Gouden Ham/De Schans
Bestemmingsplan - gemeente West Maas en Waal
Vastgesteld op 12-09-2013 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
In het plan wordt verstaan onder:
plan
het bestemmingsplan Gouden Ham/De Schans van de gemeente West Maas en Waal;
bestemmingsplan
de geometrische bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0668.GoudenHamdeSchans-BOH1 met bijbehorende regels en bijlage;
aan huis gebonden beroep
een dienstverlenend beroep, dat door de gebruiker van een woning in die woning of een bijbehorend bijgebouw uitgeoefend wordt, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is;
aanduiding
een geometrisch bepaald vlak of figuur waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
aanduidingsgrens
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
agrarisch bedrijf
een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren;
agrarisch hulpbedrijf
een niet- industrieel bedrijf dat is gericht op het leveren van dieren, goederen en diensten aan agrarische bedrijven dan wel op het verwerken of opslaan van dieren en goederen, die afkomstig zijn van agrarische bedrijven;
agrarisch verwant bedrijf
een bedrijf dat gericht is op het leveren van diensten en goederen aan agrarische bedrijven zoals het bewerken, vervoeren en/of verhandelen van agrarische producten en bedrijven die zich richten op een combinatie van agrarische- en zorgfuncties. Voorbeelden van agrarisch verwante bedrijven zijn loonbedrijven, veehandelsbedrijven, dierenklinieken voor grootvee, groothandels in agrarische gewassen en zorgboerderijen;
bebouwing
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
bedrijf
een inrichting of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten, aan huis gebonden beroepen daaronder niet begrepen;
bedrijfsgebouw
een gebouw ten behoeve van een bedrijf;
bedrijfswoning
één woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting ter plaatse noodzakelijk is, gelet op het feitelijk gebruik van het gebouw en/of terrein in overeenstemming met de bestemming;
bestaand
- a. bij bouwwerken: een bouwwerk dat op het moment van inwerkingtreding van het plan bestaat of wordt gebouwd, dan wel nadien kan worden gebouwd krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, waarvoor de aanvraag voor het tijdstip van inwerkingtreding is ingediend, tenzij in de regels anders is bepaald;
- b. bij gebruik: het gebruik dat op het moment van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan bestaat en in overeenstemming is met het voorheen geldend planologische regime;
bestemmingsgrens
de grens van een bestemmingsvlak;
bestemmingsvlak
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
bijgebouw
hieronder worden begrepen:
aanbouw: een met het hoofdgebouw verbonden grondgebonden bouwwerk van één bouwlaag een geheel vormend met het hoofdgebouw, dat door zijn verschijningsvorm in bouwkundig, (constructie), architectonisch en/of ruimtelijk visueel (ligging, maatvoering, kapvorm, dakhelling) als in functioneel opzicht ondergeschikt is aan en in een directe verbinding staat met het hoofdgebouw, een toevoeging van een afzonderlijke ruimte inhoudt en uit minimaal 2 gesloten wanden bestaat;
aangebouwd bijgebouw: een met het hoofdgebouw verbonden grondgebonden bouwwerk van één bouwlaag al dan niet met kap, een geheel vormend met het hoofdgebouw, dat door zijn verschijningsvorm in bouwkundig, (constructie), architectonisch en/of ruimtelijk visueel (ligging, maatvoering, kapvorm, dakhelling) als in functioneel opzicht ondergeschikt is aan en niet in een directe verbinding staat met het hoofdgebouw, een toevoeging van een afzonderlijke ruimte inhoudt en uit minimaal 2 gesloten wanden bestaat;
vrijstaand bijgebouw: een vrijstaand gebouw dat zowel in bouwkundig (constructie) architectonisch en/of ruimtelijk visueel (ligging, maatvoering, kapvorm, dakhelling) als in functioneel opzicht ondergeschikt is aan het op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw en uit minimaal 2 gesloten wanden bestaat;
bouwen
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
bouwgrens
de grens van een bouwvlak;
bouwperceel
een aaneengesloten stuk grond, waarop krachtens het plan een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
bouwperceelgrens
de grens van een bouwperceel;
bouwvlak
een geometrisch bepaald vlak, waarmee de gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
bouwwerk
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
carport
een bouwwerk, al dan niet een gebouw zijnde, die dient voor de stalling van een motorvoertuig;
chalet
een stacaravan met de uitstraling van een recreatiewoning;
dagrecreatie
vormen van recreatie, die in principe plaatsvinden tussen zonsopgang en zonsondergang en niet gericht zijn op het verstrekken van nachtverblijf;
detailhandel
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder de uitstalling ten verkoop, verkopen en/of leveren van goederen aan degenen die deze goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
drijvende woning
een gebouw dat is gebouwd op het water ten behoeve van een woning;
ecologische waarden
de aan een gebied toegekende waarde, gekenmerkt door de onderlinge betrekkingen tussen dieren en planten en de omgeving waarin zij leven;
erf
een al dan niet omheind stuk grond, in ruimtelijk opzicht horende bij, in functioneel opzicht ten dienste van, en in feitelijk opzicht direct aansluitend aan een woning, dat in beginsel behoort tot het perceel waarop de woning is geplaatst;
evenement
een één of meerdaagse voor het publiek toegankelijke verrichting van vermaak;
extensieve dagrecreatie
die vormen van openluchtrecreatie, waarbij in het algemeen het beleven van rust voorop staat en het aantal recreanten per oppervlakte-eenheid beperkt is. Voorbeelden zijn fietsen en wandelen;
gebouw
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
gebruiken
gebruiken, het doen gebruiken, laten gebruiken en in gebruik geven;
groepskamperen
het gelegenheid geven op een daarvoor bedoeld kampeerterrein tot het plaatsen of geplaatst houden van kampeermiddelen door groepen uitgaande van een vereniging of andere organisatie met een doelstelling van sociale, culturele, educatieve of wetenschappelijke aard, gedurende een korte, aangesloten periode;
hoofdgebouw
een gebouw dat, gezien zijn bestemming, vorm of gebruik, als het belangrijkste bouwwerk op een bouwperceel kan worden aangemerkt;
- waaronder begrepen een uitbouw: een met het hoofdgebouw verbonden grondgebonden bouwwerk van één bouwlaag een geheel vormend met het hoofdgebouw, dat door zijn verschijningsvorm in bouwkundig (constructie), architectonisch en/of ruimtelijk visueel (ligging, maatvoering, kapvorm, dakhelling) als in functioneel opzicht ondergeschikt is aan en in een directe verbinding staat met het hoofdgebouw, een vergroting van een bestaande ruimte inhoudt en uit minimaal 2 gesloten wanden bestaat;
- met uitzondering van bijgebouwen;
hoofdverblijf
de plaats die fungeert als het centrum van de sociale en maatschappelijke activiteiten van betrokkene(n);
horeca
het bedrijfsmatig verstrekken van ter plaatse te nuttigen voedsel en dranken, het bedrijfsmatig exploiteren van zaalaccommodatie en/of het bedrijfsmatig verstrekken van nachtverblijf;
jachthaven
een bedrijfsmatig geëxploiteerde verzameling van vaste ligplaatsen onder gemeenschappelijk beheer ten behoeve van recreatievaartuigen;
kampeermiddel
tent, tentwagen, kampeerauto of caravan dan wel enig ander onderkomen of enig ander voertuig of gewezen voertuig of gedeelte daarvan, voor zover geen bouwwerk zijnde waarvoor ingevolge artikel 2.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht een omgevingsvergunning voor het bouwen vereist is; een en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf;
kampeerterrein
terrein of plaats, geheel of gedeeltelijk ingericht, en blijkens die inrichting bestemd, om daarop gelegenheid te geven tot het plaatsen of geplaatst houden van kampeermiddelen ten behoeve van recreatief nachtverblijf;
kiosk
een gebouw waarin de bedrijfsuitoefening hoofdzakelijk is gericht op het tegen vergoeding verstrekken van eenvoudige etenswaren en dranken, waarbij de verkoop zich uitsluitend aan het loket voltrekt;
kleinschalige dagrecreatie
vormen van recreatie met een beperkte omvang en uitstraling en gericht op het beleven van het buitengebied, zoals: verhuur van fietsen, verhuur van kano's, verhuur van huifkarren, pony's, bezoek kaasboerderij, tuinbezichtiging en bezichtiging van een historische boerderij. Onder kleinschalige recreatie als nevenactiviteit bij een agrarisch bedrijf wordt verstaan vormen van kleinschalige dagrecreatie en extensieve verblijfsrecreatie als nevenfunctie bij een agrarisch bedrijf;
kleinschalige horeca
kleinschalige horecabedrijven die gericht zijn op het verstrekken van maaltijden en dranken voor gebruik ter plaatse en die gerelateerd zijn aan de recreatieve functie van het buitengebied. Voorbeelden hiervan zijn (pannenkoeken-)restaurants, eethuizen en ijssalons (begripsomschrijving VAB-beleid);
kleinschalige verblijfsrecreatie in bestaande bebouwing
een verblijfsrecreatieve voorziening in de bestaande bebouwing (woonbebouwing, bijgebouwen) van maximaal 5 overnachtingsplaatsen ondergeschikt aan een hoofdfunctie;
landschapswaarden
de aan een gebied toegekende waarde in visueel-ruimtelijk en/of cultuurhistorisch en/of ecologisch opzicht (een en ander zoals nader omschreven is in de bij het plan behorende toelichting);
nevenactiviteit
een activiteit ondergeschikt aan de hoofdactiviteit in zowel omvang (m2), omzet (€) als de effecten op het woon- en leefklimaat;
niet-grondgebonden agrarisch bedrijf
een agrarisch bedrijf dat niet geheel van de grond als agrarisch productiemiddel afhankelijk is, zoals een varkens-, kalver- of pluimveehouderij of -fokkerij, eendenmesterij of -fokkerij, pelsdierhouderij, witlof- of champignonkwekerij;
normaal onderhoud, gebruik en beheer
werkzaamheden die ter plaatse regelmatig terugkeren, teneinde tot een goed beheer van de gronden te komen; hieronder vallen niet de incidentele ingrepen in bijvoorbeeld de cultuurtechnische situatie of werkzaamheden die een onherstelbare aantasting betekenen van de aan een gebied toegekende waarde;
omgevingsvergunning
een vergunning als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
een vergunning als bedoeld in artikel 3.3 onder a van de Wet ruimtelijke ordening;
opslagbedrijf
een bedrijf gericht op het bewaren van goederen, waaronder agrarische producten, materialen en stoffen zonder dat ter plaatse sprake is van productie, verwerking, handel of soortgelijke activiteiten;
overkapping
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, omsloten door maximaal één wand en voorzien van een gesloten dak;
overnachtingsplaats
een plaats bedoeld voor het bieden van mogelijkheden tot overnachting, waarbij geldt dat 1 bed voor 1 persoon is bedoeld en dus 1 slaapplaats is;
paardenbak
een omheind terrein waarvan de natuurlijke bovenlaag is vervangen door zand of ander doorlatend materiaal ten behoeve van het africhten, trainen en berijden van paarden en pony's en het anderszins beoefenen van de paardensport;
permanente bewoning
bewoning door (het huishouden van) een persoon of door daarmee gelijk te stellen groep van personen van een recreatiewoning, stacaravan of andere voor wisselende bewoning bedoelde ruimte als hoofdverblijf c.q. vaste woon- of verblijfplaats;
peil
- a. voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
- b. voor gebouwen in het talud van de dijk: de gemiddelde hoogte van het bestaande aansluitende afgewerkte maaiveld ter plaatse van de van de dijk afgekeerde zijde van het gebouw;
- c. indien in of op het water wordt gebouwd: de hoogte van het terrein ter plaatse van het meest nabij gelegen punt waar het water grenst aan het vaste land;
- d. in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het bestaande aansluitende afgewerkte maaiveld;
prostitutiebedrijf
een inrichting of instelling gericht op het tegen betaling doen plaatsvinden van seksuele omgang met prostituees op een naar buiten toe kenbare wijze, zoals een bordeel of escortservice;
recreatieappartement
een permanent ter plaatse aanwezig voor wisselende bewoning bedoeld gebouw, geen woonkeet en geen caravan of ander bouwsel op wielen zijnde, bestemd om uitsluitend door (het huishouden van) een persoon of daarmee gelijk te stellen groep van personen dat/die zijn hoofdverblijf elders heeft, gedurende een gedeelte van het jaar te worden bewoond, waarbij geldt dat er sprake is van één of meerdere zelfstandige units/eenheden in een gebouw (bestaand of nieuw);
recreatievaartuig
elk vaartuig gebruikt voor recreatieve doeleinden;
recreatiewoning
een permanent ter plaatse aanwezig voor wisselende bewoning bedoeld gebouw, geen woonkeet en geen caravan of ander bouwsel op wielen zijnde, bestemd om uitsluitend door (het huishouden van) een persoon of daarmee gelijk te stellen groep van personen dat/die zijn hoofdverblijf elders heeft, gedurende een gedeelte van het jaar te worden bewoond;
rivierbed van de Maas
het gebied dat in de Waterwet en in het bijbehorende Koninklijk Besluit (Waterbesluit) van 22 december 2009 is begrensd;
seksinrichting
de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub, of een prostitutiebedrijf, waaronder begrepen een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar;
stacaravan
een kampeermiddel in de vorm van een caravan of soortgelijk onderkomen op wielen, dat mede gelet op de afmetingen, kennelijk niet bestemd is om regelmatig en op normale wijze op de verkeerswegen ook over grotere afstanden als een aanhangsel van een auto te worden voortbewogen;
standplaats
een in of op het (kampeer)terrein aangegeven, zichtbaar gemarkeerde plek, d.m.v. nummering, stroomvoorziening, erfafscheiding of anderszins, voor het tijdelijk plaatsen van een kampeermiddel ten behoeve van recreatief nachtverblijf. Een bijzettentje wordt hierbij niet als afzonderlijk kampeermiddel aangemerkt;
toeristisch kamperen
kamperen met kampeermiddelen waarbij het kampeermiddel gedurende maximaal zes weken op dezelfde locatie mag staan;
trekkershut
een gebouw van beperkte omvang ten behoeve van een kortstondig recreatief (nacht)verblijf door passanten;
uitvoeren
uitvoeren, het doen uitvoeren, laten uitvoeren en in uitvoering geven;
voorgevel
de naar de weg gekeerde gevel van een gebouw of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg gekeerde gevel, de gevel die op het moment van inwerkingtreding van het plan kennelijk als zodanig diende te worden aangemerkt;
voorgevellijn
de lijn waarin de voorgevel van een bouwwerk is gelegen alsmede het verlengde daarvan;
voorkeursgrenswaarde
ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting;
voorzieningen van openbaar nut
voorzieningen ten behoeve van het op het openbare net aangesloten nutsvoorziening, het telecommunicatieverkeer, het openbaar vervoer en/of het wegverkeer;
wijziging
een wijziging als bedoeld in artikel 3.6 eerste lid onder a van de Wet ruimtelijke ordening;
woning
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden;
woonboot/woonschip
een vaartuig ten behoeve van een woning;
zorgboerderij
een (deel van een) agrarisch bedrijf waar mensen met een zorg of hulpvraag een dagbesteding hebben of meewerken.
Artikel 2 Wijze Van Meten
2.1
Bij de toepassing van de regels van het plan wordt als volgt gemeten:
afstand tot de zijdelingse perceelsgrens
tussen de zijdelingse grens van het bouwperceel en een bepaald punt van het bouwwerk, waar die afstand het kortst is;
de bouwhoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk geen gebouwen zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
de goothoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
de inhoud van een bouwwerk
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
de oppervlakte van een bouwwerk
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
de ondergrondse bouwdiepte van een bouwwerk
vanaf het bouwkundig peil tot het diepste punt van het bouwwerk, de fundering niet meegerekend.
2.2
Voor wat betreft woningen wordt bij de toepassing van de bepalingen van artikel 2.1 niet meegerekend voor de:
inhoud
bijgebouwen;
bouwhoogte
ondergeschikte bouwdelen, zoals schoorstenen, masten, lichtkoepels, windvanen en daksierelementen;
goothoogte
maximaal een derde van de gezamenlijke goot- en/of boeiboordlengten.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Agrarisch - Uiterwaarden
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Agrarisch - Uiterwaarden aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. de stroomvoerende en waterbergende functie in het rivierbed van de Maas;
- b. de waterhuishouding;
- c. de aanleg, het onderhoud en de verbetering van de waterkering en het vergroten van de afvoercapaciteit;
- d. de uitoefening van het agrarisch bedrijf;
- e. de instandhouding en ontwikkeling van landschapswaarden;
- f. extensieve dagrecreatie met bijbehorende wegen en paden;
- g. het stallen en aanleggen van boten alsmede een boothelling uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - aanlegplaats';
- h. natuurvriendelijke oevers;
met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ontsluitingsvoorzieningen, parkeervoorzieningen binnen het bouwvlak, groenvoorzieningen, tuinen en erven.
3.2 Bouwregels
3.3 Afwijken van de bouwregels
3.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
3.5 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders kunnen de gronden ter plaatse van de aanduiding 'Wro-zone - wijzigingsgebied 1' wijzigen in de bestemming Natuur mits dit niet leidt tot een verslechtering van:
- a. de stroomvoerende en waterbergende functie in het rivierbed van de Maas;
- b. de waterhuishouding;
- c. de mogelijkheden voor aanleg, het onderhoud en de verbetering van de waterkering en het vergroten van de afvoercapaciteit.
Artikel 4 Bedrijf - Nutsvoorziening
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Bedrijf - Nutsvoorziening uiterwaarden aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. de stroomvoerende en waterbergende functie in het rivierbed van de Maas;
- b. de waterhuishouding;
- c. de aanleg, het onderhoud en de verbetering van de waterkering en het vergroten van de afvoercapaciteit;
- d. voorzieningen van openbaar nut;
met bijbehorende bouwwerken en onbebouwde gronden.
4.2 Bouwregels
4.3 Afwijken van de bouwregels
Artikel 5 Horeca
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Horeca aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. de stroomvoerende en waterbergende functie in het rivierbed van de Maas;
- b. de waterhuishouding;
- c. de aanleg, het onderhoud en de verbetering van de waterkering en het vergroten van de afvoercapaciteit;
- d. horecabedrijven in de vorm van een zalencentrum, een (café-)restaurant en/of een hotel;
- e. verkoop van streekproducten uitsluitend ter plaats van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - streekproducten';
- f. een bedrijfswoning uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
met bijbehorende bouwwerken en onbebouwde gronden, met dien verstande dat bedrijfswoningen uitsluitend zijn toegestaan voor zover deze aanwezig zijn op het moment van de inwerkingtreding van het plan.
5.2 Bouwregels
5.3 Afwijken van de bouwregels
5.4 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 6 Natuur
6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Natuur aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. de stroomvoerende en waterbergende functie van het rivierbed van de Maas;
- b. de waterhuishouding;
- c. de aanleg, het onderhoud en de verbetering van de waterkering en het vergroten van de afvoercapaciteit;
- d. de instandhouding en ontwikkeling van landschapswaarden;
- e. dagrecreatief medegebruik in de vorm van wandelen, vissen en natuurbeleving;
- f. recreatief varen en ankeren, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - varen en ankeren';
- g. water;
met bijbehorende bouwwerken en onbebouwde gronden.
6.2 Bouwregels
6.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 7 Recreatie - Dagrecreatie
7.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Recreatie - Dagrecreatie aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. de stroomvoerende en waterbergende functie in het rivierbed van de Maas;
- b. de waterhuishouding;
- c. de aanleg, het onderhoud en de verbetering van de waterkering en het vergroten van de afvoercapaciteit;
- d. natuurvriendelijke oevers;
- e. dagrecreatie in de vorm van lig- en speelweiden, stranden en oevers;
- f. verblijfsrecreatie in de vorm van groepskamperen uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - groepskamperen';
- g. verblijfsrecreatie in de vorm van maximaal twee units ter plaatse van de aanduiding 'verblijfsrecreatie';
- h. aanlegplaatsen ten behoeve van het tijdelijk aanleggen in verband met de watersport, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - aanlegplaats';
- i. parkeervoorzieningen uitsluitend ten behoeve van de aangrenzende (aanlegplaats van de) rondvaartboot en uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein';
- j. een evenemententerrein uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'evenemententerrein', met dien verstande dat:
- 1. het aantal evenementen maximaal drie per jaar bedraagt;
- 2. de duur van een evenement maximaal 15 dagen bedraagt, het opbouwen en afbreken van voorzieningen ten behoeve van het evenement hieronder begrepen;
met bijbehorende bouwwerken, gemeenschappelijke voorzieningen zoals sanitaire voorzieningen, kiosken, bergingen, ontsluitings-, parkeer-, groen-, picknick- en speelvoorzieningen, visplaatsen, seizoensgebonden partytenten en onbebouwde gronden, met dien verstande dat bedrijfswoningen niet zijn toegestaan.
7.2 Bouwregels
7.3 Afwijken van de bouwregels
Artikel 8 Recreatie - Jachthaven
8.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Recreatie - Jachthaven aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. de stroomvoerende en waterbergende functie in het rivierbed van de Maas;
- b. de waterhuishouding;
- c. de aanleg, het onderhoud en de verbetering van de waterkering en het vergroten van de afvoercapaciteit;
- d. een jachthaven;
- e. horeca en detailhandel ten dienste van de jachthaven;
- f. reparatie en onderhoud van recreatievaartuigen ten dienste van de jachthaven;
- g. nutsdoeleinden in de vorm van een transformatiehuisje en een drukverdelingskast;
- h. een reclame- / bewakingsmast;
- i. een tankstation ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg';
- j. stalling van boten en trailers;
- k. bedrijfswoningen uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
- l. maximaal zes logiesverblijven ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - logiesverblijven';
met bijbehorende bouwwerken, gemeenschappelijke voorzieningen zoals sanitaire voorzieningen, kiosken, bergingen, ontsluitings-, parkeer-, groen-, en speelvoorzieningen en aanlegsteigers.
8.2 Bouwregels
8.3 Afwijken van de bouwregels
Artikel 9 Recreatie - Kampeerterrein
9.1 Bestemmingsomschrijving
De gronden voor Recreatie - Kampeerterrein zijn bestemd voor:
- a. de stroomvoerende en waterbergende functie in het rivierbed van de Maas;
- b. de waterhuishouding;
- c. de aanleg, het onderhoud en de verbetering van de waterkering en het vergroten van de afvoercapaciteit;
- d. bedrijfsmatig geëxploiteerde verblijfsrecreatie in de vorm van toeristisch kamperen, seizoenskamperen alsmede recreatief verblijf in sta- en toercaravans, trekkershutten, recreatieappartementen, chalets en tenten, met dien verstande dat:
- ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - toeristisch kamperen', uitsluitend toeristisch kamperen is toegestaan; - e. bedrijfswoningen uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
- f. een centrale antennemast;
- g. aanlegplaatsen ten behoeve van het tijdelijk aanleggen in verband met de watersport, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - aanlegplaats';
met bijbehorende bouwwerken, gemeenschappelijke voorzieningen zoals sanitaire voorzieningen, kantine-, kantoor- en bergingsruimte, ontsluitings-, parkeer-, groen- en speelvoorzieningen, lig- en speelweiden, stranden, oevers en onbebouwde gronden.
9.2 Bouwregels
9.3 Afwijken van de bouwregels
9.4 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 10 Recreatie - Recreatiewoningen
10.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Recreatie - Recreatiewoningen aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. de stroomvoerende en waterbergende functie in het rivierbed van de Maas;
- b. de waterhuishouding;
- c. de aanleg, het onderhoud en de verbetering van de waterkering en het vergroten van de afvoercapaciteit;
- d. bedrijfsmatig geëxploiteerde verblijfsrecreatie in de vorm van recreatiewoningen;
- e. het afmeren/aanleggen van pleziervaartuigen;
met bijbehorende bouwwerken, waaronder steigers, en onbebouwde gronden, met dien verstande, dat bedrijfswoningen niet zijn toegestaan.
10.2 Bouwregels
10.3 Afwijken van de bouwregels
Artikel 11 Verkeer
11.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Verkeer aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. de stroomvoerende en waterbergende functie in het rivierbed van de Maas;
- b. de waterhuishouding;
- c. de aanleg, het onderhoud en de verbetering van de waterkering en het vergroten van de afvoercapaciteit;
- d. wegen en straten, wandel- en fietspaden met een functie voornamelijk gericht op de afwikkeling van het doorgaande verkeer;
- e. parkeer-, groen- en speelvoorzieningen;
- f. waterhuishoudkundige doeleinden, waterberging en waterlopen;
- g. voorzieningen van openbaar nut;
- h. straatmeubilair;
- i. evenementen;
met bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder bruggen.
11.2 Bouwregels
Uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met een maximale bouwhoogte van 2 m zijn toegestaan, met dien verstande dat de bouwhoogte van lichtmasten en verwijsborden maximaal 8 m mag bedragen.
Artikel 12 Verkeer - Dijk
12.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Verkeer - Dijk aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. de aanleg, het onderhoud en de verbetering van de dijk;
- b. wegen en straten, wandel- en fietspaden met een functie voornamelijk gericht op de afwikkeling van het doorgaande verkeer;
- c. parkeer-, groen- en speelvoorzieningen;
- d. waterhuishoudkundige doeleinden, waterberging en waterlopen;
- e. voorzieningen van openbaar nut;
- f. straatmeubilair;
- g. evenementen;
met bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder bruggen.
12.2 Bouwregels
Uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met een maximale bouwhoogte van 2 m zijn toegestaan, met dien verstande dat de bouwhoogte van lichtmasten en verwijsborden maximaal 8 m mag bedragen.
Artikel 13 Water
13.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Water aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. de stroomvoerende en waterbergende functie in het rivierbed van de Maas;
- b. de waterhuishouding;
- c. de aanleg, het onderhoud en de verbetering van de waterkering en het vergroten van de afvoercapaciteit;
- d. (bedrijfs)verkeer te water;
- e. waterberging en waterlopen;
- f. extensieve dagrecreatie;
- g. het behoud en versterking van de natuurlijke en/of ecologische waarden;
- h. een oversteekplaats voor een veerpont ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - veerpont';
- i. aanlegplaatsen ten behoeve van het tijdelijk aanleggen in verband met de watersport, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - aanlegplaats';
- j. een ligplaats voor één woonschip uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'woonschepenligplaats';
- k. een ligplaats voor bijboten, uitsluitend bij een woonschip, met dien verstande dat:
- 1. de gezamenlijke oppervlakte aan bijboten per woonschip maximaal 40 m² bedraagt;
- 2. de bouwhoogte maximaal 3 m bedraagt;
- 3. de lengte maximaal 50% van de lengte van het woonschip bedraagt tot een maximum van 10 m;
- 4. de breedte maximaal 50 % van de lengte van het woonschip bedraagt tot een maximum van 4 m;
- l. bedrijfsmatige exploitatie van een zeilschool met overnachtingsmogelijkheden, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie – zeilschool', met dien verstande dat:
- 1. ten behoeve van de overnachtingsmogelijkheden:
- maximaal 1 schip is toegestaan;
- permanente bewoning niet is toegestaan;
- 2. maximaal één aanlegsteiger is toegestaan, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'aanlegsteiger';
- 3. bijbehorende voorzieningen zoals kantoor- en bergingsruimte en ondergeschikte horeca zijn toegestaan;
- 4. opslag en onderhoud van vaartuigen en andere watersportmiddelen is toegestaan;
- 5. verhuur van boten is toegestaan;
- 1. ten behoeve van de overnachtingsmogelijkheden:
- m. het stallen en aanleggen van boten alsmede een boothelling uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'aanlegsteiger';
- n. een aanlegplaats voor een rondvaartboot, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - aanlegplaats rondvaartboot';
- o. voorzieningen van openbaar nut;
- p. met bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder bruggen, dammen en/of duikers.
13.2 Bouwregels
13.3 Afwijken van de bouwregels
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 13.2.1 onder d voor een kortere afstand tot minimaal 2,5, mits:
- a. door middel van onderzoek brandveiligheid is aangetoond;
- b. een positief welstandsadvies is verkregen;
- c. de belangen van omwonenden niet onevenredig worden geschaad.
Artikel 14 Water - A-watergang
14.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Water - A-watergang aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. de stroomvoerende en waterbergende functie in het rivierbed van de Maas;
- b. de waterhuishouding;
- c. de aanleg, het onderhoud en de verbetering van de waterkering en het vergroten van de afvoercapaciteit;
- d. een A-watergang;
- e. een ligplaats voor één woonschip uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'woonschepenligplaats';
- f. een ligplaats voor bijboten, uitsluitend bij een woonschip, met dien verstande dat:
- 1. de gezamenlijke oppervlakte aan bijboten per woonschip maximaal 40 m² bedraagt;
- 2. de bouwhoogte maximaal 3 m bedraagt;
- 3. de lengte maximaal 50% van de lengte van het woonschip bedraagt tot een maximum van 10 m;
- 4. de breedte maximaal 50 % van de lengte van het woonschip bedraagt tot een maximum van 4 m;
- g. (dag)recreatief medegebruik in de vorm van varen, vissen, zwemmen, surfen en natuurbeleving;
met bijbehorende bouwwerken en onbebouwde gronden.
14.2 Bouwregels
Artikel 15 Water - Rivier
15.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Water - Rivier de Maas aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. de stroomvoerende en waterbergende functie in het rivierbed van de Maas;
- b. de waterhuishouding;
- c. de aanleg, het onderhoud en de verbetering van de waterkering en het vergroten van de afvoercapaciteit;
- d. waterstaatsdoeleinden;
- e. (bedrijfs)verkeer te water;
- f. dagrecreatief medegebruik in de vorm van varen, vissen en natuurbeleving;
met bijbehorende bouwwerken en onbebouwde gronden.
15.2 Bouwregels
Uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met een maximale bouwhoogte van 2 m zijn toegestaan.
Artikel 16 Wonen
16.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Wonen aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. de stroomvoerende en waterbergende functie in het rivierbed van de Maas;
- b. de waterhuishouding;
- c. de aanleg, het onderhoud en de verbetering van de waterkering en het vergroten van de afvoercapaciteit;
- d. woningen met bijbehorende tuinen en erven;
- e. praktijk- en kantoorruimten ten behoeve van aan huis gebonden beroepen, mits de woonfunctie als overwegende functie blijft gehandhaafd;
met bijbehorende bouwwerken en onbebouwde gronden.
16.2 Bouwregels
16.3 Afwijken van de bouwregels
Artikel 17 Waarde - Archeologie
17.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Waarde - Archeologie aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming en de veiligstelling van archeologische waarden.
17.2 Bouwregels
17.3 Afwijken van de bouwregels
17.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
17.5 Adviesprocedure
Alvorens omtrent het toepassen van een afwijking als bedoeld in artikel 17.3 of het verlenen van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 17.4 te beslissen, wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de archeologisch deskundige omtrent de vraag of door de voorgenomen bouwwerken, werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden de archeologische belangen niet onevenredig worden geschaad en de eventueel te stellen voorwaarden.
17.6 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen door een of meer bestemmingsvlakken met de medebestemming Waarde - Archeologie geheel of gedeeltelijke van de verbeelding te verwijderen, indien:
- a. uit nader archeologisch onderzoek is gebleken dat ter plaatse geen archeologische waarden aanwezig zijn;
- b. het op grond van nader archeologisch onderzoek niet meer noodzakelijk wordt geacht dat het bestemmingplan ter plaatse in bescherming en veiligstelling van archeologische waarden voorziet.
Artikel 18 Waterstaat - Bergend Regime
18.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waterstaat - Bergend regime' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de berging van rivierwater.
18.2 Bouwregels
- a. In of op de voor 'Waterstaat - Bergend regime' bestemde gronden wordt voor alle activiteiten toestemming verleend, mits aan de volgende voorwaarden is voldaan:
- 1. Er moet sprake zijn van een zodanige situering en uitvoering van de activiteit dat het veilig functioneren van het waterstaatswerk gewaarborgd blijft.
- 2. Er mag geen sprake zijn van een feitelijke belemmering voor vergroting van de afvoercapaciteit.
- 3. Er moet sprake zijn van een zodanige situering en uitvoering van de activiteit dat de waterstandsverhoging of de afname van het bergend vermogen zo gering mogelijk is.
- 4. De resterende waterstandseffecten of de afname van het bergend vermogen dienen duurzaam te worden gecompenseerd, waarbij de financiering en tijdige realisering van de maatregelen verzekerd zijn.
- b. Voor de in artikel 18.2 genoemde activiteiten stelt het bevoegd gezag de rivierbeheerder in de gelegenheid om binnen zes weken na ontvangst van het verzoek daartoe een advies uit te brengen.
18.3 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om de grenzen van deze dubbelbestemming te wijzigen dan wel de dubbelbestemming geheel op te heffen, uitsluitend naar aanleiding van en conform door de Staatssecretaris bekrachtigde wijzigingen in de kaartbijlagen van de 'Beleidsregels grote rivieren', Staatscourant 12 juli 2006.
Artikel 19 Waterstaat - Stroomvoerend Regime
19.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waterstaat - Stroomvoerend regime' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor: de afvoer en doorstroming van rivierwater.
19.2 Bouwregels
- a. In of op de voor stroomvoerend regime bestemde gronden mag uitsluitend ten behoeve van de in lid 19.1 sub b genoemde riviergebonden en de in lid 19.2 sub c genoemde niet-riviergebonden activiteiten worden gebouwd, mits de andere aan deze gronden gegeven bestemmingen dit toelaten.
- b. De riviergebonden activiteiten zijn:
- 1. de aanleg of wijziging van waterstaatkundige (kunst)werken;
- 2. de realisatie van voorzieningen voor een betere en veilige afwikkeling van de beroeps- en recreatievaart;
- 3. de bouw of wijziging van scheepswerven;
- 4. de vestiging of uitbreiding van overslagbedrijven of het realiseren van overslagfaciliteiten, uitsluitend voor zover de activiteit gekoppeld is aan het vervoer over de rivier;
- 5. de aanleg of wijziging van scheepswerven;
- 6. de realisatie van natuur;
- 7. de uitbreiding van bestaande steenfabrieken;
- 8. de realisatie van voorzieningen die onlosmakelijk met de waterrecreatie zijn verbonden, of
- 9. de winning van oppervlaktedelfstoffen.
- c. De niet-riviergebonden activiteiten betreffen:
- 1. een groot openbaar belang en de activiteit kan redelijkerwijs niet buiten het rivierbed worden gerealiseerd;
- 2. een zwaarwegend bedrijfseconomisch belang voor bestaande grondgebonden agrarische bedrijven en de activiteit kan redelijkerwijs niet uiten het rivierbed worden gerealiseerd;
- 3. een functieverandering binnen de bestaande bebouwing; of
- 4. een activiteit die per saldo meer ruimte voor de rivier oplevert op een rivierkundig bezien aanvaardbare locatie.
- d. De activiteiten genoemd onder lid 19.2 sub b en c moeten voldoen aan de volgende voorwaarden:
- 1. er moet sprake zijn van een zodanige situering en uitvoering van de activiteit dat het veilig functioneren van het waterstaatwerk gewaarborgd blijft;
- 2. er mag geen sprake zijn van een feitelijke belemmering voor vergroting van de afvoercapaciteit;
- 3. er moet sprake zijn van een zodanige situering en uitvoering van de activiteit dat de waterstandsverhoging of de afname van het bergend vermogen zo gering mogelijk is;
- 4. de resterende waterstandseffecten of de afname van het bergend vermogen dienen duurzaam te worden gecompenseerd, waarbij de financiering en tijdige realisering van de maatregelen verzekerd zijn;
- 5. en specifiek voor het bepaalde in sub d onder punt 4 geldt dat de gevraagde rivierverruimingsmaatregelen genomen worden, waarbij de financiering en tijdige realisering van de maatregelen verzekerd zijn;
- e. In afwijking van het bepaalde in lid 19.2 sub a is een aantal kleine, tijdelijke of voor het rivierbeheer noodzakelijke bouwwerken toegestaan. Deze betreffen:
- 1. een eenmalige uitbreiding van ten hoogste 10% van de bestaande bebouwing;
- 2. activiteiten van, vanuit rivierkundig opzicht, ondergeschikt belang;
- 3. activiteiten ten behoeve van rivierbeheer- of -verruiming;
- 4. tijdelijke activiteiten;
- f. Voor de in artikel 19.2 genoemde activiteiten stelt het bevoegd gezag de rivierbeheerder in de gelegenheid om binnen zes weken na ontvangst van het verzoek daartoe een advies uit te brengen.
19.3 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om de grenzen van deze dubbelbestemming te wijzigen dan wel de dubbelbestemming geheel op te heffen, uitsluitend naar aanleiding van en conform door de Staatssecretaris bekrachtigde wijzigingen in de kaartbijlage van de 'Beleidsregels grote rivieren', Staatscourant 12 juli 2006.
Artikel 20 Waterstaat - Waterkering
20.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Waterstaat - Waterkering aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het onderhoud en instandhouding van dijken, kaden, dijksloten en andere voorzieningen ten behoeve van de waterkering.
20.2 Bouwregels
20.3 Afwijken van de bouwregels
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 20.2 en worden toegestaan dat in de andere bestemming gebouwen worden gebouwd, mits:
- a. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de waterkering;
- b. vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de beheerder van de betreffende waterkering.
20.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 21 Anti-dubbeltelbepaling
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 22 Algemene Bouwregels
22.1 Algemene bepaling m.b.t. ondergronds bouwen
22.2 Ondergeschikte bouwdelen
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, uitbouwen, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouw-, c.q. bestemmingsgrenzen niet meer dan 1 m bedraagt.
22.3 Bestaande afstanden en maten
Artikel 23 Algemene Gebruiksregels
Onder verboden gebruik in verband met alle bestemmingen wordt in ieder geval verstaan:
- a. een gebruik van de onbebouwde grond als stort- en opslagplaats van aan het gebruik onttrokken goederen en materialen, anders dan als tijdelijke opslag ten behoeve van het normale onderhoud, gebruik en beheer;
- b. een gebruik voor (detail)handel, met uitzondering van detailhandel voor zover dat uitdrukkelijk is toegestaan in de regels van dit plan;
- c. een gebruik van gronden en bouwwerken voor een seksinrichting dan wel een prostitutiebedrijf, met uitzondering van een zodanig gebruik dat uitdrukkelijk is toegestaan in of krachtens deze regels.
Artikel 24 Algemene Aanduidingsregels
24.1 Vrijwaringszone - molenbiotoop
24.2 Vrijwaringszone - straalpad
Artikel 25 Algemene Wijzigingsregels
25.1 Wro-zone - wijzigingsgebied 1
Burgemeester en wethouders kunnen de gronden ter plaatse van de aanduiding 'Wro-zone Wijzigingsgebied 1' wijzigen in de bestemming Natuur mits dit niet leidt tot een verslechtering van:
- a. de stroomvoerende en waterbergende functie in het rivierbed van de Maas;
- b. de waterhuishouding;
- c. de mogelijkheden voor aanleg, het onderhoud en de verbetering van de waterkering en het vergroten van de afvoercapaciteit.
25.2 Algemene wijzigingsregels
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen ten behoeve van het aanbrengen van geringe wijzigingen in de plaats, richting en/of afmetingen van bestemmingsgrenzen of bouwgrenzen, mits het wijzigingen betreft ten behoeve van de praktische uitvoering van het plan, waarbij belangen van derden niet onevenredig worden geschaad, dan wel ter correctie van afwijkingen of onnauwkeurigheden op de verbeelding.
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 26 Overgangsrecht
26.1 Overgangsrecht bouwwerken
26.2 Overgangsrecht gebruik
Artikel 27 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan Gouden Ham/De Schans van de gemeente West Maas en Waal.
Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 12 september 2013.
De voorzitter, De griffier,
……………… ………………
Bijlage 1 Oppervlaktetabellen Bebouwing
Bijlage 1 Oppervlaktetabellen bebouwing