Landgoed Sancta Maria
Bestemmingsplan - gemeente Noordwijk
Vastgesteld op 10-09-2015 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
1.1 plan
het bestemmingsplan Landgoed Sancta Maria met identificatienummer NL.IMRO.0575.BPLgSanctaMaria-VA01 van de gemeente Noordwijk.
1.2 bestemmingsplan
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
1.3 aanduiding
een geometrisch bepaald vlak of een figuur, waar gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
1.4 aanduidingsgrens
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
1.5 aan-huis-verbonden beroep en bedrijf
een beroep of bedrijf, dat door de bewoner in of bij de woning wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat de ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is.
1.6 achtererfgebied
erf aan de achterkant en de niet naar openbaar toegankelijk gebied gekeerde zijkant, op meer dan 1 m van de voorkant, van het hoofdgebouw.
1.7 achtergevel
de van de weg, waarop het betrokken gebouw is georiënteerd, afgekeerde gevel van een hoofdgebouw.
1.8 agrarisch bedrijf
een bedrijf, gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren, nader te onderscheiden in:
- a. akker- en vollegrondstuinbouw: de teelt van gewassen op open grond, daaronder niet begrepen sier-, fruit- en bollenteelt;
- b. bollenteelt:
- 1. de teelt van bloembollen, bolbloemen en knolgewassen;
- 2. de teelt van snijbloemen en van vergelijkbare laag blijvende eenjarige en vastbloeiende tuinplanten;
- 3. de teelt van vollegronds tuinbouwproducten als eenjarige wisselteelt; niet zijnde sierteelt, boomkwekerij/-teelt, fruitteelt en bosbouw;
- 4. broeierijen als onderdeel van een grondgebonden bollenteeltbedrijf;
- c. boomkwekerij/-teelt: de teelt van bomen als dan niet gecombineerd met de verhandeling daarvan;
- d. bosbouw: de teelt van bomen ten behoeve van de houtproductie;
- e. fruitteelt: de teelt van fruit op open grond;
- f. gemengd teeltbedrijf: een bedrijf dat in gelijke mate zowel gericht is op het duurzaam en intensief telen van bloembollen, bolbloemen, snijbloemen en van vergelijkbare laagblijvende eenjarige en vastbloeiende tuinplanten in zowel de volle grond als onder glas, alsmede van vollegronds tuinbouwproducten als eenjarige wisselteelt en dat ten minste 3.000 m² glas duurzaam in gebruik heeft;
- g. grondgebonden veehouderij: het houden van melk- en ander vee (nagenoeg) geheel op open grond, waaronder ook begrepen het fokken van paarden en het houden van geiten en schapen;
- h. glastuinbouw: de teelt van gewassen (nagenoeg) geheel met behulp van kassen;
- i. intensieve kwekerij: de teelt van gewassen of dieren (anders dan bij wijze van intensieve veehouderij) (nagenoeg) zonder gebruik te maken van daglicht;
- j. intensieve veehouderij: de teelt van slacht-, fok-, leg- of pelsdieren in gebouwen en (nagenoeg) zonder weidegang, waarbij de teelt niet afhankelijk is van de agrarische grond als productiemiddel;
- k. sierteelt: de teelt van wintergroene siergewassen, alsmede sierstruiken en sierbomen.
1.9 ander bouwwerk
een bouwwerk, geen gebouw zijnde.
1.10 antenne-installatie
een installatie bestaande uit een antenne, een antennedrager, de bedrading en de al dan niet in een techniekkast opgenomen apparatuur, met de daarbij behorende bevestigingsconstructie.
1.11 archeologische waarde
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de in dat gebied voorkomende overblijfselen uit oude tijden.
1.12 bebouwing
een of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
1.13 bed & breakfast
een voorziening gericht op het – binnen een woning en door de bewoner – bieden van de mogelijkheid tot overnachting en het serveren van ontbijt als ondergeschikte toeristisch-recreatieve activiteit aan maximaal 4 personen.
1.14 bedrijf
een onderneming gericht op het produceren, bewerken, herstellen, installeren, inzamelen, verwerken, verhuren, opslaan en/of distribueren van goederen.
1.15 bedrijfsvloeroppervlakte
de totale vloeroppervlakte van een kantoor, winkel of bedrijf met inbegrip van de daartoe behorende magazijnen en overige dienstruimten.
1.16 bestemmingsgrens
de grens van een bestemmingsvlak.
1.17 bestemmingsvlak
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
1.18 bestaand
de situering dan wel gebruik zoals deze bestaat ten tijde van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan.
1.19 bevoegd gezag
het bevoegd gezag zoals bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
1.20 bos
een vegetatie die voornamelijk uit bomen bestaat met de daarbij behorende ondergroei van planten en struiken waarbij de instandhouding van landschappelijke waarden wordt nagestreefd. De kruidlaag is de laag planten tot 135 cm hoog, de struiklaag is een laag planten tot 800 cm hoog en daarboven wordt over een bomenlaag gesproken.
1.21 boskavel
een bouwperceel waarop een woning wordt gepositioneerd met bomen.
1.22 bouwen
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.
1.23 bouwgrens
de grens van een bouwvlak.
1.24 bouwlaag
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren is begrensd, bijzondere bouwlagen niet inbegrepen.
1.25 bouwperceel
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge deze regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
1.26 bouwperceelgrens
een grens van een bouwperceel.
1.27 bouwvlak
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.
1.28 bouwwerk
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
1.29 bijbehorend bouwwerk
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouwd en met de aarde verbonden bouwwerk met een dak.
1.30 bijgebouw
een bijbehorend bouwwerk, zijnde een bij het hoofdgebouw behorend gebouw, welke wat betreft afmetingen en functie ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
1.31 bijzondere bouwlaag
kelders, souterrains, kappen en dakopbouwen, niet zijnde geschikt voor zelfstandige bewoning.
1.32 dakkapel
een constructie ter vergroting van een gebouw, die zich tussen de dakgoot en de nok van een dakvlak bevindt, waarbij deze constructie onder de noklijn is gelegen en de onderzijde van de constructie in het dakvlak is geplaatst.
1.33 dakopbouw
een bijzondere bouwlaag waarvan het vloeroppervlak ten hoogste 95% van het vloeroppervlak van de direct daaronder gelegen bouwlaag omvat.
1.34 detailhandel
het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
1.35 dienstverlening
een bedrijfsmatige activiteit gericht op het verlenen van economische diensten aan bedrijven en/of personen met rechtstreeks contact met het publiek (baliefunctie), waaronder kapperszaken, schoonheidsinstituten, fotostudio's, reisbureaus, makelaardijen, uitzendbureaus, schoenmakers, fietsenmakers en naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijven en inrichtingen, niet zijnde garagebedrijven, kantoor, detailhandel, horeca en/of seksinrichtingen.
1.36 erf
een al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, en voor zover het bestemmingsplan deze inrichting niet verbiedt.
1.37 erker
een bijbehorend bouwwerk, zijnde een bouwlaag die direct aan de voorgevel van de hoofdbebouwing is gebouwd.
1.38 gastouderopvang
een vorm van kinderopvang die met behoud van de woonfunctie door een bewoner van een woning wordt uitgeoefend en die voorziet in het verstrekken van kinderopvang voor maximaal 6 kinderen tegelijkertijd.
1.39 gebouw
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
1.40 half verdiept parkeren
parkeren dat plaatsvindt in parkeervoorzieningen die gedeeltelijk onder maaiveld zijn gelegen en die overdekt zijn.
1.41 hoofdgebouw
gebouw of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.
1.42 horeca
een bedrijf waarvan de activiteiten in hoofdzaak gericht zijn op het verstrekken van nachtverblijf, op het verstrekken en/of ter plaatse te laten nuttigen van voedsel en/of dranken en/of het exploiteren van zaalaccommodatie waarbij de volgende specifieke vormen onder horeca worden begrepen:
- 1. categorie 1 daghoreca: een bedrijf dat ondersteunend is aan en qua openingstijden in het algemeen vergelijkbaar is met detailhandelsvestigingen en waarvan de activiteiten in hoofdzaak bestaan uit het verstrekken c.q. snel serveren van kleinere maaltijden, broodjes, hapjes, ijs, gebak en dranken, met uitzondering van alcoholische dranken;
- 2. categorie 2 restaurant/cafetaria: een bedrijf, waarvan de activiteiten in hoofdzaak bestaan uit het verstrekken van maaltijden voor gebruik ter plaatse en waarbij het verstrekken van dranken (daaraan) ondergeschikt is;
- 3. categorie 3 café/bar: een zelfstandige, niet geheel of gedeeltelijk deel uitmakende van een hotel, restaurant of zaalaccommodatie voorkomend bedrijf, waarvan de activiteiten in hoofdzaak bestaan uit het verstrekken van dranken voor gebruik ter plaatse en waar het verstrekken van maaltijden daaraan ondergeschikt is;
- 4. categorie 4 bar-dancing of dancing (discotheek): een zelfstandige, niet geheel of gedeeltelijk deel uitmakend van een hotel, restaurant of zaalaccommodatie voorkomend bedrijf waarvan de activiteiten in hoofdzaak bestaan uit het verstrekken van dranken voor gebruik ter plaatse waarbij gelegenheid wordt geboden tot dansen, met een in het algemeen hoge bezoekersfrequentie gedurende de avond en de nacht, waarbij de bedrijvigheid zich binnen de grenzen van de lokaliteit voltrekt;
- 5. categorie 5 zaalaccommodatie: een bedrijf, waarvan de activiteiten in hoofdzaak bestaan uit het bieden van gelegenheid tot het houden van bruiloften en partijen, alsmede tot het houden van congressen, conferenties en andere vergaderingen en waarbij het verstrekken van voedsel en dranken (daaraan) ondergeschikt is;
- 6. categorie 6 hotel: een bedrijf, waarvan de activiteiten in hoofdzaak bestaan uit het verstrekken van nachtverblijf en eventueel het exploiteren van zaalaccommodatie en waarbij het verstrekken van voedsel en dranken (daaraan) ondergeschikt is;
- 7. categorie 7: appartementenhotel: een hotel uitsluitend bestaande uit vakantiewoningen met een eigen dan wel gedeelde keuken en badkamer en één of meerdere slaapkamers. Deze vorm van horeca is een verbijzondering van horeca categorie 6.
Onder horeca wordt niet begrepen kamerbewoning/logiesverblijf.
1.43 kantoor
een ruimte welke door haar indeling en inrichting is bestemd om uitsluitend te worden gebruikt voor administratieve en daarmee gelijk te stellen werkzaamheden.
1.44 landschapswaarde
de aan een gebied toegekende waarde met betrekking tot het waarneembare deel van de aardoppervlakte, die wordt bepaald door de herkenbaarheid en de identiteit van de onderlinge samenhang tussen levende en niet-levende natuur.
1.45 maaiveld
de bovenkant van het terrein dat een bouwwerk omgeeft.
1.46 maatschappelijke voorzieningen
voorzieningen inzake welzijn, volksgezondheid, kinderopvang, cultuur, religie, sport, onderwijs en daarmee gelijk te stellen voorzieningen.
1.47 maatvoeringsvlak
een geometrisch bepaald vlak waarbinnen eenzelfde maximum bouwhoogte en goothoogte, aantal woningen en/of bebouwingspercentage geldt.
1.48 natuurwaarde
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de aanwezige flora en fauna.
1.49 NEN
door de Stichting Nederlands Normalisatie-instituut uitgegeven norm, zoals deze luidde op het moment van vaststelling van het plan.
1.50 nutsvoorzieningen
gebouwen of bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de waterhuishouding zoals een rioolgemaal of bergbezinkbassin, de distributie van gas, water, elektra, telematische diensten, voorzieningen ten behoeve van openbaar vervoer en vergelijkbare doeleinden.
1.51 onderkomen
voor verblijf geschikte, al na niet aan hun bestemming onttrokken of in het ongerede geraakte voertuigen en vaartuigen, woonschepen of arken, caravans, tentwagens en kampeerauto's voor zover deze niet als bouwwerken zijn aan te merken, alsook tenten.
1.52 open zone
een gebied op een boskavel zonder bos, waaronder in ieder geval begrepen de woning met de daarbijbehorende voorzieningen zoals bijbehorend bouwwerk, tuinen, tennisbanen, zwembaden, parkeervoorzieningen, paden en ontsluitingswegen.
1.53 overig bouwwerk
een bouwkundige constructie van enige omvang, geen gebouw zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
1.54 overkapping
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voorzien van een dak.
1.55 peil
- a. voor gebouwen die onmiddellijk aan de weg grenzen: de hoogte van die weg;
- b. in andere gevallen en voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld;
- c. met dien verstande dat het peil als bedoeld onder a en b nooit meer bedraagt dan +1,8 m NAP.
1.56 praktijkruimte
een gebouw of een gedeelte daarvan, dat dient voor het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, architectonisch, kunstzinnig, juridisch, medisch, paramedisch, therapeutisch of een daarmee naar aard gelijk te stellen gebied.
1.57 prostitutiebedrijf
een bedrijf waar prostitutie het hoofdbestanddeel van de activiteiten vormt.
1.58 seksinrichting
een gebouw of een gedeelte van een gebouw waarin handelingen en/of voorstellingen plaatsvinden van erotische en/of pornografische aard. Hieronder worden mede begrepen een seksbioscoop, -theater, -automatenhal en -winkel.
1.59 Staat van Bedrijfsactiviteiten
de Staat van Bedrijfsactiviteiten die van deze regels deel uitmaakt.
1.60 voorerfgebied
een erf dat geen onderdeel is van het achtererfgebied.
1.61 voorgevel
de gevel van het hoofdgebouw die door zijn aard, functie, constructie of uitstraling als belangrijkste gevel kan worden aangemerkt.
1.62 voorgevellijn
een denkbeeldige lijn die strak loopt langs de voorgevel tot aan de perceelsgrenzen.
1.63 werkatelier
een werkplaats, bijvoorbeeld voor beeldend kunst.
1.64 woning
een gebouw of een gedeelte daarvan bevattende een complex van ruimten, dat blijkens zijn aard en indeling geschikt is om door één of meer personen permanent te worden bewoond.
1.65 zijerfgebied
de gronden die behoren bij het hoofdgebouw en gelegen zijn aan de zijkant(en) van dat hoofdgebouw tussen de denkbeeldige lijnen in het verlengde van de voor- en achtergevel.
Artikel 2 Wijze Van Meten
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.1 afstand
de afstand tussen bouwwerken onderling alsmede de afstand van bouwwerken tot perceelsgrenzen of bestemmingsgrenzen wordt daar gemeten waar deze afstand het kleinst is, tussen of vanaf de buitenwerkse gevelvlakken, waarbij uitstekende delen tot maximaal 0,5 m buiten beschouwing blijven.
2.2 bebouwde oppervlakte
bebouwbaar oppervlak van de begane grond van woningen inclusief bijbehorend bouwwerk (exclusief vergunningsvrije bouwwerken).
2.3 bouwhoogte van een antenne-installatie
- a. ingeval van een vrijstaande (schotel)antenne-installatie: tussen het peil en het hoogste punt van de (schotel)antenne-installatie;
- b. ingeval van een op of aan een bouwwerk gebouwde (schotel)antenne-installatie: tussen de voet van de (schotel)antenne-installatie en het hoogste punt van de (schotel)antenne-installatie.
2.4 bouwhoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
2.5 goothoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
2.6 inhoud van een bouwwerk
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
2.7 oppervlakte van een bouwwerk
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
2.8 bouwdiepte van een gebouw
door meting vanaf de buitenkant van de voorgevel tot de buitenkant van de oorspronkelijke achtergevel van het desbetreffende gebouw, met dien verstande dat waar de gevels niet evenwijdig lopen of verspringen deze diepte gemeten wordt tussen de meest ver naar voren en naar achter liggende punten.
2.9 breedte van een bouwwerk
van en tot de buitenkant van een zijgevel (en/of het hart van de scheidingsmuren), met dien verstande dat wanneer de zijgevels niet evenwijdig lopen of verspringen, het gemiddelde wordt genomen van de kleinste en de grootste breedte.
2.10 dakvoet
het laagste punt van een schuin dak.
2.11 vloeroppervlakte
de gebruiksoppervlakte volgens NEN2580.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Agrarisch Met Waarden - Natuur En Landschapswaarden
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Agrarisch met waarden - Natuur en landschapswaarden' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. agrarische bedrijven, zoals bedoeld in artikel 1.8 onder g;
- b. het behoud en de versterking van de landschappelijke en natuurwaarden, in het bijzonder ter plaatse van de aanduiding 'natuur';
- c. bij deze bestemming voorzieningen zoals wegen, nutsvoorzieningen, groenvoorzieningen en water ten behoeve van wateraanvoer en -afvoer, waterberging en sierwater.
3.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
- a. op deze gronden worden uitsluitend overig bouwwerk gebouwd;
- b. de bouwhoogte van overig bouwwerk bedraagt ten hoogste 2 m.
3.3 Specifieke gebruiksregels
Ten aanzien van het gebruik geldt dat ter plaatse van de aanduiding 'natuur':
- a. het injecteren van mest niet is toegestaan;
- b. agrarisch gebruik is niet (meer) toegestaan indien de gronden gedurende een aaneengesloten periode van 1 jaar of langer niet meer ten behoeve van agrarisch gebruik zijn aangewend.
3.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
3.5 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders kunnen ten behoeve van de versterking van de landschaps- en natuurwaarden de bestemming wijzigen in 'Natuur' indien het gebruik van de gronden ten behoeve van een agrarisch bedrijf is beëindigd.
Artikel 4 Bedrijf
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening': nutsvoorzieningen;
- b. ter plaatse van de aanduiding 'gemaal': een gemaal, met een maximum oppervlak van 100 m2.
4.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
- a. de goothoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding 'maximum goothoogte (m)' aangegeven goothoogte;
- b. de bouwhoogte van overig bouwwerk bedraagt ten hoogste 4 m.
Artikel 5 Bos
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bos' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. behoud en instandhouding van bos;
- b. water;
- c. het behoud en de versterking van de landschappelijke en natuurwaarden;
- d. toegangswegen met een breedte van ten minste 4,5 m ten behoeve van de ontsluiting van aangrenzende bestemmingen;
- e. voorzieningen ten behoeve van een toegangspoort;
- f. bijbehorende voorzieningen zoals voet- en fietspaden en nutsvoorzieningen.
5.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
- a. op deze gronden worden uitsluitend overig bouwwerk gebouwd;
- b. de bouwhoogte van overig bouwwerk bedraagt:
overige bouwwerken | maximum bouwhoogte (m) |
terreinafscheidingen | 2 |
lichtmasten | 6 |
tuinmeubilair | 2 |
toegangspoort en penanten | 4 |
andere overige bouwwerken | 3 |
5.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 6 Bos - Wonen
6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bos - Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. de instandhouding en ontwikkeling van bos;
- b. het wonen met aan-huis-verbonden beroep en bedrijf;
- c. een open zone;
- d. ter plaatse van de aanduidingen 'specifieke vorm van bos - 1' en 'specifieke vorm van bos - 2' uitsluitend voor de instandhouding, dan wel ontwikkeling en instandhouding van afschermende bosstroken;
- e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bos - 2' en 'specifieke vorm van bos - 3' tevens toegangswegen met een breedte van ten minste 4,5 m ten behoeve van de ontsluiting van aangrenzende bestemmingen;
- f. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bos - 3' uitsluitend voor de instandhouding, dan wel ontwikkeling en instandhouding van afschermende bosstroken en voor parkeervoorzieningen voor bezoekers;
- g. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - weg' tevens de instandhouding, dan wel realisatie en instandhouding van een ontsluitingsweg vanaf de bestemming 'Verkeer' naar het gemaal binnen de bestemming 'Bedrijf';
- h. water;
- i. en in verband daarmee voor:
- 1. ter plaatse van de aanduiding 'pad': in ieder geval voor een fietsverbinding met een breedte van ten hoogste 4 m;
- 2. overig verblijfsgebied met een functie voor verblijf, verplaatsing en gebruik ten dienste van de aangrenzende bestemmingen waaronder woonstraten en voet- en fietspaden;
- 3. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals erven, bruggen, tuinen, groen- en speelvoorzieningen, nutsvoorzieningen en parkeervoorzieningen.
6.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
6.3 Afwijken van de bouwregels
Afwijkingsregels voor kleinere kavels
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 6.2.1 om per maatvoeringsvlak ten hoogste 1 boskavel toe te staan met een kaveloppervlakte van minder dan 1.300 m² met inachtneming van de volgende regels:
- a. de oppervlakte van gebouwen inclusief bijbehorende bouwwerken en overkappingen bedraagt ten hoogste 20% van de boskavel met een maximum van 165 m²;
- b. de oppervlakte van een boskavel bedraagt ten minste 600 m²;
- c. het percentage bos bedraagt ten minste 55 %;
- d. het aantal vrijstaande bijgebouwen per boskavel bedraagt ten hoogste 1;
- e. per boskavel wordt in ieder geval een bosrand ontwikkeld en/of in stand gehouden met een breedte van ten minste:
- 1. 3 m vanaf de erfgrens;
- 2. 6 m vanaf de grens met zijwegen;
met dien verstande dat voor boskavels die grenzen aan een watergang aan die zijde geen bosrand ontwikkeld en/of in stand gehouden hoeft te worden, mits deze watergang aan de overzijde niet grenst aan de bestemmingen Agrarisch met waarden - Natuur en landschapswaarden en Natuur;
- f. het totale aantal woningen binnen het maatvoeringsvlak blijft gelijk.
6.4 Specifieke gebruiksregels
Voor het gebruik van gronden en bouwwerken gelden de volgende regels:
- a. per boskavel geldt de volgende verhouding tussen de open zone en bos:
Kavel | open zone | bos | |||||||||||
kaveloppervlak (m²) | minimum % | minimum m² | maximum m² | minimum % | |||||||||
1 | >1.300 < 1.550 | 700 | 700 | ||||||||||
2 | > 1.550 < 2.666 | 45% | 700 | 1.200 | 55% | ||||||||
3 | > 2.666 | 1.200 | 55% |
- b. per woning worden ten minste 3 parkeerplaatsen gerealiseerd en in stand gehouden op de bij de woning behorende gronden;
- c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bos - 1' zijn ten hoogste 6 doorzichten toegestaan, van elk maximaal 8 m breed;
- d. ter plaatse van de aanduidingen 'specifieke vorm van bos - 1' en 'specifieke vorm van bos - 2' is parkeren niet toegestaan;
- e. per woning is het volgende toegestaan:
- 1. één toegangsweg van ten minste 4,5 m breed;
- 2. één onoverdekt zwembad met een oppervlak van ten hoogste 100 m²;
- 3. één tennisbaan;
- f. voor aan-huis-verbonden beroep en bedrijf geldt:
- 1. de woonfunctie blijft als hoofdfunctie gehandhaafd;
- 2. uitsluitend worden activiteiten uitgevoerd als bedoeld in categorie 1 en 2 van de bijlage 'Staat van Bedrijfsactiviteiten' dan wel activiteiten die naar hun aard en omvang gelijk te stellen zijn aan de genoemde categorieën;
- 3. de bedrijfs/beroepsactiviteiten worden door de bewoner(s) uitgeoefend;
- 4. maximaal 1/3 deel van het totale oppervlak van de woning, inclusief bijbehorende bouwwerken, wordt gebruikt ten behoeve van de bedrijfs/beroepsactiviteiten, met een maximum van 50 m²;
- 5. horeca en/of detailhandel zijn niet toegestaan;
- 6. bed & breakfast en gastouderopvang zijn toegestaan;
- 7. buitenopslag ten behoeve van de activiteit is niet toegestaan;
- 8. lichtreclame is niet toegestaan;
- 9. het gebruik mag geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer en mag geen onevenredige toename van de parkeerbehoefte veroorzaken;
- g. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor zelfstandige bewoning is niet toegestaan;
- h. het totaal aantal parkeervoorzieningen voor bezoekers binnen de bestemming 'Groen', 'Groen - Wonen' en de bestemming 'Bos - Wonen' met de aanduiding 'specifieke vorm van bos 3' bedraagt ten hoogste 46 en met dien verstande dat op de gronden met de aanduiding 'specifieke vorm van bos - 3' het aantal parkeervoorzieningen in totaal ten hoogste 15 bedraagt.
Artikel 7 Gemengd
7.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. ter plaatse van de aanduiding 'wonen': het wonen met aan-huis-verbonden beroep en bedrijf;
- b. sociaal-culturele voorzieningen;
- c. maatschappelijke voorzieningen;
- d. werkateliers.
7.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
- a. het bestaande gebouw wordt gehandhaafd;
- b. de goothoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste de bestaande goothoogte;
- c. gebouwen mogen niet uitwendig worden uitgebreid, vernieuwd of veranderd, met uitzondering van:
- 1. aangebouwde bijbehorende bouwwerken en aangebouwde overkappingen;
- 2. bouwwerken zoals dakterrassen, dakkappelen en dakramen;
- d. het maximum aantal woningen ter plaatse van de aanduiding 'wonen' bedraagt ten hoogste het met de aanduiding 'maximum aantal woningen' aangegeven aantal.
7.3 Afwijken van de bouwregels
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van lid 7.2 onder a om uitbreiding en/of vernieuwing of verandering van (delen van) gebouwen toe te staan – anders dan in dat lid bedoeld –, met dien verstande dat advies is ingewonnen bij de welstandscommissie en:
- a. het betrokken bouwplan (mede) strekt tot behoud of herstel van het gebouw en/of de oorspronkelijke toestand;
- b. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de karakteristiek van het gebouw;
- c. het delen van een gebouw of bijgebouwen betreft, die op zichzelf niet als karakteristiek vallen aan te merken, en door sloop daarvan geen onevenredige aantasting van de karakteristieke uitwendige hoofdvorm plaatsvindt.
7.4 Specifieke gebruiksregels
Voor het gebruik van gronden en bouwwerken gelden de volgende regels:
- a. per woning worden ten minste 2 parkeerplaatsen gerealiseerd en in stand gehouden op de bij de woning behorende gronden;
- b. voor aan-huis-verbonden beroep en bedrijf geldt:
- 1. de woonfunctie blijft als hoofdfunctie gehandhaafd;
- 2. uitsluitend worden activiteiten uitgevoerd als bedoeld in categorie 1 en 2 van de bijlage 'Staat van Bedrijfsactiviteiten' dan wel activiteiten die naar hun aard en omvang gelijk te stellen zijn aan de genoemde categorieën;
- 3. de bedrijfs/beroepsactiviteiten worden door de bewoner(s) uitgeoefend;
- 4. maximaal 1/3 deel van het totale oppervlak van de woning, inclusief bijbehorende bouwwerken, wordt gebruikt ten behoeve van de bedrijfs/beroepsactiviteiten, met een maximum van 50 m²;
- 5. horeca en/of detailhandel zijn niet toegestaan;
- 6. bed & breakfast en gastouderopvang zijn toegestaan;
- 7. buitenopslag ten behoeve van de activiteit is niet toegestaan;
- 8. lichtreclame is niet toegestaan;
- 9. het gebruik mag geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer en mag geen onevenredige toename van de parkeerbehoefte veroorzaken.
7.5 Afwijken van de gebruiksregels
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 7.1, en horeca tot en met categorie 2, toestaan, mits:
- a. het oppervlak niet meer bedraagt dan 200 m²;
- b. horeca uitsluitend op de begane grondlaag wordt gerealiseerd;
- c. er geen onevenredige milieubelasting is op de omliggende woningen.
Artikel 8 Groen
8.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. groen, water, speelvoorzieningen, ontsluitingswegen, objecten van beeldende kunst en voetpaden;
- b. behoud, herstel en ontwikkeling van het park;
- c. parkeervoorzieningen;
- d. bij deze bestemming behorende nutsvoorzieningen.
8.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
- a. de bouwhoogte van nutsvoorzieningen bedraagt ten hoogste 3,5 m;
- b. de oppervlakte van nutsvoorzieningen bedraagt ten hoogste 30 m²;
- c. de bouwhoogte en maximum oppervlak – indien van toepassing – van overig bouwwerk bedraagt:
overige bouwwerken | maximum bouwhoogte (m) |
erf- en terreinafscheidingen | 2 |
lichtmasten | 6 |
tuinmeubilair | 2 |
overige overkappingen, tot een totaal oppervlak van 30 m² | 4,5 |
objecten van beeldende kunst | 4 |
andere overige bouwwerken | 3 |
8.3 Specifieke gebruiksregels
Voor het gebruik van gronden gelden de volgende regels:
- a. parkeren is uitsluitend toegestaan indien dit de uitstraling en ontwikkeling van het park niet onevenredig aantast;
- b. het totaal aantal parkeervoorzieningen voor bezoekers binnen de bestemming 'Groen', 'Groen - Wonen' en de bestemming 'Bos - Wonen' met de aanduiding 'specifieke vorm van bos 3' bedraagt ten hoogste 46 en met dien verstande dat op de gronden met de aanduiding 'specifieke vorm van bos - 3' het aantal parkeervoorzieningen in totaal ten hoogste 15 bedraagt.
Artikel 9 Groen - Wonen
9.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Groen - Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. het wonen met aan-huis-verbonden beroep en bedrijf;
- b. groen, water, speelvoorzieningen, ontsluitingswegen, objecten van beeldende kunst;
- c. parkeervoorzieningen, uitsluitend half verdiept onder de hoofdgebouwen, met dien verstande dat parkeren voor bezoekers niet onder de hoofdgebouwen gerealiseerd hoeft te worden;
- d. bij deze bestemming behorend verblijfsgebied met een functie voor verblijf, verplaatsing en gebruik ten dienste van de aangrenzende bestemmingen waaronder woonstraten, nutsvoorzieningen, lichtmasten en voet- en fietspaden.
9.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
9.3 Specifieke gebruiksregels
Voor het gebruik van gronden en bouwwerken gelden de volgende regels:
- a. per woning worden ten minste 2 parkeerplaatsen gerealiseerd en in stand gehouden in een halfverdiepte parkeerkelder;
- b. voor aan-huis-verbonden beroep en bedrijf geldt:
- 1. de woonfunctie blijft als hoofdfunctie gehandhaafd;
- 2. uitsluitend worden activiteiten uitgevoerd als bedoeld in categorie 1 en 2 van de bijlage 'Staat van Bedrijfsactiviteiten' dan wel activiteiten die naar hun aard en omvang gelijk te stellen zijn aan de genoemde categorieën;
- 3. de bedrijfs/beroepsactiviteiten worden door de bewoner(s) uitgeoefend;
- 4. maximaal 1/3 deel van het totale oppervlak van de woning, inclusief bijbehorende bouwwerken, wordt gebruikt ten behoeve van de bedrijfs/beroepsactiviteiten, met een maximum van 50 m²;
- 5. horeca en/of detailhandel zijn niet toegestaan, met uitzondering van ondergeschikte detailhandel;
- 6. bed & breakfast en gastouderopvang zijn toegestaan;
- 7. buitenopslag ten behoeve van de activiteit is niet toegestaan;
- 8. lichtreclame is niet toegestaan;
- 9. het gebruik mag geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer en mag geen onevenredige toename van de parkeerbehoefte veroorzaken.
- c. het totaal aantal parkeervoorzieningen voor bezoekers binnen de bestemming 'Groen', 'Groen - Wonen' en de bestemming 'Bos - Wonen' met de aanduiding 'specifieke vorm van bos 3' bedraagt ten hoogste 46 en met dien verstande dat op de gronden met de aanduiding 'specifieke vorm van bos - 3' het aantal parkeervoorzieningen in totaal ten hoogste 15 bedraagt.
Artikel 10 Maatschappelijk
10.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. ter plaatse van de aanduiding 'begraafplaats': uitsluitend een begraafplaats;
- b. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, nutsvoorzieningen, water en paden.
10.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
- a. op deze gronden worden uitsluitend overige bouwwerken gebouwd;
- b. de bouwhoogte van overige bouwwerken bedraagt ten hoogste 3 m.
Artikel 11 Natuur
11.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. behoud, herstel en ontwikkeling van natuur- en landschapswaarden;
- b. water.
11.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
- a. op deze gronden worden uitsluitend overige bouwwerken gebouwd;
- b. de bouwhoogte van overige bouwwerken bedraagt ten hoogste 1 m.
11.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 12 Natuur - Agrarisch Met Waarden
12.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Natuur - Agrarisch met waarden' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. behoud, herstel en ontwikkeling van natuur- en landschapswaarden;
- b. agrarische bedrijven, zoals bedoeld in artikel 1.8 onder g;
- c. water.
12.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
- a. op deze gronden worden uitsluitend overige bouwwerken gebouwd;
- b. de bouwhoogte van overige bouwwerken bedraagt ten hoogste 1 m.
12.3 Specifieke gebruiksregels
Ten aanzien van het gebruik geldt dat:
- a. het injecteren van mest niet is toegestaan;
- b. agrarisch gebruik zoals bedoeld onder 12.1 onder b is niet (meer) toegestaan indien de gronden gedurende een aaneengesloten periode van 1 jaar of langer niet meer ten behoeve van agrarisch gebruik zijn aangewend.
12.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 13 Tuin
13.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. tuinen bij de op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouwen;
- b. toegangswegen naar woningen en erven;
- c. bij deze bestemming behorende voorzieningen zoals groen, water, parkeervoorzieningen en nutsvoorzieningen.
13.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
- a. op deze gronden mogen uitsluitend overig bouwwerk worden gebouwd;
- b. de bouwhoogte van overig bouwwerk bedraagt:
overige bouwwerken maximum bouwhoogte (m) erf- en terreinafscheidingen en tuinmuur 2 lichtmasten 6 tuinmeubilair 2 toegangspoort en penanten ten behoeve van het achtergelegen woongebied ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 1' 4 andere overig bouwwerk 3 - c. in afwijking van het bepaalde onder a geldt dat een erker en/of luifel aan de voorgevel van een hoofdgebouw is toegestaan, met dien verstande, dat:
- 1. de diepte niet meer bedraagt dan 2 m, waarbij ten minste 2 m tuindiepte dient te resteren;
- 2. de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 0,3 m boven de bovenkant van de scheidingsconstructie met de tweede bouwlaag van de woning;
- 3. de breedte niet meer bedraagt dan:
- indien de breedte van het bestaande raamkozijn wordt benut, de breedte van het bestaande raamkozijn plus de zijwanden van het bijbehorende bouwwerk;
- in andere gevallen mag de breedte niet meer bedragen dan 3,5 m;
- 4. er nog geen bijbehorend bouwwerk aan de voorzijde van de woning is gerealiseerd;
- 5. een bijbehorend bouwwerk kan worden uitgevoerd in een combinatie van een erker met een boven de entree van de woning doorlopende luifel.
Artikel 14 Verkeer
14.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wegen met ten hoogste 2 x 1 doorgaande rijstrook, voet- en fietspaden;
- b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - calamiteitenroute': uitsluitend een langzaam verkeers- en calamiteitenroute;
- c. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals geluidswerende voorzieningen, groen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen, kunstwerken en water.
14.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
- a. op deze gronden mogen uitsluitend overige bouwwerken worden gebouwd;
- b. de bouwhoogte van een toegangspoort en penanten ten behoeve van het achtergelegen woongebied bedraagt ten hoogste 4 m;
- c. de bouwhoogte van andere bouwwerken anders dan ten behoeve van de verkeersregeling, de wegaanduiding of de verlichting, bedraagt ten hoogste 3 m;
- d. de bouwhoogte van masten bedraagt ten hoogste 6 m.
Artikel 15 Water
15.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. water ten behoeve van de waterhuishouding;
- b. ondergeschikt groen;
- c. steigers;
- d. duikers en bruggen ten behoeve van de ontsluiting van woonpercelen en voet- en fietspaden.
15.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
- a. op deze gronden mogen uitsluitend overige bouwwerken worden gebouwd;
- b. steigers tot 10 m² waarbij de waterdoorgang niet mag worden gehinderd.
Artikel 16 Wonen
16.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. het wonen met aan-huis-verbonden beroep en bedrijf;
- b. ter plaatse van de aanduiding 'kantoor': tevens kantoorruimte en werkatelier;
- c. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals erven, nutsvoorzieningen, lichtmasten, parkeervoorzieningen, toegangswegen, inritten, erfafscheidingen, tuinen en water.
16.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
16.3 Specifieke gebruiksregels
Ten aanzien van het gebruik gelden de volgende regels:
- a. bij de paviljoens geldt dat per woning ten minste 2 parkeerplaatsen worden gerealiseerd en in stand gehouden;
- b. voor aan-huis-verbonden beroep en bedrijf geldt:
- 1. de woonfunctie blijft als hoofdfunctie gehandhaafd;
- 2. uitsluitend worden activiteiten uitgevoerd als bedoeld in categorie 1 en 2 van de bijlage 'Staat van Bedrijfsactiviteiten' dan wel activiteiten die naar hun aard en omvang gelijk te stellen zijn aan de genoemde categorieën;
- 3. de bedrijfs/beroepsactiviteiten worden door de bewoner(s) uitgeoefend;
- 4. maximaal 1/3 deel van het totale oppervlak van de woning, inclusief bijbehorende bouwwerken, wordt gebruikt ten behoeve van de bedrijfs/beroepsactiviteiten, met een maximum van 50 m²;
- 5. horeca en/of detailhandel zijn niet toegestaan;
- 6. bed & breakfast en gastouderopvang zijn toegestaan;
- 7. buitenopslag ten behoeve van de activiteit is niet toegestaan;
- 8. lichtreclame is niet toegestaan;
- 9. het gebruik mag geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer en mag geen onevenredige toename van de parkeerbehoefte veroorzaken.
- c. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor zelfstandige bewoning is niet toegestaan.
Artikel 17 Woongebied - 1
17.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Woongebied - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. het wonen met aan-huis-verbonden beroepen en bedrijven;
- b. bos;
- c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bos - 2' uitsluitend voor de instandhouding, dan wel ontwikkeling en instandhouding van een afschermende bosstrook en tevens toegangswegen met een breedte van ten minste 4,5 m ten behoeve van de ontsluiting van aangrenzende bestemmingen;
- d. water;
- e. en in verband daarmee voor:
- 1. ter plaatse van de aanduiding 'pad': in ieder geval voor een fietsverbinding met een breedte van ten hoogste 4 m;
- 2. overig verblijfsgebied met een functie voor verblijf, verplaatsing en gebruik ten dienste van de aangrenzende bestemmingen waaronder woonstraten en voet- en fietspaden;
- 3. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals erven, bruggen, tuinen, groen- en speelvoorzieningen, nutsvoorzieningen en parkeervoorzieningen.
17.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
17.3 Afwijken van de bouwregels
Afwijkingsregels voor kleinere kavels
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 17.2.1 om per maatvoeringsvlak ten hoogste 1 kavel toe te staan met een kaveloppervlakte van minder dan 1.200 m² met inachtneming van de volgende regels:
- a. de oppervlakte van gebouwen inclusief bijbehorende bouwwerken en overkappingen bedraagt ten hoogste 20% van de kavel met een maximum van 165 m²;
- b. de oppervlakte van een kavel bedraagt ten minste 600 m²;
- c. het aantal vrijstaande bijgebouwen per kavel bedraagt ten hoogste 1;
- d. de afstand van hoofdgebouwen tot de erfgrens bedraagt ten minste 4 m;
- e. het totale aantal woningen binnen het maatvoeringsvlak blijft gelijk.
17.4 Specifieke gebruiksregels
Voor het gebruik van gronden en bouwwerken gelden de volgende regels:
- a. per woning worden ten minste 3 parkeerplaatsen gerealiseerd en in stand gehouden op de bij de woning behorende gronden;
- b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bos - 2' is parkeren niet toegestaan;
- c. per woning is het volgende toegestaan:
- 1. één toegangsweg van ten minste 4,5 m breed;
- 2. één onoverdekt zwembad met een oppervlak van ten hoogste 100 m²;
- 3. één tennisbaan.
- d. voor aan-huis-verbonden beroep en bedrijf geldt:
- 1. de woonfunctie blijft als hoofdfunctie gehandhaafd;
- 2. uitsluitend worden activiteiten uitgevoerd als bedoeld in categorie 1 en 2 van de bijlage 'Staat van Bedrijfsactiviteiten' dan wel activiteiten die naar hun aard en omvang gelijk te stellen zijn aan de genoemde categorieën;
- 3. de bedrijfs/beroepsactiviteiten worden door de bewoner(s) uitgeoefend;
- 4. maximaal 1/3 deel van het totale oppervlak van de woning, inclusief bijbehorende bouwwerken, wordt gebruikt ten behoeve van de bedrijfs/beroepsactiviteiten, met een maximum van 50 m²;
- 5. horeca en/of detailhandel zijn niet toegestaan;
- 6. bed & breakfast en gastouderopvang zijn toegestaan;
- 7. buitenopslag ten behoeve van de activiteit is niet toegestaan;
- 8. lichtreclame is niet toegestaan;
- 9. het gebruik mag geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer en mag geen onevenredige toename van de parkeerbehoefte veroorzaken;
- e. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor zelfstandige bewoning is niet toegestaan.
Artikel 18 Leiding - Riool
18.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden zijn – behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) – mede bestemd voor een rioolleiding.
18.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
- a. op deze gronden mogen ten behoeve van de in lid 18.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 3 m;
- b. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag – met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels – uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering.
18.3 Afwijken van de bouwregels
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van lid 18.2 onder b, indien de bij de betrokken bestemming behorende bouwregels in acht worden genomen en het belang van de leiding(en) door de bouwactiviteiten niet onevenredig wordt geschaad.
18.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 19 Waarde - Archeologie 1
19.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie 1' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden.
19.2 Bouwregels
19.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden
19.4 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 20 Waarde - Archeologie 2
20.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden.
20.2 Bouwregels
20.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden
20.4 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 21 Waarde - Archeologie 3
21.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie 3' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden.
21.2 Bouwregels
21.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden
21.4 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 22 Waarde - Archeologie 4
22.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie 4' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden.
22.2 Bouwregels
22.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden
22.4 Wijzigingsbevoegdheid
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 23 Antidubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 24 Algemene Bouwregels
24.1 Ondergeschikte bouwdelen
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen binnen bouw- en bestemmingsgrenzen en bij de bepaling het bebouwde oppervlakte worden ondergeschikte bouwdelen van bouwwerken, zoals plinten, pilasters, luifels, kozijnen, gevelversieringen, brandtrappen, ventilatiekanalen, uitspringende schoorsteenwanden, gevel- en kroonlijsten, overstekende daken en daarmee gelijk te stellen onderdelen, waarvan de overschrijding van de bouwgrens of de bestemmingsgrens niet meer bedraagt dan 1,5 m, buiten beschouwing gelaten.
Overschrijding van bouwgrenzen is niet toegestaan indien dit ertoe leidt dat wordt gebouwd op de gronden met de aanduidingen 'specifieke vorm van bos - 1' en 'specifieke vorm van bos - 2'.
24.2 Bestaande bebouwing
- a. Voor een bouwwerk, dat bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden en dat in het plan ingevolge de bestemming is toegelaten, maar waarvan de bestaande afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen afwijken van de bouwregels van de betreffende bestemming, geldt dat:
- 1. bestaande maten, die meer bedragen dan in hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen als ten hoogste toelaatbaar worden aangehouden;
- 2. bestaande maten, die minder bedragen dan in hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen als ten minste toelaatbaar worden aangehouden.
- b. Ingeval van herbouw is lid a onder 1 en 2 uitsluitend van toepassing, indien de herbouw op dezelfde plaats plaatsvindt.
- c. Op een bouwwerk als hiervoor bedoeld, is het Overgangsrecht bouwwerken als opgenomen in dit plan niet van toepassing.
24.3 Ondergronds bouwen
Voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken onder het hoofdgebouw gelden de volgende regels:
- a. de bouwdiepte van ondergrondse bouwwerken bedraagt ten hoogste 5 m beneden maaiveld;
- b. ondergrondse ruimten zijn uitsluitend toelaatbaar onder woningen en dienen dienstbaar aan de woning te zijn.
24.4 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van de bouwhoogte van gebouwen indien de toepassing van het bepaalde in artikel 1.55 daartoe aanleiding geeft, in verband met het terreinprofiel.
Artikel 25 Algemene Gebruiksregels
Strijdig gebruik
Onder strijdig gebruik wordt in elk geval verstaan:
- a. een gebruik van gronden als stort- en/of opslagplaats van grond en/of afval, met uitzondering van een zodanig gebruik voor het normale op de bestemming gerichte gebruik en onderhoud;
- b. een gebruik van, gronden als stallings- en/of opslagplaats van één of meer aan het gebruik onttrokken machines, voer-, vaar- of vliegtuigen, met uitzondering van een zodanig gebruik voor het normale op de bestemming gerichte gebruik en onderhoud;
- c. een gebruik van gronden en bouwwerken voor een seksinrichting dan wel ten behoeve van een prostitutiebedrijf;
- d. een gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van een automatenhal voor zover niet anders bepaald;
- e. een gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijfsmatige vuurwerkopslag;
- f. het plaatsen of geplaatst houden van onderkomens;
- g. het gebruik van (vrijstaande) bijbehorende bouwwerken als zelfstandige woning;
- h. het gebruik van gronden en de daarop voorkomende bouwwerken als coffeeshop;
- i. het gebruik of laten gebruiken van antennedragers voor reclamedoeleinden.
Artikel 26 Algemene Afwijkingsregels
26.1 Algemeen
Het bevoegd gezag kan – tenzij op grond van hoofdstuk 2 reeds afwijking mogelijk is – bij een omgevingsvergunning afwijken van de regels voor:
- a. de gegeven maten, afmetingen en percentages tot niet meer dan 10% van die maten, afmetingen en percentages, met uitzondering van het maximum aantal woningen, open zone, en de goot- en bouwhoogte van hoofdgebouwen;
- b. de bouwregels en toestaan dat bouwgrenzen worden overschreden met maximaal 2 m, indien een meetverschil daartoe aanleiding geeft of uit een oogpunt van doelmatig gebruik van de gronden;
- c. de bouwregels en toestaan dat bouwgrenzen worden overschreden met maximaal 1,5 m ten behoeve van balkons;
- d. de bouw van niet voor bewoning bestemde gebouwen en andere bouwwerken met een inhoud van ten hoogste 30 m³ en een bouwhoogte van niet meer dan 3 m (ten dienste van het openbaar nut), zoals schakelhuisjes, transformatorhuisjes, abri's, muurtjes, standbeelden en straatmeubilair.
26.2 Randvoorwaarden voor een omgevingsvergunning
Het bevoegd gezag verleent slechts medewerking aan een omgevingsvergunning voor het afwijken mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:
- a. het straat- en bebouwingsbeeld;
- b. de woonsituatie;
- c. de milieusituatie;
- d. de verkeersveiligheid;
- e. de sociale veiligheid;
- f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
- g. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad.
Artikel 27 Algemene Wijzigingsregels
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de van deze regels deel uitmakende 'Staat vanBedrijfsactiviteiten' als volgt te wijzigen:
- het toevoegen en schrappen van soorten bedrijven en soorten opslag en installaties en het veranderen van de categorie-indeling van soorten bedrijven, opslagen en installaties, voor zover veranderingen in de bedrijfsvoering en de milieugevolgen van soorten bedrijven, opslagen en installaties hiertoe aanleiding geven.
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 28 Overgangsrecht
28.1 Overgangsrecht bouwwerken
Voor bouwwerken luidt het overgangsrecht als volgt:
- a. een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
- 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- 2. na het tenietgaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is tenietgegaan;
- b. het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van dit lid onder a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in dit lid onder a met maximaal 10%;
- c. dit lid onder a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
28.2 Overgangsrecht gebruik
Voor gebruik luidt het overgangsrecht als volgt:
- a. het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet;
- b. het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in dit lid onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind;
- c. indien het gebruik, bedoeld in dit lid onder a, na het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten;
- d. dit lid onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 29 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als: 'Regels van het bestemmingsplan Landgoed Sancta Maria'.
Bijlage 1 Staat Van Bedrijfsactiviteiten
Bijlage 1 Staat van Bedrijfsactiviteiten
Bijlage 1 Rapport Waterhuishouding
Bijlage 1 Rapport Waterhuishouding
Bijlage 2 Akoestisch Onderzoek
Bijlage 2 Akoestisch onderzoek
Bijlage 3 Voortoets Nb Wet
Bijlage 4 Onderzoek Ecologie September 2013
Bijlage 4 Onderzoek ecologie september 2013
Bijlage 5 Onderzoek Ecologie December 2013
Bijlage 5 Onderzoek ecologie december 2013
Bijlage 6 Inventarisatie Historische Informatie Bodem
Bijlage 6 Inventarisatie historische informatie bodem
Bijlage 7 Verkennend- En Nader (Water)bodemonderzoek Projectlocatie Sancta Maria
Bijlage 7 Verkennend- en nader (water)bodemonderzoek projectlocatie Sancta Maria
Bijlage 8 Verkennend Bodemonderzoek Projectlocatie Sancta Maria (Bouwblokken 1 T/m 6)
Bijlage 8 Verkennend bodemonderzoek projectlocatie Sancta Maria (Bouwblokken 1 t/m 6)
Bijlage 9 Verkennend Bodemonderzoek Projectlocatie Sancta Maria Langevelderlaan 9
Bijlage 9 Verkennend bodemonderzoek projectlocatie Sancta Maria Langevelderlaan 9
Bijlage 10 Rapport Explosieven
Bijlage 10 Rapport explosieven
Bijlage 11 Archeologie Onderzoek
Bijlage 11 Archeologie onderzoek
Bijlage 12 Dsl Onderzoek Cultuurhistorie
Bijlage 12 DSL onderzoek cultuurhistorie
Bijlage 13 Beeldkwaliteitsplan
Bijlage 13 Beeldkwaliteitsplan