KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
Artikel 2 Wijze Van Meten
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Horeca
Artikel 4 Waarde - Archeologie
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 5 Anti-dubbeltelregel
Artikel 6 Algemene Gebruiksregels
Artikel 7 Algemene Aanduidingsregels
Artikel 8 Algemene Afwijkingsregels
Artikel 9 Algemene Procedureregels
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 10 Overgangsrecht
Artikel 11 Slotregel
Bijlage 1 Bedrijfsplan Arsenaal
Bijlage 2 Archeologisch Vooronderzoek
Bijlage 3 Bodemonderzoek 1
Bijlage 4 Bodemonderzoek 2
Bijlage 5 Bodemonderzoek 3
Bijlage 6 Onderzoeksrapport Beschermde Fauna Arsenaal
Bijlage 7 Nota Van Beantwoording
Bijlage 8 Eindrapport Economische Potenties Voor Hotels
Bijlage 9 Zienswijzenrapportage

Arsenaal Woerden

Bestemmingsplan - gemeente Woerden

Vastgesteld op 27-06-2013 - geheel onherroepelijk in werking

Bestanden

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels

Artikel 1 Begrippen

In deze regels wordt verstaan onder:

plan:

het bestemmingsplan "Arsenaal Woerden" van de gemeente Woerden.

bestemmingsplan:

de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0632.Arsenaal-bVA1 met de bijbehorende regels (en eventuele bijlagen).

Verdere begrippen in alfabetische volgorde:

aanduiding:

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.

aanduidingsgrens:

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.

bebouwing:

één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

bestemmingsgrens:

de grens van een bestemmingsvlak.

bestemmingsvlak:

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.

bouwen:

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.

bouwgrens:

de grens van een bouwvlak.

bouwperceel:

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.

bouwperceelsgrens:

een grens van een bouwperceel.

bouwvlak:

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.

bouwwerk:

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.

detailhandel:

het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen en leveren van goederen aan personen die de goederen kopen voor gebruik, verbruik, verhuur of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.

discotheek/bar-dancing:

een horecabedrijf dat gericht is op het verstrekken van dranken voor gebruik ter plaatse waarbij het doen beluisteren van overwegend mechanische muziek en het verschaffen van dansgelegenheid een wezenlijk onderdeel vormen.

gebouw:

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

horeca-activiteiten:

het bedrijfsmatig verstrekken van ter plaatse te nuttigen voedsel en dranken, en het bedrijfsmatig exploiteren van zaalaccommodatie en/of het bedrijfsmatig verstrekken van nachtverblijf, in deze regels worden de volgende categorieën van horeca onderscheiden:

  1. 1. hotel: een horecabedrijf, dat in hoofdzaak bestaat uit het verstekken van nachtverblijf en waarbij het verstrekken van voedsel en dranken (daaraan) ondergeschikt is;
  2. 2. restaurant: een horecabedrijf, dat in hoofdzaak bestaat uit het verstrekken van maaltijden voor gebruik ter plaatse en waar het verstekken van dranken (daaraan) ondergeschikt is;
  3. 3. dagzaak: een horecabedrijf, dat qua openingstijden vergelijkbaar is met de detailhandelvestigingen, waarbij opening op zondag is toegestaan, althans geen latere sluitingstijd dan 22.00 uur heeft, zoals een dagcafé, lunchroom, koffieshop en ijssalon;
  4. 4. cafetaria: een horecabedrijf, dat in hoofdzaak bestaat uit het verstrekken van kleine eetwaren, niet zijnde maaltijden waarvan het sluitingsuur later dan 22.00 uur ligt;
  5. 5. cafés, bars, avond- en nachtgelegenheid: een horecabedrijf, dat in hoofdzaak bestaat uit het verstekken van dranken voor gebruik ter plaatse en het gelegenheid bieden voor dansen en waarvan het sluitingsuur later dan 22.00 uur ligt.

peil:

  1. 1. de gemiddelde hoogte van het aan een bouwwerk aansluitende, afgewerkte maaiveld, maar niet hoger dan de kruin van de weg in geval dit bouwwerk aan een weg gelegen is;
  2. 2. in alle andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het afgewerkte maaiveld.

woning:

een (gedeelte van een) gebouw dat dient voor de permanente huisvesting van één huishouden.

Artikel 2 Wijze Van Meten

  1. 1. Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

bouwhoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.

goothoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.

inhoud van een bouwwerk:

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.

oppervlakte van een bouwwerk:

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.

  1. 2. Bij de toepassing van het bepaalde in deze regels ten aanzien van de maatvoering worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouw-, c.q. bestemmingsgrenzen niet meer dan 1 meter bedraagt.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Horeca

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Horeca aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. voor zover gelegen op de begane grond:
    1. 1. restaurant;
    2. 2. bar;
    3. 3. brasserie;
    4. 4. proeflokaal;
    5. 5. café;
    6. 6. cafetaria;
    7. 7. zalenverhuur;
    8. 8. detailhandel;
    9. 9. culturele voorzieningen;
  2. b. voor zover gelegen op de verdiepingsvloeren:
    1. 1. hotel;
    2. 2. wellness;
    3. 3. zalenverhuur;
    4. 4. wonen;
  3. c. bij deze functie behorende open terrein, zoals tuinen, erven, paden, stegen, parkeergelegenheid;
  4. d. terrassen;
  5. e. wegen, voet- en fietspaden en straatmeubilair;

3.2 Bouwregels

Op de in lid 3.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met dien verstande dat:

  1. a. hoofdgebouwen uitsluitend binnen het aangegeven bouwvlak mag worden gebouwd;
  2. b. de bouwhoogte van gebouwen niet meer mag bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' is aangegeven;
  3. c. buiten het bouwvlak bijgebouwen zijn toegestaan met een maximum oppervlak van 165 m2;
  4. d. de bouwhoogte van bijgebouwen niet meer mag bedragen dan 3,5 m;
  5. e. de afstand van gebouwen tot de zijdelingse perceelsgrens minimaal 2 m dient te bedragen;
  6. f. de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet meer mag bedragen dan:
    1. 1. voor erf- en terreinafscheidingen 3,50 m;
    2. 2. voor palen en vlaggenmasten 6 m;
    3. 3. voor het overige 3 m.

3.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het bepaalde in lid 3.2 onder e ten behoeve van het bouwen van gebouwen binnen een afstand van 2 m tot de zijdelingse perceelsgrens, onder de voorwaarde dat de Commissie voor Monumenten en Cultuurlandschap een positief advies heeft uitgebracht.

3.4 Specifieke gebruiksregels

Avond- en nachtgelegenheid in de vorm van een discotheek/dancing is niet toegestaan.

Artikel 4 Waarde - Archeologie

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Waarde - Archeologie" aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud van de aanwezige archeologische waarden.

4.2 Bouwregels

Op de in lid 4.1 bedoelde gronden mogen geen bouwwerken worden gebouwd of gesloopt die dieper reiken dan 0,3 m.

4.3 Omgevingsvergunning voor het bouwen

In geval van een aanvraag van een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen of een omgevingsvergunning voor de activiteit slopen waarbij dieper dan 0,3 m zal worden gegraven:

  1. a. dient vooraf door aanvrager van de omgevingsvergunning een rapport te worden overgelegd waarin de archeologische waarden van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld en archeologische waarden door het uitvoeren van bouwactiviteiten niet of niet onevenredig worden geschaad, dan wel afdoende maatregelen zijn getroffen tot behoud van die waarden, en;
  2. b. kunnen aan de vergunning de volgende verplichtingen worden verbonden:
    1. 1. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor archeologische resten in de bodem worden behouden;
    2. 2. de verplichting tot het doen van opgravingen; of
    3. 3. de verplichting de activiteit die tot bodemverstoring leidt, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg die voldoet aan door burgemeester en wethouders bij de vergunning te stellen kwalificaties.

4.4 Afwijking van de bouw- en sloopregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.2 voor de bouw of sloop van bouwwerken ten dienste van de onderliggende bestemmingen op voorwaarde, dat:

  1. a. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de archeologische waarden van het gebied of een afweging van de in het geding zijnde belangen tot uitkomst heeft dat, onverminderd het elders in het plan bepaalde, een afwijking in redelijkheid niet kan worden geweigerd; bij de afweging van de afwijking geven burgemeester en wethouders toepassing aan de criteria als genoemd in lid 4.3;
  2. b. alvorens de afwijking te verlenen wordt door burgemeester en wethouders advies ingewonnen bij een door burgemeester en wethouders aan te wijzen deskundige;
  3. c. in afwijking van het bepaalde in lid 4.3 onder a en b kan worden afgeweken van de omgevingsvergunning indien voor de werkzaamheden voortvloeiend uit de bouwaanvraag reeds een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 4.5 is verleend; het bepaalde in de onderliggende bestemming(en) blijft onverminderd van toepassing.

4.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) binnen de in lid 4.1 bedoelde bestemming(en) de navolgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te doen uitvoeren:

  1. a. het verlagen van de bodem en het afgraven van gronden en roeren en omwoelen van gronden dieper dan 0,3 m onder peil;
    1. 1. het aanleggen van drainage, ondergrondse leidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur dieper dan 0,3 m beneden het maaiveld;
    2. 2. het verwijderen van fundamenten dieper dan 0,3 m beneden het maaiveld;
    3. 3. het uitvoeren van heiwerkzaamheden of het op andere wijze indrijven van objecten in de bodem dieper dan 0,3 m;
    4. 4. het rooien van diepwortelende beplantingen en bomen, waarbij de stobben worden verwijderd;
  2. b. het ophogen en egaliseren van gronden hoger dan 0,3 m;
  3. c. het aanbrengen van diepwortelende beplantingen;
  4. d. het uitvoeren van werkzaamheden ter verlaging van de grondwaterstand.

4.6 Uitzondering

Het bepaalde in lid 4.5 is niet van toepassing op het uitvoeren van werken en werkzaamheden:

  1. a. in het kader van het normale beheer en onderhoud;
  2. b. waarmee op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan:
    1. 1. is begonnen, voor zover daarvoor tot dat tijdstip geen omgevingsvergunning was vereist;
    2. 2. is of mag worden begonnen krachtens een verleende omgevingsvergunning;
  3. c. in het kader van archeologisch onderzoek en het doen van opgravingen, mits verricht door een daartoe bevoegde instantie.

4.7 Voorwaarde

Een vergunning als bedoeld in lid 4.5 wordt slechts verleend indien:

  1. a. door die werken of werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, één of meer waarden of functies van de in lid 4.1 bedoelde gronden, welke het plan beoogt te beschermen, niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van die waarden of functies niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind;
  2. b. bij archeologische waardevolle gebieden als bedoeld in lid 4.1 vooraf door aanvrager van de omgevingsvergunning een rapport is overgelegd waarin de archeologische waarden van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld;

4.8 Verplichting

Aan een vergunning als bedoeld in lid 4.5 kunnen de volgende verplichtingen worden verbonden:

  1. a. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor monumenten in de bodem kunnen worden behouden;
  2. b. de verplichting tot het doen van opgravingen; of
  3. c. de verplichting de activiteit die tot bodemverstoring leidt, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg die voldoet aan door burgemeester en wethouders bij vergunning te stellen kwalificaties.

4.9 Beoordeling aanvraag

Alvorens een omgevingsvergunning te verlenen als bedoeld in lid 4.5 winnen burgemeester en wethouders advies in van een door hen aan te wijzen ter zake deskundige.

4.10 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de voor "Waarde - Archeologie" aangewezen gronden die, bij wijze van dubbelbestemming, bestemd zijn voor bescherming en veiligstelling van archeologische waarden te wijzigen of geheel of gedeeltelijk van de verbeelding te verwijderen, indien:

  1. a. uit nader archeologisch onderzoek is gebleken dat ter plaatse geen archeologische waarden aanwezig zijn;
  2. b. het op grond van nader archeologisch onderzoek niet meer noodzakelijk wordt geacht dat het bestemmingsplan ter plaatse in bescherming en veiligstelling van archeologische waarde voorziet.

Hoofdstuk 3 Algemene Regels

Artikel 5 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 6 Algemene Gebruiksregels

6.1 Strijdig gebruik

  1. a. Het is verboden de in dit plan begrepen gronden en de daarop voorkomende bouwwerken te doen of laten gebruiken voor een doel of op een wijze strijdig met het in dit plan bepaalde.
  2. b. Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan het gebruik of het laten gebruiken van gebouwen en/of onbebouwde gronden als:
    1. 1. seksinrichting en raam- en straatprostitutie;
    2. 2. opslagplaats voor vaten en kisten en containers, als dan niet voor gebruik geschikte werktuigen en machines of onderdelen daarvan, oude en nieuwe (bouw)materialen, afval, puin, grind of brandstoffen, grond- en baggerspecie, anders dan voor normaal gebruik van de gronden;
    3. 3. uitstallings-, opslag-, stand- of ligplaats voor kampeer- en verblijfsmiddelen;
    4. 4. buitenopslag met uitzondering van terrassen en bijbehorende voorzieningen.

6.2 Toegestaan gebruik

  1. a. Onder strijdig gebruik als bedoeld in lid 6.1, is niet begrepen
    1. 1. vormen van gebruik als bedoeld in lid 6.1 onder b, die verenigbaar zijn met het doel waarvoor de grond ingevolge de bestemming, de doeleindenomschrijving en de overige regels mag worden gebruikt;
    2. 2. het opslaan van bouwmaterialen, puin en specie in verband met normaal onderhoud, dan wel ter verwezenlijking van de bestemming;
    3. 3. het uitoefenen van detailhandel voor zover dit een normaal en ondergeschikt bestanddeel uitmaakt van de totale bedrijfsuitoefening, zoals ingevolge de regels toegestaan, tenzij de uitoefening van detailhandel in de regels expliciet is uitgesloten;
    4. 4. vormen van gebruik die de instandhouding van de waardevolle boom waarborgen en nadat ter zake advies is ingewonnen bij de natuur- en landschapdeskundige bij andere werken en werkzaamheden dan normaal onderhoud.

Artikel 7 Algemene Aanduidingsregels

Monument

Ter plaatse van de aanduiding "overig - monument" zijn de gronden tevens bestemd voor behoud van cultuurhistorisch waardevolle bebouwing waarbij primair de monumentenwet van toepassing is.

Artikel 8 Algemene Afwijkingsregels

Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het bepaalde in deze regels ten behoeve van:

  1. a. de bouw van niet voor bewoning bestemde gebouwen ten dienste van het openbaar nut, waarbij de inhoud ten hoogste 75 m² en de goothoogte 3 m mag bedragen, gasdrukregel- en gasdrukmeetstations uitgezonderd;
  2. b. het in geringe mate afwijken ten aanzien van bouwgrenzen, hoogtescheidingslijnen en overige aanduidingen in het horizontale vlak, indien bij definitieve uitmeting of verkaveling blijkt dat deze afwijking in het belang van een juiste verwezenlijking van het plan redelijk, gewenst of noodzakelijk is en de afwijking ten opzichte van hetgeen is aangegeven niet meer bedraagt dan 3 m;
  3. c. het afwijken van de voorgeschreven maatvoering van bouwwerken (waaronder goothoogte, hoogte, grondoppervlakte, onderlinge afstand, afstand tot perceelsgrenzen), eventueel met een overschrijding van de bouwgrens, mits deze afwijkingen niet meer bedragen dan 10% van de in het plan voorgeschreven maten en dit bouwtechnisch noodzakelijk wordt geacht in verband met de uitoefening van het in het plan toegestane gebruik;
  4. d. de bouw van andere bouwwerken zoals een vlaggenmast, een kunstwerk, antennes en dergelijke tot een hoogte van 15 m.

Artikel 9 Algemene Procedureregels

Op de voorbereiding van een omgevingsvergunning voor afwijken is de procedure als bedoeld in paragraaf 3.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht van toepassing.

Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels

Artikel 10 Overgangsrecht

10.1 Overgangsrecht bouwwerken

10.2 Overgangsrecht gebruik

Artikel 11 Slotregel

Dit bestemmingsplan kan worden aangehaald onder de titel bestemmingsplan ""Arsenaal Woerden"" van de gemeente Woerden.

Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan ""Arsenaal Woerden"".

Bijlage 1 Bedrijfsplan Arsenaal

Bijlage 1 Bedrijfsplan Arsenaal

Bijlage 2 Archeologisch Vooronderzoek

Bijlage 2 Archeologisch vooronderzoek

Bijlage 3 Bodemonderzoek 1

Bijlage 3 Bodemonderzoek 1

Bijlage 4 Bodemonderzoek 2

Bijlage 4 Bodemonderzoek 2

Bijlage 5 Bodemonderzoek 3

Bijlage 5 Bodemonderzoek 3

Bijlage 6 Onderzoeksrapport Beschermde Fauna Arsenaal

Bijlage 6 Onderzoeksrapport beschermde fauna Arsenaal

Bijlage 7 Nota Van Beantwoording

Bijlage 7 Nota van beantwoording

Bijlage 8 Eindrapport Economische Potenties Voor Hotels

Bijlage 8 Eindrapport Economische potenties voor hotels

Bijlage 9 Zienswijzenrapportage

Bijlage 9 Zienswijzenrapportage