Schieveste
Bestemmingsplan - Gemeente Schiedam
Vastgesteld op 02-02-2012 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
1.1 het plan
het bestemmingsplan Schieveste van de gemeente Schiedam.
1.2 bestemmingsplan
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0606.BP0008-1001 met de bijbehorende regels.
1.3 aanduiding
een geometrisch bepaald vlak of een figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
1.4 aanduidingsgrens
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
1.5 aan-huis-gebonden beroep
het door de bewoner in de woning of daarbij behorend bijgebouw uitoefenen van een beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen gebied, met een ruimtelijke uitstraling welke in overeenstemming is met de woonfunctie.
1.6 aan-huis-verbonden (bedrijfs)activiteit
het door de bewoner in de woning of daarbij behorend bijgebouw verlenen van diensten, het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid (geheel of overwegend door middel van handwerk uit te oefenen) of het hebben van een bed & breakfast, met een ruimtelijke uitstraling welke in overeenstemming is met de woonfunctie.
1.7 antennedrager
antennemast of andere constructie bedoeld voor de bevestiging van een antenne.
1.8 antenne-installatie
installatie bestaande uit een antenne, een antennedrager, de bedrading en de al dan niet in een techniekkast opgenomen apparatuur, met de daarbij behorende bevestigingsconstructie.
1.9 bebouwing
een of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
1.10 bed & breakfast
het in een woning verstrekken van toeristisch nachtverblijf met maximaal vier bedden en twee kamers.
1.11 bedrijfsvloeroppervlak
het totale vloeroppervlak van een kantoor, winkel of bedrijf of andere functie zoals genoemd in artikel 3, lid 3.1, onder a t/m i met inbegrip van de daartoe behorende magazijnen en overige dienstruimten (exclusief parkeervoorzieningen).
1.12 bestemmingsgrens
de grens van een bestemmingsvlak.
1.13 bestemmingsvlak
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
1.14 Bevi-inrichtingen
bedrijven zoals bedoeld in artikel 2, lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen.
1.15 bouwen
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
1.16 bouwgrens
de grens van een bouwvlak.
1.17 bouwperceel
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
1.18 bouwperceelgrens
de grens van een bouwperceel.
1.19 bouwvlak
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.
1.20 bouwwerk
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
1.21 conferentiecentrum
een gebouwencomplex, bestemd en ingericht voor het houden van conferenties, congressen, symposia en andere grote bijeenkomsten.
1.22 consumentenvuurwerk
vuurwerk dat is bestemd voor particulier gebruik.
1.23 detailhandel
het bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig is, te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen, verhuren en/of leveren van goederen, aan personen die deze goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending, alsmede ondergeschikte horeca 1 (lichte horeca) waarbij geen mogelijkheid wordt geboden tot het ter plekke consumeren van etenswaren en maaltijden.
1.24 dienstverlening
het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen.
1.25 evenementen
gebeurtenissen, gericht op een groot publiek, met betrekking tot kunst, sport, ontspanning en cultuur.
1.26 extensieve recreatie
recreatief (mede)gebruik van gronden, zoals wandelen, fietsen, varen, zwemmen, vissen en daarmee gelijk te stellen activiteiten, dat geen specifiek beslag legt op de ruimte behoudens ruimtebeslag door voet-, fiets- en ruiterpaden en rust- en picknickplaatsen, en dat in hoofdzaak gericht is op natuur- en landschapsbeleving.
1.27 gebouw
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke overdekte geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
1.28 geluidsgevoelige objecten
woningen en andere geluidsgevoelige gebouwen en geluidsgevoelige terreinen, zoals bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder.
1.29 geluidszone-industrie
een geluidszone zoals bedoeld in de Wet geluidhinder, waarbuiten de geluidsbelasting vanwege het gezoneerd industrieterrein de waarde van 50 dB(A) niet te boven mag gaan.
1.30 hoofdgebouw
een gebouw dat op een bouwperceel door zijn constructie of afmetingen dan wel gelet op de bestemming als belangrijkste gebouw valt aan te merken.
1.31 horeca(bedrijf)
- a. horeca 1 (lichte horeca): horecabedrijven die in beginsel alleen overdag en 's avonds behoeven te zijn geopend, hoofdzakelijk zijn gericht op het al dan niet ter plaatse consumeren van ter plaatse verstrekte etenswaren en maaltijden en daardoor slechts in beperkte mate hinder voor omwonenden veroorzaken, zoals een automatiek, broodjeszaak, cafetaria, croissanterie, koffiebar, lunchroom, ijssalon, snackbar, tearoom, traiteur, bistro en restaurant (met bezorg- en afhaalservice);
- b. horeca 2 (middelzware horeca): horecabedrijven die ook delen van de nacht geopend zijn en die daardoor aanzienlijke hinder voor omwonenden kunnen veroorzaken, zoals een bierhuis, biljartcentrum, café, proeflokaal, shoarma/grillroom en zalenverhuur (ten behoeve van feesten en muziek/dansevenementen);
- c. horeca 3 (zware horeca): horecabedrijven die voor een goed functioneren ook 's nachts geopend zijn en die tevens een groot aantal bezoekers aantrekken en daardoor grote hinder voor de omgeving met zich mee kunnen brengen, zoals een dancing, discotheek, nachtclub of partycentrum.
1.32 hotel
een (horeca)bedrijf, dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van logies (per nacht) met- al dan niet – als nevenactiviteit het verstrekken van maaltijden en dranken voor consumptie ter plaatse.
1.33 kampeermiddel
- a. een tent, een tentwagen, een kampeerauto of een caravan;
- b. enig ander onderkomen of ander voertuig of gewezen voertuig of gedeelten daarvan, voor zover niet zijnde een bouwwerk waarvoor een bouwvergunning is vereist;
één en ander voor zover de onder a en b bedoelde onderkomens of voertuigen geheel of gedeeltelijk blijvend zijn bestemd of ingericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf.
1.34 kantoor
voorzieningen gericht op het verlenen van diensten op administratief, financieel, architectonisch, juridisch of een daarmee naar aard gelijk te stellen gebied, waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen.
1.35 NEN
door de Stichting Nederlands Normalisatie-instituut uitgegeven norm, zoals deze luidde op het moment van vaststelling van het plan.
1.36 nutsvoorziening
voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals voorzieningen ten behoeve van de levering van elektriciteit, gas, (drink)water en telecommunicatienetwerken, alsmede ten behoeve van riolering en afvalinzameling.
1.37 ondergeschikte horeca
niet-zelfstandige horeca, uitsluitend zijnde horeca die wordt of is gerealiseerd binnen een andere hoofdfunctie en daar zowel functioneel als naar oppervlakte en ruimtelijke uitstraling ondergeschikt aan is.
1.38 overkapping
een overdekte constructie met maximaal drie wanden waarvan er maximaal twee tot de constructie behoren.
1.39 peil
- a. voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang onmiddellijk aan een weg of pad grenst: de (ontwerp- of streef-)hoogte van die weg of dat pad ter plaatse van de hoofdtoegang;
- b. voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst: de hoogte van het afgewerkte terrein of dak van een parkeervoorziening ter plaatse van de hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw;
- c. indien in of op het water wordt gebouwd: het Normaal Amsterdams Peil.
1.40 prostitutie
het zich ten behoeve van een ander tegen vergoeding beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele diensten.
1.41 raamprostitutie
het etaleren van prostituees achter vensters.
1.42 seksinrichting
de voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden; onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, alsmede een erotische massagesalon, een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar.
1.43 straatprostitutie
het zich op de openbare weg, in de openbare ruimte of in een zich op de openbare weg respectievelijk openbare ruimte bevindend voertuig door middel van handeling, houding, woord, gebaar of op een andere wijze beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.
1.44 verblijfsgebied
het tot de openbare ruimte behorende gebied hoofdzakelijk bestemd en ingericht voor (ontsluitings)wegen, fiets- en voetpaden, water, parkeer-, speel- en groenvoorzieningen, alsmede evenementen in de open lucht.
1.45 woning
een (gedeelte van een) gebouw, dat dient voor de huisvesting van één huishouden.
Artikel 2 Wijze Van Meten
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.1 afstand
de afstand tussen bouwwerken onderling alsmede de afstand van bouwwerken tot perceelsgrenzen worden daar gemeten waar deze afstanden het kleinst zijn.
2.2 bouwhoogte van een antenne-installatie
- a. ingeval van een vrijstaande (schotel)antenne-installatie: tussen het peil en het hoogste punt van de (schotel)antenne-installatie;
- b. ingeval van een op of aan een bouwwerk gebouwde (schotel)antenne-installatie: tussen de voet van de (schotel)antenne-installatie en het hoogste punt van de (schotel)antenne-installatie.
2.3 bouwhoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
2.4 breedte, lengte en diepte van een bouwwerk
tussen (de lijnen getrokken door) de buitenzijde van de gevels en het hart van de scheidsmuren.
2.5 inhoud van een bouwwerk
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
2.6 oppervlakte van een bouwwerk
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
2.7 vloeroppervlakte
de gebruiksoppervlakte volgens NEN2580.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Gemengd
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. conferentiecentra;
- b. detailhandel;
- c. dienstverlening;
- d. horeca 1;
- e. hotels;
- f. kantoren;
- g. maatschappelijke voorzieningen, met uitzondering van ziekenhuizen, verzorgings- en verpleegtehuizen;
- h. sport- en speelvoorzieningen;
- i. theaters/muziekcentra;
- j. geluidswerende voorzieningen;
- k. ter plaatse van de aanduiding 'specifiek vorm van gemengd - 1' zijn kinderdagverblijven en speelvoorzieningen niet toegestaan;
met daarbij behorende:
- l. verblijfsgebieden;
- m. groenvoorzieningen;
- n. nutsvoorzieningen;
- o. parkeervoorzieningen, waarbij in ieder geval geldt dat per 125 m² aan bedrijfsoppervlak van de onder a t/m i genoemde functies 1 gebouwde parkeerplaats wordt gerealiseerd;
- p. installaties voor duurzame energievoorziening;
- q. waterlopen, waterberging en waterhuishoudkundige voorzieningen.
3.2 Bouwregels
Ter plaatse van de in deze bestemming bedoelde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van de bestemming, en voorts met inachtneming van de volgende regels:
- a. het gezamenlijk bedrijfsvloeroppervlak van de in lid 3.1, onder a t/m i genoemde functies mag niet meer bedragen dan:
gezamenlijke bvo sport- en speelvoorzieningen, theaters/muziekcentra 9.500 m² detailhandel, dienstverlening, conferentiecentra en horeca 1 8.950 m² hotels 7.950 m² kantoren 94.900 m² maatschappelijke voorzieningen 17.000 m² - b. het gezamenlijk bedrijfsvloeroppervlak van de onder 1 genoemde functies bedraagt maximaal 100.000 m²;
- c. het aantal detailhandelsvestigingen bedraagt ten hoogste 3, met een bedrijfsvloeroppervlak van maximaal 175 m² per vestiging;
- d. de bouwhoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan op de verbeelding is aangeduid;
- e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - 1' bedraagt de bouwhoogte van gebouwen, gemeten vanaf 0,5 m +NAP, ten minste 25 m; deze minimale bouwhoogte geldt niet voor de gronden binnen 5 m vanaf de bestemming 'Verkeer';
- f. ter plaats van de gronden gelegen binnen 5 m van de bestemming 'Verkeer' zijn uitsluitend gebouwde parkeervoorzieningen, niet voor verblijf bestemde ruimten, ruimten ten behoeve van technische installaties en sanitair, geluidswerende voorzieningen en voorzieningen ten behoeve van waterberging toegelaten;
- g. in afwijking van het bepaalde onder d zijn - met in achtneming van het bepaalde onder h - drie hoogteaccenten toegestaan waarvan één hoogteaccent met een maximale bouwhoogte van 65 m, één hoogteaccent met een maximale bouwhoogte van 80 m en één hoogteaccent met een maximale bouwhoogte van 95 m;
- h. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - 1' zijn geen hoogteaccenten zoals bedoeld onder f toegestaan;
- i. de hoofdentrees van gebouwen dienen in de van de rijksweg A20 gekeerde gevel te worden gesitueerd;
- j. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten met inachtneming van het bepaalde in artikel 14.
3.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om, uit het oogpunt van een goede waterhuishouding, nadere eisen te stellen ten aanzien van het realiseren van ten minste 676 m³ aan ondergrondse waterberging per hectare bebouwing of verharding.
3.4 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het bepaalde in lid 3.2, onder d voor een grotere bouwhoogte van gebouwen waarvoor op de verbeelding een maximale bouwhoogte van 17 m is aangegeven, tot een bouwhoogte van maximaal 34 m.
3.5 Specifieke gebruiksregels
Met betrekking tot het gebruik van gronden geldt dat geluidsgevoelige objecten niet zijn toegestaan, met uitzondering van een school ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - 2'.
3.6 Afwijken van de gebruiksregels
Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het bepaalde in lid 3.1, onder d voor andere horeca-activiteiten dan bedoeld in dit lid, mits de betreffende horeca-activiteit, naar de feitelijke aard en (milieu-)invloed op de omgeving, gelijk kan worden gesteld met de in lid 3.1, onder d genoemde horeca-activiteiten.
3.7 Wijzigingsbevoegdheden
Artikel 4 Verkeer
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. autosnelwegen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - 1';
- b. (gebiedsontsluitings)wegen;
- c. fiets- en voetpaden;
- d. verblijfsgebied;
met daarbij behorende:
- e. groenvoorzieningen;
- f. nutsvoorzieningen;
- g. voorzieningen ten behoeve van het regelen, geleiden, bewegwijzeren en beveiligen van het verkeer, alsmede verlichting;
- h. voorzieningen ter voorkoming van de verspreiding van plasbranden;
- i. geluidswerende voorzieningen;
- j. kunstwerken, als viaducten, bruggen en duikers;
- k. waterlopen, waterberging en waterhuishoudkundige voorzieningen.
4.2 Bouwregels
Ter plaatse van de in deze bestemming bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd ten behoeve van de bestemming en voorts met inachtneming van het bepaalde in artikel 14.
Artikel 5 Verkeer - Railverkeer
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer - Railverkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. spoorwegen en de daarbij behorende bermen, taluds en spoorwegovergangen;
- b. ongelijkvloers kruisende wegen en fiets- en voetpaden;
- c. autosnelwegen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - 1';
met daarbij behorende:
- d. groenvoorzieningen;
- e. nutsvoorzieningen;
- f. voorzieningen ten behoeve van het regelen, geleiden, bewegwijzeren en beveiligen van het verkeer, alsmede verlichting;
- g. geluidswerende voorzieningen;
- h. kunstwerken, als viaducten, bruggen en duikers;
- i. waterlopen, waterberging en waterhuishoudkundige voorzieningen.
5.2 Bouwregels
Ter plaatse van de in deze bestemming bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd ten behoeve van de bestemming en voorts met inachtneming van het bepaalde in artikel 14.
5.3 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied 1' en 'wro-zone - wijzigingsgebied 2', de bestemming 'Verkeer -Railverkeer' te wijzigen in de bestemming 'Gemengd', met inachtneming van de volgende voorwaarden:
- a. wijziging is toegestaan nadat de gemeente Schiedam de gronden heeft verworven;
- b. de bouwhoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste 50 m ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied 1' en ten hoogste 17 m ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied 2';
- c. na wijziging is het bepaalde in artikel 3 van toepassing.
Artikel 6 Verkeer - Verblijfsgebied
6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer - Verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. verblijfsgebieden;
- b. extensieve recreatie;
- c. geluidswerende voorzieningen
- d. een P&R-voorziening met ten hoogste 1.800 parkeerplaatsen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - 2';
- e. een reclamemast, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - 3';
met daarbij behorende:
- f. groenvoorzieningen;
- g. parkeer- en nutsvoorzieningen;
- h. voorzieningen ten behoeve van het regelen, geleiden, bewegwijzeren en beveiligen van het verkeer, alsmede verlichting;
- i. voorzieningen ter voorkoming van de verspreiding van plasbranden;
- j. kunstwerken, als viaducten, bruggen en duikers;
- k. waterlopen, waterberging en waterhuishoudkundige voorzieningen.
6.2 Bouwregels
Ter plaatse van de in deze bestemming bedoelde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van de bestemming, en voorts met inachtneming van de volgende regels:
- a. regels ten aanzien van gebouwen:
- 1. gebouwen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd;
- 2. het bouwvlak mag volledig worden bebouwd;
- 3. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan op de verbeelding is aangeduid;
- b. regels ten aanzien van bouwwerken, geen gebouwen zijnde:
- 1. de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan bepaald in artikel 14;
- 2. in afwijking van het bepaalde onder 1 mag de hoogte van een reclamemast ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - 3' niet meer bedragen dan 30 m.
6.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om, uit het oogpunt van een goede waterhuishouding, nadere eisen te stellen ten aanzien van het realiseren van ten minste 676 m³ aan ondergrondse waterberging per hectare bebouwing of verharding.
Artikel 7 Water
7.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- b. scheepvaartverkeer en watersport;
- c. bruggen en duikers;
- d. weg-, rail- en ander verkeer ter plaatse van bruggen en duikers.
7.2 Bouwregels
Ter plaatse van de in deze bestemming bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd ten behoeve van de bestemming en voorts met inachtneming van het bepaalde in artikel 14.
Artikel 8 Leiding - Gas
8.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) - mede bestemd voor een aardgastransportleiding met een diameter van ten hoogste 16 inch en een druk van ten hoogste 40 bar.
8.2 Bouwregels
In het belang van de bescherming van de ter plekke aanwezige leiding mogen, in afwijking van het bepaalde bij de andere met de dubbelbestemming 'Leiding - Gas' samenvallende bestemmingen, op deze gronden uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd ten behoeve van de dubbelbestemming 'Leiding -Gas' en voorts met inachtneming van het bepaalde in artikel 14.
8.3 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het bepaalde in lid 8.2 voor het bouwen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, voor zover deze zijn toegelaten op grond van de regels van de andere bestemmingen waarmee de dubbelbestemming 'Leiding - Gas' samenvalt, mits vooraf advies wordt ingewonnen bij de betreffende leidingbeheerder waaruit blijkt dat de belangen van de leidingbeheerder niet worden geschaad.
8.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden
8.5 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen teneinde de dubbelbestemming 'Leiding - Gas' te verschuiven, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
- a. verschuiving is alleen mogelijk in noordoostelijke richting;
- b. verschuiving is alleen mogelijk indien de ligging van de nieuwe 10-6-contour voor het plaatsgebonden risico in overeenstemming is met de dan geldende regelgeving/het dan geldende beleid op het gebied van externe veiligheid van hogedruk aardgasleidingen;
- c. in de toelichting op het wijzigingsbesluit dient een verantwoording te worden gegeven van het groepsrisico in het invloedsgebied van aardgasleiding.
Artikel 9 Leiding - Hoogspanning
9.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Leiding - Hoogspanning' aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) - mede bestemd voor een ondergrondse hoogspanningsleiding van ten hoogste 150 kV.
9.2 Bouwregels
In het belang van de bescherming van de ter plekke aanwezige leiding mogen, in afwijking van het bepaalde bij de andere met de dubbelbestemming 'Leiding -Hoogspanning' samenvallende bestemming, op deze gronden:
- a. uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd ten behoeve van de dubbelbestemming 'Leiding - Hoogspanning' en voorts met inachtneming van het bepaalde in artikel 14;
- b. in afwijking van het bepaalde onder a zijn ter plaatse van het bouwvlak met de bestemming 'Verkeer - Verblijfsgebied' gebouwen toegelaten met inachtneming van het bepaalde in artikel 6 en voorts met een vrije ruimte ten opzichte van het peil van ten minste 5 m.
9.3 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het bepaalde in lid 9.2 voor het bouwen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, voor zover deze zijn toegelaten op grond van de regels van de andere bestemmingen waarmee de dubbelbestemming 'Leiding - Hoogspanning' samenvalt, mits vooraf advies wordt ingewonnen bij de betreffende leidingbeheerder waaruit blijkt dat de belangen van de leidingbeheerder niet worden geschaad.
9.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden
Artikel 10 Leiding - Hoogspanningsverbinding
10.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) - mede bestemd voor een bovengrondse hoogspanningsleiding van ten hoogste 150 kV.
10.2 Bouwregels
In het belang van de bescherming van de ter plekke aanwezige leiding mogen, in afwijking van het bepaalde bij de andere met de dubbelbestemming 'Leiding -Hoogspanningsverbinding' samenvallende bestemming, op deze gronden uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd ten behoeve van de dubbelbestemming 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' tot een hoogte van 40 m.
10.3 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het bepaalde in lid 10.2 voor het bouwen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, voor zover deze zijn toegelaten op grond van de regels van de andere bestemmingen waarmee de dubbelbestemming 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' samenvalt, mits vooraf advies wordt ingewonnen bij de betreffende leidingbeheerder waaruit blijkt dat de belangen van de leidingbeheerder niet worden geschaad.
10.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden
Artikel 11 Waarde - Archeologie
11.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) - mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden.
11.2 Bouwregels
In het belang van de archeologische monumentenzorg mogen, in afwijking van het bepaalde bij de andere met de bestemming 'Waarde - Archeologie' samenvallende bestemming(en):
- a. ter plaatse van de aanduiding 'Waarde - Archeologie 1' geen bouwwerken (waaronder begrepen het heien van heipalen en het slaan van damwanden) worden gebouwd die dieper reiken dan 2 m beneden het maaiveld;
- b. ter plaatse van de aanduiding 'Waarde - Archeologie 2' geen bouwwerken (waaronder begrepen het heien van heipalen en het slaan van damwanden) worden gebouwd waarvan het gezamenlijk oppervlak groter is dan 200 m² en die dieper reiken dan 2 m beneden het maaiveld;
- c. ter plaatse van de aanduiding 'Waarde - Archeologie 3' geen bouwwerken (waaronder begrepen het heien van heipalen en het slaan van damwanden) worden gebouwd waarvan het gezamenlijk oppervlak groter is dan 100 m² en die dieper reiken dan 2 m beneden het maaiveld;
- d. ter plaatse van de aanduiding 'Waarde - Archeologie 4' geen bouwwerken (waaronder begrepen het heien van heipalen en het slaan van damwanden) worden gebouwd waarvan het gezamenlijk oppervlak groter is dan 20 m² en die dieper reiken dan 3,5 m beneden het maaiveld;
- e. het bepaalde onder a t/m d is niet van toepassing op de vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en waarbij gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering.
11.3 Afwijken van de bouwregels
- a. Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het bepaalde in lid 11.2 voor bouwwerken, voor zover deze zijn toegelaten op grond van de regels van de andere bestemmingen waarmee de bestemming 'Waarde - Archeologie' samenvalt.
- b. Er kan slechts afgeweken worden van de bouwregels indien op basis van een archeologisch onderzoek kan worden aangetoond dat ter plaatse waar gebouwd gaat worden geen archeologische waarden als zodanig aanwezig zijn, dan wel dat er passende maatregelen zijn genomen om de aanwezige archeologische waarden veilig te stellen.
- c. Aan de afwijking van de bouwregels kunnen in ieder geval de volgende voorwaarden worden verbonden:
- 1. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor archeologische monumenten in de bodem kunnen worden behouden;
- 2. de verplichting tot het doen van opgravingen;
- 3. de verplichting de activiteit die tot bodemverstoring leidt, te laten begeleiden door een archeologisch deskundige.
11.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden
11.5 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Waarde - Archeologie' te wijzigen door de betreffende bestemmingsaanduiding geheel of gedeeltelijk te verwijderen, indien:
- a. uit nader archeologisch onderzoek is gebleken dat ter plaatse geen archeologische waarden aanwezig zijn;
- b. het op grond van nader archeologisch onderzoek niet meer noodzakelijk wordt geacht dat het bestemmingsplan ter plaatse in bescherming en veiligstelling van archeologische waarden voorziet.
Artikel 12 Waterstaat
12.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waterstaat' aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) - mede bestemd voor waterstaatkundige voorzieningen (waaronder begrepen de waterkering).
12.2 Bouwregels
In het belang van de bescherming van de ter plekke aanwezige waterstaatkundige voorzieningen mogen, in afwijking van het bepaalde bij de andere met de dubbelbestemming 'Waterstaat' samenvallende bestemmingen, op deze gronden uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd ten behoeve van de dubbelbestemming 'Waterstaat' en voorts met inachtneming van het bepaalde in artikel 14.
12.3 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het bepaalde in lid 12.2 voor het bouwen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, voor zover deze zijn toegelaten op grond van de regels van de andere bestemmingen waarmee de dubbelbestemming 'Waterstaat' samenvalt, mits vooraf advies wordt ingewonnen bij de betreffende waterbeheerder waaruit blijkt dat de belangen van de waterstaatkundige voorzieningen niet worden geschaad.
12.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 13 Antidubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 14 Algemene Bouwregels
De hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde bedraagt, tenzij in hoofdstuk 2 anders is bepaald, maximaal:
- a. 2 m voor erf- en terreinafscheidingen, tenzij deze grenzen aan het openbaar gebied, in welk geval de hoogte niet meer mag bedragen dan 1,0 m;
- b. 15 m voor palen, (licht)masten en vrijstaande antenne-installaties ten behoeve van telecommunicatie;
- c. 5 m voor op een bouwwerk geplaatste antenne-installaties ten behoeve van telecommunicatie;
- d. 4 m voor geluidsschermen, dan wel de maximale bouwhoogte van ter plekke toegelaten gebouwen;
- e. 3 m voor overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
Artikel 15 Algemene Gebruiksregels
15.1 Vormen van verboden gebruik (onbebouwd)
Het is verboden de gronden te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze, of tot een doel, strijdig met het bestemmingsplan. Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan het gebruik:
- a. als opslag-, stort-, lozings- of bergplaats van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijk gebruik onttrokken voorwerpen, stoffen of producten, behoudens voor zover dat noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
- b. als terrein voor het al dan niet voor de verkoop opslaan of opstellen van ongebruikte en/of gebruikte, dan wel geheel of gedeeltelijk uit gebruikte onderdelen samengestelde machines, voer-, vaar- of vliegtuigen c.q. onderdelen daarvan, die bruikbaar en niet aan hun oorspronkelijk gebruik onttrokken zijn, behoudens voor zover het betreft parkeren en voor zover dat noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
- c. als opslagplaats van hout en/of aannemersmaterialen, behoudens voor zover dat noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond, of ten behoeve van bouw of andere tijdelijke werkzaamheden;
- d. voor opslag van zaken anders dan bedoeld onder b en c;
- e. voor het (doen) uitoefenen van straatprostitutie.
15.2 Vormen van verboden gebruik (gebouwen)
Het is verboden de gebouwen te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze, of tot een doel, strijdig met het bestemmingsplan. Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan het gebruik:
- a. van gebouwen voor het verkopen of ten verkoop aanbieden van goederen als detailhandel, met uitzondering van het verkopen of ten verkoop aanbieden van goederen, waarvan de verkoop deel uitmaakt van de normale dienstverlening behorende bij het op hetzelfde perceel uitgeoefende bedrijf;
- b. van gebouwen voor de opslag van vuurwerk;
- c. van niet voor bewoning bestemde gebouwen of ruimten, daaronder begrepen kampeermiddelen en bijgebouwen, voor permanente bewoning;
- d. van gebouwen ten behoeve van het (doen) exploiteren van een seksinrichting of (het laten uitoefenen van) raamprostitutie.
Artikel 16 Algemene Aanduidingsregels
16.1 Veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen
- a. Binnen de 'veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen' zijn geen kwetsbare objecten of beperkt kwetsbare objecten als bedoeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen toegelaten.
- b. Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het bepaalde onder a voor het bouwen van (beperkt) kwetsbare objecten, voor zover deze zijn toegelaten op grond van de regels van de andere bestemmingen waarmee de aanduiding 'veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen' samenvalt, mits vooraf advies wordt ingewonnen bij de Veiligheidsregio Rotterdam Rijnmond en de beheerder van de rijksweg (Rijkswaterstaat Zuid-Holland).
- c. Aan de afwijking als bedoeld onder b kunnen uit het oogpunt van externe veiligheid, ter waarborging van de zelfredzaamheid van personen en het bestrijden van de gevolgen van een calamiteit, voorwaarden worden verbonden. Deze voorwaarden kunnen in ieder geval, doch niet uitsluitend, betrekking hebben op:
- 1. de brandwerendheid en explosiebestendigheid van constructies en gevels;
- 2. de brand- en rookontwikkeling van materialen;
- 3. de luchtdichtheid van constructies en gevels;
- 4. de afsluitbaarheid van ventilatiesystemen;
- 5. de oppervlakte, explosiebestendigheid en het splinterwerend uitvoeren van glas en/of beglazing;
- 6. de bereikbaarheid voor hulpverleningsdiensten;
- 7. het hebben van voldoende van de risicobron afgerichte vluchtmogelijkheden;
- 8. de ontruimingstijd van bouwwerken.
16.2 Geluidszone
- a. Binnen de 'Geluidszone' zijn geen nieuwe woningen en andere geluidsgevoelige gebouwen als bedoeld in de Wet geluidhinder toegelaten.
- b. Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het bepaalde onder a voor het bouwen van woningen of andere geluidsgevoelige gebouwen, voor zover deze zijn toegelaten op grond van de regels van de andere bestemmingen waarmee de aanduiding 'Geluidszone' samenvalt, mits de geluidsbelasting op de gevel niet meer zal bedragen dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde of een verkregen hogere (geluids)waarde.
16.3 Vrijwaringszone
- a. Binnen de 'Vrijwaringszone' zijn ten behoeve van de veiligheid van de luchtvaart in verband met een goede werking van de apparatuur voor luchtverkeerscommunicatie, -navigatie of begeleiding geen gebouwen toegelaten hoger dan 50 m.
- b. Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het bepaalde onder a voor het bouwen gebouwen hoger dan 50 m, voor zover deze zijn toegelaten op grond van de regels van de andere bestemmingen waarmee de aanduiding 'Vrijwaringszone' samenvalt, mits vooraf advies is ingewonnen bij de Luchtverkeersleiding Nederland waaruit blijkt dat het bouwen tot een hogere hoogte geen onaanvaardbaar gevaar of hinder oplevert voor de veiligheid van de luchtvaart.
Artikel 17 Algemene Afwijkingsregels
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, tenzij op grond van hoofdstuk 2 reeds kan worden afgeweken van een bestemmingsplanregel, af te wijken van de regel van het bestemmingsplan voor afwijkingen van maten (waaronder percentages), met uitzondering van het bedrijfsvloeroppervlak, het aantal parkeerplaatsen en de bouwhoogte van gebouwen, met ten hoogste 10%. Niet wordt afgeweken van het bestemmingsplan indien daardoor onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.
Artikel 18 Algemene Wijzigingsregels
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de in het plan opgenomen bestemmingen te wijzigen ten behoeve van overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein. De overschrijdingen mogen echter ten hoogste 3 m bedragen en het bestemmingsvlak mag met ten hoogste 10% worden vergroot.
Artikel 19 Werking Wettelijke Regelingen
De wettelijke regelingen, waarnaar in de regels wordt verwezen, gelden zoals deze luiden op het moment van vaststelling van het plan.
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 20 Overgangsregels
20.1 Overgangsrecht bouwwerken
Voor bouwwerken luidt het overgangsrecht als volgt:
- a. een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een bouwvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
- 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- 2. na het tenietgaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de bouwvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is tenietgegaan;
- b. burgemeester en wethouders kunnen eenmalig ontheffing verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld onder a met maximaal 10%;
- c. het bepaalde onder a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
20.2 Overgangsrecht gebruik
Voor gebruik luidt het overgangsrecht als volgt:
- a. het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet;
- b. het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind;
- c. indien het gebruik, bedoeld onder a, na de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten;
- d. het bepaalde onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 21 Titel
Deze regels worden aangehaald onder de naam 'Regels van het bestemmingsplan Schieveste'.