Zorgcentrum Houtdijk
Bestemmingsplan - Gemeente Woerden
Vastgesteld op 21-12-2023 - geheel onherroepelijk in werking
Bestanden
1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
In deze regels wordt verstaan onder:
1.1 plan:
het bestemmingsplan Zorgcentrum Houtdijk met identificatienummer NL.IMRO.0632.BPHoutdijk4-bVA1 van de Gemeente Woerden ;
1.2 bestemmingsplan:
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen
vervat in het GML bestand NL.IMRO.0632.BPHoutdijk4-bVA1;
1.3 aanduiding:
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
1.4 aanduidingsgrens:
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
1.5 bebouwing:
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
1.6 bed and breakfast
(een deel van) bebouwing, bedoeld voor recreatief nachtverblijf door een persoon, gezin of andere groep van personen, die zijn/hun vaste woon- of verblijfplaats elders hebben en niet langer dan 4 weken per jaar aaneengesloten verblijft; onder recreatief nachtverblijf in "bed and breakfast"-appartementen is in ieder geval niet begrepen permanente bewoning door eenzelfde persoon, gezin of andere groep van personen;
1.7 bedrijfswoning:
een woning in of bij een gebouw of op of bij een terrein, slechts bestemd voor één persoon, gezin of andere groep van personen, die één huishouden vormen, van wie huisvesting daar, gelet op de bestemming van het gebouw of terrein, noodzakelijk is voor controle en toezicht buiten de normale werkuren;
1.8 bestaand:
- het gebruik dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig is en/of bebouwing die op dat tijdstip aanwezig of in uitvoering is, dan wel kan worden gebouwd krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen;
- het onder a bedoelde geldt niet voor zover sprake was van strijd met het voorheen geldende bestemmingsplan, de voorheen geldende beheersverordening, daaronder mede begrepen het overgangsrecht van het bestemmingsplan of de beheersverordening, of een andere planologische toestemming;
1.9 bestemmingsgrens:
de grens van een bestemmingsvlak;
1.10 bestemmingsvlak:
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
1.11 bijgebouw:
Een vrijstaand of aangebouwd gebouw dat door constructie en afmetingen ondergeschikt is aan een op het zelfde perceel gelegen woning/bedrijfsgebouw;
1.12 bouwen:
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;
1.13 bouwvlak:
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
1.14 bouwwerk:
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
1.15 detailhandel:
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen voor gebruik, verbruik of aanwending aan particulieren; onder detailhandel is hier geen horeca en geen internetverkoop begrepen;
1.16 eigendomsgrens:
is gelijk aan de grens met de naburige eigenaar, maar is niet van toepassing als meerdere naburige eigenaren in één bouw- of bestemmingsvlak liggen;
1.17 extensieve openluchtrecreatie
vormen van recreatief medegebruik van gronden door middel van al dan niet aangelegde en aanwezige voorzieningen, waarbij de recreatie geen specifiek beslag legt op de ruimte, zoals wandel- ruiter- en fietspaden, vis-, picknick- en kano-opstapplaatsen;
1.18 gebouw:
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
1.19 hoofdgebouw:
gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op de bestemming het belangrijkst is;
1.20 inrichtingsplan:
een plan waaruit blijkt hoe het betreffende erf in het landschap ligt en op welke wijze de kenmerken van de landschapswaarden zijn doorvertaald in de (nieuw aan te leggen) inrichting van het erf;
1.21 internetverkoop:
verkoop van artikelen via internet, waarbij op het perceel alleen opslag/magazijnruimte voor deze artikelen aanwezig is en waarbij de artikelen (eventueel per post) bij de klant worden thuisbezorgd;
1.22 karakteristiek hoofdgebouw:
hoofdgebouw, dat als monumentaal of cultuurhistorisch waardevol is geïnventariseerd en de karakteristieke boerderijen, bestaande uit de woning met daaraan vastgebouwd de tot de boerderij behorende bedrijfsruimte
(voormalige deel), die als zodanig zijn aangeduid op de plankaart;
1.23 landschapswaarde
de aan een gebied toegekende waarde wat betreft het waarneembare deel van het aardoppervlak, welke waarde wordt bepaald door de herkenbaarheid en identiteit van bodem, waterhuishouding, terreinvormen, levende natuur en het menselijk grondgebruik in onderlinge samenhang en wederzijdse beïnvloeding;
1.24 normaal beheer en onderhoud:
onderhoud dat, gelet op de bestemming, regelmatig noodzakelijk is voor een goed beheer en gebruik van de gronden en gebouwen die tot de betreffende bestemming behoren;
1.25 nutsvoorziening:
voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, schakelhuisjes, bemalingsinstalaties;
1.26 ondergeschikte horeca:
het bedrijfsmatig te koop aanbieden van drank- en etenswaren, die ter plaatse genuttigd worden, dat naar oppervlakte en ruimtelijke uitstraling ondergeschikt is aan de hoofdfunctie;
1.27 ondergeschikte nevenactiviteit:
ondergeschikt bestanddeel, minder dan 50% van de hoofdactiviteiten van een bedrijf in omvang, arbeid en inkomen;
1.28 onderkomen:
een voor verblijf geschikt, al dan niet aan zijn bestemming onttrokken, vaar- of voertuig, ark of caravan, voorzover dat/die niet als een bouwwerk is aan te merken, alsook een tent;
1.29 overkapping:
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, bestaande uit een kap met maximaal 1 wand;
1.30 overig bouwwerk:
een bouwkundige constructie van enige omvang, geen gebouw zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
1.31 peil:
de gemiddelde hoogte van het aan het bouwwerk aansluitende, afgewerkte maaiveld, maar niet hoger dan de hoogte van de kruin van die weg in geval het bouwwerk aan een weg gelegen is;
1.32 seksinrichting:
een inrichting, bestaande uit een of meer voor publiek toegankelijke, besloten ruimten, waarin bedrijfsmatig of op een daarmee vergelijkbare wijze, seksuele handelingen worden verricht; onder een hiervoor bedoelde inrichting wordt in elk geval verstaan een parenclub en een prostitutiebedrijf, al of niet in combinatie met elkaar;
1.33 voorgevel:
de naar de weg gekeerde gevel van een gebouw of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg gekeerde gevel, de gevel die kennelijk als zodanig moet worden aangemerkt;
1.34 zelfstandige wooneenheid/woonruimte:
een woonruimte met een eigen toegang die door een persoon, gezin of andere groep van personen kan worden bewoond zonder afhankelijk te zijn van wezenlijke voorzieningen, als douche, toilet et cetera, buiten die woonruimte.
1.35 zorginstelling
een complex van ruimten, geschikt voor niet-zelfstandige bewoning door personen die 24-uurs zorg nodig hebben met inbegrip van verblijfsruimten voor het noodzakelijke personeel.
Artikel 2 Wijze Van Meten
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.1 de dakhelling:
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
2.2 de goothoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
de goothoogte van een lessenaarsdak wordt bepaald vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel van de laagste zijde van de kap
2.3 de bouwhoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
2.4 de oppervlakte van een overig bouwwerk:
de horizontale projectie van alle delen van het bouwwerk binnen de omtrekslijn;
2.5 de oppervlakte van een bouwwerk:
ter hoogte van de bovenkant van de begane grondvloer, tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of harten van scheidsmuren;
2.6 de inhoud van een bouwwerk:
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Maatschappelijk
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- zorginstelling inclusief nachtverblijf;
- ter plaatse van de aanduiding karakteristiek ondergeschikt gebruik ten behoeve van workshops en of cursussen in het bestaande gebouw;
- ter plaatse van de aanduiding karakteristiek ondergeschikte horeca in de vorm van een theetuin en of lunchroom in het bestaande gebouw;
- extensief, agrarisch medegebruik voor akker- en tuinbouw dan wel fruitteelt;
- hobbymatig houden van dieren;
- dagbesteding voor mensen met een zorgindicatie;
- een landwinkel met een maximaal oppervlakte van 50 m2;
- ter plaatse van de aanduiding 'terras' een terras ten behoeve van ondergeschikte horeca als benoemd in lid c;
- ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' één bedrijfswoning;
- een streekeigen hooi- of kapberg met beweegbare kap en drie of meer roeden, die past bij de karakteristieke bebouwing ter plaatse en gesitueerd is achter het karakteristiek hoofdgebouw.
- extensieve openluchtrecreatie
met de daarbij behorende:
- erfbeplanting;
- nutsvoorzieningen;
- erven en terreinen;
- wegen en paden;
- water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
3.2 Bouwregels
Voor het bouwen van bouwwerken gelden de volgende regels:
- gebouwen mogen enkel in het bouwvlak gebouwd worden;
- de gezamenlijke oppervlakte aan gebouwen en overkappingen mag niet meer bedraagt dan 1.500 m², met dien verstande dat de oppervlakte van de bedrijfswoning, het bestaande karakteristieke hoofdgebouw en een streekeigen hooi- of kapberg met beweegbare kap met drie of meer roeden, die past bij de karakteristieke bebouwing ter plaatse en gesitueerd is achter het karakteristiek hoofdgebouw van deze gezamenlijke oppervlakte zijn uitgezonderd;
- de bedrijfswoning mag uitsluitend binnen het aangegeven aanduidingsvlak ‘bedrijfswoning’ worden gebouwd met een maximum van 1 woning en met een maximum inhoud van 600 m³ met buiten het aangegeven aanduidingsvlak ‘bedrijfswoning’ de bij de bedrijfswoning behorende bijgebouwen en overkappingen met een maximum van 50 m²;
- ter plaatse van de aanduiding 'maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)' de goot- en bouwhoogte van gebouwen niet meer mogen bedragen dan is aangegeven of, in het geval van het ontbreken van een aanduiding mag de goothoogte van gebouwen niet meer bedragen dan 3 meter en de bouwhoogte niet meer dan 6,5 meter;
- In afwijking van het gestelde onder d mogen de goot- en bouwhoogte van de bedrijfswoning en het karakteristiek hoofdgebouw niet meer te bedragen dan de bestaande goot- en bouwhoogte;
- de afstand van gebouwen tot de naburige eigendomsgrens mag niet minder dan 2 m bedragen, of niet minder dan de bestaande afstand indien deze minder dan 2 m bedraagt;
- voor bedrijfsgebouwen geldt dat de dakhelling voor 88% per gebouw niet minder dan 20° en niet meer dan 60° bedragen;
- De nokrichting van gebouwen en overkappingen dient evenwijdig te zijn aan het verkavelingspatroon met uitzondering van gebouwen die conform bijlage 2 Inrichtingsplan haaks op het slagenlandschap zijn gesitueerd. Op deze locatie dienen gebouwen uitsluitend in overeenstemming met het inrichtingsplan met hun nokrichting haaks op het slagenlandschap worden gesitueerd;
- de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde mag binnen het bouwvlak niet meer bedragen dan 3 meter ;
- Buiten het bouwvlak zijn uitsluitend erf- of terreinafscheidingen met een hoogte van niet meer dan 2 meter toegestaan;
- In afwijking van het gestelde onder i mag de hoogte van een hooi- of kapberg niet meer dan 12 meter bedragen.
3.3 Specifieke gebruiksregels
Het gebruik van een bedrijfswoning, bijbehorende bijgebouwen en gebouwen voor de uitoefening van een 'vrij' beroep of voor een beroeps- en bedrijfsactiviteiten aan huis is toegestaan, mits:
- de gezamenlijke vloeroppervlakte ten behoeve van de uitoefening van het 'vrij' beroep en/of van de uitoefening van beroeps- en bedrijfsactiviteiten, niet meer bedraagt dan 40% van de vloeroppervlakte van de betreffende bedrijfswoning en, samen met de daarbij behorende bijgebouwen in ieder geval niet meer dan 100 m² bedraagt;
- het in geval van beroeps- en bedrijfsactiviteiten, andere dan 'vrij' beroep, de beroeps- en bedrijfsactiviteiten betreft als opgenomen in Bijlage bij de regels 1, Postieve Lijst.
- op de bij de betreffende woning behorende gronden geen buitenopslag van goederen ten behoeve van de beroeps- en bedrijfsactiviteiten plaatsvindt;
- de hoeveelheid extra verkeer past bij de wegstructuur en parkeren op eigen terrein geschied;
- de agrarische functie van aangrenzende gronden en bebouwing niet onevenredig wordt belemmerd;
- geen geurgevoelige objecten toegevoegd worden in de milieuzone - geurzone;
- voorzien wordt in voldoende parkeerplaatsen overeenkomstig het gestelde in artikel 5 lid 2.
3.4 Afwijken van de gebruiksregels
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 3 lid 1 ten behoeve van:
- een ander soort maatschappelijke voorziening, ter zake van religie, verenigingsleven, cultuur, onderwijs, opvoeding;
- een kinderdagverblijf van maximaal 250 m2;
- recreatie en fysieke en geestelijke volksgezondheid
Met dien verstande dat:
- daardoor in ruimtelijke en milieuhygiënisch opzicht geen blijvende, minder gunstige gevolgen ontstaan voor de omgeving van de betreffende voorziening, in vergelijking met de gevolgen van de oorspronkelijke voorziening ten aanzien waarvoor deze afwijking wordt verleend.
- voorzien wordt in voldoende parkeerplaatsen overeenkomstig het gestelde in artikel 5 lid 2;
- aangetoond wordt dat de omliggende verkeersstructuur afdoende is voor de toename in het aantal vervoersbewegingen;
- geen geurgevoelige objecten toegevoegd worden in de milieuzone - geurzone;
3 Algemene Regels
Artikel 4 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 5 Algemene Bouwregels
5.1 Kelders
- mogen gebouwd worden tot een maximale diepte van 3 m binnen het bouwvlak of bestemmingsvlak;
- mogen maximaal 100 m² buiten de projectie van het gebouw liggen, mits 10% van de oppervlakte buiten de projectie in oppervlakte waterberging wordt gecompenseerd
- tellen niet mee bij de oppervlakte of volume van gebouwen;
- zijn in principe alleen onder gebouwen, uitgezonderd kassen, toegestaan;
- gesitueerd buiten de woningen of bedrijfswoning mogen geen slaapkamers of badkamers bevatten;
- moeten rechtstreeks bereikbaar zijn vanuit de woning of een bijgebouw of gebouw;
- met een eventuele hellingbaan moeten op voldoende afstand van de openbare weg zijn gelegen, zodat er geen verkeersonveilige situatie ontstaat.
5.2 Parkeren
Artikel 6 Algemene Gebruiksregels
6.1 Strijdig gebruik
Tot gebruik in strijd met dit plan wordt in ieder geval begrepen;
- het gebruik ten behoeve van een seksinrichting;
- het gebruik van de gronden -water, steigers, aanlegplaatsen en bijbehorende gronden- als ligplaats voor woonboten of -schepen, drijvende recreatiewoningen en andere drijvende woongelegenheden;
- het gebruik van gronden als stand- of ligplaats van kampeermiddelen, demonteerbare of verplaatsbare inrichtingen voor detailhandel in etenswaren en/of dranken, en andere onderkomens, tenzij dit gebruik verband houdt met het op de bestemming gerichte beheer van de gronden;
- het gebruik van gronden als opslag-, stort- of bergplaats van machines, voer- en vaartuigen en andere al of niet afgedankte stoffen, voorwerpen en producten, tenzij dit gebruik verband houdt met het op de bestemming gerichte beheer van de gronden;
- het gebruik van gronden voor het beproeven van voertuigen, voor het racen of crossen met motorvoertuigen of bromfietsen en voor het beoefenen van de modelvliegtuigsport;
- het gebruik van gronden voor militaire oefeningen met rups- en andere zware voertuigen;
- het gebruik van gronden voor meer dan één inrit per oorspronkelijk verkavelingspatroon;
- Het gebruik van (bij)gebouwen, anders dan toegestaan op basis van artikel 3 lid 1, als zelfstandige woning of wooneenheid;
- het gebruik van gronden of bouwwerken waarbij niet wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid;
- het gebruik van bedrijfsgebouwen, niet zijnde de bedrijfswoning, en het gebruik van bij de bedrijfswoning behorende bijgebouwen als zelfstandige wooneenheid;
- Het afspelen van muziek of versterkt stemgeluid buiten gesloten gebouwen.
6.2 Inrichtingsplan
Instandhouding van de aldaar voorkomende dan wel daaraan eigen landschapswaarden:
- het is verboden de gronden in strijd met het in bijlage 2 opgenomen inrichtingsplan in te richten;
- de inrichting van het plangebied moet overeenkomstig het inrichtingsplan in bijlage 2 binnen 2 jaar na een onherroepelijke vergunning worden uitgevoerd en in stand gehouden;
- burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het bepaalde onder sub a en b indien de gemeentelijke stedenbouwkundige hierover positief adviseert.
Artikel 7 Algemene Aanduidingsregels
7.1 Milieuzone - geurzone
Ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - geurzone' zijn geen geurgevoelige objecten als bedoeld in de Wet geurhinder en veehouderij toegestaan tenzij sprake is van een bouwwerk dat voldoet aan de afwijkende afstanden conform de 'Verordening lokaal geurbeleid veehouderijen landelijk gebied Woerden' (vastgesteld d.d. 28 mei 2009) en diens rechtsopvolger(s).
Artikel 8 Algemene Afwijkingsregels
8.1 Algemene afwijkingen
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in het bestemmingsplan:
- ten behoeve van het bouwen van niet voor bewoning bestemde bouwwerken van openbaar nut, zoals gasdrukregelstations, wachthuisjes en transformatorhuisjes, uitgezonderd verkooppunten voor motorbrandstoffen, waarvan de goothoogte niet meer dan 3 m en de inhoud niet meer dan 50 m³ mag bedragen;
- ten behoeve van het bouwen buiten het bouwvlak indien voldaan wordt aan de bepalingen die gelden voor het gebruik en het bouwen binnen het bouwvlak en de afwijkingen ten opzichte van hetgeen op de verbeelding is aangegeven niet meer dan 5 meter bedragen, de afstand tot bestaande watergangen minimaal 2 meter bedraagt en het inrichtingsplan (bijlage 2 van de regels) wordt aangepast overeenkomstig artikel 6 lid 2;
- voor afwijkingen van bepalingen ten aanzien van maten en percentages, mits die afwijkingen beperkt blijven tot ten hoogste 10% van de in het plan aangegeven maten en percentages en aangetoond wordt dat deze afwijking noodzakelijk is voor het toegestane gebruik;
- ten behoeve van het bouwen van antennemasten tot een hoogte van 40 m, indien aangetoond wordt dat dit noodzakelijk is voor de telecommunicatie, er minimaal 2 gebruikers zijn, de landschappelijke kwaliteit niet onevenredig wordt geschaad en er geen naburige antennemast mede gebruikt kan worden;
- voor het afwijken van bepalingen ten aanzien van de afstand tot de naburige eigendomsgrens, indien aangetoond wordt dat het naburige perceel geen onevenredige (schaduw)hinder ondervindt van een bouwplan.
4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 9 Overgangsrecht
9.1 Overgangsrecht bouwwerken
- Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot, gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd, na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
- Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van bepaalde onder a. een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld onder a. met maximaal 10 %.
- Het bepaalde onder a. is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
9.2 Overgangsrecht gebruik
- Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
- Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
- Indien het gebruik, bedoeld onder a, na de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
- Het bepaalde onder a. is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 10 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan 'Zorgcentrum Houtdijk'.
Bijlagen Bij Regels - 1
Bijlagen Bij Regels - 2
Bijlage bij de regels 2 inrichtingsplan
Bijlagen Bij Toelichting - 1
Bijlage 1 Wachtlijst Klein Houtdijk 29 November 2021
Bijlagen Bij Toelichting - 2
Bijlage 2 akoestisch onderzoek Wgh Houtdijk 4A Kamerik (geanonimiseerd)
Bijlagen Bij Toelichting - 3
Bijlage 3 Quickscan Wnb Houtdijk 4 te Kamerik (geanonimiseerd)
Bijlagen Bij Toelichting - 4
Bijlage 4 Aanvullend onderzoek huismus en vleermuis Houtdijk 4 Kamerik (geanonimiseerd)
Bijlagen Bij Toelichting - 5
Bijlage 5 Aeriusberekening Houtdijk 4 te Kamerik incl. bijlagen_1 (geanonimiseerd)
Bijlagen Bij Toelichting - 6
Bijlage 6 Archeologisch bureau en veldwerkonderzoek Houtdijk 4 (geanonimiseerd)
Bijlagen Bij Toelichting - 7
Bijlage 7 actualisatie bodemonderzoek Houtdijk 4 Kamerik (geanonimiseerd)
Bijlagen Bij Toelichting - 8
Bijlage 8 Verkennend asbestonderzoek Houtdijk 4 (geanonimiseerd)