Landgoed Sancta Maria 2024
Bestemmingsplan - gemeente Noordwijk
Ontwerp op 13-12-2023 - in voorbereiding
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
1.1 plan
het bestemmingsplan Landgoed Sancta Maria 2024 met identificatienummer NL.IMRO.0575.BPLgSanctaMaria24-ON01 van de gemeente Noordwijk.
1.2 bestemmingsplan
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
1.3 aanduiding
een geometrisch bepaald vlak of een figuur, waar gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
1.4 aanduidingsgrens
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
1.5 aan-huis-verbonden beroep en bedrijf
een beroep of bedrijf, dat door de bewoner in of bij de woning wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat de ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is.
1.6 achtererfgebied
erf aan de achterkant en de niet naar openbaar toegankelijk gebied gekeerde zijkant, op meer dan 1 m van de voorkant, van het hoofdgebouw.
1.7 achtergevel
de van de weg, waarop het betrokken gebouw is georiënteerd, afgekeerde gevel van een hoofdgebouw.
1.8 agrarisch bedrijf
een bedrijf, gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren, nader te onderscheiden in:
- a. akker- en vollegrondstuinbouw: de teelt van gewassen op open grond, daaronder niet begrepen sier-, fruit- en bollenteelt;
- b. bollenteelt:
- c. de teelt van bloembollen, bolbloemen en knolgewassen;
- d. de teelt van snijbloemen en van vergelijkbare laag blijvende eenjarige en vastbloeiende tuinplanten;
- e. de teelt van vollegronds tuinbouwproducten als eenjarige wisselteelt; niet zijnde sierteelt, boomkwekerij/-teelt, fruitteelt en bosbouw;
- f. broeierijen als onderdeel van een grondgebonden bollenteeltbedrijf;
- g. boomkwekerij/-teelt: de teelt van bomen als dan niet gecombineerd met de verhandeling daarvan;
- h. bosbouw: de teelt van bomen ten behoeve van de houtproductie;
- i. fruitteelt: de teelt van fruit op open grond;
- j. gemengd teeltbedrijf: een bedrijf dat in gelijke mate zowel gericht is op het duurzaam en intensief telen van bloembollen, bolbloemen, snijbloemen en van vergelijkbare laagblijvende eenjarige en vastbloeiende tuinplanten in zowel de volle grond als onder glas, alsmede van vollegronds tuinbouwproducten als eenjarige wisselteelt en dat ten minste 3.000 m² glas duurzaam in gebruik heeft;
- k. grondgebonden veehouderij: het houden van melk- en ander vee (nagenoeg) geheel op open grond, waaronder ook begrepen het fokken van paarden en het houden van geiten en schapen;
- l. glastuinbouw: de teelt van gewassen (nagenoeg) geheel met behulp van kassen;
- m. intensieve kwekerij: de teelt van gewassen of dieren (anders dan bij wijze van intensieve veehouderij) (nagenoeg) zonder gebruik te maken van daglicht;
- n. intensieve veehouderij: de teelt van slacht-, fok-, leg- of pelsdieren in gebouwen en (nagenoeg) zonder weidegang, waarbij de teelt niet afhankelijk is van de agrarische grond als productiemiddel;
- o. sierteelt: de teelt van wintergroene siergewassen, alsmede sierstruiken en sierbomen.
1.9 antenne-installatie
een installatie bestaande uit een antenne, een antennedrager, de bedrading en de al dan niet in een techniekkast opgenomen apparatuur, met de daarbij behorende bevestigingsconstructie.
1.10 archeologische waarde
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de in dat gebied voorkomende overblijfselen uit oude tijden.
1.11 bebouwing
een of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
1.12 bed & breakfast
een overnachtingsaccommodatie gericht op het tegen betaling bieden van de mogelijkheid tot een veelal kortdurend toeristisch verblijf met het serveren van een ontbijt als nevenfunctie van de permanente bewoning van een woning.
1.13 bedrijf
een onderneming gericht op het produceren, bewerken, herstellen, installeren, inzamelen, verwerken, verhuren, opslaan en/of distribueren van goederen.
1.14 bedrijfsmatige kamerverhuur
de verhuur van onzelfstandige woonruimte van een woning, waarbij afzonderlijke huishoudens afhankelijk zijn van één of meer gedeelde wezenlijke voorzieningen (keuken, douche en/of toilet) buiten die woonruimte, anders dan bedoeld in lid 1.46.
1.15 bedrijfsvloeroppervlakte
de totale vloeroppervlakte van een kantoor, winkel of bedrijf met inbegrip van de daartoe behorende magazijnen en overige dienstruimten.
1.16 bestaand
- met betrekking tot bebouwing: de bebouwing als legaal aanwezig ten tijde van inwerkingtreding van het plan danwel zoals die mag worden gebouwd krachtens een vóór dat tijdstip verleende omgevingsvergunning;
- met betrekking tot gebruik: het gebruik als legaal aanwezig ten tijde van inwerkingtreding van dit plan.
1.17 bestemmingsgrens
de grens van een bestemmingsvlak.
1.18 bestemmingsvlak
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
1.19 bevoegd gezag
het bevoegd gezag zoals bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en vanaf 1 januari 2024 in de Omgevingswet.
1.20 bewoning
het gehuisvest zijn in een woning / wooneenheid of ander daartoe bedoeld object.
1.21 bos
een vegetatie die voornamelijk uit bomen bestaat met de daarbij behorende ondergroei van planten en struiken waarbij de instandhouding van landschappelijke waarden wordt nagestreefd.
1.22 boskavel
kavel met de bestemming Bos-Wonen, waarop een woning is of wordt gepositioneerd met bomen.
1.23 bouwen
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.
1.24 bouwgrens
de grens van een bouwvlak.
1.25 bouwlaag
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren is begrensd, bijzondere bouwlagen niet inbegrepen.
1.26 bouwperceel
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge deze regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
1.27 bouwperceelgrens
een grens van een bouwperceel.
1.28 bouwvlak
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.
1.29 bouwwerk
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
1.30 bijbehorend bouwwerk
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouwd en met de aarde verbonden bouwwerk met een dak.
1.31 bijgebouw
een bijbehorend bouwwerk, zijnde een bij het hoofdgebouw behorend gebouw, welke wat betreft afmetingen en functie ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
1.32 bijzondere bouwlaag
kelders, souterrains, kappen en dakopbouwen, niet zijnde geschikt voor zelfstandige bewoning.
1.33 dakkapel
een constructie ter vergroting van een gebouw, die zich tussen de dakgoot en de nok van een dakvlak bevindt, waarbij deze constructie onder de noklijn is gelegen en de onderzijde van de constructie in het dakvlak is geplaatst.
1.34 dakopbouw
een bijzondere bouwlaag waarvan het vloeroppervlak ten hoogste 95% van het vloeroppervlak van de direct daaronder gelegen bouwlaag omvat.
1.35 detailhandel
het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
1.36 dienstverlening
een bedrijfsmatige activiteit gericht op het verlenen van economische diensten aan bedrijven en/of personen met rechtstreeks contact met het publiek (baliefunctie), waaronder kapperszaken, schoonheidsinstituten, fotostudio's, reisbureaus, makelaardijen, uitzendbureaus, schoenmakers, fietsenmakers en naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijven en inrichtingen, niet zijnde garagebedrijven, kantoor, detailhandel, horeca en/of seksinrichtingen.
1.37 doorzicht
een opening waardoor vrijuit een achterliggend gebied kan worden waargenomen.
1.38 erf
een al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, en voor zover het bestemmingsplan deze inrichting niet verbiedt.
1.39 erker
een bijbehorend bouwwerk, zijnde een bouwlaag die direct aan de voorgevel van de hoofdbebouwing is gebouwd.
1.40 gastouderopvang
een vorm van kinderopvang die met behoud van de woonfunctie door een bewoner van een woning wordt uitgeoefend en die voorziet in het verstrekken van kinderopvang voor maximaal 6 kinderen tegelijkertijd.
1.41 gebouw
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
1.42 half verdiept parkeren
parkeren dat plaatsvindt in parkeervoorzieningen die gedeeltelijk onder maaiveld zijn gelegen en die overdekt zijn.
1.43 hoofdgebouw
gebouw of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.
1.44 horeca
een bedrijf waarvan de activiteiten in hoofdzaak gericht zijn op het verstrekken van nachtverblijf, op het verstrekken en/of ter plaatse te laten nuttigen van voedsel en/of dranken en/of het exploiteren van zaalaccommodatie waarbij de volgende specifieke vormen onder horeca worden begrepen:
- 1. categorie 1 daghoreca: een bedrijf dat ondersteunend is aan en qua openingstijden in het algemeen vergelijkbaar is met detailhandelsvestigingen en waarvan de activiteiten in hoofdzaak bestaan uit het verstrekken c.q. snel serveren van kleinere maaltijden, broodjes, hapjes, ijs, gebak en dranken, met uitzondering van alcoholische dranken;
- 2. categorie 2 restaurant/cafetaria: een bedrijf, waarvan de activiteiten in hoofdzaak bestaan uit het verstrekken van maaltijden voor gebruik ter plaatse en waarbij het verstrekken van dranken (daaraan) ondergeschikt is;
- 3. categorie 3 café/bar: een zelfstandige, niet geheel of gedeeltelijk deel uitmakende van een hotel, restaurant of zaalaccommodatie voorkomend bedrijf, waarvan de activiteiten in hoofdzaak bestaan uit het verstrekken van dranken voor gebruik ter plaatse en waar het verstrekken van maaltijden daaraan ondergeschikt is;
- 4. categorie 4 bar-dancing of dancing (discotheek): een zelfstandige, niet geheel of gedeeltelijk deel uitmakend van een hotel, restaurant of zaalaccommodatie voorkomend bedrijf waarvan de activiteiten in hoofdzaak bestaan uit het verstrekken van dranken voor gebruik ter plaatse waarbij gelegenheid wordt geboden tot dansen, met een in het algemeen hoge bezoekersfrequentie gedurende de avond en de nacht, waarbij de bedrijvigheid zich binnen de grenzen van de lokaliteit voltrekt;
- 5. categorie 5 zaalaccommodatie: een bedrijf, waarvan de activiteiten in hoofdzaak bestaan uit het bieden van gelegenheid tot het houden van bruiloften en partijen, alsmede tot het houden van congressen, conferenties en andere vergaderingen en waarbij het verstrekken van voedsel en dranken (daaraan) ondergeschikt is;
- 6. categorie 6 hotel: een bedrijf, waarvan de activiteiten in hoofdzaak bestaan uit het verstrekken van nachtverblijf en eventueel het exploiteren van zaalaccommodatie en waarbij het verstrekken van voedsel en dranken (daaraan) ondergeschikt is;
- 7. categorie 7: appartementenhotel: een hotel uitsluitend bestaande uit vakantiewoningen met een eigen dan wel gedeelde keuken en badkamer en één of meerdere slaapkamers. Deze vorm van horeca is een verbijzondering van horeca categorie 6.
Onder horeca wordt niet begrepen kamerbewoning/logiesverblijf.
1.45 huishouden
persoon of groep personen die een huishouding voert, waarbij sprake is van onderlinge verbondenheid en continuïteit in de samenstelling er van; kamerverhuur wordt daaronder niet begrepen.
1.46 kamerverhuur
de verhuur van onzelfstandige woonruimte door de hoofdgebruiker(s) van de woning als nevenfunctie van de permanente bewoning daarvan, waarbij afzonderlijke huishoudens afhankelijk zijn van één of meer gedeelde wezenlijke voorzieningen (keuken, douche en/of toilet) buiten die woonruimte.
1.47 kantoor
een ruimte welke door haar indeling en inrichting is bestemd om uitsluitend te worden gebruikt voor administratieve en daarmee gelijk te stellen werkzaamheden.
1.48 kavel
een bouwperceel, zoals aangegeven op de Kavelkaart die van deze regels deel uitmaakt.
1.49 landschapswaarde
de aan een gebied toegekende waarde met betrekking tot het waarneembare deel van de aardoppervlakte, die wordt bepaald door de herkenbaarheid en de identiteit van de onderlinge samenhang tussen levende en niet-levende natuur.
1.50 maaiveld
de bovenkant van het terrein dat een bouwwerk omgeeft.
1.51 maatschappelijke voorzieningen
voorzieningen inzake welzijn, volksgezondheid, kinderopvang, cultuur, religie, sport, onderwijs en daarmee gelijk te stellen voorzieningen.
1.52 maatvoeringsvlak
een geometrisch bepaald vlak waarbinnen eenzelfde maximum bouwhoogte en goothoogte, aantal woningen en/of bebouwingspercentage geldt.
1.53 natuurwaarde
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de aanwezige flora en fauna.
1.54 NEN
door de Stichting Nederlands Normalisatie-instituut uitgegeven norm, zoals deze luidde op het moment van vaststelling van het plan.
1.55 nutsvoorzieningen
gebouwen of bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de waterhuishouding zoals een rioolgemaal of bergbezinkbassin, de distributie van gas, water, elektra, telematische diensten, voorzieningen ten behoeve van openbaar vervoer en vergelijkbare doeleinden.
1.56 onderkomen
voor verblijf geschikte, al dan niet aan hun bestemming onttrokken of in het ongerede geraakte voertuigen en vaartuigen, woonschepen of arken, caravans, tentwagens en kampeerauto's voor zover deze niet als bouwwerken zijn aan te merken, alsook tenten.
1.57 onzelfstandige woonruimte
een woonruimte die geen eigen toegang heeft of die niet op zichzelf kan functioneren als een woning in die zin dat een of meerdere belangrijke voorzieningen ontbreken, zoals een keuken, badkamer en toilet.
1.58 open zone
een gebied op een boskavel zonder bos, waaronder in ieder geval begrepen de woning met de daarbij behorende voorzieningen zoals bijbehorende bouwwerken, tuinen, tennisbanen, zwembaden, parkeervoorzieningen, paden en in- en uitritten.
1.59 overkapping
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voorzien van een dak.
1.60 peil
- a. voor gebouwen die onmiddellijk aan de weg grenzen: de hoogte van die weg;
- b. in andere gevallen en voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld;
- c. met dien verstande dat het peil als bedoeld onder a en b nooit meer bedraagt dan +1,8 m NAP.
1.61 permanente bewoning
duurzaam hoofdverblijf van één of meerdere personen in een woning.
1.62 praktijkruimte
een gebouw of een gedeelte daarvan, dat dient voor het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, architectonisch, kunstzinnig, juridisch, medisch, paramedisch, therapeutisch of een daarmee naar aard gelijk te stellen gebied.
1.63 prostitutiebedrijf
een bedrijf waar prostitutie het hoofdbestanddeel van de activiteiten vormt.
1.64 recreatief gebruik van een woning
het recreatief gebruik van een woning, gericht op ontspanning of vrijetijdsbesteding door personen die elders hun hoofdverblijf hebben.
1.65 seksinrichting
een gebouw of een gedeelte van een gebouw waarin handelingen en/of voorstellingen plaatsvinden van erotische en/of pornografische aard. Hieronder worden mede begrepen een seksbioscoop, -theater, -automatenhal en -winkel.
1.66 Staat van Bedrijfsactiviteiten
de Staat van Bedrijfsactiviteiten die van deze regels deel uitmaakt.
1.67 voorerfgebied
een erf dat geen onderdeel is van het achtererfgebied.
1.68 voorgevel
de gevel van het hoofdgebouw die door zijn aard, functie, constructie of uitstraling als belangrijkste gevel kan worden aangemerkt.
1.69 voorgevellijn
een denkbeeldige lijn die strak loopt langs de voorgevel tot aan de perceelsgrenzen.
1.70 werkatelier
een werkplaats, bijvoorbeeld voor beeldende kunst.
1.71 wonen
permanente bewoning van een woning door maximaal één huishouden, al dan niet in combinatie met de volgende nevenfuncties:
- a. bed & breakfast;
- b. vakantieverhuur;
- c. kamergewijze verhuur.
1.72 woning of wooneenheid
een complex van ruimten, dat blijkens zijn indeling en inrichting bestemd is voor de permanente huisvesting van niet meer dan één huishouden. Hieronder vallen tevens bijzondere woonvormen in de vorm van begeleid wonen voor mensen met dementie maar geen bedrijfsmatige kamergewijze verhuur.
1.73 zijerfgebied
de gronden die behoren bij het hoofdgebouw en gelegen zijn aan de zijkant(en) van dat hoofdgebouw tussen de denkbeeldige lijnen in het verlengde van de voor- en achtergevel.
Artikel 2 Wijze Van Meten
2.1 afstand
de afstand tussen bouwwerken onderling alsmede de afstand van bouwwerken tot perceelsgrenzen of bestemmingsgrenzen wordt daar gemeten waar deze afstand het kleinst is, tussen of vanaf de buitenwerkse gevelvlakken, waarbij uitstekende delen tot maximaal 0,5 m buiten beschouwing blijven.
2.2 bebouwde oppervlakte
bebouwbaar oppervlak van de begane grond van woningen inclusief bijbehorend bouwwerk (exclusief vergunningsvrije bouwwerken).
2.3 bouwhoogte van een antenne-installatie
- a. ingeval van een vrijstaande (schotel)antenne-installatie: tussen het peil en het hoogste punt van de (schotel)antenne-installatie;
- b. ingeval van een op of aan een bouwwerk gebouwde (schotel)antenne-installatie: tussen de voet van de (schotel)antenne-installatie en het hoogste punt van de (schotel)antenne-installatie.
2.4 bouwhoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
2.5 goothoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
2.6 inhoud van een bouwwerk
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
2.7 oppervlakte van een bouwwerk
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
2.8 bouwdiepte van een gebouw
door meting vanaf de buitenkant van de voorgevel tot de buitenkant van de oorspronkelijke achtergevel van het desbetreffende gebouw, met dien verstande dat waar de gevels niet evenwijdig lopen of verspringen deze diepte gemeten wordt tussen de meest ver naar voren en naar achter liggende punten.
2.9 breedte van een bouwwerk
van en tot de buitenkant van een zijgevel (en/of het hart van de scheidingsmuren), met dien verstande dat wanneer de zijgevels niet evenwijdig lopen of verspringen, het gemiddelde wordt genomen van de kleinste en de grootste breedte.
2.10 dakvoet
het laagste punt van een schuin dak.
2.11 vloeroppervlakte
de gebruiksoppervlakte volgens NEN2580.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Agrarisch Met Waarden - Natuur En Landschapswaarden
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Agrarisch met waarden - Natuur en landschapswaarden' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. agrarische bedrijven, zoals bedoeld in artikel 1.8 onder k;
- b. het behoud en de versterking van de landschappelijke- en natuurwaarden;
- c. ter plaatse van de aanduiding 'pad' in ieder geval voor een fietsverbinding;
- d. bij deze bestemming voorzieningen zoals wegen, nutsvoorzieningen, groenvoorzieningen en water ten behoeve van wateraanvoer en -afvoer, waterberging en sierwater.
3.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
- a. op deze gronden worden uitsluitend bouwwerken, geen gebouw zijnde gebouwd;
- b. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde bedraagt ten hoogste:
- 1. 6 m voor lichtmasten ten behoeve van het fietspad;
- 2. 2 m voor andere bouwwerken, geen gebouw zijnde.
3.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
3.4 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders kunnen ten behoeve van de versterking van de landschaps- en natuurwaarden de bestemming wijzigen in 'Natuur' indien het gebruik van de gronden ten behoeve van een agrarisch bedrijf is beëindigd.
Artikel 4 Bedrijf
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening': nutsvoorzieningen;
- b. ter plaatse van de aanduiding 'gemaal': een gemaal.
4.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
- a. de goothoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte (m)' aangegeven goothoogte;
- b. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde bedraagt ten hoogste 4 m.
Artikel 5 Bos
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bos' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. behoud en instandhouding van bos;
- b. water;
- c. het behoud en de versterking van de landschappelijke en natuurwaarden;
- d. in- en uitritten met een breedte van maximaal 4,5 m ten behoeve van de ontsluiting van aangrenzende bestemmingen;
- e. voorzieningen ten behoeve van een toegangspoort;
- f. bijbehorende voorzieningen zoals voet- en fietspaden en nutsvoorzieningen.
5.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
- a. op deze gronden worden uitsluitend bouwwerken, geen gebouw zijnde gebouwd;
- b. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde bedraagt:
bouwwerken, geen gebouw zijnde | maximum bouwhoogte (m) |
van terreinafscheidingen | 2 |
van lichtmasten | 6 |
tuinmeubilair | 2 |
toegangspoort en penanten | 4 |
andere bouwwerken, geen gebouw zijnde | 3 |
5.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 6 Bos - Wonen
6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bos - Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. instandhouding en ontwikkeling van bos;
- b. wonen al dan niet in combinatie met aan-huis-verbonden beroep en bedrijf;
- c. een open zone;
- d. ter plaatse van de aanduidingen 'specifieke vorm van bos - 1' en 'specifieke vorm van bos - 2' uitsluitend voor de instandhouding, dan wel ontwikkeling en instandhouding van afschermende bosstroken;
- e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bos - 2' en 'specifieke vorm van bos - 3' tevens in- en uitritten met een breedte van maximaal 4,5 m ten behoeve van de ontsluiting van aangrenzende bestemmingen;
- f. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bos - 3' uitsluitend voor de instandhouding, dan wel ontwikkeling en instandhouding van afschermende bosstroken en voor parkeervoorzieningen voor bezoekers;
- g. water;
- h. en in verband daarmee voor:
- 1. overig verblijfsgebied met een functie voor verblijf, verplaatsing en gebruik ten dienste van de aangrenzende bestemmingen waaronder woonstraten en voet- en fietspaden;
- 2. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals erven, bruggen, tuinen, groen- en speelvoorzieningen, nutsvoorzieningen en parkeervoorzieningen.
6.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
6.3 Afwijken van de bouwregels
Afwijkingsregels voor kleinere kavels
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 6.2.1 om per maatvoeringsvlak ten hoogste 1 boskavel toe te staan met een kaveloppervlakte van dan 1.300 m² met inachtneming van de volgende regels:
- a. de oppervlakte van gebouwen inclusief bijbehorende bouwwerken en overkappingen bedraagt ten hoogste 20% van de boskavel met een maximum van 165 m²;
- b. de oppervlakte van een boskavel bedraagt ten minste 600 m²;
- c. het percentage bos bedraagt ten minste 55%;
- d. het aantal vrijstaande bijgebouwen per boskavel bedraagt ten hoogste 1;
- e. per boskavel wordt in ieder geval een bosrand ontwikkeld en/of in stand gehouden met een breedte van ten minste:
- 1. 3 m vanaf de erfgrens;
- 2. 6 m vanaf de grens met zijwegen;
met dien verstande dat voor boskavels die grenzen aan een watergang aan die zijde geen bosrand ontwikkeld en/of in stand gehouden hoeft te worden, mits deze watergang aan de overzijde niet grenst aan de bestemmingen 'Agrarisch met waarden - Natuur enlandschapswaarden'en 'Natuur';
- f. het totale aantal woningen binnen het maatvoeringsvlak blijft gelijk.
6.4 Specifieke gebruiksregels
Artikel 7 Gemengd
7.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. ter plaatse van de aanduiding 'wonen': wonen al dan niet met aan-huis-verbondenberoep en bedrijf;
- b. sociaal-culturele voorzieningen;
- c. maatschappelijke voorzieningen;
- d. werkateliers.
7.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
- a. het bestaande gebouw wordt gehandhaafd;
- b. de goothoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste de bestaande goothoogte;
- c. gebouwen mogen niet uitwendig worden uitgebreid, vernieuwd of veranderd, met uitzondering van:
- 1. aangebouwde bijbehorende bouwwerken en aangebouwde overkappingen;
- 2. bouwwerken zoals dakterrassen, dakkappelen en dakramen;
- d. het maximum aantal woningen ter plaatse van de aanduiding 'wonen' bedraagt ten hoogste het met de aanduiding 'maximum aantal woningen' aangegeven aantal.
7.3 Afwijken van de bouwregels
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van lid 7.2 onder a om uitbreiding en/of vernieuwing of verandering van (delen van) gebouwen toe te staan - anders dan in dat lid bedoeld-, met dien verstande dat advies is ingewonnen bij de welstandscommissie en erfgoedcommissie en:
- a. het betrokken bouwplan (mede) strekt tot behoud of herstel van het gebouw en/of de oorspronkelijke toestand;
- b. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de karakteristiek van het gebouw;
- c. het delen van een gebouw of bijgebouwen betreft, die op zichzelf niet als karakteristiek vallen aan te merken, en door sloop daarvan geen onevenredige aantasting van de karakteristieke uitwendige hoofdvorm plaatsvindt.
7.4 Specifieke gebruiksregels
7.5 Afwijken van de gebruiksregels
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 7.1, en horeca tot en met categorie 2, toestaan, mits:
- a. het oppervlak niet meer bedraagt dan 200 m²;
- b. horeca uitsluitend op de begane grondlaag wordt gerealiseerd;
- c. er geen onevenredige milieubelasting is op de omliggende woningen.
Artikel 8 Groen
8.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. groen, water, speelvoorzieningen, in- en uitritten, objecten van beeldende kunst en voetpaden;
- b. behoud, herstel en ontwikkeling van het park;
- c. parkeervoorzieningen;
- d. bij deze bestemming behorende nutsvoorzieningen.
8.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
- a. de bouwhoogte van nutsvoorzieningen bedraagt ten hoogste 3,5 m;
- b. de oppervlakte van nutsvoorzieningen bedraagt ten hoogste 30 m²;
- c. de bouwhoogte en maximum oppervlak -indien van toepassing- van bouwwerken, geen gebouw zijnde bedraagt:
bouwwerken, geen gebouw zijnde | maximum bouwhoogte (m) |
van erf- en terreinafscheidingen | 2 |
van lichtmasten | 6 |
tuinmeubilair | 2 |
overige overkappingen, tot een totaal oppervlak van 30 m² | 4,5 |
objecten van beeldende kunst | 4 |
andere bouwwerken, geen gebouw zijnde | 3 |
8.3 Specifieke gebruiksregels
Voor het gebruik van gronden gelden de volgende regels:
- a. parkeren is uitsluitend toegestaan indien dit de uitstraling en ontwikkeling van het park niet onevenredig aantast;
- b. het totaal aantal parkeervoorzieningen voor bezoekers binnen de bestemming 'Groen', 'Groen - Wonen' en de bestemming 'Bos - Wonen' met de aanduiding 'specifieke vorm van bos - 3' bedraagt ten hoogste 46 en met dien verstande dat op de gronden met de aanduiding 'specifieke vorm van bos - 3' het aantal parkeervoorzieningen in totaal ten hoogste 15 bedraagt.
Artikel 9 Groen - Wonen
9.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Groen - Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wonen al dan niet met aan-huis-verbonden beroep en bedrijf;
- b. groenvoorzieningen, water, speelvoorzieningen, in- en uitritten, objecten van beeldende kunst;
- c. parkeervoorzieningen, uitsluitend half verdiept onder de hoofdgebouwen, met dien verstande dat parkeren voor bezoekers niet onder de hoofdgebouwen gerealiseerd hoeft te worden;
- d. bij deze bestemming behorend verblijfsgebied met een functie voor verblijf, verplaatsing en gebruik ten dienste van de aangrenzende bestemmingen waaronder woonstraten, nutsvoorzieningen, lichtmasten en voet- en fietspaden.
9.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
9.3 Specifieke gebruiksregels
Artikel 10 Maatschappelijk
10.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. ter plaatse van de aanduiding 'begraafplaats': uitsluitend een begraafplaats;
- b. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, nutsvoorzieningen, water en paden.
10.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
- a. op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouw zijnde ten behoeve van de bestemming worden gebouwd;
- b. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde bedraagt ten hoogste 3 m.
Artikel 11 Natuur
11.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. behoud, herstel en ontwikkeling van natuur- en landschapswaarden;
- b. water;
- c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bos - 2': tevens ontwikkeling en instandhouding van afschermende bosstroken.
11.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
- a. op deze gronden worden uitsluitend erfafscheidingen gebouwd;
- b. de bouwhoogte van erfafscheidingen bedraagt ten hoogste 1 m.
11.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 12 Tuin
12.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. tuinen bij de op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouwen;
- b. in- en uitritten naar woningen en erven;
- c. bij deze bestemming behorende voorzieningen zoals groen, water, parkeervoorzieningen en nutsvoorzieningen.
12.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
- a. op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouw zijnde worden gebouwd;
- b. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde bedraagt:
bouwwerken, geen gebouw zijnde maximum bouwhoogte (m) van erf- en terreinafscheidingen en tuinmuur 2 van lichtmasten 6 tuinmeubilair 2 toegangspoort en penanten ten behoeve van het achtergelegen woongebied ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 1' 4 andere bouwwerken, geen gebouw zijnde, met uitzondering van op de grond staande zonnepanelen 3 - c. in afwijking van het bepaalde onder a geldt dat erker en/of luifel aan de voorgevel van een hoofdgebouw is toegestaan met dien verstande, dat:
- 1. de diepte niet meer bedraagt dan 2 m, waarbij tenminste 2 m tuindiepte dient te resteren;
- 2. de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 0,30 m boven de bovenkant van de scheidingsconstructie met de tweede bouwlaag van de woning;
- 3. de breedte niet meer bedraagt dan:
- indien de breedte van het bestaande raamkozijn wordt benut, de breedte van het bestaande raamkozijn plus de zijwanden van het bijbehorende bouwwerk;
- in andere gevallen mag de breedte niet meer bedragen dan 3,5 m;
- 4. er nog geen bijbehorend bouwwerk aan de voorzijde van de woning is gerealiseerd;
- 5. een bijbehorend bouwwerk kan worden uitgevoerd in een combinatie van een erker met een boven de entree van de woning doorlopende luifel.
Artikel 13 Verkeer
13.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wegen met ten hoogste 2 x 1 doorgaande rijstrook, voet- en fietspaden;
- b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - calamiteitenroute': uitsluitend een langzaam verkeers- en calamiteitenroute;
- c. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals geluidswerende voorzieningen, groen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen, kunstwerken en water.
13.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
- a. op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouw zijnde worden gebouwd;
- b. de bouwhoogte van een toegangspoort en penanten ten behoeve van het achtergelegen woongebied bedraagt ten hoogste 4 m;
- c. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde anders dan ten behoeve van de verkeersregeling, de wegaanduiding of de verlichting, bedraagt ten hoogste 3 m;
- d. de bouwhoogte van lichtmasten bedraagt ten hoogste 6 m.
Artikel 14 Water
14.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. water ten behoeve van de waterhuishouding;
- b. ondergeschikt groen;
- c. steigers;
- d. duikers en bruggen ten behoeve van de ontsluiting van woonpercelen en voet- en fietspaden.
14.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
- a. op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouw zijnde worden gebouwd;
- b. steigers tot 10 m² waarbij de waterdoorgang niet mag worden gehinderd.
Artikel 15 Wonen
15.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Wonen aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wonen al dan niet in combinatie met aan-huis-verbonden beroep en bedrijf;
- b. ter plaatse van de aanduiding 'kantoor': tevens kantoorruimte en werkatelier;
- c. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals erven, nutsvoorzieningen, lichtmasten, parkeervoorzieningen, in- en uitritten, erfafscheidingen, tuinen en water.
15.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
15.3 Specifieke gebruiksregels
Artikel 16 Woongebied - 1
16.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Woongebied - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wonen al dan niet in combinatie met aan-huis-verbonden beroep en bedrijf;
- b. bos;
- c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bos - 2' uitsluitend voor de instandhouding, dan wel ontwikkeling en instandhouding van een afschermende bosstrook en tevens in- en uitritten met een breedte van maximaal 4,5 m ten behoeve van de ontsluiting van aangrenzende bestemmingen;
- d. water;
- e. en in verband daarmee voor:
- 1. ter plaatse van de aanduiding 'pad': in ieder geval voor een fietsverbinding met een breedte van ten hoogste 4 m;
- 2. overig verblijfsgebied met een functie voor verblijf, verplaatsing en gebruik ten dienste van de aangrenzende bestemmingen waaronder woonstraten en voet- en fietspaden;
- 3. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals erven, bruggen, tuinen, groen- en speelvoorzieningen, nutsvoorzieningen en parkeervoorzieningen.
16.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
16.3 Afwijken van de bouwregels
16.4 Specifieke gebruiksregels
Artikel 17 Woongebied - 2
17.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Woongebied - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wonen al dan niet in combinatie met aan-huis-verbonden beroep en bedrijf;
- b. water;
- c. en in verband daarmee voor:
- 1. verblijfsgebied met een functie voor verblijf, verplaatsing en gebruik ten dienste van de aangrenzende bestemmingen waaronder woonstraten en voet- en fietspaden;
- 2. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals erven, tuinen, water, groen- en speelvoorzieningen, erfafscheidingen, nutsvoorzieningen en parkeervoorzieningen.
17.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
17.3 Afwijken van de bouwregels
17.4 Specifieke gebruiksregels
Artikel 18 Leiding - Riool
18.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden zijn – behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) – mede bestemd voor een rioolleiding.
18.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
- a. op deze gronden mogen ten behoeve van de in lid 18.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 3 m;
- b. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag – met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels – uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering.
18.3 Afwijken van de bouwregels
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van lid 18.2 onder b, indien de bij de betrokken bestemming behorende bouwregels in acht worden genomen en het belang van de leiding(en) door de bouwactiviteiten niet onevenredig wordt geschaad.
18.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 19 Waarde - Archeologie Categorie 1b
19.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie categorie 1b' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden.
19.2 Bouwregels
19.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden
19.4 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 20 Waarde - Archeologie Categorie 4
20.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie categorie 4' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden.
20.2 Bouwregels
20.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden
20.4 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 21 Waarde - Archeologie Categorie 5
21.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie categorie 5' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden.
21.2 Bouwregels
21.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden
21.4 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 22 Waarde - Archeologie Categorie 8
22.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie categorie 8' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden.
22.2 Bouwregels
22.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden
22.4 Wijzigingsbevoegdheid
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 23 Antidubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 24 Algemene Bouwregels
24.1 Ondergeschikte bouwdelen
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen binnen bouw- en bestemmingsgrenzen en bij de bepaling het bebouwde oppervlakte worden ondergeschikte bouwdelen van bouwwerken, zoals plinten, pilasters, luifels, kozijnen, gevelversieringen, brandtrappen, ventilatiekanalen, uitspringende schoorsteenwanden, gevel- en kroonlijsten, overstekende daken en daarmee gelijk te stellen onderdelen waarvan de overschrijding van de bouwgrens of de bestemmingsgrens niet meer bedraagt dan 1,5 m, buiten beschouwing gelaten.
Overschrijding van bouwgrenzen is niet toegestaan indien dit ertoe leidt dat wordt gebouwd op de gronden met de aanduidingen 'specifieke vorm van bos - 1' en 'specifieke vorm van bos - 2'.
24.2 Bestaande bebouwing
- a. Voor een bouwwerk, dat bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden en dat in het plan ingevolge de bestemming is toegelaten, maar waarvan de bestaande afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen afwijken van de bouwregels van de betreffende bestemming, geldt dat:
- 1. bestaande maten, die meer bedragen dan in hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen als ten hoogste toelaatbaar worden aangehouden;
- 2. bestaande maten, die minder bedragen dan in hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen als ten minste toelaatbaar worden aangehouden.
- b. In geval van herbouw is lid a onder 1 en 2 uitsluitend van toepassing, indien de herbouw op dezelfde plaats plaatsvindt.
- c. Op een bouwwerk als hiervoor bedoeld, is het Overgangsrecht bouwwerken als opgenomen in dit plan niet van toepassing.
24.3 Ondergronds bouwen
Voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken onder het hoofdgebouw gelden de volgende regels:
- a. de bouwdiepte van ondergrondse bouwwerken bedraagt ten hoogste 5 m beneden maaiveld;
- b. ondergrondse ruimten zijn uitsluitend toelaatbaar onder woningen en dienen dienstbaar aan de woning te zijn.
Artikel 25 Algemene Gebruiksregels
25.1 Strijdig gebruik
Onder strijdig gebruik wordt in elk geval verstaan:
- a. een gebruik van gronden als stort- en/of opslagplaats van grond en/of afval, met uitzondering van een zodanig gebruik voor het normale op de bestemming gerichte gebruik en onderhoud;
- b. een gebruik van, gronden als stallings- en/of opslagplaats van één of meer aan het gebruik onttrokken machines, voer-, vaar- of vliegtuigen, met uitzondering van een zodanig gebruik voor het normale op de bestemming gerichte gebruik en onderhoud;
- c. een gebruik van gronden en bouwwerken voor een seksinrichting dan wel ten behoeve van prostitutiebedrijf;
- d. een gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van een automatenhal voor zover niet anders bepaald;
- e. een gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijfsmatige vuurwerkopslag;
- f. het plaatsen of geplaatst houden van onderkomens;
- g. het gebruik van (vrijstaande) bijbehorende bouwwerken als zelfstandige woning;
- h. het gebruik van gronden en de daarop voorkomende bouwwerken als coffeeshop;
- i. het gebruik of laten gebruiken van antennedragers voor reclamedoeleinden.
Artikel 26 Algemene Afwijkingsregels
26.1 Algemeen
Het bevoegd gezag kan - tenzij op grond van hoofdstuk 2 reeds afwijking mogelijk is - bij een omgevingsvergunning afwijken van de regels voor:
- a. de gegeven maten, afmetingen en percentages tot niet meer dan 10% van die maten, afmetingen en percentages, met uitzondering van het maximum aantal woningen, open zone, en de goot- en bouwhoogte van hoofdgebouwen;
- b. de bouwregels en toestaan dat bouwgrenzen worden overschreden met maximaal 2 m, indien een meetverschil daartoe aanleiding geeft of uit een oogpunt van doelmatig gebruik van de gronden;
- c. de bouwregels en toestaan dat bouwgrenzen worden overschreden met maximaal 1,5 m ten behoeve van balkons;
- d. de bouw van niet voor bewoning bestemde gebouwen en overige bouwwerken, geen gebow zijnde met een inhoud van ten hoogste 30 m³ en een bouwhoogte van niet meer dan 3 m (ten dienste van het openbaar nut), zoals schakelhuisjes, transformatorhuisjes, abri's, muurtjes, standbeelden en straatmeubilair.
26.2 Randvoorwaarden voor een omgevingsvergunning
Het bevoegd gezag verleend slechts medewerking aan een omgevingsvergunning voor het afwijken mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:
- a. het straat- en bebouwingsbeeld;
- b. de woonsituatie;
- c. de milieusituatie;
- d. de verkeersveiligheid;
- e. de sociale veiligheid;
- f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
- g. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad.
Artikel 27 Algemene Wijzigingsregels
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de van deze regels deel uitmakende 'Staat vanBedrijfsactiviteiten' als volgt te wijzigen:
- het toevoegen en schrappen van soorten bedrijven en soorten opslag en installaties en het veranderen van de categorie-indeling van soorten bedrijven, opslagen en installaties, voor zover veranderingen in de bedrijfsvoering en de milieugevolgen van soorten bedrijven, opslagen en installaties hiertoe aanleiding geven.
Artikel 28 Overige Regels
28.1 Parkeernormen
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 29 Overgangsrecht
29.1 Overgangsrecht bouwwerken
Voor bouwwerken luidt het overgangsrecht als volgt:
- a. een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
- 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- 2. na het tenietgaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is tenietgegaan;
- b. het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van dit lid onder a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in dit lid onder a met maximaal 10%;
- c. dit lid onder a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
29.2 Overgangsrecht gebruik
Voor gebruik luidt het overgangsrecht als volgt:
- a. het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet;
- b. het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in dit lid onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind;
- c. indien het gebruik, bedoeld in dit lid onder a, na het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten;
- d. dit lid onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 30 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als: 'Regels van het bestemmingsplan Landgoed Sancta Maria 2024'.
Bijlagen Bij De Regels
Bijlage 1 Kavelkaart
Bijlage 2 Staat Van Bedrijfsactiviteiten
Hoofdstuk 1 Inleiding
1.1 Aanleiding
In 2015 hebben de gemeenteraden van Noordwijk en Noordwijkerhout de bestemmingsplannen vastgesteld die de planologische basis vormden voor het nieuw te ontwikkelen Landgoed Sancta Maria. Daaropvolgend zijn tijdens de uitgifte van de kavels een aantal afwijkingen op de bestemmingsplannen ontstaan. Ook is gebleken dat de regelingen van beide bestemmingsplannen niet geheel overeenkomen. Tevens is er een aantal onjuistheden in de regelingen aan het licht gekomen. Om dit te herstellen is er voor gekozen om voor beide plangebieden één herziening op te stellen, onder de noemer 'Landgoed Sancta Maria 2024'.
1.2 Ligging Plangebied
Het plangebied ligt dicht bij de duinrand. Het plangebied wordt aan de noordzijde begrensd door de Langevelderlaan met daarachter de landbouwgronden in de vorm van bollenvelden. Aan de westzijde wordt het gebied begrensd door de duinen van Noordwijk.
De zuid- en zuidwestzijde van het plangebied worden begrensd door de bollenvelden op het grondgebied van de gemeenten Noordwijk en Noordwijkerhout.
Tegen de noordoostzijde van het plangebied ligt aan de overzijde van de Langevelderweg het bungalowpark Sollasi met het Oosterduinse meer.
Figuur 1.1 Weergave plangebied
1.3 Vigerende Bestemmingsplannen
Ter plaatse van het plangebied gelden de volgende bestemmingsplannen:
- Landgoed Sancta Maria (gemeente Noordwijk), vastgesteld op 10 september 2015;
- Landgoed Sancta Maria (voormalige gemeente Noordwijkerhout), vastgesteld op 1 oktober 2015;
- 1e herziening bestemmingsplan Landgoed Sancta Maria, vastgesteld op 14 juli 2020.
Daarnaast gelden de volgende paraplubestemmingsplannen:
- Paraplu Bestemmingsplan Parkeren, vastgesteld op 15 maart 2018;
- Paraplu Bestemmingsplan Parkeren en Wonen, vastgesteld op 27 september 2018.
1.4 Leeswijzer
De herziening 'Landgoed Sancta Maria 2024' bestaat uit een toelichting, de regels en de verbeelding.
De toelichting van deze herziening is als volgt opgebouwd:
- Hoofdstuk 2 geeft een beschrijving van de wijzigingen die in deze herziening worden doorgevoerd;
- Hoofdstuk 3 behandelt de omgevingsaspecten;
- Hoofdstuk 4 geeft een uitleg van de bij dit plan behorende regeling;
- Hoofdstuk 5 maakt de uitvoerbaarheid van het plan inzichtelijk.
Hoofdstuk 2 Beschrijving Herziening
2.1 Inleiding
In dit hoofdstuk worden de aanpassingen ten opzichte van de vigerende bestemmingsplannen beschreven.
2.2 Wijzigingen Herziening
Wijziging | Toelichting |
Samenvoeging bestemmingsplannen | De verbeeldingen en de planregels van de oorspronkelijke bestemmingsplannen 'Landgoed Sancta Maria' van de voormalige gemeente Noordwijk en de voormalige gemeente Noordwijkerhout en het bestemmingsplan '1e herziening bestemmingsplan Landgoed Sancta Maria' zijn samengevoegd. De regeling van de oorspronkelijke plannen waren op elkaar afgestemd. Wel hanteerde beide gemeenten op sommige punten een andere formulering van bijvoorbeeld begripsbepalingen. In deze herziening is de formulering van de voormalige gemeente Noordwijk als uitgangspunt gebruikt. |
Toevoegen parapluplannen | Na de vaststelling van de oorspronkelijke plannen heeft de gemeente de paraplubestemmingsplannen 'Paraplu Bestemmingsplan Parkeren' en 'Paraplu Bestemmingsplan Parkeren en Wonen' opgesteld. Deze herziening vervangt de paraplubestemmingsplannen. Hierom zijn de regelingen uit de plannen overgenomen in deze herziening. |
Bijwerken archeologische dubbelbestemmingen | In 2020 heeft de gemeente Noordwijk nieuw archeologisch beleid vastgesteld. Een onderdeel van beleid is de nieuwe 'Archeologische beleidsadvieskaart gemeente Noordwijk'. Op deze beleidskaart staan de herijkte archeologische verwachtingswaarden weergegeven. In deze herziening zijn de archeologische dubbelbestemmingen aan de hand van deze beleidskaart bijgewerkt. |
Aanpassing Bernadettelaan 5 en 7 | Op basis van de verleende omgevingsvergunning 'Bernadettelaan 7, kavel 902 te Noordwijkerhout' is de bestemming 'Bos - Wonen' uitgebreid. Deze omgevingsvergunning is verleend om de woning buiten de ter plaatse aanwezige houtopstanden mogelijk te maken. Met de uitbreiding van de bestemming 'Bos - Wonen' is dit ter plaatse van beide percelen juridisch-planologisch vastgelegd.![]() |
Bestemmen ontsluitingswegen | In de bestemmingsplannen waren sommige ontsluitingswegen binnen de bestemming 'Verkeer' en sommige in de bestemming 'Bos - Wonen' geregeld. Inmiddels zijn alle wegen binnen het plangebied gerealiseerd en is er de wens om één eenduidige regeling op te nemen. In deze herziening zijn hierom alle wegen binnen de bestemming 'Verkeer' geregeld. De wegen binnen de bestemmingen 'Woongebied - 1' en 'Woongebied - 2' zijn hiervan uitgezonderd. |
Verwijderen verkeersaanduidingen in Bos - Wonen | Met het bestemmen van de ontsluitingswegen in deze herziening komen de aanduidingen 'specifieke vorm van verkeer - weg' en 'pad' te vervallen. Ter plaatse van deze aanduidingen ligt nu namelijk de bestemming 'Verkeer', waardoor ze overbodig zijn. |
Zwembad Pauluslaan 202 | Binnen de bestemming 'Bos - Wonen' zijn zwembaden bij woningen toegestaan. Ter plaatse van Pauluslaan 202 bestaat het voornemen om een onoverdekt zwembad op het naastgelegen aangekochte kavel binnen de bestemming 'Bos - Wonen' te realiseren. Binnen deze bestemming zijn zwembaden alleen mogelijk bij woningen die binnen deze bestemming liggen. Om een onoverdekt zwembad voor Pauluslaan 202 mogelijk te maken is er een aanduiding 'zwembad' toegevoegd aan het aangekochte perceel. Binnen deze aanduiding is een onoverdekt zwembad met een grootte van maximaal 100 m² toegestaan. Dit is overeenkomstig met de toegelaten zwembaden binnen de andere bestemmingen.![]() |
Herindeling maatvoeringsvlakken 'maximaal aantal woningen' | In de oorspronkelijke bestemmingsplannen zijn er op basis van de destijds geldende verkaveling maatvoeringsvlakken met woningaantallen aan het plangebied toegekend. Achteraf is de verkaveling op sommige plekken verschoven. Bovendien worden er 7 woningen minder dan eerder voorzien mogelijk gemaakt. Op deze manier kan er meer groen behouden blijven wat een meerwaarde is voor het Landgoed. Door de herindeling komen de aantallen in maatvoeringsvlakken op sommige plekken niet meer overeen met het aantal daadwerkelijk gerealiseerde bouwkavels voor woningen. In deze herziening zijn de maatvoeringsvlakken met de woningaantallen heringedeeld naar de definitieve verkaveling. Deze definitieve verkaveling is verankerd in 'Bijlage 1 Kavelkaart' in de planregels. Een overzicht van de nieuwe maatvoeringsvlakken is opgenomen in 'Bijlage 1Maatvoeringsvlakken woningaantallen' van de toelichting. |
Herstellen fout bouwregels | In de regels van het oorspronkelijke bestemmingsplan 'Landgoed Sancta Maria' is in een kolom de tekst 'afstand tot voorgevel gebouw (m)' opgenomen, waardoor een letterlijke afstand van 1 meter vanaf bijbehorende bouwwerken tot de voorgevelrooilijn geldt. Dit moest zijn 'minimale afstand achter voorgevelrooilijn (m)', waardoor bijbehorende bouwwerken 1 meter achter de voorgevellijn moeten worden gebouwd. Met het samenvoegen van de planregeling is deze fout hersteld. Zie artikel 6.2.1 onder g voor de betreffende planregel. |
Herstellen fout specifieke gebruiksregel Bos - Wonen | In de regels van het oorspronkelijke bestemmingsplan 'Landgoed Sancta Maria' is per abuis een minimum percentage voor een 'open zone' opgenomen. Dit moest een maximum percentage zijn. Met het samenvoegen van de planregeling is deze fout hersteld. Zie artikel 6.4.1 voor de betreffende planregel. |
Beperken bouwmogelijkheden binnen de bestemming Natuur | In het oorspronkelijke bestemmingsplan 'Landgoed Sancta Maria' waren binnen de bestemming Natuur onbedoeld ondergrondse bouwmogelijkheden mogelijk gemaakt. In deze herziening is dit hersteld door uitsluitend bouwmogelijkheden voor erfafscheidingen op te nemen. Het oprichten van andere bouwwerken is niet mogelijk. |
Hoofdstuk 3 Omgevingsaspecten
Op grond van het bepaalde in het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) is het bij het opstellen van een bestemmingsplan verplicht om inzicht te bieden in de relevante planologische en milieuhygiënische aspecten. Als een bestemmingsplan nieuwe ontwikkelingen mogelijk maakt, moet worden aangetoond dat dit haalbaar is in relatie tot de planologische en milieuhygiënische aspecten.
De bestaande ruimtelijke en functionele structuur van het plangebied wijzigen niet inhoudelijk. De voorliggende herziening is met name gericht op het samenvoegen van twee planregelingen en het verwerken van enkele technische correcties. Daarmee worden geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt. Daarnaast worden er met deze correcties zelfs 7 woningen minder dan oorspronkelijk mogelijk gemaakt. Hierom kan voor deze aspecten worden volstaan met een korte kwalitatieve onderbouwing. Voor de volledige onderzoeken wordt verwezen naar het moederplan.
Geluid
Volgens de Wet geluidhinder moet voor geluidsgevoelige functies akoestisch onderzoek uitgevoerd worden indien deze gelegen zijn binnen de zone van een weg. Met deze herziening worden geen nieuwe geluidsgevoelige functies (woningen, maatschappelijke functies) mogelijk gemaakt. Ook worden geen geluidsgevoelige functies verplaatst. Er vinden enkel ondergeschikte technische wijzigingen plaats.
Bedrijven en milieuzonering
In het kader van een goede ruimtelijke ordening is in het moederplan onderzocht wat de afstand is van bedrijven in de omgeving aanwezig tot de beoogde woningen binnen het plangebied. De situatie ten opzichte van het moederplan is ongewijzigd. Geconcludeerd wordt dat ter plaatse van de beoogde woningen, gelet op de aard van de omgeving, sprake is van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat.
Externe Veiligheid
Bij ruimtelijke plannen wordt ten aanzien van externe veiligheid gekeken naar bedrijven waar opslag, gebruik en/of productie van gevaarlijke stoffen plaatsvindt én vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg, het spoor, het water of door buisleidingen.
Het plan ligt niet in het invloedsgebied van een bedrijf waar gevaarlijke stoffen worden opgeslagen of geproduceerd en niet in het invloedsgebied van een weg, spoorlijn, waterweg of buisleiding die wordt gebruikt voor het transport van gevaarlijke stoffen. Daarnaast voorziet deze herziening niet in een toename van het aantal personen binnen het plangebied. Het aspect externe veiligheid vormt geen belemmering voor deze herziening.
Luchtkwaliteit
Onderhavig bestemmingsplan voorziet niet in de toevoeging van één of meerdere woningen. Daarmee valt het plan onder het Besluit niet in betekenende mate. Dit betekent dat het plan niet in betekenende mate bijdraagt aan de luchtkwaliteit ter plaatse en dat nader onderzoek niet noodzakelijk wordt geacht.
Water
Het plangebied ligt binnen het beheersgebied van het Hoogheemraadschap Rijnland, verantwoordelijk voor het waterkwantiteits- en waterkwaliteitsbeheer. Er is onderzocht of het planvoornemen in strijd is met duurzaam waterbeheer.
Binnen het plangebied vindt een toename in verharding plaats van 13.175 m². Het merendeel van deze verharding is inmiddels gerealiseerd. De compensatie-eis van het waterschap is dat 15% van de totale toename in verharding gecompenseerd moet worden door de aanleg van functioneel open water. De compensatie-eis voor deze ontwikkeling komt hierdoor uit op 1.976,25 m² (15% van 13.175 m²). Binnen het plangebied is 6.425 m² aan watergangen gegraven. Dit is ruim voldoende om aan de compensatie-eis te voldoen.
Ecologie
Met de herziening worden geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt ten opzichte van het moederplan. Er vindt alleen een aantal enkele technische wijzigingen plaats. Het aspect ecologie vormt dan ook geen belemmering.
Bodemkwaliteit
In verband met de uitvoerbaarheid van een plan dient rekening te worden gehouden met de bodemgesteldheid in het plangebied. In het moederplan is het aspect bodem onderzocht. In deze herziening vinden geen functiewijzigingen ten opzichte van het moederplan plaats. In de financiële uitvoerbaarheid van het moederplan is rekening gehouden met de noodzakelijke saneringsmaatregelen. Gezien het voorgaande is bodemonderzoek ten behoeve van deze herziening niet noodzakelijk.
Archeologie
In 2020 heeft de gemeente Noordwijk nieuw archeologisch beleid vastgesteld. Een onderdeel van beleid is de nieuwe 'Archeologische beleidsadvieskaart gemeente Noordwijk'. Op deze beleidskaart staan de herijkte archeologische verwachtingswaarden weergegeven. In deze herziening zijn de archeologische dubbelbestemmingen aan de hand van deze beleidskaart bijgewerkt. Toekomstige ontwikkelingen dienen hieraan te worden getoetst.
Besluit milieueffectrapportage
Deze herziening maakt geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk. Er is hierom geen sprake van een stedelijk ontwikkelingsproject in het kader van het Besluit m.e.r. Verdere toetsing is niet noodzakelijk.
Hoofdstuk 4 Juridische Planbeschrijving
4.1 Toelichting Op De Gekozen Planvorm
Bestemmingsplannen Landgoed Sancta Maria 2015
Voor de herontwikkeling van Sancta Maria is oorspronkelijk een globaal bestemmingsplan opgesteld. De juridische regeling voor het woongebied is flexibel van opzet, maar doet tegelijkertijd recht aan het behoud van de kernkwaliteiten van het gebied. Voor de overige gronden in het plangebied is een gedetailleerde planvorm gehanteerd, waarbij iedere functie zijn specifieke maatbestemming heeft gekregen en nieuwe grootschalige ontwikkelingen niet mogelijk zijn.
In het bestemmingsplan is voor de verschillende deelgebieden gebruikgemaakt van verschillende globale woongebiedbestemmingen. Op gronden met deze woongebiedbestemmingen zijn interne wegen, parkeerplaatsen en groenvoorzieningen en water mogelijk. De bouwregels zijn zo opgezet dat de exacte locatie van de woning niet is vastgelegd en het woningtype naar keuze vrij is binnen de gestelde randvoorwaarden uit het beeldkwaliteitsplan. Bij het opstellen van het bestemmingsplan is het stedenbouwkundig plan (planvisie) het uitgangspunt geweest.
Globaal bestemmingsplan
Een globaal bestemmingsplan laat ruimte voor verschillende stedenbouwkundige ontwerpen. Bij globaal bestemmen hebben de kaart en de regels een globale opzet, maar de opzet van het bestemmingsplan als geheel luistert juist zeer nauw. De wijze van bestemmen moet aansluiten op de beleidsopgave die er ligt en de inpassing in de omgeving zal in bredere zin moeten worden beschouwd dan bij een concreet bouwplan.
Herziening 2024
Het voorliggende bestemmingsplan is een herziening van de bestemmingsplannen 'Landgoed Sancta Maria' van de voormalige gemeente Noordwijk en de voormalige gemeente Noordwijkerhout en het bestemmingsplan '1e herziening bestemmingsplan Landgoed Sancta Maria' van de gemeente Noordwijk. Met deze herziening blijft de bestaande globale bestemmingswijze ongewijzigd. Met deze herziening worden de bestaande bestemmingsplannen samengevoegd en vinden er enkele technische wijzigingen plaats. De wijzigingen zijn opgenomen in hoofdstuk 2.
In deze herziening is er ten behoeve van de leesbaarheid voor gekozen om de regeling van de herziene bestemmingsplannen te integreren tot één regeling. Zowel de aangepaste en de niet aangepaste onderdelen van de regeling zijn opgenomen in deze herziening.
4.2 Verbeelding
Wettelijke vereisten
De Wro bepaalt dat ruimtelijke plannen digitaal en analoog beschikbaar moeten zijn. Hierbij vormt de inhoud van de digitale versie de beslissende versie. De digitalisering brengt met zich mee dat bestemmingsplannen digitaal uitwisselbaar en op vergelijkbare wijze gepresenteerd moeten worden. Met het oog hierop stellen de Wro en de onderliggende regelgeving eisen waaraan digitale en analoge plannen moeten voldoen. Zo bevat de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen (SVBP) bindende afspraken waarmee bij het maken van bestemmingsplannen rekening moet worden gehouden. De SVBP kent (onder meer) hoofdgroepen van bestemmingen, een lijst met functie- en bouwaanduidingen, gebiedsaanduidingen en een verplichte opbouw van de planregels en het renvooi.
Leeswijzer verbeelding
Wegwijzer via internet
Het bestemmingsplan kan worden ingezien via de website www.ruimtelijkeplannen.nl. Op deze site is een gebruiksaanwijzing opgenomen. Na de inwerkingtreding van de Omgevingswet zijn deze via een zogenaamde overbruggingsfunctie raadpleegbaar in het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO)
Analoge verbeelding
Alhoewel de digitale verbeelding het uitgangspunt vormt, blijft het mogelijk het bestemmingsplan analoog in te zien. Het lezen van de analoge verbeelding is verschillend van de digitale verbeelding. Op de analoge verbeelding zijn alle functies zodanig bestemd, dat het mogelijk is om met behulp van het renvooi direct te zien welke bestemmingen aan de gronden binnen het plangebied zijn gegeven en welke regels daarbij horen. Uitgangspunt daarbij is dat de verbeelding zoveel mogelijk informatie geeft over de in acht te nemen maten en volumes.
Bestemmingsvlak en bouwvlak
De bestemmingen 'Wonen',' Maatschappelijk', 'Gemengd' en 'Bedrijf' in het plangebied bestaan uit twee vlakken: een bestemmingsvlak en een bouwvlak. Het bestemmingsvlak geeft in dat geval aan waar een bepaald gebruik toegestaan is en het bouwvlak geeft aan waar hoofgebouwen zijn toegestaan. De bestemmingen 'Bos - Wonen', 'Groen - Wonen', 'Woongebied - 1' en 'Woongebied - 2' in het plangebied zijn niet voorzien van een bouwvlak, omdat op voorhand niet is bepaald waar de bebouwing exact mag worden gerealiseerd. De maximale maten zijn af te leiden uit de regels.
Aanduidingen
Op de verbeelding is een onderscheid gemaakt in verschillende aanduidingen. Een aantal functieaanduidingen is gebruikt om de gebruiksmogelijkheden binnen een bestemming of een gedeelte daarvan nader te specificeren. Het kan hierbij gaan om een nadere specificatie van de gebruiksmogelijkheden, een expliciete verruiming daarvan of juist een beperking. Voorbeelden van functieaanduidingen zijn 'begraafplaats' en 'pad'.
Alle aanduidingen met betrekking tot de wijze van bouwen en de verschijningsvorm van bouwwerken, worden bouwaanduidingen genoemd. In het plangebied is bijvoorbeeld de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 1' opgenomen.
Alle aanduidingen die betrekking hebben op afmetingen, percentages en oppervlakten, zowel ten aanzien van het bouwen als ten aanzien van het gebruik, zijn maatvoeringaanduidingen. In het plangebied komen verschillende maatvoeringsaanduidingen voor, zoals bijvoorbeeld voor de maximum goot- en bouwhoogte en het maximum aantal wooneenheden (zie bijlage 1). Gebieden waarbinnen maatvoeringsaanduidingen zich bevinden worden ook wel maatvoeringsvlakken genoemd.
4.3 Uitleg Van De Planregels
In deze paragraaf wordt een toelichting gegeven op de planregels. De regels van het bestemmingsplan bestaan uit de volgende onderdelen:
- 1. inleidende regels;
- 2. bestemmingsregels;
- 3. algemene regels;
- 4. overgangs- en slotregels.
4.3.1 Inleidende regels
In dit hoofdstuk zijn de begrippen en wijze van meten opgenomen.
Begrippen
Dit artikel definieert de begrippen die in het bestemmingsplan worden gebruikt. Dit wordt gedaan om interpretatieverschillen te voorkomen.
Wijze van meten
Dit artikel geeft aan hoe de lengte, breedte, hoogte, diepte en oppervlakte en dergelijke van gronden en bouwwerken wordt gemeten of berekend. Alle begrippen waarin maten en waarden voorkomen worden in dit artikel verklaard.
4.3.2 Bestemmingsregels
In dit hoofdstuk zijn de regels opgenomen die behoren bij de verschillende bestemmingen in het plangebied.
Agrarisch met waarden - Natuur- en landschapswaarden
Deze bestemming geldt voor het open gebied aan de westzijde van het plangebied. Deze gronden zijn bestemd voor agrarische bedrijven in de vorm van een grondgebonden veehouderij en een paardenfokkerij, waarbij geldt dat de landschappelijke- en natuurwaarden behouden en versterkt moeten worden. De landschappelijke- en natuurwaarden worden beschermd door een omgevingsvergunningenstelsel voor werken en werkzaamheden.
Bedrijf
Ter plaatse van de entree van Sancta Maria is een nutsgebouw aanwezig. Deze blijft ook in de nieuwe situatie gehandhaafd. Om die reden is dit nutsgebouw bestemd als 'Bedrijf' met de aanduiding 'nutsvoorziening'. Daarnaast is ook een gemaal bestemd als 'Bedrijf' met de aanduiding 'gemaal'.
Bos
De bestaande en te handhaven bossen hebben de bestemming 'Bos'. Binnen deze bestemming zijn andere functies niet toegestaan en is er een beperkte mogelijkheid tot het oprichten van bouwwerken.
Binnen het deelgebied 'boszone' (zie figuur 4.1) aangrenzend gelegen aan de parkzone is daarnaast over een breedte van 15 m de bestemming 'Bos' opgenomen. Langs de ontsluitingsroute van de boszone naar de (drijf)lanen is eveneens een bestemming Bos aangehouden. Deze heeft een breedte van 6 m.
Om het bos zoveel mogelijk in stand te houden is een omgevingsvergunningenstelsel voor werken en werkzaamheden opgenomen.
Figuur 4.1 Deelgebieden Landgoed (bron: Karres en Brands)
Bos - Wonen
Deze bestemming is toegekend aan de verschillende deelgebieden in de 'boszone'. In de boszone worden vrijstaande kavels uitgegeven, met instandhoudingsplicht van het bos. Afhankelijk van de vraag wordt een kavel uitgegeven met of zonder opstal. In de planvisie wordt uitgegaan van het principe boskavel. Op de kavel wordt de woning gepositioneerd. De hagen en hekwerken welke de grens vormen tussen de open zone en de bosrand wordt opgenomen in de bosstrook. Hiervoor wordt een minimale afstand ten opzichte van de weg opgenomen.
Binnen de bestemming Bos - Wonen is het maximum aantal woningen vastgelegd alsmede de maximum goot- en bouwhoogte, het maximaal percentage open zone en het minimum percentage bos.
Naast het wonen zijn binnen de bestemming ook (tertiaire) wegen, water, bruggen, parkeervoorzieningen, duikers en nutsvoorzieningen toegestaan. In de planregels zijn daarnaast de voor het bestemmingsplan relevante facetten uit het Beeldkwaliteitsplan doorvertaald in de juridische regeling.
Gemengd
Ter plaatse van de voormalige kerk waar naast het wonen ook lichte horeca, sociaal-culturele voorzieningen werkateliers en maatschappelijke voorzieningen zijn toegestaan, is de bestemming 'Gemengd' opgenomen.
Groen
De bestemming Groen is gegeven aan de onbebouwde gebieden in de parkzone. Op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd.
Groen - Wonen
Op de plaats waar ooit bebouwing heeft gestaan, of daar waar ruimte in het park is, is nieuwe bebouwing toegevoegd in de vorm van urban villa's. Hiermee is het cultuurhistorische ensemble in ere hersteld. In totaal is op vier locaties om die reden de bestemming 'Groen - Wonen' opgenomen. Voor drie urban villa's is een positieve bestemming opgenomen.
In de planregels is een aantal zaken vastgelegd, zoals het maximum aantal woningen, het maximum aantal bouwlagen, de afstand van het hoofdgebouw tot wegen, het maximum oppervlak per hoofdgebouw en de maximum bouwhoogte. Bewonersparkeren vindt plaats in een halfverdiepte parkeergarage onder de urban villa's. Hiervoor is een regeling opgenomen in het bestemmingsplan.
Maatschappelijk
Deze bestemming is uitsluitend gegeven aan de bestaande begraafplaats. De begraafplaats heeft de aanduiding 'begraafplaats' gekregen.
Natuur
Binnen het plangebied is op een aantal plekken aan de gronden de bestemming 'Natuur' toegekend. De bestemming is specifiek bedoeld voor het behoud en de versterking van de landschappelijke- en natuurwaarden. Ook hier is een omgevingsvergunningenstelsel voor werken en werkzaamheden opgenomen ter bescherming van die waarden.
Verkeer
De wegen en straten zijn bestemd als Verkeer. Binnen deze bestemming zijn wegen met ten hoogste twee doorgaande rijstroken toegestaan, alsmede langzaamverkeerverbindingen, parkeervoorzieningen, groen, water en dergelijke. Binnen de bestemming mogen uitsluitend bouwwerken geen gebouw zijnde worden gebouwd.
Tuin
De bestaande woningen in het plangebied hebben aan de voor- en zijkant (gedeeltelijk) van het hoofdgebouw de bestemming 'Tuin'. Op deze gronden mag beperkt worden gebouwd.
Water
Watergangen in het plangebied hebben de bestemming 'Water'. Binnen de bestemming zijn uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toegestaan, zoals keermuren, oeverbeschoeiingen, duikers, bruggen en steigers. Water is ook mogelijk binnen diverse andere bestemmingen ten behoeve van de wateraanvoer en -afvoer, waterberging en sierwater.
Wonen
De oorspronkelijke bebouwing (paviljoens) die is behouden en verbouwd naar woningen heeft de bestemming 'Wonen'. De gebouwen zijn gesplitst in herenhuizen en/of appartementen. Ook de bestaande woningen langs de randen van het plangebied hebben de bestemming Wonen.
Woongebied - 1
Deze bestemming is toegekend aan het deelgebied 'de tuinen'. Ter plaatse van de tuinen zijn vrije kavels uitgegeven, die zijn omzoomd door brede en groene kavelgrenzen. Afhankelijk van de vraag zijn kavels uitgegeven met of zonder opstal. Naast het wonen zijn binnen de bestemming Woongebied - 1 ook (tertiaire) wegen, water, bos, bruggen, parkeervoorzieningen en nutsvoorzieningen toegestaan. Binnen de bestemming Woongebied - 1 is het maximum aantal woningen vastgelegd alsmede het maximum oppervlakte gebouwen en overkappingen, het maximum aantal bijgebouwen, de afstand van hoofdgebouwen tot de erfgrens en de maximum goot- en bouwhoogte.
Woongebied - 2
Deze bestemming is gegeven aan het deelgebied 'de lanen'. Hier zijn ruime kavels uitgegeven met vrijstaande woningen en groene, brede erfafscheidingen. Afhankelijk van de vraag is een kavel uitgegeven met of zonder opstal. Naast het wonen zijn binnen de bestemming Woongebied - 2 ook (tertiaire) wegen, water, bos, bruggen, parkeervoorzieningen en nutsvoorzieningen toegestaan. Binnen de bestemming Woongebied - 2 is het maximum aantal woningen vastgelegd alsmede het maximum oppervlakte gebouwen en overkappingen, het maximum aantal bijgebouwen, de afstand van hoofdgebouwen tot de erfgrens en de maximum goot- en bouwhoogte.
Leiding - Riool
De in het plangebied aanwezige onderhoudsstrook en erfdienstbaarheidsstrook van het hoofdriool is als zodanig bestemd.
Waarde - Archeologie categorie 1b, Waarde - Archeologie categorie 4, Waarde - Archeologie categorie 5 en Waarde - Archeologie categorie 8
In het plangebied zijn gebieden aanwezig met archeologische verwachtingswaarden. Afhankelijk van de betreffende verwachtingswaarden zijn de gronden voorzien van een dubbelbestemming.
Voor deze gebieden geldt een vergunningsverplichting bij grondwerkzaamheden boven de volgende vrijstellingsgrenzen:
- dieper dan 30 cm onder maaiveld (Waarde – Archeologie categorie 1b);
- dieper dan 5 m onder NAP en groter dan 250 m² (Waarde - Archeologie categorie 4);
- dieper dan 30 cm onder maaiveld en groter dan 250 m² (Waarde - Archeologie categorie 5);
- dieper dan 30 cm onder maaiveld en groter dan 1.000 m² (Waarde - Archeologie categorie 8).
4.3.3 Algemene regels
Dit hoofdstuk bevat algemene bouwregels, afwijkingsregels en de antidubbeltelregel. Dit laatste standaardartikel is bindend voorgeschreven voor ieder bestemmingsplan.
In dit hoofdstuk zijn ook de overige regels opgenomen. In de overige regels is een voorwaardelijke verplichting opgenomen met betrekking tot parkeren. Dat houdt in dat er dient te worden voldaan aan het gemeentelijk beleid ten aanzien van parkeren. Deze regeling is overeenkomstig de geldende paraplubestemmingsplannen 'Paraplu Bestemmingsplan Parkeren' en 'Paraplu Bestemmingsplan Parkeren en Wonen'.
4.3.4 Overgangs- en slotregels
In artikel 3.2.1 Bro zijn standaardregels opgenomen met betrekking tot het overgangsrecht voor bouwwerken en gebruik. Deze maken onderdeel uit van dit bestemmingsplan. In de slotregel wordt de citeerwijze van de regels van het plan voorgeschreven.
Hoofdstuk 5 Uitvoerbaarheid
5.1 Economische Uitvoerbaarheid
Ingevolge het Bro heeft de gemeente de onderzoeksverplichting om de financieel-economische uitvoerbaarheid van het plan te toetsen (artikel 3.1.6 lid 1 sub f Bro). Aangezien het in dit geval het juridisch-planologisch vastleggen van een reeds bestaande situatie betreft, is het vaststellen van een exploitatieplan zodoende niet noodzakelijk en is de economische uitvoerbaarheid voldoende gewaarborgd. Er wordt immers geen nieuw bouwplan mogelijk gemaakt.
5.2 Maatschappelijke Uitvoerbaarheid
Overleg ex artikel 3.1.1 Bro
In het kader van het wettelijke vooroverleg ex artikel 3.1.1 Bro is het concept-ontwerpbestemmingsplan toegezonden aan de provincie Zuid-Holland, het Hoogheemraadschap van Rijnland en Veligheidsregio Hollands Midden. De overlegpartners hebben geen opmerkingen op het concept-ontwerpbestemmingsplan.
Zienswijzen
Overeenkomstig de wettelijke vereisten wordt het ontwerpbestemmingsplan met de daarbij behorende stukken 6 weken ter inzage gelegd in het gemeentehuis aan de Voorstraat in Noordwijk. Tevens is het plan online te raadplegen via de gemeentelijke website en de landelijke website www.ruimtelijkeplannen.nl. Gedurende deze termijn is eenieder de mogelijkheid geboden zienswijzen over dit ontwerpbestemmingsplan in te dienen bij de gemeenteraad. Naar verwachting is het plan vanaf 1 januari 2024 te raadplegen via de overbruggingsfunctie in het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO).