De voor "Centrum - 5" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

wonen, uitsluitend op de verdiepingen;

detailhandel, uitsluitend op de begane grond;

dienstverlening; uitsluitend op de begane grond;

horeca, uitsluitend op de begane grond;

maatschappelijk, uitsluitend op de begane grond;

cultuur en ontspanning, uitsluitend op de begane grond;

bedrijven t/m categorie 2, uitsluitend op de begane grond;

parkeervoorzieningen.

Op de voor "Centrum - 5" aangewezen gronden geldt dat:

gebouwen niet hoger mogen zijn dan 13,5 meter, het maximum aantal bouwlagen is 4;

gebouwen een begane grond hebben van minimaal 4 meter hoog;

de footprint van het gebouw (exclusief eenlaagse parkeergarage) maximaal 300 m² is;

de voorgevelrooilijn van het gebouw in lijn moet liggen met de bestaande bebouwing aan de Pannekoekstraat;

parkeervoorzieningen enkel ondergronds gebouwd mogen worden. Een bovengrondse 1-laagse parkeervoorziening op de begane grond is toegestaan achter de plintinvulling aan de Pannekoekstraat. Een bovengrondse 1-laagse parkeervoorziening moet tevens gerealiseerd worden onder een dek;

maximaal 300 m² detailhandel is toegestaan.

Woningen mogen mede worden gebruikt voor de uitoefening van een aan huis gebonden beroep/bedrijf, mits:

de woonfunctie in overwegende mate gehandhaafd blijft, waarbij het bruto vloeroppervlak van de woning voor ten hoogste 30 % wordt gebruikt voor werkactiviteiten, t.w. kleine kantoren, alsmede bedrijven t/m categorie 1 van de lijst van bedrijfsactiviteiten behorende bij deze regels;

de gevel en dakrand van de woning niet worden gebruikt ten behoeve van reclame-uitingen;

er geen bedrijfsmatige activiteiten plaatsvinden die betrekking hebben op het onderhouden en repareren van motorvoertuigen;

er geen detailhandel plaatsvindt, tenzij als ondergeschikt onderdeel van de werkactiviteiten.

Uitsluitend bedrijven t/m categorie 2 van de lijst van bedrijfsactiviteiten behorende bij deze regels zijn toegestaan.

3.3.3

Horeca is toegestaan op de locaties die aangegeven zijn op de horecakaart in de bijlage van deze regels behorende bij het plan zoals genoemd in 1.1.

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in leden 3.3.1 en 3.3.2 ter zake van de toegestane bedrijfsactiviteiten ten behoeve van andere bedrijfsactiviteiten dan die primair zijn toegelaten, welke - gehoord de milieudeskundige - daarmede naar aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn.

Op deze bestemming zijn de bestemmingsplanregels uit artikel 10 behorende bij het plan zoals genoemd in 1.1, voor zover relevant, van toepassing.

;

Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning nadere regels stellen ten aanzien van:

de aard, de plaats en de inrichting van de parkeer- of de stallinggelegenheid;

de aard, de capaciteit, de plaats en de inrichting van de gelegenheid voor het laden of lossen;

de aanwezigheid en aanduiding van parkeer- of stallinggelegenheid uitsluitend ten behoeve van invaliden.

Burgemeester en wethouders kunnen omgevingsvergunning verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 5.1.1 indien:

uit een door de aanvrager van een omgevingsvergunning over te leggen parkeerbalans blijkt dat op eigen terrein door middel van dubbelgebruik voldoende parkeerplaatsen beschikbaar zijn;

er sprake is van een totale gebiedsontwikkeling en naar het oordeel van burgemeester en wethouders een gemeentelijk belang rechtvaardigt dat op straat parkeerplaatsen worden aangelegd uit de grondopbrengst;

de onderdelen a en b zich niet voordoen en naar het oordeel van burgemeester en wethouders met de verwezenlijking van het bouwplan een bijzonder gemeentelijk belang is gemoeid.

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd beleidsregels vast te stellen, welke in de plaats treden van de in dit artikel opgenomen parkeernormen (inclusief de bijbehorende bijlage).