KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
Artikel 2 Wijze Van Meten
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Agrarisch Met Waarden - Natuur- En Landschapswaarden
Artikel 4 Groen
Artikel 5 Natuur
Artikel 6 Recreatie - Verblijfsrecreatie
Artikel 7 Waarde - Archeologie
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 8 Antidubbeltelregel
Artikel 9 Algemene Afwijkingsregels
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 10 Overgangsrecht
Artikel 11 Slotregel
Hoofdstuk 1 Het Plan
1.1 Aanleiding En Doel
1.2 Huidige Situatie En Omgeving
1.3 Beoogde Ontwikkeling
1.4 Planologische Afweging
1.5 Afweging Beleid En Sectorale Aspecten
Hoofdstuk 2 Toelichting Op De Bestemmingsregeling
2.1 Inleiding
2.2 Gehanteerde Bestemmingen
Hoofdstuk 3 Uitvoerbaarheid
3.1 Financiële Uitvoerbaarheid
3.2 Resultaten Overleg
3.3 Handhaving
Hoofdstuk 4 Bij De Vaststelling Aangebrachte Wijzigingen
Bijlage 1 Toetsing Aan Beleidskader
Bijlage 2 Toetsing Aan Sectorale Aspecten
Bijlage 3 Watertoets
Bijlage 4 Akoestisch Onderzoek
Bijlage 5 Voortoets Natuurbeschermingswet
Bijlage 6 Archeologisch Onderzoek
Bijlage 7 Raadsbesluit En Nota Beantwoording Zienswijzen En Overzicht Ambtshalve Wijzigingen

Uitbreiding recreatiecentrum De Vogel

Bestemmingsplan - Gemeente Hulst

Vastgesteld op 19-09-2013 - geheel onherroepelijk in werking

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 het plan

het bestemmingsplan Uitbreiding recreatiecentrum De Vogel van de gemeente Hulst.

1.2 bestemmingsplan

de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0677.BpdeVogel-001V met de bijbehorende regels.

1.3 aanduiding

een geometrisch bepaald vlak of een figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waarvoor ingevolge dit bestemmingsplan regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.

1.4 aanduidingsgrens

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.

1.5 aan- en uitbouw

een aan een hoofdgebouw gebouwd gebouw dat in bouwkundig opzicht te onderscheiden is van het hoofdgebouw.

1.6 bebouwing

een of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

1.7 bedrijfsmatige exploitatie van verblijfsrecreatie

het bedrijfsmatig exploiteren en beheren van een verblijfsrecreatief complex, gericht op het jaarlijks aanbieden van recreatief verblijf aan meerdere, steeds wisselende personen.

1.8 bestaande afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen

afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen, die op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan tot stand zijn gekomen of tot stand zullen komen met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Woningwet of de Wabo.

1.9 bestemmingsgrens

de grens van een bestemmingsvlak.

1.10 bestemmingsvlak

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.

1.11 bevoegd gezag

bevoegd gezag zoals bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

1.12 blokhut

een permanent ter plaatse aanwezig gebouw, geen woonkeet en geen caravan of andere constructie op wielen zijnde, dat bedoeld is om uitsluitend door een huishouden of daarmee gelijk te stellen groep van personen, dat het hoofdverblijf elders heeft, gedurende een gedeelte van het jaar recreatief te worden bewoond.

1.13 bouwen

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk bouwen, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.

1.14 bouwgrens

de grens van een bouwvlak.

1.15 bouwperceel

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge deze regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.

1.16 bouwperceelgrens

een grens van een bouwperceel.

1.17 bouwvlak

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.

1.18 bouwwerk

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.

1.19 bouwwerk ten behoeve van recreatief nachtverblijf

een recreatief verblijf, niet zijnde een recreatiewoning, dat bedoeld is om uitsluitend door een huishouden of daarmee gelijk te stellen groep van personen, dat het hoofdverblijf elders heeft, gedurende een gedeelte van het jaar te worden bewoond.

1.20 bijgebouw

een vrijstaand gebouw dat in functioneel en bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw.

1.21 gebouw

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

1.22 hoofdgebouw

een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn constructie, afmetingen of functie als het belangrijkste bouwwerk valt aan te merken.

1.23 kampeermiddelen

niet als een bouwwerk aan te merken vouwwagens, kampeerauto's, caravans of hiermee gelijk te stellen onderkomens, die bestemd zijn voor recreatief verblijf en waarbij de gebruikers hun hoofdverblijf elders hebben.

1.24 NEN

door de Stichting Nederlands Normalisatie-instituut uitgegeven norm, zoals deze luidde op het moment van vaststelling van het plan.

1.25 peil

  1. a. voor gebouwen die onmiddellijk aan de weg grenzen: de hoogte van die weg;
  2. b. in andere gevallen en voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld, op het tijdstip van inwerkingtreding van dit plan.

1.26 standplaats kampeermiddel

het gedeelte van een kampeerterrein aangewezen voor recreatief nachtverblijf in één of meerdere kampeermiddelen, inclusief bij dat kampeermiddel behorende ondergeschikte onderkomens, zoals bijzettenten.

1.27 zijerf

de gronden die behoren bij het hoofdgebouw en gelegen zijn aan de zijkant(en) van dat hoofdgebouw tussen de denkbeeldige lijnen in het verlengde van de voor- en achtergevel.

Artikel 2 Wijze Van Meten

Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

2.1 afstand

de afstand tussen bouwwerken onderling en de afstand van bouwwerken tot perceelsgrenzen worden daar gemeten waar deze afstanden het kleinst zijn.

2.2 bouwhoogte van een bouwwerk

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.

2.3 breedte, lengte en diepte van een bouwwerk

tussen (de lijnen getrokken door) de buitenzijde van de gevels en het hart van de scheidsmuren.

2.4 goothoogte van een bouwwerk

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.

2.5 inhoud van een bouwwerk

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.

2.6 oppervlakte van een bouwwerk

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.

2.7 vloeroppervlakte

de gebruiksoppervlakte volgens NEN2580.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Agrarisch Met Waarden - Natuur- En Landschapswaarden

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Agrarisch met waarden - Natuur- en landschapswaarden' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. een duurzame agrarische bedrijfsuitoefening;
  2. b. agrarisch grondgebruik;
  3. c. het behoud en/of herstel van landschappelijke, cultuurhistorische en natuurlijke waarden en kenmerken;
  4. d. kleinschalig kamperen tot maximaal 15 standplaatsen, als nevenactiviteit;
  5. e. verkoop van zelf voortgebrachte of streekeigen producten als ondergeschikte nevenactiviteit tot maximaal 200 m2 vloeroppervlakte;

met de daarbij behorende:

  1. f. voorzieningen van algemeen nut;
  2. g. infrastructurele voorzieningen;
  3. h. parkeervoorzieningen;
  4. i. groen- en speelvoorzieningen;
  5. j. tuinen en erven;
  6. k. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  7. l. kleinschalige natuurgerichte/dagrecreatieve voorzieningen.

3.2 Bouwregels

Bouwen is uitsluitend toegestaan met inachtneming van de volgende regels:

  1. a. schuilgelegenheden en melkstallen mogen worden opgericht, met dien verstande dat:
    1. 1. de goothoogte maximaal 3 m bedraagt;
    2. 2. de gezamenlijke oppervlakte per agrarisch bedrijf maximaal 50 m² bedraagt;
  2. b. schuren uitsluitend ten behoeve van een fruitteeltbedrijf mogen worden opgericht, met dien verstande dat:
    1. 1. de goothoogte maximaal 4 m bedraagt;
    2. 2. de gezamenlijke oppervlakte per agrarisch bedrijf maximaal 100 m² bedraagt;
  3. c. sanitaire voorzieningen ten behoeve van kleinschalig kamperen mogen worden opgericht, met dien verstande dat:
    1. 1. de goothoogte maximaal 3 m bedraagt;
    2. 2. de gezamenlijke oppervlakte per agrarisch bedrijf maximaal 50 m² bedraagt;
  4. d. (sleuf)silo's en kuilvoerplaten mogen worden opgericht, met dien verstande dat:
    1. 1. de bouwhoogte maximaal 3 m bedraagt;
    2. 2. de (sleuf)silo's en kuilvoerplaten aansluitend aan het agrarisch bouwvlak worden opgericht;
    3. 3. de gezamenlijke oppervlakte van het agrarisch bouwvlak en de (sleuf)silo's en kuilvoerplaten buiten het bouwvlak maximaal 2 ha bedraagt;
  5. e. bouwwerken, geen gebouwen en mestopslagruimten zijnde, met dien verstande dat de bouwhoogte maximaal bedraagt:
    1. 1. voor vrijstaande antennes: 10 m;
    2. 2. voor erf- en terreinafscheidingen achter de voorgevellijn: 2 m;
    3. 3. voor erf- en terreinafscheidingen voor de voorgevellijn: 1 m;
    4. 4. voor lichtmasten en overige masten: 3 m;
    5. 5. voor bewegwijzering en overig straatmeubilair: 4,50 m;
    6. 6. voor overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde: 2 m.

3.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik of laten gebruiken voor:

  1. a. gebruiksgerichte paardenhouderijen;
  2. b. het geven van lessen en/of het verzorgen van instructies dan wel het exploiteren van een manege;
  3. c. lichtmasten bij een paardenbak;
  4. d. detailhandel, behoudens het toegestane gebruik op grond van het bepaalde in 5.1;
  5. e. opslag van goederen en materialen buiten het bouwvlak, behoudens tijdelijke opslag die geschiedt in het kader van de normale agrarische bedrijfsvoering ten behoeve van voer en mest;
  6. f. het gebruik van groeibevorderende of conditionerende belichting, zoals assimilatiebelichting en cyclische belichting in boog- en gaaskassen;
  7. g. het aanleggen van fruitboomgaarden binnen een afstand van 50 m tot gronden met de bestemming 'Wonen', 'Recreatie - Dagrecreatie' en 'Recreatie -Verblijfsrecreatie' is niet toegestaan;
  8. h. het gebruik van gebouwen, behoudens de bedrijfswoning(en), voor permanente of tijdelijke bewoning en direct daarmee verband houdend gebruik van voorzieningen zoals gemeenschappelijke verblijfsruimte, sanitair, kook- en wasgelegenheid, waaronder tevens wordt verstaan tijdelijke huisvesting van arbeidsmigranten.

3.4 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om de bestemming 'Agrarisch met waarden -Natuur- enlandschapswaarden' te wijzigen in de bestemmingen 'Natuur' al dan niet in combinatie met de aanduiding 'bos' ten behoeve van de ontwikkeling van natuur, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  1. a. de agrarische functie van de gronden is komen te vervallen;
  2. b. aangetoond is dat een aaneengesloten natuurgebied van voldoende omvang en zodanige begrenzing kan ontstaan;
  3. c. aangetoond is dat de aangrenzende/omringende gronden, met een blijvende agrarische bodemexploitatie, doelmatig als zodanig geëxploiteerd kunnen blijven worden;
  4. d. de regels van de bestemming 'Natuur' worden van overeenkomstige toepassing verklaard.

Artikel 4 Groen

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. beplantingen;
  2. b. bermen en bermsloten;
  3. c. nutsvoorzieningen;
  4. d. speelvoorzieningen;
  5. e. voet-, fietspaden en bruggen;
  6. f. ter plaatse van de aanduiding 'geluidswal': tevens een geluidswal;
  7. g. ter plaatse van de aanduiding 'ontsluiting': tevens voor een ontsluiting;
  8. h. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - landschappelijke inpassing': uitsluitend landschappelijke inpassing;
  9. i. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - noodontsluiting': tevens voor een calamiteitenontsluiting voor gemotoriseerd verkeer;
  10. j. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - aanleg, beheer en onderhoud': tevens voor gebruik ten behoeve van de aanleg van het terrein, beheer en onderhoud van het terrein;
  11. k. ter plaatse van de aanduiding 'strand': tevens een strand;
  12. l. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

4.2 Bouwregels

4.3 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels.

  1. a. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - uitrit' is toegestaan:
    1. 1. voor autoverkeer alleen een uitrit;
    2. 2. voor langzaam verkeer een in- en uitgang.

Artikel 5 Natuur

5.1 bestemmingsomschrijving

De op de verbeelding voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. het behoud en/of herstel en/of de ontwikkeling van aanwezige en potentiële landschappelijke cultuurhistorische en natuurwaarden;

met daaraan ondergeschikt:

  1. b. extensief recreatief medegebruik;
  2. c. natuurbeheer;
  3. d. bruggen en paden;

met de daarbij behorende:

  1. e. groen- en speelvoorzieningen;
  2. f. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  3. g. kleinschalige dagrecreatieve voorzieningen.

5.2 Bouwregels

Op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de in lid 5.1 genoemde functies worden opgericht, waarvoor de volgende regel geldt:

  • de bouwhoogte bedraagt maximaal 3 m.

5.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:

  1. a. opslag van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  2. b. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  3. c. kamperen.

5.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 6 Recreatie - Verblijfsrecreatie

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. bedrijfsmatige exploitatie van verblijfsrecreatie in de vorm van een kampeerterrein voor permanente en niet permanente verblijfsrecreatie in kampeermiddelen, bouwwerken ten behoeve van recreatief nachtverblijf en stacaravans;
  2. b. dienstverlening, beheer en onderhoud ten behoeve van de verblijfsrecreatie op hetzelfde terrein;
  3. c. bij deze bestemming horende voorzieningen zoals:
    1. 1. groen;
    2. 2. dierenweiden voor paarden en kleinvee;
    3. 3. interne ontsluitingswegen;
    4. 4. nutsvoorzieningen;
    5. 5. parkeervoorzieningen;
    6. 6. sport- en speelvoorzieningen;
    7. 7. waterberging, water en waterhuishoudkundige voorzieningen;

6.2 Bouwregels

6.3 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels.

  1. a. permanente bewoning is niet toegestaan;
  2. b. het verblijfsrecreatieterrein dient bedrijfsmatig te worden geëxploiteerd;
  3. c. het maximum aantal standplaatsen mag niet meer dan 275 bedragen;
  4. d. het plaatsen van een kampeermiddel behorende bij een bouwwerk ten behoeve van een bouwwerk voor recreatief nachtverblijf en stacaravan is toegestaan, met dien verstande dat de gezamenlijke oppervlakte niet meer dan 90 m² mag bedragen.

Artikel 7 Waarde - Archeologie

7.1 Begripsomschrijving

De voor Waarde - Archeologie aangewezen gronden zijn - bij wijze van dubbelbestemming - bestemd voor bescherming en veiligstelling van archeologische waarden.

7.2 Bouwregels

7.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

7.4 Wijzigingsbevoegdheid

Hoofdstuk 3 Algemene Regels

Artikel 8 Antidubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 9 Algemene Afwijkingsregels

Het bevoegd gezag kan - tenzij op grond van hoofdstuk 2 reeds afwijking mogelijk is - bij een omgevingsvergunning afwijken van de regels voor:

  1. a. afwijkingen van maten (waaronder percentages) met ten hoogste 10%;
  2. b. overschrijding van bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein; de overschrijdingen mogen ten hoogste 3 m bedragen en het bouwvlak mag met ten hoogste 10% worden vergroot.

De omgevingsvergunning wordt niet verleend, indien daardoor onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.

Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels

Artikel 10 Overgangsrecht

10.1 Bouwen in strijd met het plan

Voor bouwwerken luidt het overgangsrecht als volgt:

  1. a. een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
    1. 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    2. 2. na het tenietgaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is tenietgegaan.
  2. b. het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking lid 10.1 onder a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in lid 10.1 onder a met maximaal 10%;
  3. c. het in lid 10.1 onder a bepaalde is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

10.2 Gebruik in strijd met het plan

Voor gebruik luidt het overgangsrecht als volgt:

  1. a. het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet;
  2. b. het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in lid 10.2 onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind;
  3. c. indien het gebruik, bedoeld in lid 10.2 onder a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten;
  4. d. het in lid 10.2 onder a bepaalde is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 11 Slotregel

Deze regels worden aangehaald onder de naam 'Regels van het bestemmingsplan Uitbreiding recreatiecentrum De Vogel'.

Hoofdstuk 1 Het Plan

1.1 Aanleiding En Doel

Aanleiding

Recreatiecentrum De Vogel is voornemens een nieuwe centrumvoorziening met een overdekt zwembad, een binnenspeelhal, nieuwe winkel, hoogwaardig restaurant en een nieuwe receptie te realiseren op de huidige locatie. Doel van deze kwaliteitsverbetering is het creëren van een meerwaarde voor het bedrijf en de omgeving.

Voor de exploitatie van deze kwaliteitsslag is het nodig dat het aantal eenheden op de camping wordt vergroot. Daartoe zijn ten zuiden van de kreek gronden (met een oppervlakte van circa 11,5 ha) aangekocht. Ter plaatse worden circa 275 eenheden geprojecteerd.

De beoogde uitbreiding van Recreatiecentrum De Vogel is niet mogelijk binnen de geldende kaders van het bestemmingsplan Buitengebied Hulst Noord en het Bestemmingsplan Hengstdijk. In het bestemmingsplan Buitengebied zijn de gronden bestemd voor Agrarische doeleinden, met de subbestemming landschappelijke, cultuurhistorische en natuurwaarden en natuur. Het gedeelte op de bestaande camping is geregeld in het bestemmingsplan Hengstdijk. De interne ontsluitingsweg is geprojecteerd op de gronden met de bestemming Groen. De aanleg van een auto-ontsluiting binnen deze bestemming is niet mogelijk. Er is daarom een bestemmingplanprocedure noodzakelijk, waarmee de beoogde uitbreiding planologisch mogelijk kan worden gemaakt.

Doel

De gemeente staat positief tegenover het initiatief. Om de beoogde uitbreiding van de camping mogelijk te maken is het opstellen van een nieuw bestemmingsplan noodzakelijk. Voorliggend bestemmingsplan is dan ook opgesteld om het plan juridisch-planologisch mogelijk te maken.

1.2 Huidige Situatie En Omgeving

Ligging

Het huidige recreatiecentrum De Vogel is als volgt gesitueerd.

  • Recreatiecentrum De Vogel grenst aan de kern Hengstdijk in Oost-Zeeuws-Vlaanderen.
  • De historische kern Hulst en grote stad Terneuzen met alle voorzieningen liggen binnen een straal van 10 km. Via de Vogelweg ligt het recreatiecentrum nabij de provinciale weg, de ontsluitingsweg die Oost-Zeeuws-Vlaanderen verbindt met de noordelijk gelegen Zeeuwse eilanden of het zuidelijk gelegen Antwerpen.
  • Het recreatiecentrum ligt direct aan de noordzijde van de kreek De Vogel. Deze kreek is een Natura 2000-gebied en onderdeel van de Provinciale Ecologische Hoofdstructuur. De kreek is deels in eigendom bij het recreatiecentrum.
  • De camping heeft een oppervlakte van 34 ha met daarnaast nog 16 ha water van de Vogelkreek. De vergunning betreft 529 eenheden en 15 bungalows, vier bedrijfswoningen en één groepsaccommodatie.

Begrenzing plangebied uitbreiding recreatiecentrum De Vogel

Uitbreiding van de camping is beoogd aan de zuidzijde van de kreek, zie figuur 1.1. Deze gronden zijn agrarisch in gebruik (akkers). Het plangebied wordt begrensd door:

  • Vogelkreek (noordgrens);
  • Vogelweg (westgrens);
  • Kerkweg (zuidgrens), deze is beplant met bomen;
  • Vogeldijk (oostgrens).

Voor de verbinding van de uitbreiding met het bestaande deel van het recreatiecentrum is een weg over de kreek geprojecteerd. Deze weg sluit aan op de bestaande infrastructuur van de camping.

afbeelding "i_NL.IMRO.0677.BpdeVogel-001V_0001.png"

Figuur 1.1 Begrenzing plangebied

Actueel grondgebruik

Het actuele grondgebruik laat zich als volgt beschrijven.

  • Akkerbouw. Het grootste deel van de 11,5 ha van het plangebied is agrarisch in gebruik. Er is sprake van bouwland.
  • Natuur. De kreek en een deel van de oever maken deel uit van de Provinciale Ecologische Hoofdstructuur (zie figuur 1.2) en/of Natura 2000 (zie figuur 1.3).

afbeelding "i_NL.IMRO.0677.BpdeVogel-001V_0002.jpg"

Figuur 1.2 Provinciale ecologische hoofdstructuur Kreek De Vogel

afbeelding "i_NL.IMRO.0677.BpdeVogel-001V_0003.jpg"

Figuur 1.3 Natura 2000 Kreek De Vogel

1.3 Beoogde Ontwikkeling

Kwaliteitsverbetering bestaande voorzieningen

Recreatiecentrum De Vogel is onlangs vernieuwd. Op het bestaande terrein zijn nieuwe, hoogwaardige voorzieningen gerealiseerd in het nieuwe centrum (zie figuur 1.4). De nieuwe voorzieningen bestaan uit onder andere:

  • een nieuw zwembad;
  • binnenspeeltuin;
  • restaurant;
  • waterspeeltuin.

Deze kwaliteitsverbetering heeft plaatsgevonden binnen het geldende bestemmingsplan Hengstdijk.

afbeelding "i_NL.IMRO.0677.BpdeVogel-001V_0004.jpg"

Figuur 1.4 Beeld van het nieuwe centrum

Uitbreiding is noodzakelijk voor kwaliteitsverbetering

Teneinde de hiervoor benoemde kwaliteitsverbetering mogelijk te maken, worden de agrarische gronden ten zuiden van de Kreek De Vogel aangewend voor verblijfsrecreatie. Op deze gronden zijn de volgende functies geprojecteerd (zie ook figuur 1.5):

  • een interne ontsluitingsweg;
  • vaste standplaatsen, toeristische standplaatsen en verhuureenheden, in totaal 275 eenheden;
  • voetpad langs de Vogelweg;
  • dienstgebouwen en voorzieningen;
  • dierenweiden, groen- en speelvoorzieningen;
  • waterberging en landschappelijke inpassing.

afbeelding "i_NL.IMRO.0677.BpdeVogel-001V_0005.png"

Figuur 1.5 Globale opzet van de inrichting van het uitbreidingsterrein

Interne ontsluitingsweg

Het recreatiecentrum De Vogel vindt het in verband met de sociale veiligheid wenselijk dat gasten via één centrale toegang het recreatiecentrum betreden. Deze entree ligt aan de noordzijde van de kreek De Vogel.

Nu aan de zuidzijde een uitbreiding is voorzien, is de aanleg van een interne ontsluitingsweg parallel aan de Vogelweg noodzakelijk. Primaire aansluitingen op de Vogelweg of Kerkweg zijn daarmee niet nodig. Een gecontroleerde toegang van motorvoertuigen tot het recreatiecentrum is daarmee gewaarborgd.

De interne ontsluitingsweg wordt zo dicht mogelijk langs het huidige tracé van de Vogelweg aangelegd. Uiteindelijk komt een klein deel van de huidige kreek ten behoeve van de beoogde ontsluiting te vervallen. Het bestemmingsplan voorziet in compensatie van dit deel van de kreek.

Langs de Kerkweg en Vogeldijk zijn twee calamiteitenontsluitingen voorzien voor gemotoriseerd verkeer. Centraal langs de Kerkweg is voorts voorzien in een uitgang voor de aanleg en beheer en onderhoud (afvoer afval en snoeihout.

De nieuwe brug over de Vogelkreek ligt lager dan die van de Vogelweg. In overleg met het Waterschap zal de exacte hoogte ligging worden vastgelegd. Hierbij vormt het beheer van de kreek (doorvaarhoogte van de brug) een belangrijk element.

Voetpad

De wens bestaat op termijn aan de oostzijde van de Vogelweg ook een vrijliggend voetpad te realiseren. Dit pad zal openbaar toegankelijk zijn.

Standplaatsen

De uitbreiding van het recreatiecentrum biedt plaats aan 275 standplaatsen. Op deze standplaatsen zijn kampeermiddelen gedacht, maar ook stacaravans en bouwwerken ten behoeve van recreatief nachtverblijf (zoals chalet of trekkershut). Met dit laatste begrip worden bedoeld recreatieve verblijven, niet zijnde recreatiewoningen. Deze objecten zijn bedoeld om uitsluitend door een huishouden of daarmee gelijk te stellen groep van personen, dat het hoofdverblijf elders heeft, gedurende een gedeelte van het jaar te worden bewoond.

Het uitbreidingsplan maakt geen onderscheid in aantal permanente en niet-permanente standplaatsen. Zodoende wordt optimaal invulling gegeven aan een brede vorm van verblijfsrecreatie en kan steeds goed worden ingespeeld op actuele marktontwikkelingen. Uitdrukkelijk zijn géén recreatiewoningen op het terrein gedacht.

Behorend bij de standplaats zijn een individueel sanitairgebouw en berging toegestaan. Verspreid op het terrein zijn ook één of meer toiletgebouwen mogelijk. Overige voorzieningen bevinden zich op het ten noorden van de kreek gelegen deel van het recreatiecentrum.

Dienstgebouwen en voorzieningen

Als gevolg van de uitbreiding van het aantal standplaatsen neemt ook de behoefte naar opslag van voor de recreatievoorzieningen benodigde goederen (matrassen, linnengoed, huisraad etc.) toe. Hiervoor is een gebouwde voorziening van circa 1.100 m2 nodig. Daarnaast is ruimte nodig voor werktuigen voor terreinonderhoud en het tijdelijk opslaan van snoeiafval. Dit snoeiafval wordt op eigen terrein kleingemaakt en daarna afgevoerd.

Dierenweiden, groen en speelvoorzieningen

Ten behoeve van de uitbreiding van het recreatiecentrum worden tevens groen- en speelvoorzieningen gerealiseerd. Op het terrein is ook ruimte voor dierenweiden (paarden, kleinvee). Ter huisvesting van deze dieren worden kleinschalige dierenverblijven gerealiseerd. De omvang van de dierenweide kan afhankelijk zijn van de ontwikkeling van het terrein: op termijn beperkt in omvang en in het begin een grotere omvang.

Waterberging en landschappelijke inpassing

Waterberging

Op het terrein komt nieuw water. De oppervlakte hiervan is voldoende voor de noodzakelijke waterberging. De concept watertoets is aan het Waterschap voorgelegd. Het wateradvies van het Waterschap is bijgevoegd (zie bijlage 3).

Landschappelijke inpassing

Het uitbreidingsterrein heeft een oppervlakte van circa 11 ha. De omtrek van het gedeelte dat kan worden benut voor verblijfsrecreatie is 1.500 m. De oppervlakte noodzakelijke landschappelijke inpassing is 1,5 ha (breedte 10 m lengte 1.500 m). De landschappelijke inpassing omvat de volgende elementen:

  1. 1. 20 m brede strook aan de westzijde;
  2. 2. 5 m brede strook aan zuid en oostzijde;
  3. 3. 14,8 m brede strook aan de noordzijde.

Strook aan de westzijde

De zone aan de westzijde is opgebouwd uit een opgaande beplanting met een breedte van 15 m en een grasstrook langs de sloot met een breedte van 5 m. Het beheer van de sloot zal plaatsvinden vanaf de westelijke zijde (eigendom van het Waterschap). De grasstrook aan de oostzijde van de sloot is dus niet nodig voor het slootonderhoud en kan daardoor een onderdeel zijn van de landschappelijke inpassing. Er is gekozen voor gras, omdat dat de aanleg van een openbaar wandelpad mogelijk maakt.

In de 15 m brede beplantingsstrook is een geluidswal gelegen en een afscheidingshek.

Strook aan zuid- en oostzijde

Aan de zuidkant is een 5 m brede strook met opgaande beplanting. De sloot wordt beheerd vanaf de wegzijde. De beplanting staat minimaal 1 m uit de insteek van de sloot.

Langs de Kerkweg is aan de zuidzijde een struweel beplanting aanwezig over grote lengte van de dijk en aan de noordkant een rij beplanting van populieren (in 2011 vernieuwd). Deze beplantingen zorgen voor extra afscherming en geleding van het beeld.

Aan de oostzijde langs de Vogeldijk is een 5 m brede strook met opgaande beplanting. De sloot wordt beheerd vanaf de wegzijde. Er staat beplanting in de smalle wegberm en de sloot tussen de weg en de kavel is niet meer dan een greppel.

Strook aan de noordzijde

Aan de noordzijde van het uitbreidingsterrein is voorzien in een grasstrook met een breedte van 14,8 m. Deze strook wordt niet voorzien van (afschermende) beplanting, daar zicht op de kreek een waardevolle kwaliteit is. Plaatselijk staan enige (groepen) hoog opgaande bomen.

Ondanks het ontbreken van beplanting zal de zichtbaarheid van de camping vanaf de openbare weg gering zijn. Langs de Vogelweg, nabij de duiker, is de beplanting in een strook aangelegd. Deze zorgt voor een adequate afscherming. Nabij de duiker is een zone vrij gehouden van beplanting (lengte circa 60 m). Komende vanaf het Vogelfort is er dus zicht op de kreek en een deel van de oevers.

afbeelding "i_NL.IMRO.0677.BpdeVogel-001V_0006.png"

Figuur 1.6 Beplantingselementen

Samenstelling beplanting

Het voorstel voor de beplanting rond het uitbreidingsterrein bestaat uit de volgende elementen, zie figuur 1.6.

  • beplantingsingel 5 m;
  • beplantingsingel 15 m.

Geschikte soorten

De bodem is geschikt voor veel soorten. Er is een voorkeur voor soorten die snel groeien, vanwege de gewenste afscherming en luwte. De volgende bomen zijn geschikt:

  • zwarte els Alnus glutinosa;
  • grauwe abeel Populus x canescens 'De Moffart';
  • gewone es Fraxinus excelsior;
  • grauwe wilg; Salix cinerea;
  • schietwilg Salix alba;
  • spaanse aak Acer campestre.

Geschikte struiken zijn

  • gewone vlier;
  • liguster;
  • eenstijlige meidoorn;
  • sleedoorn;
  • hondroos;
  • egelantier.

Singelbreedte 5 m

De beplanting moet een dichte structuur krijgen, met bladhoudende struiken. De singel met een breedte van 5 m, bestaat uit een beplanting opgebouwd uit 3 rijen: aan de buitenzijden een rij met struiken en in het midden een met rij bomen en struiken. De samenstelling van de beplanting is als volgt gedacht.

  • Rij 1: liguster 50%, sleedoorn 25% en eenstijlige meidoorn 25%;
  • Rij 2: schietwilg als doelboom onderlinge afstand 10 m (10%), zwarte els 90%;
  • Rij 3: liguster 50%, hondroos 25% en gewone vlier 25%.

De onderlinge afstand tussen de rijen is 1,5 m en 1 m tot de rand van het plantvak. De plantafstand in de rij is 1 m. Bij rijen die bestaan uit meerdere soorten wordt in de rij steeds 5 struiken van 'n soort gepland en vervolgens 5 van 'n andere soort.

Singelbreedte 15 m

De singel met een breedte van 15 m, bestaat uit een beplanting opgebouwd uit 9 rijen. In het eindbeeld zijn er 2 rijen bomen (es) op een onderlinge afstand van 6 m. De overige rijen zijn strijken. Voor een snelle afscherming en windschut bestaat de middelste rij uit snelgroeiende soorten. Deze rij wordt na enige tijd volledig verwijderd.

De samenstelling van de beplanting is als volgt gedacht.

  • Rij 1: liguster 50%, sleedoorn 25% en eenstijlige meidoorn 25%;
  • Rij 2: liguster 50%, sleedoorn 25% en eenstijlige meidoorn 25%;
  • Rij 3: es als doelboom onderlinge afstand 10 m (10%), spaanse aak 90%;
  • Rij 4: gewone vlier 50%, hondsroos 25% en eenstijlige meidoorn 25%;
  • Rij 5: schietwilg 50% en els 50%;
  • Rij 6: gewone vlier 50%, hondsroos 25% en eenstijlige meidoorn 25%;
  • Rij 7: es als doelboom onderlinge afstand 10 m (10%), spaanse aak 90%;
  • Rij 8: liguster 25%, gewone vlier 25%, egelantier 25% en eenstijlige meidoorn 25%;
  • Rij 9: liguster 25%, hondroos 25%, gewone vlier 25% en sleedoorn 25%.

De onderlinge afstand tussen de rijen is 1,5 m en 1 m tot de rand van het plantvak. De plantafstand in de rij 1,5 m. Bij rijen die bestaan uit meerdere soorten wordt in de rij steeds 5 struiken van 'n soort gepland en vervolgens 5 van 'n andere soort.

EHS

Planologische bufferzone

De ontwikkeling van de verblijfsrecreatie vindt plaats aangrenzend aan de Vogelkreek die is aangewezen als EHS. Ingrepen binnen 100 m van dergelijke gebieden dienen beoordeeld te worden op hun effect op de beschermde natuurwaarden.

Het natuurdoeltypen van de Vogelkreek zijn:

  • 60% brak water;
  • 20% vochtig hooiland;
  • 20% moeras.

In dit deel van de kreek gaat het hoog gelegen akkerland direct over in een rietzone lans de kreek. Er is dus geen sprake van een zone met grasland. De rietzone is relatief smal (2 tot 10 m) en er zullen zeker een aantal rietvogels broeden, zoals kleine karekiet, meerkoet en rietzanger. Door de geringe omvang is het ongeschikt als broedplaats voor bijvoorbeeld bruine kiekendief.

Door de beoogde ontwikkeling zal de rietvegetatie grotendeels in stand blijven. Alleen daar waar in de groenstrook een strand wordt aangebracht zal, als gevolg van het gebruik, het riet verdwijnen. Rietoevers vormen een onderdeel van het natuurdoeltype zilte kreken. Echter is deze rietzone geen onderdeel van de EHS. De begrenzing ligt globaal op de waterlijn (overgang riet-water) en niet op de overgang landbouw-riet, zie figuur 1.7.

Er is dus geen verstoring of aantasting van een rietvegetatie in de EHS. Buiten de rietzone zijn geen bijzondere natuurwaarden aanwezig en zal er geen sprake zijn van verstoring van beschermde natuurwaarden. Dit is mede het gevolg van het toch relatief intensieve recreatief gebruik van de kreek door vissers (de vele visstoepen) en recreanten (zwemmen en varen op het water).

afbeelding "i_NL.IMRO.0677.BpdeVogel-001V_0007.png"

Figuur 1.7 Begrenzing van de EHS (blauwe lijn) aan de zuidkant van de Vogelkreek: rietvegetatie vormt geen onderdeel van de EHS.

Aantasting

Door de aanleg van de verbindingsweg tussen het huidige terrein en de uitbreiding van het recreatiecentrum vindt een aantasting van de EHS plaats met een oppervlakte van 379 m2, zie figuur 1.8. De aantasting betreft open water dat ook een onderdeel van het Natura 2000-gebied is.

Compensatie

De compensatie betreft het aanwijzen van een gebied grenzend aan de huidige begrenzing van de EHS, zie figuur 1.9. Het is een zone met water, riet en wilgen, grenzend aan de begrenzing van het Natura 2000-gebied en de EHS. De gronden zijn grotendeels al in eigendom van het Recreatiecentrum De Vogel en hebben een oppervlakte van 3.208 m2. Deze zone wordt ingebracht ter compensatie van de EHS en als verevening.

De noodzakelijke compensatie oppervlakte is 379 m2. Daarnaast kan dus 2.829 m2 ingezet worden voor de verevening. De compensatie van de EHS wordt in een privaatrechtelijke overeenkomst vastgelegd.

Otters in de kreek

De otter is een doelsoort voor de kreken in Zeeuws Vlaanderen en waren tot het midden van de vorige eeuw in iedere kreek aanwezig. Huidige populaties liggen op zeer grote afstand en het is niet te verwachten dat op korte termijn otters zich in Zeeland vestigen. De nieuwe brug vormt in het potentiele leefgebied van de Vogelkreek een nieuwe barrière en een risicofactor voor slachtoffers. Door middel van maatregelen (looprichels) is de kans op slachtoffers te minimaliseren. In de privaatrechtelijke overeenkomst wordt vastgelegd dat dergelijke voorzieningen op termijn worden aangebracht. Dit in combinatie met voorzieningen bij de duiker onder de Vogelweg. Deze laatste is immers de grootste barrière. Het op voorhand aanbrengen van dergelijke voorzieningen wordt niet opportuun geacht.

afbeelding "i_NL.IMRO.0677.BpdeVogel-001V_0008.png"

Figuur 1.8 Begrenzing EHS (blauwe lijn) en oppervlakte land in de EHS ten behoeve van de brug

afbeelding "i_NL.IMRO.0677.BpdeVogel-001V_0009.jpg"

Figuur 1.9 Voorstel aangepaste begrenzing EHS (twee percelen riet met oppervlakte van 3.208 m2)

Verevening

Op grond van de provinciale richtlijn betreft het hier een ontwikkeling van verblijfsrecreatie onder de categorie 'recreatieve activiteiten, achterland'. De noodzakelijke investering betreft de realisatie van € 515,- per standplaats. In de huidige situatie zijn of worden op het bestaande terrein 38 eenheden gesaneerd, die zijn vergund.

De planologische uitbreiding betreft dus 237 (275-38) eenheden. De hieraan gekoppelde verevening bedraagt € 122.055,-.

Tabel 1.1 Vereveningsopgave

ontwikkeling noodzakelijke verevening per eenheid (€) vereveningsopgave €
237 eenheden 515 122.055

Vereveningsbijdrage

De vereveningsbijdrage wordt gerealiseerd na de inrichting van het uitbreidingsterrein en binnen 10 jaar nadat het bestemmingsplan voor de uitbreiding is goedgekeurd. In de privaatrechtelijke overeenkomst is vastgelegd dat er een verevening zal plaatsvinden ter hoogte van het vermelde bedrag. Vooralsnog is de totale verevening niet vastgelegd in een specifiek plan. Gedurende de komende jaren zal gezocht worden naar gronden en maatregelen die een goede verevening zullen bewerkstelligen. Indien er geen geschikte locatie gevonden kan worden dan zal de huidige paardenweide ingebracht worden voor de verevening. Deze weide heeft een oppervlakte van 1,45 ha. In het bestemmingsplan is hiervoor een wijzigingsbevoegdheid opgenomen om de agrarische bestemming om te zetten in een natuurbestemming.

Mogelijke projecten die in het kader van de verevening gerealiseerd kunnen worden zijn:

  • extra investeringen in milieumaatregelen centrum gebouw;
  • wandelpad paardenweide;
  • visstoep bij wandelpad;
  • informatiebord over de waarden van de Vogel;
  • visstoep en parkeerplaats bij Vogeldijk, rolstoeltoegankelijk;
  • rietzone aan de noordkant krijgt een natuurbestemming en op termijn een EHS-status.

Op grond van deze vereveningsbijdrage zijn in totaal € 57.700,- (zie tabel 1.2). De eventuele omvorming van de paardenweide tot natuurgebied geeft een vereveningsbijdrage van € 94.000,-. Hiermee kan te allen tijde worden voldaan aan de noodzakelijk investeringen in omgevingskwaliteiten.

Extra investeringen in milieumaatregelen centrumgebouw

In het centrumgebouw zullen aanvullende investeringen worden gedaan die een positief milieueffect hebben. Het betreft de volgende voorzieningen die bij het eerste ontwerp van het centrum niet waren voorzien:

  • zonnecollectoren op het dak ten behoeve van de verwarming van het zwembadwater;
  • grijswater circuits, hergebruik zwembadwater als toiletwater.

De kosten hiervan zijn meer dan € 80.000,-. In de handreiking is aangegeven dat 5% van de kosten mag worden opgevoerd met een maximum van 50% van de vereveningsbijdrage. 5% van € 80.000,- = € 4.000,-.

Wandelpad paardenweide - dijk

Ter vergroting van de recreatieve mogelijkheden wordt een wandelpad langs de Vogelkreek aangelegd met een kortsluiting naar de dijk, zie figuur 1.10. Het pad wordt op de hoger gelegen landbouwgronden aangelegd. De route bestaat vooralsnog uit de volgende delen:

  • verhard pad door de paardenweide en langs de kreek: lengte 210 m;
  • trap bij de dijk;
  • oprit bij de dijk geschikt voor kinderwagens etc.

afbeelding "i_NL.IMRO.0677.BpdeVogel-001V_0010.png"

Figuur 1.10 Ligging wandelpad en visstoep

Visstoep bij wandelpad

Langs de Vogelkreek is een groot aantal vishuisjes (visstoepen) aanwezig. Dit zijn privéhuisjes. Langs het wandelpad wordt een visstoep aangelegd dat openbaar toegankelijk is. Deze visstoep staat op een afstand van 15 m van de oeverlijn. De kosten voor de vlonder en de stoep worden geschat op € 10.000,-. De visstoep kan ook een functie krijgen als vogelkijkhut.

Informatieborden over de waarden van de Vogel

Langs de route en de dijk worden in totaal 3 informatiepanelen geplaatst. De kosten voor het ontwerp van de panelen, fabricage en plaatsing wordt geschat op € 9.000,-. Mogelijk worden er nog meer borden geplaatst die ook informatie verstrekken over het voormalig Vogelfort.

Visstoep en parkeerplaats bij Vogeldijk, rolstoeltoegankelijk

Daar waar de Vogeldijk tegen de kreek komt wordt een visstoep aangelegd. Deze is rolstoelvriendelijk en vrij toegankelijk. Deze visstoep staat op een afstand van 20 m van de oeverlijn, de rietzone is hier zo breed. Er wordt langs de weg een parkeerplaats aangelegd, die geschikt is voor 2 auto's. De gronden en het water zijn in eigendom van de Vogel. De kosten voor de parkeerplaatsen, pad, vlonder en de stoep worden geschat op € 12.000,-.

Tabel 1.2 Vereveningsbijdrage Recreatiecentrum De Vogel

element vergoeding per eenheid (€) maat vereveningsbijdrage (€, afgerond)
extra investeringen in milieumaatregelen centrumgebouw 5% 4.000
verhard wandelpad kinderboerderij-dijk aanleg per km 15.000 0,3 4.500 7.400
beheerskosten per km voor 10 jaar 4.500 0,3 1.350
grondkosten per ha 34.000 300 x 1,5 = 0,045 ha 1.530
visstoep bij wandelpad 1 stoep
15 m vlonder
8.000
2.000
10.000
informatiebord over de waarden en historie van de Vogel 3 borden
ontwerp en plaatsen
3.000 9.000
visstoep en parkeerplaats bij Vogeldijk, rolstoeltoegankelijk 1 stoep
20 m vlonder
parkeerterrein 2p
pad verhard 50 m
10.000
2.000
12.000
extra rietzone EHS aanleg per ha 20.000 0,1995 12.800
beheerskosten per ha voor 10 jaar 10.000
grondkosten per ha 34.000
plankosten 2.500 eenmalig 2.500 2.500
totaal 1e fase 57.700

Tabel 1.3 Garantiestelling laatste fase: omvorming paardenweide

element vergoeding per eenheid (€) maat vereveningsbijdrage (€, afgerond)
recreatie natuur aanleg per ha 20.000 1,47 64.000 94.000
beheerskosten per ha voor 10 jaar 10.000
grondkosten per ha 34.000

De hoogte van de vereveningsbijdrage zal in een privaatrechtelijke overeenkomst worden vastgelegd.

1.4 Planologische Afweging

Ten aanzien van de beoogde uitbreiding en kwaliteitsverbetering van recreatiecentrum De Vogel geldt het volgende.

  • In Hulst zijn relatief weinig grootschalige recreatiecentra aanwezig. Versterking van de recreatie en verblijfsrecreatie wordt in het gemeentelijk beleid voorgestaan. De beoogde uitbreiding van de Vogel is opgenomen in De structuurvisie 2012-2025.
  • Vernieuwing en uitbreiding van de voorzieningen is wenselijk.
  • De huidige camping is ruimtelijk verweven met de kern Hengstdijk.
  • De uitbreiding van de camping met 237 eenheden was al besproken met de provincie voordat het nieuwe Omgevingplan en Verordening Ruimte in werking traden. De gemeente vindt deze uitbreiding dan ook aanvaardbaar. Indien wordt gekeken op regionaal Zeeuws Vlaams niveau, is er geen sprake van uitbreiding van het aantal eenheden. Camping Hellegat (120 standplaatsen) is gesaneerd en ook camping De Sandt Plaet (325 jaarplaatsen) is per 1-1-2012 gesaneerd om ruimte te maken voor natuurontwikkeling van het Zwin. Per saldo is er dus geen sprake van een vergroting van het aantal eenheden.

Invulling van het gebied met verblijfsrecreatieve voorzieningen wordt als passend bij de omgeving. Beoordeeld:

  • het grondstuk waarop de uitbreiding is beoogd, ligt aan de overzijde van het recreatiecentrum aan de Vogelkreek;
  • dit grondstuk ligt ingekaderd tussen de camping en de Vogelkreek in het noorden en infrastructuur aan de randen. Het grondstuk vormt daardoor een duidelijk herkenbaar ruimtelijk element;
  • binnen het gebied is een natuurlijke afbakening voor de realisering van de uitbreiding van het recreatiecentrum.

1.5 Afweging Beleid En Sectorale Aspecten

Beoordeling

Voorliggende ontwikkeling is tevens beoordeeld op basis van het geldende beleidskader en sectorale aspecten. Er gelden geen beleidsmatige, milieuhygiënische en andere belemmeringen voor de locatie (zie ook bijlage 1 en 2).

MER-beoordeling

De ontwikkeling is tevens getoetst aan het Besluit Milieueffectrapportage. Hieruit blijkt dat voor de ontwikkeling geen milieueffectrapportage of beoordelingsplicht geldt. Daarom kan met een vormvrije-MER volstaan worden. Deze is opgenomen in bijlage 2 Toetsing aan sectorale aspecten.

Conclusie

Uit de toetsing aan het beleid en de andere aspecten blijkt dat er geen belemmeringen zijn voor de beoogde ontwikkeling en dat de verblijfsrecreatieve ontwikkeling hier gewenst is en past binnen het beleid van de gemeente.

Hoofdstuk 2 Toelichting Op De Bestemmingsregeling

2.1 Inleiding

Algemeen

De Wet ruimtelijke ordening (Wro) bepaalt dat ruimtelijke plannen digitaal en analoog beschikbaar moeten zijn. Dit brengt met zich mee dat bestemmingsplannen digitaal uitwisselbaar en op vergelijkbare wijze gepresenteerd moeten worden. Met het oog hierop stellen de Wro en de onderliggende regelgeving eisen waaraan digitale en analoge plannen moeten voldoen. Zo bevat de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen (SVBP) bindende afspraken voor het bestemmingsplan. De SVBP kent (onder meer) hoofdgroepen van bestemmingen, een lijst met functie- en bouwaanduidingen, gebiedsaanduidingen en een verplichte opbouw van de regels en het renvooi.

Digitaal

Op de gemeentelijke website of www.ruimtelijkeplannen.nl kunnen de digitale bestemmingsplannen worden bekeken. Bij raadpleging van het digitale bestemmingsplan wordt de gebruiker bij het aanklikken van de percelen op een beeldscherm vanzelf naar de relevante delen van het bestemmingsplan 'doorverwezen'.

Analoog

Ondergrond

Op de verbeelding is in de ondergrond de bestaande situatie (bebouwing en kadastrale eigendomsgrenzen) weergegeven. Daarbij is gebruikgemaakt van een zo actueel mogelijk digitaal bestand. Op deze ondergrond zijn vlakken getekend waarin door middel van hoofdletters (bijvoorbeeld R-VR) is aangegeven welke bestemming ter plaatse zal gaan gelden.

Bestemmingen

De bestemmingen zijn in dit bestemmingsplan met een hoofdletter (bijvoorbeeld R-VR) aangeduid. De 'bestemmingen' corresponderen met afzonderlijke artikelen in hoofdstuk 2 (Bestemmingsregels). In het renvooi is daarbij dezelfde volgorde aangehouden als in het betreffende hoofdstuk.

Aanduidingen en renvooi (analoog plan)

De beoogde goot- en bouwhoogte zijn op de verbeelding opgenomen en in de regels vertaald. De betekenis van alle aanduidingen (cijfers en letters) wordt verklaard in het renvooi, een overzicht met verklaring van de aanduidingen op de verbeelding. Dit renvooi is voor zover nodig en wat betreft de aanduidingen opgesplitst in bouwaanduidingen, bouwvlak en maatvoeringaanduidingen.

Leeswijzer

Voor een beoordeling van alle bouw- en gebruiksmogelijkheden ter plaatse van een perceel dient derhalve de op de verbeelding aangebrachte aanduiding te worden bekeken, het renvooi te worden geraadpleegd voor het kiezen van het juiste bestemmingsartikel in de regels, waarna het bijbehorende artikel dient te worden gelezen. Deze volgorde is de meest doelmatige om inzicht te krijgen in de mogelijkheden die het bestemmingsplan biedt voor het gebruik van en bebouwing op een perceel.

2.2 Gehanteerde Bestemmingen

De regels bevatten bepalingen omtrent het gebruik van de gronden, bepalingen omtrent de toegelaten bebouwing en regelingen betreffende het gebruik van aanwezige en/of nog op te richten bouwwerken. De regels zijn onderverdeeld in hoofdstukken.

  • Hoofdstuk 1 Inleidende regels.
  • Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels.
  • Hoofdstuk 3 Algemene regels.
  • Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels.

In het hoofdstuk Bestemmingsregels zijn regels opgenomen betreffende de bestemmingen en de aanduidingen. Bij de opzet van deze regels is een alfabetische volgorde gehanteerd alsmede een standaardvolgorde zoals opgenomen in SVBP2012.

In dit bestemmingsplan komen de volgende bestemmingen voor:

  • Artikel 3 Agrarisch met Waarden - Natuur- en landschapswaarden;
  • Artikel 4 Groen;
  • Artikel 5 Natuur;
  • Artikel 6 Recreatie - Verblijfsrecreatie;
  • Artikel 7 Waarde - Archeologie.

Agrarisch met Waarden - Natuur- en landschapswaarden

De bestemming Agrarisch met Waarden - Natuur- en landschapswaarden is afgestemd op het vastgestelde bestemmingsplan Buitengebied Hulst (mei 2013). In deze bestemming is het agrarisch gebruik toegestaan en enkele bouwwerken ten behoeve van deze bestemming.

In de bestemming is tevens een wijzigingsbevoegdheid opgenomen. Met een wijzigingsplan is het mogelijk om de bestemming te wijzigen in de bestemming Natuur. Deze wijzigingsbevoegdheid is opgenomen om ervoor te zorgen dat de initiatiefnemer zijn vereveningsbijdrage realiseert.

Groen en water

Binnen de bestemming Groen zijn algemeen toegelaten:

  • beplantingen;
  • bermen en bermsloten;
  • nutsvoorzieningen;
  • speelvoorzieningen;
  • voet- en fietspaden;
  • water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

De bestemming Groen is gelegd rondom het verblijfsrecreatieterrein De Vogel. Binnen de bestemming is onderscheid gemaakt in de verschillende functies die de randzone vervult.

  • De landschappelijke inpassing is geregeld met de aanduiding (sg-li) 'specifieke vorm van groen - landschappelijke inpassing'. Ter plaatse van deze aanduiding is uitsluitend groen ten behoeve van de landschappelijke inpassing van de camping toegestaan. De landschappelijke inpassing heeft een breedte van ten minste 5 m.
  • De noodontsluitingen langs de zuidwestzijde en de oostzijde van de uitbreiding van de camping zijn voorzien van de aanduiding (sv-nos) 'specifieke vorm van verkeer - noodontsluiting'. Ter plaatse van deze aanduiding is naast de reguliere bestemming Groen tevens een noodontsluiting van het verblijfsrecreatieterrein toegestaan.
  • De ontsluiting aan de zuidzijde is voorzien van de aanduiding (sv-uit) 'specifieke vorm van verkeer - aanleg, beheer en onderhoud. Deze ontsluiting mag uitsluitend worden gebruikt ten behoeve van de aanleg van het terrein of het beheer en onderhoud van het terrein.
  • Centraal op de Vogeldijk is een aanduiding (os) 'ontsluiting' opgenomen voor de uitgang voor verkeer. In de regels is uitdrukkelijk opgenomen dat dit alleen een uitgang is voor gemotoriseerd verkeer; langzaam verkeer kan wel in twee richtingen gebruikmaken van de ontsluiting. (Noot: dit is bij de vaststelling gewijzigd, zie hoofdstuk 4).
  • Op enige afstand van de Vogelweg kan een aarden wal worden aangelegd, waarmee het geluid afkomstig van deze weg wordt geweerd. De aarden wal is aangeduid met een aanduiding (gw) 'geluidswal'.
  • Beoogd is tevens de aanleg van een strandje. Hiervoor is een aanduiding (str) 'strand' opgenomen.
  • Het verblijfsrecreatieterrein De Vogel wordt primair ontsloten via de huidige ontsluiting van de camping op de Vogelweg. Vanaf het bestaande verblijfsrecreatieterrein is vervolgens een nieuwe, interne ontsluitingsweg voorzien over de Vogelkreek. Deze weg is alleen toegankelijk voor verkeer (gemotoriseerd en langzaam verkeer) dat op het verblijfsrecreatieterrein moet zijn. Deze weg wordt binnen een groenstrook gerealiseerd. Er is niet gekozen voor een bestemming Verkeer, omdat de weg niet openbaar is. Het gebruik (ontsluiting) wijkt af van de reguliere bestemming Groen. Er is daarom een aanduiding (os) 'ontsluiting' opgenomen op de verbeelding. In de regels is bepaald dat ter plaatse van deze aanduiding tevens een ontsluiting voor autoverkeer is toegestaan. Ter plaatse van de Vogelkreek is voorzien in de bestemming Water met een aanduiding 'brug'.

Binnen de bestemming Groen zijn alleen nutsgebouwen (maximaal 15 m² met een bouwhoogte van 3 m) en bouwwerken, geen gebouwen zijnde (met een bouwhoogte variërend van 1 tot 10 m, afhankelijk van de aard en locatie van het bouwwerk, geen gebouw zijnde), toegestaan.

Binnen de bestemming Water mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder bruggen en dammen, worden gebouwd. De bouwhoogte hiervan bedraagt ten hoogste 2 m. Visstoepen zijn bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en zijn toegestaan binnen deze bestemming, alsmede binnen de aangrenzende bestemming Natuur.

Natuur

Binnen de bestemming Natuur staat het behoud en/of herstel en/of de ontwikkeling van aanwezige en potentiële landschappelijke, cultuurhistorische en natuurwaarden centraal. De bestemming Natuur is geregeld voor het deel EHS van Kreek De Vogel.

Er gelden specifieke gebruiksregels waarin strijdig gebruik is beschreven. Binnen de bestemming Natuur geldt een Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden.

Recreatie - Verblijfsrecreatie

Met uitzondering van de hiervoor genoemde randzone, is het resterende deel van de gronden voorzien van de bestemming Recreatie - Verblijfsrecreatie. De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • bedrijfsmatige exploitatie van verblijfsrecreatie in de vorm van een kampeerterrein voor permanente en niet permanente verblijfsrecreatie in kampeermiddelen, bouwwerken ten behoeve van recreatief nachtverblijf en stacaravans;
  • dienstverlening, beheer en onderhoud ten behoeve van de verblijfsrecreatie op hetzelfde terrein;
  • bij deze bestemming horende voorzieningen (waaronder groen, dierenweiden voor paarden en kleinvee, interne ontsluitingswegen, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, sport- en speelvoorzieningen, waterberging, water en waterhuishoudkundige voorzieningen).

Recreatiewoningen zijn niet toegestaan. In Hoofdstuk 1 Inleidende regels zijn met de bestemming samenhangende begrippen (Artikel 1 Begrippen) opgenomen.

Het betreffen de volgende begrippen:

  • 1.7 bedrijfsmatige exploitatie van verblijfsrecreatie;
  • 1.19 bouwwerk ten behoeve van recreatief nachtverblijf;
  • 1.23 kampeermiddelen;
  • 1.26 standplaats kampeermiddel.

In de regeling is, voor zover nog mogelijk, aangesloten bij de regeling zoals die geldt voor het bestaande deel van de camping in het bestemmingsplan Hengstdijk (vastgesteld 22 april 2010).

In de bouwregels zijn regels opgenomen voor:

  • bouwwerken (bouwwerken ten behoeve van recreatief nachtverblijf, stacaravans, bijgebouwen en was- en toiletgebouwen, dienstgebouwen voor beheer en onderhoud, stallen voor paarden en kleinvee);
  • bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

Per standplaats is de oppervlakte voor verschillende bouwwerken vastgelegd.

  • stacaravans en recreatieve nachtverblijven: 60 m²;
  • bijgebouwen: 10 m² en maximaal 1 per standplaats;
  • gezamenlijke oppervlakte voor kampeermiddelen per standplaats: 90 m²;
  • gezamenlijke oppervlakte van was- en toiletgebouwen buiten de standplaats: 1.100 m²;
  • gezamenlijke oppervlakte van dienstgebouwen: 1.100 m²;
  • gezamenlijke oppervlakte voor stallen voor paarden en kleinvee: 100 m².

De goot- of boeibordhoogte en bouwhoogte van bouwwerken is als volgt vastgelegd.

goot- of boeibordhoogte (m) bouwhoogte (m)
1. bouwwerken ten behoeve van recreatief nachtverblijf 4 8
2. dienstgebouwen voor beheer en onderhoud 4 8
3. stallen voor paarden en kleinvee 3,5 6
4. kampeermiddelen, stacaravans, individuele sanitairgebouwen, was- en toiletgebouwen 3,5 4,5
5. bijgebouwen 3,5 3,5

Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, is een zelfde regeling als bij de bestemming Groen toegepast.

Er zijn tot slot maten opgenomen voor de onderlinge afstand tussen bijgebouwen en tot bouwwerken op standplaatsen.

De oppervlaktematen, hoogtematen en afstandsmaten zijn afgestemd op de regeling voor het aangrenzende terrein.

In de specifieke gebruiksregels is aangegeven dat permanente bewoning niet is toegestaan. Ook is opgenomen dat bedrijfsmatige exploitatie noodzakelijk is.

Waarde - Archeologie

In het uitgevoerde archeologisch onderzoek is onvoldoende gebleken dat in de gronden dieper dan 1 m onder maaiveld geen archeologische resten kunnen worden aangetroffen. Om eventuele archeologische resten veilig te stellen is een archeologische dubbelbestemming (Waarde -Archeologie) opgenomen.

Hoofdstuk 3 Uitvoerbaarheid

3.1 Financiële Uitvoerbaarheid

Grexwet

In de Wro is in afdeling 6.4 de regelgeving rondom grondexploitatie (Grexwet) opgenomen. Centrale doelstelling van de Grexwet is om in de situatie van particuliere grondexploitatie te komen tot een verbetering van het gemeentelijk kostenverhaal en de versterking van de gemeentelijke regie bij locatieontwikkeling.

  • In artikel 6.12 van de Wro is bepaald dat de gemeenteraad een exploitatieplan vaststelt voor gronden waarop een bouwplan is voorgenomen.
  • In artikel 6.2.1 Bro is vastgelegd wat onder een bouwplan wordt verstaan. De bouw van een of meerdere hoofdgebouwen is in het betreffende artikel van het Bro opgenomen.

Een exploitatieplan dient tegelijkertijd met een bestemmingsplan te worden vastgesteld.

In de Wro is tevens opgenomen, dat kan worden afgeweken van de verplichting tot het opstellen van een exploitatieplan indien het verhaal van kosten van de grondexploitatie over de in het plan of besluit begrepen gronden anderszins verzekerd is. Dit is het geval indien de gemeente en de initiatiefnemer en/of de ontwikkelende partij een privaatrechtelijke overeenkomst hebben gesloten over de verdeling van kosten bij de grondexploitatie.

Bij de vaststelling van een bestemmingsplan moet een expliciet besluit worden genomen dat het niet noodzakelijk is om een exploitatieplan vast te stellen.

Herstructurering en uitbreiding recreatiecentrum De Vogel

De beoogde uitbreiding van het recreatiecentrum De Vogel op de ten zuiden van de kreek gesitueerde gronden is een particulier initiatief. De gronden ter plaatse van de ontwikkelingslocatie zijn in bezit van de initiatiefnemer. Bij onderhavige ontwikkeling is een exploitatieovereenkomst tussen de gemeente en initiatiefnemer gesloten. Een exploitatieplan is daarom niet noodzakelijk. In het bestemmingsplan voor de uitbreiding is in de specifieke gebruiksregels het maximum aantal standplaatsen (275) voor de uitbreiding van het recreatiecentrum gewaarborgd.

Onderzoek uitvoerbaarheid

Conform artikel 3.1.6, lid 1, sub f van het Besluit ruimtelijke ordening heeft een onderzoek plaatsgevonden naar de economische uitvoerbaarheid van het plan. Uit een summier exploitatie overzicht is gebleken dat het plan economisch uitvoerbaar is.

3.2 Resultaten Overleg

In het kader van het overleg ex artikel 3.1.1 Bro stelt de gemeente Hulst overleginstanties in de gelegenheid om op het bestemmingsplan te reageren. Het ontwerpbestemmingsplan is toegezonden aan:

  1. 1. Provincie Zeeland.
  2. 2. Veiligheidsregio.
  3. 3. Waterschap Scheldestromen.

De overlegreactie van de provincie (een zienswijze), die is opgenomen aan het einde van bijlage 7 heeft bij de vaststelling van het bestemmingsplan geleid tot een aantal wijzigingen. Deze wijzigingen zijn vermeld in hoofdstuk 4.

Van de veiligheidsregio is geen overlegreactie ontvangen. Aangenomen wordt daarom dat deze instantie met het plan instemt.

De overlegreactie van het waterschap (eveneens een zienswijze) is opgenomen in de nota "Beantwoording zienswijzen en overzicht ambtshalve aanpassingen" die in bijlage 7 is opgenomen. De overlegreactie heeft geen aanleiding gegeven om het plan aan te passen (gewijzigd vast te stellen).

3.3 Handhaving

Het gemeentebestuur is bevoegd om administratiefrechtelijk op te treden op grond van de Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht (Awb) ten aanzien van activiteiten, die in strijd zijn met het bestemmingsplan. Het spreekt echter vanzelf dat het weinig zin heeft bestemmingsplannen op te stellen die slecht worden nageleefd.

Om een aanvaardbaar handhavingsbeleid tot stand te brengen, dient in de eerste plaats het draagvlak te worden vergroot. In verband hiermee dient het bestemmingsplan voor zoveel mogelijk betrokkenen een duidelijke, toegankelijke en op de hedendaagse behoeften en eisen afgestemde bestemmingsregeling te bevatten.

Verder kan door informatie te verstrekken omtrent de inhoud van het bestemmingsplan een groter begrip worden gekweekt bij de burger. Het geven van voorlichting vormt daarom de eerste schakel in de handhavingsactiviteiten. Van gemeentewege zullen hiertoe de nodige activiteiten worden ondernomen.

Daarnaast dient politieke/bestuurlijke bereidheid te ontstaan om de planregels in de praktijk toe te passen en te handhaven. Ten aanzien van overtredingen zal een actief handhavingsbeleid worden gevoerd. Getracht wordt de controlewerkzaamheden ten aanzien van geconstateerde overtredingen op een intensieve manier uit te voeren.

Om de benodigde inzet van extra middelen zo beperkt mogelijk te houden, maar ook om tot een samenhangend handhavingsbeleid te komen, zullen handhavingsactiviteiten zoveel mogelijk worden afgestemd. Controle in het kader van het bestemmingsplan wordt gekoppeld aan controle in het kader van milieuwetgeving en omgekeerd.

Wanneer eenmaal sancties moeten worden getroffen, zal dit op consistente wijze en met inachtneming van de juridische spelregels, worden gedaan. Indien de activiteiten niet kunnen worden gelegaliseerd, zullen de instrumenten van aanschrijving, stillegging bouw, bestuursdwang en dwangsom worden toegepast. De uitvoering van de strafrechtelijke vervolging ligt in handen van het Openbaar Ministerie.

Hoofdstuk 4 Bij De Vaststelling Aangebrachte Wijzigingen

Het ontwerpbestemmingsplan Uitbreiding recreatiecentrum De Vogel (versie 16-04-2013) heeft met ingang van 2 mei 2013 voor een periode van zes weken ter inzage gelegen. Tijdens de terinzagelegging zijn 21 schriftelijke zienswijzen kenbaar gemaakt.

Het bestemmingsplan is op 19-09-2013 gewijzigd vastgesteld door de gemeenteraad. Het vaststellingsbesluit, de daarbij behorende "beantwoording zienswijzen en overzicht ambtshalve aanpassingen" en de overlegreactie van de provincie zijn opgenomen in bijlage 7 bij deze toelichting. Op grond van de ingediende zienswijzen en ambtshalve overwegingen zijn de volgende wijzigingen aangebracht in het bestemmingsplan.

Wijzigingen van de verbeelding

Naar aanleiding van zienswijzen

  • Het meest westelijk deel van de natuurbestemming (aan de noordzijde van de kreek) is niet vastgesteld.
  • Voor het uitbreidingsterrein ten zuiden van de kreek is een dubbelbestemming Waarde -Archeologie opgenomen. Deze bestemming kwam nog niet voor in het ontwerpbestemmingsplan.
  • Op het uitbreidingsterrein is het maximum aantal standplaatsen gewijzigd van 237 in 275. Het verschil van 38 heeft te maken met de eenheden op het bestaande terrein.
  • Binnen de groenbestemming aan de zuidzijde van de uitbreiding is de aanduiding 'ontsluiting' gewijzigd in de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - aanleg, beheer en onderhoud'.

Ambtshalve wijzigingen

  • De planidentificatie is gewijzigd in NL.IMRO.0677.BpdeVogel-001V.
  • De paardenweide wordt onderdeel van het plangebied en voorzien van een agrarische bestemming (Agrarisch met waarden) en een wijzigingsbevoegdheid van A naar N (natuur). Deze bestemming kwam nog niet voor in het ontwerpbestemmingsplan.

Wijzigingen in de regels

  • In artikel 1 Begrippen, lid 1.2 is de planidentificatie is gewijzigd in NL.IMRO.0677.BpdeVogel-001V.
  • De artikelen 3 tot en met 5 zijn vernummerd in 4 tot en met 6 en de artikelen 6 tot en met 9 zijn vernummerd in 8 tot en met 11.
  • In hoofdstuk 2 van de regels zijn twee nieuwe artikelen opgenomen:
    1. 1. een nieuw artikel 3 Agrarisch met Waarden - Natuur- en landschapswaarden voor de hiervoor vermelde paardenweide
    2. 2. een artikel 7 Waarde - Archeologie voor het uitbreidingsterrein met bouwregels en het vereiste van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden.
  • Van artikel 4 Groen lid 4.1 zijn de subleden j en k vernummerd in k en l. Voorts is een nieuw sublid j opgenomen met een regeling voor de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - aanleg, beheer en onderhoud'.
  • In artikel 6 Recreatie - Verblijfsrecreatie lid 6.2.3 is de maximaal toelaatbare bouwhoogte van lichtmasten en overige masten gewijzigd van 10 m in 3 m.

Toelichting bestemmingsplan

Daarnaast zijn op enkele plekken in de toelichting op het bestemmingsplan redactionele en elijke aanpassingen doorgevoerd. Hierna wordt volstaan met een beknopte opsomming van de belangrijkste aanpassingen.

  • Paragraaf 1.2:
    1. 1. De beschrijving van de begrenzing van het plangebied is gecorrigeerd.
    2. 2. Op figuur 1.1. zijn de grenzen in overeenstemming gebracht met die van het voorliggende bestemmingsplan.
  • In paragraaf 1.3:
    1. 1. is tabel 1.2. met de vereveningsbijdrage geactualiseerd.
    2. 2. zijn de kaart en tekst met betrekking tot de compensatie van de EHS aangepast;
    3. 3. zijn de hoogte en ligging van de brug nader omschreven en is de afstemming met het waterschap aangegeven.
  • Op diverse plekken is vermeld dat landschappelijke inpassing, compensatie EHS, verevening en 'otterproof' in een privaatrechtelijke overeenkomst wordt vastgelegd.
  • Bijlage 2 van de toelichting (Toetsing aan sectorale aspecten) is:
    1. 1. aangevuld met het aspect archeologie;
    2. 2. het aspect 'relatie met omliggende bedrijfsfuncties' aangevuld met de Provinciale verordening Ruimte in verband met milieuhinder (bufferzone) aangrenzende bedrijven;
    3. 3. aangevuld met een vormvrije mer beoordeling.
  • Er zijn 4 nieuwe bijlagen bij de toelichting opgenomen, te weten:
    1. 1. bijlage 4 Akoestisch onderzoek(berekening hoogte geluidswal);
    2. 2. bijlage 5 Voortoets Natuurbeschermingswet;
    3. 3. bijlage 6 Archeologisch onderzoek (de rapporten);
    4. 4. bijlage 7 Raadsbesluit en nota Beantwoording zienswijzen en overzicht ambtshalvewijzigingen.

Omdat de toelichting (inclusief de bijlagen) geen deel uitmaakt van het bestemmingsplan, hebben de aanpassingen geen juridische betekenis.

Bijlage 1 Toetsing Aan Beleidskader

Bijlage 1 Toetsing aan beleidskader

Bijlage 2 Toetsing Aan Sectorale Aspecten

Bijlage 2 Toetsing aan sectorale aspecten

Bijlage 3 Watertoets

Bijlage 3 Watertoets

Bijlage 4 Akoestisch Onderzoek

Bijlage 4 Akoestisch onderzoek

Bijlage 5 Voortoets Natuurbeschermingswet

Bijlage 5 Voortoets Natuurbeschermingswet

Bijlage 6 Archeologisch Onderzoek

Bijlage 6 Archeologisch onderzoek

Bijlage 7 Raadsbesluit En Nota Beantwoording Zienswijzen En Overzicht Ambtshalve Wijzigingen

Bijlage 7 Raadsbesluit en nota Beantwoording zienswijzen en overzicht ambtshalve wijzigingen