Kapelle-Biezelinge, 2e herziening
Bestemmingsplan - Gemeente Kapelle
Vastgesteld op 14-05-2013 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
1.1 plan:
het bestemmingsplan Kapelle-Biezelinge, 2e herziening van de gemeente Kapelle;
1.2 bestemmingsplan:
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0678.kapbiezHZ002-VAST met de bijbehorende regels;
1.3 archeologische waarde:
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de in dat gebied voorkomende overblijfselen uit oude tijden;
1.4 bebouwing:
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
1.5 bestemmingsgrens:
de grens van een bestemmingsvlak;
1.6 bestemmingsvlak:
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
1.7 bouwen:
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en vergroten van een standplaats;
1.8 bouwwerk:
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct, hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de cultuurgrond;
1.9 bouwwerk, geen gebouw zijnde:
elk bouwwerk, geen gebouw en geen overkapping zijnde;
1.10 deskundige:
een door burgemeester en wethouders aan te wijzen onafhankelijke deskundige of commissie van deskundigen aangaande een specifiek aspect van de ruimtelijke ordening, zoals bijvoorbeeld een archeologisch deskundige, landschapsdeskundige, milieudeskundige en natuurdeskundige;
1.11 detailhandel:
het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
1.12 gebouw:
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
1.13 nutsvoorzieningen:
een voorziening ten behoeve van de telecommunicatie en de gas-, water- en elektriciteitsdistributie alsmede soortgelijke voorzieningen van openbaar nut, waaronder in ieder geval worden begrepen transformatorhuisjes, pompstations, gemalen, telefooncellen en zendmasten.
Artikel 2 Wijze Van Meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.1 de goothoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel, indien zich op enige zijde van een gebouw één of meer dakkapellen bevinden waarvan de gezamenlijke breedte meer bedraagt dan 50% van de gevelbreedte (op de achterzijde van een gebouw meer dan 70%), wordt de goot of boeibord van de dakkapel als goothoogten aangemerkt.
2.2 de inhoud van een bouwwerk:
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en / of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
2.3 de bouwhoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
2.4 de oppervlakte van een bouwwerk:
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en / of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
2.5 de bouwhoogte van een ander bouwwerk:
Tussen het hoogste punt van het bouwwerk en het peil; bij constructies worden de werken in verticale stand meegerekend.
2.6 de afstanden:
Afstanden tussen bouwwerken onderling, alsmede afstanden van bouwwerken tot perceelsgrenzen worden daar gemeten waar deze afstanden het kleinst zijn.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Detailhandel
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Detailhandel' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. detailhandel en dienstverlening;
- b. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen en water.
3.2 Bouwregels
3.3 Specifieke gebruiksregels
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:
- a. verkooppunten voor motorbrandstoffen zijn niet toegestaan;
- b. detailhandel in volumineuze goederen en grootschalige detailhandel zijn niet toegestaan.
Artikel 4 Waarde - Archeologie 1
4.1 Bestemmingsomschrijving
4.2 Bouwregels
4.3 Afwijken van de bouwregels
4.4 Specifieke gebruiksregels
4.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
4.6 Wijzigingsbevoegdheid
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 5 Anti-dubbeltelbepaling
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 6 Algemene Aanduidingsregels
6.1 geluidszone - industrie
Met betrekking tot de aanduiding 'geluidszone-industrie' geldt dat binnen deze zone geen nieuwe geluidsgevoelige objecten zijn toegestaan.
Artikel 7 Algemene Afwijkingsregels
Het bevoegd gezag kan - tenzij op grond van Hoofdstuk 2 reeds kan worden afgeweken - afwijken van de bouwregels voor:
- a. afwijkingen van maten (waaronder percentages) met ten hoogste 10%;
- b. de bevoegdheid tot afwijken wordt niet gebruikt, indien daardoor onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 8 Overgangsrecht
8.1 Overgangsrecht bouwwerken
- a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
- 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
- b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van sublid a. een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het sublid a. met maximaal 10 %.
- c. Sublid a. is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
8.2 Overgangsrecht gebruik
- a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
- b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in sublid a., te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
- c. Indien het gebruik, bedoeld in sublid a., na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
- d. Sublid a. is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 9 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan Kapelle-Biezelinge, 2e herziening van de gemeente Kapelle.
Hoofdstuk 1 Het Plan
1.1 Aanleiding En Doel Bestemmingsplan
1.1.1 Aanleiding
In het oosten van Biezelinge liggen detailhandelsvoorzieningen met bijbehorend parkeerterrein. De huidige 52 parkeerplaatsen zijn te weinig gebleken, waardoor sprake is van een parkeerknelpunt. Om dit op te lossen is het plan opgevat om het parkeerterrein uit te breiden ter plaatse van een woning. Deze woning wordt daarvoor gesloopt.
Omdat de onderhavige gronden zijn bestemd voor wonen met tuin, is de gewenste situatie op basis van het geldende bestemmingsplan niet mogelijk.
1.1.2 Ligging plangebied
Het plangebied betreft het huidige woonperceel (Hoofdstraat 15 te Kapelle). Dit perceel ligt ten zuidwesten van het huidige parkeerterrein van de detailhandelsvoorzieningen. De ligging van het plangebied is op een luchtfoto weergegeven in figuur 1.1.
Figuur 1.1. De ligging van het plangebied (bron: Bing Maps)
1.1.3 Geldend bestemmingsplan
Het plangebied is geregeld in het bestemmingsplan Kapelle-Biezelinge (vastgesteld 2010). Hierin is het bestemd als "Wonen" en als "Tuin". Het gebruik van de grond als parkeerterrein bij een detailhandelsvoorziening is niet toegestaan.
Eveneens zijn op het perceel deels de bestemming "Waarde - Archeologie" en deels de bestemming "Waarde - Archeologie 1" van toepassing. Binnen deze bestemmingen worden eventuele archeologische waarden beschermd. Ook ligt over het plangebied de gebiedsaanduiding "geluidszone - industrielawaai", waarbinnen het toevoegen van geluidsgevoelige objecten wordt tegengegaan.
1.1.4 Doel
De gemeente staat positief tegenover het initiatief. Nu binnen het geldende plan geen mogelijkheden zijn voor het verlenen van een omgevingsvergunning, wordt een herziening van het bestemmingsplan Kapelle-Biezelinge opgesteld. Dit bestemmingsplan vormt het juridisch-planologisch kader waarbinnen de uitbreiding van het parkeerterrein mogelijk is.
1.2 Huidige Situatie En Omgeving
Het plangebied is gelegen aan de Hoofdstraat. Deze weg vormt een belangrijke ontsluitingsroute voor de kern op het Jufferswegje, die feitelijk de hoofdontsluiting voor Biezelinge vormt. In de omgeving van het plangebied overheerst de woonfunctie. Daarnaast zijn enkele maatschappelijke functies en detailhandel aanwezig.
Het plangebied is onderdeel van het perceel waarop enkele winkels, waaronder een supermarkt, zijn gelegen. Het zuidelijk deel van dit perceel is ingericht als parkeerplaats voor 52 auto's. Dit parkeerterrein heeft een inrit op het Jufferswegje en de uitrit op de Hoofdstraat, direct ten oosten van het plangebied.
Binnen het plangebied staat een vrijstaand woonhuis. De tuin rondom dit woonhuis vormt de grens van plangebied. Enkele foto's van het woonhuis zijn weergegeven in figuur 2.
Figuur 1.2. Foto's woonhuis binnen plangebied
1.3 Beoogde Ontwikkeling
Het initiatief betreft het uitbreiden van het parkeerterrein binnen het plangebied. Hierbij wordt de parkeergelegenheid vergroot tot 69 parkeerplaatsen. Het woonhuis wordt hiervoor gesloopt.
Het parkeerterrein zal ter plaats worden afgescheiden van de Hoofdstraat met een traditioneel gemetselde muur met een hoogte van circa 1,5 meter. Daarnaast worden leibomen met bijbehorende constructie voorgesteld. Hiermee blijft er sprake van een ‘gesloten gevelwand’ langs de Hoofdstraat, zoals dat is beschreven in de welstandsnota van de gemeente Kapelle.
Figuur 1.3. Beoogde indeling parkeerterrein
1.4 Planologische Afweging
Het nieuwe deel van het parkeerterrein wordt aansluitend aan het bestaande parkeerterrein aangelegd. De inrichting van het terrein sluit aan bij het bestaande parkeerterrein. hierdoor ontstaat een eenheid die goed is in te passen in de stedenbouwkundige structuur in de omgeving.
1.5 Afweging Beleid En Sectorale Aspecten
De ontwikkeling is beoordeeld op basis van het geldende beleidskader en sectorale aspecten. Een verslag hiervan is opgenomen in Bijlage 1 en Bijlage 2. Hieruit blijkt dat er geen beleidsmatige, milieuhygiënische en andere belemmeringen voor de locatie gelden.
Hoofdstuk 2 Toelichting Op De Bestemmingsregeling
2.1 Inleiding
2.1.1 Algemeen
De Wet ruimtelijke ordening (Wro) bepaalt dat ruimtelijke plannen digitaal en analoog beschikbaar moeten zijn. Dit brengt met zich mee dat bestemmingsplannen digitaal uitwisselbaar en op vergelijkbare wijze gepresenteerd moeten worden. Met het oog hierop stellen de Wro en de onderliggende regelgeving eisen waaraan digitale en analoge plannen moeten voldoen. Zo bevat de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen (SVBP) bindende afspraken voor het bestemmingsplan. De SVBP kent (onder meer) hoofdgroepen van bestemmingen, een lijst met functie- en bouwaanduidingen, gebiedsaanduidingen en een verplichte opbouw van de regels en het renvooi.
2.1.2 Digitaal
Op de gemeentelijke website of www.ruimtelijkeplannen.nl kunnen de digitale bestemmingsplannen worden bekeken. Bij raadpleging van het digitale bestemmingsplan wordt de gebruiker bij het aanklikken van de percelen op een beeldscherm vanzelf naar de relevante delen van het bestemmingsplan "doorverwezen".
2.1.3 Analoog
Ondergrond
Op de verbeelding is in de ondergrond de bestaande situatie (bebouwing en kadastrale eigendomsgrenzen) weergegeven. Daarbij is gebruikgemaakt van een zo actueel mogelijk digitaal bestand.
Bestemmingen
Op de ondergrond zijn vlakken getekend waarin door middel van hoofdletters (bijvoorbeeld DH) is aangegeven welke bestemming ter plaatse zal gaan gelden. De "bestemmingen" corresponderen met afzonderlijke artikelen in (Bestemmingsregels). In het renvooi is daarbij dezelfde volgorde aangehouden als in het betreffende hoofdstuk.
Aanduidingen en renvooi
De beoogde goot- en bouwhoogte is op de verbeelding opgenomen en in de regels vertaald. De betekenis van alle aanduidingen (cijfers en letters) wordt verklaard in het renvooi, een overzicht met verklaring van de aanduidingen op de verbeelding. Dit renvooi is voor zover nodig en wat betreft de aanduidingen opgesplitst in bouwaanduidingen, bouwvak en maatvoeringsaanduidingen.
2.1.4 Leeswijzer
Voor een beoordeling van alle bouw- en gebruiksmogelijkheden ter plaatse van een perceel dient derhalve de op de verbeelding aangebrachte aanduiding te worden bekeken, het renvooi te worden geraadpleegd voor het kiezen van het juiste bestemmingsartikel in de regels, waarna het bijbehorende artikel dient te worden gelezen. Deze volgorde is de meest doelmatige om inzicht te krijgen in de mogelijkheden die het bestemmingsplan biedt voor het gebruik van en bebouwing op een perceel.
2.2 Gehanteerde Bestemmingen
De regels bevatten bepalingen omtrent het gebruik van de gronden, bepalingen omtrent de toegelaten bebouwing en regelingen betreffende het gebruik van aanwezige en/of nog op te richten bouwwerken. De regels zijn onderverdeeld in de volgende hoofdstukken.
2.2.1 Inleidende regels
In de inleidende regels zijn de Begrippen en Wijze van meten opgenomen. De begrippen en de wijze van meten zijn overgenomen uit Kapelle-Biezelinge. Hieruit zijn alleen de voor dit plan relevante onderdelen overgenomen.
2.2.2 Bestemmingsregels
In het hoofdstuk Bestemmingsregels zijn regels opgenomen betreffende de bestemmingen en de aanduidingen. Bij de opzet van deze regels is een alfabetische volgorde gehanteerd alsmede een standaardvolgorde zoals opgenomen in SVBP2008.
In dit bestemmingsplan komen de volgende bestemmingen voor:
- Detailhandel;
- Waarde - Archeologie 1.
Detailhandel
Deze bestemming is voor het gehele plangebied van toepassing. Hiermee wordt aangesloten op de bestemming zoals deze voor de rest van het parkeerterrein geldt.
Binnen de bestemming is parkeren ten behoeve van bij de aldaar gevestigde detailhandelsvoorzieningen toegestaan. Daarnaast wordt onder andere voorzien in bouwwerken (geen gebouwen zijnde) en beplantingen.
Waarde - Archeologie 1
Het plangebied ligt in een dorpskern met een specifieke archeologische verwachting (zie Bijlage 2 onder 'archeologie'). Om deze reden is aan de gronden een bestemming "Waarde - Archeologie 1" toegekend. Hiermee wordt het archeologisch belang veilig gesteld. Ter plaatse van de dubbelbestemming Waarde - Archeologie - 1 geldt bij een bodemverstoring van meer dan 50 m2 en dieper dan 40 cm een onderzoeksplicht conform het archeologie beleid van de gemeente Kapelle (vastgesteld 20 december 2011).
Uitgangspunt van deze regeling is dat voor projecten groter dan de vrijgestelde oppervlaktelaag en verstoringsdiepte een omgevingsvergunning voor de activiteit bouw nodig is of voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden nodig is.
De bestemming 'Waarde - Archeologie - 1' bevat een wijzigingsbevoegdheid waarmee de archeologische bestemming geheel of gedeeltelijk kan worden verwijderd Deze kan worden toegepast wanneer uit archeologisch onderzoek blijkt dat ter plaatse geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.
2.2.3 Algemene regels
Anti-dubbeltelregel
Artikel 5 bevat een algemene regeling waarmee kan worden voorkomen dat er in feite meer wordt gebouwd dan het bestemmingsplan beoogd, bijvoorbeeld ingeval (onderdelen van) bouwvlakken van eigenaar wisselen.
Algemene aanduidingsregels
Het plangebied is gesitueerd binnen de geluidszone van het gezoneerd industrieterrein Smokkelhoek. Er is daarom voorzien in een gebiedsaanduiding 'geluidszone - industrie'. Binnen deze aanduiding is het niet toegestaan nieuwe geluidsgevoelige objecten te realiseren.
Algemene afwijkingsregels
Voor een aantal, ondergeschikte, afwijkingen van bouwen en / of gebruik ten opzichte van de planregels kan het bevoegd gezag met dit artikel afwijken van de bouwregels. Dit is opgenomen in Artikel 7.
2.2.4 Overgangs- en slotregels
Overgangsrecht
In dit Artikel is het overgangsrecht ten aanzien van het bouwen en gebruik in strijd met het plan geregeld.
Slotregel
Dit bestemmingsplan wordt als genoemd in dit Artikel aangehaald.
Hoofdstuk 3 Uitvoerbaarheid
3.1 Financiële Uitvoerbaarheid
3.1.1 Grondexploitatie
In de Wro is in afdeling 6.4 de regelgeving rondom grondexploitatie opgenomen. Centrale doelstelling van de wet is om in de situatie van particuliere grondexploitatie te komen tot een verbetering van het gemeentelijk kostenverhaal en de versterking van de gemeentelijke regie bij locatieontwikkeling.
In artikel 6.12 van de Wro is bepaald dat de gemeenteraad een exploitatieplan vaststelt voor gronden waarop een bouwplan is voorgenomen. In artikel 6.2.1 Bro is vastgelegd wat onder een bouwplan wordt verstaan. Voor dit bestemmingsplan is geen dergelijk bouwplan aan de orde. Het is daarom niet verplicht om een grondexploitatieplan op te stellen. Hier wordt dan ook van af gezien.
3.1.2 Onderzoek uitvoerbaarheid
Conform artikel 3.1.6, lid 1, sub f van het Besluit ruimtelijke ordening heeft een onderzoek plaatsgevonden naar de economische uitvoerbaarheid van het plan. Uit een summier exploitatie overzicht is gebleken dat het plan economisch uitvoerbaar is.
3.2 Maatschappelijke Uitvoerbaarheid
In het kader van het aantonen van de maatschappelijke uitvoerbaarheid wordt de, in de wet vastgelegde, bestemmingsplanprocedure doorlopen.
3.2.1 Overleg
In het kader van het voorontwerpbestemmingsplan is conform artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro), vooroverleg gevoerd met de Provincie Zeeland, het waterschap Scheldestromen en de veiligheidsregio Zeeland. Met de provincie Zeeland is ambtelijk overleg geweest waarbij is afgestemd dat vanwege de geringe ruimtelijke impact geen vooroverleg nodig is. Het vooroverleg heeft niet tot wijzigingen geleid.
3.2.2 Zienswijzen
Het ontwerpbestemmingsplan heeft de uniforme openbare voorbereidingsprocedure doorlopen die is beschreven in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Het ontwerpplan is gedurende 6 weken ter inzage gelegd van 21 februari 2013 tot en met 4 april 2013. Een ieder is daarbij in de gelegenheid gesteld schriftelijk en/of mondeling zienswijzen op het plan naar voren te brengen. Er zijn naar aanleiding van het ontwerp geen zienswijzen ingediend.
Bijlagen Bij De Toelichting
Bijlage 1 Toetsing Aan Beleidskader
overheid | beoordelingsaspect | afweging |
Rijk | Nationale belangen Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) | In het plangebied worden geen nationale belangen zoals genoemd in de SVIR geraakt. |
Provincie Zeeland | Omgevingsplan Zeeland 2012-2018 (2012) | In het Omgevingsplan wordt het verbeteren van de kwaliteit en de bereikbaarheid van voorzieningen, waaronder detailhandel, als actiepunt genoemd. Het verbeteren van de parkeervoorzieningen draagt hieraan bij. Het plan is in overeenstemming met het provinciaal beleid. |
Verordening ruimte provincie Zeeland (2012) | De verordening stelt regels aan ruimtelijke plannen. Deze regels vloeien voort uit het Omgevingsplan. Dit bestemmingsplan is niet in strijd met de regels uit de verordening. | |
Gemeente Kapelle | Detailhandels- structuurvise (2005) | In de visie wordt het streven naar een compact winkelaanbod en het blijvend voorzien in randvoorwaarden als bereikbaarheid en parkeren als blijvend aandachtspunt is genoemd. Dit bestemmingsplan draagt hieraan bij en is daarmee in overeenstemming met de beleidsuitgangspunten. |
ontwerp structuurvisie gemeente Kapelle (november 2012) | In de visie staat dat de locatie van de Aldi wat betreft de ontsluiting ongelukkig is. Verplaatsing naar een locatie in het centrum is alleen aan de orde als het bedrijfspand gesaneerd wordt en er een passende vervolgfunctie komt. Handhaving op de huidige locatie is vooralsnog uitgangspunt. Dit bestemmingsplan draagt bij aan het uitgangspunt van handhaving en is zodoende in overeenstemming met de structuurvisie. |
Bijlage 2 Toetsing Aan Sectorale Aspecten
aspect/kader | beoordelingsaspect | afweging |
Bodemkwaliteit | ||
Besluit Bodemkwaliteit | Bodemkwaliteit dient voldoende te zijn voor de beoogde functie. Functie mag geen bedreiging vormen voor de bodemkwaliteit | Het plangebied is in het verleden gebruik voor wonen. Het is niet aannemelijk dat als gevolg hiervan ernstige verontreinigingen in de bodem zijn ontstaan. Aangenomen wordt dat de bodem geschikt is voor het gebruik als parkeerterrein. Er treden op dit punt geen risico's voor de volksgezondheid op. Bij grondverzet dient mogelijk een verkennend bodemonderzoek te worden uitgevoerd. Tevens is voor de sloop van de woning een asbestinventarisatie noodzakelijk. De uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan komt hierdoor niet in het geding. |
Archeologie | ||
Archeologiebeleid gemeente Kapelle | Is er sprake van een verwachtingswaarde op de gronden? | Het plangebied ligt volgens de Maatregelenkaart in gebiedscategorie 3 (gewaardeerde stads-/dorpskern). In het geldende bestemmingsplan is een afwijkende regeling opgenomen, waarin op het plangebied twee verschillende dubbelbestemmingen ter bescherming van archeologische waarden van toepassing zijn. Omdat het archeologiebeleid later is vastgesteld, wordt dit aangehouden. Volgens het beleid geldt dat bij ingrepen groter dan 50 m2 en dieper dan 40 cm onder maaiveld een archeologisch onderzoek moet worden uitgevoerd. In dit geval worden geen nieuwe ingrepen dieper dan 40 cm voorgesteld. Bovendien is de grond door eerdere bouwwerkzaamheden (van de woning) al geroerd. Het is daarom niet noodzakelijk om een archeologisch onderzoek uit te voeren. Indien bij de bodemingrepen toch archeologische resten worden aangetroffen, geldt op basis van artikel 53 van de Monumentenwet een meldingsplicht. De waardering uit het archeologiebeleid is in dit bestemmingsplan vertaald naar de bestemming "Waarde - Archeologie 1". Hiermee zijn de eventuele archeologische waarden voldoende beschermd en is het bestemmingsplan uitvoerbaar. |
Cultuurhistorie | Zijn er cultuurhistorische waarden? | Binnen het plangebied is geen sprake van specifieke cultuurhistorische waarden. Ook heeft het plan geen negatieve gevolgen voor eventuele waarden in de omgeving. |
Kabels en leidingen | Zijn er planologisch relevante leidingen en hoogspanningslijnen in de directe omgeving aanwezig? | In of rondom het plangebied bevinden zich geen planologisch relevante leidingen. |
Ecologie | ||
Natuurbescherm- ingswet 1998 | Is er sprake van significant negatieve effecten? | Het plangebied ligt in binnenstedelijk gebied. Er is geen sprake van beschermde natuurwaarden in of rondom het plangebied. Voorts liggen er in de directe omgeving geen gebieden die onderdeel uitmaken van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS). Er zijn dan ook geen significant negatieve effecten op natuurwaarden. |
Flora- en faunawet | Is er sprake van aantasting, verontrusten of verstoren van beschermde dier- en plantensoorten, hun nesten, holen en andere voortplantings- of vaste rust- en verblijfsplaatsen? | Het plangebied betreft een woonhuis met bijbehorend terrein (tuin). De locatie ligt in een stedelijke omgeving, direct aangrenzend aan een relatief drukke centrumvoorziening. Het is niet aannemelijk dat het terrein een habitat voor beschermde soorten vormt. Wel is het mogelijk dat in de woning verblijfplaatsen van bijvoorbeeld vleermuizen zitten. ZIE ECOLOGISCHE BUREAUSTUDIE, BIJLAGE 3 De sloopmelding voor de woning is gedaan en door de gemeente akkoord bevonden. De sloper zal hierbij voldoen aan de wettelijk geldende voorschriften onder andere uit de flora- en faunawet. |
Water | ||
Watertoets | Wateroverlast: Voldoende ruimte voor vasthouden/bergen/afvoeren van water. Per m2 verharding 75 mm berging | Er is op het perceel geen ruimte om te voorzien in waterberging. De toename aan verharding is dusdanig beperkt (circa 100 à 150 m2) dat deze niet zal leiden tot wateroverlast. |
Riolering: Afkoppelen van (schone) verharde oppervlakken i.v.m. reductie hydraulische belasting RWZI en transportsysteem met beperken overstorten. Rekening houden met (eventuele benodigde filter)ruimte daarvoor. | Binnen het plangebied zal geen sprake (meer) zijn van afvalwater. Schoon hemelwater afkomstig van de verhardingen zal worden afgevoerd op de bestaande voorzieningen. | |
Volksgezondheid: Voorkomen van verdrinkingsgevaar; Geen gebruik uitlogende materialen. | Er is geen oppervlaktewater aanwezig op het perceel. Er wordt geen gebruik gemaakt van uitlogende materialen. | |
Bodemdaling: Voorkomen van maatregelen die (extra) maaiveldsdalingen met name in zettingsgevoelige gebieden kunnen veroorzaken. | Er is geen aanpassing waterpeil of drainage nodig. | |
Oppervlaktewaterkwaliteit:Behoud/Realisatie van goede oppervlaktewaterkwaliteit voor mens en natuur. Vergroten van de veerkracht van het watersysteem. | Het bestemmingsplan stelt geen activiteiten voor die negatieve gevolgen voor de waterkwaliteit hebben. Binnen het plangebied is verder geen sprake van oppervlaktewater. | |
Onderhoud waterlopen: Onderhoudsmogelijk heden waterlopen niet belemmeren. | Er zijn geen waterlopen aanwezig in het plangebied. | |
Wateradvies | Het bestemmingsplan wordt in het kader van het vooroverleg met het waterschap Scheldestromen gecommuniceerd. Een verslag hiervan wordt in het ontwerpbestemmingsplan opgenomen. | |
Milieuzonering | ||
Bedrijfs- milieuzonering VNG-brochure 'Bedrijven en Milieuzonering 2009 | Is er sprake voor hinder of belemmeringen van functies in de omgeving van de ontwikkeling? | Het plangebied ligt in een omgeving met functiemenging. Het vormt een deel van een parkeerterrein behorende bij een detailhandelsvoorzieningen. Een parkeerterrein is in de VNG-brochure aangewezen als functie uit milieucategorie 2. In een gemengd gebied geldt daarbij een richtafstand van 10 meter tot woningen. Aan deze afstand wordt niet voldaan. Opgemerkt wordt dat er sprake is van functies die thuishoren in een centrumgebied. In bijlage 4 van de VNG-brochure zijn de functies gecategoriseerd die in een gemengde omgeving nabij woningen toelaatbaar zijn. Een parkeerterrein en ook de detailhandelsfuncties waarbij dit parkeerterrein hoort, zijn hierin aangewezen als categorie B activiteiten. Dit zijn activiteiten die toelaatbaar zijn, maar wel bouwkundig van woningen moeten worden gescheiden. Hiervan is in dit geval sprake. Geconcludeerd wordt dat er sprake is van een verantwoorde milieuzonering. |
Parkeren | Is er voldoende parkeergelegenheid (aanbod) in de omgeving? | Dit bestemmingsplan voorziet in het aanleggen van extra parkeergelegenheid om een parkeerknelpunt op te lossen. Het parkeerterrein is primair bedoeld voor de detailhandelsfuncties, maar kan in voorkomende gevallen ook een functie voor andere centrumfuncties vervullen. Het bestemmingsplan voorziet dus in een verbetering van de parkeergelegenheid in de omgeving. Hiermee wordt voldaan aan een goede ruimtelijke ordening. |
Externe veiligheid | ||
Bevi-inrichtingen Vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg, spoor, buisleiding en en water. | Ligt het plangebied binnen het invloedsgebied van risicobronnen? | De dichtstbijzijnde risicobron betreft het vervoer van gevaarlijke stoffen over het spoor. De betreffende spoorlijn ligt op ruime afstand, circa 280 meter, vanaf het plangebied. Bovendien is een parkeerterrein geen kwetsbaar of risicovol object. Het aantal personen in de omgeving van de spoorlijn neemt als gevolg van de ontwikkeling niet toe. Externe veiligheid vormt dus geen belemmering voor het plan. |
Wegverkeerslawaai | ||
Wet geluidhinder | Worden geluidsgevoelige objecten in de geluidszone van een weg voorgesteld? | Binnen het bestemmingsplan worden geen geluidsgevoelige functies voorgesteld. De Wgh staat de beoogde ontwikkeling dus niet in de weg. |
Industrielawaai | ||
Wet geluidhinder | Worden geluidsgevoelige objecten in de geluidszone voor industrielawaai voorgesteld? | Binnen het bestemmingsplan worden geen geluidsgevoelige functies voorgesteld. De Wgh staat de beoogde ontwikkeling dus niet in de weg. |
Luchtkwaliteit | ||
Wet milieubeheer | Wordt voldaan aan de genoemde grenswaarden in de Wet milieubeheer? | Luchtverontreiniging is veelal het gevolg van verkeersbewegingen in een gebied. Het parkeerterrein betreft een ondersteunende functie bij de reeds aanwezige detailhandelsfuncties. Het heeft op zichzelf geen verkeersaantrekkende werking en daarmee geen invloed op de luchtkwaliteit. Vanuit dit aspect bestaan dan ook geen belemmeringen voor het plan. |