebruik zijn als verkeersruimte voor al dan niet gemotoriseerd verkeer, bestaande uit rijwegen, fiets- en voetpaden, niet zijnde autowegen of autosnelwegen;
1.64 vliesgevel
een bouwkundige constructie aangebracht aan de buitenzijde van een gevel met een geluidswerende functie ten behoeve van de betrokken gevel van het gebouw, waarbij de afstand tussen de vliesgevel en de gevel van het gebouw ten minste 0,5 meter bedraagt;
1.65 voorgevel
de naar de openbare weg gerichte gevel van een gebouw die door zijn aard, functie, constructie of uitstraling als belangrijkste gevel wordt aangemerkt;
1.66 voorkeursgrenswaarde
de ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting zoals bedoeld in de Wet geluidhinder;
1.67 wonen
permanente bewoning van een woning door maximaal één huishouden, al dan niet in combinatie met de volgende nevenfuncties:
- a. bed & breakfast;
- b. vakantieverhuur;
- c. kamergewijze verhuur;
1.68 woning
een (gedeelte van een) gebouw dat dient voor wonen;
1.69 zorgwoning
een zelfstandige woning waar (intensieve) zorgverlening mogelijk is en waar zorg op afroep beschikbaar is vanuit een verpleeg- of verzorgingshuis, een woonzorgcentrum of een dienstencentrum.
Artikel 2 Wijze Van Meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.1 de afstand
de afstand tussen bouwwerken onderling alsmede de afstand van bouwwerken tot perceelsgrenzen wordt daar gemeten waar deze afstand het kleinst is, tussen of vanaf de buitenwerkse gevelvlakken, waarbij uitstekende delen tot maximaal 0,5 meter buiten beschouwing blijven;
2.2 de bouwhoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
2.3 de goothoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
2.4 de inhoud van een bouwwerk
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
2.5 de oppervlakte van een bouwwerk
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
2.6 het bebouwingspercentage
door projectie van de bebouwing in het bestemmingsvlak, tenzij anders in de regels is bepaald, de kelders en souterrains niet mee gerekend;
2.7 het bruto vloeroppervlak
wordt gemeten binnenwerks, met dien verstande dat de totale vloeroppervlakte ten dienste van kantoren en winkels, met inbegrip van de daarbij behorende magazijnen en overige dienstruimten worden opgeteld.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Agrarisch - Bollenteelt
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Agrarisch - Bollenteelt' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. de uitoefening van een bollenteeltbedrijf;
- b. het gebruik van gronden ten behoeve van de functie als genoemd onder a wordt uitgeoefend met in achtneming van het behoud, versterking en herstel van de voorkomende natuur-, landschaps- en cultuurhistorische waarden, in de vorm van:
- 1. bollenvelden;
- 2. grootschalige openheid;
- 3. kenmerkende landschapsstructuur;
- 4. natuur- en landschapselementen in de vorm van houtwallen en -singels;
- c. een paardenstal, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - paardenstal';
- d. wonen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' in de vorm van een bedrijfswoning;
- e. water;
- f. fiets- en voetpaden;
- g. geluidwerende voorzieningen;
- h. de bij deze bestemming behorende voorzieningen zoals toegangswegen, laad- en losvoorzieningen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen;
met daaraan ondergeschikt:
- i. aan huis verbonden beroepen en bedrijven;
- j. de in de navolgende tabel genoemde toegestane nevenfuncties met bijbehorend maximaal aantal m² aan bebouwing en gronden, die in gebruik mogen worden genomen ten dienste van de nevenfunctie.
nevenfunctie | maximaal aantal m² | |
gronden in gebruik voor nevenfunctie | bestaande bebouwing in gebruik voor nevenfunctie | |
verkoop-aan-huis van agrarische producten (eventueel be- of verwerkt) | 0 | 100 |
opslag en stalling van agrarische producten in de bestaande bebouwing | 0 | 500 |
agrarisch natuur- en landschapsbeheer | alle gronden | 100 |
bed & breakfast | 0 | maximaal 4 kamers en 8 bedden |
3.2 Bouwregels
3.3 Specifieke gebruiksregels
Voor de in het lid 3.1 genoemde gronden en bouwwerken gelden de volgende regels:
- a. het gebruik van afdekfolies is toegestaan;
- b. voor aan-huis-verbonden beroep en bedrijf geldt:
- 1. de vloeroppervlakte bedraagt ten hoogste 25% van de vloeroppervlakte van de betreffende woning inclusief bijgebouwen met een maximum van 40 m²;
- c. paardenbakken zijn niet toegestaan.
Artikel 4 Bos
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bos' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. het behoud, herstel en/of ontwikkeling van het landgoed en de aldaar voorkomende natuur-, ecologische en waterhuishoudkundige waarden, zoals bossen, andere houtopstanden, boomgroepen, tuinen, graslanden, waterlopen en paden;
- b. de instandhouding en ontwikkeling van ecologische verbindingszones tussen natuur- en natuurontwikkelingsgebieden;
- c. voorwerpen van beeldende kunst;
- d. in- en uitritten en parkeervoorzieningen ten behoeve van de woning op Gooweg 38;
- e. bijbehorende bouwwerken van de woning op Gooweg 38;
- f. een paardenstal, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - paardenstal'.
4.2 Bouwregels
4.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
- a. Op en onder de in 4.1 genoemde gronden is het verboden zonder of in afwijking van een vergunning van het college van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden uit te voeren:
- 1. het aanleggen van ondergrondse transport- of communicatieleidingen;
- 2. het uitvoeren van grondwerkzaamheden;
- 3. het (ver)graven of dempen van sloten, watergangen en open water;
- 4. het aanleggen, verbreden of verharden van paden en het aanbrengen van oppervlakteverhardingen;
- 5. het vellen en rooien van houtopstanden.
- b. Een omgevingsvergunning als bedoeld onder a is niet vereist voor de volgende werken en werkzaamheden:
- 1. het normaal onderhoud en beheer van het landgoed;
- 2. werken en werkzaamheden die reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van inwerkingtreding van dit plan.
- c. De omgevingsvergunning kan worden geweigerd indien door de werken of werkzaamheden, het belang van het aanwezige landgoed onevenredig wordt geschaad.
- d. Aan de omgevingsvergunning kunnen in het belang van het aanwezige landgoed voorschriften worden verbonden betreffende de verplichting tot het treffen van maatregelen waardoor het landgoed wordt beschermd en/of hersteld.
Artikel 5 Groen
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. groenvoorzieningen;
- b. voetpaden;
- c. water.
5.2 Bouwregels
Artikel 6 Natuur - 1
6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Natuur - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. natuur in de vorm van een ecologische verbindingszone;
- b. groenvoorzieningen;
- c. bruggen met bijbehorende fiets- en voetpaden;
- d. water.
6.2 Bouwregels
6.3 Specifieke gebruiksregels
Voor de in het lid 6.1 genoemde gronden en bouwwerken geldt de volgende regel:
- a. fiets- en voetpaden zijn uitsluitend toegestaan in de vorm van bruggen.
Artikel 7 Natuur - 2
7.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Natuur - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. natuur in de vorm van ecologische oevers;
- b. groenvoorzieningen;
- c. water.
7.2 Bouwregels
Artikel 8 Sport
8.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. sportvoorzieningen, met inbegrip van bijbehorende voorzieningen als kleedruimten, medische ruimten, bergruimten en kantines;
- b. in- en uitritten en aan de functie als bedoeld onder a gebonden parkeervoorzieningen;
- c. fiets- en voetpaden;
- d. nutsvoorzieningen;
- e. groenvoorzieningen;
- f. water.
8.2 Bouwregels
Artikel 9 Tuin
9.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. tuinen;
- b. groenvoorzieningen;
- c. fiets- en voetpaden;
- d. in- en uitritten en parkeervoorzieningen ten behoeve van de direct aangrenzende bestemming 'Wonen'.
9.2 Bouwregels
Artikel 10 Verkeer
10.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. verkeersareaal;
- b. een autoweg, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - autoweg';
- c. parkeervoorzieningen;
- d. pleinen;
- e. groenvoorzieningen;
- f. water;
- g. speelvoorzieningen;
- h. nutsvoorzieningen;
- i. voorwerpen van beeldende kunst.
10.2 Bouwregels
Artikel 11 Water
11.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. water;
- b. bruggen met bijbehorend verkeersareaal.
11.2 Bouwregels
Artikel 12 Wonen
12.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wonen, waaronder tevens zorgwonen is begrepen;
- b. aan huis verbonden beroepen en bedrijven;
- c. tuinen en erven;
- d. aan de functies als bedoeld onder a en b gebonden (ondergrondse) parkeervoorzieningen;
- e. bij de bestemming behorende voorzieningen waaronder groen, water en paden.
12.2 Bouwregels
12.3 Afwijken van de bouwregels
12.4 Specifieke gebruiksregels
Voor de in het lid 12.1 genoemde gronden en bouwwerken gelden de volgende regels:
- a. voor aan-huis-verbonden beroep en bedrijf geldt:
- 1. de woonfunctie blijft als hoofdfunctie gehandhaafd;
- 2. uitsluitend activiteiten worden uitgevoerd als bedoeld in categorie 1 en 2 van de bijlage 'Staatvan Bedrijfsactiviteiten' dan wel activiteiten die naar hun aard en omvang gelijk te stellen zijn aan de genoemde categorieën;
- 3. de bedrijfs/beroepsactiviteiten worden door de bewoner(s) uitgeoefend;
- 4. maximaal 1/3e deel van het totale oppervlak van de woning, inclusief bijbehorende bouwwerken, wordt gebruikt ten behoeve van de bedrijfs/beroepsactiviteiten, met een maximum van 50 m²;
- 5. lichtreclame is niet toegestaan;
- 6. horeca en/of detailhandel zijn niet toegestaan;
- 7. bed & breakfast en gastouderopvang zijn wel toegestaan;
- b. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor zelfstandige bewoning is niet toegestaan, met uitzondering van bijgebouwen die zijn gelegen binnen een bouwvlak.
Artikel 13 Woongebied - Uit Te Werken
13.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Woongebied - Uit te werken' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wonen, waaronder tevens zorgwonen is begrepen;
- b. aan huis verbonden beroepen en bedrijven;
- c. tuinen, erven en verhardingen;
- d. aan de functies als bedoeld onder a t/m b gebonden (ondergrondse) parkeervoorzieningen;
- e. bij de bestemming behorende voorzieningen waaronder groen, water en paden;
- f. verkeersareaal;
- g. pleinen;
- h. speelvoorzieningen;
- i. nutsvoorzieningen;
- j. voorwerpen van beeldende kunst.
13.2 Uitwerkingsregels
Het bevoegd gezag werkt het plan uit overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening en met in achtneming van de volgende regels:
13.3 Bouwregels
Artikel 14 Leiding - Gas
14.1 Bestemmingsomschrijving
De als 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, primair bestemd voor:
- a. het hebben en instandhouden van een gastransportleiding;
- b. het doen gebruiken van de onder a genoemde leiding voor transporteren van gas.
14.2 Bouwregels
14.3 Afwijken van de bouwregels
- a. Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd om in afwijking van het bouwverbod voor overige bouwwerken zoals bedoeld in lid 14.2.1 onder b van dit artikel een omgevingsvergunning te verlenen indien:
- 1. de veiligheid met betrekking tot de aanwezige gastransportleiding niet wordt geschaad door het realiseren van overige bouwwerken;
- 2. de realisatie van overige bouwwerken geen kwetsbaar object betreft.
- b. Voorafgaand aan de toepassing van de afwijkingsbevoegdheid als bedoeld onder a wint het college van burgemeester en wethouders advies in bij de betrokken netbeheerder(s) omtrent de voorgenomen afwijking en vraagt zij tevens aan de betrokken netbeheerder(s) om binnen een nader door het college van burgemeester en wethouders te bepalen redelijke termijn haar zienswijze kenbaar te maken.
14.4 Specifieke gebruiksregels
Onder strijdig gebruik wordt in elk geval verstaan:
- a. het opslaan van goederen;
- b. het wijzigen van het gebruik van bestaande gebouwen, indien daardoor sprake zal zijn van een kwetsbaar object.
14.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
- a. Op en onder de in 14.1 genoemde gronden is het verboden zonder of in afwijking van een vergunning van het college van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden uit te voeren:
- 1. het aanbrengen van hoogopgaande en/of diepwortelende beplanting dan wel het rooien van diepwortelende beplantingen en bomen;
- 2. het wijzigen van het maaiveldniveau door ontgronding of ophoging;
- 3. het verrichten van graafwerkzaamheden;
- 4. het uitvoeren van grondbewerkingen, waartoe worden gerekend, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen, ophogen en aanleggen van drainage;
- 5. het aanbrengen van gesloten verhardingen dan wel het aanleggen van wegen of paden;
- 6. het indrijven van voorwerpen in de bodem;
- 7. het aanbrengen van waterlopen of het vergraven of verruimen van bestaande waterlopen.
- b. Een omgevingsvergunning als bedoeld onder a is niet vereist voor de volgende werken en werkzaamheden:
- 1. het normaal onderhoud en beheer;
- 2. werken en werkzaamheden die reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van inwerkingtreding van dit plan.
- c. De omgevingsvergunning kan worden geweigerd indien door de werken of werkzaamheden, het belang ten aanzien van de aanwezige gastransportleiding onevenredig wordt geschaad.
- d. Aan de omgevingsvergunning kunnen in het belang van de aanwezige gastransportleiding de volgende voorschriften worden verbonden:
- 1. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor de gastransportleiding wordt beschermd.
- e. Alvorens over te gaan tot de verlening van een vergunning als bedoeld onder a wint het college van burgemeester en wethouders advies in bij de betrokken netbeheerder(s).
Artikel 15 Leiding - Hoogspanning
15.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Leiding - Hoogspanning' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, primair bestemd voor hoogspanningsleidingen met de daarbij behorende beschermingszone aan weerszijden uit het hart van de kabel.
15.2 Bouwregels
15.3 Afwijken van de bouwregels
- a. Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd om in afwijking van het bouwverbod voor overige bouwwerken zoals bedoeld in lid 15.2.1 onder b van dit artikel een omgevingsvergunning te verlenen indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de hoogspanningsleidingen als bedoeld in lid 15.1.
- b. Voorafgaand aan de toepassing van de afwijkingsbevoegdheid als bedoeld onder a wint het college van burgemeester en wethouders advies in bij de betrokken leidingbeheerder(s) omtrent de voorgenomen afwijking en vraagt zij tevens aan de betrokken leidingbeheerder(s) om binnen een nader door het college van burgemeester en wethouders te bepalen redelijke termijn haar zienswijze kenbaar te maken.
15.4 Specifieke gebruiksregels
15.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
- a. Op en onder de in 15.1 genoemde gronden is het verboden zonder of in afwijking van een vergunning van het college van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden uit te voeren:
- 1. het veranderen van het huidige maaiveldniveau door ontginnen, bodemverlagen of afgraven, dieper dan 1 m onder peil;
- 2. het aanbrengen van diepwortelende beplantingen en/of bomen, dieper dan 1 m onder peil;
- 3. het uitvoeren van heiwerkzaamheden en het op een of ander wijze indrijven van voorwerpen;
- 4. diepploegen, dieper dan 1 m onder peil;
- 5. het aanleggen van andere kabels en leidingen dan in de bestemmingsomschrijving aangegeven, en daarmee verband houdende constructies, dieper dan 1 m onder peil;
- 6. het aanleggen van watergangen of het vergraven, verruimen of dempen van reeds bestaande watergangen, dieper dan 1 m onder peil;
- 7. het aanbrengen van verhardingen.
- b. Een omgevingsvergunning als bedoeld onder a is niet vereist voor de volgende werken en werkzaamheden:
- 1. het normaal onderhoud en beheer;
- 2. werken en werkzaamheden die reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van inwerkingtreding van dit plan;
- 3. werken en werkzaamheden die mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning;
- 4. werken en werkzaamheden die plaatsvinden voordat de hoogspanningsleidingen als bedoeld in lid 15.1 worden aangelegd;
- c. De omgevingsvergunning kan worden geweigerd indien door de werken of werkzaamheden een onevenredige aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de hoogspanningsleidingen als bedoeld in lid 15.1;
- d. Alvorens over te gaan tot de verlening van een vergunning als bedoeld onder a wint het college van burgemeester en wethouders advies in bij de betrokken leidingbeheerder.
Artikel 16 Leiding - Water
16.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Leiding - Water' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, primair bestemd voor waterleidingen met de daarbij behorende beschermingszone aan weerszijden uit het hart van de leiding.
16.2 Bouwregels
16.3 Afwijken van de bouwregels
- a. Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd om in afwijking van het bouwverbod voor overige bouwwerken zoals bedoeld in lid 16.2.1 onder b van dit artikel een omgevingsvergunning te verlenen indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de waterleidingen als bedoeld in lid 16.1.
- b. Voorafgaand aan de toepassing van de afwijkingsbevoegdheid als bedoeld onder a wint het college van burgemeester en wethouders advies in bij de betrokken leidingbeheerder(s) omtrent de voorgenomen afwijking en vraagt zij tevens aan de betrokken leidingbeheerder(s) om binnen een nader door het college van burgemeester en wethouders te bepalen redelijke termijn haar zienswijze kenbaar te maken.
16.4 Specifieke gebruiksregels
16.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
- a. Op en onder de in 16.1 genoemde gronden is het verboden zonder of in afwijking van een vergunning van het college van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden uit te voeren:
- 1. het veranderen van het huidige maaiveldniveau door ontginnen, bodemverlagen of afgraven, dieper dan 1 m onder peil;
- 2. het aanbrengen van diepwortelende beplantingen en/of bomen, dieper dan 1 m onder peil;
- 3. het uitvoeren van heiwerkzaamheden en het op een of ander wijze indrijven van voorwerpen;
- 4. diepploegen, dieper dan 1 m onder peil;
- 5. het aanleggen van andere kabels en leidingen dan in de bestemmingsomschrijving aangegeven, en daarmee verband houdende constructies, dieper dan 1 m onder peil;
- 6. het aanleggen van watergangen of het vergraven, verruimen of dempen van reeds bestaande watergangen, dieper dan 1 m onder peil;
- 7. het aanbrengen van verhardingen.
- b. Een omgevingsvergunning als bedoeld onder a is niet vereist voor de volgende werken en werkzaamheden:
- 1. het normaal onderhoud en beheer;
- 2. werken en werkzaamheden die reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van inwerkingtreding van dit plan;
- 3. werken en werkzaamheden die mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning;
- 4. werken en werkzaamheden die plaatsvinden voordat de hoogspanningsleidingen als bedoeld in lid 16.1 worden aangelegd;
- c. De omgevingsvergunning kan worden geweigerd indien door de werken of werkzaamheden een onevenredige aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de waterleidingen als bedoeld in lid 16.1;
- d. Alvorens over te gaan tot de verlening van een vergunning als bedoeld onder a wint het college van burgemeester en wethouders advies in bij de betrokken leidingbeheerder.
Artikel 17 Waarde - Archeologie - 1
17.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie - 1' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, primair bestemd voor de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden.
17.2 Bouwregels
17.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
17.4 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 18 Waarde - Archeologie - 2
18.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie - 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, primair bestemd voor de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden.
18.2 Bouwregels
18.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
18.4 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 19 Waarde - Archeologie - 3
19.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie - 3' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, primair bestemd voor de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden.
19.2 Bouwregels
19.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
19.4 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 20 Waarde - Archeologie - 4
20.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie - 4' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, primair bestemd voor de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden.
20.2 Bouwregels
20.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
20.4 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 21 Waarde - Archeologie - 5
21.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie - 5' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, primair bestemd voor de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden.
21.2 Bouwregels
21.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
21.4 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 22 Waarde - Natuur Natuurnetwerk Nederland
22.1 Bestemmingsomschrijving
De als 'Waarde - Natuur Natuurnetwerk Nederland' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, primair bestemd voor de instandhouding en ontwikkeling van de wezenlijke kenmerken en waarden van het Natuurnetwerk Nederland, met in achtneming van het bepaalde in artikel 30.2.
22.2 Bouwregels
Op en onder de in lid 22.1 genoemde gronden mag slechts worden gebouwd ten behoeve van het Natuurnetwerk Nederland en de aldaar genoemde medebestemming.
22.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
- a. Op en onder de in 22.1 genoemde gronden met de enkelbestemmingen 'Bos', 'Sport' en 'Verkeer' is het verboden zonder of in afwijking van een vergunning van het college van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden uit te voeren:
- 1. het aanleggen van ondergrondse transport- of communicatieleidingen;
- 2. het uitvoeren van grondwerkzaamheden;
- 3. het (ver)graven of dempen van sloten, watergangen en open water;
- 4. het aanleggen, verbreden of verharden van paden en het aanbrengen van oppervlakteverhardingen voor een calamiteitenroute mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de aanwezige natuurwaarden;
- 5. het vellen en rooien van houtopstanden.
- b. Een omgevingsvergunning als bedoeld onder a is niet vereist voor de volgende werken en werkzaamheden:
- 1. het normaal onderhoud en beheer van het Natuurwerk Nederland;
- 2. werken en werkzaamheden die reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van inwerkingtreding van dit plan.
- c. De omgevingsvergunning kan worden geweigerd indien door de werken of werkzaamheden, het belang van het Natuurnetwerk Nederland onevenredig wordt geschaad;
- d. Aan de omgevingsvergunning kunnen in het belang van het Natuurnetwerk Nederland voorschriften worden verbonden betreffende de verplichting tot het treffen van maatregelen waardoor het Natuurnetwerk Nederland wordt beschermd en/of hersteld.
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 23 Antidubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 24 Algemene Bouwregels
24.1 Ondergeschikte bouwdelen
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen binnen bouw- en bestemmingsgrenzen en bij de bepaling het bebouwde oppervlakte worden ondergeschikte bouwdelen van bouwwerken, zoals plinten, pilasters, luifels, kozijnen, gevelversieringen, brandtrappen, ventilatiekanalen, uitspringende schoorsteenwanden, gevel- en kroonlijsten, overstekende daken en daarmee gelijk te stellen onderdelen waarvan de overschrijding van de bouwgrens of de bestemmingsgrens niet meer bedraagt dan 1,5 meter, buiten beschouwing gelaten.
24.2 Bestaande bebouwing
- a. Voor een bouwwerk, dat bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden en dat in het plan ingevolge de bestemming is toegelaten, maar waarvan de bestaande afmetingen en afstandsmaten afwijken van de in Hoofdstuk 2 opgenomen bouwregels van de betreffende bestemming, geldt dat:
- 1. indien de bestaande afmetingen groter zijn dan de genoemde afmetingen, de afmetingen van de bestaande bouwwerken de maximale afmetingen zijn;
- 2. indien de bestaande afstandsmaten kleiner zijn dan de genoemde afstandsmaten, de afstandsmaten van de bestaande bebouwing de minimale afmetingen zijn;
- b. In geval van herbouw is hetgeen vermeld in lid 24.2 onder a sub 1 en 2 uitsluitend van toepassing, indien de herbouw op dezelfde plaats plaatsvindt;
- c. Op een bouwwerk als hiervoor bedoeld, is het Overgangsrecht bouwwerken als opgenomen in dit plan niet van toepassing.
Artikel 25 Algemene Gebruiksregels
25.1 Strijdig gebruik
Onder strijdig gebruik wordt in elk geval verstaan:
- a. een gebruik van gronden als stort- en/of opslagplaats van grond en/of afval, met uitzondering van een zodanig gebruik voor het normale op de bestemming gerichte gebruik en onderhoud;
- b. een gebruik van gronden als stallings- en/of opslagplaats van één of meer aan het gebruik onttrokken machines, voer-, vaar- of vliegtuigen, met uitzondering van een zodanig gebruik voor het normale op de bestemming gerichte gebruik en onderhoud;
- c. een gebruik van gronden en bouwwerken voor een seksinrichting dan wel ten behoeve van prostitutiebedrijf;
- d. een gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van een automatenhal, voor zover niet anders bepaald;
- e. een gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijfsmatige vuurwerkopslag.
Artikel 26 Algemene Aanduidingsregels
26.1 Gebiedsaanduiding veiligheidszone - invloedsgebied'
Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'veiligheidszone - invloedsgebied' mogen geen kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten zoals bedoeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen, waaronder in ieder geval zijn begrepen woningen, worden gebouwd.
26.2 Gebiedsaanduiding 'overige zone - landgoed'
Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone - landgoed' zijn de gronden mede bestemd voor:
- a. instandhouding van de ter plaatse voorkomende cultuurhistorische waarden en elementen, welke met name bestaan uit:
- 1. de groenstructuur, paden en lanen,
- 2. cultuurhistorisch waardevolle gebouwen, zoals landhuizen en bijbehorende gebouwen, zoals koetshuizen,
- 3. waterpartijen, en
- 4. beeldende kunstwerken en andere bijzondere landschappelijke en bebouwingselementen;
- b. bij het landgoed behorende parkeervoorzieningen.
Artikel 27 Algemene Afwijkingsregels
27.1 Algemeen
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met een omgevingsvergunning af te wijken van:
- a. de gegeven maten, afmetingen en percentages tot niet meer dan 10% van die maten, afmetingen en percentages, behoudens de hoogtematen zoals bedoeld in artikel 13.2.2 onder e;
- b. de bouwregels en toestaan dat bouwgrenzen worden overschreden met maximaal 2 meter, indien een meetverschil daartoe aanleiding geeft;
- c. de bouwregels en toestaan dat bouwgrenzen worden overschreden met maximaal 1,5 meter ten behoeve van balkons;
- d. de bouwregels ten aanzien van de (bouw)hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en toestaan dat de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van zend-, ontvang- en/of sirenemasten, wordt vergroot tot niet meer dan 40 meter;
- e. de bouw van niet voor bewoning bestemde gebouwen en andere bouwwerken met een inhoud van ten hoogste 30 m² en een bouwhoogte van niet meer dan 3 meter (ten dienste van het openbaar nut), zoals schakelhuisjes, transformatorhuisjes, abri's, telefooncellen, muurtjes, standbeelden en straatmeubilair.
27.2 Randvoorwaarden toepassing omgevingsvergunning voor afwijken
Burgemeester en wethouders verlenen slechts medewerking aan een omgevingsvergunning voor het afwijken mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:
- a. het straat- en bebouwingsbeeld;
- b. de woonsituatie;
- c. de milieusituatie;
- d. de verkeersveiligheid;
- e. de sociale veiligheid;
- f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
- g. geen onevenredige afbreuk mag worden gedaan aan de situatie ten aanzien van externe veiligheid.
Artikel 28 Algemene Wijzigingsregels
Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening het bestemmingsplan te wijzigen, in die zin, dat:
Artikel 29 Algemene Procedureregels
In het kader van de voorbereiding tot een besluit tot uitwerking ex artikel 3.9a van de Wet ruimtelijke ordening wordt het ontwerp uitwerkingsplan ter afstemming aan Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland toegezonden.
Artikel 30 Overige Regels
30.1 Verwijzing naar andere wetgeving
Waar in de regels wordt verwezen naar andere wettelijke regelingen of verordeningen, wordt geduid op die regelingen en/of verordeningen, zoals zij luiden op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van dit bestemmingsplan, tenzij in het bestemmingsplan anders is bepaald.
30.2 Voorrangsregeling
Voor zover de in het bestemmingsplan aangegeven dubbelbestemming geheel of gedeeltelijk samenvalt met andere bestemmingen gelden:
- a. in de eerste plaats de regels in artikel 17 'Waarde - Archeologie - 1';
- b. in de tweede plaats de regels in artikel 14 'Leiding - Gas';
- c. in de derde plaats de regels in artikel 15 'Leiding - Hoogspanning';
- d. in de vierde plaats de regels in artikel 16 'Leiding - Water';
- e. in de vijfde plaats de regels in artikel 22 'Waarde - Natuur Natuurnetwerk Nederland';
- f. in de zesde plaats de regels in de medebestemming (Hoofdstuk 2).
30.3 Parkeren
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 31 Overgangsrecht
31.1 Overgangsrecht bouwwerken
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
- a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
31.2 Afwijken
Het college van burgemeester en wethouders kan eenmalig in afwijking van lid 31.1 een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in lid 31.1 met maximaal 10%.
31.3 Uitzondering op het overgangsrecht bouwwerken
Lid 31.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
31.4 Overgangsrecht gebruik
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
31.5 Strijdig gebruik
Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in lid 31.4, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
31.6 Strijdig gebruik
Indien het gebruik, bedoeld in lid 31.4, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
31.7 Uitzondering op het overgangsrecht gebruik
Lid 31.4 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 32 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan Bronsgeest 2021 (Herstelbesluit).
Bijlage 1 Staat Van Bedrijfsactiviteiten
Bijlage 1 Staat van Bedrijfsactiviteiten
Bijlage 1 Verkeersonderzoek
Bijlage 2 Akoestisch Onderzoek Wegverkeerslawaai
Bijlage 2 Akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai
Bijlage 3 Onderzoek Geluideffecten Bestaande Woningen
Bijlage 3 Onderzoek geluideffecten bestaande woningen
Bijlage 4 Onderzoek Agrarische Activiteiten
Bijlage 4 Onderzoek agrarische activiteiten
Bijlage 5 Milieuhygiënisch Vooronderzoek En Verkennend Bodemonderzoek
Bijlage 5 Milieuhygiënisch vooronderzoek en verkennend bodemonderzoek
Bijlage 6 Milieuhygiënisch Vooronderzoek (Actualisatie)
Bijlage 6 Milieuhygiënisch vooronderzoek (actualisatie)
Bijlage 7 Waterbodemonderzoek
Bijlage 8 Onderzoek Externe Veiligheid
Bijlage 8 Onderzoek externe veiligheid
Bijlage 9 Advies Veiligheidsregio
Bijlage 9 Advies veiligheidsregio
Bijlage 10 Quick Scan Ecologie
Bijlage 10 Quick scan ecologie
Bijlage 11 Afdoend Onderzoek Ecologie
Bijlage 11 Afdoend onderzoek ecologie
Bijlage 12 Onderzoek Stikstofdepositie
Bijlage 12 Onderzoek stikstofdepositie
Bijlage 13 Raadsbesluit Vaststelling Bestemmingsplan D.d. 22 Februari 2022
Bijlage 13 Raadsbesluit vaststelling bestemmingsplan d.d. 22 februari 2022