KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
Artikel 2 Wijze Van Meten
Hoofdstuk 2 Bestemmingsplanregels
Artikel 3 Agrarisch
Artikel 4 Bedrijf
Artikel 5 Detailhandel
Artikel 6 Dienstverlening
Artikel 7 Gemengd
Artikel 8 Groen
Artikel 9 Horeca
Artikel 10 Kantoor
Artikel 11 Maatschappelijk
Artikel 12 Sport
Artikel 13 Tuin
Artikel 14 Verkeer
Artikel 15 Water
Artikel 16 Wonen
Artikel 17 Waarde - Archeologie 1
Artikel 18 Waarde - Archeologie 2
Artikel 19 Waarde - Cultuurhistorie
Artikel 20 Leiding - Water
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 21 Anti-dubbeltelregel
Artikel 22 Algemene Bouwregels
Artikel 23 Algemene Gebruiksregels
Artikel 24 Algemene Aanduidingsregels
Artikel 25 Algemene Afwijkingsregels
Artikel 26 Algemene Wijzigingsregels
Artikel 27 Algemene Procedureregels
Artikel 28 Strafbepaling
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 29 Overgangsrecht
Artikel 30 Slotregel

Bebouwde Kom Kloetinge

Bestemmingsplan - gemeente Goes

Vastgesteld op 18-07-2019 - geheel onherroepelijk in werking

Bestanden

Bijlage Bij Regels

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels

Artikel 1 Begrippen

  1. Plan: het bestemmingsplan Bebouwde Kom Kloetinge met identificatienummer NL.IMRO.0664.BPKL01-VG99 van de gemeente Goes;

  1. Bestemmingsplan: de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;

  1. Aanduiding: een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;

  1. Aanduidingsgrens: de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;

  1. Aan huis gebonden beroeps- of bedrijfsactiviteit: een beroeps- of bedrijfsactiviteit, niet zijnde prostitutie, die in hoofdzaak niet-publieksaantrekkend is en die door een bewoner op kleine schaal in of bij een woning wordt uitgeoefend, bed & breakfast daaronder begrepen, waarbij de woning haar woonfunctie behoudt en de desbetreffende activiteit een ruimtelijke uitstraling heeft die in overeenstemming is met de woonfunctie, met inachtneming van de volgende regels:

  2. ten hoogste 40% van de netto vloeroppervlakte van de woning en bijbehorende bouwwerken gezamenlijk, met een maximum van 40 m², mag ten behoeve van beroeps- of bedrijfsmatige activiteiten in gebruik zijn;

  3. het gebruik leidt niet tot een nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van het verkeer dan wel tot een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimte;

  4. de uitoefening van detailhandel is niet toegestaan, tenzij de detailhandel een ondergeschikte nevenactiviteit is in verband met de beroeps- of bedrijfsmatige activiteit, dan wel de verkoop van goederen uitsluitend via internet plaatsvindt en ter plaatse opgeslagen goederen slechts op afspraak kunnen worden afgehaald, waarbij geen sprake is van een voor het publiek toegankelijke winkel- of uitstallingsruimte;

  1. Agrarisch bedrijf: een bedrijf, gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren, nader te onderscheiden in:

  1. grondgebonden agrarisch bedrijf:

  • akker- en vollegrondstuinbouw: de teelt van gewassen op open grond, daaronder niet begrepen sier-, fruit- en bollenteelt;

  • bollenteelt: de teelt van bloembollen al dan niet in samenhang met de teelt van bolbloemen;

  • fruitteelt: de teelt van fruit op open grond;

  • grondgebonden veehouderij: het houden van melk- en ander vee (nagenoeg) geheel op open grond waarvoor in de bedrijfsvoering de weidegang essentieel is;

  • paardenfokkerij: het fokken van paarden en het houden van paarden ten behoeve van de vlees- en/of melkproductie;

  • sierteelt: de teelt van siergewassen op open grond al dan niet gecombineerd met de handel in boomkwekerijgewassen en vaste planten;

  1. niet-grondgebonden agrarisch bedrijf:

  • glastuinbouw: de teelt van gewassen (nagenoeg) geheel met behulp van kassen;

  • intensieve kwekerij: de teelt van gewassen, paddenstoelen daaronder begrepen, in gebouwen;

  • intensieve veehouderij: de teelt van slacht-, fok-, leg- of pelsdieren in gebouwen en (nagenoeg) zonder weidegang, waarbij de teelt niet afhankelijk is van de agrarische grond als productiemiddel;

  1. aquacultuur: de teelt van (zout)watergebonden organismen waaronder begrepen zagers, zeekraal, schelpdieren en vissen;

  2. overige teelten van gewassen of dieren al dan niet in gebouwen;

  1. Antennemast: een installatie bestaande uit een antenne, een antennedrager, de bedrading en de al dan niet in een techniekkast opgenomen apparatuur, met de daarbij behorende bevestigingsconstructie;

  1. Archeologische waarde: de aan een gebied toegekende waarde, gekenmerkt door voorwerpen of bewoningssporen van vroegere samenlevingen direct onder het aardoppervlak;

  1. Architectonische waarde: de aan een gebouw toegekende waarde, gekenmerkt door de opbouw en/of indeling van de buitengevel, de dakopbouw en het materiaal en/of kleurgebruik, eventueel in samenhang met de omgeving;

  1. Bebouwing: één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;

  1. Bedrijf: een onderneming waarbij het accent ligt op het vervaardigen, bewerken, installeren, inzamelen en verhandelen van goederen, waarbij eventueel detailhandel uitsluitend plaatsvindt als ondergeschikt onderdeel van de onderneming in de vorm van verkoop c.q. levering van de ter plaatse vervaardigde, bewerkte of herstelde goederen, dan wel goederen die in rechtstreeks verband staan met de uitgeoefende handelingen;

  1. Bedrijfsgebouw: een gebouw dat dient voor de uitoefening van een of meer bedrijfsactiviteiten;

  1. Bedrijfswoning: een gebouw in of bij een bedrijf of op een terrein behorende bij een bedrijf, dat dient voor de huisvesting van een huishouden of een persoon wiens huisvesting daar, gelet op de bestemming van de grond ter plaatse van het bedrijf of het terrein behorende bij het bedrijf, noodzakelijk is;

  1. Bestaande afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen en aantallen: afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen en aantallen, die op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan tot stand zijn gekomen of tot stand kunnen komen met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

  1. Bestemmingsgrens: de grens van een bestemmingsvlak;

  1. Bestemmingsvlak: een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;

  1. Boogkas: een al dan niet verplaatsbaar gebouw, overtrokken met en omsloten door lichtdoorlatend materiaal anders dan glas, ten behoeve van de teelt van gewassen;

  1. Bouwen: het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;

  1. Bouwgrens: de grens van een bouwvlak;

  1. Bouwperceel: een aaneengesloten stuk grond waarop ingevolge de regels zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;

  1. Bouwperceelgrens: de grens van een bouwperceel;

  1. Bouwvlak: een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten;

  1. Bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van bestemming hetzij direct hetzij indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren;

  1. Bijbehorend bouwwerk: uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw of ander bouwwerk, met een dak;

  1. Cultuurhistorische waarde: de aan een bouwwerk of een gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis heeft gemaakt van dat bouwwerk of dat gebied;

  1. Deskundige: een door burgemeester en wethouders aan te wijzen onafhankelijke deskundige of commissie van deskundigen inzake een specifiek aspect van de ruimtelijke ordening;

  1. Detailhandel: het bedrijfsmatig te koop aanbieden, hieronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan diegenen die deze goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;

  1. Detailhandel in volumineuze goederen/perifere detailhandel: detailhandel in de volgende categorieën:

  1. brand- en explosiegevaarlijke goederen;

  2. auto's, keukens, badkamers, boten, motoren, caravans, landbouwwerktuigen en grove bouwmaterialen;

  3. tuinbenodigdheden;

  4. meubels, al dan niet in combinatie met woninginrichting en stoffering;

en in combinatie daarmee rechtstreeks samenhangende artikelen zoals accessoires, onderdelen, onderhoudsmiddelen en/of materialen;

  1. Dienstverlening: het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen;

  1. Erf: al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw;

  1. Gebouw: elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

  1. Gevellijn: een denkbeeldige dan wel op de verbeelding aangegeven lijn die strak loopt langs de gevel van een bouwwerk tot aan de perceelsgrenzen.

  1. Groothandel: het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, verkopen of leveren van goederen aan wederverkopers, personen, bedrijven of instellingen ter aanwending in een andere bedrijfsactiviteit;

  1. Hoofdgebouw: gebouw of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is;

  1. Horecabedrijf: een bedrijf, gericht op één of meer van de navolgende activiteiten:

  1. het verstrekken van ter plaatse te nuttigen voedsel en dranken;

  2. het exploiteren van zaalaccommodatie;

  3. het verstrekken van nachtverblijf;

  1. Kampeermiddel: een tent, tentwagen, kampeerauto of caravan, dan wel enig ander onderkomen of enig ander voertuig of gewezen voertuig of gedeelte daarvan, voor zover geen bouwwerk zijnde waarvoor ingevolge de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht een omgevingsvergunning voor het bouwen vereist is, een en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf;

  1. Kantoor(ruimte): een gebouw of een gedeelte daarvan, dat dient voor het beroepsmatig/ bedrijfsmatig verlenen van diensten op financieel, administratief, juridisch en ontwerptechnisch of een hiermee naar aard gelijk te stellen gebied, waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen;

  1. Landschappelijke waarde: de aan een gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het waarneembare deel van het aardoppervlak, die wordt bepaald door de onderlinge samenhang en beïnvloeding van de levende en niet-levende natuur;

  1. Maatschappelijke activiteit: een educatieve, medische, sociale, culturele, levensbeschouwelijke, sport- of recreatieve activiteit dan wel een activiteit ten behoeve van openbare dienstverlening;

  1. Maatvoeringsgrens: de grens van een maatvoeringsvlak;

  1. Maatvoeringsvlak: een geometrisch bepaald vlak waarmee de gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels voor bepaalde bouwwerken eenzelfde maatvoering geldt;

  1. Natuurwetenschappelijke waarde: de aan een gebied toegekende waarde, gekenmerkt door geologische, geomorfologische, bodemkundige en biologische elementen, zowel afzonderlijk als in onderlinge samenhang;

  1. Nutsvoorziening: een voorziening ten behoeve van het openbaar nut, zoals een transformatorhuisje, schakelhuisje, duiker of gemaalgebouwtje;

  1. Ondergeschikte detailhandel: detailhandel binnen een andere bestemming, ten behoeve waarvan aansluitend op de hoofdfunctie een ruimte is ingericht, in oppervlakte ten hoogste 15% van de bedrijfsvloeroppervlakte van de hoofdfunctie tot ten hoogste 50 m², uitsluitend voor de verkoop van met de hoofdfunctie rechtstreeks verband houdende artikelen;

  1. Ondergeschikte horeca: een horecavoorziening binnen een andere bestemming, ten behoeve waarvan aansluitend op de hoofdfunctie een ruimte is ingericht, in oppervlakte ten hoogste 15% van de bedrijfsvloeroppervlakte van de hoofdfunctie tot ten hoogste 50 m²;

  1. Overkapping: een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voorzien van een gesloten dak;

  1. Passend in het straat- en bebouwingsbeeld:

  1. een goede verhouding tussen bouwmassa en open ruimte;

  2. een goede hoogte-/breedteverhouding tussen de bebouwing onderling;

  3. een samenhang in bouwvorm/architectonisch beeld tussen bebouwing die ruimtelijk op elkaar georiënteerd is;

  4. de cultuurhistorische samenhang in de omgeving;

  1. Peil:

  1. voor gebouwen waarvan de hoofdtoegang onmiddellijk grenst aan een weg: de hoogte van die weg (ter plaatse van de hoofdtoegang);

  2. bij ligging in het water: de gemiddelde hoogte van de aangrenzende oevers;

  3. in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het op het tijdstip van de inwerkingtreding van onderhavig bestemmingsplan bestaande aansluitende afgewerkte maaiveld;

  1. Seksinrichting: een voor publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in omvang alsof zij bedrijfsmatig is, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: een prostitutiebedrijf, waaronder begrepen een erotische massagesalon, seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;

  1. Staat van Bedrijfsactiviteiten: de Staat van Bedrijfsactiviteiten die deel uitmaakt van deze regels;

  1. Staat van Horeca-activiteiten: de Staat van Horeca-activiteiten die deel uitmaakt van deze regels;

  1. Standplaats: een ruimte voor het plaatsen van een kampeermiddel;

  1. Voorgevelrooilijn: een denkbeeldige dan wel op de verbeelding aangegeven lijn die strak loopt langs de voorgevel van een hoofdgebouw tot aan de perceelsgrenzen;

  1. Voorgevel van een hoofdgebouw: het naar de wegzijde gekeerde deel van een hoofdgebouw. Indien meerdere delen van het hoofdgebouw naar de weg gekeerd zijn, is de op de verbeelding aangegeven gevellijn bepalend;

  1. Webshop: de bedrijfsmatige verkoop van goederen uitsluitend via internet, waarbij ter plaatse:

  1. verkoop en betaling van goederen plaatsvindt;

  2. uitsluitend een voor het publiek toegankelijke afhaalruimte en beperkte showroom aanwezig is, waarbij sprake is van ondergeschikte detailhandel;

  1. Wgh-inrichting: een bedrijf als bedoeld in artikel 2.1 lid 3 van het Besluit omgevingsrecht dat in belangrijke mate geluidshinder kan veroorzaken;

  1. Woning: een hoofdgebouw, dan wel een onderdeel van een hoofdgebouw, dat dient voor de huisvesting van personen.

Artikel 2 Wijze Van Meten

Bij het toepassen van deze regels gelden de volgende aanwijzingen:

  1. Afstanden: afstanden van bouwwerken onderling alsmede afstanden van bouwwerken tot de perceelsgrens worden daar gemeten, waar deze afstanden het kleinst zijn;

  1. Bebouwd oppervlak: het bebouwd oppervlak van een bouwperceel of een ander terrein wordt bepaald door de oppervlakten van alle op een terrein gelegen bouwwerken bij elkaar op te tellen;

  1. Bebouwingspercentage: het bebouwingspercentage wordt berekend door het bebouwd oppervlak te delen door de oppervlakte van het bouwperceel of de oppervlakte van het maatvoeringsvlak waar het percentage is ingeschreven;

  1. Bouwhoogte van een bouwwerk: de bouwhoogte van een bouwwerk wordt gemeten vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een bouwwerk, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen zoals schoorstenen, antennes en naar aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;

  1. Breedte en diepte van een gebouw of ander bouwwerk: de breedte en diepte worden gemeten tussen (de lijnen getrokken door) de buitenzijde van de gevels en het hart van de scheidsmuren;

  1. Dakhelling: de dakhelling wordt gemeten langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;

  1. Goothoogte van een bouwwerk: de goothoogte van een bouwwerk wordt gemeten vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;

  1. Inhoud van een bouwwerk: de inhoud van een bouwwerk wordt gemeten tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;

  1. Oppervlakte van een bouwwerk: de oppervlakte van een bouwwerk wordt gemeten tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsplanregels

Artikel 3 Agrarisch

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Agrarisch' (A) aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. de bedrijfsvoering van grondgebonden agrarische bedrijven;

  2. aan huis gebonden beroeps- of bedrijfsactiviteiten;

  3. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van waarde - rijksmonument' tevens het behoud en de versterking van de aanwezige cultuurhistorisch waardevolle objecten en de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden;

  4. wegen, paden, parkeervoorzieningen, water, groenvoorzieningen, voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding en andere voorzieningen ten dienste van de bestemming.

3.2 Bouwregels

Op de gronden mogen, met in achtneming van de op de verbeelding aangegeven aanduidingen, de volgende bouwwerken worden gebouwd:

  1. niet voor bewoning bestemde gebouwen;

  2. per bedrijf maximaal één bedrijfswoning, tenzij op de verbeelding anders is bepaald;

  3. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

3.3 Nadere eisen

3.4 Afwijken van de bouwregels

3.5 Specifieke gebruiksregels

3.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden

Artikel 4 Bedrijf

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf' (B) aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. het uitoefenen van bedrijfsmatige activiteiten voor zover deze voorkomen in de categorieën 1 en 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten:

  2. ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening': uitsluitend een nutsvoorziening;

  3. ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen': tevens een verkooppunt voor motorbrandstoffen, met dien verstande dat de verkoop van lpg niet is toegestaan;

  4. detailhandel en kantoren als ondergeschikte nevenactiviteit bij de ter plaatse uitgeoefende activiteiten;

  5. detailhandelsbedrijven die gericht zijn op de verkoop van auto’s, motorrijwielen, boten, caravans;

  6. webshops;

  7. wegen, paden, parkeervoorzieningen, water, groenvoorzieningen, tuinen, erven, voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding, andere voorzieningen ten dienste van de bestemming en nutsvoorzieningen.

4.2 Bouwregels

Op de gronden mogen, met in achtneming van de op de verbeelding aangegeven aanduidingen, de volgende bouwwerken worden gebouwd:

  1. niet voor bewoning bestemde gebouwen;

  2. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

4.3 Nadere eisen

4.4 Afwijken van de bouwregels

4.5 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken gelden de volgende regels:

  1. tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  1. het gebruiken van de gronden voor opslag van goederen, waaronder begrepen puin, ter plaatse van onbebouwde gronden tot een gezamenlijke hoogte van meer dan 6 meter;

  2. vestiging van zelfstandige kantoren;

  1. bij webshops mag maximaal 15% van het totale bedrijfsvloeroppervlak worden ingericht als showroom met een maximum van 50 m²;

  2. vuurwerkbedrijven zijn niet toegestaan;

  3. Wgh-inrichtingen zijn niet toegestaan.

4.6 Afwijken van de gebruiksregels

4.7 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 5 Detailhandel

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Detailhandel' (DH) aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. detailhandel;

  2. de huisvesting van personen in een woning;

  3. aan huis gebonden beroeps- of bedrijfsactiviteiten;

  4. parkeervoorzieningen, tuinen, erven, paden, voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding en andere voorzieningen ten dienste van de bestemming.

5.2 Bouwregels

Op de gronden mogen, met in achtneming van de op de verbeelding aangegeven aanduidingen, de volgende bouwwerken worden gebouwd:

  1. hoofdgebouwen;

  2. bijbehorende bouwwerken;

  3. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

5.3 Nadere eisen

5.4 Afwijken van de bouwregels

5.5 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken gelden de volgende regels:

  1. het gebruik van hoofdgebouwen ten behoeve van detailhandel is uitsluitend op de begane grond toegestaan;

  2. het gebruik van hoofdgebouwen ten behoeve van wonen is uitsluitend op de verdiepingen toegestaan;

  3. detailhandel in en opslag van brand- en explosiegevaarlijke stoffen is niet toegestaan;

  4. het gebruik van achtererven als horecaterras en/of speeltuin en voor opslag is niet toegestaan.

5.6 Afwijken van de gebruiksregels

Artikel 6 Dienstverlening

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Dienstverlening' (DV) aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. dienstverlening;

  2. parkeervoorzieningen, tuinen, erven, paden, voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding en andere voorzieningen ten dienste van de bestemming.

6.2 Bouwregels

Op de gronden mogen, met in achtneming van de op de verbeelding aangegeven aanduidingen, de volgende bouwwerken worden gebouwd:

  1. niet voor bewoning bestemde gebouwen;

  2. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

6.3 Nadere eisen

6.4 Afwijken van de bouwregels

6.5 Afwijken van de gebruiksregels

Artikel 7 Gemengd

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd' (GD) aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. detailhandel, met dien verstande dat per bouwperceel het totale vloeroppervlak voor detailhandel niet meer mag bedragen dan 250 m²;

  2. horecabedrijven voor zover deze voorkomen in categorie 1 van de Staat van Horeca-activiteiten;

  3. dienstverlening;

  4. maatschappelijke activiteiten;

  5. kantoren, met dien verstande dat het bruto vloeroppervlak niet meer mag bedragen dan 200 m² per bouwperceel;

  6. de huisvesting van personen in een woning;

  7. aan huis gebonden beroeps- of bedrijfsactiviteiten;

  8. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - wonen en detailhandel': uitsluitend voor het wonen en detailhandel;

  9. parkeervoorzieningen, tuinen, erven, paden, voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding en andere voorzieningen ten dienste van de bestemming.

7.2 Bouwregels

Op de gronden mogen, met in achtneming van de op de verbeelding aangegeven aanduidingen, de volgende bouwwerken worden gebouwd:

  1. hoofdgebouwen;

  2. bijbehorende bouwwerken;

  3. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

7.3 Nadere eisen

7.4 Afwijken van de bouwregels

7.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  1. detailhandel in volumineuze goederen;

  2. detailhandel in en opslag van brand- en explosiegevaarlijke stoffen;

  3. het gebruik van achtererven van horecabedrijven als horecaterras en/of speeltuin en voor opslag;

  4. het gebruik van hoofdgebouwen ten behoeve van detailhandel en horeca op de verdieping(en).

7.6 Afwijken van de gebruiksregels

Artikel 8 Groen

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen' (G) aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. plantsoenen, groenvoorzieningen, speelvoorzieningen, beplanting, parken, bermstroken en bermsloten;

  2. waterpartijen, watergangen en andere voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding;

  3. (voet- en fiets)paden, bruggen, straatmeubilair, afvalverzamelvoorzieningen, nutsvoorzieningen en geluidwerende voorzieningen;

  4. voorwerpen van beeldende kunst en gedenktekens.

8.2 Bouwregels

Op de gronden mogen, met in achtneming van de op de verbeelding aangegeven aanduidingen, de volgende bouwwerken worden gebouwd:

  1. niet voor bewoning bestemde gebouwen;

  2. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

8.3 Nadere eisen

8.4 Afwijken van de bouwregels

8.5 Afwijken van de gebruiksregels

Artikel 9 Horeca

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Horeca' (H) aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. horecabedrijven voor zover deze voorkomen in categorie 1 en 2 van de Staat van Horeca-activiteiten;

  2. de huisvesting van personen in een woning;

  3. aan huis gebonden beroeps- of bedrijfsactiviteiten;

  4. parkeervoorzieningen, tuinen, erven, paden, voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding en andere voorzieningen ten dienste van de bestemming.

9.2 Bouwregels

Op de gronden mogen, met in achtneming van de op de verbeelding aangegeven aanduidingen, de volgende bouwwerken worden gebouwd:

  1. hoofdgebouwen;

  2. bijbehorende bouwwerken;

  3. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

9.3 Nadere eisen

9.4 Afwijken van de bouwregels

9.5 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken gelden de volgende regels:

  1. het gebruik van de hoofdgebouwen ten behoeve van horeca is uitsluitend op de begane grond toegestaan;

  2. het gebruik van de hoofdgebouwen ten behoeve van wonen is uitsluitend op de verdiepingen toegestaan;

  3. het gebruik van achtererven als horecaterras en/of speeltuin en voor opslag is niet toegestaan.

9.6 Afwijken van de gebruiksregels

9.7 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 10 Kantoor

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Kantoor' (K) aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. het bedrijfsmatig uitoefenen van administratieve werkzaamheden ten behoeve van derden;

  2. de huisvesting van personen in een woning;

  3. aan huis gebonden beroeps- of bedrijfsactiviteiten;

  4. parkeervoorzieningen, tuinen, erven, paden, voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding en andere voorzieningen ten dienste van de bestemming.

10.2 Bouwregels

Op de gronden mogen, met in achtneming van de op de verbeelding aangegeven aanduidingen, de volgende bouwwerken worden gebouwd:

  1. hoofdgebouwen;

  2. bijbehorende bouwwerken;

  3. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

10.3 Nadere eisen

10.4 Afwijken van de bouwregels

Artikel 11 Maatschappelijk

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk' (M) aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. maatschappelijke activiteiten;

  2. detailhandel en horeca als ondergeschikte nevenactiviteit bij de ter plaatse uitgeoefende activiteiten;

  3. parkeervoorzieningen, tuinen, erven, paden, voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding en andere voorzieningen ten dienste van de bestemming.

11.2 Bouwregels

Op de gronden mogen, met in achtneming van de op de verbeelding aangegeven aanduidingen, de volgende bouwwerken worden gebouwd:

  1. hoofdgebouwen;

  2. bijbehorende bouwwerken;

  3. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

11.3 Nadere eisen

11.4 Afwijken van de bouwregels

Artikel 12 Sport

12.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Sport' (S) aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. het uitoefenen van sportactiviteiten;

  2. sport- en speelvelden;

  3. horeca als ondergeschikte nevenactiviteit bij de ter plaatse uitgeoefende activiteiten;

  4. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van waarde - rijksmonument' tevens het behoud en de versterking van de aanwezige cultuurhistorisch waardevolle objecten en de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden;

  5. wegen, paden, parkeervoorzieningen, water, groenvoorzieningen, tuinen, erven, voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding, andere voorzieningen ten dienste van de bestemming en nutsvoorzieningen.

12.2 Bouwregels

Op de gronden mogen, met in achtneming van de op de verbeelding aangegeven aanduidingen, de volgende bouwwerken worden gebouwd:

  1. niet voor bewoning bestemde gebouwen;

  2. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

12.3 Nadere eisen

12.4 Afwijken van de bouwregels

Artikel 13 Tuin

13.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Tuin' (T) aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. tuinen, behorende bij de op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouwen;

  2. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van waarde - rijksmonument' tevens het behoud en de versterking van de aanwezige cultuurhistorisch waardevolle objecten en de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden;

  3. voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding.

13.2 Bouwregels

Op de gronden mogen, met in achtneming van de op de verbeelding aangegeven aanduidingen, de volgende bouwwerken worden gebouwd:

  1. niet voor bewoning bestemde gebouwen;

  2. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

13.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend:

  1. het gebruik van gronden voor de stalling en opslag van (aan het oorspronkelijk gebruik onttrokken) voer-, vaar- of vliegtuigen en kampeermiddelen;

  2. het gebruik van gronden voor het storten van puin en afvalstoffen;

  3. het gebruik van gronden voor reclamedoeleinden.

Artikel 14 Verkeer

14.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer' (V) aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. wegen, bruggen, straten en paden;

  2. ter plaatse van de aanduiding 'garagebox': uitsluitend autoboxen ten behoeve van de stalling van vervoermiddelen dan wel voor huishoudelijke berg- en werkruimte;

  3. ter plaatse van de aanduiding 'railverkeer': spoorwegen met bijbehorende voorzieningen;

  4. bij deze doeleinden behorende voorzieningen zoals pleinen, terrassen, markten, standplaatsen, parkeervoorzieningen, groen, water, waterhuishoudkundige voorzieningen, nutsvoorzieningen, sport- en speelvoorzieningen, jongerenontmoetingsplaatsen, straatmeubilair, geluidwerende voorzieningen, kiosken, afvalverzamelvoorzieningen, reclame-uitingen, voorwerpen van beeldende kunst en gedenktekens.

14.2 Bouwregels

Op de gronden mogen, met in achtneming van de op de verbeelding aangegeven aanduidingen, de volgende bouwwerken worden gebouwd:

  1. niet voor bewoning bestemde gebouwen;

  2. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

14.3 Nadere eisen

14.4 Afwijken van de bouwregels

14.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  1. het in gebruik nemen van onbebouwde gronden ten behoeve van opslagdoeleinden. Het opslaan in open ruimten van bouwmaterialen, puin en specie is uitsluitend toegestaan in verband met normale onderhoudswerkzaamheden dan wel ter verwezenlijking van de bestemming.

Artikel 15 Water

15.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Water' (WA) aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. wateraanvoer en -afvoer, waterberging, waterhuishouding, paden, waterpartijen, vijvers en (primaire) waterlopen, alsmede voor bruggen, dammen, groenvoorzieningen, speelvoorzieningen, voorzieningen ten dienste van de waterkering en nutsvoorzieningen;

  2. bij deze doeleinden behorende voorzieningen, zoals bermen, bermsloten en beplantingen.

15.2 Bouwregels

Op de gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:

  1. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

15.3 Afwijken van de bouwregels

15.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  1. het innemen van ligplaatsen voor woonboten.

Artikel 16 Wonen

16.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' (W) aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. de huisvesting van personen in een woning;

  2. aan huis gebonden beroeps- of bedrijfsactiviteiten;

  3. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf aan huis': aan huis gebonden beroeps- of bedrijfsactiviteiten met een netto vloeroppervlak van maximaal 60 m²;

  4. ter plaatse van de aanduiding 'garage': uitsluitend autoboxen ten behoeve van de stalling van vervoermiddelen dan wel voor huishoudelijke berg- en werkruimte;

  5. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - schuur': uitsluitend de opslag en berging van goederen en stoffen waarvoor geen melding hoeft te worden gedaan dan wel een vergunning is vereist op grond van milieuwetgeving en/of het hobbymatig houden van dieren;

  6. parkeervoorzieningen, tuinen, erven, paden, voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding en andere voorzieningen ten dienste van de bestemming.

16.2 Bouwregels

Op de gronden mogen, met in achtneming van de op de verbeelding aangegeven aanduidingen, de volgende bouwwerken worden gebouwd:

  1. hoofdgebouwen;

  2. bijbehorende bouwwerken;

  3. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

16.3 Nadere eisen

16.4 Afwijken van de bouwregels

16.5 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 17 Waarde - Archeologie 1

17.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde – Archeologie 1' (WR-A1) aangewezen gronden zijn primair bestemd voor het behoud van het ter plaatse aanwezige archeologisch waardevol gebied en van de ter plaatse aanwezige vindplaatsen, voor zover niet beschermd van rijkswege.

17.2 Bouwregels

17.3 Specifieke gebruiksregels

17.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden

17.5 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 18 Waarde - Archeologie 2

18.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde – Archeologie 2' (WR-A2) aangewezen gronden zijn primair bestemd voor het behoud van het ter plaatse aanwezige archeologisch waardevol gebied en van de ter plaatse aanwezige vindplaatsen, voor zover niet beschermd van rijkswege.

18.2 Bouwregels

18.3 Specifieke gebruiksregels

18.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden

18.5 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 19 Waarde - Cultuurhistorie

19.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Cultuurhistorie' (WR-C) aangewezen gronden zijn, naast de daarvoor aangewezen andere bestemming(en), primair bestemd voor het behoud, het herstel en de versterking van de cultuurhistorische en ruimtelijke waarden van het beschermde dorpsgezicht.

19.2 Bouwregels

19.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in artikel 19.2.1, met inachtneming van de volgende bepalingen:

  1. omgevingsvergunning wordt slechts verleend indien en voor zover geen onevenredige schade wordt toegebracht aan dan wel herstel is verzekerd van de cultuurhistorische en ruimtelijke waarden van het beschermde dorpsgezicht;

  2. alvorens te beslissen omtrent een omgevingsvergunning winnen burgemeester en wethouders schriftelijk advies in bij de monumentencommissie over de vraag of door de voorgenomen bouwactiviteiten de waarden van het beschermde dorpsgezicht niet onevenredig worden geschaad en over de eventueel te stellen voorwaarden.

19.4 Specifieke gebruiksregels

19.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden

19.6 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk

Artikel 20 Leiding - Water

20.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Water' (L-W) aangewezen gronden zijn, naast de daarvoor aangewezen andere bestemming(en), primair bestemd voor de instandhouding en bescherming van waterleidingen en de daarbij behorende voorzieningen.

20.2 Bouwregels

20.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in artikel 20.2.1 sub b, met inachtneming van de volgende bepalingen:

  1. de bij de betrokken bestemming behorende regels worden in acht genomen;

  2. het belang van de leiding wordt door de bouwactiviteiten niet geschaad;

  3. alvorens omtrent een afwijking te beslissen, winnen burgemeester en wethouders schriftelijk advies in bij de leidingbeheerder over de vraag of door de voorgenomen bouwactiviteiten het belang van de leiding niet wordt geschaad.

20.4 Specifieke gebruiksregels

20.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden

Hoofdstuk 3 Algemene Regels

Artikel 21 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 22 Algemene Bouwregels

22.1 Bestaande maten

  1. de bestaande afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen die meer bedragen dan in hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen als ten hoogste toelaatbaar worden aangehouden;

  2. de bestaande afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen die minder bedragen dan in hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen als ten minste toelaatbaar worden aangehouden;

  3. in geval van herbouw is het bepaalde onder artikel 21.1 sub a en b uitsluitend van toepassing, indien de herbouw op dezelfde plaats plaatsvindt.

22.2 Overschrijding bouwgrenzen

De bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, mogen in afwijking van de verbeelding en hoofdstuk 2 uitsluitend worden overschreden door:

  1. tot gebouwen behorende stoepen, stoeptreden, trappen(huizen), galerijen, hellingbanen, erkers, funderingen, balkons, entreeportalen, veranda's en afdaken, alsmede andere ondergeschikte onderdelen van gebouwen, mits de overschrijding niet meer dan 1,5 meter bedraagt.

22.3 Parkeergelegenheid en laad- en losruimte

Bij de uitoefening van de bevoegdheid tot het verlenen van een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit geldt de regel dat voldoende parkeergelegenheid voor auto’s wordt gerealiseerd, alsook, indien de bestemming van een gebouw daartoe aanleiding geeft, voldoende ruimte voor het laden en lossen van goederen, met dien verstande dat:

  1. voldoende parkeergelegenheid betekent dat wordt voldaan aan de normen in het ‘Parkeerbeleidsplan 2009 - 2020' (vastgesteld door de gemeenteraad d.d. 18 februari 2010), zoals opgenomen in bijlage 3 bij de regels, of, indien dit document gedurende de planperiode wordt gewijzigd, aan de normen die in deze wijziging worden opgenomen;

  2. indien het bedoelde onder a. onvoldoende uitsluitsel geeft over het te realiseren aantal parkeerplaatsen, de parkeerkencijfers van het CROW worden toegepast;

  3. parkeergelegenheid en laad- en losruimte op eigen terrein wordt gerealiseerd en in stand wordt gehouden.

22.4 Afwijkingsbevoegdheid

Artikel 23 Algemene Gebruiksregels

Het is verboden de in de dit plan begrepen gronden, gebouwen en bouwwerken te gebruiken, te doen of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel strijdig met de in dit plan aan de grond gegeven bestemming. Tot het verboden gebruik wordt in ieder geval gerekend het gebruiken, te doen of te laten gebruiken van gronden voor de exploitatie van een seksinrichting, een escortbedrijf en raam- en straatprostitutie.

Verder wordt onder strijdig gebruik in ieder geval verstaan:

  1. onbebouwde gronden te gebruiken of te laten gebruiken:

- als opslagplaats voor bagger en grondinspectie;

- als opslagplaats voor vaten, kisten, al dan niet voor gebruik geschikte werktuigen en machines of onderdelen daarvan, oude en nieuwe (bouw)materialen en afval;

- puin, grind of brandstoffen.

Artikel 24 Algemene Aanduidingsregels

24.1 Vrijwaringszone molenbiotoop

Artikel 25 Algemene Afwijkingsregels

25.1 Afwijkingsbevoegdheid

Artikel 26 Algemene Wijzigingsregels

26.1 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 27 Algemene Procedureregels

27.1 Procedure bij toepassing wijzigingsbevoegdheid

Indien in de regels naar deze bepaling is verwezen, is op de voorbereiding van een besluit tot wijziging van een bestemmingsplan de in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht geregelde procedure van toepassing.

Artikel 28 Strafbepaling

Overtreding van het bepaalde in artikel 3.6.1, 17.4.1, 18.4.1, 19.5.1, 19.6.1 en 20.5.1een strafbaar feit in de zin van artikel 1a onder 2 van de Wet op de economische delicten.

Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels

Artikel 29 Overgangsrecht

29.1 Overgangsrecht gebruik

  1. het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet;

  2. het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in artikel 28.1 sub a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind;

  3. indien het gebruik, bedoeld in artikel 28.1 sub a, na de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten;

  4. artikel 28.1 sub a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsregels van dat plan.

29.2 Overgangsrecht bouwwerken

  1. een bouwwerk dat op het tijdstip van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,

- gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;

- na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk teniet is gedaan;

  1. burgemeester en wethouders kunnen eenmalig afwijken van artikel 28.2 sub a voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in artikel 28.2 sub a met maximaal 10%;

  2. artikel 28.2 sub a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

Artikel 30 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als: regels van het bestemmingsplan ''Bebouwde Kom Kloetinge".

BIJLAGEN

Bijlage 1: Staat van Horeca-activiteiten

Bijlage 2: Staat van Bedrijfsactiviteiten

Bijlage 3: Parkeerbeleidsplan 2009-2020