Groene Kruisweg / Metrobaan
Bestemmingsplan - Gemeente Albrandswaard
Vastgesteld op 27-06-2011 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
aanbouw
een direct met het hoofdgebouw verbonden gebouw dat ten dienste staat van het hoofdgebouw en door zijn ligging, constructie en afmetingen ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
aanduiding
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
aanduidingsgrens
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
aangebouwd bijgebouw
een indirect met het hoofdgebouw verbonden gebouw dat ten dienste staat van het hoofdgebouw dan wel in functioneel opzicht deel uitmaakt van het hoofdgebouw en door zijn ligging, constructie en afmetingen ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
afvalinzamelsysteem
al dan niet geheel of gedeeltelijk onder peil gelegen bouwwerken en/of voorzieningen ten behoeve van de inzameling van huishoudelijk afval, glas en dergelijke;
ander bouwwerk
een bouwwerk, geen gebouw zijnde;
bebouwing
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
bedrijfsmatige activiteiten
het bedrijfsmatig verlenen van diensten - geen zakelijke dienstverlening of een seksinrichting zijnde - en ambachtelijke bedrijvigheden, geheel of overwegend door middel van handwerk, waarbij de aard (qua milieu planologische hinder) en omvang van de bedrijfsactiviteiten in een woning kunnen worden uitgeoefend en de activiteiten geen onevenredige afbreuk doen aan het woon- en leefmilieu in de directe omgeving;
bedrijfswoning
een woning op een bouwperceel bedoeld voor de huisvesting van een persoon wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het bouwperceel noodzakelijk is;
beroepsmatige activiteiten
een beroep, of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen gebied, dat door zijn beperkte omvang in een woning en daarbij behorende gebouwen, met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend;
bestaand
bij bebouwing: de bebouwing zoals aanwezig ten tijde van het in ontwerp ter inzage leggen van het plan, bij gebruik: het gebruik zoals dat ten tijde van het in werking treden van het plan aanwezig was;
bestemmingsgrens
de grens van een bestemmingsvlak;
bestemmingsplan
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0613.BPGrKrwegMetro-VST1 met de bijbehorende regels en bijlagen.
bestemmingsvlak
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
Bevi-inrichtingen
inrichtingen als bedoeld in art. 2 lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen;
bijgebouw
een vrijstaand gebouw dat in functioneel opzicht en qua afmeting ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw;
bouwen
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
bouwgrens
de grens van een bouwvlak;
bouwgrenzen
de als grenzen van een bouwvlak aangegeven lijnen dan wel, bij het ontbreken daarvan, de lijnen welke bij realisering van de bebouwing ontstaan, aan de zijde vanwaar deze hoofdzakelijk toegankelijk zijn (voorgevelbouwgrens) of naar de andere zijde van de bebouwingsstrook (achtergevelbouwgrens) of zijdelings (zijgevelbouwgrens);
bouwlaag
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw, een ondergrondse of half verdiepte parkeerlaag of een zolder;
bouwperceel
een aaneengesloten stuk grond, dan wel op een deel daarvan, waarop krachtens het plan bebouwing is toegestaan;
bouwperceelgrens
een grens van een bouwperceel;
bouwvlak
een door bouw- en/of bestemmingsgrenzen op aangegeven vlak, waarbinnen ingevolge deze regels bepaalde gebouwen mogen worden gebouwd, tenzij in deze regels anders is bepaald;
bouwwerk
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke, hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
brutovloeroppervlakte
de totale oppervlakte van alle bouwlagen van kantoren, winkels en/of bedrijven met inbegrip van de daartoe behorende magazijnen en overige dienstruimten;
carport
zie overkapping;
cultuur en ontspanning
het bedrijfsmatig verrichten van activiteiten gericht op spel, vermaak en ontspanning, waaronder:
- podiumkunsten en bioscopen en/of
- musea en toeristische attracties en/of
- muziek- en dansscholen, oefenruimten en creativiteitscentra en/of.
detailhandel
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen het uitstallen ten verkoop, verkopen en/of leveren van goederen aan diegenen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
dienstverlening
met detailhandel vergelijkbare activiteiten die gericht zijn op het verlenen van diensten aan of ten gerieve van particulieren, zoals kapsalons, reisbureaus en bankfilialen en daarmee naar de aard vergelijkbare vestigingen;
erfbebouwing
uitbreiding woonruimte en of bijgebouwen al dan niet aangebouwd;
gebouw
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
geluidsgevoelig object
woningen, alsmede gebouwen en terreinen als bedoeld in artikel 4, lid 2 en artikel 7, lid 3 van het 'Besluit grenswaarden binnen zones langs wegen' zoals die gold ten tijde van het ter inzage leggen van het ontwerp plan;
gevoelig object
object waar kinderen langdurig verblijven, zoals woningen, scholen, crèches en kinderdagverblijven;
groothandel
het bedrijfsmatig te koop aan bieden, waaronder de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan wederverkopers, dan wel aan instellingen of personen tot aanwending in een andere bedrijfsactiviteit.
hoofdgebouw
een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn constructie of afmetingen als het belangrijkste gebouw valt aan te merken;
horeca-activiteiten
een bedrijf dat in zijn algemeenheid gericht is op het verstrekken van nachtverblijf, op het verstrekken en/of ter plaatse nuttigen van voedsel en/of dranken en/of het exploiteren van zaalaccommodatie. De volgende specifieke vormen worden onder horeca begrepen. Bij de begrippen is een klassenindeling aangegeven welke in regels wordt gebezigd;
- 1. hotel:
een bedrijf, dat in hoofdzaak bestaat uit het verstrekken van nachtverblijf en waarbij het verstrekken van voedsel en dranken (daaraan) ondergeschikt is; - 2. restaurant:
een bedrijf, dat in hoofdzaak bestaat uit het verstrekken van maaltijden voor gebruikt ter plaatse en waar het verstrekken van dranken (daaraan) ondergeschikt is; - 3. dagzaak:
een horecabedrijf, dat qua openingstijden vergelijkbaar is met detailhandelvestigingen, althans geen latere sluitingstijd dan 21.00 uur heeft, zoals een dagcafé, lunchroom, koffieshop en ijssalon; - 4. cafetaria:
een bedrijf dat in hoofdzaak bestaat uit het verstrekken van kleine eetwaren, niet zijnde maaltijden waarvan het sluitingsuur later dan 21.00 uur ligt; - 5. cafés, bars, avond- en nachtgelegenheid:
een horecabedrijf dat in hoofdzaak bestaat uit het verstrekken van dranken voor gebruik ter plaatse en het gelegenheid bieden voor dansen en waarvan het sluitingsuur later dan 21.00 uur ligt;
kantoor
een gebouw of een gedeelte daarvan dat door zijn indeling en inrichting geschikt is om uitsluitend te worden gebruikt voor administratieve en daarmee gelijk te stellen werkzaamheden, al dan niet met een baliefunctie; praktijkruimten worden hieronder mede begrepen;
maatschappelijke doeleinden
functies ten behoeve van religieuze, educatieve, medische, sociale en culturele doeleinden, (openbare) overheidsinstellingen alsmede voorzieningen ten behoeve van kinderopvang en bejaarden;
milieucategorie
een aan een bedrijfsactiviteit toegekende categorie volgens de in de bijlage bij deze regels opgenomen Staat van bedrijfsactiviteiten;
onderkomen
voor verblijf geschikte, al dan niet aan hun bestemming onttrokken voer- of vaartuigen, kampeermiddelen, loodsen, keten en soortgelijke verblijfsmiddelen, voor zover deze niet als bouwwerken zijn aan te merken;
overkapping
een overdekte ruimte, al dan niet omsloten door maximaal twee wanden. Onder overkapping wordt ook een carport verstaan;
peil
- a. voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
- b. voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst: de hoogte van het terrein ter hoogte van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw;
- c. voor overige bouwwerken geldt de hoogte van het terrein bij voltooiing van de bouw.
plan
het bestemmingsplan Groene Kruisweg van de gemeente Albrandswaard;
productiegebonden detailhandel
detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, gerepareerd en/of toegepast in het productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie;
straatmeubilair
bouwwerken ten behoeve van al dan niet openbare (nuts-)voorzieningen, zoals:
- a. verkeersgeleiders, verkeersborden, lichtmasten, zitbanken en bloembakken;
- b. telefooncellen, abri's, kunstwerken, speeltoestellen en draagconstructies voor reclame;
- c. kleinschalige bouwwerken ten behoeve van (openbare) nutsvoorzieningen met een inhoud van ten hoogste 100 m3 en een bouwhoogte van ten hoogste 3 m, waaronder begrepen voorzieningen ten behoeve van telecommunicatie, energievoorziening en brandkranen;
- d. afvalinzamelsystemen;
uitbouw
een aan een hoofdgebouw gebouwd gebouw, dat door zijn constructie of afmetingen ondergeschikt is aan dat hoofdgebouw, dat een vergroting van de bestaande ruimte in dat hoofdgebouw is en direct daarmee in open verbinding staat;
vermaak en ontspanning
het bedrijfsmatig verrichten van activiteiten gericht op spel, vermaak en ontspanning, waaronder:
- podiumkunsten en bioscopen en/of
- musea en toeristische attracties en/of
- muziek- en dansscholen, oefenruimten en creativiteitscentra en/of
- seksinrichtingen en/of
- casino's en feestzalenverhuur.
Wet geluidhinder
de Wet geluidhinder zoals die gold ten tijde van het ter inzage leggen van het ontwerp plan;
woning
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden.
Artikel 2 Wijze Van Meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
de dakhelling:
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
de goothoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
de inhoud van een bouwwerk:
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
de bouwhoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
de oppervlakte van een bouwwerk:
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Bedrijf
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. bedrijfsactiviteiten milieucategorie 1 t/m 2, met uitzondering van:
- 1. geluidszoneringplichtige inrichtingen;
- 2. detailhandel, behoudens productiegebonden detailhandel;
- 3. horeca;
- 4. zelfstandige kantoren;
- b. bedrijfsgebonden kantoren met een brutovloeroppervlak dat per bedrijf minder bedraagt dan 50% van het totale brutovloeroppervlak en minder is dan 3.000 m2;
- c. bedrijfsgebonden parkeervoorzieningen;
- d. erven, groenvoorzieningen en water;
- e. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' tevens voor een bedrijfswoning;
- f. ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouw' uitsluitend voor opslag;
- g. ter plaatse van de aanduiding 'caravanstalling' uitsluitend voor de stalling van caravans;
- h. ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel perifeer' tevens voor een bouwmarkt;
- i. ter plaatse van de aanduiding 'dienstverlening' tevens voor een meubelstoffeerbedrijf;
- j. ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening' uitsluitend voor nutsvoorzieningen;
- k. ter plaatse van de aanduiding 'opslag' tevens voor buitenopslag;
- l. ter plaatse van de aanduiding 'specifiek vorm van bedrijf - aannemingsbedrijf' tevens voor een aannemingsbedrijf;
- m. ter plaatse van de aanduiding “specifieke vorm van bedrijf - garagebedrijf” tevens voor detailhandel in auto's (showroom);
- n. ter plaatse van de aanduiding 'specifiek vorm van bedrijf - graafmachinebedrijf' tevens voor de verhuur van graafmachines;
- o. ter plaatse van de aanduiding 'specifiek vorm van bedrijf - machinefabriek' tevens voor een machinefabriek;
- p. ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt voor motorbrandstoffen met lpg' uitsluitend voor een verkooppunt motorbrandstoffen met lpg, ondergeschikte detailhandel en andere bouwwerken.
- q. op het perceel met de aanduiding 'bedrijfswoning' zijn de gronden tevens bestemd voor een timmermansbedrijf, voor zover het de bestaande bedrijfsvoering betreft.
3.2 Bouwregels
Ten aanzien van de in lid 3.1 bedoelde gronden gelden de volgende bouwregels:
- a. gebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd binnen het aangegeven bouwvlak alsmede binnen de aanduiding 'nutsvoorziening';
- b. ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte' mag de goothoogte van gebouwen niet meer bedragen dan de waarde die in de aanduiding is opgenomen;
- c. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' mag de bouwhoogte van gebouwen niet meer bedragen dan de waarde die in de aanduiding is opgenomen;
- d. de bouwhoogte van erfafscheidingen niet meer mag bedragen dan 2 m;
- e. de bouwhoogte van overige andere bouwwerken niet meer mag bedragen dan 6 m.
3.3 Specifieke gebruiksregels
Ten aanzien van de in lid 3.1 bedoelde gronden gelden de volgende gebruiksregels:
- a. ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt voor motorbrandstoffen met lpg' is naast de verkoop van motorbrandstoffen, ondergeschikte detailhandel toegestaan tot een oppervlakte van maximaal 125 m2;
- b. buitenopslag is uitsluitend toegestaan op de gronden gelegen achter de (verlengde) voorgevel van het hoofdgebouw alsmede ter plaatse van de aanduiding 'opslag';
- c. ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouw' geen bedrijfsactiviteiten zijn toegestaan die voorzien in een regelmatig verblijf van personen.
3.4 Afwijken van de gebruiksregels
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.3 ten behoeve van:
- a. bedrijfsactiviteiten in een hogere milieucategorie;
- b. bedrijfsactiviteiten toe te staan die niet genoemd zijn in de Staat van bedrijfsactiviteiten maar die gelijk te stellen zijn met de toegestane milieucategorie;
Indien de betreffende bedrijven naar aard en invloed op de omgeving geacht kunnen worden te behoren tot de toegelaten milieucategorie.
Artikel 4 Bedrijf - Opslag
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijf - Opslag' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. opslag en groothandel in bedrijfsaanhangwagens;
- b. sport;
- c. manege;
- d. water;
- e. natuur(ontwikkeling);
- f. aan de functie onder a t/m c gebonden parkeervoorzieningen;
- g. voet-, fiets- en ruiterpaden;
- h. ontsluitingsverhardingen;
- i. ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel' tevens voor detailhandel ten behoeve van de verkoop en verhuur van paardentrailers en bedrijfsaanhangwagens en de verkoop van ruiterartikelen;
- j. ter plaatse van de aanduiding 'opslag' tevens voor buitenopslag van paardentrailers en bedrijfsaanhangwagens.
4.2 Bouwregels
Ten aanzien van de in lid 4.1 bedoelde gronden de volgende bouwregels:
- a. gebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd binnen het bouwvlak;
- b. ter plaatse van de aanduiding "maximale goothoogte" mag de hoogte van gebouwen niet meer bedragen dan de waarde die in de aanduiding is opgenomen;
- c. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte'mag de bouwhoogte niet meer bedragen dan de waarde die in de aanduiding is opgenomen;
- d. de bouwhoogte van andere bouwwerken mag niet meer bedragen dan 3 m.
4.3 Specifieke gebruiksregels
Ten aanzien van de in lid 4.1 bedoelde gronden geldt:
- a. dat detailhandel als nevenactiviteit is toegestaan tot een maximum van 20% van de hoofdactiviteit ten behoeve van de verkoop en verhuur van paardentrailers en bedrijfsaanhangwagens en de verkoop van ruiterartikelen aan particuliren;
- b. dat opslag en groothandel in bedrijfsaanhangwagens enkel ter plaatse van de aanduiding 'opslag' plaats mag vinden.
Artikel 5 Cultuur En Ontspanning
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Cultuur en ontspanning' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. het al dan niet bedrijfsmatig activiteiten gericht op spel, vermaak en ontspanning;
- b. aan de functie onder a gebonden parkeervoorzieningen;
- c. erven, groenvoorzieningen en water;
5.2 Bouwregels
Ten aanzien van de in lid 5.1 bedoelde gronden gelden de volgende bouwregels:
- a. gebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd binnen het aangegeven bouwvlak;
- b. ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte' mag de goothoogte van gebouwen niet meer bedragen dan de waarde die in de aanduiding is opgenomen;
- c. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' mag de bouwhoogte van gebouwen niet meer bedragen dan de waarde die in de aanduiding is opgenomen;
- d. de bouwhoogte van erfafscheidingen niet meer mag bedragen dan 2 m;
- e. de bouwhoogte van overige andere bouwwerken niet meer mag bedragen dan 6 m.
5.3 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.2 onder a voor de bouw van gebouwen buiten het bouwvlak tot een gezamenlijke grondoppervlakte van ten hoogste 100 m2.
5.4 Specifieke gebruiksregels
Ten aanzien van de in lid 5.1 bedoelde gronden gelden de volgende gebruiksregels:
- a. seksinrichtingen zijn niet toegestaan;
- b. horeca-activiteiten zijn niet toegestaan.
Artikel 6 Groen
6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Groen aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. groen;
- b. water;
- c. voet- en fietspaden;
- d. perceelsontsluitingswegen;
- e. speelvoorzieningen;
- f. straatmeubilair;
- g. nutsvoorzieningen.
6.2 Bouwregels
Ten aanzien van de in lid 6.1 bedoelde gronden gelden de volgende bouwregels:
- a. geen gebouwen mogen worden gebouwd met uitzondering van straatmeubilair;
- b. de bouwhoogte van andere bouwwerken mag niet meer bedragen dan 5 m.
Artikel 7 Groen - Voorlopig Bestemd Voor School
7.1 Bestemmingsomschrijving
7.2 Bouwregels
Artikel 8 Horeca
8.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. horecabedrijven in de categorie 2 t/m 4;
- b. aan de functie onder a gebonden parkeervoorzieningen;
- c. erven, groenvoorzieningen en water;
- d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - monument' tevens voor het behoud van bestaande cultuurhistorische waarden.
8.2 Bouwregels
Ten aanzien van de in lid 8.1 bedoelde gronden gelden de volgende bouwregels:
- a. gebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd binnen het aangegeven bouwvlak;
- b. ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte' mag de goothoogte van gebouwen niet meer bedragen dan de waarde die in de aanduiding is opgenomen;
- c. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' mag de bouwhoogte van gebouwen niet meer bedragen dan de waarde die in de aanduiding is opgenomen;
- d. de bouwhoogte van erfafscheidingen niet meer mag bedragen dan 2 m;
- e. de bouwhoogte van overige andere bouwwerken niet meer mag bedragen dan 6 m.
Artikel 9 Kantoor
9.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Kantoor' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. kantoren;
- b. bedrijfsgebonden parkeervoorzieningen;
- c. erven, groenvoorzieningen en water;
- d. ter plaatse van de aanduiding 'maatschappelijk' zijn de gronden tevens bestemd voor maatschappelijke doeleinden.
9.2 Bouwregels
Ten aanzien van de in lid 9.1 bedoelde gronden gelden de volgende bouwregels:
- a. gebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd binnen het aangegeven bouwvlak;
- b. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' mag de bouwhoogte van gebouwen niet meer bedragen dan de waarde die in de aanduiding is opgenomen;
- c. de bouwhoogte van erfafscheidingen niet meer mag bedragen dan 2 m;
- d. de bouwhoogte van overige andere bouwwerken niet meer mag bedragen dan 6 m.
Artikel 10 Maatschappelijk
10.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. maatschappelijke doeleinden;
- b. dienstverlening ten dienste van doeleinden onder a;
- c. aan de functie onder a gebonden parkeervoorzieningen;
- d. ter plaatse van de aanduiding 'begraafplaats', uitsluitend een kerk met begraafplaats;
- e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - monument', tevens voor het behoud van bestaande cultuurhistorische waarden.
10.2 Bouwregels
Ten aanzien van de in lid 10.1 bedoelde gronden gelden de volgende bouwregels:
- a. gebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd binnen het bouwvlak;
- b. ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte' mag de goothoogte van gebouwen niet meer bedragen dan de waarde die in de aanduiding is opgenomen;
- c. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' mag de bouwhoogte van gebouwen niet meer bedragen dan de waarde die in de aanduiding is opgenomen;
- d. de bouwhoogte van andere bouwwerken mag niet meer bedragen dan 3 m.
10.3 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 10.2 onder a voor de bouw van gebouwen buiten het bouwvlak tot een gezamenlijke grondoppervlakte van ten hoogste 100 m2.
Artikel 11 Tuin
11.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. tuinen;
- b. ter plaatse van de aanduiding 'fruitteelt', tevens fruitteelt;
- c. parkeren.
11.2 Bouwregels
Ten aanzien van de in lid 11.1 bedoelde gronden gelden de volgende bouwregels:
- a. bij iedere woning aan de voorgevel een entree-, tochtportaal en/of erker mag worden gebouwd, waarbij:
- 1. de grondoppervlakte niet meer bedraagt dan 2 m2;
- 2. de goothoogte niet meer mag bedragen dan de hoogte van de eerste bouwlaag van de bijbehorende woning;
- 3. de afstand van het gebouw tot de naar de openbare ruimte toegekeerde perceelsgrens tenminste 1 m bedraagt;
- b. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' mogen bijgebouwen of overkappingen mogen worden gebouwd, waarbij geldt dat de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 4 m;
- c. voor het overige uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de bestemming mogen worden gebouwd.
11.3 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 11.2, ten behoeve van het bouwen aan de zijgevel van een entree-, tochtportaal en/of erker, op voorwaarde, dat:
- a. de grondoppervlakte niet meer bedraagt dan 2 m2;
- b. de goothoogte niet meer bedraagt dan de hoogte van de eerste bouwlaag van de bijbehorende woning;
- c. de afstand van het gebouw tot de naar de openbare ruimte toegekeerde perceelsgrens ten minste 1 m zal bedragen;
- d. de naast een woning bestaande parkeergelegenheid op eigen erf behouden blijft.
Artikel 12 Verkeer
12.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wegen, volgens bestaand profiel;
- b. pleinen;
- c. voet- en fietspaden;
- d. parkeervoorzieningen;
- e. groen en water;
- f. speelvoorzieningen;
- g. straatmeubilair;
- h. bruggen;
- i. nutsvoorzieningen en gemalen;
- j. ter plaatse van de aanduiding 'brug', in ieder geval een viaduct ten behoeve van de kruisende metro.
12.2 Bouwregels
Ten aanzien van de in lid 12.1 bedoelde gronden gelden de volgende bouwregels:
- a. geen gebouwen morgen worden gebouwd met uitzondering van straatmeubilair;
- b. de bouwhoogte van andere bouwwerken mag niet meer bedragen dan 5 m.
Artikel 13 Verkeer - Rail
13.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer - Rail' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. railverkeer, metrolijn;
- b. pleinen;
- c. voet- en fietspaden;
- d. parkeervoorzieningen;
- e. groen en water;
- f. speelvoorzieningen;
- g. straatmeubilair;
- h. bruggen;
- i. nutsvoorzieningen en gemalen;
- j. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - metrohalte', tevens een stationsgebouw met bijbehorende voorzieningen zoals wachtruimtes, loket en een kiosk.
13.2 Bouwregels
Ten aanzien van de in lid 13.1 bedoelde gronden gelden de volgende bouwregels:
- a. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer' gebouwen mogen worden gebouwd tot een bouwhoogte van 12 m;
- b. voor overige geen gebouwen mogen worden gebouwd, met uitzondering van straatmeubilair;
- c. de bouwhoogte van andere bouwwerken mag niet meer bedragen dan 15 m.
Artikel 14 Verkeer - Verblijfsgebied
14.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer - verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wegen met een verblijfsfunctie (30 km/u);
- b. pleinen;
- c. voet- en fietspaden;
- d. parkeervoorzieningen;
- e. groen en water;
- f. speelvoorzieningen;
- g. straatmeubilair;
- h. bruggen;
- i. nutsvoorzieningen en gemalen;
- j. ter plaatse van de aanduiding 'brug', in ieder geval een viaduct ten behoeve van de kruisende metro;
- k. ter plaatse van de aanduiding 'specifiek vorm van recreatie - skatebaan', tevens een skatepark.
14.2 Bouwregels
Ten aanzien van de in lid 14.1 bedoelde gronden gelden de volgende bouwregels:
- a. geen gebouwen morgen worden gebouwd met uitzondering van straatmeubilair;
- b. de bouwhoogte van andere bouwwerken mag niet meer bedragen dan 5 m.
Artikel 15 Verkeer - Verkeersvoorziening
15.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer - Verkeersvoorziening' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. kantoren ten dienste van het wegverkeer;
- b. bedrijfsgebonden parkeervoorzieningen;
- c. erven, groenvoorzieningen en water.
- d. voorziening ten behoeve van tijdelijk beheer en onderhoud.
15.2 Bouwregels
Ten aanzien van de in lid 15.1 bedoelde gronden gelden de volgende bouwregels:
- a. gebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd binnen het aangegeven bouwvlak;
- b. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' mag de bouwhoogte van gebouwen niet meer bedragen dan de waarde die in de aanduiding is opgenomen;
- c. de bouwhoogte van erfafscheidingen niet meer mag bedragen dan 2 m;
- d. de bouwhoogte van overige andere bouwwerken niet meer mag bedragen dan 6 m.
- e. in afwijking van het bepaalde onder a mogen buiten het bouwvlak tevens gebouwen worden gebouwd ten behoeve de doeleinden onder 15.1 onder d mits:
- 1. het grondoppervlak niet meer bedraagt dan 100 m2;
- 2. de hoogte niet meer bedraagt dan een bouwlaag tot een hoogte van 6 m.
Artikel 16 Water
16.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. water;
- b. waterberging en waterhuishouding;
- c. extensief recreatief medegebruik;
- d. duikers;
- e. groenvoorzieningen;
- f. bruggen;
- g. ter plaatse van de aanduiding 'brug', zijn de gronden in ieder geval bestemd een brug.
16.2 Bouwregels
Ten aanzien van de in lid 16.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, waarvan de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 5 m.
Artikel 17 Wonen
17.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wonen;
- b. tuinen en erven;
- c. beroeps-/praktijkruimten;
- d. aan de functie onder a gebonden parkeervoorzieningen;
- e. groen en water.
17.2 Bouwregels
Ten aanzien van de in lid 17.1 bedoelde gronden gelden de volgende bouwregels:
- a. hoofdgebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd binnen het bouwvlak;
- b. ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte' mag de goothoogte van gebouwen niet meer bedragen dan de waarde die in de aanduiding zijn opgenomen;
- c. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' mag de bouwhoogte van gebouwen niet meer mag bedragen dan de waarde die in die aanduiding is opgenomen;
- d. aanbouwen, uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen mogen worden gebouwd mits:
- 1. de gezamenlijke grondoppervlakte niet meer bedraagt dan:
- 75 m2 voor vrijstaande- en hoekwoningen;
- 40 m2 voor tussenwoningen;
- 2. het perceelsgedeelte gelegen achter de woning tussen het verlengde van de zijgevels en/of gemeenschappelijke scheidingsmuur (-muren) van de woning voor ten minste 40% onbebouwd en onoverdekt blijft met een minimum van 35 m2;
- 3. indien het voorgaande (d2) er toe zou leiden dat in het geheel geen erfbebouwing mag worden opgericht, mag desondanks een bijgebouw van 10 m2 worden gebouwd;
- 4. de bouw van uitbreidingen van de woonruimte en/of praktijkruimten altijd aan de bestaande woning dient te geschieden;
- 5. met betrekking tot de bouwhoogte van bijgebouwen en uitbreidingen van woonruimte geldt:
- voor vrijstaande bijgebouwen de goothoogte niet meer bedraagt dan 3 m en een bouwhoogte niet meer dan 4,50 m;
- voor aangebouwde bijgebouwen en/of uitbreidingen van de woonruimte mag de goothoogte niet meer bedragen dan de bouwhoogte van de eerste bouwlaag van de bijbehorende woning tot een maximum van 4 m en de bouwhoogte 6 m;
- 1. de gezamenlijke grondoppervlakte niet meer bedraagt dan:
- e. met betrekking tot de andere bouwwerken geldt dat de bouwhoogte van andere bouwwerken mag bedragen:
- 1. 2,70 m voor pergola's;
- 2. 2 m voor erf- en terreinafscheidingen;
- 3. 3 m voor overige bouwwerken.
- f. ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouw' mag in afwijking van het bepaalde onder d de bestaande bebouwing worden gehandhaafd waarbij de bestaande maatvoering als maximale maatvoering geldt.
17.3 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 17.2 voor:
- a. de bouw van een extra bouwlaag (met kap) op een aanbouw of uitbouw aan de woning, mits:
- 1. de aanbouw of uitbouw met kap als bouwmassa ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
- 2. geen aantasting plaatsvindt van de gewenste stedenbouwkundige structuur;
- 3. het bouwplan geen afbreuk doet aan de belangen van omwonenden (bezonning, privacy);
- 4. de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 10 m;
- 5. de goothoogte niet meer bedraagt dan 6,50 m.
- b. de bouw van een dakterras op een aanbouw of uitbouw aan de woning, mits:
- 1. de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 1 m boven de bouwhoogte van de aanbouw of uitbouw;
- 2. geen aantasting plaatsvindt van de gewenste stedenbouwkundige structuur;
- 3. het bouwplan geen afbreuk doet aan de belangen van omwonenden (bezonning, privacy).
17.4 Specifieke gebruiksregels
Ten aanzien van de in lid 17.1 bedoelde gronden gelden de specifieke gebruiksregels van artikel 27 Algemene gebruiksregels.
Artikel 18 Leiding - Brandstof
18.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Leiding - Brandstof' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor een aardgastransportleiding met de daar bijbehorende bouwwerken en andere werken.
18.2 Bouwregels
18.3 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 18.2.2 ten behoeve van de bouw van bouwwerken ten dienste van de andere daar voorkomende bestemmingen, onder de voorwaarde, dat:
- a. de belangen met betrekking tot de betrokken leidingen dit toelaten;
- b. alvorens een omgevingsvergunning te verlenen schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de beheerder van de betrokken leiding.
18.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 19 Leiding - Gas
19.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor een aardgastransportleiding met de daar bijbehorende bouwwerken en andere werken.
19.2 Bouwregels
19.3 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 19.2.2 ten behoeve van de bouw van bouwwerken ten dienste van de andere daar voorkomende bestemmingen, onder de voorwaarde, dat:
- a. de belangen met betrekking tot de betrokken leidingen dit toelaten;
- b. alvorens een omgevingsvergunning te verlenen schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de beheerder van de betrokken leiding.
19.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 20 Leiding - Hoogspanningsverbinding
20.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de aanleg het beheer en onderhoud van een bovengrondse hoogspanningsverbinding.
20.2 Bouwregels
20.3 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 20.2.2 ten behoeve van de bouw van bouwwerken ten dienste van de andere daar voorkomende bestemmingen, onder de voorwaarde, dat:
- a. de belangen met betrekking tot de betrokken leidingen dit toelaten;
- b. alvorens een omgevingsvergunning te verlenen schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de beheerder van de betrokken leiding.
20.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 21 Leiding - Leidingenstrook
21.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Leiding - Leidingenstrook' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor een ondergrondse leidingenstraat.
21.2 Bouwregels
21.3 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in lid 21.2.2 voor de bouw van bouwwerken ten dienste van de andere daar voorkomende bestemmingen, onder de voorwaarde, dat:
- a. de belangen met betrekking tot de betrokken leidingen dit toelaten;
- b. alvorens een omgevingsvergunning te verlenen schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de beheerder van de betrokken leiding.
21.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 22 Leiding - Olie
22.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Leiding - Olie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor een ondergrondse (aard)olieleiding.
22.2 Bouwregels
22.3 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in lid 22.2.2 voor de bouw van bouwwerken ten dienste van de andere daar voorkomende bestemmingen, onder de voorwaarde, dat:
- a. de belangen met betrekking tot de betrokken leidingen dit toelaten;
- b. alvorens omgevingsvergunning te verlenen schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de beheerder van de betrokken leiding.
22.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 23 Waarde - Archeologie T/m 4
23.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie t/m 4' aangewezen gronden zijn, behalve voor andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor behoud van de aan de grond eigen zijnde archeologische waarden.
23.2 Bouwregels
23.3 Afwijken van de bouwregels
23.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 24 Waterstaat
24.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waterstaat' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor waterstaatsdoeleinden.
24.2 Bouwregels
24.3 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in lid 24.1 voor het bouwen ten behoeve van andere daar voorkomende bestemmingen onder de voorwaarden dat:
- a. de waterhuishoudkundige belangen dit toelaten;
- b. alvorens omgevingsvergunning te verlenen schriftelijk advies wordt ingewonnen bij het waterschap.
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 25 Antidubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 26 Algemene Bouwregels
26.1 Ondergronds bouwen
26.2 Uitsluiting aanvullende werking bouwverordening
De voorschriften van de bouwverordening ten aanzien van de onderwerpen van stedenbouwkundige aard blijven buiten toepassing, behoudens ten aanzien van de volgende onderwerpen:
- a. bereikbaarheid van gebouwen voor wegverkeer;
- b. bereikbaarheid van gebouwen voor gehandicapten;
- c. parkeergelegenheden.
26.3 Veiligheidszone-leiding
Ten aanzien van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone-leiding' geldt dat:
- a. geen kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten mogen worden gebouwd;
- b. burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij een omgevingsvergunning af wijken van het bepaalde onder a ten behoeve van het toelaten van beperkt kwetsbare objecten mits sprake is van gewichtige redenen;
- c. alvorens van een omgevingsvergunning wordt afgeweken vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de leidingbeheerder.
26.4 Veiligheidszone-leiding 1
Ten aanzien van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone-leiding 1' geldt dat:
- a. geen gevoelige objecten mogen worden gerealiseerd;
- b. burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij een omgevingsvergunning af wijken van het bepaalde onder a ten behoeve van het toelaten van gevoelige objecten mits sprake is van gewichtige redenen;
- c. alvorens van een omgevingsvergunning wordt afgeweken vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de leidingbeheerder.
26.5 Veiligheidszone-lpg
Ten aanzien van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone-lpg' geldt dat:
- a. geen kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten mogen worden gebouwd;
- b. burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij een omgevingsvergunning af wijken van het bepaalde onder a ten behoeve van het toelaten van beperkt kwetsbare objecten mits sprake is van gewichtige redenen.
26.6 Geluid
Artikel 27 Algemene Gebruiksregels
27.1 Algemeen verbod op strijdig gebruik
Het is ingevolge artikel 2.1 lid 1 onder c van de Wabo verboden gronden en bouwwerken te gebruiken, in gebruik te geven of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel strijdig met de bestemming.
27.2 Bijzonder gebruiksverbod
27.3 Uitzonderingen gebruiksverbod
27.4 Afwijken van de gebruiksregels
Artikel 28 Algemene Afwijkingsregels
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in deze regels ten behoeve van:
- a. de bouw van niet voor bewoning bestemde gebouwen ten dienste van het openbaar nut, waarbij de inhoud ten hoogste 75 m3 en de goothoogte ten hoogste 3 m mag bedragen, gasdrukregel- en gasdrukmeetstations uitgezonderd;
- b. het in geringe mate afwijken ten aanzien van bouwgrenzen en overige aanduidingen, indien bij definitieve uitmeting of verkaveling blijkt dat deze afwijking in het belang van een juiste verwezenlijking van het plan redelijk, gewenst of noodzakelijk is en de afwijking ten opzichte niet meer bedraagt dan 3 m;
- c. het afwijken van de voorgeschreven maatvoering van bouwwerken (waaronder goothoogte, bouwhoogte, grondoppervlakte, onderlinge afstand, afstand tot perceelsgrenzen), eventueel met een overschrijding van de bouwgrenzen, mits deze afwijkingen niet meer bedragen dan 10% van de in het plan voorgeschreven maten;
- d. de bouw van antennemasten voor communicatiedoeleinden, waarbij de bouwhoogte niet meer dan 45 m mag bedragen en waarbij het beleid gericht is op het combineren van deze voorzieningen, op een koppeling van voorzieningen met bebouwing en op een dusdanige situering dat geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de gewenste stedenbouwkundige kwaliteit van het plangebied;
- e. de bouw van andere bouwwerken zoals een vlaggenmast, dakterras, een artistiek kunstwerk, antennes e.d. tot een bouwhoogte van 15 m.
Artikel 29 Algemene Wijzigingsregels
29.1 Algemeen
Burgemeester en wethouders zijn, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 lid 1 onder a van de Wet ruimtelijke ordening, bevoegd het plan te wijzigen, indien aan onderstaande voorwaarden wordt voldaan:
- a. het oprichten van gebouwen ten dienste van (openbare) nutsvoorzieningen met een inhoud van ten hoogste 150 m3 en een goothoogte van ten hoogste 3 m, dit voor zover deze op grond van de 'Algemene afwijkingsregels' niet kunnen worden gebouwd;
- b. een enigszins andere situering en/of begrenzing van bouwpercelen, dan wel bestemmingsvlakken, bouwgrenzen en/of aanduidingen, indien bij de uitvoering van het plan mocht blijken dat verschuivingen nodig zijn ter uitvoering van een bouwplan, op voorwaarde, dat de oppervlakte van het betreffende bouwperceel, bestemmingsvlak dan wel bouwvlak met niet meer dan 10 m mag worden verschoven én de vergroting van het vlak niet meer dan 10% bedraagt;
- c. het schrappen of wijzigen van de gegeven bestemming 'Waarde - Archeologie t/m 4' indien uit nader archeologisch onderzoek is gebleken, dat niet langer sprake is van een gebied met oudheidkundige waarden, dan wel nadat er sprake is van opgravingen en documentatie waardoor de planologische bescherming niet langer gehandhaafd behoeft te blijven;
- d. het wijzigen van de bestemming 'Groen' in de bestemming 'Verkeer' indien dit noodzakelijk wordt geacht om te kunnen voorzien in voldoende parkeerplaatsen in de omgeving dan wel in de bestemming 'Tuin' of 'Wonen' indien dit past in het gemeentelijk groenbeleid.
29.2 Wijzigingsgebieden
Burgemeester en wethouders zijn, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 lid 1 onder a van de Wet ruimtelijke ordening, bevoegd het plan te wijzigen, indien aan onderstaande voorwaarden wordt voldaan:
- a. het wijzigen van de bestemming van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'Wro-zone-wijzigingsgebied-1' in de bestemmingen 'Maatschappelijk', 'Verkeer' en/of 'Water' ten behoeve van een maatschappelijke functie in het groen, mits:
- 1. vooraf een bouwplan met inrichtingsplan is voorgelegd waaruit blijkt dat sprake is van:
- een bijzondere gebouw (parkjuweel) ter markering en versterking van de groene entreezone;
- een ingetogen gebouw, ruimtelijk ondergeschikt aan de kerk;
- 2. de grondoppervlakte en/of het brutovloeroppervlak van het gebouw niet meer bedraagt dan 1.000 m2;
- 3. de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 10 m;
- 4. een geluidsgevoelige functie zoals een school uitsluitend is toegestaan indien voldaan wordt aan de Wet geluidhinder;
- 5. toepassing wordt gegeven aan het bepaalde in lid 29.3.
- 1. vooraf een bouwplan met inrichtingsplan is voorgelegd waaruit blijkt dat sprake is van:
- b. het wijzigen van de bestemming van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'Wro-zone-wijzigingsgebied-2' in de bestemming 'Maatschappelijk', met de aanduiding 'begraafplaats' ten behoeve van een uitbreiding van de bestaande begraafplaats.
- c. het wijzigen van de bestemming van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'Wro-zone-wijzigingsgebied-3' in de bestemmingen 'Bedrijf' of 'Kantoor' ten behoeve van een uitbreiding van de bestaande functie dan wel bij bedrijfsbeëindiging naar een kantoorfunctie, mits:
- 1. vooraf een bouwplan met inrichtingsplan is voorgelegd waaruit blijkt dat sprake is van stedenbouwkundige en landschappelijke versterking voor het metroplein en zijn omgeving;
- 2. de totale grondoppervlakte en/of het brutovloeroppervlak van de gebouwen niet meer mag bedragen dan 4.000 m2;
- 3. het aanbod aan kantoren en/of bedrijven regionaal is afgestemd, zoals moet blijken uit een positief advies van het Regionaal Economisch Overleg;
- 4. de afstand van gebouwen tot de kerk tenminste 125 m bedraagt;
- 5. de bouwhoogte van gebouwen niet meer bedraagt dan 12 m waarbij de bebouwing ten opzichte van de kerk trapsgewijs van 1 of 2 naar 4 bouwlagen mag worden gebouwd, dit met inachtneming dat de bouwhoogte ten opzichte van de kerk, naar mate de afstand tot de kerk groter wordt, geleidelijk kan toenemen.
- 6. toepassing wordt gegeven aan het bepaalde in lid 29.3.
- d. het wijzigen van de bestemming van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'Wro-zone-wijzigingsgebied-4' in de bestemmingen Kantoor indien de functie van politiebureau ter plaatse wordt beëindigd, mits:
- 1. het bouwvlak niet wordt vergroot;
- 2. de bouwhoogte van gebouwen niet meer bedraagt dan 10 m;
- 3. toepassing wordt gegeven aan het bepaalde in lid 29.3.
- e. het wijzigen van de bestemming van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'Wro-zone wijzigingsgebied-5' in de bestemmingen 'Bedrijf' of 'Kantoor' alsmede 'Groen', 'Tuin', 'Verkeer - verblijfsgebied' en 'Water' ten behoeve van een herontwikkeling naar bedrijvigheid en/of kantoren, mits:
- 1. vooraf een bouwplan met inrichtingsplan is voorgelegd waaruit blijkt dat sprake is van bedrijven of kantoren in een groene omgeving;
- 2. het bouwplan past in een gebiedsvisie voor de omgeving Kruisdijk-West met een aantoonbare versterking van het groene karakter gezien vanuit de Groene Kruisweg;
- 3. het totale toe te voegen brutovloeroppervlak in het gehele wijzigingsgebied niet meer mag bedragen dan 20.000 m2 waarvan ten hoogste 9.500 m2brutovloeroppervlakte aan kantoren;
- 4. zelfstandige kantoren uitsluitend zijn toegestaan binnen een zone van 300 m van het metrostation;
- 5. het aanbod aan kantoren en/of bedrijven regionaal is afgestemd, zoals moet blijken uit een positief advies van het Regionaal Economisch Overleg;
- 6. de bouwhoogte van gebouwen niet meer bedraagt dan 12 m;
- 7. bedrijven tot en met milieucategorie 4 mogen worden toegestaan mits ten opzichte van bestaande woningen voldoende afstand wordt gehouden waarbij toepassing wordt gegeven aan de publicatie 'bedrijven en milieuzonering, VNG 2009';
- 8. toepassing wordt gegeven aan het bepaalde in lid 29.3;
- 9. een gefaseerde toepassing van de wijzigingsbevoegdheid is toegestaan.
- f. het wijzigen van de bestemming van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'Wro-zone-wijzigingsgebied-6' in de bestemmingen 'Bedrijf', 'Groen', 'Tuin', 'Verkeer -verblijfsgebied' en 'Water' ten behoeve van een herontwikkeling naar bedrijvigheid en/of kantoren, mits:
- 1. vooraf een bouwplan met inrichtingsplan is voorgelegd waaruit blijkt dat sprake is van bedrijven in een groene omgeving;
- 2. het bouwplan past in een gebiedsvisie voor de omgeving Kruisdijk-Oost met een aantoonbare versterking van het groene karakter gezien vanuit de Groene Kruisweg;
- 3. de totale uitbreiding aan grondoppervlakte en/of het brutovloeroppervlak van het de gebouwen in het gehele wijzigingsgebied niet meer mag bedragen dan 5.000 m2 ;
- 4. zelfstandige kantoren zijn niet toegestaan;
- 5. het aanbod aan bedrijven regionaal is afgestemd, zoals moet blijken uit een positief advies van het Regionaal Economisch Overleg;
- 6. de bouwhoogte van gebouwen niet meer bedraagt dan 12 m;
- 7. bedrijven tot en met milieucategorie 4 mogen worden toegestaan mits ten opzichte van bestaande woningen voldoende afstand wordt gehouden waarbij toepassing wordt gegeven aan de publicatie 'bedrijven en milieuzonering, VNG 2009';
- 8. toepassing wordt gegeven aan het bepaalde in lid 29.3;
- 9. een gefaseerde toepassing van de wijzigingsbevoegdheid is toegestaan.
- g. het wijzigen van de bestemming van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'Wro-zone-wijzigingsgebied-7' in de bestemmingen 'Bedrijf', 'Groen', 'Tuin' en 'Water' ten behoeve van een herontwikkeling en/of herinrichting, mits:
- 1. de aanduiding 'opslag' wordt geschrapt;
- 2. vooraf een bouwplan met inrichtingsplan is voorgelegd waaruit blijkt dat het groene karakter van het perceel wordt versterkt;
- 3. de situering en omvang van bouwvlakken mag worden gewijzigd mits dit niet leidt tot een toename van het bebouwde oppervlak;
- 4. de hoogte van de gebouwen niet meer mag bedragen dan twee bouwlagen met kap;
- 5. ten opzichte van bestaande woningen voldoende afstand wordt gehouden waarbij toepassing wordt gegeven aan de publicatie 'bedrijven en milieuzonering, VNG 2009';
- 6. het bepaalde in lid 29.3 overeenkomstig van toepassing is.
- h. het wijzigen van de bestemming van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'Wro-zone-wijzigingsgebied-8' in de bestemmingen 'Bedrijf', 'Cultuur en ontspanning', 'Groen', 'Horeca', 'Bedrijf - Opslag', 'Tuin', 'Verkeer - verblijfsgebied' en 'Water' alsmede 'Recreatie' zoals bedoeld in Bijlage 2 behoeve van een herontwikkeling naar bedrijfs- en/of recreatiegebied, mits:
- 1. vooraf een bouwplan met inrichtingsplan is voorgelegd waaruit blijkt dat sprake is van bedrijvigheid of functies in een groene en landelijk omgeving;
- 2. uitgangspunt is een functionele invulling gericht op bedrijven in het groen dan wel een recreatieve functie (sport) en/of hotel;
- 3. uit een verkeerskundig onderzoek moet blijken dat een verkeersveilige ontsluiting van het wijzigingsgebied gewaarborgd is;
- 4. op eigen terrein in parkeerbehoefte wordt voorzien;
- 5. kantoren uitsluitend mogen worden gebouwd voor zover:
- kleinschalige zelfstandige kantoren tot een brutovloeroppervlak van maximaal 1.000 m2 per vestiging;
- kantoren met een lokaal verzorgingsgebied, zoals gemeentehuizen en bankfilialen;
- bedrijfsgebonden kantoren met een brutovloeroppervlak dat minder bedraagt dan 50% van het totale brutovloeroppervlak en minder is dan 2.000 m2;
- 6. het aanbod aan bedrijven regionaal is afgestemd, zoals moet blijken uit een positief advies van het Regionaal Economisch Overleg;
- 7. in de toelichting een verantwoording bevatten waarbij de behoefte aan nieuw bedrijven- en zeehaventerrein als gevolg van de vervangings- en uitbreidingsvraag wordt onderbouwd. Ook moet worden onderbouwd waarom deze behoefte niet kan worden ondervangen door herstructurering of intensivering van bestaande terreinen, of het benutten van ruimte op bedrijventerreinen elders in de regio;
- 8. het bouwplan past in een gebiedsvisie voor de omgeving Achterdijk- Kleidijk met een aantoonbare versterking van het groene karakter gezien vanuit de Groene Kruisweg en aansluiting wordt gezocht bij de noordzuid lopende goenstructuur;
- 9. het bestaande karakter van de Achterdijk - Kleidijk dat zich kenmerkt door groene voorkanten en een landelijke omgeving behouden blijft;
- 10. de totale uitbreiding aan grondoppervlakte en/of het brutovloeroppervlak van het de gebouwen in het gehele wijzigingsgebied niet meer mag bedragen dan 4.000 m2 ;
- 11. de bouwhoogte van gebouwen niet meer bedraagt dan 12 m;
- 12. bedrijven tot en met milieucategorie 4 mogen worden toegestaan mits ten opzichte van bestaande woningen voldoende afstand wordt gehouden waarbij toepassing wordt gegeven aan de publicatie 'bedrijven en milieuzonering, VNG 2009';
- 13. toepassing wordt gegeven aan het bepaalde in lid 29.3;
- 14. een gefaseerde toepassing van de wijzigingsbevoegdheid is toegestaan.
- i. het wijzigen van het toegestane grondoppervlakte en/of brutovloeroppervlak aan kantoren bij toepassing van de wijzigingsbevoegdheid als bedoeld in lid c (wijzigingsgebied 3) indien na herontwikkeling van wijzigingsgebied 5 blijkt dat er nog ontwikkelingsruimte voor kantoren over is, mits:
- 1. de toename van het toegestane grondoppervlakte en/of brutovloeroppervlakte aan kantoren niet meer bedraagt dan het niet benutte deel binnen wijzigingsgebied 5 (9.500 m² - de toegestane oppervlak na wijziging van de bestemming in wijzigingsgebied 5);
- 2. voor het overige de voorwaarden als bedoeld in lid c onverkort van toepassing blijven.
- j. bij toepassing van de opgenomen wijzigingsbevoegdheden dienen de onderliggende dubbelbestemmingen zoals 'Leiding - Brandstof', 'Leiding - Gas', Leiding -Hoogspanningsverbinding', 'Leiding - Leidingenstrook', 'Leiding - Olie', 'Waarde -Archeologie t/m 4' en 'Waterstaat' gehandhaafd te blijven.
29.3 Toetsingskader
Alvorens toepassing te geven aan het bepaalde in lid 29.2 dient voldaan te worden aan de onderzoeksverplichting op de volgende onderdelen (zie plantoelichting voor nadere beschrijving):
- a. luchtkwaliteit;
- b. voldoende parkeergelegenheid;
- c. mobiliteitstoets;
- d. bodemkwaliteit;
- e. watertoets;
- f. archeologie;
- g. externe veiligheid, inclusief QRA voor de afweging van het groepsrisico;
- h. ecologie, toetsing flora- en faunawet;
- i. economische uitvoerbaar en kostenverhaal.
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 30 Overgangsrecht
30.1 Overgangsrecht bouwwerken
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot;
- a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
30.2 Afwijken
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning eenmalig afwijken van het bepaalde in lid 30.1 ten behoeve van het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
30.3 Uitzondering op het overgangsrecht bouwwerken
Lid 30.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
30.4 Overgangsrecht gebruik
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
30.5 Strijdig gebruik
Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in lid 30.4, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
30.6 Verboden gebruik
Indien het gebruik, bedoeld in het lid 30.4, na de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
30.7 Uitzondering op het overgangsrecht gebruik
Lid 30.4 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 31 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan 'Groene Kruisweg'.
Bijlage 1 Staat Van Bedrijfsactiviteiten
Bijlage 1 Staat van bedrijfsactiviteiten
Bijlage 2 Bestemming Recreatie Na Toepassing Wijzigingsbevoegdheid 8
Artikel X Recreatie
X .1 Bestemmingsomschrijving
De voor Recreatie aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. dagrecreatie en ondersteunende horeca;
b. water;
c. natuur(ontwikkeling);
d. parkeervoorzieningen ten behoeve van bestaande percelen;
e. voet-, fiets- en ruiterpaden;
f. ontsluitingsverhardingen;
g. geluidswerende voorzieningen.
x.2 Bouwregels
Ten aanzien van de in lid X.1 bedoelde gronden gelden de volgende bouwregels:
- a. gebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd binnen het aangegeven bouwvlak;
- b. ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte' mag de goothoogte van gebouwen niet meer bedragen dan de waarde die in de aanduiding is opgenomen;
- c. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' mag de bouwhoogte van gebouwen niet meer bedragen dan de waarde die in de aanduiding is opgenomen;
- d. de bouwhoogte van erfafscheidingen niet meer mag bedragen dan 2 m;
- e. de bouwhoogte van overige andere bouwwerken niet meer mag bedragen dan 6 m.
Bijlage 1 Digitale Watertoets Waterschap Hollandse Delta, D.d. 3 November 2010
Bijlage 1 Digitale Watertoets Waterschap Hollandse Delta, d.d. 3 november 2010
Bijlage 2 Luchtkwaliteitonderzoek Bestemmingsplan Groene Kruisweg, D.d. 21 Februari 2011
Bijlage 2 Luchtkwaliteitonderzoek bestemmingsplan Groene Kruisweg, d.d. 21 februari 2011
Bijlage 3 Inventarisatielijst Bedrijven
Bijlage 3 Inventarisatielijst bedrijven
Bijlage 4 Externe Veiligheid, D.d. 21 Februari 2011
Bijlage 4 Externe veiligheid, d.d. 21 februari 2011
Bijlage 5 Qra Shell Rhoon, D.d. 25 Februari 2011
Bijlage 5 QRA Shell Rhoon, d.d. 25 februari 2011
Bijlage 6 Inspraak- En Overlegreacties
Bijlage 6 Inspraak- en overlegreacties
Bijlage 7 Nota Inspraak En Overleg
Bijlage 7 Nota Inspraak en Overleg