Charloisse Lagedijk tussen nummers 439 en 467
Wijzigingsplan - gemeente Rotterdam
Vastgesteld op 02-04-2019 - geheel onherroepelijk in werking
Bestanden
1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
| Dit artikel krijgt de navolgende toevoegingen: |
| Bestemmingsplan: |
| het bestemmingsplan "Charloisse Lagedijk" van de gemeente Rotterdam, met het identificatienummer NL.IMRO.0599.BP1052Charloislgd-va01, zoals vastgesteld op 2 februari 2017. |
| Wijzigingsplan: |
| het wijzigingsplan “Charloisse Lagedijk tussen nummers 439 en 467” van de gemeente Rotterdam, met het identificatienummer NL.IMRO.0599.WP6012CharloisLgdk-va01 met de bijbehorende regels. |
| Verbeelding: |
| de verbeelding, met nummer NL.IMRO.0599.WP6012CharloisLgdk-va01 deel uitmakend van het wijzigingsplan. |
2 Bestemmingsregels
Artikel 2 Woongebied 3
| 2.1 | Bestemmingsomschrijving |
| De op de verbeelding voor “Woongebied 3” aangewezen gronden zijn bestemd voor: | |
| a. | één vrijstaande woning, met de daarbij behorende aanbouwen, bijgebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde; |
| b. | nutsbedrijf (voorzieningen van openbaar nut); |
| c. | groen, water, tuin, parkeervoorzieningen, ontsluitingswegen en –paden. |
| 2.2 | Bouwregels |
| 2.2.1 | Algemeen |
| Op de voor “Woongebied 3” aangewezen gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van de in de bestemmingsomschrijving genoemde functies. | |
| 2.2.2 | Bebouwingsnormen |
| Voor het bouwen gelden de volgende regels: | |
| a. | de maximumbreedte van de voorgevel van een hoofdgebouw (vrijstaand) bedraagt 10 meter; |
| b. | de minimumafstand tussen twee vrijstaande hoofdgebouwen (in het geval van een gebouw met een aanbouw, gemeten vanaf die aanbouw), bedraagt 8 meter; |
| c. | de minimumafstand tussen de buitenzijde van een geurgevoelig object en de buitenzijde van stallen voor het houden van dieren bedraagt 25 meter; |
| d. | de woning dient aan de noordzijde te zijn voorzien van een uitgang; |
| e. | bij het bouwen dienen bestaande hoogteverschillen en het talud van de dijk te worden gehandhaafd, het ophogen van de grond tot dijkhoogte is niet toegestaan; |
| f. | de voorgevelrooilijn varieert verspringend t.o.v. de naastgelegen woning; |
| g. | in het gebied tussen de gebouwde voorgevelrooilijn en de kadastrale perceelsgrens aan de voorzijde (voorgevelzone), mogen geen aanbouwen of bijgebouwen worden opgericht; |
| h. | het afdekken van gebouwen geschiedt uitsluitend met een schuine kap; |
| i. | de maximumhoogte van een erfafscheiding bedraagt 2 meter, met dien verstande dat in de voortuin geplaatst, die maximumhoogte 1 meter bedraagt; |
| j. | ontsluiting van een gebouw wordt gemaakt aan de voor- of zijgevel; |
| k. | parkeren geschiedt binnen het uitgegeven terrein. In het geval van niet gebouwde parkeervoorziening, parkeerplekken slechts aan één zijde van de kavel positioneren, achter de voorgevelrooilijn; |
| l. | het maximum bebouwingspercentage bedraagt 30%; |
| m. | de bebouwing staat evenwijdig aan de kavelgrenzen gesitueerd, haaks op de weg; |
| n. | de voorgevelrooilijn ligt op minimaal 1 meter vanaf de erfgrens; |
| o. | de maximum goot- en nokhoogte van een woning bedragen respectievelijk 3,50 meter en 9,50 meter; |
| p. |
| 2.3 | Specifieke gebruiksregels |
| 2.3.1 | Aan-huis-gebonden beroep/bedrijf |
| De woning mag mede worden gebruikt voor de uitoefening van een aan huis gebonden beroep of bedrijf, mits: | |
| a. | de woonfunctie in overwegende mate gehandhaafd blijft, waarbij het bruto vloeroppervlak van de woning voor ten hoogste 30% mag worden gebruikt voor een aan huis gebonden beroep of bedrijf; |
| b. | ten aanzien van een aan huis gebonden bedrijf sprake is van een bedrijf tot en met categorie 1 als bedoeld in de bij regels van het bestemmingsplan behorende Lijst van Bedrijfsactiviteiten; |
| c. | de gevel en dakrand van de woning niet worden gebruikt ten behoeve van reclame-uitingen; |
| d. | er geen bedrijfsmatige activiteiten plaatsvinden die betrekking hebben op het onderhouden en repareren van motorvoertuigen; |
| e. | er geen detailhandel plaatsvindt, tenzij als ondergeschikt onderdeel van het aan huis gebonden beroep of bedrijf. |
| 2.4 | Afwijken van de gebruiksregels |
| 2.4.1 | Werken-aan-huisregeling |
| Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 2.3.1 ter zake van de toegestane bedrijfsactiviteiten ten behoeve van andere bedrijfsactiviteiten dan die primair zijn toegelaten, welke - gehoord de milieudeskundige – daar mede naar aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn. |
Artikel 3 Waarde - Archeologie 1
| De regels van artikel 33 'Waarde - Archeologie 1' van het bestemmingsplan zijn van overeenkomstige toepassing op dit wijzigingsplan. |
3 Algemene Regels
Artikel 4 Anti-dubbeltelregel
| Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing. |
4 Overgangs- En Slotregels
| Artikel B – Slotregel |
| Deze regels worden aangehaald als: Regels van het wijzigingsplan “Charloisse Lagedijk tussen nummers 439 en 467”, gemeente Rotterdam. |