KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Artikel 1 Begrippen
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 2 Overgangsrecht
Artikel 3 Slotregel
Hoofdstuk 1 Toelichting 3e Herziening
Hoofdstuk 2 Welstandscriteria Buitengebied Huisvesting Arbeidsmigranten
Hoofdstuk 3 Uitvoerbaarheid
3.1 Economische Uitvoerbaarheid
3.2 Maatschappelijke Uitvoerbaarheid
Bijlage 1 Notitie Landschappelijke Inpassing Huisvesting Arbeidsmigranten
Bijlage 2 Raadsbesluit Concept

Buitengebied 3e herziening

Bestemmingsplan - Gemeente Kapelle

Vastgesteld op 24-01-2017 - geheel onherroepelijk in werking

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels

Artikel 1 Artikel 1 Begrippen

1.1 Bestemmingsplan

de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0678.buitengebiedHZ003-Vast met de bijbehorende regels.

Voor het overige zijn de regels van het bestemmingsplan Buitengebied 2e herziening onverkort van toepassing.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Lid 3.3.9, lid 4.3.5, lid 5.3.5, lid 7.3.5 worden als volgt gewijzigd:

  1. 1. aan het bepaalde onder b toe te voegen 'of direct aansluitend aan het bouwvlak';
  2. 2. in het bepaalde onder e 'het bouwvlak' te wijzigen in 'de stacaravans en woonunits';
  3. 3. in het bepaalde onder e '10 m' te wijzigen in '1,5 m voor zover gelegen op een afstand van ten minste 20 meter uit de as van een openbare weg of fietspad en 7 meter voor zover gelegen binnen de genoemde afstand; de inrichting van de beplantingsstrook moet voldoen aan de voorwaarden ten aanzien van landschappelijke inpassing zoals opgenomen in de 'Notitie Landschappelijke inpassing huisvesting arbeidsmigranten'; indien direct aangrenzend gelijktijdig aan één of meer zijden een boomgaard aanwezig is, met een vergelijkbaar afschermend effect en een breedte van minimaal 10 meter, dan wordt aan de betreffende zijde de boomgaard aangemerkt als een adequate landschappelijke inpassing; aan de zijde en ter hoogte van een afschermende bedrijfsgebouw is geen landschappelijke inpassing vereist; in het afwijkingsbesluit wordt bepaald dat bij sanering van het bedrijfsgebouw of herinplant of sanering van de boomgaard, alsnog een afschermende haag moet worden aangebracht; de beplantingsstrook wordt op voldoende afstand van sloten aangebracht, rekening houdend met het belang van het waterschap;';
  4. 4. in het bepaalde onder i '10 m' te wijzigen in '1,5 m voor zover gelegen op een afstand van ten minste 20 meter uit de as van een openbare weg of fietspad en 7 meter voor zover gelegen binnen de genoemde afstand; de inrichting van de beplantingsstrook moet voldoen aan de voorwaarden ten aanzien van landschappelijke inpassing zoals opgenomen in de 'Nota Landschappelijke inpassing huisvesting arbeidsmigranten'; indien direct aangrenzend gelijktijdig aan één of meer zijden een boomgaard aanwezig is, met een vergelijkbaar afschermend effect en een breedte van minimaal 10 meter, dan wordt aan de betreffende zijde de boomgaard aangemerkt als een adequate landschappelijke inpassing; aan de zijde en ter hoogte van een afschermende bedrijfsgebouw is geen landschappelijke inpassing vereist; in het afwijkingsbesluit wordt bepaald dat bij sanering van het bedrijfsgebouw of herinplant of sanering van de boomgaard, alsnog een afschermende haag moet worden aangebracht; de beplantingsstrook wordt op voldoende afstand van sloten aangebracht, rekening houdend met het belang van het waterschap;';
  5. 5. in het bepaalde onder i 'alvorens afwijking te verlenen vraagt het bevoegd gezag schriftelijk advies van een landschapsdeskundige' in te trekken;

Voor het overige zijn de regels van het bestemmingsplan Buitengebied 2e herziening onverkort van toepassing.

Hoofdstuk 3 Algemene Regels

De regels uit het bestemmingsplan Buitengebied 2e herziening zijn onverkort van toepassing.

Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels

Artikel 2 Overgangsrecht

2.1 Overgangsrecht bouwwerken

Voor bouwwerken luidt het overgangsrecht als volgt:

  1. a. een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
    1. 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    2. 2. na het tenietgaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is tenietgegaan;
  2. b. het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van dit lid onder a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in dit lid onder a met maximaal 10%;
  3. c. dit lid onder a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

2.2 Overgangsrecht gebruik

Voor gebruik luidt het overgangsrecht als volgt:

  1. a. het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet;
  2. b. het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in dit lid onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind;
  3. c. indien het gebruik, bedoeld in dit lid onder a, na het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten;
  4. d. dit lid onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.'.

Artikel 3 Slotregel

Deze regels worden aangehaald onder de naam 'Regels van het bestemmingsplan Buitengebied 3e herziening'.

Voor het overige zijn de regels van het bestemmingsplan Buitengebied 2e herziening onverkort van toepassing.

Hoofdstuk 1 Toelichting 3e Herziening

Regeling landschappelijke inpassing huisvesting arbeidsmigranten

In het bestemmingsplan Buitengebied, 2e herziening is een regeling opgenomen die het toestaat dat op agrarische bouwvlakken een mogelijkheid wordt gecreëerd voor het huisvesten van arbeidsmigranten. Dat kan zijn in de gebouwen, maar ook door het plaatsen van caravans of units. Indien dat laatste plaatsvindt dan moeten die caravans of units landschappelijk goed worden ingepast. Indien men van die regeling gebruik wilt maken dan moet men daar een omgevingsvergunning voor aanvragen. Dat hebben een 9-tal bedrijven gedaan.

Bij het toetsen van de ingediende aanvragen werd geconstateerd dat de regeling die daarvoor is opgenomen in het bestemmingsplan Buitengebied, 2e herziening, niet goed uitvoerbaar is. Met name de eis van het aanbrengen van een 10 meter brede beplanting rond de caravans/units, blijkt bij nader inzien een onevenredig grote impact te hebben op de bedrijfsvoering bij fruitbedrijven die hiervoor een aanvraag hebben ingediend dan wel enige vorm van huisvesting reeds hebben gerealiseerd.

Om die reden is aan extern deskundig bureau gevraagd om te bezien hoe de landschappelijk inpassing toch zodanig kan worden vormgegeven dat kan worden voldaan aan de wens van een goede landschappelijk inpassing. In bijgevoegde 'Nota Landschappelijke inpassing huisvesting arbeidsmigranten', wordt daartoe een voorstel gedaan. Deze nota is als bijlage toegevoegd (bijlage 1).

Aanpassingen op hoofdlijnen

Bestaande beplanting en bedrijfsbebouwing voorziet al grotendeels in een afscherming.

Uit de 'Nota Landschappelijke inpassing huisvesting arbeidsmigranten' blijkt dat door de aanwezige bestaande beplanting (boomgaarden) en bedrijfsgebouwen, de caravans/units in het algemeen al minder goed zichtbaar zijn vanuit de omgeving en de openbare weg.

Door eisen te stellen aan de caravans/units en locatie kan al een betere situatie worden bereikt.

Kleur

Door te eisen dat de caravans/units in een donkere kleurstelling worden gebouwd/geschilderd, kan al grotendeels worden voorkomen dat die opvallen.

Binnen bouwblok

De eis is dat de caravans/units worden geplaatst binnen het bouwblok. Daardoor wordt al een redelijke afscherming, bereikt, gelet op de aanwezige bedrijfsgebouwen. In die gevallen dat het bouwblok te weinig ruimte biedt wordt voorgesteld daarvan gemotiveerd af te wijken. Dat geldt ook voor de 20 meter vanuit de openbare weg (eis Waterschap).

Door te kiezen voor een 2 meter brede elzenhaag kan ook een aanvaardbare landschappelijke inpassing worden bereikt.

Voorgesteld wordt om te kiezen voor een streekeigen geschoren elzenhaag van 2 meter breed, bestaande uit een dubbele verschoven plantrij, met een maat van 120-150. Met zo'n elzenhaag kan namelijk een veel dichter beeld worden bereikt dan met een los uitgroeiende beplanting van 10 meter breed. Deze vorm van landschappelijke inpassing is ook toegepast bij de afwijkingsbevoegdheid voor het plaatsen van hagelnetten.

Welstand

De Nota Ruimtelijke Kwaliteit bevat het gemeentelijk welstandsbeleid (januari 2016). Het buitengebied is als 'bijzonder gebied' aangemerkt (hoofdstuk 4). Hiervoor gelden gebiedsgerichte criteria voor kleine en middelgrote bouwplannen, zodat gebouwen niet te veel uit de toon vallen en dus in de omgeving passen. In de criteria is onder meer de kleur van gebouwen van belang (paragraaf 4.6, algemeen, kleur en materiaal). Bijzondere functies kennen een zorgvuldige landschappelijke inpassing.

De landschappelijke inpassing is gewaarborgd door de voorwaarden die in de afwijkingsbevoegdheid zijn opgenomen. De invulling van die landschappelijke inpassing is uitgewerkt in de betreffende Nota Landschappelijke inpassing huisvesting arbeidsmigranten. In de nota worden randvoorwaarden gesteld aan de ligging, massa en vorm en aan de kleur, materiaal en detaillering. Deze worden als welstandscriteria vastgesteld (hoofdstuk 2).

Onderzoeken

De herziening betreft alleen een aanpassing van onderdelen van de genoemde afwijkingsbevoegdheid. Er zijn geen onderzoeken voor nodig, anders dan de onderbouwing voor de verandering van de regeling voor de landschappelijke aspecten. Hiervoor is al ingegaan op welstand.

Handhaving

Er kunnen situaties aan de orde zijn, waar huisvesting voor arbeidsmigranten is gerealiseerd, zonder het aanbrengen van een adequate landschappelijke inpassing. In dit situaties zal het college handhavend optreden.

Aanpassingen in de afwijkingsbevoegdheid

In de bestemmingsregeling is in de agrarische bestemmingen een afwijkingsprocedure voor de mogelijkheid voor huisvesting van arbeidsmigranten opgenomen. Dit betreft de In lid 3.3.9, lid 4.3.5, lid 5.3.5, lid 7.3.5. In deze leden worden de volgende aanpassingen aangebracht.

  • Aan sublid b wordt toegevoegd dat huisvestingsmogelijkheid ook direct aansluitend aan het bouwvlak mag worden gesitueerd, in plaats van uitsluitend ter plaatse van een bouwvlak. Een bouwvlak begrenst op de verbeelding van het bestemmingsplan de ruimte waarbinnen gebouwen moeten worden gerealiseerd.
  • In sublid e wordt het voorschrift dat een landschappelijke inpassing van het bouwvlak moet worden aangebracht vervangen door de voorgeschreven landschappelijke inpassing van de stacaravans en woonunits die voor de huisvesting worden gebruikt.
  • De oorspronkelijke minimale breedte van 10 meter wordt vervangen door een minimale maat van 1,5 meter, voor zover het bouwvlak is gelegen op een afstand van ten minste 20 meter uit de as van de openbare weg of een fietspad. Een minimale breedte van 7 meter wordt voorgeschreven voor zover de huisvesting is gelegen binnen de genoemde 20 meter.
  • Belangrijk is voorts dat wordt bepaald dat de inrichting van de beplantingsstrook moet voldoen aan de voorwaarden ten aanzien van landschappelijke inpassing zoals opgenomen in de 'Notitie Landschappelijke inpassing huisvesting arbeidsmigranten'. In de notitie staat bijvoorbeeld weergegeven welke type beplanting en het aantal rijen nodig is voor de landschappelijke inpassing. Indien voor een ligusterhaag wordt gekozen, kan met een breedte van 1,5 meter worden volstaan. Wordt een elzenhaag gekozen, dan is een breedte van ten minste 2 meter nodig. Vandaar dat hiervoor al is gesproken van een minimale maat van 1,5 meter.
  • De bepaling dat advies moet worden ingewonnen bij een landschapsdeskundige is ingewisseld voor de verwijzing naar de nota met het toetsingskader voor de landschappelijke inrichting. Die notitie is zodanig duidelijk dat bij het voldoen aan de daarin opgenomen voorwaarden, een extra advies onnodig zal zijn. Het staat het college in voorkomend geval altijd vrij zich te laten adviseren.
  • Een landschappelijke inpassing is niet noodzakelijk wanneer de huisvesting al wordt afgeschermd door een boomgaard of een bedrijfsgebouw. Vandaar dat in de bepaling wordt opgenomen dat indien direct aangrenzend een boomgaard aanwezig is, dat de boomgaard dan wordt aangemerkt als een adequate landschappelijke inpassing. Het moet dan gaan om een boomgaard die gelijktijdig aanwezig is met een minimale breedte van 10 meter. Aan de zijde en ter hoogte van een afschermende bedrijfsgebouw, dus niet alleen aan de betreffende zijde, is geen landschappelijke inpassing vereist.
    Indien het bedrijfsgebouw wordt gesaneerd of de boomgaard bijvoorbeeld na twee jaar gerooid of opnieuw ingeplant, dan zal vanuit het agrarisch bedrijf alsnog randbeplanting moeten worden aangebracht. In dat opzicht wordt uitgegaan van het adequaat reageren door het agrarisch bedrijf. Met het beperken van de breedtes van landschappelijke inpassing is al vergaand tegemoet gekomen. De voorgeschreven afscherming of een boomgaard die echt afschermend werkt, is dan een minimale vereiste waaraan zonder meer moet worden voldaan.
    In het afwijkingsbesluit zal worden opgenomen dat bij sanering van het bedrijfsgebouw of een boomgaard, alsnog een afschermende haag moet worden aangebracht. Anders vervalt de grondslag van de afwijking en ontstaat strijdig gebruik met het bestemmingsplan.
  • Langs oppervlaktewater van het waterschap geldt aan 2 zijden een obstakelvrije onderhoudsstrook van 5-7 meter, gemeten vanuit de insteek. In de regeling wordt dan ook de bepaling opgenomen dat de beplantingsstrook op voldoende afstand van sloten wordt aangebracht, rekening houdend met het belang van het waterschap. In voorkomend geval kan het waterschap om advies worden gevraagd. Voor zover aan de bepaling wordt voldaan, is advisering niet nodig. Zo'n bepaling is dan ook achterwege gelaten.
  • Het verzorgen van een goede landschappelijke afscherming van logies voor arbeidsmigranten, hangt ook samen met de situering van de "caravans". Vaak gebeurt dit tegen een achtergrond van hele grote loodsen en omgeven door een boomgaard inclusief windsingel. Een donkere kleurstelling van de logiesverblijven kan ervoor zorgen dat de landschappelijke inpassing adequaat gebeurt of zelfs beter dan wanneer wordt gekozen voor caravans van een lichtere kleur. Het aantal en de omvang van caravans is wat dat betreft ook van invloed op de uitstraling van het geheel. Bij een groter aantal caravans en caravans van grotere omvang kan het zijn dat de een keuze nodig voor een donkere kleurstelling van caravans.

Wij verzoeken u hiermee rekening te houden bij het verlenen van een vergunning voor activiteiten met een landschappelijke inpassing. Tevens verzoeken wij u hierover in de regels van het plan een bepaling op te nemen, zodat het waterschap u hierin van advies kan voorzien.

Volgens regelgeving uit het Besluit ruimtelijke ordening, wordt het overgangsrecht opnieuw vastgesteld.

De nieuwe afwijkingsbevoegdheid

De nieuwe afwijkingsbevoegdheid komt er als volgt uit te zien.

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het gestelde in lid 3.2.1 voor het gebruik en/of bouwen van voorzieningen of het tijdelijk plaatsen van stacaravans en woonunits voor de huisvesting van de arbeidsmigranten, met inachtneming van de volgende regels:

  1. a. afwijking wordt verleend voor ten hoogste 5 stacaravans of woonunits;
  2. b. afwijking wordt verleend indien de huisvesting plaatsvindt op het bouwvlak of direct aansluitend aan het bouwvlak;
  3. c. afwijking wordt verleend voor tijdelijke huisvesting voor het eigen agrarisch bedrijf waarbij geldt dat ten hoogste huisvesting geboden mag worden aan één arbeidsmigrant per hectare bij het bedrijf behorende agrarische gronden;
  4. d. de afwijking wordt buiten gebouwen uitsluitend verleend voor de plaatsing van verplaatsbare wooneenheden/woonunits en stacaravans ten behoeve van de huisvesting van aan het betreffende agrarisch bedrijf verbonden seizoensarbeiders, met een gezamenlijk oppervlak van ten hoogste 250 m² en een bouwhoogte van ten hoogste 3,5 m;
  5. e. in afwijking van het gestelde onder d mogen de stacaravans of woonunits buiten het seizoen blijven staan (niet gebruikt), mits voorzien is in de aanleg en instandhouding van een adequate landschappelijke inpassing van het bouwvlak de stacaravans en woonunits, bestaande uit een dichte beplantingsstrook met opgaande streekeigen boom- en struiksoorten; de breedte van de landschappelijke inpassing bedraagt ten minste 10 m 1,5 m voor zover gelegen op een afstand van ten minste 20 meter uit de as van een openbare weg of fietspad en 7 meter voor zover gelegen binnen de genoemde afstand; de inrichting van de beplantingsstrook moet voldoen aan de voorwaarden ten aanzien van landschappelijke inpassing zoals opgenomen in de 'Notitie Landschappelijke inpassing huisvesting arbeidsmigranten'; indien direct aangrenzend gelijktijdig aan één of meer zijden een boomgaard aanwezig is, met een vergelijkbaar afschermend effect en een breedte van minimaal 10 meter, dan wordt aan de betreffende zijde de boomgaard aangemerkt als een adequate landschappelijke inpassing; aan de zijde en ter hoogte van een afschermende bedrijfsgebouw is geen landschappelijke inpassing vereist; in het afwijkingsbesluit wordt bepaald dat bij sanering van het bedrijfsgebouw of herinplant of sanering van de boomgaard, alsnog een afschermende haag moet worden aangebracht; de beplantingsstrook wordt op voldoende afstand van sloten aangebracht, rekening houdend met het belang van het waterschap;';
  6. f. de gezamenlijke oppervlakte – inclusief sanitair, keukenvoorzieningen, verblijfs- en slaapruimten – van alle bouwkundige voorzieningen in gebouwen, woonunits en stacaravans voor huisvesting van arbeidsmigranten bedraagt gezamenlijk ten hoogste 500 m²;
  7. g. de gebouwde voorziening voldoet aan de eisen van de betreffende gemeentelijke verordening of andere van toepassing zijnde regelgeving;
  8. h. de afstand tussen nieuwbouw van bouwkundige voorzieningen voor arbeidsmigranten en de bedrijfswoning bedraagt ten minste 5 m;
  9. i. afwijking wordt verleend indien is aangetoond dat is voorzien in de aanleg en instandhouding van een adequate landschappelijke inpassing van het bouwvlak de stacaravans en woonunits, bestaande uit een dichte beplantingsstrook met opgaande streekeigen boom- en struiksoorten; de breedte van de landschappelijke inpassing bedraagt ten minste 10 m 1,5 m voor zover gelegen op een afstand van ten minste 20 meter uit de as van een openbare weg of fietspad en 7 meter voor zover gelegen binnen de genoemde afstand; de inrichting van de beplantingsstrook moet voldoen aan de voorwaarden ten aanzien van landschappelijke inpassing zoals opgenomen in de 'Notitie Landschappelijke inpassing huisvesting arbeidsmigranten'; indien direct aangrenzend gelijktijdig aan één of meer zijden een boomgaard aanwezig is, met een vergelijkbaar afschermend effect en een breedte van minimaal 10 meter, dan wordt aan de betreffende zijde de boomgaard aangemerkt als een adequate landschappelijke inpassing; aan de zijde en ter hoogte van een afschermende bedrijfsgebouw is geen landschappelijke inpassing vereist; in het afwijkingsbesluit wordt bepaald dat bij sanering van het bedrijfsgebouw of herinplant of sanering van de boomgaard, alsnog een afschermende haag moet worden aangebracht'; alvorens afwijking te verlenen vraagt het bevoegd gezag schriftelijk advies van een landschapsdeskundige; de beplantingsstrook wordt op voldoende afstand van sloten aangebracht, rekening houdend met het belang van het waterschap;
  10. j. afwijking wordt slechts verleend als een privaatrechtelijke overeenkomst is gesloten over de aanleg, het beheer en het onderhoud van de landschappelijke inpassing;
  11. k. als de oppervlakte gebouwen met meer dan 20%, of meer dan 250 m2 wordt vergroot, dient van dat meerdere ten minste eenzelfde oppervlak bestaande bedrijfsgebouwen behorend tot het agrarisch bedrijf of elders te worden gesloopt;
  12. l. huisvesting dient te voldoen aan de norm voor huisvesting van arbeidsmigranten van de Stichting Normering Flexwonen (SNF) zoals deze gelden op het moment van ontvangst van de aanvraag.

Het raadsbesluit is opgenomen als bijlage 2 (in concept).

Hoofdstuk 2 Welstandscriteria Buitengebied Huisvesting Arbeidsmigranten

Gebiedsbeschrijving

In het bestemmingsplan Buitengebied zijn voor agrarische bedrijven bouwvlakken op de verbeelding aangegeven. Hiermee wordt agrarische bebouwing geconcentreerd.

Initiatief

Diverse agrarische bedrijven wensen huisvestingsmogelijkheden te bieden voor arbeidsmigranten.

Welstandsbeleid

Het gebied betreft het buitengebied, dat in het welstandsbeleid als 'bijzonder gebied' is aangemerkt.

Welstandscriteria

Ligging

  • Geen aanvullende eisen ten opzichte van het bestemmingsplan.

Massa en vorm

  • Geen aanvullende eisen ten opzichte van het bestemmingsplan.

Kleur, materiaal en detaillering

  • Donkere kleurstelling, zoals zwart, antraciet, donkergroen

Hoofdstuk 3 Uitvoerbaarheid

3.1 Economische Uitvoerbaarheid

In de Wro is de mogelijkheid opgenomen om bij het realiseren van nieuwe ontwikkelingen een eerlijke verdeling van kosten en opbrengsten voor publieke voorzieningen af te dwingen. Dit vindt plaats door het opstellen van een exploitatieplan, waarin deze verdeelsleutel vastligt. Een exploitatieplan is niet noodzakelijk als de overheid en de ontwikkelende partij, de initiatiefnemer, privaatrechtelijk tot overeenstemming komen.

Deze herziening bevat een aanpassing van een bestaande bestemmingsregeling. In deze herziening worden geen ontwikkelingen mogelijk gemaakt die nog niet mogelijk waren in het vigerende bestemmingsplan. Er is ook geen sprake van ontwikkelingen die als een bouwplan moeten worden aangemerkt als bedoeld in de wet- en regelgeving voor grondexploitatie. Het opstellen van een exploitatieplan is dan ook niet noodzakelijk.

De opgenomen ontwikkelingen die reeds in het bestemmingsplan zijn voorzien, betreffen gronden die in particulier eigendom zijn. Met de eigenaren zal de gemeente Kapelle overeenkomsten sluiten inzake planschade voor zover dit nodig is.

Vastgesteld wordt dat de economische uitvoerbaarheid voldoende is verzekerd.

3.2 Maatschappelijke Uitvoerbaarheid

Inspraak- en overlegprocedure

Het voorontwerp van het bestemmingsplan 'Buitengebied 3e herziening' heeft met ingang van donderdag 14 juli 2016 gedurende zes weken voor een ieder ter inzage gelegd. Eenieder is hiermee in de gelegenheid gesteld een inspraakreactie in te dienen. Er zijn geen inspraakreacties ingediend.

Het voorontwerpbestemmingsplan is in het kader van het overleg ex artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening aan enkele belanghebbende instanties toegezonden. Hierna wordt op de ontvangen overlegreacties ingegaan.

Provincie Zeeland

Overlegreactie

Van belang is dat er sprake dient te zijn van afscherming. Als dit kan worden bereikt met een minder brede inpassing is dat passend binnen het provinciaal beleid. Van belang hierbij is het gekozen assortiment beplanting en het plantverband. In de 3e herziening worden twee combinaties genoemd namelijk een elzenhaag (2 rijig/verspringend) van 2 meter breed of een ligusterhaag van 1,5 meter. Beide kunnen zorgen voor afscherming, de een wat meer dan de ander (groenblijvend/plantverband). In combinatie met de situering van de "caravans" (vaak tegen een achtergrond van hele grote loodsen en omgeven door een boomgaard inclusief windsingel) en een donkere kleurstelling zouden de voorgestelde criteria mogelijk zorg kunnen dragen voor voldoende afscherming. Daarbij moet het maximale aantal en de omvang van de "caravans" ook meegewogen worden.

Reactie gemeente

In de toelichting is een passage opgenomen waarin is aangegeven dat bij een groter aantal caravans en ook van een grotere omvang, dat dan de keuze kan vallen op een donkere kleurstelling van de caravans. De gemeente neemt dit mee bij de afweging of gebruik wordt gemaakt van de afwijkingsbevoegdheid.

Conclusie

In de toelichting is in een extra tekstpassage specifiek ingegaan op de consequenties van een groter aantal caravans en caravans van grotere omvang en de mogelijke keuze voor een donkere kleurstelling.

Waterschap Scheldestromen

Overlegreactie

Het waterschap attendeert erop dat de landschappelijke inpassing vaak plaatsvindt langs sloten die het waterschap in beheer heeft. Langs oppervlaktewater van het waterschap geldt aan 2 zijden een obstakelvrije onderhoudsstrook van 5-7m, gemeten vanuit de insteek. Wij verzoeken u hiermee rekening te houden bij het verlenen van een vergunning voor activiteiten met een landschappelijke inpassing. Tevens verzoeken wij u hierover in de regels van het plan een bepaling op te nemen, zodat het waterschap u hierin van advies kan voorzien. De brief bevat ook het wateradvies.

Reactie gemeente

In de toelichting is een passage toegevoegd (hoofdstuk 1). Daarin is er melding van gemaakt dat aan 2 zijden een obstakelvrije onderhoudsstrook van 5-7 meter geldt, gemeten vanuit de insteek. In de regeling wordt de bepaling opgenomen dat de beplantingsstrook op voldoende afstand van sloten wordt aangebracht, rekening houdend met het belang van het waterschap. In voorkomend geval kan het waterschap om advies worden gevraagd. Voor zover aan de bepaling wordt voldaan, is advisering niet nodig. Zo'n bepaling is dan ook achterwege gelaten.

Conclusie

De toelichting en de regeling zijn aangevuld zodat aan het verzoek van het waterschap is tegemoet gekomen.

Bijlage 1 Notitie Landschappelijke Inpassing Huisvesting Arbeidsmigranten

Bijlage 1 Notitie Landschappelijke inpassing huisvesting arbeidsmigranten

Bijlage 2 Raadsbesluit Concept

Bijlage 2 Raadsbesluit concept