Buytenland van Rhoon
Uitwerkingsplan - Gemeente Albrandswaard
Vastgesteld op 28-06-2011 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
1.1 plan:
het uitwerkingsplanBuytenland van Rhoon (artikel 3.6 lid 1, sub b.) van de gemeente Albrandswaard;
1.2 bestemmingsplan:
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0613.0102Buytenlandvr-vst2 met de bijbehorende regels;
1.3 uitwerkingsplan:
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0613.0102UPBuytenland-vst1 met de bijbehorende regels;
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 2 Natuur - Krekenlanden (N-kl)
2.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Natuur - Krekenlanden (N-KL)' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. behoud, herstel en versterking van de landschappelijke, cultuurhistorische en natuurlijke waarden in de vorm van een natuurgebied dat voldoet aan natuurdoeltype 2.8 (zoet klei-oermoeras) van het Handboek Natuurdoeltypen (zie bijlage 3 regels bestemmingsplan);
- b. extensieve dagrecreatie;
- c. ecologische verbindingszones;
- d. groen- en waterhuishoudkundige voorzieningen;
met de daarbij behorende
- e. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
- f. toegangswegen en paden;
- g. beheers- en nutsvoorzieningen.
- h. Tevens geldt dat de regels behorende bij de in het bestemmingsplan opgenomen aanduidingen en dubbelbestemmingen, alsmede de in dat plan opgenomen inleidende en algemene regels, indien en voor zover deze regels samenvallen met, dan wel van toepassing zijn op de onderhavige bestemming, van overeenkomstige toepassing zijn.
2.2 Bouwregels
Ter plaatse van de in deze bestemming bedoelde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van de bestemming, en voorts met inachtneming van de volgende regels:
- a. uitsluitend toegestaan zijn bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
- b. de bouwhoogte mag maximaal 10 meter bedragen.
2.3 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen in verband met:
- a. Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 2.2 sub a, voor een gebouw voor onderhoud en beheer, een informatievoorziening, een kijkhut of schuilgelegenheid of een nutsvoorziening:
- 1. tot een oppervlakte van 100 m² per object, waarbij geldt dat de gezamenlijke oppervlakte waarvoor ontheffing kan worden verleend niet meer dan 250 m² mag bedragen;
- 2. tot een goot- en bouwhoogte van 4 meter respectievelijk 10 meter.
- b. Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 2.2, sub a, voor kunstzinnige werken, tot een maximale bouwhoogte van 4 meter.
- c. Een omgevingsvergunning als bedoeld in sub a en sub b kan slechts worden verleend indien de natuur- en landschapswaarden hierdoor niet onevenredig worden geschaad.
Artikel 3 Natuur - Natuurakkers (N-na)
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Natuur - Natuurakkers (N-NA)' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. behoud, herstel en/of versterking van de landschappelijke, cultuurhistorische en natuurlijke waarden in de vorm van een natuurgebied dat voldoet aan natuurdoeltype 3.50 (akker van basenrijke gronden) van het Handboek Natuurdoeltypen (zie bijlage 3 regels bestemmingsplan);
- b. extensief agrarisch natuurbeheer;
- c. een gebiedsontsluitingsweg, bestaande uit maximaal 1 x 1 rijstrook, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'ontsluiting';
- d. extensieve dagrecreatie;
met de daarbij behorende:
- e. gebouwen ten behoeve van natuurbeheer;
- f. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
- g. groen- en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- h. toegangswegen en paden;
- i. beheers- en nutsvoorzieningen.
- j. Tevens geldt dat de regels behorende bij de in het bestemmingsplan opgenomen aanduidingen en dubbelbestemmingen, alsmede de in dat plan opgenomen inleidende en algemene regels, indien en voor zover deze regels samenvallen met, dan wel van toepassing zijn op de onderhavige bestemming, van overeenkomstige toepassing zijn.
3.2 Bouwregels
Ter plaatse van de in deze bestemming bedoelde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van de bestemming, en voorts met inachtneming van de volgende regels:
- a. uitsluitend bestaande gebouwen en overkappingen zijn toegestaan;
- b. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde (overkappingen uitgezonderd), mag bedragen:
- 1. maximaal 2 meter voor terreinafscheidingen;
- 2. maximaal 10 meter voor palen en masten;
- 3. maximaal 5 meter voor overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde tot een oppervlakte van 50 m² per object;
3.3 Afwijken van de bouwregels
- a. Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.2, sub a, voor een gebouw voor onderhoud en beheer, een informatievoorziening, een kijkhut of schuilgelegenheid of een nutsvoorziening:
- 1. tot een oppervlakte van 100 m² per object, waarbij geldt dat de gezamenlijke oppervlakte waarvoor omgevingsvergunning kan worden verleend niet meer dan 250 m² mag bedragen;
- 2. tot een goot- en bouwhoogte van 4 meter respectievelijk 10 meter.
- b. Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.2, sub a, voor kunstzinnige werken, tot een maximale bouwhoogte van 4 meter.
- c. Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.2, sub b, onder 3, voor een bouwhoogte tot 10 meter.
- d. Een omgevingsvergunning als bedoeld in sub a t/m c kan slechts worden verleend indien de natuur- en landschapswaarden hierdoor niet onevenredig worden geschaad.
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 4 Anti-dubbeltelregel
4.1 Basisregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 5 Overgangsrecht
5.1 Overgangsrecht bouwwerken
- a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
- 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
- b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van lid 5.1 sub a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
- c. Lid 5.1 sub a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
5.2 Overgangsrecht gebruik
- a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
- b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in lid 5.2 sub a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
- c. Indien het gebruik, bedoeld in het lid 5.2 sub a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
- d. Lid 5.2 sub a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 6 Slotregel
6.1 Citeertitel
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het uitwerkingsplanBuytenland van Rhoon (artikel 3.6 lid 1, sub b.) van de gemeente Albrandswaard”.