KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
Artikel 2 Reikwijdte
Hoofdstuk 2 Algemene Regels
Artikel 3 Algemene Gebruiksregels
Hoofdstuk 3 Overgangs- En Slotregels
Artikel 4 Overgangsregels
Artikel 5 Slotregel
Hoofdstuk 1 Inleiding
1.1 Voorwoord
1.2 Aanleiding En Doel Paraplubestemmingsplan
1.3 Plangebied En Toepassingsbereik Van Dit Paraplubestemmingsplan
1.4 Leeswijzer Toelichting
Hoofdstuk 2 Beleidskader
2.1 Gemeentelijk Beleid
2.2 Beleid Andere Overheden
Hoofdstuk 3 Omgevingsaspecten
Hoofdstuk 4 Planbeschrijving
4.1 Plansystematiek
4.2 Planregels
Hoofdstuk 5 Uitvoerbaarheid
5.1 Economische Uitvoerbaarheid
5.2 Maatschappelijke Uitvoerbaarheid
Bijlage 1 Staat Van Wijzigingen

Paraplubestemmingsplan Wonen

Bestemmingsplan - gemeente

Vastgesteld op 17-04-2025 - vastgesteld

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 Plan

het bestemmingsplan 'Parapluplan Wonen te Middelburg' met identificatienummer NL.IMRO.0687.BPPPWONMDB-VG01 van de gemeente Middelburg.

1.2 Bestemmingsplan

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.

1.3 Huishouden

een meerderjarige alleenstaande, dan wel twee of meer personen waarvan er ten minste één meerderjarig is, die in een vast verband samenleven en duurzaam een gemeenschappelijke huishouding voeren, waarbij sprake is van onderlinge verbondenheid en continuïteit in de samenstelling ervan. Het voeren van een huishouding gaat derhalve de enkele wil om gezamenlijk te wonen te boven en heeft de intentie in zich om langdurig samen te blijven.

1.4 Kamerverhuur

de verhuur van een (deel van een) woning aan meer dan twee personen die geen gezamenlijk huishouden vormen, waarbij de bewoners beschikken over een eigen (slaap)kamer en waarbij zij afhankelijk zijn van één of meer gedeelde wezenlijke voorzieningen (keuken, douche en/of toilet) buiten die kamer.

1.5 Kamerverhuurpand

pand dat wordt gebruikt ten behoeve van Kamerverhuur en waarin zich meerdere Onzelfstandige woonruimtes bevinden.

1.6 Onzelfstandige woonruimte

woonruimte die geen eigen toegang heeft en waarbij de bewoner afhankelijk is van één of meer gedeelde wezenlijke voorzieningen (keuken, douche en/of toilet) buiten die woonruimte.

1.7 Wonen

het gehuisvest zijn in een woning.

1.8 Woning

een complex van ruimtes, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden, dan wel voor de huisvesting van maximaal twee personen die geen gezamenlijk huishouden voeren.

Artikel 2 Reikwijdte

2.1 Van toepassing verklaring

  1. a. Het voorliggende bestemmingsplan is van toepassing op de in Bijlage 1 'Overzichtplannen' bij deze regels genoemde bestemmingsplannen, (partiële) herzieningen van bestemmingsplannen, wijzigingsplannen en uitwerkingsplannen.
  2. b. De begrippen en regels van de bestemmingsplannen, wijzigingsplannen en uitwerkingsplannen, zoals genoemd in artikel 2.1 sub a, worden herzien of aangevuld met de begrippen en regels zoals opgenomen in de artikelen 1 onder 1.3 tot en met 1.8, en 3 van dit 'Parapluplan Wonen te Middelburg'.
  3. c. Overige begrippen en regels opgenomen in de bestemmingsplannen, (partiële) herzieningen van bestemmingsplannen, wijzigingsplannen en uitwerkingsplannen als genoemd in Bijlage 1 bij deze regels blijven onverkort van toepassing.
  4. d. De verbeeldingen van de bestemmingsplannen, (partiële) herzieningen van bestemmingsplannen, wijzigingsplannen en uitwerkingsplannen zoals genoemd in Bijlage 1 bij deze regels blijven ongewijzigd.

Hoofdstuk 2 Algemene Regels

Artikel 3 Algemene Gebruiksregels

3.1 Strijdig gebruik

Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken gelden de volgende regels:

  1. a. Het is verboden de in de dit plan begrepen gronden, gebouwen en bouwwerken te gebruiken, te doen of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel strijdig met de in dit plan aan de grond gegeven bestemming.
  2. b. Tot het verboden gebruik wordt in ieder geval gerekend: het gebruiken, te doen of te laten gebruiken van een Woning als Kamerverhuurpand.
  3. c. Het bepaalde onder b. is niet van toepassing op gronden met de aanduiding 'zorgwoning'.

Hoofdstuk 3 Overgangs- En Slotregels

Artikel 4 Overgangsregels

4.1 Overgangsrecht bouwwerken

  1. a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot;
    1. 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    2. 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan;
  2. b. Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig afwijken van het bepaalde onder a. voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld onder a, met maximaal 10%;
  3. c. Het bepaalde onder a. is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

4.2 Overgangsrecht gebruik

  1. a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet;
  2. b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld onder a., te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind;
  3. c. Indien het gebruik, bedoeld onder a., na de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten;
  4. d. Het bepaalde onder a. is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsregels van dat plan.

Artikel 5 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als: 'Parapluplan Wonen te Middelburg'.

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Voorwoord

In december 2023 is het ontwerp van het 'Parapluplan Wonen te Middelburg' gepubliceerd en ter inzage gelegd. Dat ontwerp beoogde het aanpassen van de regels van alle bestemmingsplannen in de gemeente Middelburg om te kunnen sturen op het gebruik van woningen en aan wonen gerelateerd passend nevengebruik. Daarbij zijn onder andere de regels uit de Huisvestingsverordening Middelburg 2023 ten aanzien van toeristische verhuur van woonruimte een op een in de regels van de bestemmingsplannen verwerkt en is ook een koppeling gelegd met andere beleidsregels, vooral de “Beleidsregels huisvesting arbeidsmigranten in Middelburg.”

Het was de bedoeling om het ontwerp aan de raad toe te sturen voor vaststelling. Eventuele zienswijzen die tijdens de termijn van terinzagelegging zouden worden ingediend, zouden in de besluitvorming worden betrokken. Na afloop van de termijn is echter de vraag gesteld of er niet te veel overlap van regelgeving is en of een vergunningplicht voor onttrekken, omzetten, splitsen als samenvoegen van woonruimten en een registratieplicht voor toeristisch verhuur wel uitvoerbaar is. Dit heeft ook geleid tot een heroverweging van hetgeen er in het 'Parapluplan Wonen te Middelburg' moet worden geregeld en wat in de huisvestingsverordening. Er is voor gekozen om deze 2 beleidsinstrumenten duidelijk van elkaar te scheiden.

Voor het voorliggende paraplu(bestemmings)plan betekent dit dat bij gewijzigde vaststelling de planregels en de daarbij behorende toelichting zijn aangescherpt door de focus te leggen op het doel van onderhavig bestemmingsplan, namelijk het tegengaan van het gebruik van reguliere woningen als kamerverhuurpand dan wel het tegengaan van het gebruik van reguliere woningen voor de huisvesting van meerdere huishoudens.

De overige beleidsstukken, zoals de “Beleidsregels huisvesting arbeidsmigranten in Middelburg”, de “Nadere regels en beleidsregels omzetten en splitsen zelfstandige woonruimte Middelburg 2023” en de “Huisvestingsverordening 2023” worden nog eens kritisch tegen het licht gehouden en zo nodig ook aangepast. Het doel blijft overigens het kunnen sturen op het gebruik van woningen en aan wonen gerelateerd passend nevengebruik om voldoende woonkwaliteit te borgen en overlast voor de omgeving te voorkomen. Als blijkt dat het nieuwe beleid een planologische verankering behoeft, dan wordt dit later verwerkt in het nieuwe omgevingsplan van de gemeente Middelburg.

1.2 Aanleiding En Doel Paraplubestemmingsplan

Recreatief gebruik van woningen die voor permanente bewoning zijn bestemd en het gebruik van woningen als tweede woning zijn de laatste jaren erg in trek. Ook in Middelburg is deze ontwikkeling merkbaar. Steeds vaker worden woningen recreatief gebruikt of verhuurd (aan derden) en gebruikt als tweede woning (voor eigen gebruik). Dit heeft effecten op de woningmarkt omdat woningen worden onttrokken aan de woningvoorraad, niet beschikbaar zijn voor woningzoekenden en de doorstroming beperken.

Daarnaast worden (overlast)situaties gemeld over woningen en complexen die worden (onder)verhuurd (via kamerverhuur) dan wel over woningen en complexen waarin meerdere huishoudens wonen. Dit heeft gevolgen voor de leefbaarheid, parkeerdruk en sociale cohesie in de wijken waar dit plaatsvindt.

Voor de gemeente Middelburg is dit alles aanleiding geweest voor het opstellen van nieuw beleid voor het gebruik van woningen.

Vooruitlopend op dit nieuwe beleid is het gewenst om de bestemmingsplannen in de gemeente Middelburg op enkele onderdelen te herzien. In de planregels van meerdere Middelburgse bestemmingsplannen is namelijk bepaald dat gronden die zijn bestemd voor (het) wonen, waarbij vaak wel begrippen zijn opgenomen wat onder een 'woning' en onder 'wonen' wordt verstaan. Maar er is geen koppeling gelegd met het aantal huishoudens dat in een woning mag wonen. Het begrip “huishouden” is ook niet gedefinieerd. Dit betekent dat alle in algemeen spraakgebruik vormen van wonen binnen de bestemmingsplannen zijn toegestaan. Daaronder worden ook kamergewijze bewoning en tijdelijke huisvesting van arbeidsmigranten en studenten in de gemeente Middelburg verstaan.

Dit is in overeenstemming met jurisprudentie van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin een ruime uitleg wordt gehanteerd van het begrip wonen. 1

In voorliggend paraplubestemmingsplan zijn de geldende bestemmingsplannen op deze onderdelen aangevuld en aangepast. Het plan voorziet in een regeling voor het gehele grondgebied van de gemeente Middelburg waarmee de omvorming van woningen tot kamerverhuurpand en het gebruik van reguliere woningen voor de huisvesting van meerdere huishoudens wordt tegengegaan. Hiermee worden negatieve gevolgen voor het woon- en leefklimaat in de wijken zoveel mogelijk voorkomen.

  1. 1. De Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRvS) heeft geoordeeld dat het ontbreken van een directe relatie tussen de bestemming "wonen" en de begripsbepaling van "woning" ertoe leidt dat de omschrijving van het begrip "woning" niet van betekenis is voor de bestemming "wonen". De ABRvS sluit daarom aan bij wat in het algemeen spraakgebruik wordt verstaan onder "wonen" en schaart daar diverse uiteenlopende vormen van huisvesting onder, waaronder ook het verhuren van kamers (omzetten) en tweede woning gebruik (ABRvS 10 maart 2010, ECLI:NL:RVS:2010:BL7013; en ABRvS 6 juni 2018, ECLI:NL:RVS:2018:1882).

1.3 Plangebied En Toepassingsbereik Van Dit Paraplubestemmingsplan

Dit paraplubestemmingsplan is een partiële herziening van alle in de gemeente Middelburg geldende bestemmingsplannen en heeft zodoende betrekking op het gehele grondgebied van de gemeente Middelburg. De herziening betreft het aanvullen en aanpassen van regels van al die bestemmingsplannen zodat ongewenste woonvormen worden tegengegaan. Voor het overige blijven de desbetreffende bestemmingsplannen van kracht.

1.4 Leeswijzer Toelichting

Na dit inleidende hoofdstuk is in hoofdstuk 2 getoetst aan het rijks-, provinciaal en gemeentelijk beleid. Daaruit blijkt dat er geen beleid is vastgesteld dat relevant is voor de beoogde aanpassing van de bestemmingsplannen. In hoofdstuk 3 wordt kort aandacht besteedt aan de omgevingsaspecten. In hoofdstuk 4 is de (juridische) toelichting op de planopzet gegeven. In het laatste hoofdstuk, hoofdstuk 5, komen de financiële en maatschappelijke uitvoerbaarheid aan de orde.

Hoofdstuk 2 Beleidskader

In dit hoofdstuk wordt getoetst of de voorgenomen aanvulling en aanpassing van de regels van de bestemmingsplannen ten aanzien van het gebruik van reguliere woningen die voor permanente bewoning zijn bestemd past binnen bestaand beleid van gemeente en andere overheden.

2.1 Gemeentelijk Beleid

2.1.1 Woonvisie 2023-2027

Op 10 november 2022 heeft de gemeenteraad de Woonvisie 'Middelburg 2023-2027': Middelpunt op de woningmarkt' vastgesteld. Daarin is geconcludeerd dat de druk op de woningmarkt op dit moment hoog is. Woningbehoeften veranderen vanwege demografische ontwikkelingen zoals vergrijzing en migratie. Het aantal huishoudens groeit, de bevolking vergrijst. Tegelijkertijd neemt de instroom vanuit (buitenlandse) migratie toe en is de regio toeristisch aantrekkelijk. Door bijvoorbeeld tweede woningbezit en toeristische verhuur kan de druk op de reguliere woningvoorraad en de leefbaarheid verder toenemen.

Doorwerking in dit paraplubestemmingsplan

De voorgenomen aanvulling en aanpassing van de regels van bestemmingsplannen verandert niets aan de mogelijkheid om woningen die in de Middelburgse bestemmingsplannen zijn bestemd voor (het) wonen te gebruiken als tweede woning. Als het gebruik als tweede woning niet gewenst is, dan wordt dit geregeld in de gemeentelijke huisvestingsverordening.

2.1.2 Woonagenda Middelburg 2023

De woonvisie is nader uitgewerkt in de 'Middelburgse Woonagenda', die op 15 december 2022 door de gemeenteraad van Middelburg is vastgesteld. In de woonagenda staat onder andere het volgende.

Steeds vaker ontstaat er op diverse plekken binnen de gemeente overlast, doordat groepen arbeidsmigranten kortdurend en in steeds wisselende samenstellingen worden gehuisvest binnen bestaande woonwijken. Om woningen beschikbaar te houden voor de doelgroep (vooral de goedkopere woningen) en om overlast en uitwassen door woningsplitsing, toeristische verhuur en kamerbewoning tegen te gaan, is het wenselijk de Middelburgse woningmarkt op een aantal vlakken te reguleren.

Binnen de huisvestingsverordening kunnen ook maatregelen worden benoemd. Hiermee kan het snelst actie worden ondernomen. In onze krimpende arbeidsmarkt is het overduidelijk dat migranten de oplossing zijn om onze economie draaiende te houden. En als werknemers van 'buiten' nodig zijn, dan zullen hiervoor ook voldoende woningen voor beschikbaar moeten zijn. Wie hier voor langere tijd komt werken kan worden beschouwd als een gewone woningzoekende, waarvoor binnen de bestaande markt of in de nieuwbouw woningen beschikbaar zijn. Aandachtspunt zijn vooral de werknemers die hier kortdurend verblijven. Op het moment dat kamerbewoning uitgesloten wordt en hier ook op gehandhaafd wordt, zal een waterbedeffect ontstaan, zo leren ook de ervaringen binnen de gemeente Vlissingen. Hier zal dus met prioriteit een oplossing voor gevonden moeten worden.

Naar aanleiding van de conclusies uit de woonagenda is een aantal acties benoemd, waaronder het in procedure brengen van een paraplubestemmingsplan, waarin onder andere een verbod op woningsplitsing / tweede woningbezit en een betere definitie van 'wonen' worden meegenomen.

Doorwerking in dit paraplubestemmingsplan

In dit paraplubestemmingsplan is een betere regeling opgenomen van het wonen. Het verbieden van het gebruik van woningen als tweede woning is niet iets dat in het bestemmingsplan wordt geregeld. Het gebruik als tweede woning is een vorm van wonen die past binnen de woonbestemming. Voor regulering van het gebruik van woningen als tweede woning is de gemeentelijke huisvestingsverordening het aangewezen instrument.

Er is geen regeling opgenomen over woningsplitsing.

2.1.3 Huisvestingsverordening 2023

Op grond van artikel 4 van de Huisvestingswet 2014 kan de gemeenteraad bij verordening voor de duur van ten hoogste vier jaar regels geven met betrekking tot:

  1. a. het in gebruik nemen of geven van woonruimte, en
  2. b. wijzigingen in de bestaande woonruimtevoorraad.

Dat betekent concreet dat in een huisvestingsverordening het volgende kan worden geregeld:

  • Regels over de toewijzing van huurwoningen en de urgentievolgorde voor woningzoekenden.
  • Een vergunning invoeren om woningen te wijzigen: bijvoorbeeld het onttrekken of samenvoegen van woonruimte, het overgaan tot verhuur per kamer of het splitsen van woonruimte/
  • Maatregelen om toeristische verhuur te voorkomen of beperken.
  • De instelling van de opkoopbescherming om tegen te gaan dat woningen opgekocht worden.

De gemeenteraad van Middelburg heeft op 9 november 2023 de Huisvestingsverordening gemeente Middelburg 2023 vastgesteld. De verordening heeft betrekking op woningen onder een bepaalde WOZ-waarde die afhankelijk is gesteld van de wijken in Middelburg en de koopprijsgrens voor het verkrijgen van een Nationale Hypotheek Garantie. Hierin is een vergunningenstelsel voor zowel het onttrekken, omzetten, splitsen als samenvoegen van woonruimten opgenomen.

Een algemeen verbod voor deze wijken en prijsklassen om een woning te onttrekken, samen te voegen, om te zetten of splitsen, doet geen recht aan de behoefte die er ook naar dit soort huisvesting in bepaalde segmenten van de woningmarkt onder bijvoorbeeld studenten en starters kan bestaan. Immers, dergelijke woonvormen kunnen wel gewenst zijn en vanuit ruimtelijke perspectief voldoende passen op de locatie in relatie tot de belangen van ook anderen.

Daarnaast is voor de huisvesting van studenten specifiek beleid opgesteld. Voor de inhoud wordt verwezen naar de 'Beleidsnota Studentenhuisvesting 2023 – 2028'.

De toeristische verhuur van woonruimten is conserverend, door middel van een registratiesysteem en een vergunningplicht (in het gebied binnen de Veste en het Kanaal door Walcheren (de binnenstad)) vastgelegd.

Doorwerking in dit paraplubestemmingsplan

In de huisvestingsverordening worden zaken geregeld die betrekking hebben op het functioneren van de woningmarkt. Voor een regeling in bestemmingsplannen geldt (onder de Wet ruimtelijke ordening) als voorwaarde dat dit noodzakelijk is uit oogpunt van een goede ruimtelijke ordening. Ook het gebruik van woningen door meer dan één huishouden of als onzelfstandige woonruimte kan worden geregeld. Toeristisch gebruik van woningen met een woonbestemming is strijdig gebruik en er wordt geen regeling opgenomen om dat alsnog mogelijk te maken.

Als in een specifieke situatie een initiatief toch gewenst is, bestaat de mogelijkheid om met een afzonderlijke procedure (zogenoemde buitenplanse omgevingsplanactiviteit (BOPA) of wijziging omgevingsplan) hieraan medewerking te verlenen. Dat betekent dat de gemeente per geval een afweging maakt.

2.1.4 Beleidsregels huisvesting arbeidsmigranten Middelburg

Binnen de gemeente Middelburg bestonden tot op heden geen geformaliseerde huisvestingsmogelijkheden voor arbeidsmigranten die een tijdelijke woonruimte zoeken. In de praktijk blijkt dat door tijdelijke arbeidsmigranten of hun werkgevers, panden worden gekocht dan wel worden gehuurd om in deze vraag naar tijdelijke huisvesting te voorzien. Intensieve bewoning van een woning kan echter in een woonomgeving zorgen voor overlast en (vermeende) onveiligheid. De omgeving is veelal niet berekend en ingesteld op intensievere bewoning, almaar wisselende groepen bewoners en drukte en onrust op ongebruikelijke tijdstippen. Hierbij zijn ruimtelijk relevante factoren als parkeerdruk en (geluid)hinder van belang.

Het gebruik van woonpanden voor huisvesting van tijdelijke arbeidsmigranten is ook nadelig voor de bestaande sociale samenhang in een woonbuurt.

Een ander aspect is dat de kwaliteit van de huisvesting van de arbeidsmigranten vaak te wensen overlaat. Dit leidt soms tot onveilige vormen van huisvesting en zelfs tot schrijnende huisvestingssituaties, in de meest uiteenlopende vormen.

De omstandigheden voor arbeidsmigranten zelf en voor de woonomgeving vragen naar het oordeel van het gemeentebestuur tot duidelijkheid voor gemeente, inwoners, werkgevers en arbeidsmigranten. Dit was de reden voor het gemeentebestuur beleid voor de huisvesting van arbeidsmigranten voor zowel de kernen als het buitengebied op te stellen.

Doorwerking in dit paraplubestemmingsplan

In dit paraplubestemmingsplan is geregeld dat een woning mag worden bewoond door ten hoogste één huishouden. Het begrip “huishouden” is gedefinieerd. Ook is een verbod opgenomen voor het gebruik van reguliere woningen als kamerverhuurpand. Het gebruik van woningen door meerdere huishoudens of door onzelfstandige bewoning is daarmee niet langer toegestaan. In de praktijk zijn daarmee de meeste vormen van huisvesting van arbeidsmigranten in woningen met een woonbestemming niet meer mogelijk.

2.2 Beleid Andere Overheden

Een nagenoeg volledig overzicht van de plannen en regelgeving van andere overheden die voor het plangebied (de gehele gemeente Middelburg) van toepassing lijkt te zijn, is te vinden op de deze website (https://omgevingswet.overheid.nl/regels-op-de-kaart). Echter vrijwel al deze plannen zijn voor de beoordeling van de gewenste aanpassingen van dit paraplubestemmingsplan niet relevant omdat ze geen praktische uitwerking hebben op de gemeente Middelburg (bijvoorbeeld Structuurvisie – Rijksoverheid ; programma Noordzee 2022-2027) of niet op het onderwerp betrekking hebben (bijvoorbeeld Verordening Ruimte). Of het is wetgeving onder de Omgevingswet (bijvoorbeeld Besluit activiteiten leefomgeving, Besluit bouwwerken leefomgeving, Besluit kwaliteit leefomgeving) die vooral kaders stelt voor nieuwe activiteiten en nieuw gebruik.

Doorwerking in dit paraplubestemmingsplan

In dit Paraplubestemmingsplan worden echter geen “bestemmingen” gewijzigd en wordt evenmin nieuw gebruik mogelijk gemaakt. Het plan beoogt het gebruik van reguliere woningen te reguleren.

In de Omgevingsverordening Zeeland is weliswaar een paragraaf Wonen opgenomen, maar daarin zijn vooral onderwerpen geregeld die te maken hebben met woningbouw of het toevoegen van nieuwe woningen. Er is ook een artikel (5.19) opgenomen voor huisvesting van tijdelijke werknemers (“arbeidsmigranten”) maar ook dat artikel heeft alleen betrekking op het realiseren van huisvesting voor tijdelijke werknemers. En dat wordt nu net niet geregeld in dit paraplubestemmingsplan. Het tegendeel is het geval. Het gebruik van bestaande woningen voor de huisvesting van tijdelijke werknemers wordt met de voorgestelde aanpassing van de regels van de bestemmingsplannen niet meer mogelijk gemaakt. Als er nieuwe locaties moeten worden ontwikkeld, dan zal daarvoor een afweging moeten worden gemaakt op basis van nieuw beleid en zal hiervoor een afzonderlijke procedure moeten worden doorlopen.

Omdat de inperking van het gebruik van reguliere woningen louter is ingegeven door ruimtelijke en planologische motieven, namelijk het waarborgen van de leefbaarheid en sociale cohesie in de wijken waar dit plaatsvindt, is er ook geen strijd met de Dienstenrichtlijn (Richtlijn 2006/123/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende diensten op de interne markt).

Hoofdstuk 3 Omgevingsaspecten

Op grond van artikel 3.1.6 van het Besluit ruimtelijke ordening (inmiddels vervallen onder de Omgevingswet, maar voor dit bestemmingsplan nog wel toetsingskader) dient in de toelichting van het bestemmingsplan aandacht te worden besteed aan de uitvoerbaarheid van het plan. Dit geldt ook voor een partiële herziening van een bestemmingsplan. Dat betekent doorgaans dat onderzoek moet worden gedaan naar diverse sectorale aspecten zoals verkeer en parkeren, milieuzonering, bodem, ecologie en luchtkwaliteit. Omdat dit paraplubestemmingsplan bestaat uit enkele aanvullingen en aanpassingen van de bestaande regels zijn er geen (directe) raakvlakken met de omgevingsaspecten. Deze worden dan ook niet verder beoordeeld, noch toegelicht.

Hoofdstuk 4 Planbeschrijving

4.1 Plansystematiek

Een partiële herziening is een bestemmingsplan dat voor een bepaald gebied slechts een deel van de planologische regeling verandert. In dit geval is dat voor het gehele grondgebied van de gemeente Middelburg en worden de regels van die bestemmingsplannen voor een heel klein deel aangevuld en vervangen.

Voor het overige blijft de onderliggende planologische regeling van kracht. De Wet ruimtelijke ordening, die voor dit bestemmingsplan nog van belang is, kent geen bijzondere regels ten aanzien van partiële herzieningen. Partiële herzieningen zijn daarmee bestemmingsplannen die moeten voldoen aan de eisen die ook aan (integrale) bestemmingsplannen worden gesteld. Bestemmingsplannen en dus ook partiële herzieningen die vanaf 1 januari 2010 als ontwerp ter inzage worden gelegd, moeten voldoen aan de RO standaarden 2012 (Standaard Vergelijkbare BestemmingsPlannen (SVBP2012), Informatiemodel Ruimtelijke Ordening 2012 (IMRO2012), etc.).

4.2 Planregels

De planregels bestaan uit de volgende drie hoofdstukken:

Hoofdstuk 1. Inleidende regels

Dit hoofdstuk omvat een aantal voor het plan van belang zijnde begripsbepalingen. Deze worden in artikel 2 van toepassing verklaard op alle in bijlage 1 bij de regels genoemde bestemmingsplannen, (partiële) herzieningen daarvan, wijzigingsplannen en uitwerkingsplannen. Voor zover een bepaald begrip in een bestaand plan al voorkomt, wordt dit vervangen door de begripsbepaling in het paraplubestemmingsplan.

Hoofdstuk 2. Algemene regels

Dit hoofdstuk bevat een artikel.

  • Artikel 3.1 bevat een regeling voor gebruik van gronden en bouwwerken in strijd met dit paraplubestemmingsplan. Strijdig gebruik is in ieder geval het gebruiken, te doen of te laten gebruiken van een Woning als Kamerverhuurpand.

Hoofdstuk 3. Overgangs- en slotregels

Dit hoofdstuk bevat het voor alle bestemmingsplannen verplicht op te nemen overgangsrecht voor bouwwerken en gebruik, alsmede de citeertitel van het plan.

Hoofdstuk 5 Uitvoerbaarheid

In artikel 3.1.6 van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) is bepaald dat een bestemmingsplan vergezeld gaat van een toelichting waarin de inzichten over de uitvoerbaarheid van het plan zijn neergelegd. Dit hoofdstuk gaat in op de uitvoerbaarheid, waarbij eerst de economische uitvoerbaarheid aan bod komt en vervolgens de maatschappelijke uitvoerbaarheid.

5.1 Economische Uitvoerbaarheid

Op grond van afdeling 6.4. van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) geldt voor de gemeente de verplichting tot kostenverhaal in de gevallen die zijn aangewezen in het Bro. Het Bro stelt kostenverhaal verplicht in geval er sprake is van bepaalde bouwplannen van bepaalde bouwplannen, bijvoorbeeld de bouw van één of meer woningen.

Met dit bestemmingsplan wordt echter geen nieuw bouwplan mogelijk gemaakt. Er worden geen nieuwe woningen toegestaan. Kostenverhaal is daarmee niet aan de orde. De economische uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan is niet in het geding.

5.2 Maatschappelijke Uitvoerbaarheid

Dit paraplubestemmingsplan doorloopt de in de Wro vastgelegde bestemmingsplanprocedure.

De hoofdlijnen van de nieuwe regeling in het ontwerpbestemmingsplan was gebaseerd op eerder vastgestelde beleidsnota's. Inspraak ingevolge de gemeentelijke Inspraakverordening was dan ook niet nodig.

Het ontwerpbestemmingsplan heeft zes weken ter inzage gelegen. In deze periode kon eenieder zijn zienswijze kenbaar maken. Hiervan is geen gebruik gemaakt.

Na de terinzagelegging is besloten om de regeling in het bestemmingsplan en relevante beleidsstukken (zie voorwoord) nog eens kritisch tegen het licht te houden en voor nu de regeling te vereenvoudigen en te beperken tot dat wat dringend nodig, namelijk het reguleren van het gebruik van reguliere woningen.

In het kader van het wettelijke verplichte vooroverleg ex artikel 3.1.1 Besluit ruimtelijke ordening (Bro) zijn de volgende vooroverlegpartners in kennis gesteld van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan: Veiligheidsregio Zeeland, Provincie Zeeland en Waterschap Scheldestromen. Zij hebben aangegeven, gelet op de inhoud van het plan, geen aanleiding te zien om een inhoudelijke reactie te geven.

Na de vaststelling wordt het bestemmingsplan nogmaals zes weken ter inzage gelegd. Tijdens deze periode bestaat de mogelijkheid tot het indienen van beroep bij de Raad van State. Indien geen beroep wordt ingesteld, is het plan na deze beroepstermijn onherroepelijk en treedt het plan in werking.

Bijlage 1 Staat Van Wijzigingen

Bijlage 1 Staat van wijzigingen