Waterpark Veerse Meer 2020
Bestemmingsplan - Gemeente Middelburg
Vastgesteld op 15-12-2022 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
1.1 Bestemmingsplan:
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0687.BPBGMWVMEER2020-VG02 met de bijbehorende regels (en eventuele bijlagen).
1.2 Plan:
het bestemmingsplan 'Waterpark Veerse Meer 2020' met identificatienummer 'NL.IMRO.0687.BPBGMWVMEER2020-VG02' van de Gemeente Middelburg.
1.3 Verbeelding:
de analoge en digitale voorstelling van de in het plan opgenomen digitale ruimtelijk informatie met nummer NL.IMRO.0687.BPBGMWVMEER2020-VG02.
1.4 Aanduiding:
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
1.5 Aanduidingsgrens:
De grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
1.6 Aanlegplaats:
een voorziening waar een pleziervaartuig vastgemaakt kan worden aan de wal voor een beperkte periode, te weten maximaal 24 uur, waarbij overnachting in het (plezier)vaartuig is uitgesloten.
1.7 Ander bouwwerk:
een bouwwerk, geen gebouw zijnde.
1.8 Appartement:
het geheel van bij elkaar behorende vertrekken als afzonderlijke woongelegenheid in een groter gebouw.
1.9 Bebouwd oppervlak:
de buitenwerks gemeten oppervlakte van een gebouw en/of bouwwerk.
1.10 Bebouwing:
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
1.11 Bedrijfswoning:
een woning in of bij een gebouw, die hoort bij en functioneel gebonden is aan een bedrijf, instelling of voorziening en bedoeld is voor één of meerdere personen.
1.12 Bestaand gebruik:
het op het tijdstip van het inwerking treden van het plan aanwezige gebruik.
1.13 Bestaande bouwwerken:
een bouwwerk dat op het moment van inwerkingtreding van het plan bestaat of wordt gebouwd, dan wel nadien kan worden gebouwd, krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, waarvoor de aanvraag voor het tijdstip van inwerkingtreding van dit plan is ingediend, tenzij in de regels anders is bepaald.
1.14 Bestemmingsgrens:
de grens van een bestemmingsvlak.
1.15 Bestemmingsvlak:
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
1.16 Bevoegd gezag:
bevoegd gezag als bedoeld in artikel 2.4 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
1.17 Bijbehorend bouwwerk:
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd op de grond staand gebouw, of ander bouwwerk, met een dak.
1.18 Bijgebouw:
een, al dan niet vrijstaand, gebouw dat in functioneel en bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw en niet gebruikt mag worden voor bewoning.
1.19 Bouwen:
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een standplaats.
1.20 Bouwgrens:
de grens van een bouwvlak.
1.21 Bouwlaag:
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder.
1.22 Bouwperceel:
een aaneengesloten stuk grond, waarop krachtens het plan een zelfstandige, bij elkaar behorende, bebouwing is toegelaten.
1.23 Bouwperceelgrens:
een grens van een bouwperceel.
1.24 Bouwvlak:
een geometrisch bepaald vlak waarmee de gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
1.25 Bouwwerk:
een constructie van enige omvang, direct of indirect met de aarde verbonden.
1.26 Bruto-vloeroppervlakte (b.v.o.):
het vloeroppervlak van de ruimte, dan wel van meerdere ruimten van een vastgoedobject gemeten (volgens NEN 2580) op vloerniveau langs de buitenomtrek van de (buitenste) opgaande scheidingsconstructie, die de desbetreffende ruimte(n) omhullen.
1.27 Centraal bedrijfsmatige exploitatie:
het via één bedrijf, stichting of andere rechtspersoon voeren van een gezamenlijke beheer, verhuur en exploitatie van centrumvoorzieningen, recreatie-eenheden en bijbehorende voorzieningen op een recreatiepark.
1.28 Chalet:
een zelfstandig verplaatsbaar gebouw, geen woonkeet, geen caravan, geen stacaravan of ander bouwsel op wielen zijnde, bestemd als onderkomen, onder welke benaming ook aangeduid, dat uitsluitend of in hoofdzaak dient of kan dienen tot recreatief woon-, dag-, of nachtverblijf van één of meer personen.
1.29 Coffeeshop:
een horecabedrijf, dat tot doel heeft het verstrekken van niet-alcoholische dranken voor consumptie ter plaatse, met eventueel als nevenactiviteit het verstrekken van kleine etenswaren, al dan niet ter plaatse bereid, en van verdovende en/of hallucinogene stoffen als bedoeld in bijlage II van de Opiumwet.
1.30 Daggast:
Een persoon die niet ten behoeve van verblijfsrecreatie verblijft op het recreatiepark, maar uitsluitend gebruik maakt van de bij het recreatiepark behorende leisure- en dagrecreatieve voorzieningen en horeca tot en met categorie 2 van de in bijlage 1 bij de regels opgenomen Staat van horeca-activiteiten en detailhandel, met uitzondering van de gast van een persoon die op het park verblijft.
1.31 Dagrecreatie:
een vorm van recreatie waaronder begrepen activiteiten ter ontspanning in de vorm van sport, spel, toerisme en educatie, waarbij overnachting is uitgesloten.
1.32 Dagrecreatieve voorziening:
voorzieningen ten behoeve van vormen van dagrecreatie, die niet gericht zijn op het verstrekken van nachtverblijf.
1.33 Dak:
iedere bovenbeëindiging van een gebouw of bouwwerk.
1.34 Detailhandel:
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen, die deze goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps– of bedrijfsactiviteit.
1.35 Eerste bouwlaag:
de bouwlaag op de begane grond.
1.36 Eerste verdieping:
de tweede bouwlaag van een hoofdgebouw, een souterrain of kelder niet daaronder begrepen.
1.37 Emissie N/kg/jaar
stikstofverbindingen die direct of indirect vanuit een bron in de lucht worden gebracht, waarbij de 'N' een verzamelnaam is voor NH3 en NOx.
1.38 Erf:
al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, en, voor zover een bestemmingsplan van toepassing is, deze die inrichting niet verbieden.
1.39 Erfafscheiding:
een gebouwde afscheiding die op een grens tussen twee erven is geplaatst.
1.40 Erfgrens:
de grens van een erf.
1.41 Extensieve dagrecreatie:
niet-gemotoriseerde recreatieve activiteiten, zoals wandelen, fietsen, paardrijden, vissen, zwemmen en natuurobservatie.
1.42 Gebouw:
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
1.43 Gebruiken:
gebruiken, het doen gebruiken, laten gebruiken en in gebruik geven.
1.44 Groenvoorziening:
een park of plantsoen of bij de gemeente in onderhoud zijnde groenstroken, grasperken of bloembakken.
1.45 Grootschalige detailhandel:
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, hieronder begrepen uitstalling ter verkoop, het verkopen en/of leveren van volumineuze goederen voor gebruik, verbruik of aanwending, anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit. Onder volumineuze goederen wordt verstaan goederen die per eenheid een groot vloer- en/of grondoppervlak nodig hebben, zoals meubelen, auto’s, keukens, badkamers, boten, caravans, grove bouwmaterialen en landbouwwerktuigen en uit dien hoofde moeilijk inpasbaar zijn in een traditioneel winkelgebied.
1.46 Growshop:
een detailhandelsvestiging waarin de hoofdactiviteit of een van de activiteiten wordt gevormd door de handel in artikelen ten behoeve van het kweken van cannabis (binnenshuis, niet voor beroepsmatige teelt). Een growshop verkoopt onder meer verwarming- en watersystemen, verlichting, kweekpotten, aarde en meststoffen ten behoeve van het kweken van cannabis.
1.47 Hoofdgebouw:
een gebouw dat op een bouwperceel door zijn constructie en/of afmetingen dan wel gelet op de bestemming als belangrijkste bouwwerk is aan te merken.
1.48 Horeca:
het bedrijfsmatig verstrekken van voedsel en dranken en het bedrijfsmatig exploiteren van zaalaccommodatie.
1.49 Jachthaven:
een natuurlijk of ingegraven waterbekken met de daarbij behorende grond waar overwegend gelegenheid wordt gegeven voor het aanleggen, afmeren of aangemeerd houden van pleziervaartuigen.
1.50 Kap:
een dakafdekking onder een hoek van meer dan 5 graden met het horizontale vlak.
1.51 Kampeermiddelen:
tijdelijke te demonteren en al dan niet zelfstandig te verplaatsen onderkomens of voertuigen, zoals tenten, vouwwagens, caravans, campers of andere onderkomens of voertuigen, gewezen voertuigen of delen daarvan, voor zover niet aan te merken als bouwwerk, die geheel of gedeeltelijk zijn ingericht en kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf.
1.52 Leisurevoorzieningen:
een voorziening ten behoeve van cultuur en ontspanning, vrijetijdsbesteding, sport en wellness, waaronder in elk geval een zwembad wordt begrepen, al dan niet in combinatie met detailhandel en horeca.
1.53 Ligplaats:
vaste aanlegplaats voor een langere periode voor een pleziervaartuig met een vaste oeververbinding, waarbij overnachting in het pleziervaartuig is uitgesloten. Hieronder worden steigers bij een recreatiewoning niet inbegrepen.
1.54 Maaiveld:
het oppervlak (of de gemiddelde hoogte daarvan) van het land of de bovenkant van het terrein dat een bouwwerk omgeeft.
1.55 Maatvoeringsvlak:
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge een maatvoeringssymbool in het betreffende vlak bepaalde afmetingen, percentages, oppervlakten, hellingshoeken en/of aantallen, zowel ten aanzien van het bouwen als ten aanzien van het gebruik, zijn toegelaten.
1.56 Natuurwaarden:
de aan een gebied toegekende waarden, gekenmerkt door geologische, geomorfologische, bodemkundige en biologische elementen, zowel afzonderlijk als in onderlinge samenhang.
1.57 Netto-vloeroppervlakte (n.v.o.):
de som van de netto-vloeroppervlakten van meerdere ruimten, gemeten op vloerniveau tussen de begrensde opgaande scheidingsconstructie van de afzonderlijke daartoe behorende ruimte(n).
1.58 Normale onderhouds- of exploitatiewerkzaamheden:
werkzaamheden die regelmatig noodzakelijk zijn voor een goed beheer van de gronden, waaronder begrepen de handhaving van de bestemming.
1.59 Nutsvoorziening:
voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, apparatuur voor telecommunicatie, niet zijnde Voorzieningen voor het opwekken van duurzame energie:
1.60 Oever:
de langs een watergang aanwezige natuurlijke oever of aangebrachte oevervoorziening met inbegrip van de daarvoor noodzakelijke verankering.
1.61 Omgevingsvergunning:
een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 1.1, lid 1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
1.62 Opslag:
het bewaren van goederen, materialen en stoffen zonder dat ter plaatse sprake is van productie, bewerking, verwerking, handel en/of activiteiten van administratieve aard.
1.63 Parkeervoorziening:
een al dan niet overdekte c.q. ondergrondse stallingsgelegenheid ten behoeve van gemotoriseerd verkeer:
- a. openbare parkeerplaatsen: parkeerplaatsen die in beginsel openbaar toegankelijk zijn;
- b. particuliere parkeerplaatsen: parkeerplaatsen die in beginsel niet openbaar toegankelijk zijn, zoals bijvoorbeeld parkeerplaatsen op eigen terrein.
1.64 Parkeren:
het gedurende een aaneengesloten periode plaatsen van een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt voor het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van goederen.
1.65 Peil:
- a. voor gebouwen, waarvan de hoofdtoegang onmiddellijk grenst aan de weg en voor dijkbebouwing: de hoogte van de kruin van de weg;
- b. voor gebouwen die gedeeltelijk in het water staan: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte terrein, gemeten vanaf het maaiveld ter plaatse van de hoofdtoegang;
- c. voor andere gevallen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte terrein, gemeten vanaf het maaiveld ter plaatse van de hoofdtoegang;
- d. als in of op het water wordt gebouwd: de hoogte van het terrein ter plaatse van het meest nabij gelegen punt waar het water grenst aan het vaste land.
1.66 Perceel:
een begrenst stuk grond, al dan niet met de bebouwing, dat bij het kadaster is geregistreerd.
1.67 Permanente bewoning:
het gebruiken van een recreatiewoning of recreatie-appartement als hoofdverblijf.
1.68 (Plezier)vaartuig:
elk vaartuig, met uitzondering van een zeilplank, supboard of kano, dat uitsluitend of hoofdzakelijk wordt gebruikt voor enige vorm van pleziervaart, waterrecreatie of watersport.
1.69 Prostitutie:
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.
1.70 Recreatie-appartement:
een deel van een gebouw dat naar de aard en inrichting is bedoeld voor niet-permanente bewoning ten behoeve van recreatief nachtverblijf gedurende het jaar, voor personen die hun vaste woonadres of verblijfplaats elders hebben.
1.71 Recreatie-eenheid:
een recreatiewoning, een recreatieappartement of een chalet.
1.72 Recreatiepark:
Afsluitbaar recreatieterrein voor verblijfsrecreatie in een centrale bedrijfsmatige exploitatie met recreatie-eenheden en daarbij behorende bedrijfswoningen, dagrecreatie- en leisurevoorzieningen, horeca tot en met categorie 2 van de in bijlage 1 bij de regels opgenomen Staat van horeca-activiteiten en detailhandel.
1.73 Recreatieterrein:
Het totale terrein behorende bij het recreatiepark inclusief de bijbehorende groenstroken, water en wegenstructuur die benodigd zijn voor de realisatie van het terrein.
1.74 Recreatiewoning:
een permanent aanwezig gebouw, bedoeld voor niet-permanente bewoning ten behoeve van recreatief nachtverblijf voor personen die hun vaste woonadres of verblijfplaats elders hebben.
1.75 Seksinrichting:
een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotische/pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: een seksbioscoop, een seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub of een prostitutiebedrijf, waaronder tevens begrepen een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar.
1.76 Smartshop:
een detailhandelsvestiging waarin de hoofdactiviteit of een van de activiteiten wordt gevormd door de handel in producten die psychoactieve stoffen bevatten.
1.77 Speelvoorziening:
ander bouwwerk, zoals attributen en toestellen voor sport en spel, vooral op en rond sport- en speelterreinen.
1.78 Steiger:
constructie aan een oever of kade, in of op het water, die onder andere gebruikt wordt als zit- / visplek en waar incidenteel een klein pleziervaartuig aangemeerd kan worden (waterfiets, kano of supboard).
1.79 Toename van stikstofemissie
Er is sprake van een toename van stikstofemissie als de emissie N/kg/jaar als gevolg van het gebruik van de gronden en bouwwerken binnen het plangebied meer bedraagt dan de emissie N/kg/jaar als gevolg van het ten tijde van de vaststelling van het bestemmingsplan feitelijk aanwezige en planologisch legale gebruik van die gronden en bouwwerken, waaronder mede begrepen het gebruik dat voorafgaand aan de vaststelling uitsluitend is beëindigd ten behoeve van de ontwikkelingen die dit plan mogelijk maakt, en dit leidt tot een toename van de stikstofdepositie op stikstofgevoelige habitats in Natura 2000-gebieden.
1.80 Verblijfsrecreatie:
een vorm van recreatie waarbij de recreant voor een bepaalde tijd, maar ten minste één nacht in het recreatiepark verblijft.
1.81 Verdieping:
een bouwlaag die is gelegen boven de eerste bouwlaag welke is gelegen op de begane grond.
1.82 Voorgevel:
de naar de weg gekeerde gevel van een gebouw of, indien een perceel met meerdere zijden aan een weg grenst, de als zodanig door burgemeester en wethouders aan te wijzen gevel.
1.83 Voorzieningen voor het opwekken van duurzame energie:
voorzieningen ten behoeve van de bouw en het gebruik van installaties voor de opwekking en levering van duurzame energie zoals zonnepanelen, kleine windmolens (<20 meter tiphoogte) en Warmte-Koudeopslag (WKO) als ondergeschikte functie aan de bestemming.
1.84 Waterhuishoudkundige voorziening:
voorzieningen die nodig zijn voor een goede wateraanvoer, waterafvoer, waterberging en waterkwaliteit.
1.85 Weg:
een voor het openbaar rij- of ander verkeer bestemde weg of pad, daaronder begrepen de daarin gelegen bruggen, viaducten, tunnels en duikers, de tot de weg of pad behorende bermen en zijkanten, alsmede de aan de weg liggende en als zodanig aangeduide parkeerplaatsen.
1.86 Wellness:
een voorziening waar men ter ontspanning in één of meerdere ruimte relaxt, vaak in combinatie met zwembad, sauna, zonnebank, Turks stoombad en/of schoonheidssalon.
1.87 Wonen:
het leven in een permanent dag- en nachtverblijf alwaar een huishouden wordt gevoerd.
1.88 Zwembad:
een recreatieve voorziening bedoeld voor het zwemmen of baden in niet-oppervlaktewater in één of meerdere baden al dan niet in combinatie met glijbanen en/of waterattracties en daarbij behorende gebouwen en voorzieningen.
Artikel 2 Wijze Van Meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.1 De dakhelling:
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
2.2 De goothoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
2.3 De inhoud van een bouwwerk:
tussen de bovenzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
2.4 De bouwhoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, liftopbouwen en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
2.5 De oppervlakte van een bouwwerk:
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
2.6 De afstand tot de (zijdelingse) perceelgrens:
vanaf enig punt van een bouwwerk tot de (zijdelingse) perceelgrens.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Groen
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. groen, bos en bosplantsoen;
- b. water;
- c. (ontsluitings)wegen;
- d. extensieve dagrecreatie;
en ter plaatse van de aanduiding
- a. 'specifieke vorm van recreatie - hoofdentree' de hoofdentree van één recreatiepark;
- b. 'specifieke vorm van groen - propaantank' één of meerdere (bio)propaantank(s);
en bij deze bestemming behorende voorzieningen
- a. sport- en speelterreinen;
- b. overige wegen en paden;
- c. geluidswerende voorzieningen;
- d. grondwallen;
- e. parkeervoorzieningen;
- f. waterhuishoudkundige voorzieningen;
- g. bruggen, viaducten, tunnels, taluds, oevers en oeverbeschoeiingen;
- h. beheer- en nutsvoorzieningen en ondergeschikte voorzieningen ten behoeve van het opwekken van duurzame energie.
3.2 Bouwregels
3.3 Specifieke gebruiksregels
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen uitgesloten - functies' zijn ontsluitingswegen, extensieve dagrecreatie, sport- en speelterreinen, overige wegen en paden, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen en voorzieningen ten behoeve van het opwekken van duurzame energie niet toegestaan.
Artikel 4 Natuur - Overgangszone
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Natuur - Overgangszone' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. het behoud, herstel en ontwikkeling van natuur- en landschapswaarden, bijvoorbeeld bestaande uit bosgebied, grasland met bijzondere vegetatie, kavelgrensbeplanting, weidevogels en struweelvogels;
- b. een overgangszone naar het aangrenzende gebied dat is aangemerkt als Natuurnetwerk Zeeland;
- c. extensieve dagrecreatie;
en bij deze bestemming behorende voorzieningen
- a. overige wegen en paden;
- b. waterhuishoudkundige voorzieningen;
- c. grondwallen;
- d. bruggen, taluds, oevers en oeverbeschoeiingen.
4.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
4.3 Afwijken van de bouwregels
4.4 Specifieke gebruiksregels
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen uitgesloten - functies' zijn extensieve dagrecreatie en wegen en paden niet toegestaan.
4.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 5 Recreatie - Verblijfsrecreatie
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. één recreatiepark als bedoeld in lid 1.72;
en ter plaatse van de aanduiding
- a. 'specifieke vorm van recreatie - hoofdentree' de hoofdentree van één recreatiepark;
- b. 'specifieke vorm van recreatie - bestaande recreatiewoningen' de bestaande recreatiewoningen;
- c. 'specifieke vorm van recreatie - bestaande chalets' de bestaande chalets;
en bij deze bestemming behorende voorzieningen
- a. aanlegplaatsen voor pleziervaartuigen;
- b. ligplaatsen voor pleziervaartuigen;
- c. sport- en speelterreinen;
- d. zwembaden;
- e. overige (ontsluitings)wegen en paden;
- f. geluidswerende voorzieningen;
- g. parkeervoorzieningen;
- h. bedrijfswoningen, behoudens ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten';
- i. voorzieningen ten behoeve van beheer en onderhoud;
- j. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- k. jachthavens;
- l. bruggen, viaducten, tunnels, taluds, oevers en oeverbeschoeiingen;
- m. groenvoorzieningen, grondwallen, bos en bosplantsoenen;
- n. nutsvoorzieningen en ondergeschikte Voorzieningen voor het opwekken van duurzame energie:
- o. steigers.
5.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
5.3 Specifieke gebruiksregels
5.4 Afwijken van de gebruiksregels
Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het bepaalde in artikel 5.2 en toestaan dat, nadat de binnen en buiten de aanduiding ‘specifieke vorm van recreatie – bestaande chalets’ aanwezige (bestaande) chalets zijn verwijderd, bouwwerken worden gebouwd zoals opgenomen in artikel 5.2.1 ten behoeve van de centraal bedrijfsmatige exploitatie van het recreatiepark, volgens de overeenkomstige bouwregels uit artikel 5.2.2 tot en met artikel 5.2.6.
Artikel 6 Verkeer
6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wegen met ten hoogste 2 x 1 doorgaande rijstrook, alsmede opstelstroken, rotondes, busstroken, voet- en fietspaden;
- b. bruggen, viaducten en tunnels;
met daarbij behorende
- a. geluidswerende voorzieningen;
- b. groenvoorzieningen;
- c. parkeervoorzieningen;
- d. nutsvoorzieningen, en ondergeschikte Voorzieningen voor het opwekken van duurzame energie:;
- e. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
6.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Artikel 7 Water
7.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- b. verkeer te water;
- c. waterberging;
- d. bruggen;
met daarbij behorende
- a. aanlegplaatsen voor (plezier)vaartuigen;
- b. taluds, oevers en oeverbeschoeiingen;
- c. groenvoorzieningen;
- d. nutsvoorzieningen en ondergeschikte voorzieningen voor het opwekken van duurzame energie;
- e. steigers.
7.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
7.3 Specifieke gebruiksregels
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 8 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 9 Algemene Bouwregels
9.1 Bestaande maten
Met betrekking tot bestaande maten gelden de volgende regels:
- a. de bestaande afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen die meer bedragen dan in Hoofdstuk is voorgeschreven, mogen als ten hoogste toelaatbaar worden aangehouden;
- b. ingeval van herbouw is dit artikel onder a uitsluitend van toepassing, indien de herbouw op dezelfde plaats plaatsvindt.
9.2 Overschrijding bouwgrenzen
De bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, mogen in afwijking van de verbeelding en Hoofdstuk2 uitsluitend worden overschreden door:
- a. de bouw van andere bouwwerken ten dienste van nutsvoorzieningen, mits deze voorzieningen van geringe horizontale en verticale afmetingen zijn en de bouwhoogte in ieder geval niet meer dan 10 m; in afwijking van het in vorige zin bepaalde bedraagt de bouwhoogte van voorzieningen voor telecommunicatie ten behoeve van privégebruik maximaal 15 m en voor gemeenschappelijk gebruik maximaal 30 m;
- b. voor de bouw van kleine niet voor bewoning bestemde gebouwen ten dienste van nutsvoorzieningen; de inhoud van deze gebouwtjes bedraagt ten hoogste 50 m³ en de bouwhoogte ten hoogste 4 m.
9.3 Gebouwen en bouwwerken voor het opwekken van duurzame energie
Voor het bouwen van gebouwen en bouwwerken ten behoeve van Voorzieningen voor het opwekken vanduurzame energie: voor zover mogelijk gemaakt in Hoofdstuk 2 gelden de volgende regels:
- a. de maximum oppervlakte van op zichzelf staande bouwwerken ten behoeve van voorzieningen voor het opwekken van duurzame energie bedraagt niet meer dan 100 m2. Dit maximum is niet van toepassing op voorzieningen voor het opwekken van duurzame energie die worden geplaatst op of aan andere gebouwen of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
- b. de maximum bouwhoogte van gebouwen bedraagt niet meer dan 4 meter;
- c. de maximum bouwhoogte voor andere bouwwerken bedraagt 10 meter.
Artikel 10 Algemene Gebruiksregels
10.1 Algemeen gebruiksverbod
Het is verboden de gronden en bouwwerken in dit bestemmingsplan te gebruiken en/of te doen en/of laten gebruiken en/of in gebruik te geven op een wijze of tot een doel strijdig met de gegeven bestemming(en).
10.2 Strijdig gebruik
Onder gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:
- a. een seksinrichting of een daarmee vergelijkbaar bedrijf;
- b. een coffeeshop, growshop, smartshop of een daarmee vergelijkbaar bedrijf, voor zover daarvoor door de burgemeester geen gedoogtoestemming is verleend;
- c. straatprostitutie;
- d. het plaatsen van onderkomens en/of kampeermiddelen, van al dan niet afgedankte voer- en vaartuigen en van wagens, tenzij de betreffende bestemming daarin wel uitdrukkelijk voorziet;
- e. (buiten)opslag, anders dan ten behoeve van het Recreatiepark:;
- f. het aanbrengen van rondstralende verlichting langs wegen en op parkeerplaatsen.
10.3 Parkeren
Een omgevingsvergunning voor het oprichten van gebouwen en bouwwerken en gebruik van de gronden ten dienste van de bestemming is slechts toegestaan indien op het bouwperceel voldoende parkeerplaatsen aanwezig zijn die duurzaam in stand worden gehouden. Onder voldoende parkeerplaatsen wordt verstaan de normen zoals bepaald in de CROW publicatie 381, of diens rechtsopvolger.
10.4 Voorwaardelijke verplichting - landschappelijke inpassing
Binnen de aanduiding 'specifieke vorm van groen - landschappelijke inpassing', zoals opgenomen in de bestemming "Groen", dient bij de ingebruikname van de nabijgelegen recreatiewoningen en bijbehorende voorzieningen een groene overgangszone te zijn aangelegd en in stand te worden gehouden, conform de uitgangspunten en principeprofielen zoals opgenomen in bijlage 2.
10.5 Voorwaardelijke verplichting - bodemonderzoek
Een omgevingsvergunning voor de bouw van de recreatiewoningen zal pas worden verleend indien uit (nader) onderzoek blijkt dat de bodemkwaliteit voldoende is voor de beoogde functie.
10.6 Stikstof
Onder gebruiken of laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken als dit leidt tot een toename van stikstofemissie.
Artikel 11 Algemene Aanduidingsregels
11.1 Luchtvaartverkeerszone
Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 2 en 3, is het verboden om binnen de aanduiding 'luchtvaartverkeerzone - 2' woningen, niet zijnde bedrijfswoningen, en geluidsgevoelige gebouwen te bouwen als bedoeld in art. 1 lid 1 van het Besluit burgerluchthavens, tenzij wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
- a. het gaat om het opvullen van een open plek in de bestaande, te handhaven bebouwing;
- b. ter plaatse is het geluidsgevoelige object dringend noodzakelijk zijn om redenen van grond- of bedrijfsgebondenheid;
- c. nieuwe geluidsgevoelige objecten zijn ter vervanging van op die plaats reeds aanwezige bebouwing, niet zijnde woningen, andere geluidsgevoelige gebouwen of woonwagenstandplaatsen.
11.2 Hoogteaanduiding vliegveld
Binnen de aanduidingen 'vrijwaringszone - luchtvaartverkeer' geldt dat de bouwhoogte van bouwwerken niet meer mag bedragen dan de aangegeven bouwhoogte, met inachtneming van het volgende:
- a. ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - luchtvaartverkeer - 1': ten hoogste 10 meter;
- b. ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - luchtvaartverkeer - 2': ten hoogste 20 meter;
- c. ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - luchtvaartverkeer - 3': ten hoogste 30 meter;
- d. ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - luchtvaartverkeer - 4': ten hoogste 40 meter;
- e. ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - luchtvaartverkeer - 5': ten hoogste 45 meter.
11.3 Veiligheidszone - propaan
Met betrekking tot de 'veiligheidszone - propaan' geldt dat binnen de veiligheidszone voor propaan kwetsbare objecten anders dan van de eigen inrichting, zoals bedoeld in respectievelijk het Besluit externe veiligheid inrichtingen (voor lpg) en het Activiteitenbesluit (voor propaan), niet zijn toegestaan.
11.4 Veiligheidszone - luchthaven
1. Op gronden met de aanduiding 'veiligheidszone - luchthaven' is nieuwbouw van woningen, kwetsbare gebouwen en/of beperkt kwetsbare gebouwen als bedoeld in artikel 1 lid 1 van het Besluit burgerluchthavens, zoals geldend op de datum van vaststelling van dit bestemmingsplan, verboden, met uitzondering van de bouw van bedrijfswoningen als bedoeld in dat besluit.
2. In afwijking van het eerste lid kan een omgevingsvergunning planologisch strijdig gebruik worden verleend voor nieuwbouw van woningen, kwetsbare gebouwen en/of beperkt kwetsbare gebouwen als bedoeld in artikel 1 lid 1 van het Besluit burgerluchthavens op gronden die niet liggen binnen een plaatsgebonden risicocontour als bedoeld in artikel 9 lid 1 onder a van het Besluit burgerluchthavens, zoals geldend op de datum van vaststelling van dit bestemmingsplan, die krachtens een onherroepelijk luchthavenbesluit is aangewezen, mits de situering van de start- en landingsbaan feitelijk in overeenstemming is met dat luchthavenbesluit en in gebruik is of kan worden genomen.
Artikel 12 Algemene Afwijkingsregels
- a. Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van de in hoofdstuk 2 opgenomen bestemmingsregels voor afwijkingen van maten (waaronder percentages) met ten hoogste 10%;
- b. de omgevingsvergunning wordt niet verleend, indien daardoor onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.
Artikel 13 Algemene Wijzigingsregels
13.1 Overschrijding bestemmingsgrenzen
Burgemeester en wethouders kunnen de in het plan opgenomen bestemmingen wijzigen ten behoeve van overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein. De overschrijdingen mogen echter ten hoogste 3 m bedragen en het bestemmingsvlak mag met ten hoogste 10% worden vergroot.
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 14 Overgangsrecht
14.1 Overgangsrecht bouwwerken
- a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het bestemmingsplan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
- 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
- b. Het bevoegd gezag kan in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
- c. Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
14.2 Overgangsrecht gebruik
- a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
- b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met het bestemmingsplan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
- c. Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
- d. Het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 15 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als regels van het bestemmingsplan 'Waterpark Veerse Meer 2020'.
Bijlage 1 Staat Van Horeca Activiteiten Middelburg
Bijlage 1 Staat van horeca activiteiten Middelburg
Bijlage 2 Inrichtingsvereisten
Bijlage 2 Inrichtingsvereisten
Bijlage 1 Diverse Onderzoeken Haalbaarheid Waterpark Veerse Mer, Zka Consultants, 2020 En 2021
Bijlage 1 Diverse onderzoeken haalbaarheid Waterpark Veerse Mer, ZKA consultants, 2020 en 2021
Bijlage 2 Bodemrapport Diverse Onderzoeken Muidenweg 3 Te Arnemuiden, Greenhouse Advies B.v., D.d. 12 December 2018
Bijlage 3 Ontwerp Achtergrondrapport Verkeer, Mer Waterpark Veerse Meer, Goudappel Coffeng, D.d. 30 Maart 2020
Bijlage 4 Diverse Onderzoeken Wet Natuurbescherming, Gras Advies, D.d. Oktober En November 2020
Bijlage 4 Diverse onderzoeken Wet natuurbescherming, GRAS Advies, d.d. oktober en november 2020
Bijlage 5 Landschapsplan, Kuipercompagnons, D.d. Maart 2021
Bijlage 5 Landschapsplan, KuiperCompagnons, d.d. maart 2021
Bijlage 6 Akoestisch Onderzoek Veerse Meer - Kuipercompagnons, D.d. 16 September 2020
Bijlage 6 Akoestisch onderzoek Veerse Meer - KuiperCompagnons, d.d. 16 september 2020
Bijlage 7 Geohydrologisch Onderzoek, Sweco, D.d. 26 Juni 2020
Bijlage 7 Geohydrologisch onderzoek, Sweco, d.d. 26 juni 2020
Bijlage 8 Mer Waterpark Veerse Meer Gecombineerd Plan- En Projectmer, Tauw, D.d. 6 Mei 2021 Incl. Oplegnotitie D.d. 7 Juni 2021
Bijlage 9 Achtergronddocumenten Bij Het Mer
Bijlage 9 Achtergronddocumenten bij het MER
Bijlage 10 Verkeersveiligheidsanalyse, Goudappel Coffeng, D.d. 28 Oktober 2019
Bijlage 10 Verkeersveiligheidsanalyse, Goudappel Coffeng, d.d. 28 oktober 2019
Bijlage 11 Watertoetstabel
Bijlage 12 Vooronderzoek Naar Het Risico Op Het Aantreffen Van Conventionele Explosieven, Xplosure, D.d. 2 April 2019
Bijlage 13 Duisternis - Verlichtingsplan, Dagnl, D.d. 4 November 2020
Bijlage 13 Duisternis - Verlichtingsplan, DAGnl, d.d. 4 november 2020
Bijlage 14 Variantenstudie Circulaire Infrastructuur Ten Behoeve Van Het Waterpark Veerse Meer, Sweco, Projectnummer 373445, D.d. 30 Oktober 2020
Bijlage 15 Beeldregieplan, Kuipercompagnons, D.d. Mei 2021
Bijlage 15 Beeldregieplan, KuiperCompagnons, d.d. mei 2021
Bijlage 16 Effectbeoordeling Alternatieve Verkeersgeneratie, Goudappel Coffeng, D.d. 7 Oktober 2020
Bijlage 16 Effectbeoordeling alternatieve verkeersgeneratie, Goudappel Coffeng, d.d. 7 oktober 2020
Bijlage 17 Toetsing Verkeersgeneratie Vergelijkbaar Park Ten Opzichte Van Crow-kencijfer 'Bungalow', Goudappel Coffeng, D.d. 11 Augustus 2020
Bijlage 18 Waterpark Veerse Meer Bprw Toetsingskader Waterkwaliteitstoets (Krw), Tauw, D.d. 6 Mei 2021
Bijlage 19 Notitie Plaagsoorten, Tauw, D.d. 26 November 2020
Bijlage 19 Notitie plaagsoorten, Tauw, d.d. 26 november 2020
Bijlage 20 Milieuhygiënisch Vooronderzoek Waterpark Veerse Meer (Deelgebied 2), Greenhouse Advies, D.d. 4 Juni 2020
Bijlage 21 Nota Vooroverleg- En Inspraakreacties, Gemeente Middelburg, D.d. Oktober 2020
Bijlage 21 Nota vooroverleg- en inspraakreacties, Gemeente Middelburg, d.d. oktober 2020
Bijlage 22 Notitie Verkeerseffecten Openbaarheid Voorzieningen Waterpark Veerse Meer, D.d. 4 Mei 2021
Bijlage 23 Notitie Zienswijzen Incl. Staat Van Wijzigingen, Gemeente Middelburg, D.d. Juni 2021
Bijlage 23 Notitie zienswijzen incl. staat van wijzigingen, gemeente Middelburg, d.d. juni 2021