Het wijzigingsplan 'Kwadrant/vanTuyll sportpark/Brinkhage/Lansinghage LPG veiligheidszone tankstation Oostweg', bestaande uit de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0637.BP00070 met de bijbehorende regels.

Het bestemmingsplan Kwadrant/vanTuyll sportpark/Brinkhage/Lansinghage zoals vastgesteld door de gemeenteraad van Zoetermeer op 24 juni 2013.

Op dit plan zijn de artikelen van het moederplan van toepassing.

Op dit plan zijn de artikelen van het moederplan van toepassing.

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het wijzigingsplan Kwadrant/vanTuyll sportpark/Brinkhage/Lansinghage LPG-veiligheidszone tankstation Oostweg.

Het plangebied omvat de LPG-zone van het tankstation aan de Oostweg, gelegen ten noordwesten van het Burgemeester van Tuyllpark en ten zuidoosten van de wijk Palenstein en bedrijventerrein Hoornerhage.

Figuur 1.1 Ligging plangebied binnen Zoetermeer

Figuur 1.2 Ligging huidige LPG-zone

Op 29 juni 2016 is de Regeling externe veiligheid inrichtingen (Revi) gewijzigd. Een van de wijzigingen heeft betrekking op de wettelijke veiligheidszones rond LPG-vulpunten. Vanwege verbeterde veiligheidsmaatregelen rond LPG-transport zijn deze zones verkleind van 45 meter naar 35 meter. Dat betekent dat het toegestaan is om op kortere afstand dan voorheen een (beperkt) kwetsbaar object op te richten. Overigens laat dit onverlet dat bij het mogelijk maken van dergelijke objecten nog altijd moet worden voldaan aan de eisen van een goede ruimtelijke ordening, waaronder de externe veiligheidsaspecten.

Binnen de contour van de 45 meter zone is aan de Wiltonstraat een braakliggende kavel gelegen. Deze kavel kan worden ingezet als bedrijventerrein. Een naastgelegen bedrijf heeft interesse om zijn bedrijf uit te breiden op deze kavel, maar de kavel zou ook kunnen worden gebruikt om een afzonderlijk bedrijf te vestigen. Een bedrijf is een beperkt kwetsbaar object (tenzij er een groot deel van de dag grote aantallen personen aanwezig zijn; bijvoorbeeld kantoren en hotels) Het verkleinen van de veiligheidszone van 45 meter naar 35 meter biedt daarom de mogelijkheid om een groter deel van deze kavel te benutten voor bedrijfsbebouwing.

LPG-veiligheidszones worden echter vastgelegd in bestemmingsplannen en in de ter plaatse geldende bestemmingsplannen is de zone van 45 meter vastgelegd. Om de kleinere zone van 35 meter in de praktijk te kunnen toepassen, moeten de bestemmingsplannen worden gewijzigd. In de geldende bestemmingsplannen is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen waarmee de cirkel kan worden aangepast als gewijzigde wetgeving daartoe aanleiding geeft. Met voorliggend wijzigingsplan wordt voorzien in de verkleining van de LPG-zone naar 35 meter.

Figuur 1.3 Gewijzigde wettelijke zone

Het verkleinen van de veiligheidszone heeft geen gevolgen voor de bedrijfsvoering van het tankstation aan de Oostweg. Het verkleinen maakt alleen mogelijk dat op kortere afstand van het tankstation beperkt kwetsbare objecten worden opgericht.

De LPG-veiligheidszone is gelegen binnen twee verschillende bestemmingsplangebieden: 'Noordelijke Bedrijventerreinen' en 'Kwadrant/vanTuyll sportpark/Brinkhage/Lansinghage'. In beide bestemmingsplannen is de volgende regeling opgenomen:

'ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'Veiligheidszone - lpg' is het verboden een kwetsbaar of beperkt kwetsbaar object op te richten.'

Tevens is in beide bestemmingsplannen de volgende wijzigingsbevoegdheid opgenomen:

'de aanduiding 'Veiligheidszone - lpg' mag worden verkleind, indien uit onderzoek is gebleken dat door een wijziging van de bedrijfsvoering in de risicovolle inrichting de plaatsgebonden risicocontour kleiner is geworden of dat door aangepaste wet- en regelgeving, nieuwe inzichten danwel nieuwe rekenmethoden een kleinere plaatsgebonden risicocontour geldt;'

De regeling en wijzigingsbevoegdheid zijn in bestemmingsplan 'Noordelijke Bedrijventerreinen' opgenomen in artikel 23.1 en in bestemmingsplan 'Kwadrant/vanTuyll sportpark/Brinkhage/Lansinghage' in artikel 25.2.

Figuur 2.1: Uitsnede bestemmingsplankaarten van de geldende bestemmingsplannen.

Een van de voorwaarden waaronder de wijzigingsbevoegdheid kan worden gebruikt om de LPG-veiligheidszone te verkleinen is als 'door aangepaste wet- en regelgeving een kleinere plaatsgebonden risicocontour geldt'. Met de wijziging van het Revi d.d. 29 juni 2016 is voldaan aan deze voorwaarde.

De wijziging van het Revi is onderdeel van afspraken die de overheid met de LPG-sector heeft gesloten. Om de toepassing van de hittewerende bekleding van LPG-tankwagens veilig te stellen heeft het Ministerie van I&M samen met de VNG en de LPG-branche de Safety Deal hittewerende bekleding op LPG-autogastankwagens gesloten (Stcrt. 2016, 31448). Hierin wordt onder andere verwezen naar de NTA 8820:2015. In de NTA 8820:2015 wordt het geheel van maatregelen (bekleding, spandraden en polyesterlaag) het hittewerende systeem genoemd. Voor ieder nieuw systeem of iedere aanpassing van een goedgekeurd systeem moet contact worden opgenomen met het Centrum Veiligheid van het RIVM. Het plan voor de uitvoering van de test moet aan het Centrum Veiligheid vooraf worden voorgelegd. Het aanbrengen van het systeem op elke tank moet plaatsvinden onder toezicht van een hiervoor aangewezen instantie.

Het doel van deze afspraken is dat de LPG-sector een aantal maatregelen neemt ter verbetering van de externe veiligheid tijdens onder andere het lossen van LPG. Als gevolg van het aanbrengen van de hittewerende bekleding hebben de hulpdiensten meer tijd om in geval van een (plas)brand ter plaatse van het tankstation de tankwagen te koelen en het gebied te ontruimen. Tevens wordt een verbeterde afleverslang toegepast. In ruil voor de maatregelen die door de sector zijn genomen heeft de overheid de in acht te nemen veiligheidsafstanden tussen LPG-stations en (beperkt) kwetsbare objecten verkleind. Dit is met de wijziging van het Revi d.d. 29 juni 2016 gebeurd.

Figuur 2.2 Veiligheidsafstanden LPG-tankstations vanaf 29 juni 2016

Een onderdeel van de afspraken is de 'Circulaire effectafstanden externe veiligheid LPG-tankstations voor besluiten met gevolgen voor de effecten van een ongeval'. Hiermee wordt het bevoegd gezag verzocht om, als aanvulling op de (gewijzigde) risicoafstanden uit het Revi, een effectgerichte benadering toe te passen bij het nemen van een besluit dat het mogelijk maakt dat er (meer) personen in de omgeving van een LPG-tankstation aanwezig kunnen zijn. Dit betekent dat, wanneer er op de kavel naast het LPG-tankstation aan de Oostweg een bedrijfsbestemming wordt toegevoegd, dit moet worden verantwoord en gemotiveerd en dat mogelijk maatregelen moeten worden getroffen om de effecten van een eventueel ongeval te verkleinen. Deze beoordeling valt echter buiten het kader van dit wijzigingsplan en maakt onderdeel uit van een separaat ruimtelijk plan om nieuwe bedrijfsbebouwing mogelijk te maken.

Er wordt voldaan aan de wijzigingsvoorwaarden als genoemd in de bestemmingsplannen. Daarnaast is er een concrete aanleiding (de wens om op een naastgelegen kavel een bedrijfsbestemming toe te voegen) waardoor nu een aanleiding is om van de wijzigingsbevoegdheden gebruik te maken.

Het wijzigingsplan 'Kwadrant/vanTuyll sportpark/Brinkhage/Lansinghage LPG veiligheidszone tankstation Oostweg' (NL.IMRO.0637.BP00070) gaat vergezeld van een verbeelding. Op deze verbeelding is de verkleinde cirkel voor de LPG-veiligheidszone weergegeven, samen met de bestemmingen uit het moederplan 'Kwadrant/vanTuyll sportpark/Brinkhage/Lansinghage'. De regels voor deze bestemmingen worden niet gewijzigd met dit wijzigingsplan en blijven onverminderd van toepassing. In de regels van dit wijzigingsplan wordt daarom verwezen naar de regels uit het moederplan. Het moederplan blijft dus het toetsingskader. Deze wijziging ziet alleen op een aanpassing van de verbeelding voor het verkleinen van de LPG-veiligheidszone.

Dit wijzigingsplan heeft betrekking op het deel van de LPG-veiligheidszone dat binnen het moederplan 'Kwadrant/vanTuyll sportpark/Brinkhage/Lansinghage' is gelegen. Het overige deel van de LPG-veiligheidszone is gelegen in het moederplan 'Noordelijke Bedrijventerreinen'. Voor dit deel wordt een separaat, en wat betreft de opzet identiek, wijzigingsplan opgesteld.

Op grond van het bepaalde in artikel 6.12 lid 1 Wro is de gemeenteraad verplicht een exploitatieplan vast te stellen voor gronden waarop een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen bouwplan is voorgenomen. Er is in dit geval geen sprake van een aangewezen bouwplan zodat er geen exploitatieplan hoeft te worden opgesteld. De gemeente is initiatiefnemer van het wijzigingsplan en draagt de kosten voor deze wijziging.

Het wijzigingsplan doorloopt de procedure zoals vastgelegd in artikel 3.9a van de Wet ruimtelijke ordening (Wro). Met het doorlopen van deze procedure, waaronder het ter inzage leggen voor zienswijzen, wordt de maatschappij betrokken bij de totstandkoming van het plan.

Het vooroverleg conform artikel 3.1.1 Besluit ruimtelijke ordening is eveneens een onderdeel van de procedure van het wijzigingsplan. Gezien de reikwijdte van het plan is ervoor gekozen om het E-formulier van de provincie Zuid-Holland in te vullen en de uitgangspunten van het plan, zoals opgenomen in het collegebesluit, voor te leggen aan de Veiligheidsregio Haaglanden. Uit het E-formulier is gebleken dat het plan niet in strijd is met provinciaal beleid en niet hoeft te worden aangeboden voor vooroverleg. De Veiligheidsregio Haaglanden heeft op 27 juli 2017 gereageerd op de uitgangspunten (zie bijlage 1). Deze reactie ziet met name op aandachtspunten voor het voeren van een ruimtelijke procedure om nieuwe bestemmingen in de omgeving van het LPG-station mogelijk te maken en geeft geen aanleiding tot wijziging van dit plan.

Voorafgaand aan het opstellen van het wijzigingsplan is telefonisch contact opgenomen met de eigenaar van het tankstation aan de Oostweg. Aan hem is de achtergrond en aanleiding van de wijzigingsplannen toegelicht. Voorafgaand aan de terinzagelegging van de ontwerpwijzigingsplannen is hij op de hoogte gebracht van de terinzagelegging.

De ontwerpwijzigingsplannen hebben zes weken ter inzage gelegen voor zienswijzen met ingang van 29 september 2017. Er is geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid om een zienswijze in te dienen.

Den Haag, 27 juli 2017

Kenmerk: 2017072516067

Geacht college,

U heeft de Veiligheidsregio Haaglanden (VRH) op 20 juni 2017 verzocht om advies uit te brengen over het collegebesluit om wijzigingsplannen op te stellen voor de aanpassing van de LPG-veiligheidszone van het tankstation aan de Oostweg te Zoetermeer. In deze mail treft u ons advies.

De plaatsgebonden risicocontour (PR10^-6) als gevolg van het LPG tankstation Oostweg bedraagt conform de nieuwe regelgeving 35 meter (Regeling externe veiligheid inrichtingen) vanaf het vulpunt. In de huidige situatie is er nog sprake van een plaatsgebonden risicocontour van 45 meter. Met het aanpassen van deze risicocontour in twee verschillende bestemmingsplannen wordt de mogelijkheid geboden een naastgelegen bedrijfsbestemming uit te breiden. Hiervoor zal nog een aparte ruimtelijke onderbouwing voor worden opgesteld.

Het verkleinen van de plaatsgebonden risicocontour is niet gekoppeld aan de incidentscenario's die hier kunnen plaatsvinden.

De effecten als gevolg van een calamiteit bij het LPG-tankstation zullen niet wijzigen. Bij de uitbreiding van de bedrijfsbestemming kunnen mogelijk in het kader van externe veiligheid aanvullende (bouwkundige) maatregelen worden geadviseerd.

Aanvullend adviseert de VRH om ook de afstand van de risicocontour aan te (laten) passen in de vergunning van het LPG-tankstation.