Kamerik Noord-Oost 2 - Knotwilgenlaan Zuid-Oost
Uitwerkingsplan - Gemeente Woerden
Vastgesteld op 07-04-2020 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
In deze regels wordt verstaan onder:
1.1 plan:
het bestemmingsplan 'Kamerik Noord-Oost 2 - Knotwilgenlaan Zuid-Oost' met identificatienummer NL.IMRO.0632.upknotwilgenlaanzo-bva1 van de gemeente Woerden.
1.2 bestemmingsplan:
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels (en eventuele bijlagen).
Verdere begrippen in alfabetische volgorde:
1.3 aanbouw
een aan een hoofdgebouw gebouwd gebouw, door zijn constructie of afmetingen ondergeschikt aan het hoofdgebouw, als een toevoeging van een afzonderlijke ruimte, direct verbonden met en direct bereikbaar vanuit het hoofdgebouw, bijvoorbeeld via een toegangsdeur;
1.4 aan huis verbonden beroep
de uitoefening aan huis van een aan huis verbonden beroep op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen terrein, alsmede niet-publieksgerichte bedrijfsmatige activiteiten;
1.5 aan huis verbonden bedrijf
het bedrijfsmatig verlenen van diensten - geen detailhandelbedrijf zijnde - en ambachtelijke bedrijvigheid geheel of overwegend door middel van handwerk, waarbij de aard (qua milieuplanologische hinder) en omvang van de bedrijfsactiviteiten zodanig is dat deze activiteiten in een woning kunnen worden uitgeoefend alsmede niet publieksgerichte functies en de activiteiten geen onevenredige afbreuk doen aan het woon- en leefmilieu in de directe omgeving;
1.6 aanduiding
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
1.7 achtererf
het bij het hoofdgebouw (bijvoorbeeld woning) behorende erf, dat is gelegen achter de achtergevellijn of in ieder geval achter het bouwvlak;
1.8 achtergevel
de gevel achter de voorgevel, meestal evenwijdig daaraan, zoals deze oorspronkelijk bij de bouw is gerealiseerd;
1.9 ambachtelijke bedrijfsactiviteiten
bedrijfsactiviteiten waarbij bedrijfsmatig geheel of overwegend door middel van handwerk goederen worden vervaardigd, bewerkt, hersteld en/of geïnstalleerd;
1.10 ander bouwwerk
een bouwwerk, geen gebouw zijnde;
1.11 bebouwing
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
1.12 bedrijf
een onderneming waarbij het accent ligt op het vervaardigen, bewerken, installeren, inzamelen en verhandelen van goederen, waarbij eventueel detailhandel uitsluitend plaatsvindt als ondergeschikt onderdeel van de onderneming in de vorm van verkoop c.q. levering van ter plaatse vervaardigde, bewerkte of herstelde goederen dan wel goederen die in rechtstreeks verband staan met de uitgeoefende handelingen;
1.13 bestaand gebruik
het gebruik van gronden of gebouwen dat op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan bestaat;
1.14 bestemmingsgrens
de grens van een bestemmingsvlak;
1.15 bestemmingsvlak
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
1.16 bijgebouw
een op zich zelf staand, vrijstaand of aangebouwd gebouw, dat door zijn constructie of afmetingen ondergeschikt is aan een op hetzelfde perceel gelegen hoofdgebouw, niet direct bereikbaar vanuit het hoofdgebouw;
1.17 bouwen
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
1.18 bouwgrens
de grens van een bouwvlak;
1.19 bouwperceel
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
1.20 bouwvlak
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten;
1.21 bouwwerk
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond verbonden is, hetzij direct steun vindt in of op de grond;
1.22 dakkapel
een beperkte doorbreking van het dakvlak door een uit de helling van het dakvlak stekend dakvenster;
1.23 detailhandel
het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik, verhuur of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
1.24 erf
het al dan niet bebouwde perceelsgedeelte, direct gelegen bij een woning, ingericht ten dienste van het gebruik van deze woning en indien er een bouwvlak voor hoofdgebouwen aanwezig is, gelegen buiten het bouwvlak;
1.25 erfbebouwing
verzamelnaam voor bouwwerken, op het erf behorende bij een (woon-) bestemming, die ten dienste staan van het hoofdgebouw en die door de ligging, constructie en afmetingen ondergeschikt zijn aan het hoofdgebouw, waarbij onderscheid te maken valt tussen: een aanbouw, een uitbouw, een bijgebouw en een overkapping;
1.26 gebouw
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
1.27 hoofdgebouw
een gebouw dat op een bouwvlak door zijn constructie of afmetingen als het belangrijkste bouwwerk valt aan te merken, exclusief aan- en uitbouwen. Aan- en uitbouwen die tot de hoofdfunctie behoren, worden niet meegerekend tot het hoofdgebouw;
1.28 onderkomen
een voor verblijf geschikt bouwwerk, waaronder begrepen een al dan niet aan zijn bestemming onttrokken voer- of vaartuig, ark, caravan, woon- of stacaravan, chalet, voor zover geen bouwwerk zijnde, alsmede een tent;
1.29 overkapping
een overdekte ruimte, al dan niet omsloten door maximaal twee wanden. Onder een overkapping wordt ook een carport verstaan;
1.30 peil
- 1. de gemiddelde hoogte van het aan een bouwwerk aansluitende, afgewerkte maaiveld, maar niet hoger dan de kruin van de weg in geval dit bouwwerk aan een weg gelegen is;
- 2. in alle andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het afgewerkte maaiveld;
1.31 prostitutie
het aanbieden van seksuele diensten tegen materiële vergoeding;
1.32 prostitutiebedrijf
een bedrijf waar prostitutie het hoofdbestanddeel van de activiteiten vormt;
1.33 seksinrichting
een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een mate alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan een parenclub en een prostitutiebedrijf al dan niet in combinatie met elkaar;
1.34 straatmeubilair
de op of bij een weg behorende bouwwerken, zoals verkeerstekens, wegbebakeningen, bewegwijzeringen, verlichting, halteaanduidingen, parkeerregulerende constructies, afvalcontainers, brandkranen, informatie- en reclameconstructies, rijwielstandaarden, papier- en plantenbakken, zitbanken, communicatievoorzieningen, gedenktekens, speelvoorzieningen en abri's;
1.35 uitbouw
een aan een hoofdgebouw gebouwd gebouw, dat door zijn constructie of afmetingen ondergeschikt is aan dat hoofdgebouw, dat een vergroting van de bestaande ruimte in dat hoofdgebouw is en direct daarmee in open verbinding staat;
1.36 voorerf
het bij een gebouw (bijvoorbeeld een woning) behorende erf, dat is gelegen voor de voorgevellijn of in ieder geval voor het bouwvlak;
1.37 voorgevel
de voorgevel zoals deze bij de bouw van het betrokken gebouw oorspronkelijk is gerealiseerd.
1.38 voorgevellijn
een lijn, welke zoveel mogelijk aansluit aan de ligging van de oorspronkelijke voorgevels van de hoofdgebouwen;
1.39 woning
een (gedeelte van een) gebouw dat dient voor de permanente huisvesting van één huishouden;
1.40 zijerf
het bij een gebouw (bijvoorbeeld de woning) behorende erf, dat is gelegen naast de zijgevellijn van het gebouw of in ieder geval naast het bouwvlak;
1.41 zijgevel
de zijgevel links of rechts, meestal haaks op de voorgevel, zoals deze bij de bouw is gerealiseerd en grenzend aan het zijerf;
Artikel 2 Wijze Van Meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.1 de inhoud van een bouwwerk
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
2.2 de bouwhoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
2.3 nokhoogte
van het hoogste punt van een gebouw of bouwwerk tot aan het peil van de woning; uitstekende bouwdelen van ondergeschikte betekenis, zoals liftschachten, trappenhuizen, antennes, schoorstenen, borstweringen en geringe verhogingen worden daarbij niet meegerekend;
2.4 de goothoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
2.5 de oppervlakte van een bouwwerk
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
2.6 de grondoppervlakte
van een gebouw of ander bouwwerk wordt gemeten buitenwerks en boven peil;
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Groen
3.1 Bestemmingsomschrijving
3.2 Bouwregels
Op de in lid 3.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met dien verstande, dat in de bestemming passende bouwwerken, waaronder straatmeubilair, mag worden gebouwd, waarvan de hoogte niet meer mag bedragen dan:
- 1. 6 m voor palen en masten;
- 2. 5 m voor speelvoorzieningen;
- 3. 3 m voor de overige.
Artikel 4 Tuin - Landschapswaarden
4.1 Algemene regels
De voor 'Tuin - Landschapswaarden' aangewezen gronden dienen niet te worden beschouwd als erf in de zin van artikel 1 van bijlage II behorende bij het Besluit omgevingsrecht, zoals dat artikel luidt op het moment van de datum van inwerkingtreding van dit plan.
4.2 Bestemmingsomschrijving
de voor 'Tuin - Landschapswaarden' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. tuinen bij de op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouwen;
- b. toegangspaden.
4.3 Bouwregels
Op de in lid 4.2 bedoelde gronden mogen geen gebouwen en overige bouwwerken worden gebouwd.
4.4 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend het gebruik voor:
- a. het opslaan of bergen van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
- b. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
- c. (permanente) buitenopslag van goederen of materialen;
- d. het plaatsen van onderkomens of geplaatst houden van onderkomens;
Artikel 5 Verkeer
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wegen, maximaal twee rijstroken;
- b. voet- en fietspaden;
- c. parkeerplaatsen;
- d. buurtontsluitingswegen;
- e. bruggen/dammen;
- f. groen;
- g. speelvoorzieningen;
- h. straatmeubilair;
- i. bij deze doeleinden behorende voorzieningen zoals erven, water, nutsvoorzieningen en parkeren;
- j. evenementen met een maximum van drie per jaar en een duur van ten hoogste vijftien dagen per evenement, het opbouwen en afbreken van voorzieningen ten behoeve van het evenement hieronder begrepen;
- k. minimaal 20 parkeerplaatsen ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein'.
5.2 Bouwregels
Op de in lid 5.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met dien verstande, dat de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan:
- a. 10 m voor palen en masten;
- b. 5 m voor speelvoorzieningen;
- c. 3 m voor de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
Artikel 6 Wonen - 1
6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor wonen met de daarbij behorende bouwwerken en bij deze doeleinden behorende voorzieningen, zoals tuinen, erven, groen, water, nutsvoorzieningen en parkeren.
6.2 Bouwregels
6.3 Specifieke gebruiksregels
6.4 Afwijken van de gebruiksregels
Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het bepaalde in:
- a. lid 6.3.1 voor de uitoefening van een aan huis verbonden bedrijf als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie, waarbij de volgende bepalingen van toepassing zijn:
- 1. de activiteiten aan de woonfunctie geen afbreuk mogen doen en dienen daaraan ondergeschikt te zijn in die zin, dat de woonfunctie de belangrijkste functie dient te blijven. Dit betekent, dat ten behoeven van een aan huis verbonden bedrijf niet meer dan 40% van het vloeroppervlak van een woning mag worden gebruikt, een en ander met een maximum van 50 m²;
- 2. de activiteiten geen hinder mogen opleveren voor de woonsituatie; dit betekent dat, in geval van bedrijfsactiviteiten, slechts aan het vestigen van ambachtelijke bedrijfsactiviteiten dan wel bedrijfsactiviteiten categorie 1 zoals genoemd in de Staat van bedrijfsactiviteiten bij woningen medewerking wordt verleend;
- 3. de activiteiten zowel naar de aard als ten aanzien van de visuele aspecten ervan geen afbreuk mogen doen aan het karakter van de woning en de woonomgeving;
- 4. de activiteiten geen detailhandel mogen betreffen;
- 5. in afwijking van het bepaalde onder 4 is detailhandel door middel van internet toegestaan, met uitzondering van het afhalen van goederen door personen die goederen kopen voor eigen gebruik, verbruik, verhuur of aanwending;
- 6. de activiteiten geen nadelige invloed mogen hebben op de normale verkeersafwikkeling en geen onevenredige parkeerdruk veroorzaken;
- 7. de activiteiten geen seksinrichting mogen betreffen.
- b. lid 6.3.1 voor de uitoefening van een aan huis gebonden beroep als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie niet genoemd in categorie 1 zoals opgenomen in de Staat van bedrijfsactiviteiten bij woningen voor zover de activiteit naar aard en invloed op de omgeving geacht kan worden te behoren tot de volgens lid 6.3.1 toegelaten categorieën van Staat van bedrijfsactiviteiten bij woningen.
- c. lid 6.3.1 onder a voor een beroep aan huis tot maximaal 100 m² indien het perceel groter is dan 500 m² en geen onevenredig afbreuk wordt gedaan aan de omgeving.
Artikel 7 Wonen - 2
7.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor wonen met de daarbij behorende bouwwerken en bij deze doeleinden behorende voorzieningen, zoals tuinen, erven, groen, water, nutsvoorzieningen en parkeren.
7.2 Bouwregels
7.3 Specifieke gebruiksregels
7.4 Afwijken van de gebruiksregels
Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het bepaalde in:
- a. lid 7.3.1 voor de uitoefening van een aan huis verbonden bedrijf als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie, waarbij de volgende bepalingen van toepassing zijn:
- 1. de activiteiten aan de woonfunctie geen afbreuk mogen doen en dienen daaraan ondergeschikt te zijn in die zin, dat de woonfunctie de belangrijkste functie dient te blijven. Dit betekent, dat ten behoeven van een aan huis verbonden bedrijf niet meer dan 40% van het vloeroppervlak van een woning mag worden gebruikt, een en ander met een maximum van 50 m²;
- 2. de activiteiten geen hinder mogen opleveren voor de woonsituatie; dit betekent dat, in geval van bedrijfsactiviteiten, slechts aan het vestigen van ambachtelijke bedrijfsactiviteiten dan wel bedrijfsactiviteiten categorie 1 zoals genoemd in de bijlage 'Staat van bedrijfsactiviteiten' bij woningen medewerking wordt verleend;
- 3. de activiteiten zowel naar de aard als ten aanzien van de visuele aspecten ervan geen afbreuk mogen doen aan het karakter van de woning en de woonomgeving;
- 4. de activiteiten geen detailhandel mogen betreffen;
- 5. in afwijking van het bepaalde onder 4 is detailhandel door middel van internet toegestaan, met uitzondering van het afhalen van goederen door personen die goederen kopen voor eigen gebruik, verbruik, verhuur of aanwending;
- 6. de activiteiten geen nadelige invloed mogen hebben op de normale verkeersafwikkeling en geen onevenredige parkeerdruk veroorzaken;
- 7. de activiteiten geen seksinrichting mogen betreffen.
- b. lid 7.3.1 voor de uitoefening van een aan huis gebonden beroep als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie niet genoemd in categorie 1 zoals opgenomen in de bijlage 'Staat vanbedrijfsactiviteiten' bij woningen voor zover de activiteit naar aard en invloed op de omgeving geacht kan worden te behoren tot de volgens lid 7.3.1 toegelaten categorieën van bijlage 'Staat vanbedrijfsactiviteiten' bij woningen.
- c. lid 7.3.1 onder a voor een beroep aan huis tot maximaal 100 m² indien het perceel groter is dan 500 m² en geen onevenredig afbreuk wordt gedaan aan de omgeving.
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 8 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 9 Algemene Bouwregels
9.1 Erfbebouwingsmogelijkheden achtererfgebied
Op ieder perceel met een woning mogen gebouwen en overkappingen op het achtererfgebied worden gebouwd, met dien verstande dat:
- a. 50% onbebouwd dient te blijven;
- b. binnen een zone van 3 m vanaf het hoofdgebouw de hoogte niet meer bedraagt dan 30 cm boven de hoogte van de begane grondverdieping van het hoofdgebouw met een maximum van 4 m;
- c. buiten een zone van 3 m vanaf het hoofdgebouw de hoogte niet meer mag bedragen dan 3 m.
9.2 Erfbebouwingsmogelijkheden voorerfgebied naast de zijgevellijn
Op ieder perceel met een woning mogen gebouwen en overkappingen op het voorerfgebied naast de zijgevellijn worden gebouwd, met dien verstande dat:
- a. 50% van het voorerfgebied dat naast de zijgevellijn ligt onbebouwd dient te blijven;
- b. de gebouwen en overkappingen binnen een zone van 3 meter van het oorspronkelijke hoofdgebouw worden gesitueerd;
- c. binnen een zone van 3 m vanaf het hoofdgebouw de hoogte niet meer bedraagt dan 30 cm boven de hoogte van de begane grondverdieping van het hoofdgebouw met een maximum van 4 m;
- d. de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens ten minste 1 m bedraagt;
- e. de afstand tot de voorgevellijn ten minste 1,5 m bedraagt;
- f. de breedte van gebouwen en overkappingen niet meer bedraagt dan 3 m.
9.3 Erfbebouwingsmogelijkheden voorerfgebied voor de voorgevellijn
Op ieder perceel met een woning mogen gebouwen op het voorerfgebied voor de voorgevellijn worden gebouwd, met dien verstande dat:
- a. vrijstaande bouwwerken niet zijn toegestaan;
- b. de breedte van gebouwen niet meer bedraagt dan 2/3 van de voorgevel tot een maximum van 4 m;
- c. de afstand tot de voorste perceelsgrens ten minste 2 m bedraagt;
- d. de diepte van gebouwen niet meer bedraagt dan 1,4 m;
- e. binnen één bouwvlak en/of bij een identieke woning in een vergelijkbare situatie voor een vergelijkbare bouwwerk een omgevingsvergunning is verleend (trendsetter) en de bouw om ruimtelijke reden aanvaardbaar is.
9.4 Kappen
Burgemeester en wethouders kunnen van het bepaalde in lid 9.1 en 9.2 afwijken ten behoeve van een kap op een bouwwerk, met dien verstande dat:
- a. de hoogte van vrijstaande bouwwerken (inclusief kap) niet meer bedraagt dan 6 m;
- b. de hoogte van niet-vrijstaande bouwwerken (inclusief kap) niet meer bedraagt dan 7 m;
- c. binnen één bouwvlak en/of bij een identieke woning in een vergelijkbare situatie voor een vergelijkbare bouwwerk een omgevingsvergunning is verleend (trendsetter) en de bouw om ruimtelijke reden aanvaardbaar is;
- d. de lichttoetreding en privacy op buurpercelen niet onevenredig worden aangetast.
9.5 Dakkappelen
Op ieder perceel met een bestaande woning mogen dakkappelen worden gebouwd.
9.6 Luifels
Op ieder perceel met een bestaande woning mogen luifels worden gebouwd, met dien verstande dat:
- a. de luifel boven de voordeur wordt aangebracht;
- b. de breedte van de luifel niet meer bedraagt dan 2 m;
- c. de diepte van de luifel niet meer bedraagt dan 1 m;
- d. in afwijking van het bepaalde onder c geldt dat bij aanwezigheid van een bouwwerk als bedoeld in lid 9.3 de diepte van de luifel niet meer bedraagt dan de diepte van dat bouwwerk;
- e. de bovenkant van de luifel niet meer dan 0,5 m boven de voordeur uitkomt;
9.7 Erfafscheiding
Op ieder perceel met een bestaande woning mogen erfafscheidingen worden geplaatst, met dien verstande dat:
- a. in het achtererfgebied en in het voorerfgebied naast de zijgevellijn de hoogte niet meer bedraagt dan 2 m;
- b. in het voorerfgebied voor de voorgevellijn de hoogte niet meer bedraagt dan 1 m.
9.8 Zwembaden, jacuzzi's en vijvers
Op ieder perceel met een bestaande woning mogen zwembaden, jacuzzi's en vijvers worden geplaatst, met dien verstande dat:
- a. in het voorerfgebied geen zwembaden en jacuzzi's zijn toegestaan;
- b. in het achtererfgebied zwembaden, jacuzzi's en vijvers zijn toegestaan, mits:
- 1. geen overkapping wordt aangebracht;
- 2. de hoogte niet meer bedraagt dan 1 m;
- c. zwembaden, jacuzzi's en vijvers niet meegeteld worden bij het maximale bebouwingspercentage.
9.9 Vlaggenmasten en palen
Op ieder perceel met een bestaande woning mogen vlaggenmasten en palen worden gebouwd, met dien verstande dat:
- a. de hoogte niet meer bedraagt dan 6 m;
- b. per woning maximaal 1 paal of vlaggenmast wordt geplaatst.
9.10 Overige bouwwerken
Op ieder perceel met een bestaande woning mogen overige bouwwerken worden gebouwd, met dien verstande dat:
- a. voor de voorgevellijn de hoogte niet meer bedraagt dan 1 m;
- b. achter de voorgevellijn de hoogte niet meer bedraagt dan 2 m.
9.11 Erfbebouwing voor niet-woonbestemmingen
9.12 Ondergronds bouwen
9.13 Voorwaardelijke verplichting parkeren
- a. Bij het bouwen en het wijzigen van het bestaande gebruik zoals toegestaan op grond van de bestemmingen genoemd in hoofdstuk '2' dient voorzien te worden in voldoende parkeergelegenheid overeenkomstig de 'Nota Parkeernormen' van de gemeente Woerden, die 2 september 2014 door het college is vastgesteld, of de rechtsopvolger daarvan.
- b. Van het bepaalde onder a. kan worden afgeweken, indien kan worden aangetoond dat op andere wijze is voorzien in voldoende parkeergelegenheid.
- c. in aanvulling op het vorengaande geldt dat ter plaatse van de bestemming 'Wonen - 1' tenminste één parkeerplaats - als onderdeel van de voor het betreffende wonintype geldende parkeernorm - op eigen terrein dient te worden aangelegd en in stand te worden gehouden;
- d. in aanvulling op het vorengaande geldt dat ter plaatse van de bestemming 'Wonen - 2' tenminste twee parkeerplaatsen - als onderdeel van de voor het betreffende woningtype geldende parkeernorm - op eigen terrein dienen te worden aangelegd en in stand te worden gehouden; deze dienen achter de voorgevel(rooi)lijn te worden gesitueerd.
Artikel 10 Algemene Gebruiksregels
10.1 Strijdig gebruik
- a. Het is verboden de in dit plan begrepen gronden en de daarop voorkomende bouwwerken te doen of laten gebruiken voor een doel of op een wijze strijdig met het in dit plan bepaalde.
- b. Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan het gebruik of het laten gebruiken van gebouwen en/of onbebouwde gronden als:
- 1. seksinrichting en raam- en straatprostitutie;
- 2. opslagplaats voor vaten en kisten en containers, als dan niet voor gebruik geschikte werktuigen en machines of onderdelen daarvan, oude en nieuwe (bouw)materialen, afval, puin, grind of brandstoffen, grond- en baggerspecie, anders dan voor normaal gebruik van de gronden;
- 3. uitstallings-, opslag-, stand- of ligplaats voor kampeer- en verblijfsmiddelen;
- 4. buitenopslag met uitzondering van terrassen en bijbehorende voorzieningen.
10.2 Toegestaan gebruik
Onder strijdig gebruik als bedoeld in lid 10.1, is niet begrepen vormen van gebruik als bedoeld in lid 10.1 onder b, die verenigbaar zijn met het doel waarvoor de grond ingevolge de bestemming, de doeleindenomschrijving en de overige regels mag worden gebruikt;
Artikel 11 Algemene Afwijkingsregels
Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het bepaalde in deze regels ten behoeve van:
- a. de bouw van niet voor bewoning bestemde gebouwen ten dienste van het openbaar nut, waarbij de inhoud ten hoogste 75 m³ en de goothoogte ten hoogste 3 m mag bedragen, gasdrukregel- en gasdrukmeetstations uitgezonderd;
- b. het in geringe mate afwijken ten aanzien van bouwgrenzen, hoogtescheidingslijnen en overige aanduidingen in het horizontale vlak, indien bij definitieve uitmeting of verkaveling blijkt dat deze afwijking in het belang van een juiste verwezenlijking van het plan redelijk, gewenst of noodzakelijk is en de afwijking ten opzichte van hetgeen is aangegeven niet meer bedraagt dan 3 m;
- c. het afwijken van de voorgeschreven maatvoering van bouwwerken (waaronder goothoogte, hoogte, grondoppervlakte, onderlinge afstand, afstand tot perceelsgrenzen), eventueel met een overschrijding van de bouwgrens, mits deze afwijkingen niet meer bedragen dan 10% van de in het plan voorgeschreven maten en dit bouwtechnisch noodzakelijk wordt geacht in verband met de uitoefening van het in het plan toegestane gebruik;
- d. de bouw van andere bouwwerken zoals een vlaggenmast, een kunstwerk, antennes en dergelijke tot een hoogte van 15 m.
Artikel 12 Algemene Wijzigingsregels
12.1 Algemeen
Burgemeester en wethouders zijn, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, bevoegd het plan te wijzigen, indien de wijziging betrekking heeft op:
- a. het oprichten van gebouwen ten dienste van (openbare) nutsvoorzieningen met een inhoud van ten hoogste 150 m3 en een goothoogte van ten hoogste 3 m, dit voor zover deze op grond van het artikel 11 niet kunnen worden gebouwd;
- b. een enigszins andere situering en/of begrenzing van bouwpercelen, dan wel bestemmingsgrenzen, bouwgrenzen en bouwvlakken en/of aanduidingen, indien bij de uitvoering van het plan mocht blijken dat verschuivingen nodig zijn ter uitvoering van een bouwplan, op voorwaarde, dat de oppervlakte van het betreffende bouwperceel, bestemmingsvlak dan wel bouwvlak met niet meer dan 10% zal worden gewijzigd.
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 13 Overgangsrecht
13.1 Overgangsrecht bouwwerken
13.2 Overgangsrecht gebruik
Artikel 14 Slotregel
Dit bestemmingsplan kan worden aangehaald onder de titel uitwerkingsplan "Kamerik Noord-Oost 2 - Knotwilgenlaan Zuid-Oost" van de gemeente Woerden.
Bijlagen Bij Regels
Bijlage 1 Staat Van Bedrijfsactiviteiten
Bijlage 1 Quickscan Flora En Fauna, Natuur-wetenschappelijk Centrum (Nwc), November 2019
Bijlage 1 Quickscan flora en fauna, Natuur-Wetenschappelijk Centrum (NWC), november 2019
Bijlage 2 Stikstofdepositie-onderzoek, Kuipercompagnons, 2 Januari 2020
Bijlage 2 Stikstofdepositie-onderzoek, KuiperCompagnons, 2 januari 2020
Bijlage 3 Notitie Cpo De Wilgenhof Kamerik, Van Den Hout & Kolen Architecten, 8 Januari 2020
Bijlage 3 Notitie CPO De Wilgenhof Kamerik, van den Hout & Kolen architecten, 8 januari 2020
Bijlage 4 Staat Van Wijzigingen, Gemeente Woerden, April 2020
Bijlage 4 Staat van Wijzigingen, gemeente Woerden, april 2020