Poortugaal Dorp
Bestemmingsplan - Gemeente Albrandswaard
Vastgesteld op 15-07-2013 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
In deze regels wordt verstaan onder:
1.1 plan:
het bestemmingsplan Poortugaal Dorp van de gemeente Albrandswaard.
1.2 bestemmingsplan:
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0613.BPPDorp-VST1 met de bijbehorende regels (en eventuele bijlagen).
1.3 aanbouw
een direct met het hoofdgebouw verbonden gebouw dat ten dienste staat van het hoofdgebouw en door zijn ligging, constructie en afmetingen ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
1.4 aangebouwd bijgebouw
een indirect met het hoofdgebouw verbonden gebouw dat ten dienste staat van het hoofdgebouw dan wel in functioneel opzicht deel uitmaakt van het hoofdgebouw en door zijn ligging, constructie en afmetingen ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
1.5 agrarisch bedrijf
een bedrijf gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren;
1.6 aanduiding:
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
1.7 aanduidingsgrens:
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
1.8 afvalinzamelsysteem
al dan niet geheel of gedeeltelijk onder peil gelegen bouwwerken en/of voorzieningen ten behoeve van de inzameling van huishoudelijk afval, glas en dergelijke;
1.9 agrarisch hulpgebouw
buiten bouwvlak gelegen gebouwen ten behoeve van een agrarisch bedrijf, zoals veldschuren, schuilgelegenheden voor vee en melkstallen;
1.10 ander bouwwerk
een bouwwerk, geen gebouw zijnde;
1.11 ambachtelijk bedrijf
een bedrijf, dat is gericht op het overwegend door middel van handwerk vervaardigen, bewerken of herstellen van goederen.
1.12 automatenhal
een bedrijf, dat in hoofdzaak bestaat uit het bieden van gelegenheid voor het spelen met gokkasten en spelletjesautomaten;
1.13 archeologische waarde
de aan een gebied toegerekende waarde in verband met de kennis en de studie van de in dat gebied voorkomende overblijfselen van menselijke aanwezigheid of activiteit uit oude tijden;
1.14 bebouwing:
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
1.15 bed-and-breakfast
een voorziening gericht op het bieden van de mogelijkheid tot overnachting en het serveren van ontbijt, als toeristisch-recreatieve activiteit, ondergeschikt aan de betreffende bestemming, met een maximum verblijfsduur van 6 weken. Onder een bed & breakfast-voorziening wordt niet verstaan overnachting, noodzakelijk in verband met het verrichten van tijdelijke of seizoensgebonden werkzaamheden en/of arbeid, zonder kookgelegenheid;
1.16 bedrijfsmatige activiteiten
het bedrijfsmatig verlenen van diensten - geen zakelijke dienstverlening of een seksinrichting zijnde - en ambachtelijke bedrijvigheden, geheel of overwegend door middel van handwerk, waarbij de aard (qua milieuplanologische hinder) en omvang van de bedrijfsactiviteiten in een woning kunnen worden uitgeoefend en de activiteiten geen onevenredige afbreuk doen aan het woon- en leefmilieu in de directe omgeving;
1.17 bedrijfskavel
de totale oppervlakte van een kavel van een (agrarisch) bedrijf, bestaande uit de gronden waar bebouwing is toegestaan alsmede de gronden waar geen bebouwing is toegestaan;
1.18 beroepsmatige activiteiten
een beroep, of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen gebied, dat door zijn beperkte omvang in een woning en daarbij behorende gebouwen, met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend;
1.19 bestaand
bij bebouwing: de bebouwing zoals aanwezig ten tijde van het in ontwerp ter inzage leggen van het plan, bij gebruik: het gebruik zoals dat ten tijde van het inwerkingtreden van het plan aanwezig was;
1.20 bestemmingsgrens:
de grens van een bestemmingsvlak.
1.21 bestemmingsvlak:
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
1.22 bijgebouw
een vrijstaand gebouw dat in functioneel opzicht en qua afmeting ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw;
1.23 bijzondere woonvormen
met woningen vergelijkbare huisvesting, zoals gezinsvervangende tehuizen, wooneenheden, al dan niet met gemeenschappelijke voorzieningen;
1.24 bouwen:
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
1.25 bouwgrens:
de grens van een bouwvlak.
1.26 bouwlaag
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw, een ondergrondse of halfverdiepte parkeerlaag of een zolder;
1.27 bouwperceel:
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
1.28 bouwperceelsgrens:
een grens van een bouwperceel.
1.29 bouwvlak:
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.
1.30 bouwwerk:
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
1.31 cultuur en ontspanning
het bedrijfsmatig verrichten van activiteiten gericht op spel, vermaak en ontspanning, waaronder:
- podiumkunsten en bioscopen en/of
- musea en toeristische attracties en/of
- muziek- en dansscholen, oefenruimten en creativiteitscentra en/of
- seksinrichtingen en/of
- casino's en feestzalenverhuur;
1.32 detailhandel
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen het uitstallen ten verkoop, verkopen en/of leveren van goederen aan diegenen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
1.33 detailhandel in volumineuze goederen
detailhandel in goederen die, gezien de aard en omvang van de aangeboden goederen, in woon- en winkelwijken niet of minder goed zijn in te passen; in dit plan worden daaronder de volgende vormen onderscheiden:
- a. detailhandel in auto's: detailhandel in automobielen en van de daarmee rechtstreeks samenhangende artikelen, zoals accessoires, onderhoudsmiddelen, onderdelen en/of materialen;
- b. detailhandel in boten: detailhandel in boten en van de daarmee rechtstreeks samenhangende artikelen, zoals accessoires, onderhoudsmiddelen, onderdelen en/of materialen;
- c. detailhandel in caravans en tenten: detailhandel in caravans en tenten en van de daarmee samenhangende artikelen, zoals accessoires, specifieke onderhoudsmiddelen, onderdelen en/of materialen en campingbenodigdheden voorzover daar speciaal voor vervaardigd;
- d. detailhandel in keukens, badkamers en sanitair: detailhandel in keukens, badkamers en sanitair en de daarmee rechtstreeks samenhangende artikelen, zoals accessoires, onderhoudsmiddelen, onderdelen en/of materialen;
1.34 dienstverlening
met detailhandel vergelijkbare activiteiten die gericht zijn op het verlenen van diensten aan of ten gerieve van particulieren, zoals kapsalons, reisbureaus en bankfilialen en daarmee naar de aard vergelijkbare vestigingen;
1.35 erfbebouwing
uitbreiding woonruimte en of bijgebouwen al dan niet aangebouwd;
1.36 escortbedrijf
de natuurlijke persoon, groep van personen of rechtspersoon die bedrijfsmatig, of in een omvang alsof die bedrijfsmatig is, prostitutie aanbiedt die op een andere plaats dan in de bedrijfsruimte wordt uitgeoefend;
1.37 extensieve dagrecreatie:
niet-gemotoriseerde recreatieve activiteiten die geen specifiek beslag leggen op de ruimte, zoals wandelen, fietsen, skaten, paardrijden, vissen, zwemmen en natuurobservatie.
1.38 gebouw:
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
1.39 geluidsgevoelig object
woningen, alsmede gebouwen en terreinen als bedoeld in artikel 4, lid 2 en artikel 7, lid 3 van het "Besluit grenswaarden binnen zones langs wegen" zoals die gold ten tijde van het ter inzage leggen van het ontwerp plan;
1.40 gevoelig object
object waar kinderen langdurig verblijven, zoals woningen, scholen, crèches en kinderdagverblijven;
1.41 hoofdgebouw
een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn constructie of afmetingen als het belangrijkste gebouw valt aan te merken;
1.42 horeca-activiteiten
een bedrijf dat in zijn algemeenheid gericht is op het verstrekken van nachtverblijf, op het verstrekken en/of ter plaatse nuttigen van voedsel en/of dranken en/of het exploiteren van zaalaccommodatie. De volgende specifieke vormen worden onder horeca begrepen. Bij de begrippen is een klassenindeling aangegeven welke in hoofdschriften wordt gebezigd;
- 1. hotel:
een bedrijf, dat in hoofdzaak bestaat uit het verstrekken van nachtverblijf en waarbij het verstrekken van voedsel en dranken (daaraan) ondergeschikt is; - 2. restaurant:
een bedrijf, dat in hoofdzaak bestaat uit het verstrekken van maaltijden voor gebruikt ter plaatse en waar het verstrekken van dranken (daaraan) ondergeschikt is; - 3. dagzaak:
een horecabedrijf, dat qua openingstijden vergelijkbaar is met detailhandelvestigingen, althans geen latere sluitingstijd dan 21.00 uur heeft, zoals een dagcafé, lunchroom, koffieshop en ijssalon; - 4. cafetaria:
een bedrijf dat in hoofdzaak bestaat uit het verstrekken van kleine eetwaren, niet zijnde maaltijden waarvan het sluitingsuur later dan 21.00 uur ligt; - 5. cafés, bars, avond- en nachtgelegenheid:
een horecabedrijf dat in hoofdzaak bestaat uit het verstrekken van dranken voor gebruik ter plaatse en het gelegenheid bieden voor dansen en waarvan het sluitingsuur later dan 21.00 uur ligt;
1.43 kantoor
een gebouw of een gedeelte daarvan dat door zijn indeling en inrichting geschikt is om uitsluitend te worden gebruikt voor administratieve en daarmee gelijk te stellen werkzaamheden, al dan niet met een baliefunctie; praktijkruimten worden hieronder mede begrepen;
1.44 maatschappelijke voorzieningen
functies ten behoeve van religieuze, educatieve, medische, sociale en culturele doeleinden, (openbare) overheidsinstellingen alsmede voorzieningen ten behoeve van kinderopvang en bejaarden;
1.45 milieucategorie
een aan een bedrijfsactiviteit toegekende categorie volgens de in de bijlage bij deze regels opgenomen Staat van bedrijfsactiviteiten;
1.46 nautische verkeersvoorziening
een verkeersvoorziening ten behoeve van het scheepvaartverkeer;
1.47 onderkomen
voor verblijf geschikte, al dan niet aan hun bestemming onttrokken voer- of vaartuigen, kampeermiddelen, loodsen, keten en soortgelijke verblijfsmiddelen, voor zover deze niet als bouwwerken zijn aan te merken;
1.48 peil
- a. voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
- b. voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst: de hoogte van het terrein ter hoogte van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw;
1.49 praktijkruimte
een beroeps- of bedrijfsmatige werkruimte voor beoefenaren van vrije (aan huis gebonden) beroepen, zoals medische, para-medische, administratieve en daarmee vergelijkbare beroepen, zulks met uitzondering van seksinrichtingen.
1.50 productiegebonden detailhandel
detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, gerepareerd en/of toegepast in het productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie;
1.51 seksautomatenhal
een inrichting of daarmee gelijk te stellen gelegenheid waarin door middel van automaten filmvoorstellingen en/of liveshows van erotische en/of pornografische aard kunnen worden gegeven;
1.52 seksbioscoop/-theater
een inrichting of daarmee gelijk te stellen gelegenheid waarin vertoningen van erotische en/of pornografische aard worden gegeven;
1.53 seksinrichting
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;
- a. een prostitutiebedrijf, waaronder begrepen een erotische massagesalon;
- b. een seksbioscoop of sekstheater;
- c. een seksautomatenhal;
- d. een seksclub of parenclub;
al dan niet in combinatie met elkaar. Onder een seksinrichting wordt niet verstaan een escortbedrijf of een sekswinkel;
1.54 sekswinkel
een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarbinnen hoofdzakelijk (minimaal 70% van de vloeroppervlakte) goederen van erotisch-pornografische aard worden verkocht of verhuurd;
1.55 straatmeubilair
bouwwerken ten behoeve van al dan niet openbare (nuts-)voorzieningen, zoals:
- a. verkeersgeleiders, verkeersborden, lichtmasten, zitbanken en bloembakken;
- b. telefooncellen, abri's, kunstwerken, speeltoestellen en draagconstructies voor reclame;
- c. kleinschalige bouwwerken ten behoeve van (openbare) nutsvoorzieningen met een inhoud van ten hoogste 50 m3 en een hoogte van ten hoogste 3 m, waaronder begrepen voorzieningen ten behoeve van telecommunicatie, energievoorziening en brandkranen;
- d. afvalinzamelsystemen;
1.56 tribune
een bouwwerk met rijen zitplaatsen van boven naar beneden bedoeld voor toeschouwers;
1.57 uitbouw
een aan een hoofdgebouw gebouwd gebouw, dat door zijn constructie of afmetingen ondergeschikt is aan dat hoofdgebouw, dat een vergroting van de bestaande ruimte in dat hoofdgebouw is en direct daarmee in open verbinding staat;
1.58 voorgevel
de gevel van het hoofdgebouw die door zijn aard, functie, constructie dan wel gelet op uitstraling ervan als belangrijkste gevel kan worden aangemerkt;
1.59 Wet geluidhinder
de Wet geluidhinder zoals die gold ten tijde van het ter inzage leggen van het ontwerp plan;
1.60 woning
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden.
Artikel 2 Wijze Van Meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.1 bedrijfsvloeroppervlakte
wordt gemeten binnenwerks, met dien verstande, dat de totale vloeroppervlakte van de bouwlagen ten dienste van kantoren, winkels of bedrijven, met inbegrip van de daarbij behroende magazijnen en overige dienstruimten wordt opgeteld;
2.2 bouwhoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
2.3 dakhelling:
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
2.4 goothoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
2.5 de hoogte eerste bouwlaag
wordt gemeten 0,25 m boven de vloer van de eerste verdieping van de woning.
2.6 hoogte van een windturbine:
vanaf het peil tot aan de (wieken)as van de windturbine.
2.7 inhoud van een bouwwerk:
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
2.8 oppervlakte van een bouwwerk:
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
2.9 verkoopvloeroppervlak
wordt gemeten binnenwerks met dien verstande, dat de totale vloeroppervlakte van ruimten welke rechtstreeks ten dienste staan van de detailhandelsactiviteiten en voor publiek toegankelijk zijn wordt opgeteld (kantoren, magazijnen en overige dienstruimten worden hieronder niet begrepen).
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Agrarisch
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. agrarische doeleinden;
- b. behoud, versterking en/of herstel van de aan de gronden eigen zijnde landschappelijke waarden;
- c. met de bijbehorende andere bouwwerken.
3.2 Bouwregels
Op de in lid 3.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend andere bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd met een bouwhoogte van niet meer dan 1,5 m, zoals erf- en terreinafscheidingen.
3.3 Afwijken van de bouwregels
Artikel 4 Agrarisch Met Waarden
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Agrarisch met waarden aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. agrarische bedrijfsvoering ten behoeve van agrarische bedrijven;
- b. behoud, versterking en/of herstel van de aan de gronden eigen zijnde natuurwaarden, zich uitende in de ecologische betekenis van sloten en graslanden, en landschappelijke waarden, zich uitende in de openheid;
- c. wandel- en ruiterpaden ten dienste van extensieve dagrecreatie;
- d. ter plaatse van de aanduiding 'ijsbaan' tevens voor een ijsbaan met bijbehorende ondergeschikte parkeervoorziening;
- e. ter plaatse van de aanduiding 'volkstuin' tevens voor volkstuinen;
- f. met daarbij behorende bouwwerken, open terreinen en watergangen.
4.2 Bouwregels
Op de in lid 4.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met dien verstande, dat:
- a. gebouwen uitsluitend mogen worden gebouwd binnen het bouwvlak;
- b. ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' de goot- en bouwhoogte van gebouwen niet meer mag bedragen dan aangegeven;
- c. bij ieder agrarisch bedrijf, voor zover niet aanwezig, niet meer dan één agrarische bedrijfswoning mag worden gebouwd, waarbij de inhoud niet meer dan 500 m3 mag bedragen;
- d. ter plaatse van de bouwaanduiding 'specifieke bouwaanduiding - agrarisch hulpgebouw' agrarische hulpgebouwen mogen worden gebouwd waarvan de goothoogte niet meer dan 4 m mag bedragen en de bouwhoogte niet meer dan 7 m mag bedragen;
- e. de bouwhoogte van andere bouwwerken niet meer dan 1,5 m mag bedragen.
- f. ter plaatse van de aanduiding 'ijsbaan' gebouwen zoals verenigingsgebouwen en gebouwen ten behoeve van sanitaire voorzieningen mogen worden gebouwd, waarbij de volgende bouwregels gelden:
- 1. de gebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd binnen het bouwvlak;
- 2. de goothoogte van gebouwen mag niet meer dan 3 m bedragen;
- 3. de bouwhoogte van gebouwen mag niet meer dan 5 m bedragen;
- 4. de gezamenlijke inhoud van de gebouwen mag niet meer dan 500 m3 bedragen.
4.3 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders zijn ter plaatse van de aanduiding 'ijsbaan' bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in lid 4.2 onder e voor de bouw van andere bouwwerken ten dienste van de ijsbaan, zoals:
- a. erf- en terreinafscheidingen waarvan de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 2 m;
- b. lichtmasten waarvan de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 10 m.
4.4 Specifieke gebruiksregels
Met betrekking de in lid 4.1 bedoelde gronden geldt dat het niet is toegestaan de gronden te gebruiken voor:
- a. de aanleg van bossen, het bebossen of anderszins inplanten van houtopstanden op gronden die ten tijde van het rechtskracht verkrijgen van dit plan niet met een vegetatie begroeid waren;
- b. hippische sportbeoefening, zoals longeerruimten en paardenbakken.
4.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden
4.6 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de grenzen van de aanduiding 'volkstuin' te wijzigen, indien de wijziging betrekking heeft op:
- a. een andere situering al dan niet met een uitbreiding van de oppervlakte van de gronden met de aanduiding 'volkstuin', indien zulks in verband met een herinrichting van het gebied gewenst is, waarbij:
- 1. de totale oppervlakte met niet meer dan 50% mag worden vergroot;
- 2. de vergroting is afgestemd op elders binnen de gemeente te saneren volkstuinen;
- 3. gekozen dient te worden voor een aaneengesloten complexgewijze ontwikkeling;
- 4. de situering geen onevenredige afbreuk doet aan de ter plaatse aanwezige landschappelijke waarde.
Artikel 5 Bedrijf
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Bedrijf aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. bedrijfsactiviteiten met een milieucategorie voor bedrijfsactiviteiten milieucategorie 1 t/m 2, met uitzondering van:
- 1. geluidszoneringplichtige inrichtingen;
- 2. detailhandel, behoudens productiegebonden detailhandel;
- 3. horeca;
- 4. zelfstandige kantoren;
- b. ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening' uitsluitend voor nutsvoorzieningen;
- c. bij de onder a genoemde functie behorende parkeervoorzieningen;
- d. erven, groenvoorzieningen en water;
- e. met de daarbij behorende bouwwerken.
5.2 Bouwregels
Op de in lid 5.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met dien verstande, dat:
- a. hoofdgebouwen uitsluitend binnen het bouwvlak mogen worden gebouwd;
- b. ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' de goot- en bouwhoogte van hoofdgebouwen niet meer mag bedragen dan is aangegeven;
- c. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' de bouwhoogte van hoofdgebouwen niet meer mag bedragen dan is aangegeven;
- d. aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen mogen worden gebouwd, mits:
- 1. de gezamenlijke grondoppervlakte van aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen gelegen buiten het bouwvlak niet meer bedraagt dan 50 m2;
- 2. tenminste 70% van de gronden buiten het bouwvlak onbebouwd dienen te blijven;
- 3. de goothoogte niet meer bedraagt dan 3 m;
- 4. de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 4,50 m;
- e. de bouwhoogte van andere bouwwerken niet meer bedraagt dan:
- 1. 2 m voor erf- en terreinafscheidingen;
- 2. 3 m voor overige andere bouwwerken;
- f. andere bouwwerken mogen worden gebouwd, met dien verstande dat:
- 1. voor erf- en terreinafscheidingen de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 2 m;
- 2. voor overige andere bouwwerken de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 3 m.
5.3 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.2 onder d sub 1 voor de bouw van aanbouwen en bijgebouwen tot een gezamenlijk grondoppervlakte van 75 m2 per perceel.
5.4 Specifieke gebruiksregels
Met betrekking tot het gebruik van de in lid 5.1 bedoelde gronden geldt dat detailhandel alleen is toegestaan voor goederen die ter plaatse vervaardigd of verwerkt worden, voor zover zulks een ondergeschikt en geen zelfstandig onderdeel van de bedrijfsvoering vormt.
5.5 Afwijken van de gebruiksregels
5.6 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Bedrijf' te wijzigingen in de bestemming 'Wonen' onder voorwaarde dat:
- a. vooraf een bouwplan met inrichtingsplan is voorgelegd waaruit blijkt dat sprake is van stedenbouwkundige en landschappelijke versterking voor de omgeving;
- b. op eigen terrein in parkeerbehoefte wordt voorzien;
- c. de toegestane goot- en/of bouwhoogte van hoofdgebouwen niet mag worden overschreden;
- d. toepassing wordt gegeven aan het bepaalde in 42.3.
Artikel 6 Centrum
6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Centrum aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. dienstverlening;
- b. ambachtelijke bedrijven;
- c. maatschappelijke voorzieningen;
- d. detailhandel, uitsluitend op de begane grond;
- e. wonen vanaf de eerste verdieping;
- f. wonen op de begane grond, uitsluitend voor zover bestaand op de locaties waar op het moment van terinzagelegging van het ontwerp van dit plan dit de bestaande situatie is, en zoals aangegeven op de als bijlage 1 bij de toelichting gevoegde inventarisatielijst;
- g. ter plaatste van de aanduiding 'horeca': horeca-activiteiten uit categorie 2 tot en met 4, zoals genoemd in artikel 1.42;
- h. ter plaatse van de aanduiding 'supermarkt' uitsluitend voor één supermarkt;
- i. verkeersvoorzieningen, waaronder begrepen (ondergrondse) parkeervoorzieningen;
- j. groen- en watervoorzieningen;
- k. overige bij een centrumgebied behorende voorzieningen.
6.2 Bouwregels
Op de in lid 6.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met dien verstande, dat:
- a. een hoofdgebouw uitsluitend binnen het bouwvlak mag worden gebouwd;
- b. ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' de goot- en bouwhoogte van hoofdgebouwen niet meer mag bedragen dan is aangegeven;
- c. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' de bouwhoogte van hoofdgebouwen niet meer mag bedragen dan is aangegeven;
- d. aan- en uitbouwen alsmede bijgebouwen mogen worden gebouwd, met dien verstande dat:
- 1. de gezamenlijke grondoppervlakte van aan- en uitbouwen alsmede bijgebouwen buiten het bouwvlak niet meer mag bedragen dan 60% van de oppervlakte van het bijbehorende erf;
- 2. de goothoogte niet meer mag bedragen dan de hoogte van de eerste bouwlaag;
- 3. de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 4,5 m;
- e. de bouwhoogte van andere bouwwerken mag niet meer bedragen dan 3 m.
6.3 Specifieke gebruiksregels
Met betrekking tot het gebruik van de in lid 6.1 onder d gelden ten aanzien van bedrijfsvestigingen de volgende bepalingen:
- a. de gezamenlijke bedrijfsvloeroppervlakte van detailhandelsbedrijven binnen de bestemming 'Centrum' mag niet meer bedragen dan 3.500 m2;
- b. per vestiging mag de bedrijfsvloeroppervlakte niet meer bedragen dan 150 m2;
- c. indien ten tijde van het in ontwerp ter inzage leggen van dit plan een grotere bedrijfsvloeroppervlakte binnen de bestemming aanwezig is, geldt voor deze vestiging de bestaande oppervlakte als norm en mag deze niet worden vergroot.
6.4 Afwijken van de bouwregels
Artikel 7 Gemengd
7.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Gemengd aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wonen;
- b. maatschappelijke voorzieningen, uitsluitend op de begane grond en de eerste verdieping;
- c. detailhandel, uitsluitend op de begane grond en de eerste verdieping;
- d. horeca-activiteiten uit categorie 2 en 3, zoals genoemd in artikel 1.42, uitsluitend op de begane grond en de eerste verdieping;
- e. verkeersvoorzieningen, waaronder begrepen (ondergrondse) parkeervoorzieningen;
- f. groen- en watervoorzieningen.
7.2 Bouwregels
Op de in lid 7.2 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de in dat lid genoemde bestemming worden gebouwd, met dien verstande dat:
- a. hoofdgebouwen uitsluitend binnen het bouwvlak mogen worden gebouwd;
- b. ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' de goot- en bouwhoogte van hoofdgebouwen niet meer mag bedragen dan is aangegeven;
- c. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' de bouwhoogte van hoofdgebouwen niet meer mag bedragen dan is aangegeven;
- d. ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang' in ieder geval voor een onderdoorgang;
- e. ter plaatse van de aanduiding 'gestapeld' wonen uitsluitend in gestapelde vorm;
- f. het aantal woningen ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' niet meer mag bedragen dan aangegeven, zover een aanduiding ontbreekt geldt het bestaande aantal woningen als maximum aantal woningen;
7.3 Gebruiksregels
Met betrekking tot het gebruik van de in lid 7.2 onder c bedoelde gronden geldt dat de gezamenlijke bedrijfsvloeroppervlakte van detailhandelsbedrijven niet meer mag bedragen dan 1.275 m2.
Artikel 8 Gemengd - 1
8.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Gemengd - 1 aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. maatschappelijke voorzieningen;
- b. horeca-activiteiten uit categorie 2 en 3, zoals genoemd in artikel 1.42, uitsluitend op de begane grond en de eerste verdieping;
- c. cultuur en ontspanning;
- d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - zalencentrum' tevens voor een zalencentrum;
- e. groen- en watervoorzieningen.
8.2 Bouwregels
Op de in lid 8.2 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de in dat lid genoemde bestemming worden gebouwd, met dien verstande dat:
- a. hoofdgebouwen uitsluitend binnen het bouwvlak mogen worden gebouwd;
- b. ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' de goot- en bouwhoogte van hoofdgebouwen niet meer mag bedragen dan is aangegeven;
Artikel 9 Groen
9.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. groen;
- b. water;
- c. voet- en fietspaden;
- d. perceelsontsluitingswegen;
- e. speelvoorzieningen;
- f. straatmeubilair;
- g. nautische verkeersvoorzieningen, gerelateerd aan de Oude Maas;
- h. nutsvoorzieningen.
9.2 Bouwregels
Op de in lid 9.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de in dat lid genoemde bestemming worden gebouwd, met dien verstande:
- a. de inhoud van een nutsvoorziening niet meer mag bedragen dan 100 m3;
- b. de bouwhoogte van andere bouwwerken mag niet meer bedragen dan 5 m;
- c. in afwijking van het bepaalde onder b geldt dat de bouwhoogte van nautische verkeersvoorzieningen niet meer mag bedragen dan 6 m.
Artikel 10 Groen - Park
10.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Groen - Park' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. openbaar groen;
- b. water;
- c. voet- en fietspaden;
- d. straatmeubilair;
- e. nutsvoorzieningen;
- f. openbare speelvoorzieningen.
10.2 Bouwregels
Op de in lid 10.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de in dat lid genoemde bestemming worden gebouwd, met dien verstande:
- a. gebouwen mogen worden gebouwd waarbij:
- 1. de goothoogte niet meer mag bedragen dan 3 m;
- 2. de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 5 m;
- 3. het totaal aan oppervlakte van alle gebouwen niet meer mag bedragen dan 50 m2.
- b. de inhoud van een nutsvoorziening niet meer mag bedragen dan 100 m3;
- c. de bouwhoogte van kunstobjecten niet meer mag bedragen dan 20 m;
- d. de bouwhoogte van andere bouwwerken niet meer mag bedragen dan 5 m.
Artikel 11 Kantoor
11.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Kantoor aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. kantoren;
- b. aan de functie als bedoeld onder a gebonden parkeervoorzieningen;
- c. erven, groenvoorzieningen en water.
11.2 Bouwregels
Op de in lid 11.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met dien verstande, dat:
- a. een hoofdgebouw uitsluitend binnen het bouwvlak mag worden gebouwd;
- b. ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' de goot- en bouwhoogte van hoofdgebouwen niet meer mag bedragen dan is aangegeven;
- c. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' de bouwhoogte van hoofdgebouwen niet meer mag bedragen dan is aangegeven;
- d. aanbouwen en bijgebouwen mogen worden gebouwd, mits:
- 1. de gezamenlijke grondoppervlakte van aan- en bijgebouwen gelegen buiten het bouwvlak niet meer bedraagt dan 50 m2;
- 2. tenminste 50% van de gronden buiten het bouwvlak onbebouwd dienen te blijven;
- 3. de goothoogte niet meer bedraagt dan 3 m;
- 4. de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 4,50 m;
- e. de bouwhoogte van andere bouwwerken niet meer bedraagt dan:
- 1. 2 m voor erf- en terreinafscheidingen;
- 2. 3 m voor overige andere bouwwerken.
11.3 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Kantoor' te wijzigingen in de bestemming 'Wonen' onder voorwaarde dat:
- a. vooraf een bouwplan met inrichtingsplan is voorgelegd waaruit blijkt dat sprake is van stedenbouwkundige en landschappelijke versterking voor de omgeving;
- b. op eigen terrein in parkeerbehoefte wordt voorzien;
- c. de toegestane goot- en/of bouwhoogte van hoofdgebouwen niet mag worden overschreden;
- d. toepassing wordt gegeven aan het bepaalde in 42.3.
Artikel 12 Maatschappelijk
12.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Maatschappelijk aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. maatschappelijke voorzieningen;
- b. dienstverlening ten dienste van doeleinden onder a;
- c. aan de functie als bedoeld onder a gebonden parkeervoorzieningen;
- d. (indoor) sportvoorzieningen;
- e. ter plaatse van de aanduiding 'sportcentrum' tevens voor een sportcentrum;
- f. ter plaatse van de aanduiding 'verenigingsleven' tevens voor activiteiten voor verenigingen;
- g. aan de functie als bedoeld onder a gebonden parkeervoorzieningen;
- h. erven, groenvoorzieningen en water;
- i. straatmeubilair.
12.2 Bouwregels
Op de in lid 12.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met dien verstande dat:
- a. gebouwen uitsluitend mogen worden gebouwd binnen het bouwvlak;
- b. ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' het maximum bebouwingspercentage niet meer mag bedragen dan is aangegeven; indien geen bebouwingspercentage is aangegeven, mag het bouwvlak volledig worden bebouwd;
- c. ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' de goot- en bouwhoogte niet meer mag bedragen dan is aangegeven;
- d. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan aangegeven;
- e. in afwijking van het bepaalde onder c en d geldt dat indien de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' en 'maximale bouwhoogte' ontbreekt, de bouwhoogte van de gebouwen niet meer mag bedragen dan:
- 1. voor ten hoogste 30% van de te bebouwen oppervlakte 30 m;
- 2. voor ten hoogste 60% van de te bebouwen oppervlakte 20 m;
- 3. voor het overige 10 m;
- f. de bouwhoogte van andere bouwwerken niet meer mag bedragen dan:
- 1. 2 m voor erf- en terreinafscheidingen;
- 2. 2,7 m voor pergola's;
- 3. 3 m voor overige bouwwerken.
- g. in afwijking van het bepaalde onder f geldt dat de bouwhoogte van andere bouwwerken ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' niet meer mag bedragen dan 10 m';
- h. ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' ten hoogste één bedrijfswoning mag worden gebouwd waarvan de inhoud niet meer mag bedragen dan 500 m3, voor zover niet reeds een bedrijfswoning aanwezig was.
12.3 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 12.2 onder a voor de bouw van gebouwen buiten het bouwvlak tot een gezamenlijke grondoppervlakte van ten hoogste 100 m2.
Artikel 13 Natuur
13.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. behoud, versterking en/of herstel van de aan de gronden eigen zijnde natuurwaarden en landschappelijke waarden van de (voormalige) buitendijks gelegen gronden;
- b. nautische verkeersvoorzieningen, gerelateerd aan de Oude Maas;
- c. waterhuishoudkundige voorzieningen.
13.2 Bouwregels
Op de in lid 13.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend andere bouwwerken ten dienste van de in dat lid genoemde bestemming worden gebouwd, met dien verstande:
- a. de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 3 m;
- b. in afwijking van het bepaalde onder a geldt dat de bouwhoogte van nautische verkeersvoorzieningen niet meer mag bedragen dan 6 m.
13.3 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 13.2 voor de bouw van andere bouwwerken voor zover noodzakelijk ten behoeve van de aangrenzende bestemming 'Water' en 'Water - Vaarwater' onder de voorwaarde dat geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de landschappelijke en natuurwaarden van dit gebied.
13.4 Specifieke gebruiksregels
Het is niet toegestaan de in lid 13.1 bedoelde gronden te gebruiken voor intensieve (dag)recreatie.
13.5 Omgevingsvergunning voor werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden
Artikel 14 Recreatie
14.1 Bestemmingsomschrijving
14.2 Bouwregels
Op de in lid 20.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend andere bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd waarvan de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 4 m.
Artikel 15 Recreatie - Volkstuin
15.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Recreatie - Volkstuin aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. volkstuinen;
- b. dagrecreatie;
- c. groenvoorzieningen;
- d. ter plaatse van de aanduiding 'verenigingsleven' activiteiten van verenigingen, clubs en dergelijke;
- e. water.
15.2 Bouwregels
Op de in lid 15.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met dien verstande, dat:
- a. op iedere kavel met een oppervlakte van ten minste 100 m2 mag worden gebouwd:
- 1. een plantenkas waarvan de grondoppervlakte niet meer mag bedragen dan 12 m2, de goothoogte niet meer mag bedragen dan 3 m en de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 4,5 m;
- 2. een bergruimte waarvan de grondoppervlakte niet meer mag bedragen dan 6 m2, de goothoogte niet meer mag bedragen dan 2,5 m en de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 3 m;
- b. de bouwhoogte van andere bouwwerken mag niet meer bedragen dan 3 m.
15.3 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in lid 15.2 voor de bouw van een gemeenschappelijke berging annex verenigingsruimte, met dien verstande dat:
- a. de totale grondoppervlakte niet meer mag bedragen dan 30 m2;
- b. de goothoogte niet meer mag bedragen dan 3 m;
- c. de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 4,5 m.
Artikel 16 Sport
16.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Sport aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. sportvoorzieningen;
- b. een ondergeschikte horecafunctie, in de zin van een kantine, ten dienste van de onder a genoemde functie;
- c. extensieve recreatie;
- d. ter plaatse van de aanduiding 'jongeren ontmoetingsplek' uitsluitend voor een jongeren ontmoetingsplek;
- e. water;
- f. groenvoorzieningen;
- g. parkeervoorzieningen;
- h. fiets- en voetpaden;
- i. ontsluitingsweg voor bestemmingsverkeer;
- j. nutsvoorzieningen;
- k. bijbehorende voorzieningen, kunstwerken en andere bouwwerken.
16.2 Bouwregels
Op de in lid 16.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met dien verstande dat:
- a. gebouwen uitsluitend mogen worden gebouwd binnen het bouwvlak;
- b. de goothoogte van gebouwen niet meer mag bedragen dan 4 m;
- c. de bouwhoogte van gebouwen niet meer mag bedragen dan 7 m;
- d. in afwijking van het bepaalde onder a, b en c geldt dat ter plaatse van de aanduiding 'jongeren ontmoetingsplek' buiten het bouwvlak een gebouw is toegestaan waarvan de goothoogte niet meer mag bedragen dan 2 m en de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 2,5 m;
- e. de grondoppervlakte van gebouwen niet meer mag bedragen dan 4.500 m2;
- f. uitsluitend in het gebied ten oosten van de gronden met de dubbelbestemming 'Leiding - Brandstof' parkeervoorzieningen en een ontsluitingsweg voor bestemmingsverkeer mogen worden aangelegd;
- g. binnen het bouwvlak ten hoogste twee tribunes mogen worden gebouwd, waarbij geldt dat;
- 1. de gezamenlijke grondoppervlakte van tribunes niet meer mag bedragen dan 600 m2;
- 2. de bouwhoogte van tribunes niet meer mag bedragen dan 7 m;
- h. de bebouwing aan de zijde van de Schroeder van der Kolklaan landschappelijk wordt afgeschermd;
- i. de bouwhoogte van andere bouwwerken niet meer mag bedragen dan:
- 1. 10 m voor lichtmasten, met dien verstande dat binnen een afstand van 50 m van woningen lichtmasten niet zijn toegestaan;
- 2. 15 m voor ballenvangers;
- 3. 3 m voor overige andere bouwwerken.
Artikel 17 Tuin/ Tuin- 1
17.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Tuin/ Tuin- 1 aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. tuinen;
- b. parkeervoorzieningen;
- c. ter plaatse van de bestemming "Tuin -1" de bestaande bebouwing mag worden gehandhaafd.
17.2 Bouwregels
Op de in lid 17.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend andere bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met dien verstande, dat:
- a. bij iedere woning aan de voorgevel een entree-, tochtportaal en/of erker mag worden gebouwd, waarbij;
- 1. de grondoppervlakte niet meer dan 2 m2 bedraagt;
- 2. de goothoogte niet meer mag bedragen dan de hoogte van de eerste bouwlaag van de bijbehorende woning;
- 3. de afstand van het gebouw tot de naar de openbare ruimte toegekeerde perceelsgrens ten minste 1 m bedraagt;
- b. ter plaatse van de bestemming "Tuin -1" de bestaande bebouwing mag worden gehandhaafd waarbij de bestaande maatvoering als maximale maatvoering geldt; in geval van herbouw mag de bebouwing uitsluitend worden gerealiseerd op de locatie van de bestaande bebouwing;
- c. voor het overige uitsluitend andere bouwwerken ten dienste van debestemming mogen worden gebouwd waarvan de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 1 m.
17.3 Afwijken van de bouwregels
Artikel 18 Verkeer
18.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Verkeer aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wegen;
- b. pleinen;
- c. voet- en fietspaden;
- d. parkeervoorzieningen;
- e. speelvoorzieningen;
- f. groenvoorzieningen en water:
- g. straatmeubilair;
- h. nutsvoorzieningen, gemalen.
18.2 Bouwregels
Op de in lid 18.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met dien verstande:
- a. geen gebouwen mogen worden gebouwd met uitzondering van straatmeubilair;
- b. de bouwhoogte van andere bouwwerken niet meer mag bedragen dan 15 m.
Artikel 19 Verkeer - Verblijfsgebied
19.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Verkeer - Verblijfsgebied aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wegen met een verblijfsfunctie (30 km/u);
- b. pleinen;
- c. voet- en fietspaden;
- d. parkeervoorzieningen;
- e. speelvoorzieningen;
- f. groenvoorzieningen en water;
- g. straatmeubilair;
- h. nutsvoorziening;
- i. ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening' uitsluitend voor nutsvoorzieningen;
- j. bruggen.
19.2 Bouwregels
Op de in lid 19.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met dien verstande:
- a. geen gebouwen mogen worden gebouwd met uitzondering van straatmeubilair;
- b. de bouwhoogte van andere bouwwerken mag niet meer bedragen dan 5 m.
Artikel 20 Water
20.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Water aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. water;
- b. waterberging en waterhuishouding;
- c. extensief recreatief medegebruik;
- d. duikers;
- e. groenvoorzieningen;
- f. nautische verkeersvoorzieningen, gerelateerd aan de Oude Maas;
- g. steigers;
- h. bruggen.
20.2 Bouwregels
Op de in lid 20.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend andere bouwwerken ten dienste van de in dat lid genoemde bestemming worden gebouwd, met dien verstande:
- a. de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 5 m;
- b. in afwijking van het bepaalde onder a geldt dat de bouwhoogte van nautische verkeersvoorzieningen niet meer mag bedragen dan 6 m.
Artikel 21 Water - Vaarwater
21.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Water - Vaarwater' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. water;
- b. verkeer te water;
- c. waterberging en waterhuishouding;
- d. extensief recreatief medegebruik;
- e. groenvoorzieningen;
- f. nautische verkeersvoorzieningen;
- g. bruggen.
21.2 Bouwregels
Op de in lid 21.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend andere bouwwerken ten dienste van de in dat lid genoemde bestemming worden gebouwd, met dien verstande:
- a. de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 5 m;
- b. in afwijking van het bepaalde onder a geldt dat de bouwhoogte van nautische verkeersvoorzieningen niet meer mag bedragen dan 6 m.
21.3 Specifieke gebruiksregels
Met betrekking tot de in lid 21.1 bedoelde gronden geldt dat een gebruik voor ligplaatsen ten behoeve van verkeer te water niet is toegestaan.
21.4 Afwijken van de gebruiksregels
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde onder 21.3 ten behoeve van ligplaatsen voor watergebonden bedrijfsactiviteiten, onder voorwaarden dat door de gemeente vooraf toestemming aan de vaarwegbeheerder wordt gevraagd.
Artikel 22 Wonen
22.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Wonen aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wonen;
- b. ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel' tevens voor detailhandel;
- c. ter plaatse van de aanduiding 'dienstverlening' tevens voor dienstverlening;
- d. ter plaatse van de aanduiding 'garage' uitsluitend voor garages;
- e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - garage' tevens voor garages;
- f. ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouw' uitsluitend voor fietsenstallingen, bergingen, carports en garages;
- g. ter plaatse van de aanduiding 'opslag' tevens voor de opslag van goederen;
- h. ter plaatse van de aanduiding 'groen' tevens groenvoorzieningen;
- i. ter plaatse van de aanduiding 'kantoor' tevens voor een kantoor;
- j. ter plaatse van de aanduiding 'maatschappelijk' tevens voor maatschappelijke voorzieningen;
- k. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - bijzondere woonvorm' tevens voor bijzondere woonvormen;
- l. tuinen en erven;
- m. parkeervoorzieningen;
- n. groenvoorzieningen en water.
22.2 Bouwregels
Op de in lid 22.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met dien verstande, dat:
- a. hoofdgebouwen uitsluitend binnen het bouwvlak mogen worden gebouwd;
- b. ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' de goot- en bouwhoogte van hoofdgebouwen niet meer mag bedragen dan is aangegeven;
- c. het aantal woningen ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' niet meer mag bedragen dan aangegeven, zover een aanduiding ontbreekt geldt het bestaande aantal woningen als maximum aantal woningen;
- d. aanbouwen, uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen mogen worden gebouwd mits:
- 1. de gezamenlijke grondoppervlakte niet meer bedraagt dan:
- 75 m2 voor vrijstaande- en hoekwoningen;
- 40 m2 voor tussenwoningen;
- voor gestapelde woningen is de bouw van bijgebouwen niet toegestaan;
- 2. het perceelsgedeelte gelegen achter de woning tussen het verlengde van de zijgevels en/of gemeenschappelijke scheidingsmuur (-muren) van de woning voor ten minste 40% onbebouwd en onoverdekt blijft met een minimum van 35 m2;
- 3. indien het voorgaande (d2) er toe zou leiden dat in het geheel geen erfbebouwing mag worden opgericht, mag desondanks een bijgebouw van 10 m2 worden gebouwd;
- 4. de bouw van uitbreidingen van de woonruimte en/of praktijkruimten dient altijd aan de woning te geschieden;
- 5. met betrekking tot de bouwhoogte van bijgebouwen en uitbreidingen van woonruimte geldt:
- voor vrijstaande bijgebouwen de goothoogte niet meer bedraagt dan 3,00 m en de bouwhoogte niet meer dan 4,50 m;
- voor aangebouwde bijgebouwen en/of uitbreidingen van de woonruimte mag de goothoogte niet meer bedragen dan de bouwhoogte van de eerste bouwlaag van de bijbehorende woning tot een maximum van 4 m en de bouwhoogte 6 m;
- 1. de gezamenlijke grondoppervlakte niet meer bedraagt dan:
- e. ter plaatse van de aanduiding 'garage' mogen in afwijking van het voorgaande uitsluitend huishoudelijke bergruimten en stallingen voor motorvoertuigen worden gebouwd waarvan de goothoogte niet meer mag bedragen dan 3 m en de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 4,5 m;
- f. ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouw' mogen in afwijking van het bepaalde onder d5 uitsluitend fietsenstallingen, bergingen, carports en garages worden gebouwd waarvan de de goothoogte niet meer mag bedragen dan 2,6 m en de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 3 m;
- g. met betrekking tot de andere bouwwerken geldt dat de bouwhoogte van andere bouwwerken mag bedragen:
- 1. 2,70 m voor pergola's;
- 2. 2,00 m voor erf- en terreinafscheidingen;
- 3. 3,00 m voor overige bouwwerken.
22.3 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in lid 22.2 voor:
- a. de bouw van een extra bouwlaag (met kap) op een aanbouw of uitbouw aan de woning, mits:
- 1. de aanbouw of uitbouw met kap als bouwmassa ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
- 2. geen aantasting plaatsvindt van de gewenste stedenbouwkundige structuur;
- 3. het bouwplan geen afbreuk doet aan de belangen van omwonenden (bezonning, privacy)
- 4. de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 10 m;
- 5. de goothoogte niet meer bedraagt dan 6,5 m.
- b. het toestaan van een grotere gezamenlijke grondoppervlakte van aanbouwen, uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen , mits:
- 1. de aanbouw, uitbouw of bijgebouw met kap als bouwmassa ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
- 2. geen aantasting plaatsvindt van de gewenste stedenbouwkundige structuur;
- 3. het bouwplan geen afbreuk doet aan de belangen van omwonenden (bezonning, privacy)
- 4. de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 10 m;
- 5. de goothoogte niet meer bedraagt dan 6,5 m.
- c. de bouw van een dakterras op een aanbouw of uitbouw aan de woning, mits:
- 1. de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 1 m boven de bouwhoogte van de aanbouw of uitbouw;
- 2. geen aantasting plaatsvindt van de gewenste stedenbouwkundige structuur;
- 3. het bouwplan geen afbreuk doet aan de belangen van omwonenden (bezonning, privacy).
22.4 Specifieke gebruiksregels
Binnen het bouwvlak is een bed-and-breakfast toegestaan, met dien verstande dat:
- a. de omvang van de activiteit niet meer mag bedragen dan 50% van de gezamenlijke vloeroppervlakte van de hoofdbebouwing;
- b. nabijgelegen percelen niet in onevenredige mate hinder mogen ondervinden;
- c. het aantal slaapverblijven maximaal 7 bedraagt;
- d. bij de slaapverblijven geen zelfstandige kookgelegenheden zijn toegestaan;
- e. een nachtregister moet worden bijgehouden;
- f. het maximale oppervlakte per slaapverblijf niet meer dan 30 m² mag bedragen;
- g. het nachtverblijf niet mag plaatsvinden in vrijstaande bijgebouwen;
- h. voorzien wordt in 1 parkeerplaats per slaapverblijf op eigen terrein.
22.5 Afwijken van de gebruiksregels
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in lid 22.4, met dien verstande dat:
- a. de bed-and-breakfast-voorziening in een ten dienste van het hoofdgebouw vrijstaande bijgebouw mag worden gebouwd;
- b. de woning als zodanig herkenbaar blijft;
- c. de woonfunctie dan wel de agrarische functie gehandhaafd blijft;
- d. de bed-and-breakfast-voorziening:
- 1. door de bouwkundige opzet, indeling en maatvoering niet kan functioneren als zelfstandige woning. Een aparte kookgelegenheid bij de voorziening niet is toegestaan;
- 2. de landschappelijke, cultuurhistorische en/of architectonische waarden van het complex niet wordt aangetast;
- 3. de parkeerbalans in de directe omgeving niet nadelig wordt beïnvloed;
- 4. geen onevenredige nadelige gevolgen zal opleveren voor het woon- en leefklimaat van omwonenden en de bedrijfsvoering van omliggende bedrijven
- e. de veiligheid van de voorziening wordt gewaarborgd, met inachtneming van de bepalingen uit het Bouwbesluit.
Artikel 23 Wonen - Bijzondere Woonvorm
23.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Wonen - Bijzondere woonvorm aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wonen in een bijzondere woonvorm, zoals een bejaardentehuis, verzorgingstehuis en gezinsvervangend thuis;
- b. een maatschappelijke functie ten dienste van de onder a genoemde functie;
- c. aan de functie onder a gebonden parkeervoorzieningen;
- d. bijbehorende bouwwerken.
23.2 Bouwregels
Op de in lid 23.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met dien verstande, dat:
- a. hoofdgebouwen uitsluitend mogen worden gebouwd binnen het bouwvlak;
- b. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' mag de bouwhoogte niet meer bedragen dan is aangegeven;
- c. andere bouwwerken mogen worden gebouwd, met dien verstande dat:
- 1. voor erf- en terreinafscheidingen de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 2 m;
- 2. voor pergola's de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 2,7 m;
- 3. voor overige andere bouwwerken de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 3 m.
Artikel 24 Wonen - Boerderij
24.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen - Boerderij' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wonen;
- b. tuinen en erven;
- c. beroeps-/ praktijkruimten;
- d. aan de functie onder a gebonden parkeervoorzieningen;
- e. groen en water;
- f. ter plaatse van de aanduiding "specifieke bouwaanduiding - monument" tevens voor het behoud, de versterking en / of herstel van de cultuurhistorische waarde van de op deze gronden aanwezige bouwwerken.
24.2 Bouwregels
Ten aanzien van de in lid 24.1 bedoelde gronden gelden de volgende bouwregels:
- a. hoofdgebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd binnen het bouwvlak;
- b. ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' mag de goothoogte en de bouwhoogte van gebouwen niet meer bedragen dan de waarden die in de aanduiding zijn opgenomen;
- c. aanbouwen, uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen mogen worden gebouwd mits:
- 1. de gezamenlijke grondoppervlakte niet meer bedraagt dan 75 m2;
- 2. het perceelsgedeelte gelegen achter de woning tussen het verlengde van de zijgevels van de woning voor ten minste 40% onbebouwd en onoverdekt blijft met een minimum van 35 m2;
- 3. de bouw van uitbreidingen van de woonruimte dient altijd aan de bestaande woning te geschieden;
- 4. met betrekking tot de bouwhoogte van bijgebouwen en uitbouwen geldt:
- voor vrijstaande bijgebouwen de goothoogte niet meer bedraagt dan 3 m en de bouwhoogte niet meer dan 4,50 m;
- voor aangebouwde bijgebouwen en/of uitbreidingen van de woonruimte mag de goothoogte niet meer bedragen dan de bouwhoogte van de eerste bouwlaag van de bijbehorende woning tot een maximum van 4 m en de bouwhoogte 6 m;
- d. indien bestaande bebouwing afwijkt van het bepaalde onder c, dan geldt dat de bestaande bebouwing mag worden gehandhaafd en herbouwd waarbij de bestaande maatvoering als maximum geldt;
- e. met betrekking tot de andere bouwwerken geldt dat de bouwhoogte van andere bouwwerken mag bedragen:
- 1. 2,70 m voor pergola's;
- 2. 2 m voor erf- en terreinafscheidingen;
- 3. 3 m voor overige bouwwerken.
24.3 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 24.2:
- a. voor wat betreft de maatvoering van hoofdgebouwen (woningen): het verhogen en/of het verlagen van de goothoogte, bouwhoogte en dakhelling met ten hoogste 15% op voorwaarde dat daardoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de cultuurhistorische en/of architectonische waarde van de gebouwen.
- b. voor de oppervlakte van erfbebouwing tot 100 m2, tenzij de bestaande oppervlakte aan erfbebouwing reeds de 100 m2 overschrijdt.
24.4 Specifieke gebruiksregels
Ten aanzien van de in lid 24.1 bedoelde gronden gelden de volgende specifieke gebruiksregels:
het medegebruik van woningen en/of uitbouwen voor beroepsmatige activiteiten is toegestaan onder de volgende voorwaarden:
- a. de woonfunctie dient in overwegende mate gehandhaafd te blijven (met name in geval de bedrijfsruimte in het hoofdgebouw gerealiseerd wordt), waarbij geldt dat de brutovloeroppervlakte niet meer mag bedragen dan 100 m2;
- b. er mag geen afbreuk worden gedaan aan het woon- en leefmilieu in de omgeving;
- c. in de omgeving mag geen onevenredige toename van de verkeersbelasting optreden;
- d. er mogen geen detailhandels- en horeca-activiteiten plaatsvinden;
- e. de bedrijfsuitoefening dient te geschieden door de degene die op het perceel woonachtig is.
24.5 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming Wonen - Boerderij wijzigen ten behoeve van een functiewisseling ten dienste van de bestemmingen Natuur, Recreatie en Water waarbij, met behoud van de woonfunctie en met inachtneming van de hieronder gegeven voorwaarden, medewerking wordt verleend aan de verbouw van of het medegebruik van de voormalige (al dan niet aangebouwde) bedrijfsruimten ten behoeve van:
- praktijkruimten;
- landelijk bedrijf;
- ateliers of galeries;
- ambachtelijke bedrijven;
- recreatieve functies, zoals een horecavestiging, een recreatief bedrijf (kanoverhuur), maatschappelijk-recreatieve functie (natuureducatie, museum) of een andere bij het gebied passende dagrecreatieve ondersteunende functie.
Bij deze functiewisselingen dient te worden uitgegaan van het volgende:
- a. de bestaande bebouwing (geen monument zijnde) dient (gedeeltelijk) te worden gesaneerd;
- b. de bestaande woning dient te worden gehandhaafd;
- c. verbouwing van de bestaande voormalige bedrijfsbebouwing is slechts toegestaan, indien daardoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het karakter van de oorspronkelijke bebouwing;
- d. bij de herbouw en/of eventuele vervangende nieuwbouw dient aansluiting te worden gezocht bij het karakter van de oorspronkelijk aanwezige bebouwing;
- e. bebouwing ter plaatse van de aanduiding "specifieke bouwaanduiding monument" dient te worden gehandhaafd.
Aan deze functiewisseling zal slechts medewerking worden verleend, indien de vestiging geen onevenredige afbreuk doet aan het woon- en leefmilieu in de directe omgeving, waarbij met name dient te worden gelet op de mogelijk verkeersaantrekkende werking. Voor de benodigde parkeerbehoefte dient op eigen terrein te worden voorzien.
Artikel 25 Leiding - Brandstof
25.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Leiding - Brandstof' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor een transportleiding voor brandstoffen met de daar bijbehorende bouwwerken en andere werken.
25.2 Bouwregels
25.3 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 25.2.2 ten behoeve van de bouw van bouwwerken ten dienste van de andere daar voorkomende bestemmingen, onder de voorwaarde, dat:
- a. de belangen met betrekking tot de betrokken leidingen dit toelaten;
- b. alvorens een omgevingsvergunning te verlenen schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de beheerder van de betrokken leiding.
25.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 26 Leiding - Hoogspanningsverbinding
26.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de aanleg het beheer en onderhoud van een bovengrondse hoogspanningsverbinding.
26.2 Bouwregels
26.3 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 26.2.2 ten behoeve van de bouw van bouwwerken ten dienste van de andere daar voorkomende bestemmingen, onder de voorwaarde, dat:
- a. de belangen met betrekking tot de betrokken leidingen dit toelaten;
- b. alvorens een omgevingsvergunning te verlenen schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de beheerder van de betrokken leiding.
26.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 27 Waarde - Archeologie 1
27.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie 1' aangewezen gronden zijn, behalve voor andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor behoud van de aan de grond eigen zijnde archeologische waarden.
Bodemverstorende werkzaamheden in dit gebied behoeven een vergunning van de minister van OCW, conform de Monumentenwet 1988, Artikel 14.
Artikel 28 Waarde - Archeologie 2
28.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor behoud van de aan de grond eigen zijnde archeologische waarden.
28.2 Bouwregels
28.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 29 Waarde - Archeologie 3
29.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie 3' aangewezen gronden zijn, behalve voor andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor behoud van de aan de grond eigen zijnde archeologische waarden.
29.2 Bouwregels
29.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 30 Waarde - Archeologie 4
30.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie 4' aangewezen gronden zijn, behalve voor andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor behoud van de aan de grond eigen zijnde archeologische waarden.
30.2 Bouwregels
30.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 31 Waarde - Archeologie 5
31.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie 5' aangewezen gronden zijn, behalve voor andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor behoud van de aan de grond eigen zijnde archeologische waarden.
31.2 Bouwregels
31.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 32 Waarde - Archeologie 6
32.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie 6' aangewezen gronden zijn, behalve voor andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor behoud van de aan de grond eigen zijnde archeologische waarden.
32.2 Bouwregels
32.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 33 Waarde - Ecologie
33.1
De voor Waarde - Ecologie aangewezen gronden zijn, behalve voor andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de aanleg en instandhouding van een natte en/of droge ecologische verbindingszone.
33.2 Bouwregels
Artikel 34 Waterstaat
34.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waterstaat' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor waterstaatsdoeleinden.
34.2 Bouwregels
34.3 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 34.2.2 voor het bouwen ten behoeve van andere daar voorkomende bestemmingen onder de voorwaarden dat:
- a. de waterhuishoudkundige belangen dit toelaten;
- b. alvorens omgevingsvergunning te verlenen schriftelijk advies wordt ingewonnen bij het waterschap.
Artikel 35 Waterstaat - Waterhuishoudkundige En Waterstaatkundige Functie
35.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waterstaat - Waterhuishoudkundige en waterstaatkundige functie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), primair bestemd voor:
- a. de afvoer en berging van oppervlaktewater, sediment en ijs;
- b. de waterhuishouding;
- c. verkeer te water;
- d. aanleg, beheer en onderhoud en verbetering van de hoofdwaterkering;
- e. het vergroten van de afvoercapaciteit.
35.2 Bouwregels
Op de voor 'Waterstaat - Waterhuishoudkundige en waterstaatkundige functie' bestemde gronden mag niet worden gebouwd.
35.3 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 35.2 en toestaan dat wordt gebouwd ten dienste van de andere daar voorkomende bestemmingen, onder de voorwaarden dat:
- a. de activiteit zodanig is gesitueerd en uitgevoerd dat het veilig functioneren van het waterstaatswerk is gewaarborgd;
- b. geen sprake is van een feitelijke belemmering van de vergroting van de afvoercapaciteit;
- c. de activiteit zodanig is gesitueerd en uitgevoerd dat de waterstandsverhoging dan wel de afname van het bergend vermogen zo gering mogelijk is;
- d. de resterende waterstandseffecten dan wel de afname van het bergend vermogen duurzaam worden gecompenseerd, mede in de vorm van rivierverruimingsmaatregelen.
Alvorens te beslissen over een aanvraag voor een omgevingsvergunning horen burgemeester en wethouders de waterbeheerder.
Artikel 36 Waterstaat - Waterkering
36.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Waterstaat - Waterkering aangewezen gronden zijn, behalve voor andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de waterkering alsmede voor behoud, versterking en/of herstel van de landschappelijke en natuurwaarde van dijken, bermen en bermbeplantingen.
36.2 Bouwregels
Op de in lid 36.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend andere bouwwerken ten dienste van de bestemming Waterstaat - Waterkering worden gebouwd, met dien verstande, dat de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 2,5 m.
36.3 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde lid 36.2 voor de bouw van bouwwerken ten dienste van de aangegeven onderliggende bestemmingen, op voorwaarde, dat:
- a. de belangen van de waterhuishouding dit toelaten;
- b. alvorens de omgevingsvergunning te verlenen schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de beheerder van de waterkering.
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 37 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 38 Algemene Bouwregels
38.1 Ondergronds bouwen
38.2 Uitsluiting aanvullende werking bouwverordening
De voorschriften van de bouwverordening ten aanzien van de onderwerpen van stedenbouwkundige aard blijven buiten toepassing, behoudens ten aanzien van de volgende onderwerpen:
- a. bereikbaarheid van gebouwen voor wegverkeer;
- b. bereikbaarheid van gebouwen voor gehandicapten;
- c. parkeergelegenheden.
38.3 Geluid
Artikel 39 Algemene Gebruiksregels
39.1 Algemeen verbod op strijdig gebruik
Het is ingevolge artikel 2.1 lid 1 onder c van de Wabo verboden gronden en bouwwerken te gebruiken, in gebruik te geven of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel strijdig met de bestemming.
39.2 Bijzonder gebruiksverbod
39.3 Uitzonderingen gebruiksverbod
39.4 Afwijken van de gebruiksregels
Artikel 40 Algemene Aanduidingsregels
40.1 Geluidszone industrie
De bouw van geluidsgevoelige objecten ter plaatse van de aanduiding 'Geluidszone industrie'' is uitsluitend toegestaan indien voldaan kan worden aan de in de Wet geluidhinder gestelde normen.
40.2 Veiligheidszone - leiding brandstof
Op de gronden binnen de aanduiding 'Veiligheidszone - leiding brandstof' geldt dat:
- a. geen kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten mogen worden gebouwd;
- b. burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde onder a mits sprake is van gewichtige redenen;
- c. alvorens de omgevingsvergunning voor het afwijken te verlenen wordt advies ingewonnen bij de leidingbeheerder.
40.3 Veiligheidszone - leiding hoogspanningsverbinding
Ten aanzien van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'Veiligheidszone - leidinghoogspanningsverbinding' geldt dat:
- a. geen gevoelige objecten mogen worden gebouwd;
- b. burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij een omgevingsvergunning af wijken van het bepaalde onder a ten behoeve van het toelaten van gevoelige objecten mits sprake is van gewichtige redenen;
- c. alvorens van een omgevingsvergunning wordt afgeweken vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de leidingbeheerder.
40.4 Vrijwaringszone - vaarweg
Ter plaatse van de aanduiding 'Vrijwaringszone - vaarweg' geldt dat:
- a. geen nieuwe gebouwen mogen worden gebouwd.
- b. het verbouwen of uitbreiden van hoofdgebouwen, bijgebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde niet is toegestaan met uitzondering van verkeersvoorzieningen ten behoeve van het scheepvaartverkeer.
40.5 Monumenten en karakteristieke bebouwing
Artikel 41 Algemene Afwijkingsregels
41.1 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken van de bepalingen in de regels ten aanzien van de volgende onderwerpen:
- a. de bouw ten dienste van het openbaar nut van:
- 1. niet voor bewoning bestemde gebouwen ten dienste van het openbaar nut waarbij de inhoud niet meer mag bedragen dan 75 m3 en de goothoogte niet meer mag bedragen dan 2,25 m, gasdrukregel- en gasdrukmeetstations uitgezonderd;
- 2. andere bouwwerken, zoals standbeelden, uitingen van kunst en dergelijke, met een bouwhoogte van niet meer dan 10 m;
Bij de beoordeling van de toelaatbaarheid van de omgevingsvergunning voor het afwijken dient in de belangenafweging eveneens te worden gelet op de effecten met betrekking tot de verkeersveiligheid (voldoende ruimte voor voetgangers en/of bedienend verkeer);
- b. het in geringe mate aanpassen van het plan, zoals een bestemmingsgrens, een bouwgrens of een aanduiding te veranderen, indien bij de definitieve uitmeting of verkaveling blijkt, dat deze nadere bepaling of aanpassing in het belang van een juiste verwerkelijking van het plan redelijk gewenst of noodzakelijk is waarbij:
- 1. de grenzen met niet meer dan 2 m mogen worden verschoven;
- 2. de grenzen met niet meer dan 5 m mogen worden verschoven; indien burgemeester en wethouders toepassing wensen te geven aan deze bepaling dient de procedure te worden gevolgd als omschreven in artikel 43.1;
- c. het afwijken van de voorgeschreven maatvoeringen voor bouwwerken, indien in verband met ingekomen bouwplannen deze wijzigingen nodig zijn, waarbij van de maatvoeringen met ten hoogste 10% mag worden afgeweken; met betrekking tot deze omgevingsvergunning voor het afwijken geldt, dat:
- 1. geen onevenredige afbreuk mag worden gedaan aan de stedenbouwkundige hoofdopzet;
- 2. de omgevingsvergunning voor het afwijken slechts mag worden toegepast op primaire bouwnormen (normen welke 'als recht' zijn toegestaan); cumulatieve toepassing van deze bepaling op een eerder verleende omgevingsvergunning voor het afwijken ten aanzien van de bouwnorm is niet toegestaan;
- 3. het oprichten van andere bouwwerken, zoals antenne-installaties en vlaggenmasten, met een bouwhoogte van niet meer dan 20 m.
Artikel 42 Algemene Wijzigingsregels
42.1 Algemeen
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen:
- a. het oprichten van gebouwen ten dienste van (openbare) nutsvoorzieningen met een inhoud van ten hoogste 150 m3 en een goothoogte van ten hoogste 3 m, dit voor zover deze op grond van de 'Algemene afwijkingsregels' niet kunnen worden gebouwd;
- b. een enigszins andere situering en/of begrenzing van de bestemmingsgrenzen, bouwpercelen, dan wel bouwvlakken, indien bij de uitvoering van het plan mocht blijken, dat verschuivingen in verband met ingekomen bouwaanvragen nodig zijn ter uitvoering van een bouwplan, mits de oppervlakte van het betreffende bouwperceel, dan wel bouwoppervlak niet meer dan 10% zal worden gewijzigd;
- c. het schrappen of wijzigen van de gegeven bestemming 'Waarde - Archeologie 1', 'Waarde -Archeologie 2', 'Waarde - Archeologie 3', 'Waarde - Archeologie 4', 'Waarde - Archeologie 5' en 'Waarde - Archeologie 6' indien uit nader archeologisch onderzoek is gebleken, dat niet langer sprake is van een gebied met oudheidkundige waarden, dan wel nadat er sprake is van opgravingen en documentatie waardoor de planologische bescherming niet langer gehandhaafd behoeft te blijven;
- d. het wijzigen van het plan in dier voege dat bouwwerken, welke op grond van nader onderzoek, cultuurhistorische waarde bezitten waarbij handhaving, versterking en/of herstel van die waarde gerechtvaardigd wordt geacht, op de verbeelding worden voorzien van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - monument' of 'karakteristiek'; voor de hier bedoelde bebouwing geldt alsdan dat de op het tijdstip van het wijzigingsbesluit bestaande grondoppervlakte, goothoogte, dakhelling en/of bouwhoogte niet mag worden gewijzigd;
- e. het wijzigen van het plan in dier voege dat op de verbeelding aangegeven aanduidingen 'specifieke bouwaanduiding - monument' en 'karakteristiek' wordt geschrapt indien behoud, versterking en/of herstel van de cultuurhistorsiche waarde van de bouwwerken na afweging van de in het geding zijnde belangen, hetzij bouwkundig, hetzij financieel, hetzij anderszins in redelijkheid niet kan worden geëist.
Alvorens toepassing is geven aan deze bepalingen wordt door burgemeester en wethouders schriftelijk advies ingewonnen bij de gemeentelijke monumentencommissie.
- f. het afwijken van voorgeschreven maatvoeringen voor bouwwerken, indien in verband met ingekomen bouwplannen deze wijzigingen nodig zijn, waarbij van de maatvoeringen met niet meer dan 30% mag worden afgeweken, op voorwaarde, dat geen onevenredige afbreuk mag worden gedaan aan de stedenbouwkundige hoofdopzet; de wijzigingsbevoegdheid slechts mag worden toegepast op primaire bouwnormen (normen welk als recht zijn toegestaan); cumulatieve toepassing van deze bepaling op een eerder verleende omgevingsvergunning voor het afwijken en/of wijzigingsbepaling ten aanzien van de bouwnormen is niet toegestaan;
- g. het wijzigen van de bestemming van de bebouwing ter plaatse van de op de verbeelding aangegeven aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - monument' of 'karakteristiek' waarbij de bestemming mag worden gewijzigd in:
- 1. een bestemming 'Wonen';
- 2. een bestemming 'Maatschappelijk',
indien zulks in verband met behoud van de bebouwing gewenst is.
- h. binnen de bestemming 'Bedrijf' kunnen burgemeester en wethouders bij beëindiging of verplaatsing van de bestaande functie:
- 1. medewerking verlenen aan de vestiging van ambachtelijke verzorgende bedrijven;
- 2. medewerking verlenen aan een functiewijziging ten behoeve van maatschappelijke voorzieningen als omschreven in lid 12.1.
Indien burgemeester en wethouders toepassing wensen te geven aan het hiervoor bepaalde dient de procedure te worden gevolgd zoals omschreven in artikel 43.2.
42.2 Wijzigingsgebieden
Burgemeester en wethouders zijn, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 lid 1 onder a van de Wet ruimtelijke ordening, bevoegd het plan te wijzigen, indien aan onderstaande voorwaarden wordt voldaan:
- a. het wijzigen van de bestemming van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'Wro-zone-wijzigingsgebied-1' in de bestemming 'Centrum' ten behoeve van de versterking van de centrumfunctie, mits:
- 1. vooraf een bouwplan met inrichtingsplan is voorgelegd waaruit blijkt dat sprake is van een stedenbouwkundige aanvulling en/of versterking van de omgeving;
- 2. voorzien wordt in voldoende parkeergelegenheid;
- 3. de bouwhoogte van gebouwen niet meer bedraagt dan 11 m;
- 4. de goothoogte van gebouwen niet meer bedraagt dan 7 m;
- 5. toepassing wordt gegeven aan het bepaalde in 42.3.
- b. het wijzigen van de bestemming van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'Wro-zone-wijzigingsgebied-2' in de bestemming 'Centrum', 'Detailhandel', 'Horeca', 'Tuin/ Tuin- 1' 'Verkeer - Verblijfsgebied' en 'Wonen' ten behoeve van een andere verkaveling, mits:
- 1. vooraf een bouwplan met inrichtingsplan is voorgelegd waaruit blijkt dat sprake is van een stedenbouwkundige aanvulling en/of versterking van de omgeving;
- 2. minimaal 10 woningen worden gebouwd;
- 3. maximaal 45 woningen worden gebouwd;
- 4. voorzien wordt in voldoende parkeergelegenheid;
- 5. het bedrijfsvloeroppervlakte aan detailhandel niet meer mag bedragen dan 1.275 m2 waarbij voldaan dient te worden aan het uitgevoerd Distributie Planologisch Onderzoek (DPO) d.d. 17 mei 2011;
- 6. de bouwhoogte van gebouwen niet meer bedraagt dan 15 m;
- 7. de goothoogte van gebouwen niet meer bedraagt dan 12 m;
- 8. in afwijking van het bepaald onder b6 geldt dat een extra hoogteaccent met een maximale bouwhoogte van 18 m mag worden toegevoegd, mits:
- het hoogteaccent ten hoogste 30% van de te bebouwen oppervlakte bedraagt;
- het hoogteaccent op ten minste 2 m achter de voorgevel wordt geplaatst;
- 9. voor niet woonfuncties ten opzichte van bestaande woningen voldoende afstand wordt gehouden waarbij toepassing wordt gegeven aan de publicatie 'bedrijven en milieuzonering, VNG 2009';
- 10. toepassing wordt gegeven aan het bepaalde in 42.3.
- c. het wijzigen van de bestemming van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'Wro-zone-wijzigingsgebied-3' in de bestemming 'Tuin/ Tuin- 1' en 'Wonen' ten behoeve van een andere verkaveling, mits:
- 1. vooraf een bouwplan met inrichtingsplan is voorgelegd waaruit blijkt dat sprake is van een stedenbouwkundige aanvulling en/of versterking van de omgeving;
- 2. minimaal 4 woningen;
- 3. maximaal 12 woningen;
- 4. bestaande goot- en bouwhoogte worden gehandhaafd;
- 5. op eigen terrein in parkeerbehoefte wordt voorzien;
- 6. toepassing wordt gegeven aan het bepaalde in 42.3.
42.3 Toetsingskader
Alvorens toepassing te geven aan het bepaalde in lid 5.6, 11.3, 42.1 onder g en h en 42.2 dient voldaan te worden aan de onderzoeksverplichting op de volgende onderdelen (zie plantoelichting voor nadere beschrijving):
- a. luchtkwaliteit;
- b. voldoende parkeergelegenheid;
- c. mobiliteitstoets;
- d. bodemkwaliteit;
- e. watertoets;
- f. archeologie;
- g. externe veiligheid, inclusief QRA voor de afweging van het groepsrisico;
- h. ecologie, toetsing flora- en faunawet;
- i. economische uitvoerbaar en kostenverhaal.
Artikel 43 Algemene Procedureregels
43.1 Procedureregels afwijken bij omgevingsvergunning
Op de voorbereiding van een omgevingsvergunning voor afwijken is de procedure als bedoeld in paragraaf 3.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht van toepassing.
43.2 Procedureregels bij wijzigen
Op de voorbereiding van een besluit tot wijziging is de procedure als bedoeld in artikel 3.9a van de Wet ruimtelijke ordening van toepassing.
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 44 Overgangsrecht
44.1 Overgangsrecht bouwwerken
44.2 Overgangsrecht gebruik
Artikel 45 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan Poortugaal Dorp.
Bijlage 1 Staat Van Bedrijfsactiviteiten
Bijlage 1 Staat van Bedrijfsactiviteiten
Bijlage 2 Y Detailhandel
Bijlage 3 Z Horeca
Bijlage 1 Centrumbestemming - Wonen Op De Begane Grond
Bijlage 1 Centrumbestemming - Wonen op de begane grond
Bijlage 2 Nota Van Uitgangspunten - Centrumontwikkeling Poortugaal
Bijlage 2 Nota van Uitgangspunten - Centrumontwikkeling Poortugaal
Bijlage 3 Albrandswaard Profielschets
Bijlage 3 Albrandswaard Profielschets
Bijlage 4 Aanvullend Ecologisch Onderzoek Op Twee Locaties In Poortugaal
Bijlage 4 Aanvullend ecologisch onderzoek op twee locaties in Poortugaal
Bijlage 5 Akoestisch Onderzoek - Wegverkeers- En Industrielawaai Bestemmingsplan 'Poortugaal Dorp'
Bijlage 5 Akoestisch onderzoek - wegverkeers- en industrielawaai Bestemmingsplan 'Poortugaal Dorp'
Bijlage 6 Risico-inventarisatie Ten Behoeve Van De Ev-visie Van De Gemeente Albrandswaard
Bijlage 6 Risico-inventarisatie ten behoeve van de EV-visie van de gemeente Albrandswaard
Bijlage 7 Nota Van Inspraak En Overleg
Bijlage 7 Nota van Inspraak en Overleg