KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
Artikel 2 Wijze Van Meten
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Bedrijventerrein
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 4 Anti-dubbeltelregel
Artikel 5 Algemene Afwijkingsregels
Artikel 6 Algemene Procedureregels
Artikel 7 Overige Regels
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 8 Overgangsrecht Bouwwerken
Artikel 9 Overgangsrecht Gebruik
Artikel 10 Slotregel
Hoofdstuk 1 Inleiding
1.1 Ligging En Begrenzing Plangebied
1.2 Aanleiding Planherziening
1.3 Huidige Juridische Planregelingen
Hoofdstuk 2 Beleidskaders
2.1 Rijksbeleid
2.2 Provinciaal Beleid
2.3 Regionaal Beleid
2.4 Gemeentelijk Beleid
Hoofdstuk 3 Bestaande Situatie
Hoofdstuk 4 Beschrijving Plan
4.1 Ruimtelijk-functionele Uitgangspunten Voor Het Plangebied
Hoofdstuk 5 Milieu En Leefkwaliteit
5.1 Strategische Milieu-beoordeling
5.2 Geluidhinder
5.3 Bodemkwaliteit
5.4 Luchtkwaliteit
5.5 Water
5.6 Bedrijven En Milieuzonering
5.7 Externe Veiligheid
5.8 Natuurwaarden
Hoofdstuk 6 Juridische Vormgeving
6.1 Inleidende Regels
6.2 Bestemmingsregels
6.3 Algemene Regels
6.4 Overgangs- En Slotregels
Hoofdstuk 7 Uitvoerbaarheid
7.1 Financiële Uitvoerbaarheid
7.2 Maatschappelijke Uitvoerbaarheid
Hoofdstuk 8 Handhaving
Bijlagen
Bijlage 1 Nota Zienswijzen
Bijlage 2 Nota Van Aanvulling
Bijlage 3 Nota Van Aanpassingen
Bijlage 1 Lijst Van Bedrijfsactiviteiten Bestemmingsplan Edisonstraat 104

1e herziening Kwadrant/van Tuyll sportpark/Brinkhage/Lansinghage (Edisonstraat 104)

Bestemmingsplan - Gemeente Zoetermeer

Vastgesteld op 11-09-2017 - geheel onherroepelijk in werking

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan

1e Partiele herziening bestemmingsplan Kwadrant/ Van Tuyll sportpark/ Brinkhage/ Lansinghage (Edisonstraat 104) met identificatienummer NL.IMRO.0637.BP00062.0002 van de gemeente Zoetermeer.

1.2 aanbouw

een gebouw(deel) dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat, welk gebouw(deel) onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.

1.3 aanduiding

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.

1.4 afhaalcentrum

het bedrijfsmatig leveren van goederen aan personen die deze goederen aanwenden voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit, zonder uitstalling ten verkoop.

1.5 ambachtelijk bedrijf

een bedrijf waarin, geheel of overwegend, door middel van handwerk goederen worden vervaardigd, bewerkt, hersteld en/of geïnstalleerd, waaronder mede worden begrepen het verkopen en/of leveren, als ondergeschikte activiteit, van goederen die verband houden met het ambacht, zoals een fietsenmaker, kledingreparatiebedrijf, lijstenmakerij, naai-atelier, sleutelmakerij, schoenreparatiebedrijf en klompenmakerij.

1.6 antenne-installatie

installatie bestaande uit een antenne, een antennedrager, de bedrading en de al dan niet in een of meer techniekkasten opgenomen apparatuur, met de daarbij behorende bevestigingsconstructie.

1.7 antennedrager

een antennemast of andere constructie, bedoeld voor de bevestiging van een antenne.

1.8 atelier

werkplaats van een kunstenaar, ontwerper en dergelijke.

1.9 bebouwing

één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.

1.10 bebouwingspercentage

een percentage, dat de grootte van het deel van een bestemmingsvlak, bouwvlak respectievelijk (gedeelte van een) bouwperceel aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd.

1.11 bedrijf

onderneming waarbij het accent ligt op het vervaardigen, bewerken, installeren, verhandelen en opslag van goederen, waarbij eventueel detailhandel uitsluitend plaatsvindt als niet zelfstandig en ondergeschikt onderdeel van de onderneming in de vorm van verkoop en/of levering van ter plaatse vervaardigde, bewerkte of herstelde goederen, dan wel goederen die in rechtstreeks verband staan met de uitgeoefende handelingen.

1.12 bedrijfsgebonden detailhandel

detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, gerepareerd en/of toegepast in het bedrijfsproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de bedrijfsfunctie.

1.13 bedrijfsgebouw

een gebouw, dat dient voor de uitoefening van een bedrijf.

1.14 bedrijfsvloeroppervlakte (bvo)

de totale (bruto) vloeroppervlakte van de ruimten die worden gebruikt voor een (aan huis verbonden) beroep of bedrijf, winkel of dienstverlenende instelling, inclusief opslag- en administratieruimten, kantine, toiletruimten, lift- en trappenhuizen en dergelijke.

1.15 begane grond

bouwlaag, waarvan de vloer op gelijke of bij benadering gelijke hoogte ligt als peil.

1.16 beperkt kwetsbaar object

  1. a. verspreid liggende woningen, woonwagens en woonschepen van derden met een dichtheid van maximaal twee woningen, woonwagens of woonschepen per hectare, en dienst- en bedrijfswoningen van derden;
  2. b. kantoorgebouwen, hotels, restaurants, winkels en bedrijfsgebouwen, voorzover zij niet onder de definitie van kwetsbaar object, onder c, vallen;
  3. c. sporthallen, sportterreinen, zwembaden en speeltuinen;
  4. d. kampeerterreinen en andere terreinen bestemd voor recreatieve doeleinden, voorzover zij niet onder de definitie van kwetsbaar object, onder d, vallen;
  5. e. objecten die met de onder a tot en met c genoemde functies gelijkgesteld kunnen worden uit hoofde van de gemiddelde tijd per dag gedurende welke personen daar verblijven, het aantal personen dat daarin doorgaans aanwezig is en de mogelijkheden voor zelfredzaamheid bij een ongeval, voor zover die objecten geen kwetsbare objecten zijn;
  6. f. objecten met een hoge infrastructurele waarde, zoals een telefoon- of elektriciteitscentrale of een gebouw met vluchtleidingsapparatuur, voor zover die objecten wegens de aard van de gevaarlijke stoffen die bij een ongeval kunnen vrijkomen, bescherming verdienen tegen de gevolgen van dat ongeval.

1.17 bestaand

bestaand op het tijdstip van inwerkingtreding van de desbetreffende regel.

1.18 bestemmingsgrens

de grens van een bestemmingsvlak.

1.19 bestemmingsplan

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.

1.20 bestemmingsvlak

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.

1.21 bijbehorend bouwwerk

uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd en met de aarde verbonden bouwwerk met een dak.

1.22 bijgebouw

een op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.

1.23 bouwen

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.

1.24 bouwgrens

de grens van een bouwvlak.

1.25 bouwperceel

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.

1.26 bouwperceelgrens

een grens van een bouwperceel.

1.27 bouwvlak

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.

1.28 bouwwerk

een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.

1.29 cateringsbedrijf

een bedrijf waar voedsel en/of dranken worden bereid, die door of vanuit het bedrijf naar de eindgebruiker worden gebracht.

1.30 consumentenvuurwerk

vuurwerk dat is bestemd voor particulier gebruik.

1.31 detailhandel

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen, verhuren en/of leveren van goederen aan personen die deze goederen aanwenden voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.

1.32 dienstverlening

het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen, zoals reisbureaus, kapsalons, banken, belwinkels en internetcafés, zulks met uitzondering van horeca.

1.33 erf

een al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, en, voor zover een bestemmingsplan of een beheersverordening van toepassing is, deze die inrichting niet verbieden.

1.34 erfbebouwing

functioneel met een gebouw verbonden daar al dan niet tegen aangebouwd en door de ligging, constructie en afmetingen daaraan ondergeschikt, op de grond staande gebouwen of andere overdekte bouwwerken zoals een aanbouw, uitbouw, bijgebouw en overkapping.

1.35 fte

fulltime equivalent: de rekeneenheid waarmee de omvang van een functie of personeelssterkte wordt uitgedrukt. Een fte is een volledige werkweek.

1.36 gebouw

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

1.37 geometrische plaatsbepaling

locatie van een ruimtelijk object, vastgelegd in een ruimtelijk referentiesysteem.

1.38 groothandel

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan wederverkopers, dan wel aan instellingen of personen ter aanwending in een andere bedrijfs- of beroepsactiviteit.

1.39 hoofdgebouw

een of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.

1.40 horeca

de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was logies wordt verstrekt of dranken worden geschonken of rookwaren of spijzen voor directe consumptie worden bereid of verstrekt. De verschillende vormen van horeca, die vallen onder dit bestemmingsplan zijn beschreven in de .

1.41 hoveniersbedrijf

een bedrijf, geen tuincentrum zijnde, dat is gericht op de aanleg en onderhoud van tuinen, parken en andere groenvoorzieningen.

1.42 kampeermiddel

  1. a. een tent, tentwagen, kampeerauto of caravan;
  2. b. enig ander onderkomen of enig ander voertuig of gewezen voertuig of gedeelte daarvan, voor zover geen bouwwerk zijnde waarvoor een bouwvergunning of omgevingsvergunning is vereist, een en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen of gewezen voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf.

1.43 kantine

een ondergeschikte vorm van niet-zelfstandige horeca ten dienste van de sportbeoefenaars en eventuele toeschouwers.

1.44 kantoor

een ruimte die door haar indeling en inrichting is bestemd om uitsluitend te worden gebruikt voor administratieve en daarmee gelijk te stellen werkzaamheden met geen of slechts een ondergeschikte baliefunctie. Ondergeschikte cursusvoorzieningen en congres- en vergaderaccommodaties behoren hier ook toe.

1.45 kunstwerk

een bouwwerk geen gebouw zijnde ten behoeve van civieltechnische en/of infrastructurele doeleinden, zoals een brug, dam, duiker, tunnel, sluis, via- of aquaduct, voorziening ter voorkoming of beperking van vervuiling van de waterhuishouding, dan wel een daarmee gelijk te stellen voorziening.

1.46 kwetsbaar object

  1. a. woningen, woonwagens en woonschepen, niet zijnde woningen, woonwagens en woonschepen als bedoeld bij de definitie voor beperkt kwetsbaar object, onder a;
  2. b. gebouwen bestemd voor het verblijf, al dan niet gedurende een gedeelte van de dag, van minderjarigen, ouderen, zieken of gehandicapten, zoals:
    1. 1. ziekenhuizen, bejaardenhuizen en verpleeghuizen;
    2. 2. scholen;
    3. 3. gebouwen of gedeelten daarvan, bestemd voor dagopvang van minderjarigen;
  3. c. gebouwen waarin doorgaans grote aantallen personen gedurende een groot gedeelte van de dag aanwezig zijn, waartoe in ieder geval behoren:
    1. 1. kantoorgebouwen en hotels met een bruto vloeroppervlak van meer dan 1.500 m2 per object;
    2. 2. complexen waarin meer dan 5 winkels zijn gevestigd en waarvan het gezamenlijk bruto vloeroppervlak meer dan 1.000 m2 bedraagt en winkels met een totaal bruto vloeroppervlak van meer dan 2.000 m2 per winkel, voor zover in die complexen of in die winkels een supermarkt, hypermarkt of warenhuis is gevestigd;
  4. d. kampeer- en andere recreatieterreinen bestemd voor het verblijf van meer dan 50 personen gedurende meerdere aaneengesloten dagen.

1.47 nutsvoorziening

voorziening voor elektriciteit, gas, water, energie, telecommunicatie, (gescheiden) inzameling van (huishoudelijke) afvalstoffen, opslag en transport van afvalwater, openbare veiligheid, volksgezondheid en een daarmee gelijk te stellen voorziening van algemeen nut.

1.48 ontsluitingsweg

een weg, pad of doorgang die toegang verschaft tot een perceel.

1.49 operators / providers

aanbieders van een mobiel netwerk.

1.50 overig bouwwerk

een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.

1.51 pand

de kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is.

1.52 parkeerplaats op eigen terrein

een gebouwde of ongebouwde voorziening op eigen terrein met een minimale lengte van 6 m en een minimale breedte van 2,5 m, geschikt en toegankelijk voor het stallen van een auto.

1.53 peil

  1. a. voor een gebouw op een perceel, waarvan de hoofdtoegang tot het perceel onmiddellijk grenst aan een weg, langzaam verkeersroute of voetpad:
    de hoogte van die weg, langzaam verkeersroute of voetpad ter plaatse van de hoofdtoegang;
  2. b. voor een bouwwerk dat in of op het water wordt gebouwd:
    het gemiddeld waterpeil ter plaatse van het bouwwerk;
  3. c. in overige gevallen:
    de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte terrein ter plaatse.

1.54 perifere detailhandel

Volumineuze of brand- en explosiegevaarlijke detailhandel in vuurwerk, auto's, boten, caravans, machines, keukens en sanitair, bouwmaterialen, tuincentra, bouwmarkten en meubelbedrijven met in ondergeschikte mate woninginrichtingartikelen, vloerbedekking, parket, zonwering en tenten. De vestiging van grootschalige detailhandel in de vorm van een supermarkt is uitgesloten.

1.55 prostitutie

het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.

1.56 risicovolle inrichting

1. een inrichting bij welke ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen een grenswaarde, richtwaarde voor het risico c.q. een risico-afstand moet worden aangehouden bij het in het bestemmingsplan toelaten van kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten;

2. een Amvb-inrichting waarvoor krachtens artikel 8.40 van de Wet Milieubeheer regels gelden met betrekking tot minimaal aan te houden afstanden bij de opslag en/ of het gebruik van gevaarlijke stoffen.

1.57 roaming

het gebruik maken van (delen van het) mobiele netwerk van andere operators / providers.

1.58 seksinrichting

de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden.

Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub of een prostitutiebedrijf waaronder tevens begrepen een erotische-massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar.

1.59 site sharing

het gezamenlijk door twee of meer operators / providers gebruik maken van een antenne-installatie.

1.60 tuincentrum

een detailhandelsbedrijf waar boomkwekerijproducten, planten, bloembollen, bloemen en kamerplanten en attributen voor de verfraaiing en het onderhoud van tuinen en de daarbij nodige hulpmaterialen en tuinmeubilair te koop worden aangeboden.

1.61 uitbouw

een gebouw(deel) dat als vergroting van een bestaande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw en dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.

1.62 volumineuze detailhandel

  1. a. detailhandel in auto's, boten, caravans, motoren, scooters, bromfietsen en onderdelen daarvan;
  2. b. detailhandel in volumineuze artikelen met een special interest karakter niet zijnde woninginrichting, waaronder de verkoop van gedenkstenen, tenten en fitnessapparatuur;
  3. c. detailhandel door leveranciers en installateurs van volumineuze artikelen, zoals zonwering en sanitair.

1.63 voorgevelrooilijn

de evenwijdig aan de as van de weg gelegen lijn, die, zoveel mogelijk aansluit bij de ligging van de voorgevels van de bestaande bebouwing langs die weg. Een hoekwoning heeft slechts 1 voorgevelrooilijn.

1.64 winkel

een gebouw, dat een ruimte omvat, die door zijn indeling kennelijk bedoeld is te worden gebruikt voor de detailhandel.

1.65 winkelvloeroppervlak (wvo)

het vloeroppervlak in vierkante meters wat in gebruik is voor de directe verkoop van goederen. Dus exclusief administratieruimte, kantines, toiletten, magazijnruimte, ruimte voor ontvangst van goederen, verwerkingsruimte en dergelijke.

Artikel 2 Wijze Van Meten

Bij toepassing van deze regels worden de maten van bouwwerken als volgt gemeten:

2.1 bouwhoogte

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.

2.2 dakhelling

langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.

2.3 goothoogte

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.

2.4 hoogte van een windturbine

vanaf het peil tot aan de as van de windturbine.

2.5 inhoud

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.

2.6 oppervlakte

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.

2.7 vloeroppervlakte

binnenwerks, op de vloer van de ruimten die worden of kunnen worden aangemerkt als bedrijfsvloeroppervlakte (bvo).

2.8 ondergeschikte bouwdelen

Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouwgrenzen, c.q. bestemmingsgrenzen niet meer dan 1 meter bedraagt.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Bedrijventerrein

3.1 Bestemmingsomschrijving

3.2 Bouwregels

3.3 Afwijken van de bouwregels

3.4 Specifieke gebruiksregels

3.5 Afwijken van de gebruiksregels

Hoofdstuk 3 Algemene Regels

Artikel 4 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 5 Algemene Afwijkingsregels

5.1 Algemeen

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van de regels van dit bestemmingsplan voor:

  1. a. afwijkingen van maten (waaronder percentages) met ten hoogste 10 %;
  2. b. het bouwen van luifels, erkers, balkons, bordessen, pergola's en andere ondergeschikte bouwdelen, mits deze het bouwvlak of bestemmingsvlak met niet meer dan 2 m overschrijden;
  3. c. het bouwen van technische ruimten, lift- en/of trappenhuizen mits:
    1. 1. de oppervlakte van de overschrijding, per technische ruimte, lift- en trappenhuis, niet meer bedraagt dan 20 m²;
    2. 2. de bouwhoogte van een technische ruimte, lift- of trappenhuis niet meer bedraagt dan 3 m boven de, voor het desbetreffende bouwvlak geldende, maximale bouwhoogte;
  4. d. het bouwen van nutsvoorzieningen met een bouwhoogte van maximaal 5 m en een oppervlakte van maximaal 60 m2

5.2 Voorzieningen voor telecommunicatie

5.3 Voorwaarden omgevingsvergunning

Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 5.1 en 5.2 kan alleen worden verleend, indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  1. a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  2. b. de verkeersveiligheid;
  3. c. de sociale veiligheid;
  4. d. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.

Artikel 6 Algemene Procedureregels

Op de voorbereiding van een besluit tot het toepassen van de wijzigingsbevoegdheid als bedoeld in artikel 6.3 is afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.

Artikel 7 Overige Regels

7.1 Aanvullende werking bouwverordening

De regels van stedenbouwkundige aard en de bereikbaarheidseisen van paragraaf 2.5 van de bouwverordening zijn uitsluitend van toepassing voor zover het betreft:

  1. a. bereikbaarheid van bouwwerken voor wegverkeer, brandblusvoorzieningen;
  2. b. brandweeringang;
  3. c. bereikbaarheid van gebouwen voor gehandicapten;
  4. d. de ruimte tussen bouwwerken.

7.2 Voorwaardelijke verplichting parkeren

  1. a. een omgevingsvergunning, als bedoeld in artikel 2.1 Wet algemene bepalingen omgevingsvergunning, kan alleen worden verleend indien op eigen terrein in voldoende parkeergelegenheid wordt voorzien, conform de normering zoals opgenomen in de 'Nota Parkeernormen en uitvoeringsregels' (2012);
  2. b. het bevoegd gezag kan afwijken van het gestelde in sub a indien de parkeerbehoefte kan worden opgevangen door buiten het eigen terrein aanwezige of aan te leggen parkeergelegenheden. De aan te leggen parkeergelegenheden dienen binnen 1 jaar na gereedkomen van de ontwikkeling te zijn aangelegd.

Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels

Artikel 8 Overgangsrecht Bouwwerken

  1. 1. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het bestemmingsplan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
    1. a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    2. b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
  2. 2. Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10 %.
  3. 3. Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

Artikel 9 Overgangsrecht Gebruik

  1. 1. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  2. 2. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat bestemmingsplan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  3. 3. Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  4. 4. Het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 10 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het bestemmingsplan 1e herziening Kwadrant/van Tuyll sportpark/Brinkhage/Lansinghage (Edisonstraat 104).

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Ligging En Begrenzing Plangebied

Het plangebied heeft betrekking op het perceel Edisonstraat 104 te Zoetermeer.

afbeelding "i_NL.IMRO.0637.BP00062-0031_0001.jpg"

Begrenzing plangebied

afbeelding "i_NL.IMRO.0637.BP00062-0031_0002.jpg"

Ligging in Zoetermeer

1.2 Aanleiding Planherziening

Het perceel Edisonstraat 104 heeft in het bestemmingsplan Kwadrant/van Tuyll sportpark/Brinkhage/Lansinghage (2013) de bestemming "Bedrijventerrein" met een functieaanduiding 'detailhandel'. De functieaanduiding 'detailhandel' berust echter op een abuis en is niet in overeenstemming met de in 2005 verleende vrijstelling voor volumineuze detailhandel uitsluitend in automobielen. Omdat de functieaanduiding 'detailhandel' in het bestemmingsplan Kwadrant enz. (2013) op een abuis berust én strijdig is met het provinciale, regionale en gemeentelijke detailhandelsbeleid wordt in deze 1e herziening van het bestemmingsplan Kwadrant enz. dit abuis ongedaan gemaakt. Hiertoe is in dit bestemmingsplan de functieaanduiding 'detailhandel' geschrapt en vervangen door de functieaanduiding 'detailhandel perifeer in volumineuze goederen'' (van automobielen). De beperking tot verkoop van automobielen is bij de vaststelling van het bestemmingplan ambtshalve verwijderd. Hiermee wordt voorkomen dat ongewenste vormen van detailhandel (waar onder reguliere detailhandel) zich ter plaatse mag vestigen.

1.3 Huidige Juridische Planregelingen

Voor het plangebied geldt op dit moment het bestemmingsplan Kwadrant, Van Tuyll sportpark, Brinkhage, Lansinghage, vastgesteld door de gemeenteraad van Zoetermeer op 24 juni 2013 met nummer: NL.IMRO.0637.BP00027-0004. Het is te vinden op www.ruimtelijkeplannen.nl.

Nr. bestemmingsplan vaststelling Raad
NL.IMRO.0637.BP00027-0004 http://www.ruimtelijkeplannen.nl/web-roo/?planidn=NL.IMRO.0637.BP00027-0004 24 juni 2013

De 1e partiele herziening bestaat uit een plankaart (verbeelding) en regels enkel voor het perceel Edisonstraat 104. Voor de planologische motivering van deze postzegelplanherziening kan worden volstaan met de toelichting van het geldende bestemmingsplan.

Door middel van deze planherziening voor het perceel Edisconstraat 104 worden de regels van de bestemming 'Bedrijventerrein' (artikel 3) zodanig gewijzigd dat op het perceel Edisonstraat 104 middels een functieaanduiding tevens volumineuze detailhandel (waaronder automobielen) wordt toegestaan.

Alle overige regels en de plankaart (verbeelding) van het bestemmingsplan worden voor zover van toepassing ongewijzigd overgenomen uit het geldende bestemmingsplan.

Hoofdstuk 2 Beleidskaders

In het bestemmingsplan 'Kwadrant enz.' is reeds een uitgebreide toetsing van het plan aan de relevante beleid, wet- en regelgeving opgenomen. In het bestemmingsplan is geconcludeerd dat het plan in lijn is met het beleid en de regels van het Rijk, de provincie Zuid-Holland, de stadsregio Haaglanden en de gemeente Zoetermeer. Zoals in paragraaf 1.2 is aangegeven is dit niet juist voor wat betreft de aanduiding detailhandel op de het perceel Edisonstraat 104.

In dit hoofdstuk zijn de, na vaststelling van het bestemmingsplan van kracht geworden, beleid, wet- en regelgeving behandeld. Daarnaast is getoetst of de partiële herziening leidt tot andere conclusies dan de conclusies zoals opgenomen in het bestemmingsplan Kwadrant enz.

2.1 Rijksbeleid

In het bestemmingsplan 'Kwadrant'enz is het plan reeds getoetst aan de relevante beleid, wet- en regelgeving van het Rijk. In het bestemmingsplan is geconcludeerd dat het plan voor het grootste deel bestaat uit een actualisatie van bestaande planologische regelingen. En geen wijzigingen in het gebied plaatsvinden die de rijksbelangen beïnvloeden. Het plan is daarmee in lijn met de doelstellingen van de Structuurvisie Infrastructuur en Milieu (SVIR) en voldoet aan de (motiverings)vereisten en randvoorwaarden van het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro). Na vaststelling van het bestemmingsplan is geen, voor deze partiële herziening relevante, nieuw beleid, wet- en/of regelgeving van het Rijk kracht geworden.

Partiële herziening in lijn met Rijksbeleid
In de voorliggende partiële herziening van het bestemmingsplan wordt perifere detailhandel in volumineuze goederen, waaronder automobielen, toegestaan. Deze wijziging van het plan past binnen de doelstellingen van de SVIR en de vereisten en randvoorwaarden van het Barro.

2.2 Provinciaal Beleid

2.2.1 Visie Ruimte en Mobiliteit (2014)

Met de visie Visie ruimte en mobiliteit (VRM), vastgesteld op 9 juli 2014, wil de provincie Zuid-Holland op (boven)regionaal niveau sturing geven aan de ruimtelijke ordening en maatregelen op het gebied van verkeer en vervoer.

Hoofddoel van de VRM is het scheppen van voorwaarden voor een economisch krachtige regio. Daarmee doelt de provincie Zuid-Holland op een regio die ruimte biedt om te ondernemen, waar het mobiliteitsnetwerk op orde is en over een aantrekkelijke leefomgeving beschikt. Om deze voorwaarden te scheppen, wil de provincie:

  • Ruimte bieden aan ontwikkelingen;
  • Aansluiten bij de maatschappelijke vraag naar woningen, bedrijfsterreinen, kantoren, winkels en mobiliteit;
  • Allianties aangaan met maatschappelijke partners;
  • Minder toetsen op regels en meer sturen op doelen.

Sturing aan de hand van vier 'rode draden'|
In de VRM worden vier 'rode draden' gehanteerd. Deze rode draden geven richting aan de gewenste ontwikkeling en het handelen van de provincie:

  • Beter benutten en opwaarderen;
  • Vergroten agglomeratiekracht;
  • Verbeteren ruimtelijke kwaliteit;
  • Bevorderen transitie naar water- en energie-efficiënte samenleving.

Beter benutten en opwaarderen
De provincie wil de groei van de bevolking, de mobiliteit en de economische activiteit vooral in de bestaande netwerken en bebouwde gebieden opvangen. Steden bieden nog volop kansen om te bouwen en te verbouwen, daardoor kan het landelijk gebied open blijven. Daarnaast wil de provincie op deze wijze het overschot aan kantoren terugdringen en het tekort aan woningen voor bepaalde segmenten kleiner maken.

Vergroten agglomeratiekracht
De provincie wil door concentratie en specialisatie van locaties die onderling goed verbonden zijn te vergroten, de positie van regionale kennis- en bedrijvencentra op het Europese en wereldtoneel versterken.

Daarnaast vormt detailhandel volgens de VRM een belangrijke drager voor levendige centra. De provincie wil winkels zoveel mogelijk concentreren in bestaande winkelgebieden om leegstand in de binnenstad te voorkomen. Buiten de centra van steden, dorpen en wijken wordt alleen ruimte geboden aan enkele specifieke branches die vanwege aard of omvang van de goederen niet goed inpasbaar zijn in de centra zelf. Dit zijn de perifere branches die in het Programma ruimte nader worden omschreven.

Verbeteren ruimtelijke kwaliteit
De provincie stelt de versterking van de diverse ruimtelijke kwaliteiten centraal. Per nieuwe ontwikkeling zal voortaan eerst worden bekeken of het nodig is om het buiten bestaand stads – en dorpsgebied te realiseren. Nieuwe ontwikkelingen buiten bestaand stads- en dorpsgebied dienen bij te dragen aan het behoud of verbetering van de ruimtelijke kwaliteit.

Programma ruimte
Het programma ruimte beschrijft de operationele doelen die voort komen uit de VRM en de realisatiemix om deze doelen te (doen) bereiken. Ook wordt ingegaan op de rolverdeling en afspraken tussen gemeenten, regio's en provincie. De realisatiemix uit het programma ruimte bestaat uit juridische, financiële en bestuurlijke instrumenten en nader uit te werken beleid. In de praktijk worden deze vrijwel altijd gecombineerd ingezet.

Partiële herziening in lijn met Visie Ruimte en Mobiliteit
In de voorliggende partiële herziening van het bestemmingsplan wordt perifere detailhandel in volumineuze goederen, waaronder automobielen, toegestaan. Het betreft hier een vorm van detailhandel die vanwege de aard en omvang van de goederen niet goed inpasbaar is in de bestaande centra binnen Zoetermeer. Het is tevens in lijn met de in 2005 verleende vrijstelling (is bestaand recht) en vervangt de mogelijkheid voor andere vormen van detailhandel die in het bestemmingsplan Kwadrant enz abusievelijk op het perceel Edisonstraat 104 zijn toegestaan.

Met de voorliggende partiële herziening is het bestemmingsplan in lijn gebracht met de doelstellingen van de VRM.

2.2.2 Verordening Ruimte (2014)

In de Verordening ruimte 2014 zijn, voor onderwerpen uit de VRM met een zwaarwegend provinciaal belang, regels opgenomen voor gemeentelijke bestemmingsplannen. Op deze wijze zorgt de provincie dat het provinciale belang doorwerkt in lokale ontwikkelingen.

De provincie Zuid-Holland heeft in de Verordening ruimte 2014 onder meer regels opgenomen voor kantoren, bedrijven, detailhandel, glastuinbouw, boom- en sierteelt, bollenteelt, ruimtelijke kwaliteit, agrarische bedrijven, waterkeringen, provinciale vaarwegen, recreatieve vaarwegen, windenergie, archeologie en molen - en landgoedbiotopen.

Artikel 2.1.4 - Detailhandel

In artikel 2.1.4 van de Verordening ruimte 2014 zijn regels voor detailhandel opgenomen. Het perceel Edisonstraat 104 ligt buiten de centra voor detailhandel, zoals aangeduid in de Verordening ruimte. Op grond van artikel 2.1.4 lid 3 is onder voorwaarden detailhandel buiten de centra toegestaan. Het betreft hierbij onder meer detailhandel in volumineuze goederen waaronder auto's.

In de voorliggende partiële herziening van het bestemmingsplan wordt perifere detailhandel in volumineuze goederen, waaronder automobielen, toegestaan. Het betreft hier een vorm van detailhandel die vanwege de aard en omvang van de goederen niet goed inpasbaar is in de bestaande centra binnen Zoetermeer. Het is tevens in lijn met de in 2005 verleende vrijstelling voor volumineuze detailhandel in automobielen op deze locatie (is bestaand recht). Het vervangt de mogelijkheid voor reguliere detailhandel die in het bestemmingsplan Kwadrant enz abusievelijk op het perceel Edisonstraat 104 is toegestaan, maar welke echter op grond van de Verordening is uitgesloten.

Met de voorliggende partiële herziening is de bestemming in lijn gebracht met de Verordening Ruimte.

2.3 Regionaal Beleid

In het bestemmingsplan 'Kwadrant enz'' is het plan reeds getoetst aan het relevante beleid en intergemeentelijke afspraken van de stadsregio Haaglanden. In het bestemmingsplan is geconcludeerd dat het overwegend conserverend plan uitvoering geeft aan de doelstellingen van o.a. het Regionaal Structuurplan Haaglanden 2020 en in lijn is met diverse (sectorale) regionale beleidsnota's.

Na vaststelling van het bestemmingsplan is geen, voor deze partiële herziening relevante, nieuw regionaal beleid van kracht geworden.

Partiële herziening in lijn met regionaal beleid
De mogelijkheden die in de voorliggende partiële herziening van het bestemmingsplan worden geboden zijn in lijn met het regionale beleid.

2.4 Gemeentelijk Beleid

In het bestemmingsplan 'Kwadrant enz'' is het plan reeds getoetst aan het relevante beleid en de regelgeving van de gemeente Zoetermeer. In het bestemmingsplan is geconcludeerd dat het overwegend conserverende plan uitvoering geeft aan de aan de doelstellingen van o.a. de Stadsvisie 2030 en in lijn is met diverse (sectorale) gemeentelijke beleidsnota's. Zoals in paragraaf 1.2 is aangegeven is dit niet juist voor wat betreft de aanduiding detailhandel op de het perceel Edisonstraat 104.

Na vaststelling van het bestemmingsplan is geen, voor deze partiële herziening relevant, nieuw beleid, en/of regelgeving van de gemeente Zoetermeer van kracht geworden.

Partiële herziening in lijn met gemeentelijk beleid
De aanpassing die in de voorliggende partiële herziening van het bestemmingsplan worden gedaan ten opzicht van het bestemmingsplan 'Kwadrant enz.'is in lijn met de (sectorale) gemeentelijke beleidsnota's.

Hoofdstuk 3 Bestaande Situatie

In het bestemmingsplan 'Kwadrant enz.' is reeds een uitgebreide beschrijving opgenomen van de ontstaansgeschiedenis van het gebied en de in het gebied aanwezige archeologische en cultuurhistorische waarden. In het bestemmingsplan is geconcludeerd dat de mogelijkheden die het bestemmingsplan biedt niet leiden tot aantasting van (beschermde) archeologische en cultuurhistorische waarden in het plangebied en de stedenbouwkundige structuur.

Na vaststelling van het bestemmingsplan is geen, voor deze partiële herziening relevant, nieuw beleid, wet- en/of regelgeving voor de bescherming van archeologische en cultuurhistorische waarden van kracht geworden. De wijzigingen die in deze partiële herziening worden toegestaan leiden dan ook niet tot andere conclusies voor de bescherming van archeologische en cultuurhistorische waarden, de stedenbouwkundige en verkeersstructuur, dan het bestemmingsplan.

Hoofdstuk 4 Beschrijving Plan

In het bestemmingsplan 'Kwadrant enz' is een beschrijving gegeven van de ontwikkelingen die binnen dat plangebied worden voorzien. De wijzigingen die in voorliggende 1e partiële herziening worden toegestaan zijn niet van invloed op deze ontwikkelingen. Anderzijds heeft de uitvoering van deze ontwikkelingen ook geen gevolgen voor het functioneren en het gebruik van het perceel Edisonstraat 104.

In dit hoofdstuk wordt wel getoetst of de wijzigingen die in deze partiële herziening worden toegestaan, passen binnen de in het bestemmingsplan vastgelegde ruimtelijk-functionele uitgangspunten.

4.1 Ruimtelijk-functionele Uitgangspunten Voor Het Plangebied

Bij de actualisatie van het bestemmingsplan 'Kwadrant enz' vormden de bestaande bestemmingsplannen het vertrekpunt. Daarbij is ook gekeken naar het feitelijk gebruik van de gronden en naar de planologische mogelijkheden die op grond van vrijstellingen en vergunningen zijn verleend. Voor het perceel Edisonstraat 104 is op basis daarvan de enkelbestemming 'Bedrijventerrein' toekend. Tevens is in dat bestemmingsplan op het perceel Edisonstraat 104 de functieaanduiding 'detailhandel' gelegd.

Zoals in paragraaf 1.2 reeds is aangeven berust de functieaanduiding 'detailhandel' echter op een abuis. In 2005 is namelijk vrijstelling voor volumineuze detailhandel, uitsluitend in de vorm van automobielen, binnen het pand gelegen op het perceel Edisonstraat 104 verleend. De functieaanduiding 'detailhandel' is daarmee niet in overeenstemming met de in 2005 verleende vrijstelling.

In deze 1e herziening van het bestemmingsplan Kwadrant enz. wordt dit abuis ongedaan gemaakt, waarbij het bestaande recht, te weten de mogelijkheid voor volumineuze detailhandel, waaronder automobielen, als uitgangspunt wordt gehanteerd.

De wijziging die in deze partiële herziening worden toegestaan heeft geen gevolgen voor de aanwezige milieuzonering of bestaande (ontwikkel)mogelijkheden op naastgelegen percelen.

Bebouwingspercentages

In het bestemmingsplan 'Kwadrant enz' is reeds een beschrijving gegeven van de uitgangspunten die gehanteerd zijn voor de bebouwingspercentages en maatvoering binnen de aanwezige percelen en bouwvlakken. In dat bestemmingsplan is het perceel Edisonstraat 104 onderdeel van een groter bouwvlak dan alleen het perceel zelf. Voor dat bouwvlak geldt een maximaal bebouwingspercentage van 80% en een maximale bouwhoogte van 15 meter.

De 1e partiële herziening van het bestemmingsplan heeft alleen betrekking op het pand aan de Edisonstraat 104. Het bouwvlak in de 1e partiële herziening is bepaald overeenkomstig de grenzen van het bestaande pand. Het bouwvlak is en mag daarmee volledig worden bebouwd.

De wijzigingen die in de voorliggende partiële herziening mogelijk worden gemaakt, leiden niet tot wijziging van de in het bestemmingsplan vastgelegde bouwhoogtes en maximale bedrijfsvloeroppervlakte .

Toegestane vormen van bedrijvigheid

Algemeen uitgangspunt binnen het bestemmingsplan 'Kwadrant enz' is dat de bedrijventerreinen in het plangebied in hoofdzaak als bedrijventerreinen behouden blijven. Dit betekent dat in beginsel alleen bedrijfsfuncties (reguliere en hoogwaardige bedrijven) worden toegelaten. Functies die bestaande bedrijven onevenredig zouden benadelen, zoals nieuwe bedrijfswoningen of zelfstandige kantoren, zijn op de bedrijventerreinen niet toegestaan.

Perifere detailhandel

Verder is in het bestemmingsplan 'Kwadrant enz' als uitgangspunt meegenomen dat de bestaande perifere detailhandelsmogelijkheden op basis van het geldende bestemmingsplan voor Lansinghage positief zijn bestemd. En daar waar het provinciale beleid ruimer is dan de bestaande planologische mogelijkheden, wordt door middel van een afwijkingsprocedure nieuwvestiging van (perifere) detailhandel mogelijk gemaakt.
De bestaande perifere detailhandelsmogelijkheden op het perceel Edisonstraat 104 zijn in het bestemmingsplan 'Kwadrant enz' abusievelijk niet positief bestemd. Dit abuis wordt in deze 1e partiële herziening van het bestemmingsplan Kwadrant enz. ongedaan gemaakt.

In overeenstemming met de verleende vrijstelling in 2005 wordt in deze 1e partiële herziening op het perceel Edisonstraat 104 perifere detailhandel in volumineuze goederen, waaronder automobielen toegestaan.

Op basis van Artikel 4 van het bestemmingsplan' Kwadrant enz 'mag het aandeel van bedrijven in de perifere detailhandel niet meer bedragen dan 10% van het totale oppervlak van het bedrijventerrein. Dezelfde bepaling geldt overigens ook voor de Noordelijke bedrijventerrein die direct grenzen aan het plangebied.

Per augustus 2012 was minder dan 5 % van de bedrijventerreinen binnen het bestemmingsplangebied 'Kwadrant enz' in gebruik als perifere detailhandelslocatie. De wijziging die in deze partiële herziening worden toegestaan (omzetten van de aanduiding 'detailhandel' in de aanduiding 'detailhandel perifeer in volumineuze goederen' (waaronder automobielen) op het pand op het perceel Edisonstraat 104 heeft betrekking op een oppervlak van 2875 m2. Deze wijziging die leidt niet tot een substantiële toename van dit percentage. Ook hebben zich na vaststelling van het bestemmingsplan 'Kwadrant enz' geen noemenswaardige wijzigingen voorgedaan in het aandeel perifere detailhandel binnen dat bestemmingsplangebied. Inclusief de wijziging op het perceel Edisonstraat 104 blijft het aandeel onder de 5%.

De wijzigingen die in de voorliggende partiële herziening mogelijk worden gemaakt, leiden niet tot een overschrijding van het aandeel van bedrijven in de perifere detailhandel zoals in het bestemmingsplan 'Kwadrant enz.' is vastgelegd.

Internetverkoop
Ten behoeve van internetverkoop is in het bestemmingsplan 'Kwadrant enz.' het begrip 'afhaalcentrum' opgenomen. Een afhaalcentrum onderscheid zich van reguliere detailhandel doordat geen uitstalling ter verkoop in en rondom het afhaalcentrum is toegestaan. Op de bedrijventerreinen binnen het plangebied 'Kwadrant enz.' zijn afhaalcentra toegestaan. Om te voorkomen dat deze afhaalcentra verkapte winkels/detailhandel worden en daarmee gaan concurreren met de gevestigde detailhandel is binnen of rondom een afhaalcentrum geen uitstalling ten verkoop toegestaan. Tevens geldt dat een afhaalcentrum niet meer dan 20 m2 bvo mag bedragen. De voorwaarden en bepalingen die in het bestemmingsplan 'kwadrant enz' zijn opgenomen m.b.t. internetverkoop zijn in voorliggende 1e partiële herziening wederom overgenomen.

Hoofdstuk 5 Milieu En Leefkwaliteit

Ten behoeve van het bestemmingsplan 'Kwadrant enz.' zijn de omgevingseffecten van het plan onderzocht en zijn - indien noodzakelijk - maatregelen beschreven om aan wet- en regelgeving voor diverse milieuaspecten te voldoen. In dit hoofdstuk is getoetst of de wijzigingen die in deze partiële herziening worden toegestaan, leiden tot andere conclusies uitkomsten en conclusies van de in het bestemmingsplan beschreven omgevingseffecten. Daarnaast wordt beschreven of deze partiële herziening lijdt tot wijziging van de in het bestemmingsplan beschreven en vastgelegde maatregelen voor diverse omgevingseffecten.

5.1 Strategische Milieu-beoordeling

Voor het bestemmingsplan 'Kwadrant enz.' is het opstellen van een m.e.r.-beoordeling of MER is niet noodzakelijk gebleken. Het bestemmingsplan heeft hoofdzakelijk een conserverend karakter. Daarnaast voorziet dat bestemmingsplan in ontwikkelingen die niet als activiteit zijn genoemd in kolommen C en D van het Besluit-mer. Verder is niet gebleken van feiten en omstandigheden die maken dat de uitvoering van dat bestemmingsplan kan leiden tot belangrijke nadelige milieugevolgen die het verrichten van nader milieuonderzoek noodzakelijk maken.

Geen m.e.r. nodig voor partiële herziening
In de voorliggende partiële herziening van het bestemmingsplan wordt de functieaanduiding 'detailhandel' geschrapt en vervangen door de functieaanduiding 'detailhandel perifeer in volumineuze goederen'' (waaronder automobielen).

De wijziging die in de voorliggende partiële herziening mogelijk wordt gemaakt, leiden niet tot wijziging van de in het bestemmingsplan vastgelegde overige functies, bouwvlakken en -hoogtes, maximale bedrijfsvloeroppervlakte en bebouwingspercentages. Deze partiële herziening leidt dan ook niet tot belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu. Het doorlopen van een m.e.r.-procedure is in dat geval niet nodig.

5.2 Geluidhinder

In het bestemmingsplan 'Kwadrant enz.' worden geen nieuwe geluidgevoelige functies toegestaan. Ook liggen binnen de zone die voorziet in de aanleg van een nieuwe weg geen geluidgevoelige objecten en is er geen geluidzone vastgesteld. Op basis daarvan is geconcludeerd dat er geen akoestisch onderzoek nodig is.

Geen akoestisch onderzoek nodig voor partiële herziening
De wijziging die in de voorliggende partiële herziening mogelijk wordt gemaakt, heeft geen invloed op de verkeersintensiteit in het plangebied en de omgeving. De wijziging naar detailhandel perifeer in volumineuze goederen is immers overeenkomstig het gebruik van de afgelopen jaren en de bestaande rechten op het perceel en leiden niet tot wijziging van de in het bestemmingsplan vastgelegde bouwvlakken, bebouwingspercentages en maximale bedrijfsvloeroppervlakte.

Ook is perifere detailhandel in volumineuze goederen geen geluidgevoelige functie. Een akoestisch onderzoek is daarom niet nodig.

5.3 Bodemkwaliteit

Ten behoeve van het bestemmingsplan 'Kwadrant enz.' is onderzocht of de bodemkwaliteit geschikt is voor de toekomstige functies. In deze paragraaf worden de wijzigingen die in de voorliggende partiële herziening worden toegestaan, getoetst aan de uitkomsten van het (historisch) bodemonderzoek.

Uit het bodemonderzoek is gebleken dat op een aantal percelen/ gebieden bodemverontreinigingen kan voorkomen. Het perceel Edisonstraat 104 ligt niet binnen één van de genoemde percelen of gebieden. Wel zijn in het hele plangebied mogelijk slootdempingen aanwezig. De meeste slootdempingen in de gemeente Zoetermeer hebben plaatsgevonden met gebiedseigen grond en zijn in principe onverdacht.

Geconcludeerd is dat de algemene milieuhygiënische bodemkwaliteit geen belemmering vormt voor de uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan 'Kwadrant enz.'. De verwachting is dat ook na bodemonderzoek zal blijken dat de grond (grotendeels) geschikt zal zijn voor de beoogde bestemming. Gezien de ervaringen uit het verleden wordt aanbevolen pas bodemonderzoek te doen wanneer er meer zekerheid is dat een plan/verkoop doorgaat. Bij grondafvoer dient de projectontwikkelaar rekening te houden met mogelijk verhoogde kosten. Een gesloten grondbalans heeft de voorkeur.

Partiële herziening leidt niet tot wijziging conclusies bodemonderzoek
In de voorliggende partiële herziening van het bestemmingsplan wordt de functieaanduiding 'detailhandel' geschrapt en vervangen door de functieaanduiding 'detailhandel perifeer in volumineuze goederen'' (waaronder automobielen). Deze aanpassing leidt niet tot wijziging van de in het bestemmingsplan vastgelegde functies, bouwvlakken en -hoogtes, maximale bedrijfsvloeroppervlakte en bebouwingspercentages. De partiële herziening leidt dan ook niet tot wijziging van de conclusies van het (historisch) bodemonderzoek, dat ten behoeve van het bestemmingsplan is opgesteld.

5.4 Luchtkwaliteit

Ten behoeve van het bestemmingsplan 'Kwadrant enz.' zijn de gevolgen van de ontwikkelingen voor de luchtkwaliteit verder onderzocht. Uit het onderzoek blijkt dat de bijdrage aan de luchtkwaliteit van extra verkeer die de ontwikkelingen genereren als niet in betekende mate kan worden gekwalificeerd. Nader onderzoek is dan ook niet nodig bevonden.

Wijziging aanduiding draagt 'niet in betekende mate' bij aan luchtkwaliteit
De wijziging die in de voorliggende partiële herziening mogelijk wordt gemaakt is overeenkomstig het bestaande gebruik in de afgelopen jaren. Bovendien betreft het de omzetting van een aanduiding 'detailhandel' naar 'detailhandel perifeer'. Dit leidt per saldo niet tot een toename van het aantal m2 b.v.o. detailhandel, en heeft geen invloed op de verkeersintensiteit in het plangebied en de omgeving.
Deze wijziging levert daarmee geen (relevante) bijdrage aan de concentraties NO2 en PM10 in het plangebied en de omgeving. Het uitvoeren van een luchtkwaliteitsonderzoek is voor deze partiële herziening dan ook niet nodig.

5.5 Water

Ten behoeve van het bestemmingsplan 'Kwadrant enz.' is een watertoets uitgevoerd. Omdat het bestemmingsplan hoofdzakelijk conserverend van aard is, is geconcludeerd dat het bestemmingsplan weinig gevolgen heeft voor de waterhuishouding. Voor de ontwikkelingen die in het plangebied zijn voorzien zal in overleg met het Hoogheemraadschap beoordeeld worden of de aanleg van extra oppervlakte water nodig is.

Partiële herziening leidt niet tot extra opgave watercompensatie
In de voorliggende partiële herziening van het bestemmingsplan wordt de functieaanduiding 'detailhandel' geschrapt en vervangen door de functieaanduiding 'detailhandel perifeer in volumineuze goederen'' (waaronder automobielen). Deze aanpassing leidt niet tot wijziging van de in het bestemmingsplan vastgelegde functies, bouwvlakken en maximale bedrijfsvloeroppervlakte en bebouwingspercentages.

Daaruit kan worden opgemaakt dat deze partiële herziening niet leidt tot een toename van het verhard oppervlak en/of wijziging van het (beoogde) watersysteem in het plangebied. Realisatie van aanvullende waterberging - ten opzichte van eerdere afspraken met het hoogheemraadschap - en aanvulling op de watertoets zijn in dat geval niet nodig.

5.6 Bedrijven En Milieuzonering

Een goede ruimtelijke ordening beoogt het voorkomen van voorzienbare hinder en gevaar door milieubelastende activiteiten. Door bij nieuwe ontwikkelingen voldoende afstand in acht te nemen tussen milieubelastende activiteiten (zoals bedrijven) en milieugevoelige functies (zoals woningen) worden hinder en gevaar voorkomen en wordt het bedrijven mogelijk gemaakt zich binnen aanvaardbare voorwaarden te vestigen.

Ten behoeve van het bestemmingsplan 'Kwadrant enz.' is aan de hand van de richtafstanden uit VNG-brochure 'Bedrijven en milieuzonering' onderzocht of de bedrijfsactiviteiten en functies toelaatbaar zijn ten opzichte van huidige en toekomstige woningen in en direct rondom het plangebied. Uit het onderzoek is gebleken dat (toekomstige) woningen op voldoende afstand van bestaande bedrijven zijn gesitueerd.

Om aan te geven welke bedrijfsactiviteiten op het perceel Edisonstraat 104 zijn toegestaan, is binnen dit bestemmingsplan een specifieke Lijst van bedrijfsactiviteiten opgenomen. Deze is gebaseerd op lijst 1 van de VNG-brochure 'bedrijven- en milieuzonering' en specifiek gemaakt voor de functies die op grond van de opgenomen bestemming zijn toegestaan. De Lijst van bedrijfsactiviteiten is opgenomen in Bijlage 1 van de regels.

Partiële herziening leidt niet tot wijziging milieuzonering
In de voorliggende partiële herziening van het bestemmingsplan wordt de functieaanduiding 'detailhandel' geschrapt en vervangen door de functieaanduiding 'detailhandel perifeer in volumineuze goederen'' (waaronder automobielen). Deze aanpassing leidt niet tot wijziging van de in het bestemmingsplan vastgelegde functies, bouwvlakken en maximale bedrijfsvloeroppervlakte en bebouwingspercentages.

Daaruit kan worden opgemaakt dat deze partiële herziening niet leidt tot een wijziging van de afstanden tussen het bedrijf aan de Edisonstraat 104 en bestaande en toekomstige woningen. De voorliggende partiële herziening leidt dan ook niet tot andere conclusies dan het onderzoek naar bedrijven en milieuzonering dat ten behoeve van het bestemmingsplan is uitgevoerd.

5.7 Externe Veiligheid

Externe veiligheid gaat over het beheersen van de risico's voor de omgeving bij gebruik, opslag, en vervoer van gevaarlijke stoffen (zoals vuurwerk, lpg, en munitie) over weg, water en spoor en door buisleidingen. Het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) legt veiligheidsnormen op aan bedrijven die een risico vormen voor personen buiten het bedrijfsterrein. Op grond van het Bevi zijn in de Regeling externe veiligheid inrichtingen (Revi) voor dergelijke bedrijven vaste veiligheidsafstanden opgenomen.

Ten behoeve van het bestemmingsplan 'Kwadrant enz.' is onderzoek gedaan naar risicobronnen en externe veiligheidssituaties. Uit het onderzoek is gebleken dat dat externe veiligheid geen belemmering vormt voor de uitvoering van het bestemmingsplan 'Kwadrant enz.'

Partiële herziening leidt niet tot wijziging veiligheidsrisico's
In de voorliggende partiële herziening van het bestemmingsplan wordt de functieaanduiding 'detailhandel' geschrapt en vervangen door de functieaanduiding 'detailhandel perifeer in volumineuze goederen'' (waaronder automobielen). Deze aanpassing leidt niet tot relevante wijziging van de in het bestemmingsplan vastgelegde functies, bouwvlakken en maximale bedrijfsvloeroppervlakte en bebouwingspercentages. Aanvullend onderzoek naar de externe veiligheidssituatie in het plangebied is in dat geval niet nodig.

5.8 Natuurwaarden

Ten behoeve van het bestemmingsplan 'Kwadrant enz.' is een onderzoek gedaan naar flora en fauna voor de ontwikkelingen ten aanzien van de braakliggende bedrijfskavels en de aanleg van de weg in het Van Tuyllsportpark. Op basis van het onderzoek is de algemene conclusie getrokken dat in geen geval strikt beschermde natuurwaarden aangetast wanneer men activiteiten uitvoert in de bekeken gebieden. Voor het perceel Edisonstraat 104 zijn geen bijzonderheden naar voren gekomen.

Partiële herziening leidt niet tot wijziging conclusies ecologisch onderzoek
In de voorliggende partiële herziening van het bestemmingsplan wordt de functieaanduiding 'detailhandel' geschrapt en vervangen door de functieaanduiding 'detailhandel perifeer in volumineuze goederen'' (waaronder automobielen). Deze aanpassing leidt niet tot wijziging van de in het bestemmingsplan vastgelegde overige functies, bouwvlakken en maximale bedrijfsvloeroppervlakte en bebouwingspercentages.

Daaruit kan worden opgemaakt dat deze partiële herziening niet leidt tot andere effecten, op in het plangebied aanwezige beschermde soorten, habitats en beschermde natuurgebieden in de omgeving, dan ontwikkelingen die in het bestemmingsplan reeds zijn toegestaan. Aanvullend ecologisch onderzoek is in dat geval niet nodig.

Hoofdstuk 6 Juridische Vormgeving

6.1 Inleidende Regels

6.1.1 Begrippen

In artikel 1 worden de begrippen die in de regels worden gebruikt omschreven. Sommige begrippen zijn voor meerdere uitleg vatbaar, daarom is het nodig om ze planologisch-juridisch af te bakenen en te preciseren, ten opzichte van het algemeen spraakgebruik. Zonder definitie zou een begrip tot verwarring kunnen leiden.

6.1.2 Wijze van meten

In artikel 2 wordt weergegeven hoe de in de regels opgenomen maten voor de bouwhoogte, dakhelling, goothoogte, hoogte van een windturbine, inhoud, oppervlakte, vloeroppervlakte en ondergeschikte bouwdelen van een bouwwerk moeten worden gemeten.

6.2 Bestemmingsregels

6.2.1 Flexibiliteitsregels

In het bestemmingsplan is in sommige gevallen een bevoegdheid opgenomen zodat burgemeester en wethouders ontheffing kunnen verlenen van de regels. De ontheffing is bedoeld om in concrete situaties een beperkte afwijking van de regels toe te staan. Hierdoor mag geen ruimtelijk ongewenste situatie ontstaan.

Voordat ontheffing wordt verleend wordt een nadere planologische afweging gemaakt. Deze afweging vindt plaats aan de hand van de volgende ruimtelijk relevante aspecten:


Straat- en bebouwingsbeeld
Bepaalde buurten en straten ontlenen hun kwaliteit aan het ruimtelijk beeld, een ruimtelijke samenhang, bijvoorbeeld verspringende rooilijnen, dwarskappen. Nieuwe bebouwing en uitbreiding van bestaande bebouwing mag geen aantasting vormen van dit karakteristieke straat- en bebouwingsbeeld, maar moet daarin passen.


Sociale veiligheid
Het betreft hier het voorkomen van sociaal onveilige plekken, zoals smalle onoverzichtelijke plekken in het (semi) openbaar gebied. Ook het voorkomen van bijvoorbeeld situaties waarbij de (semi) openbare ruimte aan beide zijden wordt begrensd c.q. begeleid door lange blinde gevels of muren.


Verkeersveiligheid
Gedacht wordt hier bijvoorbeeld aan de noodzaak tot het vrijhouden van zichthoeken.


Aantal parkeervoorzieningen
Het bouwen van een parkeervoorziening op eigen erf kan tot gevolg hebben dat hierdoor (vanwege de noodzakelijke op-/inrit) openbare parkeerplaatsen zouden komen te vervallen. Zeker in gebieden waar nu reeds een grote parkeerdruk aanwezig is, moet dit worden voorkomen. Anderzijds kan een bouwinitiatief door zijn situering op het erf tot gevolg hebben dat de parkeervoorziening op eigen erf niet meer bereikbaar is. Ook dat moet worden voorkomen;


Gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken
Het gaat hier om het criterium dat een uitbreiding van bebouwing geen onevenredige aantasting mag vormen voor de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende percelen en bouwwerken. Hier spelen bijvoorbeeld aspecten als uitzicht, lichttoetreding en bezonning van tuinen een rol.

6.2.2 Bedrijventerrein

Staat van bedrijfsactiviteiten/milieuzonering

In de bestemming 'Bedrijventerrein' zijn bedrijven toegestaan die zijn vermeld in Bijlage 1 Staat van Bedrijfsactiviteiten, die deel uitmaakt van de regels. Met een aanduiding op de verbeelding is bepaald welke categorie bedrijven waar is toegestaan (maximaal categorie 3.2).

Perifere detailhandel

Binnen de bestemming is ook een aanduiding perifeer detailhandel in voluminieuze goederen opgenomen. Reguliere detailhandel is op het perceel Edisonstraat 104 niet toegestaan.

Daarnaast is bedrijfsgebonden detailhandel en kantoor en een afhaalcentrum tot een bepaald metrage toegestaan.

"Mogelijk zwaar geluidhinderlijke inrichtingen" Wet geluidhinder

De vestiging van "mogelijk zwaar geluidhinderlijke inrichtingen", in de zin van de Wet geluidhinder, is in dit gebied niet toegestaan. Dergelijke bedrijven zouden een te groot beslag leggen op de milieuruimte in het gebied en daarmee op de vestigingsmogelijkheden van andere bedrijven. Via een afwijkingsprocedure is de vestiging van dergelijke bedrijven wel mogelijk gemaakt.

Bevi's

In dit bestemmingsplan worden geen bevi-inrichtingen bij recht toegelaten. Wel is een afwijkingsbevoegdheid opgenomen om bevi-inrichtingen toe te laten. Hiervoor moet een wijzigingsprocedure worden doorlopen.

Wegen en andere bijbehorende voorzieningen

Op de gronden binnen deze bestemming zijn naast bedrijfsvestigingen ook wegen met bijbehorende voorzieningen toegestaan, ter ontsluiting van de betreffende bedrijven. Tevens zijn fiets- en voetpaden, water, groen, parkeervoorzieningen, nutsgebouwtjes e.d. toegestaan.

Bouwregels

Aan het bouwen van gebouwen op bedrijventerreinen zijn alleen eisen aan de situering, oppervlakte en andere maatvoering gesteld, die nodig zijn om een ruimtelijk en planologisch verantwoorde invulling van het gebied te verkrijgen.

In dat kader moeten gebouwen binnen bouwvlakken worden gebouwd, op een bepaalde afstand tot wegen en tot één van de zijdelingse perceelsgrenzen.

De hoogtemaat van de gebouwen is in overeenstemming met de vigerende planologische regeling.

Afwijken van de gebruiksregels

Als zich een bedrijf voor vestiging aandient dat in de Staat van Bedrijfsactiviteiten in een hogere categorie valt dan ter plaatse is toegestaan, bijvoorbeeld in categorie 3.2, waar categorie 3.1 is toegestaan, dan kan dat bedrijf mogelijk toch worden ingepast. Via een afwijkingsbevoegdheid kan dat bedrijf worden toegestaan, mits het, gezien de gevolgen daarvan voor de omgeving, redelijkerwijs qua hinder en uitstraling kan worden gelijkgesteld met bedrijven die op de betreffende plaats bij recht zijn toegestaan. In de omgevingsvergunning kan worden bezien of eventuele maatregelen mogelijk en toereikend zijn. Deze afwijkingsprocedure zal in de praktijk gelijk oplopen met de toetsingsprocedure van de beoogde bedrijfsactiviteiten in het kader van de Wet milieubeheer.

6.3 Algemene Regels

6.3.1 Antidubbeltelregel

De antidubbeltelregel is een verplichte regel die voortkomt uit het Besluit ruimtelijke ordening.

6.3.2 Algemene ontheffingsregels

Dit artikel bevat de algemeen gebruikelijke ontheffingsmogelijkheden. Deze ontheffingsmogelijkheden gelden voor het gehele plangebied.

6.3.3 Algemene procedureregels

Dit artikel verwijst naar de uniforme openbare voorbereidingsprocedure van Afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht.

6.4 Overgangs- En Slotregels

6.4.1 Overgangsrecht

Deze artikelen regelen de bebouwing en het gebruik van gronden en opstallen, die op tijdstip van inwerkingtreding van dit plan in strijd zijn met de bestemming of de of met beide.

6.4.2 Slotregel

In dit artikel wordt aangegeven op welke wijze de regels van het bestemmingsplan kunnen worden aangehaald.

Hoofdstuk 7 Uitvoerbaarheid

7.1 Financiële Uitvoerbaarheid

7.1.1 Grondexploitatie (artikel 6.12 Wro)

Op grond van het bepaalde in artikel 6.12 lid 1 Wet ruimtelijke ordening is de gemeenteraad verplicht bij de vaststelling van een bestemmingsplan een exploitatieplan vast te stellen voor gronden waarop een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen bouwplan is voorgenomen. In het onderhavige bestemmingsplan is geen bouwplan als bedoeld in artikel 6.2.1 van het Besluit ruimtelijke ordening voorzien.

7.1.2 Economische uitvoerbaarheid

De grond waarop dit bestemmingsplan betrekking heeft is geen eigendom van de gemeente. De kosten voor de planherziening komen voor rekening van de gemeente. De planherziening is economische uitvoerbaar.

7.1.3 Planschade

De destijds aan Edisonstraat 104 gevestigde autodealer is bestemd als volumineuze detailhandel. De foutief opgenomen reguliere bestemming detailhandel is geschrapt omdat het gebruik maken van deze bestemming in de weg wordt gestaan door een privaatrechtelijk verbod daartoe dat op het perceel Edisonstraat 104 rust. Op 12 januari 2017 is dit verbod vervallen.

De jurisprudentie is dat een gebruiksmogelijkheid die onder het oude planologische regime bestond, niet in de vergelijking tussen het oude en nieuwe planologische regime c.q. in de schadeberekening behoeft te worden betrokken, indien met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid kan worden uitgesloten dat daarvan gebruik zou zijn gemaakt (zie o.m. ABRvS 31 juli 2013, ECLI:NL:RVS: 2013:566).

Op basis hiervan behoeft voor planschade niet te worden gevreesd.

7.2 Maatschappelijke Uitvoerbaarheid

Op 9 juni 2016 is algemeen bekend gemaakt dat de gemeente voornemens is een planherziening voor te bereiden.

Het ontwerpbestemmingsplan Edisonstraat 104 heeft vanaf 22 juli 2016 tot en met 1 september 2016 ter inzage gelegen. Tegen het ontwerpbestemmingsplan zijn zienswijzen ingediend. De zienswijzen zijn door reclamanten nader toegelicht in een hoorzitting op 16 januari 2017.

De planherziening is op 13 maart 2017 vastgesteld door de gemeenteraad van Zoetermeer, zie onder vaststellingsbesluit. De nota's zienswijzen, aanvulling en van aanpassingen zijn opgenomen in bijlage 1, 2 en 3 van de toelichting.

Hoofdstuk 8 Handhaving

Op 9 mei 2011 heeft de gemeenteraad de beleidsnota 'Niet alleen Handhaven', Handhavingsbeleid 2011-2014 vastgesteld. Dit beleid ziet onder meer op het handhaven van bestemmingsplannen. Een belangrijk uitgangspunt in dit beleid is de dubbele regelkring. Dit betekent dat er van wordt uitgegaan dat toezicht en handhaving niet alleen wettelijke taken zijn, maar vooral ook instrumenten om beleidsdoelen te realiseren.

Voor de handhaving is een prioritering ingevoerd. Daarbij zijn weegfactoren benoemd op basis waarvan de onderwerpen die het belangrijkst worden gevonden, het zwaarst worden gewogen. Fysieke veiligheid geldt als belangrijkste weegfactor. Natuur en duurzaamheid is de minst zware weegfactor. Vervolgens zijn voor de handhaving per taakveld bouwen, milieu en openbare ruimte prioriteiten gesteld. De handhaving van bestemmingsplannen valt onder het taakveld bouwen. Bij elk taakveld is een rangschikking ontstaan van zeer grote risico's naar zaken die nauwelijks risico's in zich herbergen. De prioritering wordt vervolgens in jaarlijkse handhavingsuitvoeringsprogramma's vertaald naar aandachtsgebieden, bijvoorbeeld extra aandacht voor illegale dakopbouwen, dakkapellen of illegaal gebruik.

Handhaving kan plaatsvinden via de publiekrechtelijke, privaatrechtelijke en strafrechtelijke weg. Het college van Burgemeester en Wethouders is bevoegd om met bestuursrechtelijke sancties op te treden tegen overtredingen van regels van bestemmingsplannen. De bestuursrechtelijke sancties bestaan uit de bestuursdwang en het opleggen van last onder dwangsom. Door middel van het privaatrecht kan de gemeente op indirecte wijze het bestemmingsplan handhaven. Dat kan door gebruikmaking van haar bevoegdheden als eigenaar of van contractuele bevoegdheden.

De strafrechtelijke vervolging is afhankelijk van het Openbaar Ministerie. Overtredingen op grond van bestemmingsplanregels vallen met ingang van 13 september 2004 onder de Wet op de economische delicten. Strafrechtelijk optreden is gewenst bij overtredingen waarvan de gevolgen niet meer ongedaan gemaakt kunnen worden. De Wet op de economisch delicten biedt verder de mogelijkheid bij het opleggen van de straf rekening te houden met het economisch voordeel dat de overtreder heeft behaald. Ook biedt de wet de mogelijkheid de verplichting op te leggen om op eigen kosten de gevolgen van het delict goed te maken.

Bijlagen

Bijlage 1 Nota Zienswijzen

Bijlage 2 Nota Van Aanvulling

Bijlage 3 Nota Van Aanpassingen

Bijlage 1 Lijst Van Bedrijfsactiviteiten Bestemmingsplan Edisonstraat 104

Bijlage 1 Lijst van bedrijfsactiviteiten bestemmingsplan Edisonstraat 104