KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
Artikel 2 Wijze Van Meten
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Gemengd
Artikel 4 Groen
Artikel 5 Water
Artikel 6 Wonen - Gestapeld
Artikel 7 Leiding - Gas
Artikel 8 Waarde - Archeologie - 3
Artikel 9 Waarde - Cultuurhistorie
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 10 Anti Dubbeltelregel
Artikel 11 Algemene Gebruiksregels
Artikel 12 Algemene Aanduidingsregels
Artikel 13 Algemene Afwijkingsregels
Artikel 14 Algemene Wijzigingsregels
Artikel 15 Overige Regels
Hoofdstuk 4 Overgangs-en Slotregels
Artikel 16 Overgangsrecht
Artikel 17 Slotregel
Bijlagen Bij Regels
Bijlage 1 Lijst Van Bedrijfsactiviteiten
Bijlage 2 Toetsingskader Cultuurhistorische En Landschappelijke Waarden
Bijlage 3 Puntensysteem Groen- En Natuurinclusief Bouwen Den Haag - Randvoorwaarden
Bijlage 1 Startdocument Herontwikkeling Anwb Locatie, Wassenaarseweg 220
Bijlage 2 Stedenbouwkundig Kader
Bijlage 3 Ladder Voor Duurzame Verstedelijking Wonen
Bijlage 4 Ladder Voor Duurzame Verstedelijking Niet-woonfuncties
Bijlage 5 Cultuurhistorische Verkenning
Bijlage 6 Aanvullend Cultuurhistorisch Advies
Bijlage 7 Notitie Verkeer En Parkeren
Bijlage 8 Akoestisch Onderzoek Wegverkeerslawaai
Bijlage 9 Akoestisch Onderzoek Industrielawaai
Bijlage 10 Memo Geluid Parkeergarage
Bijlage 11 Onderzoek Externe Veiligheid Buisleidingen
Bijlage 12 Verantwoording Hoogte Groepsrisico
Bijlage 13 Stikstofberekening
Bijlage 14 Quickscan Flora En Fauna
Bijlage 15 Nader Onderzoek Flora En Fauna
Bijlage 16 Bodemonderzoeken
Bijlage 17 Waterparagraaf
Bijlage 18 Archeologisch Bureau- En Verkennend Veldonderzoek
Bijlage 19 Bezonningstudie
Bijlage 20 Rapport Windstudie
Bijlage 21 Aanmeldingsnotitie M.e.r.
Bijlage 22 Participatierapport Maart 2021
Bijlage 23 Participatieverslag
Bijlage 24 Plan Van Aanpak Vervolg Participatietraject
Bijlage 25 Participatierapport Januari 2022
Bijlage 26 Nota Vooroverleg
Bijlage 27 Besluit Vormvrije M.e.r.-beoordeling
Bijlage 28 Hogere Waarden Besluit
Bijlage 29 Akoestisch Onderzoek Industrielawaai Reflectie
Bijlage 30 Beeldkwaliteitsplan
Bijlage 31 Nota Beantwoording Zienswijzen
Bijlage 32 Aanvullend Steenmarteronderzoek
Bijlage 33 Oplegnotitie Motivering Actualiteit Onderzoeken

Residentie Parkzicht

Bestemmingsplan - gemeente Wassenaar

Vastgesteld op 27-02-2024 - geheel in werking

Bestanden

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan:

het bestemmingsplan Residentie Parkzicht te Wassenaar met identicifatienummer NL.IMRO.0629.BPParkzicht-VG01 van de gemeente Wassenaar

1.2 bestemmingsplan:

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;

1.3 aan- of uitbouw:

een bijbehorend bouwwerk, zijnde een gebouw dat als afzonderlijke ruimte aan een woning is
aangebouwd en daarmee in directe verbinding staat, welk gebouw in architectonisch opzicht
ondergeschikt is aan en onderscheiden kan worden van de woning, functionele ondergeschiktheid aan
de woning is niet vereist;

1.4 aanduiding:

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels,
regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;

1.5 aanduidingsgrens:

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;

1.6 aan huis verbonden beroep:

het beroepsmatig uitoefenen van activiteiten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch,
educatief, kunstzinnig, ontwerptechnisch, maatschappelijk en daarmee gelijk te stellen gebied, voor
zover in deze regels nader bepaald, in de woning en de daarbij behorende aan- of uitbouwen en daaraan aangebouwde bijgebouwen, met behoud, in overwegende mate, van de woonfunctie;

1.7 aan huis verbonden bedrijf:

het bedrijfsmatig uitoefenen van bedrijfsactiviteiten, voor zover in deze regels nader bepaald, in de
woning en de daarbij behorende aan- of uitbouwen en daaraan aangebouwde bijgebouwen, met behoud, in overwegende mate, van de woonfunctie;

1.8 ambachtelijk bedrijf:

een met detailhandel vergelijkbare activiteit waarbij diensten worden verricht aan of ten behoeve van het publiek, zoals een kapsalon, schoenmaker, sleutelbar, printshop, edelsmid, zulks met uitsluiting van
garagebedrijven;

1.9 archeologische waarde:

vindplaats of vondst met een oudheidkundige waarde, met name archeologische relicten in hun
oorspronkelijke ruimtelijke context;

1.10 bebouwing:

één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;

1.11 bed & breakfast

een recreatief nachtverblijf in de vorm van logies met ontbijt binnen bestaande gebouwen (de woning), een bed en breakfast is een nevenfunctie van de bewoner naast de bestaande bestemming.

1.12 bedrijf:

elke onderneming of gedeelte van een onderneming, welke een organisatorisch zelfstandige eenheid vormt en als zodanig gericht is op de productie of de afzet van goederen of de verlening van diensten; organisatorisch zelfstandige eenheden als hier bedoeld, welke door of vanwege de overheid worden geleid, worden voor de toepassing van deze regels eveneens als bedrijf aangemerkt;

1.13 bestaand:

  1. a. bestaande maten en bouwwerken: bestaand ten tijde van de terinzagelegging van het
    bestemmingsplan als ontwerp, dan wel toe te staan krachtens een voor dat tijdstip aangevraagde
    vergunning;
  2. b. bestaand gebruik: bestaand ten tijde van het in werking treden van het bestemmingsplan;

1.14 bestemmingsgrens:

de grens van een bestemmingsvlak;

1.15 bestemmingsvlak:

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;

1.16 bijbehorend bouwwerk:

uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend
hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd en met de aarde verbonden bouwwerk met een dak;

1.17 bijgebouw:

een bijbehorend bouwwerk, zijnde een bij een woning behorend, al of niet daarvan vrijstaand gebouw, dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan en onderscheiden kan worden van de woning en dat
indien het vrijstaat van de woning, niet voor bewoning is bestemd; functionele ondergeschiktheid aan de woning is niet vereist;

1.18 bouwen:

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een
bouwwerk;

1.19 bouwgrens:

de grens van een bouwvlak;

1.20 bouwperceel:

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende
bebouwing is toegelaten;

1.21 bouwperceelsgrens:

de grens van een bouwperceel;

1.22 bouwvlak:

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde
gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten;

1.23 bouwwerk:

een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;

1.24 bruto vloeroppervlak (bvo)

de voor het publiek zichtbare en toegankelijke (besloten) ruimte alsmede de ruimte die alleen voor het
personeel te bereiken is ofwel de gebruiksoppervlakte conform de NEN 2580.

1.25 centraal ontmoetingsplein

een ruimte voor het bijeenkomen van (buurt)bewoners en gebruikers van de binnen het plangebied gelegen gebouwen met terras, exposities e.d.

1.26 cultuurhistorische waarden:

de aan een bouwwerk of een gebied toegekende waarden, gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan
door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis heeft gemaakt van dat bouwwerk of dat
gebied;

1.27 detailhandel:

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en
leveren van goederen die worden aangeschaft voor gebruik, verbruik of aanwending overwegend anders
dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;

1.28 dienstverlenend bedrijf

inrichting ten behoeve van het bedrijfsmatig verlenen van diensten, op commerciële dan wel niet commerciële basis, waaronder mede begrepen publiekgerichte dienstverlening op administratief,
medisch, juridisch, therapeutisch of cosmetisch gebied;

1.29 escortbedrijf:

de natuurlijke persoon, groep van personen of rechtspersoon, die bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, prostitutie aanbiedt, die op een andere plaats dan in de bedrijfsruimte wordt
uitgeoefend (escortservices, bemiddelingsbureaus, overige);

1.30 fastfoodrestaurant

restaurant waar fastfood geserveerd wordt dat meestal vooraf en in grote hoeveelheden wordt klaargemaakt, in verhouding erg goedkoop is en meestal niet aan de tafels geserveerd wordt, maar aan een balie besteld kan worden en daarna door de restaurantbezoekers aan eenvoudige tafels gegeten wordt, meestal uit kartonnen verpakkingen en eventueel met plastic wegwerpbestek.

1.31 flexibele werkplekken

Een compacte activiteitgerelateerde (schrijfwerk, telefoonwerk of pc-werk) werk- of studieplek die per dag door verschillende personen gebruikt kan worden;

1.32 gebouw:

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden
omsloten ruimte vormt;

1.33 gestapelde woningen

boven elkaar of nagenoeg boven elkaar gebouwde woningen;

1.34 huishouden

de zelfstandige bewoning van een woning door één of meer personen, die op een duurzame, gemeenschappelijke wijze samenwonen en er hun hoofdverblijf hebben, en die gezamenlijk gebruik
maken van voorzieningen zoals woonkamer, keuken, toilet en badkamer.

1.35 hoofdgebouw:

een of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de
geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het
perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is;

1.36 informele werklocatie

een locatie met flexibele werkplekken en vergaderruimtes waarbij sprake is van een zekere en ruimtelijk herkenbare menging met andere voor de werknemers ondersteunende functies, waaronder detailhandel en horeca;

1.37 kampeermiddel:

  1. a. een tent, een tentwagen, een kampeerauto of een caravan;
  2. b. enig ander onderkomen of ander voertuig of gewezen voertuig of gedeelten daarvan, voorzover niet
    zijnde een bouwwerk waarvoor een omgevingsvergunning is vereist;
  3. c. een en ander voorzover de onder a. en b. bedoelde onderkomens of voertuigen geheel of gedeeltelijk blijvend zijn bestemd of ingericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf;

1.38 lichte horeca: categorie 1

horecabedrijven, van relatief bepekte omvang, die in beginsel alleen overdag en ’s avonds zijn geopend en met name gericht zijn op de verstrekking van etenswaren en/of maaltijden in combinatie met het schenken van dranken aan de overige binnen de bestemming 'Gemengd' toegestane functies en de wijk/buurt, waarin het plangebied is gelegen, zoals

  1. a. broodjeszaken;
  2. b. croissanteries;
  3. c. koffiebars;
  4. d. lunchrooms;
  5. e. ijssalons;
  6. f. tearooms.
  7. g. automatieken;
  8. h. cafetaria's
  9. i. snackbars;
  10. j. bistro's
  11. k. restaurants zonder en met bezorg- en/of afhaalservice.

Een fastfoodrestaurant valt niet onder lichte horeca: categorie 1.

1.39 loopbrug

een al dan niet overdekte verbinding tussen twee gebouwen;

1.40 luifel:

een uitstekend afdak aan een gebouw;

1.41 maatschappelijke voorziening:

educatieve, sociaal-medische, sociaal-culturele en levensbeschouwelijke voorzieningen en
voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening, niet zijnde zorgwoningen;

1.42 nutsvoorziening:

voorziening ten behoeve van het openbaar nut, zoals ten behoeve van de levering van elektriciteit, gas,
drinkwater en telecommunicatiediensten, alsmede ten behoeve van riolering en afvalinzameling;

1.43 onderkomen:

een voor verblijf geschikt, al dan niet aan zijn bestemming onttrokken vaar- of voertuig, ark of caravan, voor zover dat of die niet als een bouwwerk is aan te merken, alsook een tent;

1.44 overig bouwwerk:

een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de
aarde is verbonden;

1.45 overkapping:

een constructie die maximaal drie wanden heeft waarvan er maximaal twee tot de constructie behoren;

1.46 pand:

de kleinste bij totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is.

1.47 peil:

0.25 meter + Normaal Amsterdams Peil

1.48 praktijkruimte:

een beroeps- of bedrijfsmatige werkruimte voor de uitoefening van vrije (aan huis gebonden) beroepen
zoals medische, paramedische, juridische, kunstzinnige, ontwerptechnische en/of administratieve
beroepen, alsmede daarmee gelijk te stellen beroepen;

1.49 prostitutie:

het zich ten behoeve van een ander tegen vergoeding beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele diensten;

1.50 raamprostitutie:

het etaleren van prostituees achter vensters, met de kennelijke intentie passanten te werven voor
prostitutie;

1.51 seksinrichting:

een inrichting , bestaande uit een of meer voor publiek toegankelijke, besloten ruimten, waarin
bedrijfsmatig of op een daarmee vergelijkbare wijze, seksuele handelingen worden verricht, of
vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden; onder seksinrichting wordt in elk geval
verstaan: een prostitutiebedrijf, waaronder begrepen een erotische massagesalon, een seksbioscoop,
seksautomatenhal, sekstheater of parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;

1.52 selectiebesluit:

Een besluit van het bevoegd gezag nadat er een waardering (volgende de protocollen van de KNA) heeft plaatsgevonden van aanwezige archeologische waarden in relatie tot de geplande bodem-ingreep.

1.53 sociale huurwoning

huurwoning als bedoeld in artikel 1.1.1, eerste lid, onder d van het Besluit ruimtelijke ordening (liberalisatiegrens)

1.54 sociale koopwoning

De maximale verkoopprijs voor sociale koop conform afspraken in regionaal verband met betrekking tot de toevoeging van woningen binnen het sociale segment.

1.55 staat van bedrijfsactiviteiten:

de staat van bedrijfstypen behorende bij dit plan;

1.56 straatprostitutie:

het op de openbare weg door handeling, houding, woord, gebaar of op andere wijze benaderen van het
publiek, met de kennelijke intentie passanten te werven voor prostitutie;

1.57 tuin:

gedeelte van het erf dat geheel of gedeeltelijk is ingericht met gazons, planten en/of bomen.

1.58 verblijfsgebied:

gedeelte van de openbare ruimte dat hoofdzakelijk is bestemd en is ingericht voor langzaam verkeer,
doch in ondergeschikte mate tevens fungerend als erftoegangsweg.

1.59 waterhuishoudkundige voorzieningen:

voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van een goede water aan- en/of afvoer, waterberging en
waterkwaliteit;

1.60 wonen

wonen in een woning.

1.61 woning:

een (gedeelte van een) gebouw, dat dient voor de huisvesting van één huishouden;

Artikel 2 Wijze Van Meten

2.1 de inhoud van een bouwwerk:

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de
scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;

2.2 de bouwhoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te
stellen bouwonderdelen;

2.3 de oppervlakte van een bouwwerk:

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;

2.4 ondergeschikte bouwdelen:

bij de toepassing van het bepaalde over het bouwen binnen bouwvlakken of bestemmingsplan vlakken
worden ondergeschikte bouwdelen als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de bouw c.q. bestemmingsgrens met niet meer dan 1 m wordt overschreden.

2.5 de oppervlakte van een overkapping:

tussen de buitenste horizontale projecties van de dakconstructie.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Gemengd

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. maatschappelijke voorzieningen met of zonder een baliefunctie;
  2. b. ambachtelijke en dienstverlenende bedrijven met of zonder baliefunctie;
  3. c. lichte horeca: categorie 1;
  4. d. informele werklocaties;
  5. e. centraal ontmoetingsplein tot een maximaal oppervlakte van 500 m2 bvo;
  6. f. detailhandel met een maximale oppervlakte van 600 m2 bvo ondergeschikt en ondersteunend aan de functies genoemd onder a, b, c, d en e;

met dien verstande dat

    1. 1. de gezamenlijke omvang van de onder a t/m f genoemde functies niet meer mag bedragen dan 4.500 m2 bvo
    2. 2. maatschappelijke voorzieningen binnen de bestemming 'Wonen - Gestapeld' en Gemengd niet meer mag bedragen dan 1.500 m2 bvo;
    3. 3. ambachtelijke en dienstverlenende bedrijven binnen de bestemming 'Wonen - Gestapeld' en Gemengd niet meer mag bedragen dan 1.500 m2 bvo;
    4. 4. lichte horeca binnen de bestemming 'Wonen - Gestapeld' en Gemengd niet meer mag bedragen dan 1.000 m2 bvo;
    5. 5. informele werklocaties binnen de bestemming 'Wonen - Gestapeld' en Gemengd niet meer mag bedragen dan 2.000 m2 bvo.

met daarbij behorende:

  1. g. gebouwen;
  2. h. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  3. i. erven en terreinen;
  4. j. parkeervoorzieningen;
  5. k. groenvoorzieningen;
  6. l. nutsvoorzieningen;
  7. m. waterhuishoudkundige voorzieningen.

met inachtneming van

  1. n. de voorwaardelijke verplichtingen zoals opgenomen in artikel 15.2, 15.3, 15.4, 15.5 en 15.6.

3.2 Bouwregels

3.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van de plaats en de afmetingen van gebouwen en overige bouwwerken in relatie tot:

  1. a. de ruimtelijke kwaliteit: de instandhouding van c.q. het tot stand brengen van een, in
    stedenbouwkundig opzicht, samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
  2. b. de verkeersveiligheid: als gevolg van bebouwingsmogelijkheden mogen geen verkeersonveilige
    situaties ontstaan;
  3. c. de sociale veiligheid: voorkomen dient te worden dat een ruimtelijke situatie ontstaat die
    onoverzichtelijk, onherkenbaar en niet sociaal controleerbaar is.

Artikel 4 Groen

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. groenvoorzieningen;
  2. b. parkeervoorzieningen;
  3. c. speel- en ontmoetingsvoorzieningen;
  4. d. onder- en/of bovengrondse voorzieningen ten behoeve van het inzamelen van huishoudelijk afval;
  5. e. nutsvoorzieningen;

met daarbij behorende:

  1. f. gebouwen;
  2. g. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  3. h. monumentale hoofdentree van de Rotonde;
  4. i. paden en voorzieningen voor langzaam verkeer;
  5. j. wegen ter ontsluiting van de binnen de bestemmingen 'Gemengd', Wonen - Gestapeld toegestane gebouwen, een ontsluitingsweg voor calamiteiten voor de naastgelegen Beatrixkazerne en parkeervoorzieningen met in achtneming van het bepaalde in 15.3;
  6. k. nutsvoorzieningen;
  7. l. straatmeubilair;
  8. m. oevers, steigers, waterpartijen en andere waterhuishoudkundige voorzieningen al dan niet ondergronds;

met inachtneming van

  1. n. de voorwaardelijke verplichtingen zoals opgenomen in artikel 15.2, 15.3, 15.4, 15.5 en 15.6.

en met dien verstande dat

  1. o. niet meer dan 50% van de als 'Groen' aangewezen gronden voorzien wordt van (half-) verharding en/of bebouwing.

4.2 Bouwregels

Ter plaatse van de in deze bestemming bedoelde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van de bestemming, met inachtneming van de volgende regels:

4.3 Behoud bestaand groen

  1. 1. Het is verboden zonder omgevingsvergunning verharding in de openbare ruimte aan te leggen daar waar areaal beplanting (gras, bomen, heesters) aanwezig zijn.
  2. 2. Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 1 wordt alleen verleend, mits wordt aangetoond dat elders in het plangebied de beplanting wordt gecompenseerd, waarbij geldt dat;
    1. a. de oppervlakte van de beplanting dient ten minste even groot te zijn als de verharde oppervlakte;
    2. b. de aan te brengen beplanting dient in redelijke verhouding te staan tot de tenietgedane beplanting.
  3. 3. Het bevoegd gezag kan afwijken van het bepaalde in lid 1 en 2 indien het voldoen aan die bepaling door bijzondere omstandigheden op overwegende bezwaren stuit.
  4. 4. Het bevoegd gezag kan aan de omgevingsvergunning zoals genoemd bij lid 2 maatwerkvoorschriften verbinden ten aanzien van:
    1. a. de aard, plaats en inrichting van de beplanting;
    2. b. het soort beplanting.

Artikel 5 Water

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. waterberging
  2. b. waterhuishouding;
  3. c. waterlopen;
  4. d. vijvers en plassen;

met daarbij behorende:

  1. e. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  2. f. oevers en kaden;
  3. g. steigers
  4. h. verblijfsgebied;
  5. i. bruggen en andere oeververbindingen alleen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van water - oeververbinding'
  6. j. perceelsontsluitingen en langzaamverkeer;
  7. k. groenvoorzieningen;

waarbij geldt dat:

  1. l. woonboten of daarmee vergelijkbare objecten niet zijn toegestaan

met inachtneming van

  1. m. de voorwaardelijke verplichtingen zoals opgenomen in artikel 15.2, 15.3, 15.4, 15.5 en 15.6.

5.2 Bouwregels

Artikel 6 Wonen - Gestapeld

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - Gestapeld' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. het wonen in de vorm van maximaal 425 gestapelde woningen, met dien verstande dat ten minste 25% van de gestapelde woningen sociale woningen betreft, waarvan minstens 80% sociale huurwoningen zijn en 20% sociale koopwoningen;
  2. b. werkruimtes voor een aan huis verbonden beroep, ondergeschikt aan de woonfunctie;
  3. c. de volgende niet-woonfuncties op de begane grond ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm
    van wonen - De Schijf' tot een maximum van in totaal 750 m2 bvo:
    1. 1. maatschappelijke voorzieningen met of zonder een baliefunctie;
    2. 2. ambachtelijke en dienstverlenende bedrijven met of zonder baliefunctie;
    3. 3. lichte horeca: categorie 1;
    4. 4. informele werklocaties.

met dien verstande dat de gezamenlijke omvang van:

      • maatschappelijke voorzieningen binnen de bestemming 'Wonen - Gestapeld' en Gemengd niet meer mag bedragen dan 1.500 m2 bvo;
      • ambachtelijke en dienstverlenende bedrijven binnen de bestemming 'Wonen - Gestapeld' en Gemengd niet meer mag bedragen dan 1.500 m2 bvo;
      • lichte horeca binnen de bestemming 'Wonen - Gestapeld' en Gemengd niet meer mag bedragen dan 1.000 m2 bvo;
      • informele werklocaties binnen de bestemming 'Wonen - Gestapeld' en Gemengd niet meer mag bedragen dan 2.000 m2 bvo.

met dien verstande dat de niet-wonfuncties als bedoeld onder c van dit artikel uitsluitend zijn toegestaan als ze behoren tot categorie A van de Lijst van Bedrijfsactiviteiten – functiemenging, zoals opgenomen in Bijlage 1 Lijst van Bedrijfsactiviteiten - functiemenging.

  1. d. ruimte voor een bed and breakfast, ondergeschikt aan de woonfunctie;

met daarbij behorende:

  1. e. gebouwen;
  2. f. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  3. g. dakterrassen en daktuinen;
  4. h. balkons;
  5. i. erven en tuinen;
  6. j. toegangspaden
  7. k. een ontsluitingsweg ten behoeve van de naastgelegen Beatrixkazerne alleen bedoeld voor calamiteiten;
  8. l. loopbruggen;
  9. m. speel- en ontmoetingsvoorzieningen;
  10. n. gebouwde parkeervoorzieningen op eigen terrein in de vorm van een halfverdiepte kelder;
  11. o. nutsvoorzieningen.

met inachtneming van

  1. p. de voorwaardelijke verplichtingen zoals opgenomen in artikel 15.2, 15.3, 15.4, 15.5 en 15.6.

6.2 Bouwregels

Ter plaatse van de in deze bestemming bedoelde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van de bestemming, met inachtneming van de volgende regels:

6.3 Afwijken van de bouwregels

6.4 Specifieke gebruiksregels

Artikel 7 Leiding - Gas

7.1 Bestemmingsomschrijving

De op de verbeelding als zodanig aangewezen gronden zijn mede bestemd voor de aanleg en instandhouding van ondergrondse hoge druk gastransportleidingen (inclusief voorzieningen) met de daarbij behorende belemmeringenstroken.

7.2 Voorrangsbepaling

De regels van deze dubbelbestemming gelden primair ten opzichte van de regels van iedere andere
bestemming, waarmee deze dubbelbestemming samenvalt.

7.3 Bouwregels

In afwijking van hetgeen elders in deze regels is bepaald, geldt dat op of in de in 7.1 bedoelde
gronden uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de leiding(en) mogen
worden gebouwd. Overige gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn niet toegestaan
uit oogpunt van externe veiligheid en energieleveringszekerheid.

7.4 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de bouwregels voor het
bouwen overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemming(en) indien de veiligheid
van de betrokken leiding niet wordt geschaad en vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij
de betrokken leidingexploitant. Een omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien
geen kwetsbare objecten worden toegelaten.

7.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  1. a. het opslaan van goederen, met uitzondering het opslaan van goederen t.b.v. van inspectie en onderhoud van de gastransportleiding.
  2. b. het wijzigen van het gebruik van bestaande gebouwen, indien daardoor een kwetsbaar object wordt toegelaten.

7.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 8 Waarde - Archeologie - 3

8.1 Bestemmingsomschrijving

  1. a. De voor 'Waarde - Archeologie - 3' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming en het behoud van de op en/of in deze gronden voorkomende en te verwachten archeologische waarden.
  2. b. In geval van strijdigheid van regels gaan de regels van dit artikel vóór de regels die op grond van de artikelen 5 en 6 op de desbetreffende gronden van toepassing zijn.
  3. c. Voor zover de bestemming 'Waarde - Archeologie' op de verbeelding geheel of gedeeltelijk samenvalt met de bestemming 'Waarde - Cultuurhistorie' zijn deze dubbelbestemmingen nevengeschikt. Ingeval van een ruimtelijke ingreep zal, afhankelijk van de aard en effecten van die ingreep, een zorgvuldige belangafweging moeten worden gemaakt.

8.2 Bouwregels

8.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan afwijken van het bepaalde in lid 8.2.1 indien:

  1. a. de aanvrager van de afwijking een rapport heeft overgelegd waarin de archeologische waarde van het terrein, die blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld;
  2. b. de betrokken archeologische waarden, zoals onder lid 8.3 onder a bedoeld, door de activiteiten niet worden geschaad of mogelijke schade kan worden voorkomen door aan de vergunning een of meer van de onderstaande voorschriften te verbinden:
    1. 1. het treffen van maatregelen, waardoor archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden (behoud in situ);
    2. 2. het doen van inventariserend en/of waarderend archeologisch onderzoek zoals boringen, proefsleuvenonderzoek en non-destructief onderzoek (zoals bijvoorbeeld grondradar- en weerstandsonderzoek);
    3. 3. het doen van een archeologische opgraving (behoud ex situ);
    4. 4. begeleiding van de bouwactiviteiten door een deskundige waarbij de richtlijnen van de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie in acht worden genomen.

8.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

8.5 Beoordeling

Alvorens de gevraagde omgevingsvergunning als bedoeld in lid 8.3 en 8.4 te verlenen, vraagt het bevoegd gezag advies aan de adviseur van het bevoegd gezag.

Artikel 9 Waarde - Cultuurhistorie

9.1 Bestemmingsomschrijving

9.2 Bouwregels

9.3 Nadere eisen

Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan de situering van gebouwen en/of voorzieningen als deze eisen gewenst of noodzakelijk zijn in relatie tot landschappelijke en cultuurhistorische waarden van het gebied, zoals beschreven in hoofdstuk 4 paragraaf 11 van de toelichting van dit bestemmingsplan. De nadere eisen dienen voort te vloeien uit het 'Toetsingskader cultuurhistorisch en landschappelijke waarden' dat als bijlage 2 bij deze regels is gevoegd.

9.4 Specifieke gebruiksregels

Tot gebruik strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  1. a. het gebruiken of laten gebruiken van gronden en/ of bouwwerken op een wijze of tot een doel ten gevolge waarvan de aanwezige cultuurhistorische waarden onevenredig worden aangetast;
  2. b. het bevoegd gezag laat zich bij de beoordeling van het bepaalde in lid 9.4, sub a adviseren door de Commissie Welstand Cultureel Erfgoed (WCE) dan wel een andere door het bevoegd gezag aange- wezen deskundige.

9.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen gebouw zijnde, of van werkzaamheden

9.6 Wijzigingsbevoegdheid

Het bevoegd gezag is bevoegd om met toepassing van artikel 3.6 Wet ruimtelijke ordening het bestemmingsplan te wijzigen door de dubbelbestemming `Waarde – cultuurhistorie' te verwijderen als dat op basis van nader verkregen cultuurhistorische kennis wenselijk is. Alvorens toepassing te geven aan deze bepaling winnen burgemeester en wethouders schriftelijk advies in bij de Rijksdienst voor het cultureel erfgoed en de WCE.

Hoofdstuk 3 Algemene Regels

Artikel 10 Anti Dubbeltelregel

10.1 Basisregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 11 Algemene Gebruiksregels

11.1 Vormen van verboden gebruik (onbebouwd)

Als een verboden gebruik wordt in ieder geval beschouwd een gebruik van gronden en/of water:

  1. a. als opslag-, stort-, lozings- of bergplaats van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijk gebruik onttrokken voorwerpen, stoffen of producten, behoudens voorzover dat noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  2. b. als terrein voor het al dan niet voor de verkoop opslaan of opstellen van ongebruikte en/of gebruikte, dan wel geheel of gedeeltelijk uit gebruikte onderdelen samengestelde machines, voer-, vaar- of vliegtuigen c.q. onderdelen daarvan, die bruikbaar en niet aan hun oorspronkelijk gebruik onttrokken zijn, behoudens voorzover het betreft parkeren en overigens voorzover dat noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  3. c. als opslagplaats van hout en/of aannemersmaterialen, behoudens voorzover dat noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond, of ten behoeve van bouw of andere tijdelijke werkzaamheden;
  4. d. voor het (doen) uitoefenen van straatprostitutie.

11.2 Vormen van verboden gebruik (gebouwen)

Als een verboden gebruik wordt in ieder geval beschouwd het gebruik:

  1. a. van gebouwen voor het verkopen of ten verkoop aanbieden van goederen als detailhandel, met uitzondering van het verkopen of ten verkoop aanbieden van:
  2. b. goederen, waarvan de verkoop deel uitmaakt van de normale dienstverlening behorende bij het op hetzelfde perceel uitgeoefende bedrijf;
  3. c. agrarische producten afkomstig van en geteeld op het ter plaatse aanwezige agrarisch bedrijf;
  4. d. van niet voor bewoning bestemde gebouwen of ruimten, daaronder begrepen kampeermiddelen, voor permanente bewoning;
  5. e. van gebouwen ten behoeve van het (doen) exploiteren van een seksinrichting, een escortbedrijf of (het laten uitoefenen van) raamprostitutie.

Artikel 12 Algemene Aanduidingsregels

12.1 Milieuzone - grondwaterbeschermingszone

Artikel 13 Algemene Afwijkingsregels

13.1 Bouwwerken voor algemeen nut

  1. a. Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van de regels van het plan, voor het oprichten van bouwwerken voor algemeen nut mits de oppervlakte van een gebouw niet meer bedraagt dan 30 m² en de bouwhoogte van de bouwwerken niet meer zal bedragen dan 3 m
  2. b. Een omgevingsvergunning als bedoeld onder a. wordt niet verleend indien daardoor de bouw- en gebruiksmogelijkheden van nabijgelegen percelen in onevenredige mate worden of kunnen worden beperkt en/of indien ter plaatse aanwezige waarden op onevenredige wijze worden of kunnen worden aangetast.

Artikel 14 Algemene Wijzigingsregels

14.1 Algemene wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn, met toepassing van artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, bevoegd het plan te wijzigen, met inachtneming van de volgende regels:

  1. a. het in geringe mate, doch met niet meer dan 10 m afwijken van een bestemmingsgrens indien en voorzover dit noodzakelijk is om het plan aan de bij uitmeting blijkende werkelijke toestand van het terrein aan te passen.

Artikel 15 Overige Regels

15.1 Voorrangsregeling dubbelbestemmingen

Indien en voor zover dubbelbestemmingen samenvallen gelden:

  1. a. in de eerste plaatse de regels van Artikel 7 Leiding - Gas;
  2. b. in de tweede plaats de regels van Artikel 8 Waarde - Archeologie - 3 en van Artikel 9 Waarde -Cultuurhistorie. Deze beide dubbelbestemmingen zijn nevengeschikt. Ingeval van een ruimtelijke ingreep zal, afhankelijk van de aard en effecten van die ingreep, een zorgvuldige belangenafweging moeten worden gemaakt

15.2 Voorwaardelijke verplichting parkeren

  1. a. De in dit bestemmingsplan aangewezen gronden mogen slechts worden bebouwd of gebruikt onder de voorwaarde dat op eigen terrein voldoende parkeergelegenheid wordt gerealiseerd en in stand wordt gehouden alsmede voor het laden en lossen van goederen voldoende voorzieningen worden getroffen op eigen terrein en in stand worden gehouden.
  2. b. Het bevoegd gezag bepaalt in het kader van de omgevingsvergunning bouwen aan de hand van onderstaande parkeernormen of sprake is van voldoende parkeergelegenheid, waarbij rekening mag worden gehouden met de aanwezigheidspercentages CROW-publicatie 381:
Woningen Parkeerplaats per woning
Appartement < 70 m2 sociale huur 0,33 pp per woning
Appartement < 70 m2 sociale koop 0,50 pp per woning
Appartement 70 - 100 m2 koop midden duur 1,00 pp per woning
Appartement 100 - 160 m2 koop duur 1,00 pp per woning
Appartement > 160 m2 koop duur 1,00 pp per woning
Bezoek 0,1 pp per woning
Niet woonfuncties
Dienstverlening (commercieel en maatschappelijk ) 1,10 pp per 100m2 bvo
Informele werklocatie 1.00 pp per 100m2 bvo
Centraal ontmoetingsplein 1,00 pp per 100m2 bvo
Detailhandel 1,75 pp per 100m2 bvo
Lichte horeca 3,50 pp per 100m2 bvo
  1. c. Het is niet toegestaan, dat er meer parkeerplaatsen worden aangelegd en in stand worden gehouden, dan noodzakelijk volgens de bovenstaande parkeernormen.
  2. d. Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde onder a t/m c en mogen de parkeernormen naar boven dan wel naar beneden worden bijgesteld, indien:
    1. 1. op andere wijze in de nodige parkeer- of stallingsruimte wordt voorzien conform de voorwaarden zoals opgenomen in de Nota parkeernormen Den Haag, met dien verstande dat indien voornoemde nota gedurende de planperiode wordt gewijzigd, rekening wordt gehouden met die wijziging;
    2. 2. het voldoen aan de parkeernormen door bijzondere omstandigheden op overwegende bezwaren stuit, tot welke bijzondere omstandigheden in elk geval worden gerekend een te verwachten meer dan gemiddeld aantal gehandicapte gebruikers of bezoekers van het gebouw of functie;
    3. 3. het groene karakter van het gebied behouden blijft.
  3. e. Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde onder a t/m c, indien er een verzoek komt van de naastgelegen Beatrixkazerne om extra parkeerplaatsen aan te leggen binnen het plangebied ten behoeve van de gebruikers van de Beatrixkazerne. Deze extra parkeerplaatsen zijn toegestaan indien voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
    1. 1. Burgemeester en wethouders dienen in te stemmen met de aanleg van de extra parkeerplaatsen;
    2. 2. op basis van een akoestisch onderzoek dient te worden aangetoond, dat de extra verkeersbewegingen niet leiden tot een onaanvaardbaar woon- en leefklimaat binnen het plangebied en daarbuiten als het gaat om verkeerslawaai;
    3. 3. door middel van onderzoek dient te worden aangetoond, dat een aanvaardbare verkeersafwikkeling is geborgd op de weg, waarop de extra parkeerplaatsen zullen worden ontsloten en op de nabijgelegen kruispunten;
    4. 4. het groene karakter van het gebied behouden blijft;
    5. 5. het bepaalde in artikel 9 in acht wordt genomen.

15.3 Voorwaardelijke verplichting ontsluiting terrein

De in dit bestemmingsplan aangewezen gronden mogen slechts worden bebouwd of gebruikt onder de voorwaarde dat:

  1. a. de hoofdontsluiting van het plangebied voor (vracht)auto's plaats vindt op de Wassenaarseweg met een in- en uitrit;
  2. b. de ontsluiting op de Van Alkemadelaan alleen gebruikt wordt voor langzaam verkeer en calamiteiten.

15.4 Voorwaardelijke verplichting hemelwaterberging

  1. a. De in dit bestemmingsplan aangewezen gronden mogen slechts worden bebouwd of gebruikt conform de bestemmingen onder de voorwaarde dat er voldoende hemelwaterberging binnen het plangebied wordt gerealiseerd en in stand gehouden.
  2. b. Het bevoegd gezag bepaalt in het kader van een omgevingsvergunning bouwen aan de hand van het Verbreed gemeentelijke rioleringsplan en de Hemelwaterverordening van de gemeente Wassenaar en na akkoord van het Hoogheemraadschap Delfland of er sprake is van voldoende hemelwaterberging.

15.5 Voorwaardelijke verplichting aanvaardbaar woon- en leefklimaat

  1. a. De in artikel 6 toegestane gestapelde woningen gelegen direct naast de Beatrixkazerne (westgevel van het wooncomplex) mogen slechts worden gerealiseerd en worden bewoond conform de bestemming onder de voorwaarde dat sprake is van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat.
  2. b. Er is sprake van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat in de in sub a bedoelde woningen indien:
    1. 1. iedere verblijfsruimte is voorzien van een te openen raam waarbij de toevoer van de verse lucht minimaal 15 dm3/s per verblijfsruimte bedraagt, met een stroomsnelheid van 0,1 m/s;
    2. 2. op het te openen raam, zoals bedoeld onder 1 het maximale geluidsniveau (LAmax) ten gevolge van de autobewegingen en dichtslaande autoportieren van de Beatrixkazerne ten hoogste 70 dB(A) bedraagt tussen 07:00 - 19:00 uur, 65 dB(A) bedraagt tussen 19.00 - 23.00 uur en 60 dB(A) bedraagt tussen 23:00 - 07:00 uur;
    3. 3. de gevels van de woningen op basis van industrielawaaispectrum een karakteristieke geluidwering hebben van ten minste 30 dB;
    4. 4. de balkons van de woningen zijn voorzien van geluidsabsorberende plafonds;
    5. 5. er een maatwerkvoorschrift Activiteitenbesluit in werking is getreden voor het terrein van de Beatrixkazerne met het maximale geluidniveau geldend in de avond- en nachtperiode ten gevolge van autobewegingen en het dichtslaan van autoportieren op de westgevel van de onder a bedoelde woningen tot ten hoogste 70 dB(A);
    6. 6. de voorwaardelijke bepaling onder 5 vervalt indien uit een nader akoestische onderzoek blijkt dat ter plaatse van de westgevel van woningen door de Beatrixkazerne voldaan wordt aan de volgens het Activiteitenbesluit toegestane maximale geluidniveaus LAmax.

15.6 Voorwaardelijke verplichting windhinder

De in dit bestemmingsplan aangewezen gronden mogen slechts worden bebouwd of gebruikt conform de bestemmingen onder de voorwaarde dat er sprake zal zijn van een aanvaardbaar windklimaat.

Er is sprake van een aanvaardbaar windklimaat als uit een windonderzoek, gebaseerd op het aangevraagde bouwplan:

  1. a. minimaal sprake is van een 'matig' windklimaat zoals gekwalificieerd in NEN 8100:2006;
  2. b. minimaal sprake is van 'beperkt risico' bij windgevaar zoals bedoeld in NEN8100:2006

15.7 Voorwaardelijke verplichting natuurinclusief bouwen

De in dit bestemmingsplan aangewezen gronden mogen slechts worden bebouwd of gebruikt onder de voorwaarde dat:

  1. a. Er een programma natuurinclusief bouwen is, dat gericht is op het realiseren en stimuleren van natuurinclusief bouwen. Het programma bevat in ieder geval:
    1. 1. een beschrijving van de doelstellingen voor natuurinclusief bouwen;
    2. 2. de maatregelen die getroffen worden om natuurinclusief bouwen te realiseren, te stimuleren en in stand te houden.
  2. b. Er sprake is van natuurinclusief bouwen.
  3. c. Van het bepaalde in sub b is sprake als minimaal wordt voldaan aan het in kolom ‘score G’ aangeduide puntenaantal van het in Bijlage 3 opgenomen toetsingskader (Puntensysteem Groen- en Natuurinclusief bouwen Den Haag).

Hoofdstuk 4 Overgangs-en Slotregels

Artikel 16 Overgangsrecht

16.1 Overgangsrecht bouwwerken

  1. a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
    1. 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    2. 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
  2. b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van lid 16.1 sub a. een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
  3. c. Lid 16.1 sub a. is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

16.2 Overgangsrecht gebruik

  1. a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  2. b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in lid 16.2 sub a. te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  3. c. Indien het gebruik, bedoeld in het lid 16.2 sub a. na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  4. d. Lid 16.2 sub a. is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 17 Slotregel

17.1 Citeertitel

Deze regels worden aangehaald als:

'Regels van het bestemmingsplan Residentie Parkzicht te Wassenaar.'

Bijlagen Bij Regels

Bijlage 1 Lijst Van Bedrijfsactiviteiten

Bijlage 2 Toetsingskader Cultuurhistorische En Landschappelijke Waarden

Bijlage 3 Puntensysteem Groen- En Natuurinclusief Bouwen Den Haag - Randvoorwaarden

Bijlage 1 Startdocument Herontwikkeling Anwb Locatie, Wassenaarseweg 220

Bijlage 1 Startdocument herontwikkeling ANWB locatie, Wassenaarseweg 220

Bijlage 2 Stedenbouwkundig Kader

Bijlage 2 Stedenbouwkundig kader

Bijlage 3 Ladder Voor Duurzame Verstedelijking Wonen

Bijlage 3 Ladder voor duurzame verstedelijking wonen

Bijlage 4 Ladder Voor Duurzame Verstedelijking Niet-woonfuncties

Bijlage 4 Ladder voor duurzame verstedelijking niet-woonfuncties

Bijlage 5 Cultuurhistorische Verkenning

Bijlage 5 Cultuurhistorische verkenning

Bijlage 6 Aanvullend Cultuurhistorisch Advies

Bijlage 6 Aanvullend cultuurhistorisch advies

Bijlage 7 Notitie Verkeer En Parkeren

Bijlage 7 Notitie Verkeer en parkeren

Bijlage 8 Akoestisch Onderzoek Wegverkeerslawaai

Bijlage 8 Akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai

Bijlage 9 Akoestisch Onderzoek Industrielawaai

Bijlage 9 Akoestisch onderzoek industrielawaai

Bijlage 10 Memo Geluid Parkeergarage

Bijlage 10 Memo geluid parkeergarage

Bijlage 11 Onderzoek Externe Veiligheid Buisleidingen

Bijlage 11 Onderzoek Externe veiligheid buisleidingen

Bijlage 12 Verantwoording Hoogte Groepsrisico

Bijlage 12 Verantwoording Hoogte Groepsrisico

Bijlage 13 Stikstofberekening

Bijlage 13 Stikstofberekening

Bijlage 14 Quickscan Flora En Fauna

Bijlage 14 Quickscan Flora en Fauna

Bijlage 15 Nader Onderzoek Flora En Fauna

Bijlage 15 Nader onderzoek Flora en Fauna

Bijlage 16 Bodemonderzoeken

Bijlage 16 Bodemonderzoeken

Bijlage 17 Waterparagraaf

Bijlage 17 Waterparagraaf

Bijlage 18 Archeologisch Bureau- En Verkennend Veldonderzoek

Bijlage 18 Archeologisch bureau- en verkennend veldonderzoek

Bijlage 19 Bezonningstudie

Bijlage 19 Bezonningstudie

Bijlage 20 Rapport Windstudie

Bijlage 20 Rapport Windstudie

Bijlage 21 Aanmeldingsnotitie M.e.r.

Bijlage 21 Aanmeldingsnotitie m.e.r.

Bijlage 22 Participatierapport Maart 2021

Bijlage 22 Participatierapport maart 2021

Bijlage 23 Participatieverslag

Bijlage 23 Participatieverslag

Bijlage 24 Plan Van Aanpak Vervolg Participatietraject

Bijlage 24 Plan van aanpak vervolg participatietraject

Bijlage 25 Participatierapport Januari 2022

Bijlage 25 Participatierapport januari 2022

Bijlage 26 Nota Vooroverleg

Bijlage 26 Nota vooroverleg

Bijlage 27 Besluit Vormvrije M.e.r.-beoordeling

Bijlage 27 Besluit vormvrije m.e.r.-beoordeling

Bijlage 28 Hogere Waarden Besluit

Bijlage 28 Hogere waarden besluit

Bijlage 29 Akoestisch Onderzoek Industrielawaai Reflectie

Bijlage 29 Akoestisch onderzoek industrielawaai reflectie

Bijlage 30 Beeldkwaliteitsplan

Bijlage 30 Beeldkwaliteitsplan

Bijlage 31 Nota Beantwoording Zienswijzen

Bijlage 31 Nota beantwoording zienswijzen

Bijlage 32 Aanvullend Steenmarteronderzoek

Bijlage 32 Aanvullend steenmarteronderzoek

Bijlage 33 Oplegnotitie Motivering Actualiteit Onderzoeken

Bijlage 33 Oplegnotitie motivering actualiteit onderzoeken