KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
Artikel 2 Wijze Van Meten
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Agrarisch - Kernrandzone
Artikel 4 Agrarisch - Kwekerij
Artikel 5 Agrarisch Met Waarden - Natuur - En Landschapswaarden
Artikel 6 Bedrijf
Artikel 7 Bedrijf - Nutsvoorziening
Artikel 8 Bedrijventerrein
Artikel 9 Bos
Artikel 10 Centrum
Artikel 11 Detailhandel
Artikel 12 Dienstverlening
Artikel 13 Gemengd - 1
Artikel 14 Gemengd - 2
Artikel 15 Gemengd - 3
Artikel 16 Gemengd - 4
Artikel 17 Gemengd - 5
Artikel 18 Gemengd - 6
Artikel 19 Gemengd - 7
Artikel 20 Gemengd - 8
Artikel 21 Gemengd - 9
Artikel 22 Gemengd - 10
Artikel 23 Groen
Artikel 24 Horeca
Artikel 25 Kantoor
Artikel 26 Maatschappelijk
Artikel 27 Molen
Artikel 28 Natuur
Artikel 29 Recreatie - Dagrecreatie
Artikel 30 Recreatie - Jachthaven
Artikel 31 Sport
Artikel 32 Tuin
Artikel 33 Verkeer
Artikel 34 Verkeer - Garages En Bergplaatsen
Artikel 35 Water
Artikel 36 Wonen
Artikel 37 Wonen - Aaneen Of Geschakeld
Artikel 38 Wonen - Bungalowpark
Artikel 39 Wonen - Gestapeld
Artikel 40 Wonen - Twee-aaneen
Artikel 41 Wonen - Twee-aaneen Niet Geschakeld
Artikel 42 Wonen - Voorzieningen
Artikel 43 Wonen - Vrijstaand
Artikel 44 Wonen - Vrijstaand 2
Artikel 45 Wonen - Woonwagens
Artikel 46 Woongebied
Artikel 47 Woongebied - 2
Artikel 48 Leiding - Gas
Artikel 49 Leiding - Riool
Artikel 50 Leiding - Water
Artikel 51 Waarde - Aardkunde 1
Artikel 52 Waarde - Archeologie 1
Artikel 53 Waarde - Archeologie 2
Artikel 54 Waarde - Archeologie 3
Artikel 55 Waarde - Beschermd Stadsgezicht
Artikel 56 Waarde - Cultuurhistorie Beschermde Dijken
Artikel 57 Waterstaat - Waterkering
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 58 Anti-dubbeltelregel
Artikel 59 Algemene Bouwregels
Artikel 60 Algemene Gebruiksregels
Artikel 61 Algemene Aanduidingsregels
Artikel 62 Algemene Afwijkingsregels
Artikel 63 Algemene Wijzigingsregels
Artikel 64 Overige Regels
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 65 Overgangsrecht
Artikel 66 Slotregel
Hoofdstuk 1 Inleiding
1.1 Aanleiding
1.2 Doel
1.3 Plangebied
Hoofdstuk 2 Herziening Van Het Bestemmingsplan
2.1 Wat Is Een Herziening
2.2 Opbouw Van De Herziening
2.3 Inhoud Van De Herziening
2.4 Nadere Toelichting Op De Herziening
Hoofdstuk 3 Handhaving
Hoofdstuk 4 Uitvoerbaarheid
4.1 Economische Uitvoerbaarheid
4.2 Maatschappelijke Uitvoerbaarheid
Bijlage 1 Staat Van Bedrijfsactiviteiten
Bijlage 2 Staat Van Bedrijfsactiviteiten 'Functiemenging'
Bijlage 3 Staat Van Horeca-activiteiten
Bijlage 4 Staat Van Kleinschalige Bedrijfsmatige Activiteiten
Bijlage 5 Vrijstellingenkaart
Bijlage 1 Aanpassingen Kernen Hulst
Bijlage 2 Nota Vooroverleg
Bijlage 3 Notitie Zienswijze

Kernen Hulst 1H

Bestemmingsplan - Gemeente Hulst

Vastgesteld op 15-04-2021 - geheel onherroepelijk in werking

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan

het bestemmingsplan Kernen Hulst 1H van de gemeente Hulst.

1.2 bestemmingsplan

de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0677.bpkernen1H-001V met de bijbehorende regels en bijlagen.

1.3 aan- en uitbouw

een aan een hoofdgebouw gebouwd gebouw dat in bouwkundig opzicht te onderscheiden is van het hoofdgebouw.

1.4 aan-huis-gebonden-beroep

een dienstverlenend beroep, dat in een woning of bij de woning behorend bijgebouw uitsluitend door de bewoner(s) van de woning wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en voor zover deze beroepen een ruimtelijke uitstraling hebben die met de woonfunctie in overeenstemming is.

1.5 aanduiding

een geometrisch bepaald vlak of een figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waarvoor ingevolge dit bestemmingsplan regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.

1.6 aanduidingsgrens

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.

1.7 aangebouwde overkapping

een aan een hoofdgebouw gebouwde overkapping.

1.8 agrarisch bedrijf

een bedrijf gericht op het voortbrengen van agrarische producten door middel van het telen of veredelen van gewassen en/of het houden of fokken van vee, pluimvee of pelsdieren, nader te onderscheiden in:

  1. a. grondgebonden bedrijf: een bedrijf dat geheel of nagenoeg afhankelijk is van de agrarische grond als productiemiddel en waar geheel of nagenoeg gebruik wordt gemaakt van open grond of plat glas dan wel een ander lichtdoorlatend materiaal met een hoogte van maximaal 1 m, te onderscheiden in:
    1. 1. akker- en vollegrondstuinbouw:
      • de teelt van gewassen op open grond, daaronder niet begrepen bosbouw, sier- en fruitteelt;
    2. 2. fruitteelt:
      • de teelt van fruit op open grond;
    3. 3. sierteelt:
      • de teelt van siergewassen al dan niet met behulp van kassen en al dan niet gecombineerd met de handel in boomkwekerijgewassen en vaste planten;
    4. 4. bollenteelt:
      • de teelt van bloembollen in samenhang met de teelt bolbloemen;
    5. 5. bosbouw:
      • de teelt van bomen voor de houtproductie;
    6. 6. boomkwekerij:
      • een bedrijf gericht op het telen van bomen al dan niet gecombineerd met de verhandeling daarvan;
    7. 7. veeteelt:
      • het houden van melkvee en/of ander vee, niet zijnde een intensieve veehouderij;
  2. b. glastuinbouw: een bedrijf gericht op de teelt of veredeling van gewassen (nagenoeg) geheel met behulp van kassen;
  3. c. aquacultuur: de kweek van schaal- en schelpdieren, vis, zouttolerante gewassen andere aquatische producten en aquatische organismen;
  4. d. paardenfokkerij: het fokken van paarden, de verkoop van gefokte paarden en het houden van paarden voor de fokkerij;
  5. e. niet grondgebonden bedrijf: een bedrijf dat (nagenoeg) niet afhankelijk is van agrarische grond als productiemiddel en waar (nagenoeg) geen gebruik wordt gemaakt van daglicht, waaronder begrepen:
    1. 1. intensieve veehouderij:
      • een niet aan de grond gebonden agrarisch bedrijf of bedrijfsonderdeel dat zich toelegt op het houden of mesten van melkvee en/of slacht-, fok-, leg- of pelsdieren, waarbij de teelt plaatsvindt zonder of nagenoeg zonder weidegang. Voorbeelden zijn: kalvermesterij, kippenfarm, varkensfokkerij en varkensmesterij;
    2. 2. intensieve tuinbouw in gebouwen:
      • een niet aan de grond gebonden agrarisch bedrijf als hiervoor bedoeld, gericht op de teelt of veredeling van gewassen (nagenoeg) geheel met behulp van gebouwen;
    3. 3. intensieve kwekerij:
      • de teelt van gewassen of dieren, anders dan bij wijze van intensieve veehouderij, in met name gebouwen (nagenoeg) zonder gebruik te maken van daglicht.

1.9 antenne-installatie

een installatie bestaande uit een antenne, een antennedrager, de bedrading en de al dan niet in een techniekkast opgenomen apparatuur, met de daarbij behorende bevestigingsconstructie.

1.10 antennedrager

een antennemast of andere constructie bedoeld voor de bevestiging van een antenne.

1.11 arbeidsmigrant

economisch actieve migrant wiens doel het is arbeid en inkomen te verwerven, met een hoofdverblijf elders, en op eigen initiatief en op vrijwillige basis.

1.12 archeologisch deskundige

de beleidsmedewerker archeologie van de gemeente, de gemeentelijk adviseur archeologie of een door het College van Burgemeester en Wethouders aangewezen deskundige op het gebied van archeologie.

1.13 archeologisch rapport

een rapport van een archeologisch onderzoeksbureau of een goed onderbouwd advies van een deskundige op het gebied van archeologie.

1.14 archeologische waarde

vindplaats of vondst met een oudheidkundige waarde. Het betreft hier met name archeologische relicten in hun oorspronkelijke ruimtelijke context. Zowel grote complexen/ structuren zoals nederzettingsterreinen, als afzonderlijke vondsten kunnen met deze term worden aangeduid.

1.15 bebouwing

een of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

1.16 bebouwingspercentage

een in de regels of op de verbeelding aangegeven percentage dat de grootte van het gedeelte van het bouwvlak of bouwperceel aangeeft, dat maximaal mag worden bebouwd, tenzij in de regels anders is bepaald

1.17 bedrijf

een onderneming gericht op het produceren, bewerken, herstellen, installeren, inzamelen, verwerken, verhuren, opslaan en/of distribueren van goederen.

1.18 bedrijfswoning

een woning, bestaande uit een hoofdgebouw met de daarbij behorende aan- en uitbouwen, in of bij een gebouw of op een terrein, die slechts is bestemd voor bewoning door (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar noodzakelijk is, vanwege de bestemming van het gebouw of het terrein.

1.19 bestaande afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen

afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen, die op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan tot stand zijn gekomen of tot stand zullen komen met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

1.20 bestemmingsgrens

de grens van een bestemmingsvlak.

1.21 bestemmingsvlak

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.

1.22 Bevi-inrichting

bedrijf zoals bedoeld in artikel 2 lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen.

1.23 bevoegd gezag

bevoegd gezag zoals bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

1.24 bijgebouw

een vrijstaand gebouw dat in functioneel en bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw.

1.25 bouwen

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.

1.26 bouwgrens

de grens van een bouwvlak.

1.27 bouwmarkt

een al dan niet overdekt detailhandelsbedrijf, waarin een volledig of nagenoeg volledig assortiment aan bouwmaterialen en doe-het-zelfproducten uit voorraad wordt aangeboden.

1.28 bouwperceel

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge deze regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.

1.29 bouwperceelgrens

een grens van een bouwperceel.

1.30 bouwvlak

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.

1.31 bouwwerk

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct of indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.

1.32 bouwwerk, geen gebouw zijnde

een bouwwerk als bedoeld in lid 1.31, niet zijnde een gebouw.

1.33 café

een horecabedrijf, niet zijnde een discotheek of bar/dancing, uitsluitend of overwegend gericht op het verstrekken van dranken voor consumptie ter plaatse, met als nevenactiviteit het verstrekken van kleine etenswaren, al dan niet ter plaatse bereid.

1.34 camperplaats

een openbare stallingsplaats voor campers, waar nachtverblijf in de camper is toegestaan.

1.35 consumentenvuurwerk

vuurwerk dat is bestemd voor particulier gebruik.

1.36 containervelden

al dan niet verharde percelen voor de teelt van planten in potten.

1.37 cultuurhistorische waarde

de aan een bouwwerk of gebied toegekende waarde in verband met ouderdom en/of historische gaafheid.

1.38 cultuur en ontspanning

voorzieningen binnen de sector cultuur en ontspanning zoals een atelier, creativiteitscentrum, dansschool, museum, muziekschool en met voorgaande functies vergelijkbare voorzieningen.

1.39 dagrecreatie

vrijetijdsbesteding gedurende de dag zoals sport en spel, wandelen, paardrijden of het houden van een evenement; er is daarbij geen sprake van verblijfsrecreatie.

1.40 dak

een uitwendige scheidingsconstructie als bovenafsluiting van een bouwwerk.

1.41 dakkapel

een constructie ter vergroting van een gebouw, die zich tussen de dakgoot en de nok van een dakvlak bevindt, waarbij deze constructie onder de noklijn is gelegen en de onderzijde van de constructie in het dakvlak is geplaatst.

1.42 dansschool

een inrichting waarin voorzieningen aanwezig zijn voor het in besloten ruimten dansen en het geven van onderricht daarin, zonder dat zalen worden verhuurd en zonder dat gelegenheid wordt geboden voor het houden van feesten en niet bij het dansonderricht behorende muziek- of dansevenementen.

1.43 detailhandel

het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroep of bedrijf.

1.44 dienstverlening

het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen, zoals reis- en uitzendbureaus, kapsalons, pedicures, wasserettes, makelaarskantoren en bankfilialen.

1.45 dienstwoning

een woning, bestaande uit een hoofdgebouw met de daarbij behorende aan- en uitbouwen, in of bij een gebouw of op een terrein, die slechts is bestemd voor bewoning door (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar noodzakelijk is, vanwege de bestemming van het gebouw of het terrein.

1.46 discotheek of dancing

een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van dranken voor consumptie ter plaatse, in combinatie met het doen beluisteren van overwegend mechanische muziek en het gelegenheid geven tot dansen, feesten en andere daarmee vergelijkbare evenementen.

1.47 evenement

het geheel van al dan niet incidentele dan wel al dan niet kortdurende, maar wel tijdelijke activiteiten, dat plaatsvindt bij een voor publiek toegankelijke gebeurtenis, zoals een feest, kermis, optocht, braderie, wedstrijd of andere bijeenkomst tot ontspanning of vermaak, of een vertoning, voorstelling of herdenking, waarbij het schenken van alcoholische dranken is toegestaan.

1.48 extensieve dagrecreatie

niet-gemotoriseerde recreatieve activiteiten, zoals wandelen, fietsen, skaten, paardrijden, vissen, zwemmen en natuurobservatie.

1.49 gebouw

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

1.50 grootschalige detailhandel

detailhandel in de volgende categorieën:

  1. a. detailhandel in grootschalige goederen, zoals auto's, boten, motoren, caravans, landbouwwerktuigen en grove bouwmaterialen en daarmee rechtstreeks samenhangende artikelen, zoals accessoires, onderhoudsmiddelen, onderdelen en materialen;
  2. b. tuincentra met een vloeroppervlak van 1500 m² of meer;
  3. c. detailhandelsbedrijven met een vloeroppervlak van 1500 m² of meer in meubels, keukens en badkamers, al dan niet - in ondergeschikte mate - in combinatie met woninginrichting en stoffering;
  4. d. bouwmarkten met een vloeroppervlak van 1500 m² of meer;
  5. e. detailhandel in brand- en explosiegevaarlijke goederen.

1.51 hoofdgebouw

een gebouw of een gedeelte daarvan, dat op een bouwperceel door zijn constructie, afmetingen of functie als het belangrijkste bouwwerk valt aan te merken.

1.52 horecabedrijf

een onderneming gericht op het bedrijfsmatig verstrekken van ter plaatse te nuttigen voedsel en dranken, het bedrijfsmatig exploiteren van zaalaccommodatie en/of het bedrijfsmatig verstrekken van nachtverblijf.

1.53 hotel

een horecabedrijf, dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van logies (per nacht) met - al dan niet - als nevenactiviteit het verstrekken van maaltijden en dranken voor consumptie ter plaatse.

1.54 hoveniersbedrijf

een bedrijf, gericht op de aanleg, de inrichting en het onderhoud van tuinen en groen, met gebruikmaking van de daarbij behorende materialen en gereedschappen, zonder dat detailhandel wordt uitgeoefend.

1.55 huishouden

een aantal, aan elkaar door familieband of anderszins gerelateerde, personen, die gezamenlijk één eenheid vormt en als zodanig ook gebruik maakt van één woning.

1.56 kantoor

voorziening gericht op het verlenen van diensten op administratief, financieel, architectonisch, juridisch of een daarmee naar aard gelijk te stellen gebied, waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen.

1.57 kap

een constructie van één of meer dakvlakken met een helling van meer dan 30° en minder dan 65°.

1.58 kas

een bouwwerk van glas of ander lichtdoorlatend materiaal voor de agrarische bedrijfsvoering met een hoogte van 1,5 m of meer, trek-, tunnel-, schaduw-, boog- en gaaskassen daaronder begrepen.

1.59 kinderboerderij

een voorziening waar ter wille van kinderen dieren worden gehouden.

1.60 kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten

activiteiten die in een woning of bij de woning behorend bijgebouw door een bewoner op bedrijfsmatige wijze worden uitgeoefend, voor zover sprake is van een inrichting type A, zoals bedoeld in het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (Activiteitenbesluit) waarbij de woning in overwegende mate zijn woonfunctie behoudt met een ruimtelijke uitstraling die daarbij past.

1.61 kleinschalige dagrecreatieve voorzieningen

voorzieningen, zoals aanlegsteigers, picknickplaatsen, observatiepunten, informatieborden en banken, voor activiteiten, zoals wandelen, fietsen, vissen, zwemmen, kanoën en natuurobservatie.

1.62 KNA

Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie (zie www.sikb.nl).

1.63 kwekerij

het telen, kweken en verzorgen van bomen, heesters, struiken, planten en bloemen of tuinbouwzaden in de open grond.

1.64 kwetsbare objecten

objecten zoals bedoeld in artikel 1 lid l van het Besluit externe veiligheid inrichtingen.

1.65 landschaps- en natuurbeschermingsdeskundige

een door het bevoegd gezag aan te wijzen onafhankelijke deskundige of onafhankelijke commissie van deskundigen op het gebied van landschap en natuur.

1.66 landschapswaarde

de aan een gebied toegekende waarde met betrekking tot het waarneembare deel van de aardoppervlakte, die wordt bepaald door de herkenbaarheid en de identiteit van de onderlinge samenhang tussen levende en niet-levende natuur.

1.67 lessenaarsdak

een asymmetrische dakvorm met één hellend dakvlak over (nagenoeg) de volledige breedte of diepte van een gebouw.

1.68 ligplaats

een gedeelte van het openbaar water, bestemd of geschikt om bij verblijf voor korte of langere duur door een woon-, bedrijfs-, recreatie-, of beroepsschip of een schip voor bijzondere of representatieve doeleinden te worden ingenomen.

1.69 maatschappelijke voorzieningen

voorzieningen binnen de gezondheidszorg, jeugdopvang, naschoolse opvang, onderwijs, openbare dienstverlening, praktijkruimte, sportzaal, religie, uitvaartcentrum, verenigingsleven, welzijnsinstelling en met voorgaande functies vergelijkbare voorzieningen.

1.70 manege

een bedrijf dat gericht is op het lesgeven in paardrijden en daarvoor paarden en/of pony's houdt, in combinatie met een of meer van de volgende hiermee samenhangende activiteiten of voorzieningen: het in pension houden van paarden en/of pony's, horeca (kantine, foyer en dergelijke), verenigingsaccommodatie en het houden van wedstrijden of andere evenementen, waarbij de te houden evenementen uitsluitend gericht mogen zijn op de hoofdactiviteit van de manege,(te weten, het lesgeven in paardrijden en het houden van paarden en pony's); overige evenementen zijn niet toegestaan.

1.71 molendeskundige

de vereniging De Zeeuwse Molen of de Hollandsche Molen dan wel een andere door het bevoegd gezag aan te wijzen onafhankelijke deskundige of commissie van deskundigen inzake molens.

1.72 natuurwaarde

de aan een gebied toegekende waarde in verband met de aanwezige flora en/of fauna.

1.73 NEN

door de Stichting Nederlands Normalisatie-instituut uitgegeven norm, zoals deze luidde op het moment van vaststelling van het plan.

1.74 normaal agrarisch gebruik

werkzaamheden in de normale bouw voor t.b.v. de gewasteelten.

1.75 nutsvoorzieningen

voorzieningen voor het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, voorzieningen voor (ondergrondse) afvalinzameling en apparatuur voor telecommunicatie.

1.76 ondergeschikte horeca

een horeca-activiteit die ondergeschikt is aan de hoofdactiviteit, welke uitsluitend toegankelijk is via de hoofdactiviteit en waarvan de openingstijden van de horeca-activiteit zijn aangepast aan de openingstijden van de hoofdactiviteit.

1.77 opgraven/ opgraving

de ontsluiting van een vindplaats met als doel de informatie te verzamelen en vast te leggen die nodig is voor het beantwoorden van de in het Programma van Eisen verwoorde onderzoeksvra(a)g(en) en het behalen van de onderzoeksdoelstellingen.

1.78 ophoging

het blijvend verhogen van het bestaande maaiveld door het aanbrengen van grond of andersoortige materialen. Tijdelijke ophoging tot een maximum van 6 maanden in relatie tot de agrarische bedrijfsvoering wordt niet gezien als een ophoging.

1.79 overkapping

een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voorzien van een dak dat in functioneel en bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw.

1.80 paardenbak

een niet overdekt en al dan niet omsloten terrein, voorzien van een bewerkte/aangepaste bodem, voor het africhten, trainen en berijden van paarden en het anderszins beoefenen van de paardensport.

1.81 peil

  1. a. voor gebouwen die onmiddellijk aan de weg grenzen: de hoogte van die weg;
  2. b. in andere gevallen en voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld, op het tijdstip van inwerkingtreding van dit plan.

1.82 pension

een horecabedrijf, dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van logies (per nacht) met - al dan niet - als nevenactiviteit het verstrekken van maaltijden en dranken voor consumptie ter plaatse

1.83 perceel

een of meerdere aaneengesloten kadastrale percelen behorend bij het hoofdgebouw.

1.84 praktijkruimte

een gebouw of een gedeelte daarvan, dat dient voor het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, architectonisch, kunstzinnig, juridisch, medisch, paramedisch, therapeutisch of een daarmee naar aard gelijk te stellen gebied.

1.85 proeftuin

een tuin met diverse soorten beplanting en grassen voor het testen en demonstreren van tuin- en parkmachines.

1.86 professioneel vuurwerk

vuurwerk, niet zijnde consumentenvuurwerk.

1.87 restaurant

een horecabedrijf, uitsluitend of overwegend gericht op het verstrekken van maaltijden voor consumptie ter plaatse, met als nevenactiviteit het verstrekken van dranken.

1.88 SBI-code

de code volgens de Standaard Bedrijfsindeling 2008 die door overheid en bedrijfsleven wordt gebruikt om in statistieken bedrijven naar hun belangrijkste activiteit in te delen.

1.89 seksinrichting

het bedrijfsmatig - of in omvang of frequentie die daarmee overeenkomt - gelegenheid bied tot het ter plaatse, in een gebouw of in een vaartuig, verrichten van seksuele handelingen.

1.90 slopen

het geheel of gedeeltelijk afbreken van een bouwwerk.

1.91 Staat van Bedrijfsactiviteiten

de Staat van Bedrijfsactiviteiten die van deze regels deel uitmaakt.

1.92 Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging'

de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging' die van deze regels deel uitmaakt.

1.93 Staat van Horeca-activiteiten

de Staat van Horeca-activiteiten die van deze regels deel uitmaakt.

1.94 Staat van Kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten

de Staat van Kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten die van deze regels deel uit maakt.

1.95 supermarkt

een zelfbedieningszaak in goederen met hoofdzakelijk een grote verscheidenheid aan levens- en genotsmiddelen.

1.96 teeltondersteunende voorzieningen

stellingen en overkappingsconstructies, permanente tunnels of boogkassen.

1.97 tuincentrum

detailhandel met een al dan niet geheel overdekte verkoopvloeroppervlak waarop artikelen voor de inrichting en het onderhoud van tuinen en de daarmee rechtstreeks samenhangende artikelen worden aangeboden, waaronder voornamelijk worden verstaan tuinhuisjes, tuingereedschappen en tuinmeststoffen, bouwmaterialen voor de tuin waaronder tuinhuisjes, serres en hobbyschuurtjes, tuinmeubelen en tuinverlichting alsmede daarmee vergelijkbare onderhouds- en inrichtingsmaterialen, en voorts de verkoop van kamerplanten, snijbloemen, plantenbakken, potten en vazen.

1.98 verblijfsrecreatie

het kortdurend recreatief verblijf van één of meerdere personen met overnachting die elders hun hoofdverblijf hebben, waarbij in ieder geval geen sprake is van permanente bewoning.

1.99 verstoring

aantasting van een gebied met archeologische waarden. Dit verschijnsel kan zich voordoen: door erosie, afgraving of egalisatie, door (diepe) bewerking van de bovengrond, door zetting als gevolg van ophoging, door verdroging en verzuring.

1.100 volkstuinen

gronden waarop voor particulier gebruik op recreatieve wijze voedings- en siergewassen worden geteeld.

1.101 voorgevel

de naar de weggekeerde gevel van het hoofdgebouw of, indien het een hoofdgebouw betreft met meer dan één naar de weggekeerde gevel de gevel die door zijn aard, functie, constructie of uitstraling als belangrijkste gevel kan worden aangemerkt.

1.102 voorgevelrooilijn

de denkbeeldige lijn die in het verlengde van de gevel van de voorgevel van het hoofdgebouw loopt.

1.103 vrijstellingsdiepte

de in Bijlage 5 voor dat gebied, aangegeven vrijstellingsdiepte.

1.104 waterhuishoudkundige voorzieningen

voorzieningen die nodig zijn voor een goede waterkering, wateraanvoer, waterafvoer, waterberging, (hemel)waterinfiltratie en waterkwaliteit. Hierbij kan onder meer gedacht worden aan voorzieningen als duikers, stuwen, infiltratievoorzieningen, gemalen, inlaten, ondergrondse bergbezinkbassins en dergelijke.

1.105 Wgh-inrichting

bedrijven, zoals bedoeld in artikel 2.1 lid 3 van het Besluit omgevingsrecht, die in belangrijke mate geluidshinder kunnen veroorzaken.

1.106 winkelvloeroppervlakte

de totale in een winkel voorkomende vloeroppervlakte van alle bouwlagen van ruimten welke rechtstreeks toebedeeld en ten dienste staan voor de uitstalling en verkoop van detailhandelsartikelen en voor het publiek zichtbaar en toegankelijk zijn, inclusief de vloeroppervlakte van de etalage, vitrine, toonbank- en kassaruimte (plus de loopruimte voor het personeel daarachter), schappen, paskamers, ruimten voor winkelwagentjes en lege dozen evenals de vloeroppervlakte van entresols (met voor klanten voldoende hoogte).

Hieronder wordt niet begrepen de uitsluitend voor het personeel bedoelde (dienst)ruimten en de ruimten die betrekking hebben op bedrijfskantoor, portiek, ambacht en reparatie activiteiten, opslag, verwerking van bestellingen, magazijn, sanitair, keuken en distributieruimten.

1.107 woning

een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden.

1.108 woonschip

elk vaartuig of drijvend voorwerp, dat uitsluitend of hoofdzakelijk wordt gebruikt als woning of recreatieverblijf.

1.109 woonwagen

Een voor bewoning bestemd gebouw dat is geplaatst op een standplaats en dat in zijn geheel of in delen kan worden verplaatst.

1.110 woonzorgcomplex

een of meer bij elkaar behorende gebouwen bedoeld voor de zelfstandige, permanente huisvesting van personen in appartementen, met gemeenschappelijke ruimten en bijbehorende voorzieningen op het gebied van zorg- en dienstverlening, de volksgezondheid, dagbesteding, educatieve doeleinden en daarmee vergelijkbare activiteiten.

Artikel 2 Wijze Van Meten

Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

2.1 afstand

de afstand tussen bouwwerken onderling en de afstand van bouwwerken tot perceelsgrenzen worden daar gemeten waar deze afstanden het kleinst zijn.

2.2 bouwhoogte van een antenne-installatie

  1. a. ingeval van een vrijstaande (schotel)antenne-installatie: tussen het peil en het hoogste punt van de (schotel)antenne-installatie;
  2. b. ingeval van een op of aan een bouwwerk gebouwde (schotel)antenne-installatie: tussen de voet van de (schotel)antenne-installatie en het hoogste punt van de (schotel)antenne-installatie.

2.3 bouwhoogte van een bouwwerk

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.

2.4 breedte, lengte en diepte van een gebouw

tussen (de lijnen getrokken door) de buitenzijde van de gevels en het hart van de scheidingsmuren.

2.5 dakhelling

langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.

2.6 goothoogte van een bouwwerk

  1. a. vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeiboord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel; indien zich op een gebouw één of meer dakkapellen bevinden waarvan de gezamenlijke breedte meer bedraagt dan 50% van de gevelbreedte, wordt de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn of het boeibord van de dakkapel(len) als goothoogte aangemerkt.
  2. b. bij een asymmetrische dakvorm met één hellend dakvlak dat loopt over de volledige breedte, of diepte van een gebouw, wordt de goot- en/of boeiboordhoogte gemeten op het hoogste snijpunt van het dakvlak met de daaronder gelegen gevel; onder de gevel wordt ook verstaan het hart van de scheidsmuren met een gebouw op een aangrenzend bouwperceel.

2.7 inhoud van een bouwwerk

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.

2.8 oppervlakte van een bouwwerk

  1. a. voor bouwwerken met wanden: tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
  2. b. voor bouwwerken zonder wanden (open overkappingen en daarmee vergelijkbare bouwwerken geen gebouwen zijnde): de overdekte grondoppervlakte (gemeten loodrecht onder het dakoppervlak).

2.9 oppervlakte van een overkapping

tussen de buitenzijde van de afdekking van de overkapping, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van de overkapping.

2.10 relatie

daar waar twee of meer bestemmingsvlakken dan wel bouwvlakken door middel van de aanduiding 'relatie' met elkaar zijn verbonden, gelden die bestemmingsvlakken dan wel bouwvlakken bij de toepassing van deze regels als één bestemmingsvlak respectievelijk één bouwvlak.

2.11 vloeroppervlakte

de gebruiksoppervlakte volgens NEN2580.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Agrarisch - Kernrandzone

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Agrarisch - Kernrandzone' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. grondgebonden agrarische bedrijven;
  2. b. het behoud van het open karakter van het gebied en het karakter van het gebied als agrarische kernrandzone;
  3. c. extensieve dagrecreatie met bijbehorende voorzieningen;
  4. d. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning', tevens ten hoogste één bedrijfswoning;
  5. e. ter plaatse van de aanduiding 'verenigingsleven', tevens voor een verenigingsgebouw;
  6. f. ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden', tevens voor het behoud en het herstel van de aanwezige cultuurhistorische waarden;
  7. g. ter plaatse van de aanduiding 'natuur- en landschapswaarden', tevens voor het behoud en het herstel van de aanwezige natuurwaarden en landschapswaarden;
  8. h. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - semi-agrarisch bedrijf', tevens semi-agrarische bedrijven voor de stalling van machines;
  9. i. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch uitgesloten – veeteelt', is veeteelt uitgesloten;
  10. j. ter plaatse van de aanduiding 'paardenfokkerij', tevens een paardenfokkerij;
  11. k. ter plaatse van de aanduiding 'paardenhouderij', tevens een paardenhouderij;
  12. l. ter plaatse van de aanduiding 'intensieve veehouderij', tevens een intensieve veehouderij;
  13. m. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - neventak intensieve veehouderij', tevens voor een neventak van de intensieve veehouderij;
  14. n. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, laad- en losvoorzieningen, nutsvoorzieningen, toegangswegen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

3.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

gebouwen en overkappingen bouwwerk, geen gebouw zijnde
a. op deze gronden mag worden gebouwd:
1. binnen het bouwvlak ja ja
2. buiten het bouwvlak uitsluitend schuilgelegenheden en melkstallen nee, met uitzondering van teeltondersteunende voorzieningen en terreinafscheidingen
b. de hoogte bedraagt niet meer dan:
1. goothoogte zie aanduiding 'maximum goothoogte (m)' of 'maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)'

goothoogte van aan- en uitbouwen bij een bedrijfswoning 3,3 m

schuilgelegenheden en melkstallen buiten het bouwvlak: 3 m
schuren buiten het bouwvlak: 4 m
-
2. bouwhoogte zie aanduidingen 'maximum bouwhoogte (m)', of 'maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)',
indien geen bouwhoogte is aangegeven: 4 m hoger dan de aangegeven goothoogte

bouwhoogte van aan- en uitbouwen bij een bedrijfswoning 7,3 m
- teeltondersteunende voorzieningen: 3 m
- muren en terrein- afscheidingen: 1 m
- lichtmasten en overige masten: 10 m
- silo's, niet zijnde mestverzamelsilo's: 10 m
- mestverzamelsilo's: 5 m
- overig bouwwerk, geen gebouw zijnde: 3 m
c. de oppervlakte bedraagt niet meer dan:
1. binnen een bouwvlak niet gemaximeerd tenzij op de verbeelding door middel van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' of 'maximum bebouwd oppervlak' anders is aangegeven, met dien verstande dat:
- de gezamenlijke oppervlakte van kassen per bouwvlak ten hoogste 2.000 m² mag bedragen.
niet gemaximeerd
2. buiten bouwvlak - schuilgelegenheden en melkstallen: 50 m² per bedrijf
- schuren: 100 m² per bedrijf, uitsluitend voor een fruitteeltbedrijf
d. de inhoud bedraagt niet meer dan: - van een bedrijfswoning: 1.000 m3 - de gezamenlijke inhoud van mestverzamelsilo's per bedrijf: 2.500 m³
e. de dakhelling bedraagt niet meer dan: 85°

3.3 Specifieke gebruiksregels

3.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

3.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen en de bestemming Agrarisch - Kernrandzone te wijzigen naar de bestemming Wonen, met dien verstande:

  1. a. het aantal woningen niet toeneemt;
  2. b. ter plaatse sprake is van een goed woon- en leefklimaat;
  3. c. de bouw- en gebruiksmogelijkheden van omliggende percelen niet in onevenredige mate worden geschaad.

Artikel 4 Agrarisch - Kwekerij

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Agrarisch - Kwekerij' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. een kwekerij;
  2. b. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning', tevens ten hoogste één bedrijfswoning;
  3. c. ter plaatse van de aanduiding 'uitvaartcentrum' tevens een uitvaart- en rouwcentrum;
  4. d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - witlofkwekerij', tevens een witlofkwekerij;
  5. e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - plattelandswoning', uitsluitend 1 plattelandswoning, oorspronkelijk behorende bij het agrarisch bedrijf gevestigd op Kerkdreef 5a te Vogelwaarde;
  6. f. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, laad- en losvoorzieningen, nutsvoorzieningen, toegangswegen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

4.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  1. a. ter plaatse van de aanduidingen 'specifieke vorm van wonen – plattelandswoning' en 'bijgebouwen' voor aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen:
    1. 1. de goothoogte bedraagt maximaal 3,3 meter;
    2. 2. de bouwhoogte bedraagt maximaal 7,3 meter;
    3. 3. de oppervlakte bedraagt maximaal 120 m²;
  2. b. En tevens geldt:
gebouwen en overkappingen bouwwerk, geen gebouw zijnde
a. op deze gronden mag worden gebouwd:
1. binnen het bouwvlak ja ja
2. buiten het bouwvlak uitsluitend schuilgelegenheden en melkstallen nee, met uitzondering van teeltondersteunende voorzieningen en terreinafscheidingen
b. de hoogte bedraagt niet meer dan:
1. goothoogte zie aanduiding 'maximum goothoogte (m)

goothoogte van aan- en uitbouwen bij een bedrijfswoning 3,3 m

schuilgelegenheden en melkstallen buiten het bouwvlak: 3 m
-
2. bouwhoogte zie aanduidingen 'maximum bouwhoogte (m)', indien geen bouwhoogte is aangegeven: 4 m hoger dan de aangegeven goothoogte

bouwhoogte van aan- en uitbouwen bij een bedrijfswoning 7,3 m
- teeltondersteunende voorzieningen: 3 m
- muren en terrein- afscheidingen: 1 m
- lichtmasten en overige masten: 10 m
- silo's, niet zijnde mestverzamelsilo's: 10 m
- mestverzamelsilo's: 5 m
- overig bouwwerk, geen gebouw zijnde: 3 m
c. de oppervlakte bedraagt niet meer dan:
1. binnen een bouwvlak niet gemaximeerd tenzij op de verbeelding door middel van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' anders is weergegeven. niet gemaximeerd
2. buiten bouwvlak - schuilgelegenheden en melkstallen: 50 m² per bedrijf
d. de inhoud bedraagt niet meer dan: - van een bedrijfswoning: 1.000 m3 - de gezamenlijke inhoud van mestverzamelsilo's per bedrijf: 2.500 m³
e. de dakhelling bedraagt niet meer dan: 85°

4.3 Specifieke gebruiksregels

4.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

4.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen en de bestemming Agrarisch - Kwekerij te wijzigen naar de bestemming Wonen, met dien verstande:

  1. a. het aantal woningen niet toeneemt;
  2. b. ter plaatse sprake is van een goed woon- en leefklimaat;
  3. c. de bouw- en gebruiksmogelijkheden van omliggende percelen niet in onevenredige mate worden geschaad.

Artikel 5 Agrarisch Met Waarden - Natuur - En Landschapswaarden

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Agrarisch met waarden - Natuur - en landschapswaarden' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. grondgebonden agrarische bedrijven;
  2. b. tevens voor het behoud en het herstel van de aanwezige natuur- en/of landschappelijke- en/of cultuurhistorische waarden;
  3. c. extensieve dagrecreatie met bijbehorende voorzieningen;
  4. d. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning', tevens ten hoogste één bedrijfswoning;
  5. e. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, laad- en losvoorzieningen, nutsvoorzieningen, toegangswegen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

5.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

gebouwen en overkappingen bouwwerk, geen gebouw zijnde
a. op deze gronden mag worden gebouwd:
1. binnen het bouwvlak ja ja
2. buiten het bouwvlak uitsluitend schuilgelegenheden en melkstallen nee, met uitzondering van teeltondersteunende voorzieningen en terreinafscheidingen
b. de hoogte bedraagt niet meer dan:
1. goothoogte zie aanduiding 'maximum goothoogte (m)

goothoogte van aan- en uitbouwen bij een bedrijfswoning 3,3 m

schuilgelegenheden en melkstallen buiten het bouwvlak: 3 m
-
2. bouwhoogte zie aanduidingen 'maximum bouwhoogte (m)', indien geen bouwhoogte is aangegeven: 4 m hoger dan de aangegeven goothoogte

bouwhoogte van aan- en uitbouwen bij een bedrijfswoning 7,3 m
- teeltondersteunende voorzieningen: 3 m
- muren en terrein- afscheidingen: 1 m
- lichtmasten en overige masten: 10 m
- silo's, niet zijnde mestverzamelsilo's: 10 m
- mestverzamelsilo's: 5 m
- overig bouwwerk, geen gebouw zijnde: 3 m
c. de oppervlakte bedraagt niet meer dan:
1. binnen een bouwvlak niet gemaximeerd tenzij op de verbeelding door middel van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' anders is aangegeven, met dien verstande dat:
- de gezamenlijke oppervlakte van kassen per bouwvlak ten hoogste 2.000 m² mag bedragen.
niet gemaximeerd
2. buiten bouwvlak - schuilgelegenheden en melkstallen: 50 m² per bedrijf
- schuren: 100 m² per bedrijf, uitsluitend ten behoeve van een fruitteeltbedrijf
d. de inhoud bedraagt niet meer dan: - van een bedrijfswoning: 1.000 m3 - de gezamenlijke inhoud van mestverzamelsilo's per bedrijf: 2.500 m²
e. de dakhelling bedraagt niet meer dan: 85°

5.3 Specifieke gebruiksregels

5.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

5.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen en de bestemming Agrarisch met waarden - Natuur - en landschapswaarden te wijzigen naar de bestemming Wonen, met dien verstande:

  1. a. het aantal woningen niet toeneemt;
  2. b. ter plaatse sprake is van een goed woon- en leefklimaat;
  3. c. de bouw- en gebruiksmogelijkheden van omliggende percelen niet in onevenredige mate worden geschaad.

Artikel 6 Bedrijf

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. bedrijven tot en met categorie B1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging';
  2. b. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie B2': bedrijven tot en met categorie B2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging';
  3. c. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 1', tevens bedrijven tot en met categorie 1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  4. d. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 2', tevens bedrijven tot en met categorie 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  5. e. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.1', tevens bedrijven tot en met categorie 3.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  6. f. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.2', tevens bedrijven tot en met categorie 3.2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  7. g. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning', tevens ten hoogste één bedrijfswoning;
  8. h. ter plaatse van de aanduiding 'tuin', tevens tuinen;
  9. i. ter plaatse van de onderstaande aanduidingen: tevens een bedrijfsactiviteit zoals hierna in de tabel genoemd;
aanduiding bedrijfsactiviteit
agrarisch loonbedrijf agrarisch loonbedrijf
caravanstalling caravanstalling
detailhandel detailhandel
kantoor bedrijfsgebonden kantoor
showroom bedrijfsgebonden showroom
specifieke vorm van bedrijf - aannemersbedrijf aannemersbedrijf
specifieke vorm van bedrijf - aardappelhandel aardappelhandel
specifieke vorm van bedrijf - autoherstelinrichting en bergingsbedrijf autoherstelinrichting en bergingsbedrijf
specifieke vorm van bedrijf - bouw- en renovatiebedrijf van caravans bouw- en renovatie van caravans
specifieke vorm van bedrijf - brood en banketbakkerij brood- en banketbakker
specifieke vorm van bedrijf - diervoederfabriek diervoerderfabriek
specifieke vorm van bedrijf - foeragehandel foeragehandel
specifieke vorm van bedrijf - groothandel in duiven groothandel in duiven
specifieke vorm van bedrijf - groothandel in elektromotoren groothandel in elektromotoren
specifieke vorm van bedrijf - groothandel in landbouwmachines met reparatieinrichting groothandel in landbouwmachinesmet reparatieinrichting met reparatieinrichting
specifieke vorm van bedrijf - groothandel in landbouwproducten en levende dieren groothandel in landbouwproducten en levende dieren
specifieke vorm van bedrijf - groothandel in machines groothandel in machines
specifieke vorm van bedrijf - groothandel in machines en apparaten en toebehoren groothandel in machines, apparaten en toebehoren
specifieke vorm van bedrijf - hout- en meubelindustrie hout- en meubelindustrie
specifieke vorm van bedrijf - landbouwmechanisatie- en constructiebedrijf landbouwmechanisatie- en constructiebedrijf
specifieke vorm van bedrijf - metaalproducten en metaalconstructie metaalproducten en metaalconstructie
specifieke vorm van bedrijf - postorderbedrijf postorderbedrijf
specifieke vorm van bedrijf - reparatiebedrijf landbouwmachines en constructiebedrijf reparatiebedrijf landbouwmachines en constructiebedrijf
specifieke vorm van bedrijf - scheepswerf scheepbouw en -reparatie behorend tot ten hoogste categorie 3.2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten
specifieke vorm van bedrijf - textielbewerkingsinrichting textielbewerkingsinrichting
specifieke vorm van bedrijf - timmerwerkplaats timmerwerkplaats
specifieke vorm van bedrijf - veehandelsbedrijf veehandelsbedrijf
specifieke vorm van bedrijf - verhuis- en transportbedrijf verhuis- en transportbedrijf
specifieke vorm van bedrijf - vlasbedrijf vlasbedrijf
specifieke vorm van detailhandel - bouwmarkt bouwmarkt
transportbedrijf transportbedrijf
verkooppunt motorbrandstoffen met lpg verkooppunt motorbrandstoffen met lpg
verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg
  1. j. ter plaatse van de onderstaande aanduidingen: uitsluitend een bedrijfsactiviteit zoals hierna in de tabel genoemd;
aanduiding bedrijfsactiviteit
gemaal gemaal
groothandel groothandel
specifieke vorm van bedrijf - hoefijzerfabriek hoefijzerfabriek
specifieke vorm van bedrijf - statische opslag statische opslag
specifieke vorm van bedrijf - proeftuin proeftuin
specifieke vorm van bedrijf - provinciaal wegensteunpunt provinciaal wegensteunpunt
specifieke vorm van bedrijf - statische opslag statische opslag
specifieke vorm van bedrijf - transport- en opslagbedrijf transport- en opslagbedrijf behorend tot ten hoogste categorie 3.2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten
specifieke vorm van bedrijf - zend-/ ontvangstinstallatie zend-/ ontvangstinstallatie
  1. k. ter plaatse van de aanduiding 'opslag', opslag met inachtneming van de volgende regels per adres:
Adres
's Gravenstraat 276, Clinge uitsluitend een opslagbedrijf
's Gravenstraat 287, Clinge tevens een opslagbedrijf
Tiberghienweg 2a/'s-Gravenstraat 141, Clinge uitsluitend opslagactiviteiten behorend tot ten hoogste categorie 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten
Achtereindstraat 33, Graauw uitsluitend een opslagbedrijf
Magdalenastraat 18, Heikant uitsluitend opslagactiviteiten behorend tot ten hoogste categorie 1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten
Polenlaan 44, Heikant tevens opslagactiviteiten behorend tot ten hoogste categorie 3.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten
Vylainlaan 57a, Heikant uitsluitend opslagactiviteiten behorend tot ten hoogste categorie 3.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten
Zoutestraat 30a, Hulst uitsluitend opslag
Kerkstraat 24, Vogelwaarde uitsluitend opslagactiviteiten behorende tot ten hoogste categorie 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten
Walsoordensestraat 14d, Walsoorden uitsluitend opslagactiviteiten behorende tot ten hoogste categorie 3.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten
Zeedijk 5, Walsoorden tevens opslag van goederen, voor zover voorkomend in categorie 3.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten
  1. l. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals geluidwerende voorzieningen, reclame-uitingen, voorzieningen ten behoeve van afvalinzameling, parkeervoorzieningen, laad- en losvoorzieningen, nutsvoorzieningen, toegangswegen, groen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

6.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

gebouwen en overkappingen bouwwerk, geen gebouw zijnde
a. op deze gronden mag worden gebouwd:
1. binnen het bouwvlak ja ja
2. buiten het bouwvlak nee ja
b. de hoogte bedraagt niet meer dan:
1. goothoogte zie aanduiding 'maximum goothoogte (m)' of 'maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)'

goothoogte van aan- en uitbouwen bij een bedrijfswoning 3,3 m
niet van toepassing
2. bouwhoogte zie aanduidingen 'maximum bouwhoogte (m)' of 'maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)', indien geen bouwhoogte is aangegeven: 4 m hoger dan de aangegeven goothoogte

bouwhoogte van aan- en uitbouwen bij een bedrijfswoning 7,3 m
- muren en terreinafscheidingen: 2 m
- lichtmasten en overige masten: 10 m
- zend-/ontvangstinstallatie ter plaatse van de aanduiding 'zend-/ontvangstinstallatie': 40 m
- overig bouwwerk, geen gebouwzijnde: 3 m
3. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - overkapping' uitsluitend een overkapping met een maximum bouwhoogte van 7,3 m
c. de oppervlakte bedraagt niet meer dan:
1. van het bouwperceel 100% tenzij door middel van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' anders is bepaald. niet gemaximeerd
d. de inhoud bedraagt niet meer dan: van een bedrijfswoning: 1.000 m3 niet van toepassing
e. de dakhelling bedraagt niet meer dan: 85°

6.3 Specifieke gebruiksregels

6.4 Afwijken van de gebruiksregels

6.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen en de bestemming Bedrijf te wijzigen naar de bestemming Wonen, met dien verstande:

  1. a. het aantal woningen niet toeneemt;
  2. b. ter plaatse sprake is van een goed woon- en leefklimaat;
  3. c. de bouw- en gebruiksmogelijkheden van omliggende percelen niet in onevenredige mate worden geschaad.

Artikel 7 Bedrijf - Nutsvoorziening

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf - Nutsvoorziening' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. nutsvoorzieningen;
  2. b. ter plaatse van de aanduiding 'rioolgemaal', tevens voor een rioolgemaal;
  3. c. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals geluidwerende voorzieningen, reclame-uitingen, voorzieningen ten behoeve van afvalinzameling, parkeervoorzieningen, laad- en losvoorzieningen, nutsvoorzieningen, toegangswegen, groen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

7.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

gebouwen en overkappingen bouwwerk, geen gebouw zijnde
a. op deze gronden mag worden gebouwd:
1. binnen het bouwvlak ja ja
2. buiten het bouwvlak nee ja
b. de hoogte bedraagt niet meer dan:
1. goothoogte zie aanduiding 'maximum goothoogte (m)' of 'maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)' niet van toepassing
2. bouwhoogte zie aanduidingen 'maximum bouwhoogte (m)' of 'maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)', indien geen bouwhoogte is aangegeven: 4 m hoger dan de aangegeven goothoogte - erf- en terreinafscheidingen: 2 m
- lichtmasten en overige masten: 10 m
- bouwwerken bij rioolgemaal of waterzuiveringsinstallatie: 4,5 m
- overig bouwwerk, geen gebouwzijnde: 3 m
c. de oppervlakte bedraagt niet meer dan:
1. van het bouwperceel 100% tenzij door middel van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' anders is bepaald. niet gemaximeerd
d. de dakhelling bedraagt niet meer dan: 85°

7.3 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

  1. a. opslag binnen 2 m van een naar de weg gekeerde perceelsgrens is niet toegestaan;
  2. b. opslag van goederen met een totale stapelhoogte van meer dan 4 m is op onbebouwde gronden niet toegestaan.

Artikel 8 Bedrijventerrein

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijventerrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 2': bedrijven tot en met categorie 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  2. b. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.1': bedrijven tot en met categorie 3.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  3. c. ter plaatse van de onderstaande aanduidingen: tevens een bedrijfsactiviteit zoals hierna in de tabel genoemd:
aanduiding bedrijfsactiviteit
tuincentrum tuincentrum
specifieke vorm van bedrijf - bouw- en renovatiebedrijf van caravans bouw- en renovatiebedrijf van caravans
specifieke vorm van bedrijf - houtbewerkingsinrichting houtbewerkingsinrichting
specifieke vorm van bedrijf - textielbewerkingsinrichting textielbewerkingsinrichting
specifieke vorm van bedrijf - zoetwarenfabriek zoetwarenfabriek
  1. d. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning': tevens ten hoogste één bedrijfswoning;
  2. e. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals geluidwerende voorzieningen, reclame-uitingen, voorzieningen ten behoeve van afvalinzameling, parkeervoorzieningen, laad- en losvoorzieningen, nutsvoorzieningen, toegangswegen, groen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

8.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

gebouwen en overkappingen bouwwerk, geen gebouw zijnde
a. op deze gronden mag worden gebouwd:
1. binnen het bouwvlak ja ja
2. buiten het bouwvlak nee ja
b. de hoogte bedraagt niet meer dan:
1. goothoogte zie aanduiding 'maximum goothoogte (m)' of 'maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)'

goothoogte van bijgebouwen en overkappingen bij een bedrijfswoning bedraagt ten hoogste 3,3 m
niet van toepassing
2. bouwhoogte zie aanduidingen 'maximum bouwhoogte (m)' of 'maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)', indien geen bouwhoogte is aangegeven: 4 m hoger dan de aangegeven goothoogte

bouwhoogte van bijgebouwen en overkappingen bij een bedrijfswoning bedraagt ten hoogste 7,3 m
- muren en terreinafscheidingen: 2 m
- lichtmasten en overige masten: 10 m
- overig bouwwerk, geen gebouwzijnde: 3 m
c. de oppervlakte bedraagt niet meer dan:
1. van het bouwperceel 75% tenzij op de verbeelding door middel van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' anders is bepaald. niet gemaximeerd
d. de inhoud bedraagt niet meer dan: van een bedrijfswoning: 1.000 m3 niet van toepassing
e. de dakhelling bedraagt niet meer dan: 85°

8.3 Specifieke gebruiksregels

8.4 Afwijken van de gebruiksregels

8.5 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 9 Bos

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bos' aangewezen gronden zijn bestemd voor

  1. a. bosgebied;
  2. b. behoud, herstel en ontwikkeling van aanwezige en potentiële natuurwaarden en landschapswaarden;
  3. c. extensieve dagrecreatie met bijbehorende voorzieningen;
  4. d. water;
  5. e. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, laad- en losvoorzieningen, nutsvoorzieningen, toegangswegen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

9.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

gebouwen en overkappingen bouwwerk, geen gebouw zijnde
a. op deze gronden mag worden gebouwd: ja, uitsluitend observatieposten
b. de bouwhoogte bedraagt niet meer dan: 4 m - muren en terreinafscheidingen: 2 m
- overig bouwwerk, geen gebouwzijnde: 3 m
c. de oppervlakte bedraagt niet meer dan: maximaal 20 m²per gebouw niet gemaximeerd
d. de dakhelling bedraagt niet meer dan: 85°

9.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 10 Centrum

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Centrum' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. bedrijf tot en met categorie B1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging';
  2. b. horecabedrijf tot en met categorie 1 van de Staat van Horeca-activiteiten;
  3. c. cultuur en ontspanning;
  4. d. detailhandel;
  5. e. dienstverlening;
  6. f. ter plaatse van de aanduiding 'horeca tot en met categorie 2', tevens een horecabedrijf tot en met categorie 2 van de Staat van Horeca-activiteiten;
  7. g. ter plaatse van de aanduiding 'kamerverhuur', tevens kamerverhuur;
  8. h. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - electronisch wikkel- en reparatiebedrijf', tevens een electronisch wikkel- en reparatiebedrijf;
  9. i. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 2' tevens een bedrijf tot en met categorie 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  10. j. kantoor;
  11. k. maatschappelijke voorzieningen;
  12. l. sportvoorzieningen;
  13. m. wonen in een woning daaronder begrepen de uitoefening van aan-huis-gebonden-beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;
  14. n. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, laad- en losvoorzieningen, nutsvoorzieningen, toegangswegen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

10.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

hoofdgebouw aan- en uitbouw, bijgebouw, overkapping bouwwerk, geen gebouw zijnde, geen overkapping zijnde
1. op deze gronden mag worden gebouwd:
a. binnen het bouwvlak ja ja ja
b. buiten het bouwvlak nee nee ja
c. buiten het bouwvlak
ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen'
nee ja ja
2. de hoogte bedraagt niet meer dan:
a. goothoogte binnen het bouwvlak zie aanduiding 'maximum goothoogte (m)' of 'maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)' 3,3 m -
b. goothoogte ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' niet van toepassing - zie aanduiding 'maximum goot- en bouwhoogte (m)'
- en anders: 3,3 m
-
c. bouwhoogte zie aanduidingen 'maximum bouwhoogte (m)' of 'maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)', indien geen bouwhoogte is aangegeven: 4 m hoger dan de aangegeven goothoogte 7,3 m - muren en terreinafscheidingen achter de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 2 m;
- muren en terreinafscheidingen voor de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 1 m;
- lichtmasten en overige masten: 10 m
- overig bouwwerk, geen gebouwzijnde: 3 m
3. de oppervlakte bedraagt niet meer dan:
a. binnen een bouwvlak niet gemaximeerd tenzij op de verbeelding door middel van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' anders is bepaald niet gemaximeerd niet gemaximeerd
b. ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' per bouwperceel
b1. perceel kleiner dan 1.000 m² 0 m2 40% tot ten hoogste 60 m², tenzij op de verbeelding anders is aangeduid. niet gemaximeerd
b2. perceel groter of gelijk aan 1.000 m² 0 m2 ten hoogste 90 m², tenzij op de verbeelding anders is aangeduid. niet gemaximeerd
b3. perceel groter of gelijk aan 2.500 m² 0 m2 ten hoogste 120 m², tenzij op de verbeelding anders is aangeduid. niet gemaximeerd
4. de dakhelling bedraagt niet meer dan: 85° 85°

10.3 Afwijken van de bouwregels

10.4 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

10.5 Afwijken van de gebruiksregels

Artikel 11 Detailhandel

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Detailhandel' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. detailhandel;
  2. b. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning': tevens ten hoogste één bedrijfswoning;
  3. c. ter plaatse van de aanduiding 'dienstverlening': tevens dienstverlening;
  4. d. ter plaatse van de aanduiding 'sportschool': tevens een sportschool;
  5. e. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, laad- en losvoorzieningen, nutsvoorzieningen, toegangswegen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

11.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

hoofdgebouw aan- en uitbouw, bijgebouw, overkapping bouwwerk, geen gebouw zijnde, geen overkapping zijnde
1. op deze gronden mag worden gebouwd:
a. binnen het bouwvlak ja ja ja
b. buiten het bouwvlak nee nee ja
c. buiten het bouwvlak
ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen'
nee ja ja
2. de hoogte bedraagt niet meer dan:
a. goothoogte binnen het bouwvlak zie aanduiding 'maximum goothoogte (m)' 3,3 m -
b. goothoogte ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' niet van toepassing - zie aanduiding 'maximum goot- en bouwhoogte (m)'
- en anders: 3,3 m
-
c. bouwhoogte zie aanduidingen 'maximum bouwhoogte (m)', indien geen bouwhoogte is aangegeven: 4 m hoger dan de aangegeven goothoogte 7,3 m - muren en terreinafscheidingen achter de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 2 m;
- muren en terreinafscheidingen voor de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 1 m;
- lichtmasten en overige masten: 10 m
- overig bouwwerk, geen gebouwzijnde: 3 m
3. de oppervlakte bedraagt niet meer dan:
a. binnen een bouwvlak niet gemaximeerd tenzij op de verbeelding door middel van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' anders is bepaald niet gemaximeerd niet gemaximeerd
b. ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' per bouwperceel
b1. perceel kleiner dan 1.000 m² 0 m2 40% tot ten hoogste 60 m², tenzij op de verbeelding anders is aangeduid. niet gemaximeerd
b2. perceel groter of gelijk aan 1.000 m² 0 m2 ten hoogste 90 m², tenzij op de verbeelding anders is aangeduid. niet gemaximeerd
b3. perceel groter of gelijk aan 2.500 m² 0 m2 ten hoogste 120 m², tenzij op de verbeelding anders is aangeduid. niet gemaximeerd
4. de dakhelling bedraagt niet meer dan: 85° 85°

11.3 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

  1. a. opslag van en detailhandel in meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk is niet toegestaan;
  2. b. een verkooppunt voor motorbrandstoffen is niet toegestaan;
  3. c. paardenbakken, met uitzondering van paardenbakken die voor tervisielegging van het ontwerpbestemmingsplan legaal aanwezig zijn, zijn niet toegestaan.
  4. d. ter plaatse van de aanduiding 'maximum vloeroppervlakte' bedraagt de maximum winkelvloeroppervlakte voor een supermarkt niet meer dan op de verbeelding is aangegeven. Voor overige detailhandel (zoals een viswinkel) geldt dit maximum winkelvloeroppervlak niet.

Artikel 12 Dienstverlening

12.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Dienstverlening aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. dienstverlening;
  2. b. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, laad- en losvoorzieningen, nutsvoorzieningen, toegangswegen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

12.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

hoofdgebouw aan- en uitbouw, bijgebouw, overkapping bouwwerk, geen gebouw zijnde, geen overkapping zijnde
1. op deze gronden mag worden gebouwd:
a. binnen het bouwvlak ja ja ja
b. buiten het bouwvlak nee nee ja
c. buiten het bouwvlak
ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen'
nee ja ja
2. de hoogte bedraagt niet meer dan:
a. goothoogte binnen het bouwvlak zie aanduiding 'maximum goothoogte (m)' 3,3 m -
b. goothoogte ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' niet van toepassing - zie aanduiding 'maximum goot- en bouwhoogte (m)'
- en anders: 3,3 m
-
c. bouwhoogte zie aanduidingen 'maximum bouwhoogte (m)', indien geen bouwhoogte is aangegeven: 4 m hoger dan de aangegeven goothoogte 7,3 m - muren en terreinafscheidingen achter de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 2 m;
- muren en terreinafscheidingen voor de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 1 m;
- lichtmasten en overige masten: 10 m
- overig bouwwerk, geen gebouwzijnde: 3 m
3. de oppervlakte bedraagt niet meer dan:
a. binnen een bouwvlak niet gemaximeerd niet gemaximeerd niet gemaximeerd
b. ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' per bouwperceel
b1. perceel kleiner dan 1.000 m² 0 m2 40% tot ten hoogste 60 m², tenzij op de verbeelding anders is aangeduid. niet gemaximeerd
b2. perceel groter of gelijk aan 1.000 m² 0 m2 ten hoogste 90 m², tenzij op de verbeelding anders is aangeduid. niet gemaximeerd
b3. perceel groter of gelijk aan 2.500 m² 0 m2 ten hoogste 120 m², tenzij op de verbeelding anders is aangeduid. niet gemaximeerd
4. de dakhelling bedraagt niet meer dan: 85° 85°

12.3 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

  1. a. detailhandel is niet toegestaan.

Artikel 13 Gemengd - 1

13.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. detailhandel;
  2. b. dienstverlening;
  3. c. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning': tevens ten hoogste één bedrijfswoning;
  4. d. wonen in een woning daaronder begrepen de uitoefening van aan-huis-gebonden-beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;
  5. e. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, laad- en losvoorzieningen, nutsvoorzieningen, toegangswegen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

13.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

hoofdgebouw aan- en uitbouw, bijgebouw, overkapping bouwwerk, geen gebouw zijnde, geen overkapping zijnde
1. op deze gronden mag worden gebouwd:
a. binnen het bouwvlak ja ja ja
b. buiten het bouwvlak nee nee ja
c. buiten het bouwvlak
ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen'
nee ja ja
2. de hoogte bedraagt niet meer dan:
a. goothoogte binnen het bouwvlak zie aanduiding 'maximum goothoogte (m)' 3,3 m niet van toepassing
b. goothoogte ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' niet van toepassing - zie aanduiding 'maximum goot- en bouwhoogte (m)'
- en anders: 3,3 m
niet van toepassing
c. bouwhoogte zie aanduidingen 'maximum bouwhoogte (m)', indien geen bouwhoogte is aangegeven: 4 m hoger dan de aangegeven goothoogte 7,3 m - muren en terreinafscheidingen achter de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 2 m;
- muren en terreinafscheidingen voor de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 1 m;
- lichtmasten en overige masten: 10 m
- overig bouwwerk, geen gebouwzijnde: 3 m
3. de oppervlakte bedraagt niet meer dan:
a. binnen een bouwvlak niet gemaximeerd niet gemaximeerd niet gemaximeerd
b. ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' per bouwperceel
b1. perceel kleiner dan 1.000 m² 0 m2 40% tot ten hoogste 60 m², tenzij op de verbeelding anders is aangeduid. niet gemaximeerd
b2. perceel groter of gelijk aan 1.000 m² 0 m2 ten hoogste 90 m², tenzij op de verbeelding anders is aangeduid. niet gemaximeerd
b3. perceel groter of gelijk aan 2.500 m² 0 m2 ten hoogste 120 m², tenzij op de verbeelding anders is aangeduid. niet gemaximeerd
4. de dakhelling bedraagt niet meer dan: 85° 85°

13.3 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

13.4 Afwijken van de gebruiksregels

Artikel 14 Gemengd - 2

14.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. kantoor;
  2. b. wonen in een woning daaronder begrepen de uitoefening van aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;
  3. c. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, laad- en losvoorzieningen, nutsvoorzieningen, toegangswegen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

14.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

hoofdgebouw aan- en uitbouw, bijgebouw, overkapping bouwwerk, geen gebouw zijnde, geen overkapping zijnde
1. op deze gronden mag worden gebouwd:
a. binnen het bouwvlak ja ja ja
b. buiten het bouwvlak nee nee ja
c. buiten het bouwvlak
ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen'
nee ja ja
2. de hoogte bedraagt niet meer dan:
a. goothoogte binnen het bouwvlak zie aanduiding 'maximum goothoogte (m)' 3,3 m niet van toepassing
b. goothoogte ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' niet van toepassing - zie aanduiding 'maximum goot- en bouwhoogte (m)'
- en anders: 3,3 m
niet van toepassing
c. bouwhoogte zie aanduidingen 'maximum bouwhoogte (m)', indien geen bouwhoogte is aangegeven: 4 m hoger dan de aangegeven goothoogte 7,3 m - muren en terreinafscheidingen achter de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 2 m;
- muren en terreinafscheidingen voor de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 1 m;
- lichtmasten en overige masten: 10 m
- overig bouwwerk, geen gebouwzijnde: 3 m
3. de oppervlakte bedraagt niet meer dan:
a. binnen een bouwvlak niet gemaximeerd niet gemaximeerd niet gemaximeerd
b. ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' per bouwperceel
b1. perceel kleiner dan 1.000 m² 0 m2 40% tot ten hoogste 60 m², tenzij op de verbeelding anders is aangeduid. niet gemaximeerd
b2. perceel groter of gelijk aan 1.000 m² 0 m2 ten hoogste 90 m², tenzij op de verbeelding anders is aangeduid. niet gemaximeerd
b3. perceel groter of gelijk aan 2.500 m² 0 m2 ten hoogste 120 m², tenzij op de verbeelding anders is aangeduid. niet gemaximeerd
4. de dakhelling bedraagt niet meer dan: 85° 85°

14.3 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

14.4 Afwijken van de gebruiksregels

Artikel 15 Gemengd - 3

15.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd - 3' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. horecabedrijf tot en met categorie 1 van de Staat van Horeca-activiteiten;
  2. b. ter plaatse van de aanduiding 'horeca tot en met categorie 2', tevens horecabedrijf tot en met categorie 2 van de Staat van Horeca-activiteiten;
  3. c. wonen in een woning daaronder begrepen de uitoefening van aan-huis-gebonden-beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;
  4. d. ter plaatse van de aanduiding 'kamerverhuur', tevens kamerverhuur
  5. e. ter plaatse van de aanduiding 'sportschool', tevens een sportschool;
  6. f. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - café en party- en zalencentrum', tevens een café en party- en zalencentrum;
  7. g. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, laad- en losvoorzieningen, nutsvoorzieningen, toegangswegen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

15.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

hoofdgebouw aan- en uitbouw, bijgebouw, overkapping bouwwerk, geen gebouw zijnde, geen overkapping zijnde
1. op deze gronden mag worden gebouwd:
a. binnen het bouwvlak ja ja ja
b. buiten het bouwvlak nee nee ja
c. buiten het bouwvlak
ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen'
nee ja ja
2. de hoogte bedraagt niet meer dan:
a. goothoogte binnen het bouwvlak zie aanduiding 'maximum goothoogte (m)' 3,3 m niet van toepassing
b. goothoogte ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' niet van toepassing - zie aanduiding 'maximum goot- en bouwhoogte (m);
- en anders: 3,3 m
niet van toepassing
c. bouwhoogte zie aanduidingen 'maximum bouwhoogte (m)', indien geen bouwhoogte is aangegeven: 4 m hoger dan de aangegeven goothoogte 7,3 m - muren en terreinafscheidingen achter de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 2 m;
- muren en terreinafscheidingen voor de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 1 m;
- lichtmasten en overige masten: 10 m
- overig bouwwerk, geen gebouwzijnde: 3 m
3. de oppervlakte bedraagt niet meer dan:
a. binnen een bouwvlak niet gemaximeerd niet gemaximeerd niet gemaximeerd
b. ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' per bouwperceel
b1. perceel kleiner dan 1.000 m² 0 m2 40% tot ten hoogste 60 m², tenzij op de verbeelding anders is aangeduid. niet gemaximeerd
b2. perceel groter of gelijk aan 1.000 m² 0 m2 ten hoogste 90 m², tenzij op de verbeelding anders is aangeduid. niet gemaximeerd
b3. perceel groter of gelijk aan 2.500 m² 0 m2 ten hoogste 120 m², tenzij op de verbeelding anders is aangeduid. niet gemaximeerd
4. de dakhelling bedraagt niet meer dan: 85° 85°

15.3 Specifieke gebruiksregels

15.4 Afwijken van de gebruiksregels

Artikel 16 Gemengd - 4

16.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd - 4' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. detailhandel;
  2. b. dienstverlening;
  3. c. kantoor;
  4. d. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, laad- en losvoorzieningen, nutsvoorzieningen, toegangswegen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

16.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

hoofdgebouw aan- en uitbouw, bijgebouw, overkapping bouwwerk, geen gebouw zijnde, geen overkapping zijnde
1. op deze gronden mag worden gebouwd:
a. binnen het bouwvlak ja ja ja
b. buiten het bouwvlak nee nee ja
c. buiten het bouwvlak
ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen'
nee ja ja
2. de hoogte bedraagt niet meer dan:
a. goothoogte binnen het bouwvlak zie aanduiding 'maximum goothoogte (m)' 3,3 m niet van toepassing
b. goothoogte ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' niet van toepassing - zie aanduiding 'maximum goot- en bouwhoogte (m)'
- en anders: 3,3 m
niet van toepassing
c. bouwhoogte zie aanduidingen 'maximum bouwhoogte (m)', indien geen bouwhoogte is aangegeven: 4 m hoger dan de aangegeven goothoogte 7,3 m - muren en terreinafscheidingen achter de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 2 m;
- muren en terreinafscheidingen voor de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 1 m;
- lichtmasten en overige masten: 10 m
- overig bouwwerk, geen gebouwzijnde: 3 m
3. de oppervlakte bedraagt niet meer dan:
a. binnen een bouwvlak niet gemaximeerd niet gemaximeerd niet gemaximeerd
b. ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' per bouwperceel
b1. perceel kleiner dan 1.000 m² 0 m2 40% tot ten hoogste 60 m², tenzij op de verbeelding anders is aangeduid. niet gemaximeerd
b2. perceel groter of gelijk aan 1.000 m² 0 m2 ten hoogste 90 m², tenzij op de verbeelding anders is aangeduid. niet gemaximeerd
b3. perceel groter of gelijk aan 2.500 m² 0 m2 ten hoogste 120 m², tenzij op de verbeelding anders is aangeduid. niet gemaximeerd
4. de dakhelling bedraagt niet meer dan: 85° 85°

16.3 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

Artikel 17 Gemengd - 5

17.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd - 5' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. bedrijven tot en met categorie 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  2. b. dienstverlening;
  3. c. kantoren;
  4. d. maatschappelijke voorzieningen;
  5. e. ter plaatse van de aanduiding 'wonen', tevens voor wonen;
  6. f. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, laad- en losvoorzieningen, nutsvoorzieningen, toegangswegen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

17.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

hoofdgebouw aan- en uitbouw, bijgebouw, overkapping bouwwerk, geen gebouw zijnde, geen overkapping zijnde
1. op deze gronden mag worden gebouwd:
a. binnen het bouwvlak ja, met dien verstande dat een hoofdgebouw voor wonen uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'wonen' mag worden gebouwd. ja ja
b. buiten het bouwvlak nee nee ja
2. de hoogte bedraagt niet meer dan:
a. goothoogte binnen het bouwvlak zie aanduiding 'maximum goothoogte (m)' 3,3 m niet van toepassing
b. goothoogte ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' niet van toepassing - zie aanduiding 'maximum goot- en bouwhoogte (m)'
- en anders: 3,3 m
niet van toepassing
c. bouwhoogte zie aanduidingen 'maximum bouwhoogte (m)', indien geen bouwhoogte is aangegeven: 4 m hoger dan de aangegeven goothoogte 7,3 m - muren en terreinafscheidingen achter de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 2 m;
- muren en terreinafscheidingen voor de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 1 m;
- lichtmasten en overige masten: 10 m
- overig bouwwerk, geen gebouwzijnde: 3 m
3. de oppervlakte bedraagt niet meer dan:
a. binnen een bouwvlak ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage (%)' op de verbeelding is aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage (%)' op de verbeelding is aangegeven niet gemaximeerd
4. de dakhelling bedraagt niet meer dan: 85° 85°

17.3 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

17.4 Afwijken van de gebruiksregels

Artikel 18 Gemengd - 6

18.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd - 6' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. detailhandel;
  2. b. dienstverlening;
  3. c. kantoor;
  4. d. wonen in een woning daaronder begrepen de uitoefening van aan-huis-gebonden-beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;
  5. e. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, laad- en losvoorzieningen, nutsvoorzieningen, toegangswegen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

18.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

hoofdgebouw aan- en uitbouw, bijgebouw, overkapping bouwwerk, geen gebouw zijnde, geen overkapping zijnde
1. op deze gronden mag worden gebouwd:
a. binnen het bouwvlak ja ja ja
b. buiten het bouwvlak nee nee ja
c. buiten het bouwvlak
ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen'
nee ja ja
2. de hoogte bedraagt niet meer dan:
a. goothoogte binnen het bouwvlak zie aanduiding 'maximum goothoogte (m)' 3,3 m niet van toepassing
b. goothoogte ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' niet van toepassing - zie aanduiding 'maximum goot- en bouwhoogte (m)'
- en anders: 3,3 m
niet van toepassing
c. bouwhoogte zie aanduidingen 'maximum bouwhoogte (m)', indien geen bouwhoogte is aangegeven: 4 m hoger dan de aangegeven goothoogte 7,3 m - muren en terreinafscheidingen achter de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 2 m;
- muren en terreinafscheidingen voor de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 1 m;
- lichtmasten en overige masten: 10 m
- overig bouwwerk, geen gebouwzijnde: 3 m
3. de oppervlakte bedraagt niet meer dan:
a. binnen een bouwvlak niet gemaximeerd niet gemaximeerd niet gemaximeerd
b. ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' per bouwperceel
b1. perceel kleiner dan 1.000 m² 0 m2 40% tot ten hoogste 60 m², tenzij op de verbeelding anders is aangeduid. niet gemaximeerd
b2. perceel groter of gelijk aan 1.000 m² 0 m2 ten hoogste 90 m², tenzij op de verbeelding anders is aangeduid. niet gemaximeerd
b3. perceel groter of gelijk aan 2.500 m² 0 m2 ten hoogste 120 m², tenzij op de verbeelding anders is aangeduid. niet gemaximeerd
4. de dakhelling bedraagt niet meer dan: 85° 85°

18.3 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

18.4 Afwijken van de gebruiksregels

Artikel 19 Gemengd - 7

19.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd - 7' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. bedrijven tot en met categorie 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  2. b. wonen in een woning daaronder begrepen de uitoefening van aan-huis-gebonden-beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;
  3. c. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, laad- en losvoorzieningen, nutsvoorzieningen, toegangswegen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

19.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

hoofdgebouw aan- en uitbouw, bijgebouw, overkapping bouwwerk, geen gebouw zijnde, geen overkapping zijnde
1. op deze gronden mag worden gebouwd:
a. binnen het bouwvlak ja ja ja
b. buiten het bouwvlak nee nee ja
c. buiten het bouwvlak
ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen'
nee ja ja
2. de hoogte bedraagt niet meer dan:
a. goothoogte binnen het bouwvlak zie aanduiding 'maximum goothoogte (m)' 3,3 m niet van toepassing
b. goothoogte ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' niet van toepassing - zie aanduiding 'maximum goot- en bouwhoogte (m)'
- en anders: 3,3 m
niet van toepassing
c. bouwhoogte zie aanduidingen 'maximum bouwhoogte (m)', indien geen bouwhoogte is aangegeven: 4 m hoger dan de aangegeven goothoogte 7,3 m - muren en terreinafscheidingen achter de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 2 m;
- muren en terreinafscheidingen voor de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 1 m;
- lichtmasten en overige masten: 10 m
- overig bouwwerk, geen gebouwzijnde: 3 m
3. de oppervlakte bedraagt niet meer dan:
a. binnen een bouwvlak niet gemaximeerd tenzij op de verbeelding door middel van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' een maximum percentage is aangegeven niet gemaximeerd niet gemaximeerd
b. ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' per bouwperceel
b1. perceel kleiner dan 1.000 m² 0 m2 40% tot ten hoogste 60 m², tenzij op de verbeelding anders is aangeduid. niet gemaximeerd
b2. perceel groter of gelijk aan 1.000 m² 0 m2 ten hoogste 90 m², tenzij op de verbeelding anders is aangeduid. niet gemaximeerd
b3. perceel groter of gelijk aan 2.500 m² 0 m2 ten hoogste 120 m², tenzij op de verbeelding anders is aangeduid. niet gemaximeerd
4. de dakhelling bedraagt niet meer dan: 85° 85°

19.3 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

19.4 Afwijken van de gebruiksregels

Artikel 20 Gemengd - 8

20.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd - 8' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. bedrijven tot en met categorie 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  2. b. horecabedrijf tot en met categorie 1 van de Staat van Horeca-activiteiten;
  3. c. maatschappelijke voorzieningen;
  4. d. wonen in een woning daaronder begrepen de uitoefening van aan-huis-gebonden-beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;
  5. e. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, laad- en losvoorzieningen, nutsvoorzieningen, toegangswegen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

20.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

hoofdgebouw aan- en uitbouw, bijgebouw, overkapping bouwwerk, geen gebouw zijnde, geen overkapping zijnde
1. op deze gronden mag worden gebouwd:
a. binnen het bouwvlak ja ja ja
b. buiten het bouwvlak nee nee ja
c. buiten het bouwvlak
ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen'
nee ja ja
2. de hoogte bedraagt niet meer dan:
a. goothoogte binnen het bouwvlak zie aanduiding 'maximum goothoogte (m)' 3,3 m niet van toepassing
b. goothoogte ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' niet van toepassing - zie aanduiding 'maximum goot- en bouwhoogte (m)'
- en anders: 3,3 m
niet van toepassing
c. bouwhoogte zie aanduidingen 'maximum bouwhoogte (m)', indien geen bouwhoogte is aangegeven: 4 m hoger dan de aangegeven goothoogte 7,3 m - muren en terreinafscheidingen achter de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 2 m;
- muren en terreinafscheidingen voor de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 1 m;
- lichtmasten en overige masten: 10 m
- overig bouwwerk, geen gebouwzijnde: 3 m
3. de oppervlakte bedraagt niet meer dan:
a. binnen een bouwvlak niet gemaximeerd niet gemaximeerd niet gemaximeerd
b. ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' per bouwperceel
b1. perceel kleiner dan 1.000 m² 0 m2 40% tot ten hoogste 60 m², tenzij op de verbeelding anders is aangeduid. niet gemaximeerd
b2. perceel groter of gelijk aan 1.000 m² 0 m2 ten hoogste 90 m², tenzij op de verbeelding anders is aangeduid. niet gemaximeerd
b3. perceel groter of gelijk aan 2.500 m² 0 m2 ten hoogste 120 m², tenzij op de verbeelding anders is aangeduid. niet gemaximeerd
4. de dakhelling bedraagt niet meer dan: 85° 85°

20.3 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

20.4 Afwijken van de gebruiksregels

Artikel 21 Gemengd - 9

21.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd - 9' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. bedrijven tot en met categorie 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  2. b. horecabedrijf tot en met categorie 1 van de Staat van Horeca-activiteiten;
  3. c. wonen in een woning daaronder begrepen de uitoefening van aan-huis-gebonden-beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;
  4. d. bed&breakfast;
  5. e. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, laad- en losvoorzieningen, nutsvoorzieningen, toegangswegen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

21.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

hoofdgebouw aan- en uitbouw, bijgebouw, overkapping bouwwerk, geen gebouw zijnde, geen overkapping zijnde
1. op deze gronden mag worden gebouwd:
a. binnen het bouwvlak ja, met dien verstande dat een hoofdgebouw voor wonen uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'wonen' mag worden gebouwd. ja ja
b. buiten het bouwvlak nee nee ja
c. buiten het bouwvlak
ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen'
nee ja ja
2. de hoogte bedraagt niet meer dan:
a. goothoogte binnen het bouwvlak zie aanduiding 'maximum goothoogte (m)' 3,3 m niet van toepassing
b. goothoogte ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' niet van toepassing - zie aanduiding 'maximum goot- en bouwhoogte (m)'
- en anders: 3,3 m
niet van toepassing
c. bouwhoogte zie aanduidingen 'maximum bouwhoogte (m)', indien geen bouwhoogte is aangegeven: 4 m hoger dan de aangegeven goothoogte 7,3 m - muren en terreinafscheidingen achter de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 2 m;
- muren en terreinafscheidingen voor de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 1 m;
- lichtmasten en overige masten: 10 m
- overig bouwwerk, geen gebouwzijnde: 3 m
3. de oppervlakte bedraagt niet meer dan:
a. binnen een bouwvlak niet gemaximeerd niet gemaximeerd niet gemaximeerd
b. ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' per bouwperceel
b1. perceel kleiner dan 1.000 m² 0 m2 40% tot ten hoogste 60 m², tenzij op de verbeelding anders is aangeduid. niet gemaximeerd
b2. perceel groter of gelijk aan 1.000 m² 0 m2 ten hoogste 90 m², tenzij op de verbeelding anders is aangeduid. niet gemaximeerd
b3. perceel groter of gelijk aan 2.500 m² 0 m2 ten hoogste 120 m², tenzij op de verbeelding anders is aangeduid. niet gemaximeerd
4. de dakhelling bedraagt niet meer dan: 85° 85°

21.3 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

Artikel 22 Gemengd - 10

22.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd - 10' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. zorginstellingen, welzijnsinstellingen, gezondheidszorg, jeugd- en kinderopvang en openbare dienstverlening;
  2. b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - 10' tevens bij de in lid a genoemde functies behorende ondergeschikte voorzieningen, zoals kantoor-, activiteits- en behandelruimten;
  3. c. wonen in een woning daaronder begrepen de uitoefening van aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;
  4. d. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, laad- en losvoorzieningen, nutsvoorzieningen, toegangswegen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

22.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

hoofdgebouw aan- en uitbouw, bijgebouw, overkapping bouwwerk, geen gebouw zijnde, geen overkapping zijnde
1. op deze gronden mag worden gebouwd:
a. binnen het bouwvlak ja, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd 10 geldt dat:
- het aantal zorgappartementen niet meer bedraagt dan 10;
- het aantal wooneenheden, niet zijnde zorgappartementen, niet meer bedraagt dan 11.
ja ja
b. buiten het bouwvlak nee nee ja
2. de hoogte bedraagt niet meer dan:
a. goothoogte binnen het bouwvlak zie aanduiding 'maximum goothoogte (m)' 3,3 m niet van toepassing
b. goothoogte ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' niet van toepassing - zie aanduiding 'maximum goot- en bouwhoogte (m)'
- en anders: 3,3 m
niet van toepassing
c. bouwhoogte zie aanduidingen 'maximum bouwhoogte (m)', indien geen bouwhoogte is aangegeven: 4 m hoger dan de aangegeven goothoogte 7,3 m - muren en terreinafscheidingen achter de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 2 m;
- muren en terreinafscheidingen voor de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 1 m;
- lichtmasten en overige masten: 10 m
- overig bouwwerk, geen gebouwzijnde: 3 m
3. de oppervlakte bedraagt niet meer dan:
a. binnen een bouwvlak ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage (%)' op de verbeelding is aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage (%)' op de verbeelding is aangegeven niet gemaximeerd
4. de dakhelling bedraagt niet meer dan: 85° 85°

22.3 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

22.4 Afwijken van de gebruiksregels

Artikel 23 Groen

23.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. groen, water, speelvoorzieningen en voet- en fietspaden;
  2. b. ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden', tevens ter behoud, herstel en ontwikkeling van aanwezige cultuurhistorische waarden;
  3. c. ter plaatse van de aanduiding 'ontsluiting', tevens voor verkeersontsluitingen;
  4. d. ter plaatse van de aanduiding 'natuur- en landschapswaarden', tevens ter behoud, herstel en ontwikkeling van aanwezige natuurwaarden en landschapswaarden;
  5. e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - dierenweide', tevens een dierenweide;
  6. f. ter plaatse van de aanduiding 'speelterrein uitgesloten', zijn speelvoorzieningen niet toegestaan;
  7. g. ter plaatse van de aanduiding 'zend-/ontvangstinstallatie', tevens een zend-/ontvangstinstallatie;
  8. h. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals voorwerpen van beeldende kunst of kunstuitingen, gedenktekens, terrassen, speelvoorzieningen, ontmoetingsplaatsen, voet- en fietspaden, toegangswegen, nutsvoorzieningen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

23.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

gebouwen en overkappingen bouwwerk, geengebouw zijnde
a. op deze gronden mag worden gebouwd: uitsluitend voor ontmoetingsplaatsen en nutsvoorzieningen ja
1. in afwijking van het bepaalde onder a, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - dierenweide': tevens een schuilgelegenheid
b. de hoogte bedraagt niet meer dan: 3 m -
1. bewegwijzering - 4,5 m
2. straatmeubilair - 3 m
3. lichtmasten en overige masten - 10 m
4. ballenvangers - 4 m
5. overig bouwwerk, geen gebouw zijnde - 3 m
6. vrijstaande antennemast - 15 m
7. zend-/ontvangstinstallatie ter plaatse van de aanduiding 'zend-/ontvangstinstallatie' - 35 m
8. muren en terreinafscheidingen - 1 m
9. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - dierenweide': 4 m -
c. de oppervlakte bedraagt niet meer dan: 15 m² -
1. in afwijking van het bepaalde onder c, ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' het aangegeven bebouwingspercentage
2. in afwijking van het bepaalde onder c, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - dierenweide': 30 m2

23.3 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

  1. a. evenementen zijn toegestaan.

Artikel 24 Horeca

24.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. horecabedrijf tot en met categorie 1 van de Staat van Horeca-activiteiten;
  2. b. ter plaatse van de aanduiding horeca tot en met categorie 2, tevens een horecabedrijf tot en met categorie 2 van de Staat van Horeca-activiteiten;
  3. c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - café en party- en zalencentrum', tevens een café en party- en zalencentrum;
  4. d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - party- en zalencentrum', tevens een party- en zalencentrum;
  5. e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - paviljoen', uitsluitend een paviljoen;
  6. f. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - snackbar', uitsluitend een snackbar;
  7. g. ter plaatse van de aanduiding 'wonen', tevens wonen in een woning daaronder begrepen de uitoefening van aan-huis-gebonden-beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;
  8. h. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, laad- en losvoorzieningen, nutsvoorzieningen, toegangswegen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

24.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

hoofdgebouw aan- en uitbouw, bijgebouw, overkapping bouwwerk, geen gebouw zijnde, geen overkapping zijnde
1. op deze gronden mag worden gebouwd:
a. binnen het bouwvlak ja ja ja
b. buiten het bouwvlak nee nee ja
c. buiten het bouwvlak
ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen'
nee ja ja
2. de hoogte bedraagt niet meer dan:
a. goothoogte binnen het bouwvlak zie aanduiding 'maximum goothoogte (m)' 3,3 m niet van toepassing
b. goothoogte ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' niet van toepassing - zie aanduiding 'maximum goot- en bouwhoogte (m)'
- en anders: 3,3 m
niet van toepassing
c. bouwhoogte zie aanduidingen 'maximum bouwhoogte (m)', indien geen bouwhoogte is aangegeven: 4 m hoger dan de aangegeven goothoogte 7,3 m - muren en terreinafscheidingen achter de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 2 m;
- muren en terreinafscheidingen voor de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 1 m;
- lichtmasten en overige masten: 10 m
- overig bouwwerk, geen gebouwzijnde: 3 m
d. ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang' er dient een onderdoorgang te worden vrij gehouden ter hoogte van de 1e verdiepingsvloer van de panden Absdaalseweg 1 en Van der Maelstedeweg 2-2a. - -
3. de oppervlakte bedraagt niet meer dan:
a. binnen een bouwvlak niet gemaximeerd niet gemaximeerd niet gemaximeerd
b. ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' per bouwperceel
b1. perceel kleiner dan 1.000 m² 0 m2 40% tot ten hoogste 60 m², tenzij op de verbeelding anders is aangeduid. niet gemaximeerd
b2. perceel groter of gelijk aan 1.000 m² 0 m2 ten hoogste 90 m², tenzij op de verbeelding anders is aangeduid. niet gemaximeerd
b3. perceel groter of gelijk aan 2.500 m² 0 m2 ten hoogste 120 m², tenzij op de verbeelding anders is aangeduid. niet gemaximeerd
4. de dakhelling bedraagt niet meer dan: 85° 85°

24.3 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

  1. a. paardenbakken, met uitzondering van paardenbakken die voor tervisielegging van het ontwerpbestemmingsplan legaal aanwezig zijn, zijn niet toegestaan.

24.4 Afwijken van de gebruiksregels

Artikel 25 Kantoor

25.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Kantoor' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. kantoor;
  2. b. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, laad- en losvoorzieningen, nutsvoorzieningen, toegangswegen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

25.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

gebouwen en overkappingen bouwwerk, geen gebouw zijnde
1. op deze gronden mag worden gebouwd:
a. binnen het bouwvlak ja ja
b. buiten het bouwvlak nee nee
c. buiten het bouwvlak ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' ja ja
2. de hoogte bedraagt niet meer dan:
a. goothoogte - binnen het bouwvlak: zie aanduiding 'maximum goothoogte (m)'

- goothoogte van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen: 3,3 m

- ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen': 3,3 m
b. bouwhoogte - binnen het bouwvlak: zie aanduiding 'maximum bouwhoogte (m)' indien geen bouwhoogte is aangegeven: 4 m hoger dan de aangegeven goothoogte

- ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen': 7,3 m

- voor een aan- en uitbouw bij een bedrijfswoning: 7,3 m
- muren en terreinafscheidingen achter de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 2 m
- muren en terreinafscheidingen voor de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 1 m
- lichtmasten en overige masten: 10 m
- overig bouwwerk, geen gebouwzijnde: 3 m
3. de oppervlakte bedraagt niet meer dan:
a. binnen een bouwvlak niet gemaximeerd niet gemaximeerd
b. ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' per bouwperceel
b1. perceel kleiner dan 1.000 m² 0 m2 40% tot ten hoogste 60 m², tenzij op de verbeelding anders is aangeduid.
b2. perceel groter of gelijk aan 1.000 m² 0 m2 ten hoogste 90 m², tenzij op de verbeelding anders is aangeduid.
b3. perceel groter of gelijk aan 2.500 m² 0 m2 ten hoogste 120 m², tenzij op de verbeelding anders is aangeduid.
4. de dakhelling bedraagt niet meer dan: 85°

Artikel 26 Maatschappelijk

26.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. maatschappelijke voorzieningen;
  2. b. ondergeschikte detailhandels- en/of horeca-activiteiten ten dienste van maatschappelijke voorzieningen;
  3. c. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning': tevens ten hoogste één bedrijfswoning;
  4. d. ter plaatse van de aanduiding 'wonen', tevens ten hoogste één woning;
  5. e. ter plaatse van de aanduiding 'begraafplaats': uitsluitend een begraafplaats;
  6. f. ter plaatse van de aanduiding ' cultuurhistorische waarden', tevens voor het behoud van cultuurhistorisch waardevolle bebouwing;
  7. g. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - dienstwoning', tevens een dienstwoning;
  8. h. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - dierenkliniek', tevens een dierenkliniek;
  9. i. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - klooster', tevens een klooster;
  10. j. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - verzorginstelling', tevens een lokale, regionale of bovenregionale verzorgingsinstelling voor mensen met een verstandelijke en/of lichamelijke handicap, met bijbehorende voorzieningen, zoals ruimten voor dagbesteding, educatieve doeleinden en vergelijkbare activiteiten;
  11. k. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - verzorginstelling en dagrecreatieve voorzieningen', tevens de onder i genoemde verzorgingsinstelling alsmede voor kleinschalige dagrecreatieve voorzieningen, een kleinschalig kampeerterrein en voor zelfstandige huisvesting van personen, waaronder cliënten van de verzorgingsinstelling;
  12. l. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - verzorginstelling en wonen', tevens de onder i genoemde verzorgingsinstelling alsmede voorzelfstandige huisvesting van personen, waaronder cliënten van de verzorgingsinstelling;
  13. m. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - verzorginstelling en kinderboerderij', tevens de onder i genoemde verzorgingsinstelling alsmede voor een kinderboerderij;
  14. n. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - verzorginstelling, wonen en kantoor', tevens de onder i genoemde verzorgingsinstelling alsmede voor zelfstandige huisvesting van cliënten, kantoor en bedrijfsruimten van de onder i genoemde verzorgingsinstelling;
  15. o. ter plaatse van de aanduiding 'speelterrein uitgesloten' is een speelterrein uitgesloten;
  16. p. ter plaatse van de aanduiding 'sportveld', tevens een sportveld;
  17. q. ter plaatse van de aanduiding 'zend-/ontvangstinstallatie', tevens een zend-/ontvangstinstallatie;
  18. r. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, laad- en losvoorzieningen, nutsvoorzieningen, toegangswegen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

26.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

gebouwen en overkappingen bouwwerk, geen gebouw zijnde
a. op deze gronden mag worden gebouwd:
1. binnen het bouwvlak ja ja
2. buiten het bouwvlak nee ja
3. buiten het bouwvlak ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' ja ja
b. de hoogte bedraagt niet meer dan:
1. goothoogte - binnen het bouwvlak: zie aanduiding 'maximum goothoogte (m)' of 'maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)'

goothoogte van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen: 3,3 m

- ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen': 3,3 m
2. bouwhoogte - binnen het bouwvlak: zie aanduidingen 'maximum bouwhoogte (m)' of 'maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)', indien geen bouwhoogte is aangegeven: 4 m hoger dan de aangegeven goothoogte

- ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen': 6 m

- voor een aan- en uitbouw bij een bedrijfswoning: 7,3 m
- muren en terreinafscheidingen achter de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 2 m
- muren en terreinafscheidingen voor de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 1 m
- lichtmasten en overige masten: 10 m
- zend-/ontvangstinstallatie ter plaatse van de aanduiding 'zend-/ontvangstinstallatie': 60 m
- overig bouwwerk, geen gebouwzijnde: 3 m
c de oppervlakte bedraagt niet meer dan:
1. binnen een bouwvlak - 100% tenzij op de verbeelding door middel van de aanduidingen 'maximum bebouwingspercentage' of 'maximum bebouwd oppervlak (m2)' anders is bepaald, met dien verstande dat ten hoogste 60 m2 aan bijgebouwen per bedrijfswoning is toegestaan -niet gemaximeerd
- ter plaatse van de aanduiding 'minimum oppervlakte speelterrein (m2)' geldt de aangegeven minimale oppervlakte.
b. ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' per bouwperceel
b1. perceel kleiner dan 1.000 m² 40% tot ten hoogste 60 m2 niet gemaximeerd
b2. perceel groter of gelijk aan 1.000 m² ten hoogste 90 m². niet gemaximeerd
b3. perceel groter of gelijk aan 2.500 m² ten hoogste 120 m². niet gemaximeerd
d. de inhoud bedraagt niet meer dan: van een bedrijfswoning: 1.000 m3
e. de afstand voorste perceelsgrens ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - verzorginstelling en wonen' niet minder dan 5 m; -
f. de dakhelling bedraagt niet meer dan: 85°

26.3 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken gelden de volgende regels:

  1. a. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - verzorginstelling, wonen en kantoor' zijn maximaal 72 eenheden voor huisvesting van cliënten van de zorginstelling toegestaan;'
  2. b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - verzorginstelling en wonen' bedraagt het gezamenlijk aantal woningen niet meer dan 26;
  3. c. per eenheid als bedoeld onder a dient minimaal 0,6 parkeerplaats binnen de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - verzorginstelling, wonen en kantoor' aanwezig te zijn;
  4. d. detailhandel is niet toegestaan met uitzondering van de verkoop van producten die in het kader van dagbesteding door cliënten van de onder artikel 26.1 onder i genoemde verzorgingsinstelling zelf zijn vervaardigd;
  5. e. paardenbakken, met uitzondering van paardenbakken die voor tervisielegging van het ontwerpbestemmingsplan legaal aanwezig zijn, zijn niet toegestaan;
  6. f. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - dierenkliniek' zijn tevens logies voor werknemers ten dienste van de bedrijfsvoering, niet zijnde permanent verblijf, toegestaan.

Artikel 27 Molen

27.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Molen' aangewezen gronden zijn bestemd voor de instandhouding en / of herstel van de aanwezige molen en zijn cultuurhistorische en landschappelijke waarden.

27.2 Bouwregels

Artikel 28 Natuur

28.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. behoud, herstel en ontwikkeling van aanwezige en potentiële natuurwaarden en landschapswaarden;
  2. b. met daaraan ondergeschikt:
    1. 1. Extensieve dagrecreatie;
    2. 2. Natuurbeheer;
    3. 3. Bruggen en paden;
  3. c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van natuur - estuarium', tevens ter bescherming, behoud, herstel en ontwikkeling van het aanwezige estuarium;
  4. d. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals ondergrondse faunapassages en de daarbij behorende voorzieningen, bermen en bermsloten, duikers, groen- en speelvoorzieningen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

28.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

gebouwen en overkappingen bouwwerk, geen gebouw zijnde
a. op deze gronden mag worden gebouwd: nee ja, mits geen onevenredige schade wordt toegebracht aan de waarden van het natuurgebied
b. de bouwhoogte bedraagt niet meer dan: - - muren en terreinafscheidingen: 2 m
- overig bouwwerk, geen gebouwzijnde: 3 m
c. de oppervlakte bedraagt niet meer dan: - niet gemaximeerd

28.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 29 Recreatie - Dagrecreatie

29.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Dagrecreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor dagrecreatieve doeleinden, in de vorm van:

  1. a. dagrecreatie;
  2. b. ter plaatse van de aanduiding 'zwembad', uitsluitend voor een zwembad met bijbehorend beheerscomplex inclusief maximaal één bedrijfswoning, met daaraan ondergeschikt horeca van categorie 1 alsmede zalenverhuur;
  3. c. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning': tevens ten hoogste één bedrijfswoning;
  4. d. ter plaatse van de aanduiding 'horeca tot en met categorie 2': tevens horecabedrijven behorende tot ten hoogste categorie 2 van de Staat van Horeca-activiteiten;
  5. e. ter plaatse van de aanduiding 'manege', uitsluitend een manege, met bijbehorende en ondergeschikte horeca-activiteiten;
  6. f. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - paardenbak': tevens een paardenbak;
  7. g. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - short golf en driving range': tevens een short golf en driving range;
  8. h. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - zwembad': tevens een zwembad met bijbehorende ondergeschikte horeca;
  9. i. ter plaatse van de aanduiding 'landschapswaarden': tevens landschapswaarden in de vorm van een open landschap;
  10. j. ter plaatste van de aanduiding 'speelterrein', uitsluitend een speelterrein;
  11. k. ter plaatse van de aanduiding 'volkstuin', uitsluitend een volkstuin;
  12. l. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, laad- en losvoorzieningen, nutsvoorzieningen, toegangswegen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

29.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

gebouwen en overkappingen bouwwerk, geen gebouw zijnde
a. op deze gronden mag worden gebouwd:
1. binnen het bouwvlak ja ja
2. buiten het bouwvlak nee ja
3. ter plaatse van de aanduiding 'volkstuin' ja ja
b. de hoogte bedraagt niet meer dan:
1. goothoogte zie aanduiding 'maximum goothoogte(m)'
2. bouwhoogte zie aanduiding 'maximum bouwhoogte (m)'
Indien geen bouwhoogte is aangegeven: 4 m hoger dan de aangegeven goothoogte.
ter plaatse van de aanduiding 'volkstuin': 3 m.
- muren en terreinafscheidingen achter de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 2 m;
- muren en terreinafscheidingen voor de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 1 m;
- lichtmasten en overige masten: 10 m
- overig bouwwerk, geen gebouwzijnde: 3 m
c. de oppervlakte bedraagt niet meer dan:
1. binnen een bouwvlak Niet meer dan ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' aangegeven percentage van het aanduidingsvlak, of
niet meer dan ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwd oppervlak' aangegeven oppervlak.
niet gemaximeerd
2. voor bedrijfswoningen met bijbehorende aan- en uitbouwen De bewoonbare vloeroppervlakte 225 m2
3. ter plaatse van de aanduiding 'volkstuin' 8 m2 per volkstuin
d. de inhoud bedraagt niet meer dan:
1. voor bedrijfswoningen met bijbehorende aan- en uitbouwen 750 m3
e. de dakhelling bedraagt niet meer dan: 85°

29.3 Specifieke gebruiksregels

Ten aanzien van het gebruik gelden de volgende regels:

  1. a. ter plaatse van de aanduiding 'manege':
    1. 1. zijn uitsluitend horeca uit categorie 1a of 2 van de Staat van Horeca-activiteiten toegestaan;
    2. 2. bedraagt het vloeroppervlak met inbegrip van daartoe behorende opslag en overige ruimte ten aanzien van horeca-activiteiten ten hoogste 400 m².
  2. b. ter plaatse van de aanduiding ' specifieke vorm van recreatie - short golf en driving range:
    1. 1. is het gebruik van de gronden als dierenweide voor kleinvee toegestaan;
    2. 2. bedraagt het maximum toegelaten oppervlakte ten behoeve van detailhandel 40 m2.

Artikel 30 Recreatie - Jachthaven

30.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Jachthaven' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. een jacht- en passantenhaven met ten hoogste het huidige aantal aanleg- en ligplaatsen;
  2. b. opslagruimten voor de watersport en voor havenafval;
  3. c. bijbehorende dagrecreatieve en watersportrecreatieve voorzieningen, watersportverenigingen, aan watersportgebonden detailhandel en aanverwante dienstverlening;
  4. d. een kantoor voor het beheer van de haven en voor (overheids)voorzieningen inzake openbare orde en veiligheid en daarmee gelijk te stellen functies;
  5. e. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, laad- en losvoorzieningen, nutsvoorzieningen, toegangswegen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

30.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  1. a. de breedte van een aanlegsteiger bedraagt ten hoogste 2 m;
gebouwen en overkappingen bouwwerk, geen gebouw zijnde
b. op deze gronden mag worden gebouwd:
1. binnen het bouwvlak ja ja
2. buiten het bouwvlak nee ja
c. de hoogte bedraagt niet meer dan:
1. goothoogte zie aanduiding 'maximum goothoogte (m)'
2. bouwhoogte zie aanduidingen 'maximum bouwhoogte (m)', indien geen bouwhoogte is aangegeven: 4 m hoger dan de aangegeven goothoogte - muren en terreinafscheidingen achter de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 2 m;
- muren en terreinafscheidingen voor de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 1 m;
- lichtmasten en overige masten: 10 m
- overig bouwwerk, geen gebouwzijnde: 3 m
d. de oppervlakte bedraagt niet meer dan:
1. binnen een bouwvlak 100% tenzij op de verbeelding door middel van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' anders is bepaald niet gemaximeerd
e. de dakhelling bedraagt niet meer dan: 85°

30.3 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

  1. a. ligplaatsen zijn uitsluitend toegestaan tegen een aanlegsteiger;
  2. b. het aantal aanleg- en ligplaatsen bedraagt ten hoogste het aantal ligplaatsen ten tijde van inwerkingtreding van het bestemmingsplan;
  3. c. het gebruik als ligplaats voor een woonschip is niet toegestaan;
  4. d. ondergeschikte horeca tot en met categorie 1b van de Staat van Horeca-activiteiten is toegestaan.

Artikel 31 Sport

31.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. sportvelden, sporthallen en zwembaden met het daarbijbehorende verenigingsleven;
  2. b. ondersteunende horeca-voorzieningen;
  3. c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport - paardensport', uitsluitend voor paardensport;
  4. d. ter plaatse van de aanduiding 'sporthal', uitsluitend een sporthal;
  5. e. ter plaatse van de aanduiding 'verenigingsleven', uitsluitend verenigingsleven;
  6. f. ter plaatse van de aanduiding 'zend-/ontvangstinstallatie': tevens een zend-/ontvangstinstallatie;
  7. g. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, laad- en losvoorzieningen, nutsvoorzieningen, toegangswegen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

31.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

gebouwen en overkappingen bouwwerk, geen gebouw zijnde
a. op deze gronden mag worden gebouwd:
1. binnen het bouwvlak ja ja
2. buiten het bouwvlak nee ja
b. de hoogte bedraagt niet meer dan:
1. goothoogte zie aanduiding 'maximum goothoogte (m)'
2. bouwhoogte zie aanduidingen 'maximum bouwhoogte (m)', indien geen bouwhoogte is aangegeven: 4 m hoger dan de aangegeven goothoogte - muren en terreinafscheidingen achter de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 2 m;
- muren en terreinafscheidingen voor de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 1 m;
- lichtmasten en overige masten: 15 m
- zend-/ontvangstinstallatie ter plaatse van de aanduiding 'zend-/ontvangstinstallatie': 40 m
- overig bouwwerk, geen gebouwzijnde: 3 m
- ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - schietboom': 30 m;
c. de oppervlakte bedraagt niet meer dan:
1. binnen een bouwvlak - 100% tenzij op de verbeelding door middel van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' anders is bepaald niet gemaximeerd
d. de inhoud bedraagt niet meer dan:
1. binnen een bouwvlak niet gemaximeerd tenzij op de verbeelding door middel van de aanduiding 'maximum volume (m3)' anders is bepaald. niet gemaximeerd
e. de dakhelling bedraagt niet meer dan: 85°

Artikel 32 Tuin

32.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. tuinen behorende bij de op de aangrenzende gronden of elders gelegen hoofdgebouwen;
  2. b. ter plaatse van de aanduiding 'landschapswaarden' tevens voor het behoud en / of herstel van de aanwezige landschappelijke waarden;
  3. c. ter plaatse van de aanduiding 'waterberging' tevens voor waterberging.

32.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

gebouwen en overkappingen bouwwerk, geengebouw zijnde
a. op deze gronden mag worden gebouwd: ten hoogste 1 gebouw ja
b. de hoogte bedraagt niet meer dan:
1. muren en terreinafscheidingen 2 m
2. lichtmasten en overige masten 10 m
3. overige bouwwerken 3 m 3 m
c. de oppervlakte bedraagt niet meer dan: 6 m² -
d. de dakhelling bedraagt niet meer dan: 85°

32.3 Specifieke gebruiksregels

Ten aanzien van het gebruik gelden de volgende regels:

  1. a. paardenbakken, met uitzondering van paardenbakken die voor tervisielegging van het ontwerpbestemmingsplan legaal aanwezig zijn, zijn niet toegestaan.

32.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 33 Verkeer

33.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wegen, alsmede opstelstroken, busstroken, voet- en fietspaden;
  2. b. verblijfsgebied met een functie voor verblijf, verplaatsing en gebruik ten dienste van de aangrenzende bestemmingen;
  3. c. ter plaatse van de aanduiding 'camperplaats', tevens camperplaatsen;
  4. d. ter plaatste van de aanduiding 'fietsenstalling', tevens voor een fietsenstalling;
  5. e. ter plaatse van de aanduiding 'verblijfsgebied', uitsluitend voor een verblijfsgebied;
  6. f. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals niet-permanente vent- en standplaatsen voor ambulante handel, reclame-uitingen, voorzieningen ten behoeve van afvalinzameling, voorwerpen van beeldende kunst of kunstuitingen, gedenktekens, terrassen, speelvoorzieningen, ontmoetingsplaatsen, voet- en fietspaden, toegangswegen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen, groen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

33.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

gebouwen en overkappingen bouwwerk, geengebouw zijnde
a. op deze gronden mag worden gebouwd: uitsluitend voor ontmoetingsplaatsen en voor nutsvoorzieningen ja
b. de hoogte bedraagt niet meer dan: zie aanduiding 'maximum bouwhoogte'; en anders 3 m -
1. bewegwijzering - 4,5 m
2. straatmeubilair - 3 m
3. lichtmasten en overige masten - 10 m
4. overig bouwwerk, geen gebouw zijnde - 3 m
5. vrijstaande antennemast - 15 m
c. de oppervlakte bedraagt niet meer dan: 15 m² -
d. de dakhelling bedraagt niet meer dan: 85° -

33.3 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

  1. a. evenementen zijn toegestaan;
  2. b. ter plaatse van de aanduiding camperplaatsen, bedraagt het aantal camperplaatsen ten hoogste het ter plaatse aangeduide aantal.

Artikel 34 Verkeer - Garages En Bergplaatsen

34.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer - Garages en bergplaatsen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. garages en bergplaatsen;
  2. b. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, laad- en losvoorzieningen, nutsvoorzieningen, toegangswegen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

34.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

gebouwen en overkappingen bouwwerk, geengebouw zijnde
a. op deze gronden mag worden gebouwd: ja ja
b. de hoogte bedraagt niet meer dan:
1. goothoogte zie aanduiding 'maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)' of 'maximum goothoogte' niet van toepassing
2. bouwhoogte zie aanduiding 'maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)'of 'maximum bouwhoogte', indien geen bouwhoogte is aangegeven 4 m hoger dan de aangegeven goothoogte 2 m
c. de oppervlakte bedraagt niet meer dan:
1. binnen een bouwvlak niet gemaximeerd
d. de dakhelling bedraagt niet meer dan: 85°

34.3 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

  1. a. de berging van voor handel en distributie bestemde goederen is niet toegestaan.

Artikel 35 Water

35.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. water;
  2. b. waterhuishoudkundige voorzieningen;
  3. c. ondergeschikt groen;
  4. d. bruggen voor verkeer;
  5. e. ter plaatse van de aanduiding 'brug', tevens bruggen voor verkeer.
  6. f. ter plaatse van de aanduiding 'ecologische verbindingszone', tevens voor het behoud en/of herstel en/of herstel en/of ontwikkeling van aanwezige en potentiële landschappelijke, cultuurhistorische en natuurwaarden.

35.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  1. a. uitsluitend keermuren voor de waterbeheersing, oeverbeschoeiingen, duikers, bruggen en steigers mogen worden gebouwd.

35.3 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

  1. a. het gebruik van het water voor een ligplaats voor een woonschip is niet toegestaan.

35.4 Nadere eisen

35.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 36 Wonen

36.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wonen in een woning daaronder begrepen de uitoefening van aan-huis-gebonden-beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;
  2. b. ter plaatse van de aanduiding 'atelier', tevens een atelier met bijbehorende ondergeschikte detailhandel;
  3. c. ter plaatse van de aanduiding 'opslag', tevens voor opslag van graafmachines;
  4. d. ter plaatse van de aanduiding 'gemengd', tevens voor detailhandel, dienstverlening, horeca uit categorie 1 van de Staat van Horeca-activiteiten, kantoren, maatschappelijke voorzieningen en sport;
  5. e. ter plaatse van de aanduiding 'gemengd - 2', tevens kantoren en ten hoogste 110 m² bedrijfsopslag behorende tot ten hoogste categorie 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten, met dien verstande dat kantoren en bedrijfsopslag uitsluitend zijn toegestaan op de begane grond;
  6. f. ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel' tevens voor detailhandel;
  7. g. ter plaatse van de aanduiding 'dienstverlening' tevens voor dienstverlening;
  8. h. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - klooster', uitsluitend de huisvesting van een kloostergemeenschap met bijhorende gebedsruimten en andere voorzieningen;
  9. i. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - ruitersportartikelen', tevens voor detailhandel in ruitersportartikelen;
  10. j. ter plaatse van de aanduiding 'praktijkruimte', tevens een praktijkruimte, uitsluitend op de begane grond;
  11. k. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - taxibedrijf', tevens een taxibedrijf;
  12. l. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van cultuur en ontspanning - kunstgalerie', tevens een kunstgalerie met bijbehorende ondergeschikte detailhandel;
  13. m. ter plaatse van de aanduiding specifieke vorm van detailhandel - schildersbedrijf', tevens een schildersbedrijf met bijbehorende detailhandel;
  14. n. ter plaatse van de aanduiding specifieke vorm van detailhandel - vuurwerk', tevens voor detailhandel in vuurwerk;
  15. o. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van dienstverlening - dierenarts', tevens een dierenarts;
  16. p. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport - paardentraining', tevens voor paardentraining;
  17. q. ter plaatse van de aanduiding 'kamerverhuur', tevens voor kamerverhuur;
  18. r. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - vervaardiging en groothandelsverkoop betonnen beelden', tevens voor het vervaardigen en groothandelsverkoop van betonnen beelden;
  19. s. ter plaatse van de aanduiding 'zend-/ontvangstinstallatie', tevens een zend- en ontvangstinstallatie;
  20. t. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, laad- en losvoorzieningen, nutsvoorzieningen, toegangswegen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

36.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  1. a. als woningtypen zijn toegestaan: aaneengebouwd, geschakeld, vrijstaand;
  2. b. uitsluitend grondgebonden woningen zijn toegestaan;
  3. c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding – 1': bebouwing voor bewoning is niet toegestaan;
  4. d. en tevens geldt:
hoofdgebouw aan- en uitbouw, bijgebouw, overkapping bouwwerk, geen gebouw zijnde, geen overkapping zijnde
1. op deze gronden mag worden gebouwd:
a. binnen het bouwvlak ja ja ja
b. buiten het bouwvlak nee nee ja
c. buiten het bouwvlak
ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen'
nee ja ja
2. de hoogte bedraagt niet meer dan:
a. goothoogte binnen het bouwvlak zie aanduiding 'maximum goothoogte (m)' of 'maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)' of
'maximum goot-, bouwhoogte (m), maximum bebouwingspercentage'
voor een aan- enuitbouw en een bijgebouw: zie aanduiding 'maximum goothoogte (m)'

Voor een overkapping: 3,3 m
niet van toepassing
b. goothoogte ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' niet van toepassing - zie aanduiding 'maximum goot- en bouwhoogte (m)';
- en anders: 3,3 m
niet van toepassing
c. bouwhoogte zie aanduidingen 'maximum bouwhoogte (m)' of 'maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)', indien geen bouwhoogte is aangegeven: 4 m hoger dan de aangegeven goothoogte - zie aanduiding 'maximum bouwhoogte (m)';
- en anders: 7,3 m
- muren en terreinafscheidingen achter de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 2 m;
- muren en terreinafscheidingen voor de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 1 m;
- lichtmasten en overige masten: 10 m
- zend-/ontvangstinstallatie ter plaatse van de aanduiding zend-/ontvangstinstallatie: 60m
- overig bouwwerk, geen gebouwzijnde: 3 m
3. de oppervlakte bedraagt niet meer dan:
a. binnen een bouwvlak niet gemaximeerd tenzij op de verbeelding door middel van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' anders is aangegeven niet gemaximeerd tenzij op de verbeelding door middel van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' anders is aangegeven niet gemaximeerd
b. ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' per bouwperceel
b1. perceel kleiner dan 1.000 m² 0 m2 40% tot ten hoogste 60 m², tenzij op de verbeelding anders is aangeduid. niet gemaximeerd
b2. perceel groter of gelijk aan 1.000 m² 0 m2 ten hoogste 90 m², tenzij op de verbeelding anders is aangeduid. niet gemaximeerd
b3. perceel groter of gelijk aan 2.500 m² 0 m2 ten hoogste 120 m², tenzij op de verbeelding anders is aangeduid. niet gemaximeerd
4. de dakhelling bedraagt niet meer dan: 85° 85°

36.3 Specifieke gebruiksregels

36.4 Afwijken van de gebruiksregels

Artikel 37 Wonen - Aaneen Of Geschakeld

37.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - Aaneen of geschakeld' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wonen in een woning daaronder begrepen de uitoefening van aan-huis-gebonden-beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;
  2. b. ter plaatse van de aanduiding 'gestapeld' tevens voor gestapelde woningen;
  3. c. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 2', tevens bedrijven tot en met categorie 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  4. d. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, laad- en losvoorzieningen, nutsvoorzieningen, toegangswegen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

37.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  1. a. woningen worden - al dan niet via aan- en uitbouwen - geschakeld, danwel met ten minste twee aaneen gebouwd;
  2. b. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'gestapeld' mogen gestapelde woningen worden gerealiseerd;
  3. c. en tevens geldt:
hoofdgebouw aan- en uitbouw, bijgebouw, overkapping bouwwerk, geen gebouw zijnde, geen overkapping zijnde
1. op deze gronden mag worden gebouwd:
a. binnen het bouwvlak ja ja ja
b. buiten het bouwvlak nee nee ja
c. buiten het bouwvlak
ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen'
nee ja ja
2. de hoogte bedraagt niet meer dan:
a. goothoogte binnen het bouwvlak zie aanduiding 'maximum goothoogte (m)' of 'maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)' voor een aan- enuitbouw en een bijgebouw: zie aanduiding 'maximum goothoogte (m)'

Voor een overkapping: 3,3 m
niet van toepassing
b. goothoogte ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' niet van toepassing - zie aanduiding 'maximum goot- en bouwhoogte (m)'
- en anders: 3,3 m
niet van toepassing
c. bouwhoogte zie aanduidingen 'maximum bouwhoogte (m)' of 'maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)', indien geen bouwhoogte is aangegeven: 4 m hoger dan de aangegeven goothoogte 7,3 m - muren en terreinafscheidingen achter de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 2 m;
- muren en terreinafscheidingen voor de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 1 m;
- lichtmasten en overige masten: 10 m
- overig bouwwerk, geen gebouwzijnde: 3 m
3. de oppervlakte bedraagt niet meer dan:
a. binnen een bouwvlak niet gemaximeerd niet gemaximeerd niet gemaximeerd
b. ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' per bouwperceel
b1. perceel kleiner dan 1.000 m² 0 m2 40% tot ten hoogste 60 m², tenzij op de verbeelding anders is aangeduid. niet gemaximeerd
b2. perceel groter of gelijk aan 1.000 m² 0 m2 ten hoogste 90 m², tenzij op de verbeelding anders is aangeduid. niet gemaximeerd
b3. perceel groter of gelijk aan 2.500 m² 0 m2 ten hoogste 120 m², tenzij op de verbeelding anders is aangeduid. niet gemaximeerd
4. de dakhelling bedraagt niet meer dan: 85° 85°

37.3 Specifieke gebruiksregels

37.4 Afwijken van de gebruiksregels

Artikel 38 Wonen - Bungalowpark

38.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - Bungalowpark' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wonen in een woning daaronder begrepen de uitoefening van aan-huis-gebonden-beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;
  2. b. ter plaatse van de aanduiding 'recreatiewoning', tevens een recreatiewoning;
  3. c. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, laad- en losvoorzieningen, nutsvoorzieningen, toegangswegen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

38.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  1. a. als woningtypen zijn toegestaan: vrijstaand;
  2. b. uitsluitend grondgebonden woningen zijn toegestaan;
  3. c. en tevens geldt:
hoofdgebouw aan- en uitbouw, bijgebouw, overkapping bouwwerk, geen gebouw zijnde, geen overkapping zijnde
1. op deze gronden mag worden gebouwd:
a. binnen het bouwvlak ja ja ja
b. buiten het bouwvlak nee nee ja
c. buiten het bouwvlak
ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen'
nee ja ja
2. de hoogte bedraagt niet meer dan:
a. goothoogte binnen het bouwvlak zie aanduiding 'maximum goothoogte (m)' voor een aan- enuitbouw en een bijgebouw: zie aanduiding 'maximum goothoogte (m)'

Voor een overkapping: 3,3 m
niet van toepassing
b. goothoogte ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' niet van toepassing - zie aanduiding 'maximum goot- en bouwhoogte (m)'
- en anders: 3,3 m
niet van toepassing
c. bouwhoogte zie aanduidingen 'maximum bouwhoogte (m)', indien geen bouwhoogte is aangegeven: 4 m hoger dan de aangegeven goothoogte 7,3 m - muren en terreinafscheidingen achter de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 2 m;
- muren en terreinafscheidingen voor de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 1 m;
- lichtmasten en overige masten: 10 m
- overig bouwwerk, geen gebouwzijnde: 3 m
3. de oppervlakte bedraagt niet meer dan:
a. binnen een bouwvlak per bouwperceel ten hoogste 35% met een maximum van 100 m²; per bouwperceel ten hoogste 35% met een maximum van 100 m²; niet gemaximeerd
b. buiten bouwvlak 0 m² 0 m² niet gemaximeerd
4. de dakhelling bedraagt niet meer dan: 85° 85°

38.3 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

38.4 Afwijken van de gebruiksregels

Artikel 39 Wonen - Gestapeld

39.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - Gestapeld' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wonen in een woning daaronder begrepen de uitoefening van aan-huis-gebonden-beroepen;
  2. b. ter plaatse van de aanduiding 'dienstverlening', tevens dienstverlening op de begane grond met een maximum oppervlak van 25 m²;
  3. c. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, laad- en losvoorzieningen, nutsvoorzieningen, toegangswegen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

39.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  1. a. als woningtypen zijn toegestaan: grondgebonden en gestapeld;
  2. b. en tevens geldt:
hoofdgebouw aan- en uitbouw, bijgebouw, overkapping bouwwerk, geen gebouw zijnde, geen overkapping zijnde
1. op deze gronden mag worden gebouwd:
a. binnen het bouwvlak ja ja ja
b. buiten het bouwvlak nee nee ja
c. buiten het bouwvlak
ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen'
nee ja ja
2. de hoogte bedraagt niet meer dan:
a. goothoogte binnen het bouwvlak zie aanduiding 'maximum goothoogte (m)' of 'maximum goothoogte, maximum bouwhoogte (m)' voor een aan- enuitbouw en een bijgebouw: zie aanduiding 'maximum goothoogte (m)'

Voor een overkapping: 3,3 m
niet van toepassing
b. goothoogte ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' niet van toepassing - zie aanduiding 'maximum goot- en bouwhoogte (m)'
- en anders: 3,3 m
niet van toepassing
c. bouwhoogte zie aanduidingen 'maximum bouwhoogte (m)' of 'maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)', indien geen bouwhoogte is aangegeven: 4 m hoger dan de aangegeven goothoogte 7,3 m - muren en terreinafscheidingen achter de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 2 m;
- muren en terreinafscheidingen voor de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 1 m;
- lichtmasten en overige masten: 10 m
- overig bouwwerk, geen gebouwzijnde: 3 m
3. de oppervlakte bedraagt niet meer dan:
a. binnen een bouwvlak niet gemaximeerd niet gemaximeerd niet gemaximeerd
b. ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' per bouwperceel
b1. perceel kleiner dan 1.000 m² 0 m2 40% tot ten hoogste 60 m², tenzij op de verbeelding anders is aangeduid. niet gemaximeerd
b2. perceel groter of gelijk aan 1.000 m² 0 m2 ten hoogste 90 m², tenzij op de verbeelding anders is aangeduid. niet gemaximeerd
b3. perceel groter of gelijk aan 2.500 m² 0 m2 ten hoogste 120 m², tenzij op de verbeelding anders is aangeduid. niet gemaximeerd
4. de dakhelling bedraagt niet meer dan: 85° 85°

39.3 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

39.4 Afwijken van de gebruiksregels

Artikel 40 Wonen - Twee-aaneen

40.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - Twee-aaneen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wonen in een woning daaronder begrepen de uitoefening van aan-huis-gebonden-beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;
  2. b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - chemische wasserette', tevens een chemische wasserette;
  3. c. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, laad- en losvoorzieningen, nutsvoorzieningen, toegangswegen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

40.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  1. a. als woningtypen zijn toegestaan: twee-aaneengebouwd, geschakeld, vrijstaand;
  2. b. bij twee-aaneengebouwde en geschakelde woningen:
    1. 1. mogen binnen een afstand van 3 meter langs één van de zijdelingse perceelsgrenzen gebouwen en overkappingen uitsluitend worden gebouwd op een afstand van 3 meter achter de naar de weg gekeerde grens van het bouwvlak;
    2. 2. mag de maximum goothoogte van gebouwen en overkappingen binnen de zone als bedoeld onder 1 niet meer bedragen dan 3,3 meter;
    3. 3. mag de maximum bouwhoogte van gebouwen en overkappingen binnen de zone als bedoeld onder 1 niet meer bedragen dan 7,3 m;
  3. c. uitsluitend grondgebonden woningen zijn toegestaan;
  4. d. en tevens geldt:
hoofdgebouw aan- en uitbouw, bijgebouw, overkapping bouwwerk, geen gebouw zijnde, geen overkapping zijnde
1. op deze gronden mag worden gebouwd:
a. binnen het bouwvlak ja ja ja
b. buiten het bouwvlak nee nee ja
c. buiten het bouwvlak
ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen'
nee ja ja
2. de hoogte bedraagt niet meer dan:
a. goothoogte binnen het bouwvlak zie aanduiding 'maximum goothoogte (m)' of 'maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)' voor een aan- enuitbouw en een bijgebouw: zie aanduiding 'maximum goothoogte (m)'

Voor een overkapping: 3,3 m
niet van toepassing
b. goothoogte ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' niet van toepassing - zie aanduiding 'maximum goot- en bouwhoogte (m)';
- en anders: 3,3 m
niet van toepassing
c. bouwhoogte zie aanduidingen 'maximum bouwhoogte (m)' of 'maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)', indien geen bouwhoogte is aangegeven: 4 m hoger dan de aangegeven goothoogte 7,3 m - muren en terreinafscheidingen achter de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 2 m;
- muren en terreinafscheidingen voor de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 1 m;
- lichtmasten en overige masten: 10 m
- overig bouwwerk, geen gebouwzijnde: 3 m
3. de oppervlakte bedraagt niet meer dan:
a. binnen een bouwvlak niet gemaximeerd niet gemaximeerd niet gemaximeerd
b. ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' per bouwperceel
b1. perceel kleiner dan 1.000 m² 0 m2 40% tot ten hoogste 60 m², tenzij op de verbeelding anders is aangeduid. niet gemaximeerd
b2. perceel groter of gelijk aan 1.000 m² 0 m2 ten hoogste 90 m², tenzij op de verbeelding anders is aangeduid. niet gemaximeerd
b3. perceel groter of gelijk aan 2.500 m² 0 m2 ten hoogste 120 m², tenzij op de verbeelding anders is aangeduid. niet gemaximeerd
4. de dakhelling bedraagt niet meer dan: 85° 85°

40.3 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

40.4 Afwijken van de gebruiksregels

Artikel 41 Wonen - Twee-aaneen Niet Geschakeld

41.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - Twee-aaneen niet geschakeld' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wonen in een woning daaronder begrepen de uitoefening van aan-huis-gebonden-beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;
  2. b. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, laad- en losvoorzieningen, nutsvoorzieningen, toegangswegen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

41.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  1. a. als woningtypen zijn toegestaan: twee-aaneen of vrijstaand;
  2. b. uitsluitend grondgebonden woningen zijn toegestaan;
  3. c. de afstand van hoofdgebouwen, aan- en uitbouwen en aangebouwde overkappingen tot één van de zijdelingse perceelsgrenzen bedraagt ten minste 3 meter;
  4. d. en tevens geldt:
hoofdgebouw aan- en uitbouw, bijgebouw, overkapping bouwwerk, geen gebouw zijnde, geen overkapping zijnde
1. op deze gronden mag worden gebouwd:
a. binnen het bouwvlak ja ja ja
b. buiten het bouwvlak nee nee ja
c. buiten het bouwvlak
ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen'
nee ja ja
2. de hoogte bedraagt niet meer dan:
a. goothoogte binnen het bouwvlak zie aanduiding 'maximum goothoogte (m)' of 'maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)' voor een aan- enuitbouw en een bijgebouw: zie aanduiding 'maximum goothoogte (m)'

Voor een overkapping: 3,3 m
niet van toepassing
b. goothoogte ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' niet van toepassing - zie aanduiding 'maximum goot- en bouwhoogte (m)'
- en anders: 3,3 m
niet van toepassing
c. bouwhoogte zie aanduidingen 'maximum bouwhoogte (m)' of 'maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)', indien geen bouwhoogte is aangegeven: 4 m hoger dan de aangegeven goothoogte 7,3 m - muren en terreinafscheidingen achter de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 2 m;
- muren en terreinafscheidingen voor de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 1 m;
- lichtmasten en overige masten: 10 m
- overig bouwwerk, geen gebouwzijnde: 3 m
3. de oppervlakte bedraagt niet meer dan:
a. binnen een bouwvlak niet gemaximeerd niet gemaximeerd niet gemaximeerd
b. ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' per bouwperceel
b1. perceel kleiner dan 1.000 m² 0 m2 40% tot ten hoogste 60 m², tenzij op de verbeelding anders is aangeduid. niet gemaximeerd
b2. perceel groter of gelijk aan 1.000 m² 0 m2 ten hoogste 90 m², tenzij op de verbeelding anders is aangeduid. niet gemaximeerd
b3. perceel groter of gelijk aan 2.500 m² 0 m2 ten hoogste 120 m², tenzij op de verbeelding anders is aangeduid. niet gemaximeerd
4. de dakhelling bedraagt niet meer dan: 85° 85°

41.3 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

41.4 Afwijken van de gebruiksregels

Artikel 42 Wonen - Voorzieningen

42.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - Voorzieningen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wonen in een woonzorgcomplex;
  2. b. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, laad- en losvoorzieningen, nutsvoorzieningen, toegangswegen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

42.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

hoofdgebouw aan- en uitbouw, bijgebouw, overkapping bouwwerk, geen gebouw zijnde, geen overkapping zijnde
1. op deze gronden mag worden gebouwd:
a. binnen het bouwvlak ja ja ja
b. buiten het bouwvlak
nee nee ja
2. de hoogte bedraagt niet meer dan:
a. goothoogte binnen het bouwvlak zie aanduiding 'maximum goothoogte (m)' voor een aan- enuitbouw en een bijgebouw: zie aanduiding 'maximum goothoogte (m)'

Voor een overkapping: 3,3 m
niet van toepassing
b. bouwhoogte 4 m hoger dan de aangegeven goothoogte 7,3 m - muren en terreinafscheidingen achter de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 2 m;
- muren en terreinafscheidingen voor de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 1 m;
- lichtmasten en overige masten: 10 m
- overig bouwwerk, geen gebouwzijnde: 3 m
3. de oppervlakte bedraagt niet meer dan:
a. binnen een bouwvlak het door middel van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' aangegeven percentage niet gemaximeerd niet gemaximeerd
b. buiten een bouwvlak 0 m2 0 m2 niet gemaximeerd
4. de dakhelling bedraagt niet meer dan: 85° 85°

42.3 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

Artikel 43 Wonen - Vrijstaand

43.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - Vrijstaand' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wonen in een woning daaronder begrepen de uitoefening van aan-huis-gebonden-beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;
  2. b. ter plaatse van de aanduiding 'kinderdagverblijf', tevens een kinderdagverblijf;
  3. c. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, laad- en losvoorzieningen, nutsvoorzieningen, toegangswegen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

43.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  1. a. als woningtypen zijn toegestaan: vrijstaand;
  2. b. uitsluitend grondgebonden woningen zijn toegestaan;
  3. c. de afstand van vrijstaande hoofdgebouwen tot de zijdelingse perceelsgrenzen bedraagt ten minste 3 m;
  4. d. in afwijking van het bepaalde in sub c, geldt ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 2,5 m' een afstand van vrijstaande hoofdgebouwen tot de zijdelingse perceelsgrens van ten minste 2,5 m;
  5. e. de afstand van aan- en uitbouwen en aangebouwde overkappingen tot één van de zijdelingse perceelsgrenzen bedraagt ten minste 3 meter;
  6. f. ter plaatse van de aanduiding 'maximum volume' bedraagt de maximum inhoud van het hoofdgebouw niet meer dan op de verbeelding is aangeduid;
  7. g. en tevens geldt:
hoofdgebouw aan- en uitbouw, bijgebouw, overkapping bouwwerk, geen gebouw zijnde, geen overkapping zijnde
1. op deze gronden mag worden gebouwd:
a. binnen het bouwvlak ja ja ja
b. buiten het bouwvlak nee nee ja
c. buiten het bouwvlak
ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen'
nee ja ja
2. de hoogte bedraagt niet meer dan:
a. goothoogte binnen het bouwvlak zie aanduiding 'maximum goothoogte (m)' of 'maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)' voor een aan- enuitbouw en een bijgebouw: zie aanduiding 'maximum goothoogte (m)'

Voor een overkapping: 3,3 m
niet van toepassing
b. goothoogte ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' niet van toepassing - zie aanduiding 'maximum goot- en bouwhoogte (m)'
- en anders: 3,3 m
niet van toepassing
c. bouwhoogte zie aanduidingen 'maximum bouwhoogte (m)' of 'maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)', indien geen bouwhoogte is aangegeven: 4 m hoger dan de aangegeven goothoogte - zie aanduiding 'maximum bouwhoogte (m)'
- en anders: 7,3 m
- muren en terreinafscheidingen achter de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 2 m;
- muren en terreinafscheidingen voor de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 1 m;
- lichtmasten en overige masten: 10 m
- overig bouwwerk, geen gebouwzijnde: 3 m
3. de oppervlakte bedraagt niet meer dan:
a. binnen een bouwvlak niet gemaximeerd niet gemaximeerd niet gemaximeerd
b. ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' per bouwperceel
b1. perceel kleiner dan 1.000 m² 0 m2 40% tot ten hoogste 60 m² , tenzij op de verbeelding anders is aangeduid. niet gemaximeerd
b2. perceel groter of gelijk aan 1.000 m² 0 m2 ten hoogste 90 m², tenzij op de verbeelding anders is aangeduid. niet gemaximeerd
b3. perceel groter of gelijk aan 2.500 m² 0 m2 ten hoogste 120 m², tenzij op de verbeelding anders is aangeduid. niet gemaximeerd
c. in afwijking van het bepaalde onder a, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - Heikant Julianastraat' 30% van het bouwperceel met een maximum van 290 m2
4. de dakhelling bedraagt niet meer dan: 85° 85°

43.3 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

43.4 Afwijken van de gebruiksregels

Artikel 44 Wonen - Vrijstaand 2

44.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - Vrijstaand 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wonen in een woning daaronder begrepen de uitoefening van aan-huis-gebonden-beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;
  2. b. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals erven, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, tuinen, toegangs- en achterpaden, water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

44.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  1. a. als woningtypen zijn toegestaan: vrijstaand;
  2. b. uitsluitend grondgebonden woningen zijn toegestaan;
  3. c. de afstand van gebouwen bedraagt:
    1. 1. tot de zijdelingse perceelsgrenzen minimaal 7 m;
    2. 2. tot de achterste perceelsgrenzen minimaal 7 m;
    3. 3. tot de voorste perceelsgrenzen minimaal 10 m;
  4. d. en tevens geldt:
hoofdgebouw aan- en uitbouw, bijgebouw, overkapping bouwwerk, geen gebouw zijnde, geen overkapping zijnde
1. op deze gronden mag worden gebouwd:
ja ja ja
2. de hoogte bedraagt niet meer dan:
a. goothoogte binnen het bouwvlak zie aanduiding 'maximum goothoogte (m)' 3,3 m niet van toepassing
b. bouwhoogte zie aanduidingen 'maximum bouwhoogte (m)', indien geen bouwhoogte is aangegeven: 4 m hoger dan de aangegeven goothoogte 7,3 m - muren en terreinafscheidingen achter de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 2 m;
- muren en terreinafscheidingen voor de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 1 m;
- lichtmasten en overige masten: 10 m
- overig bouwwerk, geen gebouwzijnde: 3 m
3. de oppervlakte bedraagt niet meer dan:
350 m² inclusief aan en uitbouwen 175 m² niet gemaximeerd
4. de dakhelling bedraagt niet meer dan: 85° 85°
  1. e. in afwijking van het bepaalde onder d mag de hoogte van erf- en terreinafscheidingen maximaal 1,5 m bedragen onder de voorwaarde dat sprake is van een doorzichtig hekwerk;
  2. f. in afwijking van het bepaalde onder d mag ter plaatse van de in- en uitrit tot het bouwperceel een spijlenhek met penanten worden opgericht met een maximale hoogte van 1,7 m.

44.3 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

44.4 Afwijken van de gebruiksregels

Artikel 45 Wonen - Woonwagens

45.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - Woonwagens' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wonen in een woning daaronder begrepen de uitoefening van aan-huis-gebonden-beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;
  2. b. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, laad- en losvoorzieningen, nutsvoorzieningen, toegangswegen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

45.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  1. a. op deze gronden mogen uitsluitend standplaatsen voor woonwagens worden gerealiseerd;
  2. b. woonwagens mogen uitsluitend vrijstaand worden gebouwd;
  3. c. en tevens geldt:
hoofdgebouw aan- en uitbouw, bijgebouw en overkappingen bouwwerk, geen gebouwzijnde
1. op deze gronden mag worden gebouwd:
a. binnen het bouwvlak ja ja ja
2. de goothoogte bedraagt niet meer dan:
a. binnen het bouwvlak - zie aanduiding 'maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)'
of 'maximum goothoogte (m)'
3,3 m niet van toepassing
3. de bouwhoogte bedraagt niet meer dan:
a. binnen het bouwvlak zie aanduidingenmaximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)' of 'maximum bouwhoogte (m)', indien geen bouwhoogte is aangegeven: 4 m hoger dan de aangegeven goothoogte - zie aanduidingen 'maximum bouwhoogte (m)', indien geen bouwhoogte: 4 m hoger dan de aangegeven goothoogte. - muren en terreinafscheidingen achter de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 2 m;
- muren en terreinafscheidingen voor de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 1 m;
- vrijstaande antennemasten: 10 m;
- overig bouwwerk, geengebouw zijnde: 3 m
4. de oppervlakte bedraagt niet meer dan:
a. binnen een bouwvlak per bouwperceel geldt een bebouwingspercentage van 75% voor hoofdgebouw en aan-, uit-, bijgebouwen en overkappingen per bouwperceel geldt een bebouwingspercentage van 75% voor hoofdgebouw en aan-, uit-, bijgebouwen en overkappingen niet gemaximeerd
4. de dakhelling bedraagt niet meer dan: 85° 85°

45.3 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

Artikel 46 Woongebied

46.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Woongebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wonen in een woning daaronder begrepen de uitoefening van aan-huis-gebonden-beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;
  2. b. ter plaatse van de aanduiding 'gestapeld' uitsluitend gestapelde woningen;
  3. c. wegen, parkeervoorzieningen, waterlopen, waterhuishoudkundige voorzieningen, tuinen en andere voorzieningen ten dienste van de bestemming.

46.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  1. a. als woningtypen zijn toegestaan: vrijstaand, twee-aaneen, drie-aaneen en geschakelde woningen;
  2. b. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'gestapeld' mogen gestapelde woningen worden gerealiseerd;
  3. c. de afstand van vrijstaande woningen tot de zijdelingse perceelsgrens bedraagt ten minste 3 m;
  4. d. en tevens geldt:
hoofdgebouw aan- en uitbouw, bijgebouw, overkapping bouwwerk, geen gebouw zijnde, geen overkapping zijnde
1. op deze gronden mag worden gebouwd:
a. binnen het bouwvlak ja ja ja
b. buiten het bouwvlak nee ja ja
2. de hoogte bedraagt niet meer dan:
a. goothoogte binnen het bouwvlak zie aanduiding 'maximum goothoogte (m)', met dien verstande dat de goothoogte van een hoofdgebouw dat wordt afgedekt door een asymmetrische dakvorm aan één gevelzijde maximaal 10,00 m mag bedragen. 3,3 m niet van toepassing
c. bouwhoogte zie aanduiding 'maximum bouwhoogte (m)', indien geen bouwhoogte is aangegeven: 4 m hoger dan de aangegeven goothoogte. 7,3 m - muren en terreinafscheidingen achter de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 2 m;
- muren en terreinafscheidingen voor de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 1 m;
- lichtmasten en overige masten: 10 m
- overig bouwwerk, geen gebouwzijnde: 3 m
3. het bebouwingspercentage mag per bouwperceel niet meer bedragen dan
50% 50% niet gemaximeerd
4. de dakhelling bedraagt niet meer dan
45°
ter plaatse van de aanduiding 'gestapeld' is de dakhelling maximaal
85° niet gemaximeerd
  1. e. er mag maximaal één bouwblok van drie-aaneen gebouwde woningen worden gebouwd;
  2. f. de afstand van de voorgevel van een hoofdgebouw tot de voorste perceelgrens dient minimaal 3 m te bedragen;
  3. g. voor vrijstaande woningen dient de afstand van gebouwen en overkappingen tot de zijdelingse bouwperceelsgrenzen minimaal 3 m te bedragen, met dien verstande dat indien binnen een afstand van 3,00 m tot één van de zijdelingse bouwperceelsgrenzen een aan- of uitbouw, bijgebouw of overkapping op een afstand van minimaal 3,00 m achter het verlengde van de voorgevel van het hoofgebouw mag worden gebouwd;
  4. h. voor twee- aaneen gebouwde woningen en geschakelde woningen dient de afstand van gebouwen en overkappingen tot de zijdelingse bouwperceelsgrens aan één zijde minimaal 3,00 m te bedragen, met dien verstande dat indien aan één zijnde een aan- of uitbouw, bijgebouw of overkapping op een afstand van minimaal 3,00 m achter het verlengde van de voorgevel van het hoofdgebouw mag worden;
  5. i. voor drie- aaneen gebouwde woningen dient de afstand van gebouwen en overkappingen tot de zijdelingse bouwperceelsgrenzen aan weerszijden minimaal 3,00 m te bedragen, met dien verstande dat indien binnen een afstand van 3,00 m tot de zijdelingse bouwperceelsgrenzen aan weerszijden van het bouwblok een aan- of uitbouw, bijgebouw of overkapping op een afstand van minimaal 3,00 m achter het verlengde van de voorgevel van het hoofdgebouw mag worden gebouwd;
  6. j. de onderlinge afstand van vrijstaande gebouwen op hetzelfde bouwperceel dient minimaal 1,00 m te bedragen.

46.3 Specifieke gebruiksregels

46.4 Afwijken van de gebruiksregels

Artikel 47 Woongebied - 2

47.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Wonen aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wonen in een woning daaronder begrepen de uitoefening van aan-huis-gebonden-beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;
  2. b. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals erven, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, tuinen, toegangs- en achterpaden, water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

47.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  1. a. als woningtypen zijn toegestaan:
    1. 1. uitsluitend grondgebonden woningen;
    2. 2. ter plaatse van de aanduiding 'vrijstaand': uitsluitend vrijstaand;
    3. 3. ter plaatse van de aanduiding 'aaneengebouwd uitgesloten': uitsluitend grondgebonden woningen met uitzondering van aaneengebouwde woningen;
  2. b. de voorgevel(lijn) van hoofdgebouwen dient in of op een afstand van maximaal drie meter van de grens van het bouwvlak die min of meer evenwijdig aan de voorste perceelsgrens loopt, te worden gebouwd;
  3. c. de diepte van een hoofdgebouw mag niet meer bedragen dan 12 meter;
  4. d. de afstand van hoofdgebouwen bedraagt:
    1. 1. ter plaatse van de aanduiding 'vrijstaand': tot de zijdelingse perceelsgrenzen minimaal 3 meter;
    2. 2. ter plaatse van de aanduiding 'aaneengebouwd uitgesloten': tot één van de zijdelingse perceelsgrenzen minimaal 3 meter;
  5. e. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen mogen uitsluitend worden gebouwd op een afstand van minimaal 1 meter achter de voorgevellijn van het hoofdgebouw op hetzelfde bouwperceel;
  6. f. en tevens geldt:
hoofdgebouw aan- en uitbouw, bijgebouw, overkapping bouwwerk, geen gebouw zijnde, geen overkapping zijnde
1. op deze gronden mag worden gebouwd:
a. binnen het bouwvlak ja ja ja
b. buiten het bouwvlak nee nee ja
2. de hoogte bedraagt niet meer dan:
a. goothoogte zie aanduiding
'maximum
goothoogte (m)'
3,3 m niet van toepassing
b. bouwhoogte zie aanduiding
'maximum
bouwhoogte (m)'
7,3 m - muren en terreinafscheidingen achter de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 2 m;
- muren en terreinafscheidingen voor de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 1 m;
- lichtmasten en overige masten: 10 m
- overig bouwwerk, geen gebouw zijnde: 3 m
3. de oppervlakte bedraagt niet meer dan: niet gemaximeerd perceel kleiner dan 1.000 m²: 40% tot ten hoogste 60 m²

perceel groter of gelijk aan 1.000 m²: ten hoogste 90 m².

perceel groter of gelijk aan 2.500 m²: ten hoogste 120 m².
niet gemaximeerd

47.3 Specifieke gebruiksregels

Artikel 48 Leiding - Gas

48.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zijn – behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) – mede bestemd voor een aardgastransportleiding.

48.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  1. a. op deze gronden mogen voor de in lid 48.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 3 m;
  2. b. voor de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag – met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels – uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering.

48.3 Afwijken van de bouwregels

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de bouwregels voor het bouwen overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemming(en) (lid 48.2 onder b) indien de veiligheid van de betrokken leiding niet wordt geschaad en vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de betrokken leidingexploitant. Een omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen kwetsbare objecten worden toegelaten.

48.4 Specifieke gebruiksregels

Het opslaan van goederen, met uitzondering van het opslaan van goederen voor inspectie en onderhoud van de gasleiding, is niet toegestaan, tenzij hiervoor toestemming is gegeven door de leidingbeheerder.

48.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 49 Leiding - Riool

49.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden zijn – behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) – mede bestemd voor een rioolwaterleiding.

49.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  1. a. op deze gronden mogen voor de in lid 49.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 3 m;
  2. b. voor de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag – met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels – uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering.

49.3 Afwijken van de bouwregels

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van lid 49.2 onder b, indien de bij de betrokken bestemming behorende bouwregels in acht worden genomen en het belang van de leiding(en) door de bouwactiviteiten niet wordt geschaad.

49.4 Specifieke gebruiksregels

Het opslaan van goederen, met uitzondering van het opslaan van goederen voor inspectie en onderhoud van de rioolwaterleiding, is niet toegestaan, tenzij hiervoor toestemming is gegeven door de leidingbeheerder.

49.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 50 Leiding - Water

50.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Water' aangewezen gronden zijn – behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) – mede bestemd voor een waterleiding.

50.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  1. a. op deze gronden mogen voor de in lid 50.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 3 m;
  2. b. voor de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag – met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels – uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering.

50.3 Afwijken van de bouwregels

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van lid 50.2 onder b, indien de bij de betrokken bestemming behorende bouwregels in acht worden genomen en het belang van de leiding(en) door de bouwactiviteiten niet wordt geschaad.

50.4 Specifieke gebruiksregels

Het opslaan van goederen, met uitzondering van het opslaan van goederen voor inspectie en onderhoud van de waterleiding, is niet toegestaan, tenzij hiervoor toestemming is gegeven door de leidingbeheerder.

50.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 51 Waarde - Aardkunde 1

51.1 Bestemmingsomschrijving

51.2 Bouwregels

51.3 Afwijken van de bouwregels

51.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

51.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met toepassing van artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening het bestemmingsplan te wijzigen door de bestemming 'Waarde - Aardkunde 1', als bedoeld in artikel 51.1 geheel of gedeeltelijk te doen vervallen, indien op basis van onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie geen behoudenswaardige aardkundige waarden (meer) aanwezig zijn.

Artikel 52 Waarde - Archeologie 1

52.1 Bestemmingsomschrijving

52.2 Bouwregels

52.3 Afwijken van de bouwregels

52.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

52.5 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk

52.6 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met toepassing van artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening het bestemmingsplan te wijzigen door de bestemming 'Waarde - Archeologie 1', als bedoeld in artikel 52.1 geheel of gedeeltelijk te doen vervallen, indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie geen behoudenswaardige archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.

Artikel 53 Waarde - Archeologie 2

53.1 Bestemmingsomschrijving

53.2 Bouwregels

53.3 Afwijken van de bouwregels

53.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

53.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met toepassing van artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening het bestemmingsplan te wijzigen door de bestemming 'Waarde - Archeologie 2', als bedoeld in artikel 53.1 geheel of gedeeltelijk te doen vervallen, indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie geen behoudenswaardige archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.

Artikel 54 Waarde - Archeologie 3

54.1 Bestemmingsomschrijving

54.2 Bouwregels

54.3 Afwijken van de bouwregels

54.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

54.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met toepassing van artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening het bestemmingsplan te wijzigen door de bestemming 'Waarde - Archeologie 3', als bedoeld in artikel 54.1 geheel of gedeeltelijk te doen vervallen, indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie geen behoudenswaardige archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.

Artikel 55 Waarde - Beschermd Stadsgezicht

55.1 Bestemmingsomschrijving

55.2 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

55.3 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk

Artikel 56 Waarde - Cultuurhistorie Beschermde Dijken

56.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Cultuurhistorie beschermde dijken' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. het behoud en / of herstel van de daaraan eigen landschappelijke, cultuurhistorische en / of natuurwaarden;
  2. b. alsmede voor Verkeer, agrarisch gebruik en groenvoorzieningen, met dien verstande dat wegen uit ten hoogste twee rijstroken mogen bestaan.

56.2 Bouwregels

Op deze gronden mogen voor de bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd.

56.3 Afwijken van de bouwregels

56.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

56.5 Wijzigingsbevoegdheid

Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd aan de gronden ook de bestemming 'Waterstaat - Waterkering' toe te kennen, met inachtneming van de volgende bepalingen:

  1. a. de wijzigingsbevoegdheid mag uitsluitend worden toegepast voor zover het dijken betreft die de waterstaatkundige functie krijgen, overeenkomstig het nieuwe stelsel van binnendijken;
  2. b. een en ander dient te zijn vastgelegd in het kader van besluitvorming door het Waterschap.

Artikel 57 Waterstaat - Waterkering

57.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn – behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) – mede bestemd voor de waterkering.

57.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  1. a. op de gronden mogen voor de in lid 57.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 3 m;
  2. b. voor de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag – met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels – uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet met meer dan 20% wordt uitgebreid en gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering.

57.3 Afwijken van de bouwregels

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van lid 57.2 onder b, indien de bij de betrokken bestemming behorende bouwregels in acht worden genomen en het waterkeringsbelang door de bouwactiviteiten niet onevenredig wordt geschaad, en hierover advies wordt ingewonnen bij de waterbeheerder.

Hoofdstuk 3 Algemene Regels

Artikel 58 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 59 Algemene Bouwregels

59.1 Overschrijding bouwgrenzen

De bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, mogen in afwijking van aanduidingen, aanduidingsgrenzen en regels worden overschreden door:

  1. a. tot gebouwen behorende stoepen, stoeptreden, trappen(huizen), galerijen, hellingbanen, balkons, entreeportalen, veranda's en afdaken, mits de overschrijding ten hoogste 2,5 m bedraagt;
  2. b. tot gebouwen behorende erkers en serres, mits de overschrijding ten hoogste 2 m bedraagt;
  3. c. andere ondergeschikte onderdelen van gebouwen, mits de overschrijding ten hoogste 1,5 m bedraagt.

59.2 Toegelaten bouwwerken met afwijkende maten

  1. a. Voor een bouwwerk, dat bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden en dat in het plan ingevolge de bestemming is toegelaten, maar waarvan de bestaande afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen afwijken van de bouwregels van de betreffende bestemming, geldt dat:
    1. 1. bestaande maten, die meer bedragen dan in hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen als ten hoogste toelaatbaar worden aangehouden;
    2. 2. bestaande maten, die minder bedragen dan in hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen als ten minste toelaatbaar worden aangehouden.
  2. b. In geval van herbouw is lid a onder 1 en 2 uitsluitend van toepassing, indien de herbouw op dezelfde plaats of binnen hetzelfde bouwperceel plaatsvindt.
  3. c. Op een bouwwerk als hiervoor bedoeld, is het Overgangsrecht bouwwerken als opgenomen in dit plan niet van toepassing.

59.3 Aantal woningen

Ten aanzien van het aantal woningen binnen het bestemmingsplan gelden de volgende regels:

  1. a. het aantal woningen mag ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden', niet meer bedragen dan het aangegeven aantal woningen;
  2. b. het aantal woningen mag ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - Heikant Julianastraat' in de verschillende bouwvlakken gezamelijk niet meer bedragen dan 14;
  3. c. indien geen aantal woningen is opgenomen is ten hoogste 1 woning per bouwperceel toegestaan. Waarbij ten aanzien van de begrenzing van het bouwperceel uitgegaan wordt van het bouwperceel ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan. Splitsing van een bouwperceel ten behoeve van een nieuwe tweede woning is niet toegestaan;
  4. d. in afwijking van het bepaalde onder c geldt voor gestapelde woningen dat het aantal woningen niet meer mag bedragen dan ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan.

59.4 Erfbebouwing

In aanvulling van het bepaalde in hoofdstuk 2 ten aanzien van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen geldt dat aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen binnen de bestemmingen Wonen, Wonen - Aaneen of geschakeld, Wonen - Twee-aaneen, Wonen - Twee-aaneen niet geschakeld en Wonen - Vrijstaandvoor zover gelegen binnen de aanduiding 'bijgebouwen', ook toegerekend mogen worden aan een hoofdgebouw dat zich in een andere woonbestemming bevindt, onder de voorwaarde dat er sprake is van één bouwperceel.

59.5 Ondergronds bouwen

Voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken gelden de volgende regels:

  1. a. het oppervlak aan ondergrondse bouwwerken mag niet meer bedragen dan het toegestane oppervlak aan bouwwerken boven peil vermeerderd met 15 m²;
  2. b. de diepte van ondergrondse bouwwerken bedraagt niet meer dan 4 m.

59.6 Nadere eisen

Het bevoegd gezag is kan bij het verlenen van een omgevingsvergunning nadere eisen te stellen aan de afmetingen en positie van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten aanzien van:

  1. a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
  2. b. een goede milieusituatie;
  3. c. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
  4. d. de verkeersveiligheid;
  5. e. de sociale veiligheid.

Artikel 60 Algemene Gebruiksregels

60.1 Gebruik van een woning

Tot een gebruik in strijd met de in hoofdstuk 2 genoemde bestemmingen wordt in ieder geval gerekend:

  1. a. het gebruik van een woning door meer dan één huishouden.

60.2 Bestaand gebruik

Gebruik van gronden en bouwwerken bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan in uitvoering is, dan wel in uitvoering genomen kan worden, en dat strijdig is met de regels van dit bestemmingsplan, mag worden voortgezet met inachtneming van eventuele voorwaarden zoals zijn opgenomen in een omgevingsvergunning.

Artikel 61 Algemene Aanduidingsregels

61.1 geluidzone - industrie

61.2 veiligheidszone - lpg

61.3 vrijwaringszone - molenbiotoop

61.4 overige zone - gezoneerd industrieterrein

  1. a. Geluidzoneringsplichtige bedrijven zijn, tenzij in de planregels anders is bepaald, uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - gezoneerd industrieterrein '
  2. b. Ten aanzien van het gebruik geldt dat gebruik van de gronden niet is toegestaan indien dit leidt tot geluidbelasting van meer dan 50 dB(A) als gevolg van geluidzoneringsplichtige inrichtingen en andere bedrijven buiten de 50 dB(A)-zonegrens zoals bestemd ter plaatse van de 'geluidzone – industrie'.

61.5 Milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied

61.6 Vrijwaringszone - radar

Artikel 62 Algemene Afwijkingsregels

62.1 Goot- en bouwhoogten van hoofdgebouwen

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in hoofdstuk 2 voor het vergroten van de goot- en bouwhoogte van hoofdgebouwen tot een goothoogte van maximaal 6,3 m en een bouwhoogte van maximaal 10 m, mits:

  1. a. de afwijking past binnen de ruimtelijke en stedenbouwkundige kwaliteiten van de omgeving;
  2. b. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.

62.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in hoofdstuk 2 voor het vergroten van de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde:

  1. a. tot een hoogte die maximaal gelijk is aan de in een bouwvlak toelaatbare bouwhoogte;
  2. b. tot een maximum van 6 meter op gronden waar geen gebouwen zijn toegestaan.

De omgevingsvergunning wordt niet verleend, indien daardoor onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.

62.3 Maten en bouwgrenzen

Het bevoegd gezag kan - tenzij op grond van hoofdstuk 2 reeds afwijking mogelijk is - bij een omgevingsvergunning afwijken van de regels voor:

  1. a. afwijkingen van maten (waaronder percentages) met ten hoogste 10%, met dien verstande dat afwijken van maximale goot- en bouwhoogten voor aan-, uit- en bijgebouwen en overkappingen niet is toegestaan;
  2. b. overschrijding van bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bouwwerken, ruimtelijke en stedenbouwkundige kwaliteiten, dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein; de overschrijdingen mogen ten hoogste 3 m bedragen en het bouwvlak per bouwperceel mag met ten hoogste 10% worden vergroot.

De omgevingsvergunning wordt niet verleend, indien daardoor onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.

62.4 Arbeidsmigranten

62.5 Paardenbakken

In afwijking van het bepaalde in Hoofdstuk 2 is de realisatie van een paardenbak toegestaan, met in achtneming van de onderstaande voorwaarden:

  1. a. Een paardenbak is uitsluitend bij een woning op het bouwperceel of bij een woning aansluitend aan een agrarisch bouwvlak op hetzelfde perceel toegestaan;
  2. b. Per woning is maximaal één niet overkapte paardenbak toegestaan;
  3. c. De oppervlakte van een paardenbak bedraagt maximaal 800 m²;
  4. d. De bouwhoogte van de omheining bedraagt maximaal 2 meter;
  5. e. Lichtmasten niet zijn toegestaan;
  6. f. De afstand van de paardenbak tot een bouwvlak of aanduiding die een woning van een derde mogelijk maakt bedraagt minimaal 60 meter;
  7. g. In afwijking van het bepaalde onder f. kan de omgevingsvergunning ook verleend worden als het bouwperceel van woningen van derden volledig is bestemd als bouwvlak en/of aanduiding die een woning mogelijk maakt en de feitelijke afstand van deze woningen tot de paardenbak minimaal 60 meter bedraagt.

62.6 Goot- en bouwhoogten aan- en uitbouwen

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in hoofdstuk 2 voor het vergroten van de goot- en bouwhoogte voor aan- en uitbouwen tot een goot- en bouwhoogte die maximaal gelijk is aan de in een bouwvlak toelaatbare goot-en bouwhoogte, mits:

  1. a. de aan- en uitbouw binnen het bouwvlak wordt gebouwd; indien het bouwvlak dieper is dan 12 meter, geldt dat de afwijking alleen toegepast kan worden binnen een afstand van 12 meter gemeten vanaf de voorgevelrooilijn;
  2. b. de aan- en uitbouw één geheel vormt met het hoofdgebouw;
  3. c. de afwijking past binnen de ruimtelijke en stedenbouwkundige kwaliteiten van de omgeving;
  4. d. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.

Artikel 63 Algemene Wijzigingsregels

63.1 Overschrijding bestemmingsgrenzen

Burgemeester en wethouders kunnen de in het plan opgenomen bestemmingen wijzigen voor overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor:

  1. a. een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken;
  2. b. zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein;
  3. c. ruimtelijke en stedenbouwkundige kwaliteiten;
  4. d. verduurzaming van gebouwen.

De overschrijdingen mogen echter ten hoogste 3 m bedragen en het bestemmingsvlak mag met ten hoogste 10% worden vergroot.

63.2 Algemene voorwaarden voor wijzigingsbevoegdheden

Burgemeester en wethouders is bevoegd de bestemmingen van de gronden die op de kaart zijn voorzien van de aanduiding 'wetgevingszone - wijzigingsgebied' te wijzigen, met inachtneming van de volgende algemene bepalingen:

  1. a. bij toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid voor woningbouw mag het aantal woningen uitsluitend toenemen indien het woningbouw betreft die past in het gemeentelijk volkshuisvestingsbeleid;
  2. b. vooraf moet zijn aangetoond dat de bodemkwaliteit geschikt is voor de beoogde functie;
  3. c. een besluit tot planwijzing wordt pas genomen nadat archeologisch onderzoek heeft plaatsgevonden en wanneer eenmaal aangetroffen archeologische waarden blijkens rapportage van de archeologisch deskundige in voldoende mate zijn zekergesteld;
  4. d. vooraf dient een watertoets te zijn uitgevoerd; hieronder wordt in ieder geval verstaan afwegen en beoordelen van waterhuishoudkundige aspecten van het ruimtelijk plan en besluiten, geconcretiseerd in termen van vasthouden, bergen en afvoeren van water, hierbij dient vooraf schriftelijk advies worden ingewonnen bij de waterbeheerder;
  5. e. voor zover de gronden eveneens zijn bestemd tot Grondwaterbeschermingsgebied: toepassing van de wijzigingsbevoegdheid uit het oogpunt van bescherming van de kwaliteit van het grondwater, aanvaardbaar is;
  6. f. vooraf dient inzicht te zijn verkregen in het voorkomen van inheemse planten en diersoorten die worden beschermd ingevolge de Wet natuurbescherming;
  7. g. en de specifieke bepalingen in de hierna per wijzigingsgebied aangegeven leden.

63.3 Wijzigingsbevoegdheden Clinge

63.4 Wijzigingsbevoegdheden Graauw

63.5 Wijzigingsbevoegdheden Heikant

63.6 Wijzigingsbevoegdheden Kapellebrug

63.7 Wijzigingsbevoegdheden Nieuw-Namen

63.8 Wijzigingsbevoegdheid Terhole

63.9 Wijzigingsbevoegdheid Vogelwaarde

63.10 Wijzigingsbevoegdheid vrijstellingenkaart

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om de in Bijlage 5 opgenomen vrijstellingenkaart te wijzigen indien nieuwe archeologische inzichten daartoe aanleiding geven.

Artikel 64 Overige Regels

64.1 Werking wettelijke regeling

De wettelijke regelingen waarnaar in de regels wordt verwezen, gelden zoals deze luiden op het moment van vaststelling van het plan.

64.2 Parkeerregeling

Het bevoegd gezag toetst bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor het bouwen en het verlenen van een omgevingsvergunning voor het afwijken van de gebruiksregels of wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid en ruimte voor laden en lossen. Hiervoor gelden de volgende regels:

  1. a. in het geval van de oprichting of uitbreiding van een gebouw dient voor het parkeren van auto's te worden voorzien in voldoende parkeergelegenheid;
  2. b. in het geval van functiewijziging van een gebouw en/of van gronden dient voor het parkeren van auto's te worden voorzien in voldoende parkeergelegenheid;
  3. c. indien het gebruik van een gebouw en/of gronden daar aanleiding toe geeft, dient te worden voorzien in voldoende ruimte voor laden en lossen;
  4. d. voor het bepalen van de benodigde parkeergelegenheid en/of de ruimte voor laden en lossen dient te worden voldaan aan het parkeerbeleid van de gemeente Hulst, zoals geldend ten tijde van de aanvraag voor een omgevingsvergunning;
  5. e. de parkeervoorzieningen als bedoeld onder a en b en de ruimte voor laad- en losvoorzieningen als bedoeld onder c dienen in stand te worden gehouden.

Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels

Artikel 65 Overgangsrecht

65.1 Overgangsrecht bouwwerken

Voor bouwwerken luidt het overgangsrecht als volgt:

  1. a. een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
    1. 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    2. 2. na het tenietgaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is tenietgegaan;
  2. b. het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van dit lid onder a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in dit lid onder a met maximaal 10%;
  3. c. dit lid onder a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

65.2 Overgangsrecht gebruik

Voor gebruik luidt het overgangsrecht als volgt:

  1. a. het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet;
  2. b. het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in dit lid onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind;
  3. c. indien het gebruik, bedoeld in dit lid onder a, na het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten;
  4. d. dit lid onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 66 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als: 'Regels van het bestemmingsplan Kernen Hulst 1H'.

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding

Op 7 juni 2018 heeft de gemeenteraad het bestemmingsplan Kernen Hulst vastgesteld. In dit bestemmingsplan zijn alle woonkernen van de gemeente Hulst voorzien van een geactualiseerde, consoliderende regeling in een nieuw bestemmingsplan. Na de inwerkingtreding van het bestemmingsplan wordt dit plan gebruikt bij het toetsen nieuwe ontwikkelingen in de kernen van de gemeente. Bij de toepassing van het bestemmingsplan blijkt in de praktijk dat op sommige punten de regels van het bestemmingsplan voor meerderlei uitleg vatbaar zijn en niet op alle punten even eenduidig zijn. Daarnaast worden enkele omissies hersteld en zijn enkele wijzigingen op basis van nieuwe wetgeving verwerkt in het bestemmingsplan. Tenslotte zijn er in de afgelopen tijd enkele omgevingsvergunning voor het afwijken van het bestemmingsplan verleend, die ook zijn verwerkt in dit nieuwe bestemmingsplan.

1.2 Doel

Hiervoor wordt een herziening van het bestemmingsplan opgesteld. In deze herziening worden de nieuwe ontwikkelingen en de aanpassingen in de planregels planologisch voorzien van een consoliderende regeling.

1.3 Plangebied

Het plangebied is gelijk aan het plangebied van het bestemmingsplan Kernen Hulst en omvat de verschillende woonkernen in de gemeente Hulst Het betreffen hierbij de kernen:

  • Clinge
  • Graauw-Paal
  • Heikant
  • Hengstdijk
  • Hulst, met uitzondering van de binnenstad
  • Kapellebrug
  • Kloosterzande
  • Lamswaarde
  • Nieuw-Namen
  • Ossenisse
  • Sint-Jansteen
  • Terhole
  • Vogelwaarde
  • Walsoorden

Het gaat hierbij om de woonkernen; bedrijventerreinen en het buitengebied maken geen deel uit van het bestemmingsplan.

Hoofdstuk 2 Herziening Van Het Bestemmingsplan

2.1 Wat Is Een Herziening

Om de wijzigingen in de regels en de nieuwe ontwikkelingen te voorzien van een consoliderende regeling wordt gekozen voor een herziening van het bestemmingsplan. Een herziening houdt in dat in het bestemmingsplan voor het grootste gedeelte geconsolideerd is overgenomen en alleen enkele regels zijn aangepast en op de verbeelding enkele locaties zijn aangepast.

2.2 Opbouw Van De Herziening

In verband met de leesbaarheid van de herziening in relatie tot het onderliggende bestemmingsplan Kernen Hulst is er voor gekozen om in de herziening de vigerende regeling ook op te nemen. Dit houdt in dat de herziening bestaat uit een volledig gebiedsdekkende verbeelding, waarin de bestaande bestemmingen, dubbelbestemmingen en aanduidingen zijn opgenomen. In de regels zijn alle artikelen ook opgenomen. Daarmee blijft het bestemmingsplan na de herziening goed leesbaar voor gebruikers.

2.3 Inhoud Van De Herziening

Zoals hiervoor al gesteld wordt in de herziening een aantal regels die in het vigerende bestemmingsplan onduidelijk zijn nader toegelicht, daarnaast worden een aantal nieuwe ontwikkelingen, waarvoor al een planologische procedure is doorlopen, voorzien van een planologische regeling. Een exact overzicht van de wijzigingen is opgenomen in Bijlage 1.

Omdat de wijzigingen verband houden met het verduidelijken van bestaande regels en het voorzien van een consoliderende regeling van nieuwe ontwikkelingen die al een planologische procedure hebben doorlopen, is het niet noodzakelijk om een uitgebreide toetsing aan beleid en sectorale wet- en regelgeving uit te voeren. In het kader van het vigerende bestemmingsplan Kernen Hulst is de huidige situatie al in beeld gebracht en getoetst. Daarnaast is ook een samenvatting van het vigerende beleid opgenomen in het bestemmingsplan. Voor de inhoud wordt verwezen naar de inhoud van dat bestemmingsplan, de toelichting van dat bestemmingsplan is gepubliceerd op ruimtelijkeplannen.nl: https://www.ruimtelijkeplannen.nl/documents/NL.IMRO.0677.bpkernen-001V/t_NL.IMRO.0677.bpkernen-001V.html

2.4 Nadere Toelichting Op De Herziening

In het bestemmingsplan Kernen Hulst zijn een aantal regels opgenomen waarbij de huidige regeling voldoende juridische waarborging biedt, maar waar behoefte is aan een verhelderende uitleg over de planregels in de toelichting. In deze paragraaf wordt ingegaan op deze aspecten.

Bestaande solitaire bijgebouwen

In de praktijk komt het voor dat er (van oudsher) solitaire (bij)gebouwen zoals schuren en garages zijn gebouwd. Deze gebouwen zijn gebouwd op een perceel waar, ten tijde van de bouw of momenteel, geen hoofdgebouw staat. Deze gebouwen zijn wel legaal gebouwd en mogen ook worden gehandhaafd. In het bestemmingsplan is hiervoor een regeling opgenomen ten aanzien van het bestaande (legale) bouwen en gebruik. Deze algemene regels zijn opgenomen in artikel 59 en 60. Het is niet wenselijk en tevens niet toegestaan om deze solitaire bijgebouwen te gebruiken als woning. Ook worden deze solitaire bijgebouwen niet aangemerkt als een bestaande woning waarvoor door middel van weg te bestemmen een bouwtitel voor een nieuwe woning kan worden gerealiseerd.

Hoofdstuk 3 Handhaving

Toezicht en handhaving staan hoog op de politieke en maatschappelijke agenda. Naleving van regelgeving is in onze maatschappij bepaald geen vanzelfsprekendheid. Gezien de grote risico’s waarmee we leven, die in het verleden tot grote rampen en crisissen hebben geleid, is naleving wel van cruciaal belang. Er wordt immers vanuit gegaan dat het naleven van de gestelde regels leidt tot een kleinere kans op overtredingen/risico’s. Voorwaarde daarbij is wel dat de gestelde regels eenduidig, correct, duidelijk zijn gesteld en toepasbaar zijn op de situatie. De druk op de controles van vergunningen, waarmee wordt toegezien op de naleving van de gestelde regels, is groot. Daarom worden er eisen gesteld aan de wijze waarop het toezicht wordt uitgevoerd.

De gemeente Hulst heeft hiervoor, samen met de andere gemeenten in Zeeuws-Vlaanderen een integraal Handhavingsplan voor Zeeuws-Vlaanderen opgesteld. Daarnaast heeft de gemeente Hulst specifiek voor het gebied van de ruimtelijke ordening en bouwen een handhavingsstrategie opgesteld.

Het sleutelwoord in deze strategie is ‘toezicht’. Onder toezicht wordt verstaan het controleren of, en in hoeverre, wettelijke bepalingen worden nageleefd. Eventuele overtredingen van de regels en voorschriften worden tijdens het uitoefenen van toezicht gesignaleerd en daarop worden dan eventuele acties ondernomen. Er zijn twee vormen van toezicht te onderscheiden, namelijk preventief en repressief toezicht. Preventief toezicht is het controleren van wettelijke bepalingen zonder dat daartoe een aanleiding bestaat in de vorm van concrete aanwijzingen voor niet-naleving van de wettelijke bepalingen. Er wordt van repressief toezicht gesproken als het toezichtbezoek gebaseerd is op aanwijzingen voor niet-naleving.

Er dient wel op gelet te worden dat repressief toezicht niet als doel heeft strafbare feiten op te sporen voor een strafrechtelijke procedure. Opsporing is, in tegenstelling tot toezicht, het instellen van een onderzoek naar strafbare feiten, als voorbereiding op strafvorderlijke beslissingen. Opsporing staat dus los van het uitoefenen van toezicht. Het vergt aparte bevoegdheden. Een opsporingsactie kan alleen worden gestart door een daartoe bevoegde opsporingsambtenaar.

Toezicht moet goed, eenduidig uitgevoerd worden en heeft drie uitgangspunten, namelijk onafhankelijkheid, transparantie en professionaliteit. Deze drie uitgangspunten vormen dan ook het raamwerk van deze toezichtstrategie en zullen achtereenvolgens worden toegelicht. Een onafhankelijke toezichthouder is van onschatbaar belang. De toezichthouder dient dan ook objectief een controlebezoek uit te voeren. Deze onafhankelijkheid wordt onder meer beïnvloed door de wijze waarop binnen de gemeentelijke organisatie voor de uitvoering van de handhavende taken ruimte is gemaakt en de mate waarin dezelfde medewerker zowel de vergunning verleent als toezicht op de naleving van de vergunning houdt.

Hoofdstuk 4 Uitvoerbaarheid

4.1 Economische Uitvoerbaarheid

Bij de voorbereiding van een bestemmingsplan dient op grond van artikel 3.1.6 van het Bro in de plantoelichting van een bestemmingsplan minimaal inzicht te worden gegeven in de economische uitvoerbaarheid van het plan. Tevens is met de inwerkingtreding van de Wro de verplichting ontstaan om, indien sprake is van ontwikkelingen waarvoor de gemeente redelijkerwijs kosten moet maken, bijvoorbeeld voor de aanleg van voorzieningen van openbaar nut, en plankosten, deze te verhalen op de initiatiefnemer c.q. ontwikkelaar. De gemeente legt dit kostenverhaal bij voorkeur vast in een privaatrechtelijke overeenkomst met iedere grondeigenaar. Als er met een grondeigenaar geen overeenkomst kan worden gesloten en het kostenverhaal dus niet anderszins is verzekerd, wordt een exploitatieplan opgesteld. Dat exploitatieplan wordt dan tegelijkertijd met het bestemmingsplan vastgesteld. In onderhavig bestemmingsplan worden geen rechtstreekse ontwikkelingen toegestaan die exploitatieplanplichtig zijn.

4.2 Maatschappelijke Uitvoerbaarheid

4.2.1 Vooroverleg ex art. 3.1.1. Bro

Het concept-ontwerpbestemmingsplan is in het kader van het wettelijk vooroverleg toegezonden aan de verschillende overlegpartners. Hierop zijn 2 inhoudelijke overlegreacties binnengekomen, deze zijn samengevat en beantwoord in de nota vooroverleg. Deze is opgenomen in Bijlage 2.

4.2.2 Ontwerpbestemmingsplan

In het kader van de maatschappelijke uitvoerbaarheid is voor het bestemmingsplan de wettelijk voorgeschreven procedure gevolgd. Hiervoor heeft het ontwerpbestemmingsplan gedurende 6 weken ter visie gelegen. Gedurende deze periode tussen 24 december 2020 en 3 februari 2021 zijn 11 zienswijzen ingediend. Deze zienswijzen zijn samengevat en beantwoord in de Nota Zienswijzen, deze is opgenomen in de bijlagen.

Bijlage 1 Staat Van Bedrijfsactiviteiten

Bijlage 1 Staat van Bedrijfsactiviteiten

Bijlage 2 Staat Van Bedrijfsactiviteiten 'Functiemenging'

Bijlage 2 Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging'

Bijlage 3 Staat Van Horeca-activiteiten

Categorie 1 'lichte horeca'

Horecabedrijven die, gelet op hun activiteiten en de aard van de omgeving, overwegend overdag en 's avonds zijn geopend. Dit hoofdzakelijk voor de verstrekking van etenswaren, maaltijden en dranken al dan niet in combinatie met het tegen vergoeding verstrekken van logies. Hierdoor veroorzaken zij slechts beperkte hinder voor omwonenden. Binnen deze categorie worden de volgende subcategorieën onderscheiden:

1a. Aan de detailhandelsfunctie verwante horeca, zoals:

  • broodjeszaak, crêperie, croissanterie;
  • cafetaria, koffiebar, theehuis;
  • lunchroom;
  • ijssalon;
  • snackbar;

1b. Overige lichte horeca, zoals:

  • bistro, eetcafé;
  • hotel;
  • hotel-restaurant;
  • kookstudio;
  • poffertjeszaak/pannenkoekenhuis;
  • pension;
  • restaurant (zonder bezorg- en/of afhaalservice);
  • shoarmazaak/grillroom;
  • wijn- of whiskyproeverij.

1c. Bedrijven met een relatief grote verkeersaantrekkende werking, waaronder:

  • bedrijven genoemd onder 1a en 1b met een vloeroppervlak) van meer dan 400 m²;
  • restaurant met bezorg- en/of afhaalservice.

Categorie 2 'middelzware horeca'

Bedrijven die, gelet op hun activiteiten en de aard van de omgeving, overwegend ook delen van de nacht zijn geopend. Dit hoofdzakelijk voor de verstrekking van dranken al dan niet in combinatie met het verstrekken van etenswaren en maaltijden. Hierdoor kunnen zij aanzienlijke hinder voor omwonenden veroorzaken:

  • bedrijven uit categorie 1 die gelet op de aard van hun omgeving ook delen van de nacht geopend zijn;
  • bar, bierhuis, café, pub;
  • biljartcentrum;
  • café-restaurant.
  • zalenverhuur (zonder regulier gebruik ten behoeve van feesten en muziek-/dansevenementen)

Categorie 3 'zware horeca'

Bedrijven die voor een goed functioneren ook 's nachts geopend zijn. Dit hoofdzakelijk voor de verstrekking van dranken al dan niet in combinatie met etenswaren en maaltijden en die tevens een groot aantal bezoekers aantrekken en daardoor grote hinder voor de omgeving met zich mee kunnen brengen:

  • bar-dancing;
  • dancing;
  • discotheek;
  • nachtclub;
  • partycentrum (regulier gebruik voor feesten en muziek-/dansevenementen).

Bijlage 4 Staat Van Kleinschalige Bedrijfsmatige Activiteiten

Kledingmakerij

(maat)kledingmakerij en kledingverstelbedrijf

woningstoffeerderij

Kantoorfunctie ten behoeve van bedrijvigheid die elders wordt uitgeoefend, zoals:

schoonmaakbedrijf, schoorsteenveegbedrijf, glazenwasserij, maar ook ten behoeve van

bijvoorbeeld een groothandelsbedrijf

Reparatiebedrijfjes, waaronder:

schoen-/lederwarenreparatiebedrijf

uurwerkreparatiebedrijf

goud- en zilverwerkreparatiebedrijf

reparatie van kleine (elektrische) gebruiksgoederen

reparatie van muziekinstrumenten

In ieder geval zijn auto- en motorreparatiebedrijven en las- en montagebedrijven uitgezonderd.

Advies- en ontwerpbureaus:

reclame ontwerp

grafisch ontwerp

(bouwkundig, interieur- of tuin- en landschaps-) architect

stedenbouwkundige - ingenieur

Computerservice- en informatietechnologiebedrijven,

waaronder mede verstaan internet- of telefonische detailhandel

waarbij de levering elders plaatsvindt

(Zakelijke) dienstverlening, waaronder:

notaris

advocaat

accountant

assurantie-/verzekeringsbemiddeling

exploitatie en handel in onroerende zaken

Etenswaren

banketbakkerij, zonder detailhandel ter plaatse

cateringbedrijf, zonder detailhandel ter plaatse

Onderwijs

autorijschool

Ateliers

ateliers van beeldend kunstenaars

Bijlage 5 Vrijstellingenkaart

Bijlage 5 Vrijstellingenkaart

Bijlage 1 Aanpassingen Kernen Hulst

Bijlage 1 Aanpassingen Kernen Hulst

Bijlage 2 Nota Vooroverleg

Bijlage 2 Nota vooroverleg

Bijlage 3 Notitie Zienswijze

Bijlage 3 Notitie Zienswijze