Oud Rijswijk
Bestemmingsplan - Gemeente Rijswijk
Vastgesteld op 17-12-2013 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
In deze regels wordt verstaan onder:
1.1 plan
het bestemmingsplan 'Oud Rijswijk' met identificatienummer NL.IMRO.0603.BPoudrijswijk-VA01 van de gemeente Rijswijk;
1.2 bestemmingsplan
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
Verdere begrippen in alfabetische volgorde:
1.3 aanbouw
een gebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, waarmee het in directe verbinding staat, welk gebouw onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
1.4 aanduiding
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
1.5 aanduidingsgrens
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
1.6 aaneengebouwde woning
een zelfstandig, grondgebonden gebouw dat enkel één woning omvat, maar deel uit maakt van een rij van drie of meer met de hoofdgebouwen aaneengebouwde woningen;
1.7 achtererf(gebied)
erf aan de achterkant en de niet naar openbaar toegankelijk gebied gekeerde zijkant, op meer dan 1 m van de voorkant, van het hoofdgebouw;
1.8 antenne-installatie
installatie bestaande uit een antenne, een antennedrager, de bedrading en de al dan niet in een of meer techniekkasten opgenomen apparatuur, met de daarbij behorende bevestigingsconstructie;
1.9 antennedrager
antennemast of andere constructie bedoeld voor de bevestiging van een antenne;
1.10 bebouwing
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
1.11 bebouwingspercentage
een percentage dat aangeeft welk deel van het bestemmings- of aanduidingsvlak (zoals aangegeven in de regels) maximaal mag worden bebouwd;
1.12 bedrijf
Een inrichting of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, distribueren, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van (commerciële) diensten. Een bedrijf aan huis daaronder niet inbegrepen;
1.13 bed & breakfast
een activiteit ondergeschikt aan een woning die in hoofdzaak bestaat uit het verstrekken van nachtverblijf voor korte tijd en waarbij het verstrekken van maaltijden en/of dranken aan de logerende gasten (daaraan) ondergeschikt is.
1.14 bedrijfscategorie
Een aan een bedrijf toegekende categorie volgens de in de bijlage 2 bij deze regels opgenomen 'Staatvan Bedrijfsactiviteiten';
1.15 bedrijf aan huis
het bedrijfsmatig verlenen van diensten - geen detailhandelsbedrijf zijnde - en ambachtelijke bedrijvigheid geheel of overwegend door middel van handwerk, waarbij de aard (qua milieuplanologische hinder) en omvang van de bedrijfsactiviteiten zodanig is dat deze activiteiten in een woning kunnen worden uitgeoefend en de activiteiten geen onevenredige afbreuk doen aan het woon- en leefmilieu in de directe omgeving;
1.16 bedrijfswoning
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, die slechts is bedoeld voor de huisvesting van (het huishouden van) een persoon wiens huisvesting daar, gelet op de bestemming van de grond ter plaatse van het gebouw of het terrein, noodzakelijk of gewenst moet worden geacht;
1.17 begane grond
de bouwlaag van een gebouw waarvan de vloer zich op maaiveld, of nagenoeg op maaiveld, bevindt;
1.18 berging
een gebouw, bestemd voor de stalling van bromfietsen, motorfietsen, fietsen, afvalcontainers voor huishoudelijk vuil en overige huishoudelijke zaken;
1.19 beroep aan huis
het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, medisch, juridisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hiermede naar de aard gelijk te stellen beroep dat door zijn aard en omvang in een woning zodanig is dat deze activiteiten in een woning kunnen worden uitgeoefend en de activiteiten geen onevenredige afbreuk doen aan het woon- en leefmilieu in de directe omgeving;
1.20 bestaand (in relatie tot bebouwing)
bebouwing zoals aanwezig of in uitvoering ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan; dan wel bebouwing die gebouwd kan worden krachtens een (omgevings)vergunning;
1.21 bestaand (in relatie tot gebruik)
gebruik zoals aanwezig ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan; dan wel gebruik dat is toegestaan krachtens een (omgevings)vergunning;
1.22 bestemmingsgrens
de grens van een bestemmingsvlak;
1.23 bestemmingsvlak
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
1.24 bijgebouw
een op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
1.25 bouwen
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
1.26 bouwgrens
de grens van een bouwvlak;
1.27 bouwlaag
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke hoogte of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, met inbegrip van de begane grond; hieronder wordt niet begrepen
- een onderbouw: een gedeelte van een gebouw dat wordt afgedekt door een vloer waarvan de bovenkant minder dan 1,20 m boven peil is gelegen;
- een vide, waarvan de oppervlakte niet meer bedraagt dan 50% van de onderliggende laag;
- een onbenoemde ruimte, waarvan de oppervlakte, voor zover de hoogte groter is dan 1,50 m, niet meer bedraagt dan 50% van de oppervlakte van de onderliggende laag;
1.28 bouwperceel
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
1.29 bouwperceelsgrens
een grens van een bouwperceel;
1.30 bouwvlak
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten;
1.31 bouwwerk
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
1.32 carport
een overkapte stallingsgelegenheid voor motorvoertuigen;
1.33 dakkapel
een constructie ter vergroting van een gebouw, welke zich boven de dakgoot bevindt, waarbij deze constructie onder de noklijn is gelegen en de onderzijde van de constructie in het dakvlak is geplaatst;
1.34 daknok
hoogste punt van een schuin dak;
1.35 dakopbouw
de ophoging van de goothoogte en/of bouwhoogte en/of de dakhelling van een gebouw;
1.36 dakvoet
laagste punt van een schuin dak;
1.37 detailhandel
het bedrijfsmatig te koop aanbieden van goederen, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren aan personen, die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending;
1.38 dienstverlening
het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen, waaronder: een belwinkel, internetcafé; kapsalon, reisbureau, uitzendbureau, bankfiliaal, wasserette of apotheek, eventueel met bijbehorend kantoor, magazijn of ambacht, zulks met uitzondering van horecabedrijven en seksinrichtingen;
1.39 dove gevel
een bouwkundige constructie zoals omschreven in artikel 1b lid 4 sub a en b van de Wet geluidhinder;
1.40 erf
al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw;
1.41 erfbebouwing
verzamelnaam voor bouwwerken op het erf, behorende bij een bestemming, die ten dienste staan van het hoofdgebouw en die door de ligging, constructie en afmetingen ondergeschikt zijn aan het hoofdgebouw, waarbij onderscheid te maken valt tussen:
- a. een aanbouw,
- b. een uitbouw,
- c. een bijgebouw en
- d. een overkapping of carport;
1.42 erftoegangsweg
een weg bedoeld voor het toegankelijk maken van percelen; deze wegcategorie is in beginsel toegankelijk voor elke vervoerswijze;
1.43 erker
een hoek- of rondvormig uitgebouwd deel van een hoofdgebouw; bouwkundig bestaande uit een 'lichte' constructie met een overwegend transparante uitstraling;
1.44 garage(box)
gebouwde parkeervoorziening voor gebruik als stalling voor motorvoertuigen en ondergeschikt medegebruik als huishoudelijke opslagruimte;
1.45 gebiedsontsluitingsweg
een stedelijke hoofdwegweg met gelijkvloerse kruisingen die is bedoeld om landelijk of stedelijk gebied te ontsluiten. De wegvakken hebben hierbij een doorstroomfunctie, terwijl de gelijkvloerse kruispunten uitwisseling van verkeer mogelijk maken met lagere orde wegen;
1.46 gebouw
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
1.47 geluidwerende voorziening
geluidsreducerende constructie of bouwwerk in de vorm van voorzieningen zoals geluidsschermen, geluidswallen of aan deze constructies gelijk te stellen bouwwerken of constructies;
1.48 gestapelde woningen
boven elkaar of nagenoeg boven elkaar gebouwde woningen;
1.49 handel in en verkoop van goederen en diensten via internet
bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder niet begrepen de uitstalling ten verkoop), het verkopen en/of leveren van goederen voor gebruik, verbruik of aanwending overwegen anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit, waar vrijwel uitsluitend een elektronische transactie tot stand komt, dat in of bij een woning wordt uitgeoefend door de bewoner van de woning, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is;
1.50 hoofdgebouw
een of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een percdeel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.
1.51 horeca
het bedrijfsmatig verstrekken van dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse en/of het bedrijfsmatig verstrekken van logies, één en ander al dan niet in combinatie met een vermaakfunctie, uitgezonderd seksinrichtingen en prostitutie;
1.52 horecacategorie
een aan horeca toegekende categorie volgens de in de bijlage 1 bij deze regels opgenomen 'Staat vanHoreca-activiteiten';
1.53 kantoor
een voorziening, gericht op het verlenen van diensten op administratief, financieel, architectonisch, juridisch of een daarmee naar aard gelijk te stellen gebied, waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen;
1.54 kap
een gesloten en (gedeeltelijk) hellende bovenbeëindiging van een bouwwerk;
1.55 kunstobject
beeldende kunst in de vorm van een bouwwerk, geen gebouw zijnde;
1.56 markt
georganiseerde handelsplaats op straat waar goederen worden verkocht en gekocht, vaak vanuit verplaatsbare kramen en/of toonbanken;
1.57 maatschappelijke voorzieningen
overheids-, medische, onderwijs-, sociaal-culturele, levensbeschouwelijke, sociaal-recreatieve en daarmee vergelijkbare maatschappelijke voorzieningen, alsmede niet-commerciële voorzieningen ten behoeve van sportbeoefening, voorzieningen ten behoeve van het verenigingsleven, speelvoorzieningen, kinderdagverblijven en kinderopvang; alsook ondergeschikte detailhandel en horeca ten dienste van deze voorzieningen;
1.58 nutsvoorziening
voorziening ten behoeve van het openbaar nut, zoals ten behoeve van de levering van elektriciteit, gas, drinkwater en telecommunicatiediensten, alsmede ten behoeve van riolering en (warmte)energie;
1.59 openbaar toegankelijk gebied
een weg als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b, van de Wegenverkeerswet 1994; alsmede pleinen, parken, plantsoenen, openbaar water en ander openbaar gebied dat voor publiek algemeen toegankelijk is, met uitzondering van wegen uitsluitend bedoeld voor de ontsluiting van percelen door langzaam verkeer;
1.60 overig bouwwerk
een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
1.61 overkapping
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voorzien van een gesloten dak, zonder of met ten hoogste één tot de eigen constructie behorende wand of wanden;
1.62 pand
de kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is;
1.63 peil
- 1. voor gebouwen die onmiddellijk aan de weg grenzen: de hoogte van de weg;
- 2. in andere gevallen en voor bouwwerken: bovenkant vanaf het gemiddelde maaiveld van het aansluitend afgewerkt terrein.
tenzij elders in deze regels anders bepaald;
1.64 praktijkruimte
een werkruimte voor de uitoefening van beroeps- of bedrijfsmatige activiteiten in of bij een woning;
1.65 prostitutie
het zich in bedrijfsmatige zin beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;
1.66 recreatie-inrichting
een inrichting die geheel of gedeeltelijk is ingericht of wordt gebruikt voor het houden van recreatieve bijeenkomsten. De volgende specifieke vormen worden onder recreatie-inrichtingen begrepen:
- a. sportscholen, alsmede andere inrichtingen die geheel of gedeeltelijk zijn ingericht of worden gebruikt voor het beoefenen van sport;
- b. muziekscholen en muziekoefenlokalen, alsmede andere inrichtingen die geheel of gedeeltelijk zijn ingericht of worden gebruikt voor het leren en oefenen van muziek;
- c. sauna's, badinrichtingen en dergelijke;
- d. dansscholen en andere inrichtingen, die geheel of gedeeltelijk zijn ingericht of worden gebruikt voor het leren dansen.
1.67 recreatieve voorziening
voorzieningen op (dag)recreatief gebied;
1.68 seksinrichting
een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan:
- a. een prostitutiebedrijf; waaronder begrepen een erotische massagesalon;
- b. een seksbioscoop of sekstheater;
- c. een seksautomatenhal;
- d. een seksclub of parenclub;
al dan niet in combinatie met elkaar;
1.69 snippergroen:
openbaar groen in de vorm van kleinschalig groen voor, naast of achter woningen.
1.70 Staat van Bedrijfsactiviteiten
lijst van bedrijfsactiviteiten ingedeeld naar toelaatbaarheid in relatie tot de afstand tot al dan niet milieugevoelige locaties of gebieden, zoals opgenomen in de als bijlage 2 opgenomen 'Staat vanBedrijfsactiviteiten';
1.71 Staat van Horeca-activiteiten
lijst van horeca-activiteiten ingedeeld naar toelaatbaarheid in relatie tot uitstraling in het algemeen, zoals verstoring en/of hinder, zoals opgenomen in de als bijlage 1 opgenomen 'Staat van Horeca-activiteiten';
1.72 standplaats (ambulante detailhandel)
een vaste plaats op een openbare en in de openlucht gelegen plaats waar vanaf goederen dan wel diensten te koop worden aangeboden, worden verkocht of worden afgeleverd, gebruikmakend van fysieke middelen; zoals een kraam, een wagen of een tafel;
1.73 straatmeubilair
bouwwerken ten behoeve van al dan niet openbare (nuts-)voorzieningen, zoals:
- a. verkeersgeleiders, verkeersborden, lichtmasten, zitbanken en bloembakken;
- b. telefooncellen, abri's, kunstwerken, speeltoestellen en draagconstructies voor reclame;
- c. kleinschalige bouwwerken ten behoeve van (openbare) nutsvoorzieningen met een inhoud van ten hoogste 50 m3 en een bouwhoogte van ten hoogste 3 m, waaronder begrepen voorzieningen ten behoeve van telecommunicatie, energievoorziening en brandkranen;
- d. afvalinzamelsystemen;
1.74 terras:
een buiten de besloten ruimte van de inrichting liggend deel van het horecabedrijf, respectievelijk het ondergeschikte horecadeel bij een detailhandelsbedrijf, waar sta- of zitgelegenheid kan worden geboden en waar tegen vergoeding dranken kunnen worden geschonken of spijzen voor directe consumptie kunnen worden bereid of verstrekt;
1.75 tuin
gedeelte van het erf dat geheel of gedeeltelijk is ingericht met gazons, planten en/of bomen en bestrating;
1.76 twee-aaneengebouwde woning
een zelfstandig, grondgebonden gebouw dat enkel één woning omvat, maar deel uit maakt van twee met de hoofdgebouwen aaneengebouwde woningen;
1.77 uitbouw
een uitbreiding van een bestaande ruimte, welke is gebouwd aan een hoofdgebouw, die door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
1.78 verblijfsgebied
gedeelte van de openbare ruimte dat hoofdzakelijk is bestemd en is ingericht voor langzaam verkeer, doch in ondergeschikte mate tevens fungerend als erftoegangsweg;
1.79 voorerf(gebied)
erf dat geen onderdeel is van het achtererf(gebied);
1.80 voorgevel
de gevel of gevels, exclusief de aan- en uitbouwen aan deze gevel, die georiënteerd is of zijn op het openbaar toegankelijk gebied;
1.81 voorgevelbouwgrens
de naar het openbaar toegankelijk gebied gerichte bouwgrens; indien bij een hoofdgebouw meerdere voorgevelbouwgrenzen kunnen worden aangegeven, geldt als voorgevelbouwgrens de bouwgrens waar het hoofdgebouw hoofdzakelijk op is georiënteerd;
1.82 vrijstaande woning
een zelfstandig, grondgebonden gebouw dat enkel één woning omvat, waarvan het hoofdgebouw niet aan het hoofdgebouw van een andere woning is gebouwd;
1.83 waterhuishoudkundige voorzieningen
voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van een goede water aan- en/of afvoer, waterberging en waterkwaliteit;
1.84 winkel
een gebouw of gedeelte van een gebouw, waarbinnen detailhandel wordt uitgeoefend;
1.85 woning
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden;
1.86 zijerf
gedeelte van het erf dat aan de zijkant van een al dan niet bestaand gebouw en langs het openbaar toegankelijk gebied is gelegen, en dat wordt begrensd door het verlengde van de voorgevel;
1.87 zorgwoning:
een woning voor de huisvesting van bepaalde categorieën van de bevolking, zoals ouderen, jongeren, of mensen met een beperking, waarbij de mate en de vorm van de geboden zorg en ondersteuning aan de bewoners dusdanig is dat niet langer gesproken kan worden van zelfstandige bewoning, maar die gezien de maatschappelijke ontwikkelingen en hun geringe ruimtelijke impact wel aanvaardbaar zijn in de woonomgeving.
Artikel 2 Wijze Van Meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.1 afstand
afstanden tussen bouwwerken onderling alsmede afstanden van bouwwerken tot perceelsgrenzen worden daar gemeten waar deze afstanden het kleinst zijn;
2.2 de bebouwde oppervlakte
de som van de oppervlakte van alle bouwwerken binnen een bouwperceel, een binnen het bouwperceel aanwezig bouwvlak of ander terrein;
2.3 de bouwhoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen, zie ook de 'Algemene bouwregels';
2.4 de brutovloeroppervlakte (b.v.o.)
binnenwerks, met dien verstande, dat de totale vloeroppervlakte ten dienste van kantoren, winkels of bedrijven, met inbegrip van de daarbij behorende magazijnen en overige dienstruimten worden opgeteld;
2.5 de dakhelling
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
2.6 de goothoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
2.7 de grondoppervlakte
buitenwerks en boven peil;
2.8 de inhoud van een bouwwerk
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
2.9 de lengte, breedte of diepte
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
2.10 de oppervlakte van een bouwwerk
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
2.11 de verkoopvloeroppervlakte (v.v.o.)
binnenwerks, met dien verstande, dat de totale vloeroppervlakte van ruimten welke rechtstreeks ten dienste staan van de detailhandelsactiviteiten en voor publiek toegankelijk zijn worden opgeteld; kantoren, magazijnen en overige dienstruimten worden hieronder niet begrepen.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Bedrijf - Nutsvoorziening
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Bedrijf - Nutsvoorziening aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. nutsvoorzieningen;
- b. bij deze bestemming behorende voorzieningen waaronder parkeervoorzieningen, ontsluitingen, erven, paden, groen en water.
3.2 Bouwregels
3.3 Afwijking van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.2.1 voor een afwijking van de toegestane bouwhoogte met ten hoogste 1,50 m, mits geen onevenredige hinder voor aangrenzende percelen wordt veroorzaakt.
Artikel 4 Centrum
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Centrum' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. uitsluitend op de begane grondlaag en buiten gebouwen:
- 1. detailhandel;
- 2. dienstverlening;
- 3. tevens bedrijven, uit ten hoogste categorie 2 zoals opgenomen in de als bijlage 2 bij deze regels opgenomen 'Staat van Bedrijfsactiviteiten' ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf';
- 4. tevens horeca, uit ten hoogste de categorie zoals aangeduid, uit de als bijlage 1 bij deze regels opgenomen 'Staat van Horeca-activiteiten' ter plaatse van de aanduidingen 'horeca tot en met categorie 2', 'specifieke vorm van horeca - horeca tot en met categorie 1a', 'specifieke vorm van horeca - horeca tot en met categorie 1b' en 'specifieke vorm van horeca - horeca tot en met categorie 1c';
- 5. tevens kantoren ter plaatse van de aanduiding 'kantoor';
- 6. tevens maatschappelijke voorzieningen ter plaatse van de aanduiding 'maatschappelijk';
- 7. tevens wonen ter plaatse van de aanduiding 'wonen';
- b. uitsluitend op de verdiepingen:
- 1. wonen;
- 2. tevens een biljart- en snookercentrum ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - biljart- en snookercentrum';
- 3. tevens maatschappelijke voorzieningen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - 1';
- 4. tevens detailhandel en dienstverlening en horeca uit ten hoogste de aangeduide horeca-categorie, ter plaatse van de aanduiding 'aantal bouwlagen afwijkende functie' voor het aangegeven aantal bouwlagen;
- c. tevens nutsvoorzieningen ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening';
- d. tevens een seksinrichting ter plaatse van de aanduiding 'seksinrichting';
- e. uitsluitend garageboxen ter plaatse van de aanduiding 'garage';
- f. uitsluitend een berging ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - berging';
- g. bij deze bestemming behorende voorzieningen waaronder parkeervoorzieningen, ontsluitingen, erven, paden, groen en water.
4.2 Bouwregels
4.3 Afwijken van de bouwregels
4.4 Specifieke gebruiksregels
Ten aanzien van de in lid 4.1 bedoelde gronden gelden de volgende regels voor het gebruik:
4.5 Afwijken van de gebruiksregels
4.6 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 5 Gemengd
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. uitsluitend op de begane grondlaag en buiten gebouwen:
- 1. detailhandel;
- 2. dienstverlening;
- 3. bedrijven uit ten hoogste categorie 2 zoals opgenomen in de als bijlage 2 bij deze regels opgenomen 'Staat van Bedrijfsactiviteiten';
- 4. recreatie-inrichtingen;
- 5. maatschappelijke voorzieningen;
- 6. kantoren;
- 7. tevens horeca, uit ten hoogste de categorie zoals aangeduid, uit de als bijlage 1 bij deze regels opgenomen 'Staat van Horeca-activiteiten' ter plaatse van de aanduidingen 'specifieke vorm van horeca - horeca tot en met categorie 1a', 'specifieke vorm van horeca - horeca tot en met categorie 1b' en 'specifieke vorm van horeca - horeca tot en met categorie 1c';
- 8. tevens voor een standbouw- en signingbedrijf, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - standbouw- en signingbedrijf';
- b. wonen;
- c. bij deze bestemming behorende voorzieningen waaronder parkeervoorzieningen, ontsluitingen, erven, paden, groen en water.
5.2 Bouwregels
5.3 Afwijken van de bouwregels
5.4 Specifieke gebruiksregels
Ten aanzien van de in lid 5.1 bedoelde gronden gelden de volgende regels voor het gebruik:
5.5 Afwijken van de gebruiksregels
5.6 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 6 Groen
6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. groenvoorzieningen;
- b. bermen, oevers, water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- c. paden en bruggen voor langzaam verkeer;
- d. bij deze bestemming behorende voorzieningen met uitzondering van parkeervoorzieningen.
6.2 Bouwregels
Ten aanzien van de in lid 6.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend overige bouwwerken, uitgezonderd overkappingen, worden gebouwd, waarbij:
- a. de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan:
- 1. 7 m voor kunstobjecten en lichtmasten;
- 2. 3 m voor speel- en ontmoetingsvoorzieningen;
- 3. 4 m voor vlonders, steigers en bruggen;
- 4. 2 m voor andere overige bouwwerken, uitgezonderd overkappingen;
- b. er geen geluidwerende voorzieningen, reclame-/infozuilen/-borden en/of vlaggenmasten mogen worden gebouwd/opgericht.
6.3 Afwijken van de bouwregels
6.4 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 7 Groen - Landgoed
7.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Groen - Landgoed aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. landgoederen;
- a. groenvoorzieningen;
- b. bermen, oevers, water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- c. paden en bruggen voor langzaam verkeer;
- d. extensieve recreatie, zoals wandelen en fietsen;
- e. bij deze bestemming behorende voorzieningen met uitzondering van parkeervoorzieningen.
7.2 Bouwregels
Ten aanzien van de in lid 7.1 bedoelde gronden gelden de volgende bouwregels:
- a. gebouwen zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - prieel'; waarbij de goot- en bouwhoogte niet meer mogen bedragen dan de bestaande goot- en bouwhoogte;
- b. de bouwhoogte van overige bouwwerken mag niet meer bedragen dan:
- 1. 7 m voor kunstobjecten en lichtmasten;
- 2. 3 m voor speel- en ontmoetingsvoorzieningen;
- 3. 4 m voor vlonders, steigers en bruggen;
- 4. 2 m voor andere overige bouwwerken;
- c. er mogen geen geluidwerende voorzieningen, reclame-/infozuilen/-borden en/of vlaggenmasten worden gebouwd/opgericht.
7.3 Afwijken van de bouwregels
Artikel 8 Maatschappelijk
8.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. maatschappelijke voorzieningen;
- b. bestaande bedrijfswoningen;
- c. in ieder geval voor een begraafplaats ter plaatse van de aanduiding 'begraafplaats';
- d. bij deze bestemming behorende voorzieningen waaronder parkeervoorzieningen, ontsluitingen, erven, groen en water.
8.2 Bouwregels
8.3 Afwijken van de bouwregels
Artikel 9 Recreatie - Speeltuin
9.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Recreatie - Speeltuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. speelterreinen;
- b. bij deze bestemming behorende voorzieningen waaronder sanitaire en opslagvoorzieningen, parkeervoorzieningen, ontsluitingen, erven, groen en water.
9.2 Bouwregels
Artikel 10 Verkeer - 2
10.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. gebiedsontsluitingswegen, met ten hoogste:
- 1. voor de Haagweg: het aantal doorgaande rijstroken per wegvak met de daarbij behorende ventwegen, opstel- en in-/uitvoegstroken en inclusief tram- en busbanen en fietsstroken, volgens een hoofdopzet / het principe zoals opgenomen in het Definitief Ontwerp Haagweg, zoals vastgesteld door het college van B&W d.d. 23 april 2013; verbeeld door het kaartbeeld zoals opgenomen als bijlage 7 bij deze regels;
- 2. voor de overige wegen: 2x1 doorgaande rijstroken met de daarbij behorende opstel- en in-/uitvoegstroken, inclusief tram- en busbanen en fietsstroken;
- b. bij de bestemming behorende voorzieningen waaronder parkeervoorzieningen, bruggen, viaducten en tunnels ten behoeve van kruisende infrastructuur, met uitzondering van verkooppunten motorbrandstoffen.
10.2 Bouwregels
Ten aanzien van de in lid 10.1 bedoelde gronden gelden de volgende bouwregels:
- a. gebouwen en overkappingen zijn toegestaan tot een oppervlakte van 10 m2 per bouwwerk;
- b. de bouwhoogte van gebouwen en overkappingen mag niet meer bedragen dan 3 m;
- c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, uitgezonderd overkappingen, niet meer mag bedragen dan:
- 1. 7 m voor kunstobjecten, licht- en vlaggenmasten;
- 2. 4 m voor reclame- en informatiezuilen;
- 3. 3 m voor speel- en ontmoetingsvoorzieningen;
- 4. 2 m voor andere overige bouwwerken, uitgezonderd overkappingen.
Artikel 11 Verkeer - 3
11.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer - 3' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. erftoegangswegen en verblijfsgebieden;
- b. tevens één standplaats voor seizoensgebonden ambulante detailhandel; ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel - 1';
- c. tevens één standplaats voor ambulante detailhandel; ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel – 2';
- d. tevens markten, ter plaatse van de aanduiding 'markt';
- e. tevens gebouwde parkeervoorzieningen, ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage';
- f. bij de bestemming behorende voorzieningen waaronder parkeervoorzieningen, bruggen, viaducten en tunnels ten behoeve van kruisende infrastructuur, met uitzondering van verkooppunten voor motorbrandstoffen.
11.2 Bouwregels
Ten aanzien van de in lid 11.1 bedoelde gronden gelden de volgende bouwregels:
- a. gebouwen en overkappingen zijn toegestaan tot een oppervlakte van 20 m2 per bouwwerk;
- b. de bouwhoogte van gebouwen en overkappingen mag niet meer bedragen dan 3 m;
- c. in afwijking van het bepaalde onder a. en b. zijn ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel – 1' gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toegestaan waarbij:
- 1. de bebouwing dient te worden geplaatst direct grenzend aan de voorgevel van het aangrenzende pand;
- 2. de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 3 m;
- 3. de bebouwing dient een zo transparant mogelijke uitstraling te hebben; minimaal 50% (de bovenste helft) moet uit doorzichtig materiaal bestaan;
- 4. de vormgeving, materialen en kleuren moeten aansluiten bij de architectuur van de panden in de omgeving en een tijdloze uitstraling hebben;
- 5. luifels / overkappingen e.d. bij de standplaats die het aanduidingsvlak overschrijden, zijn niet toegestaan;
- d. in afwijking van het bepaalde onder a. en b. zijn ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel – 2' gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toegestaan waarbij:
- 1. de bebouwing dient te worden geplaatst direct grenzend aan de voorgevel van het aangrenzende pand;
- 2. de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 3 m;
- 3. de bebouwing dient ten behoeve van de vrije doorgang tegen de gevel en zoveel mogelijk binnen de rooilijn van de naast gesitueerd bebouwing te blijven;
- 4. de vormgeving, materialen en kleuren moeten aansluiten bij de architectuur van de panden in de omgeving en een tijdloze uitstraling hebben;
- 5. luifels / overkappingen e.d. bij de standplaats die het aanduidingsvlak overschrijden, zijn niet toegestaan;
- e. in afwijking van het bepaalde onder a. en b. mag ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage' een gebouwde parkeervoorziening worden gebouwd, waarbij de hoogte niet meer mag bedragen dan 2,5 m;
- f. de bouwhoogte van overige bouwwerken, uitgezonderd overkappingen, niet meer mag bedragen dan:
- 1. 7 m voor kunstobjecten, licht- en vlaggenmasten;
- 2. 4 m voor reclame- en informatiezuilen;
- 3. 3 m voor speel- en ontmoetingsvoorzieningen;
- 4. 2 m voor andere overige bouwwerken, uitgezonderd overkappingen.
11.3 Afwijken van de bouwregels
11.4 Specifieke gebruiksregels
- a. ter plaatse van de aanduiding 'markt' is het houden van markten toegestaan voor ten hoogste twee dagen per week;
- b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - 1' gelden de volgende gebruiksregels:
- 1. uitsluitend het gebruik voor seizoensgebonden ambulante detailhandel in -alsmede bakmogelijkheden ten behoeve van verkoop ter plaatse van - oliebollen e.d. is toegestaan;
- 2. de standplaats is uitsluitend toegestaan in de periode vanaf 1 oktober tot en met 31 januari;
- 3. de standplaats is uitsluitend toegestaan indien voldaan wordt aan de milieuregelgeving;
- c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel – 2' gelden de volgende gebruiksregels:
- 1. uitsluitend het gebruik voor ambulante detailhandel zonder bak- en braadmogelijkheden ten behoeve van verkoop ter plaatse is toegestaan.
11.5 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 12 Water - 2
12.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Water - 2 aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- b. bij deze bestemming behorende voorzieningen, waaronder oevers, bruggen en aanlegsteigers.
12.2 Bouwregels
Ten aanzien van de in lid 12.1 bedoelde gronden gelden de volgende bouwregels:
- a. uitsluitend overige bouwwerken zijn toegestaan, waarbij de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 3 m;
12.3 Afwijken van de bouwregels
Artikel 13 Wonen - 1
13.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wonen in de vorm van aaneengebouwde woningen, twee-aaneengebouwde en vrijstaande woningen;
- b. uitsluitend op de begane grondlaag en buiten gebouwen, tevens:
- 1. dienstverlening ter plaatse van de aanduiding 'dienstverlening';
- 2. detailhandel en dienstverlening ter plaatse van de aanduiding 'gemengd';
- 3. kantoor ter plaatse van de aanduiding 'kantoor';
- c. uitsluitend garageboxen ter plaatse van de aanduiding 'garage';
- d. tevens bedrijven, uit ten hoogste categorie 3.2 zoals opgenomen in de als bijlage 2 bij deze regels opgenomen 'Staat van Bedrijfsactiviteiten' ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - 1';
- e. tuinen en erven;
- f. bij deze bestemming behorende voorzieningen, waaronder parkeervoorzieningen, ontsluitingen, tuinen, erven, groen en water.
13.2 Bouwregels
13.3 Afwijken van de bouwregels
13.4 Specifieke gebruiksregels
Ten aanzien van de in lid 13.1 bedoelde gronden gelden de volgende regels voor het gebruik:
13.5 Afwijken van de gebruiksregels
13.6 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 14 Wonen - 2
14.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wonen in de vorm van gestapelde woningen;
- b. uitsluitend op de begane grondlaag en buiten gebouwen, tevens voor bedrijven, uit ten hoogste categorie 2 zoals opgenomen in de als bijlage 2 bij deze regels opgenomen 'Staat vanBedrijfsactiviteiten' ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf';
- c. uitsluitend bergingen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - berging';
- d. uitsluitend garageboxen ter plaatse van de aanduiding 'garage';
- e. bij deze bestemming behorende voorzieningen waaronder parkeervoorzieningen, ontsluitingen, tuinen, erven, paden, groen en water.
14.2 Bouwregels
14.3 Afwijken van de bouwregels
14.4 Specifieke gebruiksregels
14.5 Afwijken van de gebruiksregels
14.6 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 15 Wonen - 3
15.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen - 3' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wonen in de vorm van aaneengebouwde, twee-aaneengebouwde, vrijstaande en/of gestapelde woningen;
- b. uitsluitend op de begane grondlaag en buiten gebouwen, tevens:
- 1. bedrijven, uit ten hoogste categorie 2 zoals opgenomen in de als bijlage 2 bij deze regels opgenomen 'Staat van Bedrijfsactiviteiten' ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf';
- 2. dienstverlening ter plaatse van de aanduiding 'dienstverlening';
- 3. horeca, uit ten hoogste de categorie zoals aangeduid, uit de als bijlage 1 bij deze regels opgenomen 'Staat van Horeca-activiteiten' ter plaatse van de aanduidingen 'horeca tot en met categorie 2', 'specifieke vorm van horeca - horeca tot en met categorie 1b' en 'specifieke vorm van horeca - horeca tot en met categorie 1c';
- 4. detailhandel ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel';
- c. uitsluitend garageboxen ter plaatse van de aanduiding 'garage';
- d. uitsluitend nutsvoorzieningen ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening';
- e. tevens zorgwoningen ter plaatse van de aanduiding 'zorgwoning';
- f. uitsluitend een berging ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - berging';
- g. tuinen en erven;
- h. bij deze bestemming behorende voorzieningen, waaronder parkeervoorzieningen, ontsluitingen, tuinen, erven, groen en water.
15.2 Bouwregels
15.3 Afwijken van de bouwregels
15.4 Specifieke gebruiksregels
Ten aanzien van de in lid 15.1 bedoelde gronden gelden de volgende regels voor het gebruik:
15.5 Afwijken van de gebruiksregels
15.6 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 16 Wonen - Uit Te Werken
16.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Wonen - Uit te werken aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wonen;
- b. parkeervoorzieningen, al dan niet gebouwd;
met daaraan ondergeschikt:
- c. groen en water;
- d. wegen en paden;
- e. parkeren;
- f. speelvoorzieningen;
- g. nutsvoorzieningen;
- h. straatmeubilair;
met de daarbij behorende:
- i. erven en tuinen;
- j. gebouwen;
- k. overige bouwwerken.
16.2 Uitwerkingsregels
Ten aanzien van de in lid 16.1 bedoelde gronden gelden de volgende uitwerkingsregels:
- a. binnen de bestemming mogen aaneengebouwde, twee-aaneengebouwde, vrijstaande en gestapelde woningen worden gebouwd;
- b. binnen de bestemming mogen parkeervoorzieningen, al dan niet in gebouwde vorm, worden gebouwd;
- c. bij woningen mogen tevens regelingen met betrekking tot beroep en/of bedrijf aan huis worden opgenomen, zoals verwoord in lid 13.4.2 en 13.5.3;
- d. de hoogte van de bebouwing mag niet meer bedragen dan 3 bouwlagen, waarbij de hoogte van iedere bouwlaag niet meer dan 3 m mag bedragen;
- e. de bebouwing zal op het openbaar toegankelijk gebied worden georiënteerd;
- f. bij het uitwerken van de bestemming dient, voor wat betreft woningen, rekening gehouden te worden met het bepaalde in artikel Wonen - 1 en/of Wonen - 2;
- g. bij het uitwerken van de bestemming dient voldaan te worden aan de onderzoeksverplichting op de volgende onderdelen:
- 1. luchtkwaliteit;
- 2. parkeerbehoefte;
- 3. geluid;
- 4. bodemkwaliteit;
- 5. watertoets;
- 6. archeologie;
- 7. externe veiligheid (afweging van het groepsrisico);
- 8. ecologie, toetsing Flora- en faunawet;
- 9. economische uitvoerbaarheid en kostenverhaal.
16.3 Bouwregels
Bouwverbod
Ten aanzien van de in lid 16.1 bedoelde gronden geldt dat het bouwen van bouwwerken uitsluitend is toegestaan overeenkomstig een door burgemeester en wethouders uitgewerkt plan dat in werking is getreden.
16.4 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 16.3 zolang de uitwerking nog niet in werking is getreden onder de voorwaarde dat het bouwplan past binnen het ontwerp, dan wel een door een burgemeester en wethouders vastgesteld uitwerkingsplan.
Artikel 17 Leiding - Water
17.1 Bestemmingsomschrijving
17.2 Bouwregels
Ten aanzien van de in lid 17.1.1 bedoelde gronden gelden de volgende bouwregels:
- a. op deze gronden mogen ten behoeve van de in lid 17.1.1 genoemde bestemming uitsluitend overige bouwwerken worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 3 m;
- b. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag - met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels - uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering.
17.3 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 17.2 onder b ten behoeve van de bouw van gebouwen anders dan in dat lid genoemd onder de voorwaarden dat:
- a. de bij de betrokken bestemming(en) behorende bouwregels in acht worden genomen;
- b. het belang van de leiding(en) door de bouwactiviteiten niet onevenredig wordt geschaad;
- c. vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de betrokken leidingexploitant.
17.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden
Artikel 18 Waarde - Archeologie 1
18.1 Bestemmingsomschrijving
18.2 Bouwregels
Ten aanzien van de in lid 18.1 bedoelde gronden mogen geen bouwwerken worden gebouwd die dieper reiken dan 0,50 m onder maaiveld.
18.3 Afwijken van de bouwregels
18.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden
Artikel 19 Waarde - Archeologie 2
19.1 Bestemmingsomschrijving
19.2 Bouwregels
Ten aanzien van de in lid 19.1 bedoelde gronden mogen geen bouwwerken worden gebouwd die dieper reiken dan 0,50 m onder maaiveld en een groter oppervlak beslaan dan 100 m2.
19.3 Afwijken van de bouwregels
19.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden
Artikel 20 Waarde - Cultuurhistorie
20.1 Bestemmingsomschrijving
20.2 Bouwregels
Ten aanzien van de in lid 20.1 bedoelde gronden gelden voor het bouwen van hoofdgebouwen, in afwijking van c.q. in aanvulling op de bouwregels bij de andere daar voorkomende bestemmingen, de volgende bouwregels:
- a. de voorgevel van een hoofdgebouw mag uitsluitend in de voorgevelrooilijn worden gebouwd;
- b. hoofdgebouwen mogen slechts worden gebouwd indien uit een cultuurhistorisch onderzoek blijkt dat de cultuurhistorische waarden - zoals beschreven in het als bijlage 5 bij deze regels opgenomen rapport 'Cultuurhistorische analyse' - niet onevenredig worden verstoord of vernietigd.
20.3 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
Artikel 21 Waarde - Ecologie
21.1 Bestemmingsomschrijving
21.2 Bouwregels
Ten aanzien van de in lid 21.1.1 bedoelde gronden mogen geen bouwwerken worden gebouwd.
21.3 Afwijken van de bouwregels
21.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden
Artikel 22 Waterstaat - Waterkering
22.1 Bestemmingsomschrijving
22.2 Bouwregels
Ten aanzien van de in lid 22.1 bedoelde gronden gelden de volgende bouwregels:
- a. op deze gronden mogen ten behoeve van de in lid 22.1.1 genoemde bestemming uitsluitend overige bouwwerken worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 3 m;
- b. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag - met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels - uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering.
22.3 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 22.2 onder b ten behoeve van de bouw van bouwwerken anders dan in dat lid genoemd onder de voorwaarden dat:
- a. de bij de betrokken gebruiksvorm behorende bouwregels in acht worden genomen;
- b. geen sprake is van significante belemmeringen voor het onderhoud, de veiligheid of de
mogelijkheden voor versterking van de betreffende keringen; - c. alvorens de omgevingsvergunning te verlenen schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de waterbeheerder.
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 23 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 24 Algemene Bouwregels
24.1 Parkeernormen
24.2 Overschrijding bouwgrenzen
24.3 Ondergronds bouwen
De planregels inzake de toelaatbaarheid, de aard, de omvang en de situering van gebouwen zijn in geval van ondergrondse bouw van overeenkomstige toepassing, met dien verstande, dat deze uitsluitend is toegestaan met inachtneming van de volgende voorwaarden:
- a. ondergrondse bouw is uitsluitend toegestaan onder de oppervlakte van bovengronds gelegen gebouwen, alsmede ter verbinding van gebouwen, met dien verstande, dat dit niet van toepassing is op situaties als bedoeld in 24.2.1, onder e;
- b. gebouwd mag worden tussen peil en 3,50 m onder peil.
Artikel 25 Algemene Gebruiksregels
25.1 Gebruik onbebouwde gronden
Onder verboden gebruik van onbebouwde gronden wordt in ieder geval verstaan:
- a. het storten of lozen van puin, vuil of andere vaste of vloeibare afvalstoffen;
- b. het opslaan van goederen, zoals vaten, kisten, bouwmaterialen, werktuigen, machines of onderdelen hiervan;
- c. het opslaan van onklare voer- en vaartuigen of onderdelen hiervan;
- d. het plaatsen of geplaatst houden van onderkomens;
- e. het opslaan van vuurwerk en/of andere gevaarlijke stoffen als bedoeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen (artikel 1 onder g).
25.2 Uitzonderingen gebruiksverbod
Het bepaalde in lid 25.1 van dit artikel is niet van toepassing op:
- a. het (tijdelijk) gebruik ten behoeve van de realisering en/of handhaving van de bestemmingen of het normale onderhoud van de gronden;
- b. de opslag van goederen in het kader van de in het plan toegestane bedrijfsvoering;
- c. het opslaan of storten van afval- en meststoffen, voor zover noodzakelijk voor het normale onderhoud van de gronden en de watergangen.
25.3 Gebruik bouwwerken
Onder verboden gebruik van bouwwerken wordt in ieder geval verstaan:
- a. vrijstaande bijgebouwen voor bewoning;
- b. prostitutie;
- c. seksinrichtingen;
- d. het opslaan van vuurwerk en/of andere gevaarlijke stoffen als bedoeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen (artikel 1 onder g).
25.4 Uitzondering gebruiksverbod
Het bepaalde in lid 25.3 van dit artikel is niet van toepassing op:
- a. het (tijdelijk) gebruik ten behoeve van de realisering en/of handhaving van de bestemmingen of het normale onderhoud van de bouwwerken;
- b. de opslag van goederen in het kader van de in het plan toegestane bedrijfsvoering;
- c. seksinrichtingen, voor zover het betreft het adres Kerklaan 40.
Artikel 26 Algemene Aanduidingsregels
26.1 Vrijwaringszone - landgoedbiotoop
26.2 Terrassen
Artikel 27 Algemene Afwijkingsregels
- a. Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in deze regels ten behoeve van:
- 1. de bouw van niet voor bewoning bestemde gebouwen ten dienste van het openbaar nut, waarbij de oppervlakte ten hoogste 35 m2 en de goothoogte ten hoogste 4 m mag bedragen; gasdrukregel- en gasdrukmeetstations uitgezonderd;
- 2. het in geringe mate afwijken ten aanzien van bouwgrenzen, hoogtescheidingslijnen en overige aanduidingen in het horizontale vlak, indien bij definitieve uitmeting of verkaveling blijkt dat deze afwijking in het belang van een juiste verwezenlijking van het plan redelijk, gewenst of noodzakelijk is en de afwijking ten opzichte van hetgeen is aangegeven niet meer bedraagt dan 3 m;
- 3. het afwijken van de voorgeschreven maatvoering van bouwwerken (waaronder goothoogte, bouwhoogte, grondoppervlakte, onderlinge afstand, afstand tot perceelsgrenzen), eventueel met een overschrijding van de bouwgrens, mits deze afwijkingen niet meer bedragen dan 10% van de in het plan voorgeschreven maten;
- 4. het overschrijden van de regels inzake de bouwhoogte van overige bouwwerken met maximaal 20%;
- 5. de bouw van antennemasten voor communicatiedoeleinden, waarbij de bouwhoogte niet meer dan 45 m mag bedragen en waarbij het beleid gericht is op het combineren van deze voorzieningen, op een koppeling van voorzieningen met bebouwing en op een dusdanige situering dat geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de gewenste stedenbouwkundige kwaliteit van het plangebied.
- 6. de bouw van overige bouwwerken zoals een kunstobject, antennes en dergelijke tot een bouwhoogte van 15 m;
- 7. het houden van evenementen voor de duur van maximaal 15 dagen per evenement, inclusief op- en afbouw van voorzieningen ten behoeve van dat evenement;
- 8. het toestaan van geluidwerende voorzieningen, waarvan de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 6 m;
- 9. het toestaan van één vlaggenmast per perceel, waarvan de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 7 m;
- 10. het toestaan van één reclame- en/of informatiezuil of -bord per perceel, waarvan de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 7 m;
- b. Afwijken is alleen mogelijk indien geen onevenredige afbreuk plaatsvindt van:
- 1. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
- 2. een goede woonsituatie;
- 3. de verkeersveiligheid;
- 4. de sociale veiligheid;
- 5. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.
Artikel 28 Algemene Wijzigingsregels
28.1 Algemeen
Burgemeester en wethouders zijn, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, bevoegd het plan te wijzigen, indien de wijziging betrekking heeft op:
- a. het oprichten van gebouwen ten dienste van (openbare) nutsvoorzieningen met een inhoud van ten hoogste 150 m3 en een goothoogte van ten hoogste 3 m, dit voor zover deze op grond van de 'Algemene afwijkingsregels' niet kunnen worden gebouwd;
- b. een enigszins andere situering en/of begrenzing van bouwpercelen, dan wel bestemmingsgrenzen, bouwgrenzen en bouwvlakken en/of aanduidingen, indien bij de uitvoering van het plan mocht blijken dat verschuivingen nodig zijn ter uitvoering van een bouwplan, op voorwaarde, dat de oppervlakte van het betreffende bouwperceel, bestemmingsvlak dan wel bouwvlak met niet meer dan 10% zal worden gewijzigd.
28.2 Dubbelbestemmingen en aanduidingen
Burgemeester en wethouders zijn, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, bevoegd het plan te wijzigen, indien de wijziging betrekking heeft op:
- a. het (gedeeltelijk) wijzigen of verwijderen van de bestemming 'Leiding - Water', indien dit noodzakelijk is geworden door de aanleg, gewijzigde ligging of verwijdering van een waterleiding;
- b. het (gedeeltelijk) wijzigen of verwijderen van de bestemming 'Waarde - Archeologie 1', en/of 'Waarde- Archeologie 2' indien uit nader archeologisch onderzoek is gebleken dat sprake is van een hogere dan wel lagere verwachtingswaarde;
- c. het (gedeeltelijk) wijzigen of verwijderen van de bestemming 'Waarde - Cultuurhistorie', indien uit nader cultuurhistorisch onderzoek is gebleken dat sprake is van een hogere dan wel lagere cultuurhistorische waarde;
- d. het (gedeeltelijk) wijzigen of verwijderen van de bestemming 'Waarde - Ecologie', indien uit onderzoek is gebleken dat sprake is van een hogere dan wel lagere ecologische waarde;
- e. het (gedeeltelijk) wijzigen of verwijderen van de bestemming 'Waterstaat - Waterkering', indien dit noodzakelijk is geworden door de aanleg, gewijzigde ligging of verwijdering van een hoofdwatergang;
- f. het (gedeeltelijk) wijzigen van de omvang/locatie, en/of verwijderen van gebieds- en/of functieaanduidingen; indien dit vanuit stedenbouwkundig, ruimtelijk en/of economisch oogpunt gewenst en/of noodzakelijk is;
- g. het wijzigen van de toegestane horeca-categorie naar een hogere en/of lagere horeca-categorie zoals bedoeld in de als bijlage 1 bij deze regels opgenomen Staat van Horeca-activiteiten; indien dit vanuit stedenbouwkundig, ruimtelijk en/of economisch oogpunt gewenst en/of noodzakelijk is;
- h. het wijzigen van de bestemming 'Wonen - 1' in 'Wonen - 2' of 'Wonen - 3', het wijzigen van de bestemming 'Wonen - 2' in 'Wonen - 1' of 'Wonen - 3', en/of het wijzigen van de bestemming 'Wonen- 3' in 'Wonen - 1' en/of 'Wonen - 2'; indien dit vanuit stedenbouwkundig, ruimtelijk en/of economisch oogpunt gewenst en/of noodzakelijk is.
28.3 Wetgevingzone - wijzigingsgebied 1
Ter plaatse van de aanduiding 'Wetgevingzone - wijzigingsgebied 1' zijn burgemeester en wethouders, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, bevoegd het plan te wijzigen, indien de wijziging betrekking heeft op het wijzigen van de bestemmingen 'Groen - Landgoed' en/of 'Maatschappelijk', en gebruik toe te staan ten behoeve van:
- a. horeca tot en met categorie 2, zoals opgenomen in de als bijlage 1 bij deze regels opgenomen 'Staat van Horeca-activiteiten';
- b. recreatieve voorzieningen;
- c. wonen, waarbij de woonfunctie uitsluitend in de bestaande bebouwing is toegestaan;
- d. dienstverlening en/of kantoor; waarbij de dienstverlenings- en/of kantoorfunctie uitsluitend in de bestaande bebouwing is toegestaan.
Het wijzigen van de bestemming(en) is slechts toegestaan indien:
- a. dit naar oordeel van burgemeester en wethouders passend is binnen het parkachtige karakter van het gebied en geen afbreuk wordt gedaan aan de uitstraling van het park en de bestaande bebouwing;
- b. dit naar oordeel van burgemeester en wethouders passend is binnen het bepaalde in lid 26.1 'Vrijwaringszone - landgoedbiotoop';
- c. vooraf een beeldkwaliteitplan wordt overlegd waaruit naar oordeel van burgemeester en wethouders blijkt dat in voldoende mate rekening wordt gehouden met het parkachtige karakter en de cultuurhistorisch waardevolle elementen.
28.4 Wetgevingzone - wijzigingsgebied 3
Ter plaatse van de aanduiding 'Wetgevingzone - wijzigingsgebied 3' zijn burgemeester en wethouders, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, bevoegd het plan te wijzigen, indien de wijziging betrekking heeft op het wijzigen van de bestemmingen 'Centrum' en/of 'Verkeer - 3' naar 'Wonen - 1' en/of 'Centrum', mits:
- a. dit vanuit stedenbouwkundig oogpunt voor de ontwikkeling van de locatie wenselijk wordt geacht;
- b. het bestaande aantal parkeerplaatsen ter plaatse van de gronden met de aanduiding 'Wetgevingzone - wijzigingsgebied 3' tenminste behouden blijft; al dan niet op dezelfde locatie;
waarbij:
- c. ten hoogste één detailhandelsvestiging in de vorm van een supermarkt met een bedrijfsvloeroppervlakte van ten hoogste 600 m2 is toegestaan; uitsluitend ingeval de huidige supermarkt - zoals bedoeld in lid 28.5 - feitelijk en duurzaam is beëindigd en ingeval de wijzigingsbevoegdheid zoals bedoeld in lid 28.5 is of wordt toegepast;
- d. ten hoogste 5 woningen zijn toegestaan;
- e. de maximale bouwhoogte, gemeten vanaf het peil ter plaatse van de as van de Nobelaerstraat, niet meer mag bedragen dan 6 m, waarbij wordt gestreefd naar een gelaagde opbouw met de laagste hoogte aan de Nobelaerstraat en een hogere hoogte op de noordelijkere gronden.
28.5 Wetgevingzone - wijzigingsgebied 4
Ter plaatse van de aanduiding 'Wetgevingzone - wijzigingsgebied 4' zijn burgemeester en wethouders, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, bevoegd het plan te wijzigen, indien de wijziging betrekking heeft op het wijzigen van de bestemmingen 'Centrum' en 'Verkeer - 3' naar 'Wonen - 1' en/of 'Wonen - 2', mits:
- a. de centrumfunctie op de begane grondlaag en buiten gebouwen, zoals toegestaan op basis van lid 4.1 onder a., ter plaatse feitelijk en duurzaam is beëindigd;
waarbij:
- a. de op grond van de bestemming 'Centrum' ter plaatse van het wijzigingsgebied toegestane goot- en bouwhoogte als maximaal toelaatbaar gelden;
- b. het op grond van de bestemming 'Centrum' ter plaatse van het wijzigingsgebied toegestane bouwvlak als maximaal geldt.
28.6 Wetgevingzone - wijzigingsgebied 5
Ter plaatse van de aanduiding 'Wetgevingzone - wijzigingsgebied 5' zijn burgemeester en wethouders, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, bevoegd het plan te wijzigen, indien de wijziging betrekking heeft op het wijzigen van de bestemming 'Maatschappelijk' naar 'Wonen - 1' en/of 'Wonen - 2' en/of 'Verkeer - 3', en/of naar dienstverlening en/of naar aan een maatschappelijke functie gerelateerde detailhandel; zoals een apotheek bij een (para)medische voorziening.
28.7 Seksinrichtingen
Burgemeester en wethouders zijn, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, bevoegd het plan te wijzigen door:
- a. de aanduiding 'seksinrichting' - zoals bedoeld in lid 4.1 onder a. sub 6. te schrappen, indien de bestaande seksinrichting feitelijk en duurzaam is beëindigd; en/of
- b. het toestaan van één seksinrichting middels een functieaanduiding 'seksinrichting', ingeval de bestaande seksinrichting feitelijk en duurzaam is beëindigd, zoals bedoeld onder a.;
met dien verstande, dat:
- c. er nooit méér seksinrichtingen mogen worden toegestaan in Rijswijk dan het aantal adressen dat op de lijst in bijlage 4 is opgenomen;
- d. de gewijzigde adressen van seksinrichtingen worden opgenomen in een nieuwe bijlagenlijst die als onderdeel hoort bij het wijzigingsplan.
28.8 Algemene voorwaarden voor wijzigen
Burgemeester en wethouders verlenen slechts medewerking aan een wijziging van het plan, mits:
- a. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
- 1. de kwaliteit van de openbare ruimte, zoals een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
- 2. de verkeersveiligheid;
- 3. de sociale veiligheid;
- 4. het aantal parkeervoorzieningen;
- 5. de functionele en ruimtelijke structuur, zoals aansluiting op (structurele) groenelementen en waterelementen;
- 6. de bebouwingsmogelijkheden en/of gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken;
- 7. het milieu;
- b. voldaan wordt aan de onderzoeksverplichting op de volgende onderdelen:
- 1. luchtkwaliteit;
- 2. parkeerbehoefte;
- 3. geluid;
- 4. bodemkwaliteit;
- 5. watertoets;
- 6. archeologie;
- 7. externe veiligheid (afweging van het groepsrisico);
- 8. ecologie, toetsing Flora- en faunawet;
- 9. economische uitvoerbaarheid en kostenverhaal.
Artikel 29 Overige Regels
29.1 Nadere eisen
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 30 Overgangsrecht
30.1 Overgangsrecht bouwwerken
30.2 Overgangsrecht gebruik
Artikel 31 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan Oud Rijswijk.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad der gemeente Rijswijk, gehouden op 17 december 2013.
Griffier, Burgemeester,
Bijlage 1 Staat Van Horeca-activiteiten
Bijlage 1 Staat van Horeca-activiteiten
Bijlage 2 Staat Van Bedrijfsactiviteiten
Bijlage 2 Staat van Bedrijfsactiviteiten
Bijlage 3 Nota Parkeernormen
Bijlage 4 Seksinrichtingen
Bijlage 5 Cultuurhistorische Analyse
Bijlage 5 Cultuurhistorische analyse
Bijlage 6 Overzicht Cultuurhistorische Bebouwing
Bijlage 6 Overzicht cultuurhistorische bebouwing
Bijlage 7 Do Haagweg
Bijlage 1 Distributieplanologisch Onderzoek Kernwinkelgebied Oud Rijswijk
Bijlage 1 Distributieplanologisch onderzoek kernwinkelgebied Oud Rijswijk
Bijlage 2 Akoestisch Onderzoek Verbetering Leefbaarheid Haagweg Te Rijswijk
Bijlage 2 Akoestisch onderzoek verbetering leefbaarheid Haagweg te Rijswijk
Bijlage 3 Cultuurhistorische Analyse Bestemmingsplangebied Oud-rijswijk
Bijlage 3 Cultuurhistorische Analyse Bestemmingsplangebied Oud-Rijswijk
Bijlage 4 Nota Van Inspraak En Overleg Voorontwerpbestemmingsplan Oud Rijswijk
Bijlage 4 Nota van Inspraak en Overleg Voorontwerpbestemmingsplan Oud Rijswijk
Bijlage 5 Notitie Terrassen, Uitstallingen En Standplaatsen In Oud Rijswijk
Bijlage 5 Notitie Terrassen, uitstallingen en standplaatsen in Oud Rijswijk