Rijksweg N57
Beheersverordening - Gemeente Middelburg
Vastgesteld op 24-06-2013 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
1.1 verordening
de beheersverordening Rijksweg N57 overeenkomstig de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0687.BVRKWN57-VG99 met bijbehorende bestanden.
1.2 beheersverordening
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
1.3 bestaand
- a. bestaand gebruik: het gebruik van de gronden en bouwwerken zoals aanwezig op het moment van de vaststelling van de verordening; daaronder valt niet het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan;
- b. bestaande bouwwerken: bouwwerken die op het tijdstip van de vaststelling van de verordening:
- 1. aanwezig zijn én bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht zijn gebouwd;
- 2. nog kunnen worden gebouwd krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen;
- 3. daaronder valt niet het bouwen dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan;
- c. bestaande afmetingen: afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen, die op het tijdstip van inwerkingtreding van de verordening tot stand zijn gekomen of tot stand zullen komen met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
- d. bestaande goot- of bouwhoogte: goot- of bouwhoogtematen, die op het tijdstip van inwerkingtreding van de verordening tot stand zijn gekomen of tot stand zullen komen met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
- e. onder bestemmingsplan en Wet algemene bepalingen omgevingsrecht wordt tevens verstaan de voorgaande wet- en regelgeving die hiermee gelijk wordt gesteld.
1.4 besluit(sub)vlak
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waarvoor ingevolge deze verordening regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
1.5 bevoegd gezag
bevoegd gezag zoals bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
1.6 bouwen
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.
1.7 bouwwerk
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 2 N57
2.1 Bestaand gebruik en bestaande bouwwerken
- a. de in het besluitvlak 'N57' gelegen gronden en bestaande bouwwerken mogen worden gebruikt overeenkomstig het bestaande gebruik;
- b. bestaande bouwwerken mogen worden vervangen door bouwwerken van dezelfde afmetingen en op dezelfde locatie.
2.2 Aanvulling op lid 2.1 ten aanzien van het BOUWEN en GEBRUIK
In aanvulling op lid 2.1 gelden ten aanzien van het bouwen en gebruik de voorschriften en kaarten zoals opgenomen in bijlage 1 en 2.
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 3 Antidubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 4 Overgangsrecht
4.1 Overgangsrecht bouwwerken
Voor bouwwerken luidt het overgangsrecht als volgt:
- a. een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van de beheersverordening aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van de beheersverordening, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
- 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- 2. na het tenietgaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is tenietgegaan;
- b. het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van dit lid onder a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in dit lid onder a met maximaal 10%;
- c. dit lid onder a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat bestemmingsplan.
4.2 Overgangsrecht gebruik
Voor gebruik luidt het overgangsrecht als volgt:
- a. het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van de beheersverordening en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet;
- b. het is verboden het met de beheersverordening strijdige gebruik, bedoeld in dit lid onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met de beheersverordening strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind;
- c. indien het gebruik, bedoeld in dit lid onder a, na het tijdstip van de inwerkingtreding van de beheersverordening voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten;
- d. dit lid onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat bestemmingsplan.
Artikel 5 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van de beheersverordening 'Rijksweg N57'.
Bijlagen Bij De Regels
Bijlage 1 Kaarten
Bijlage 2 Regels N57
Hoofdstuk 1 Inleiding
1.1 Actualiseringsopgave Bestemmingsplannen
De voorliggende beheersverordening Rijksweg N57 is een nadere uitwerking van de ingezette actualiseringsopgave van de gemeente Middelburg, met als doelstellingen:
- reductie van het aantal bestemmingsplannen en beheersverordeningen (in totaal waren er voor de gestarte actualiseringsopgave circa 60 bestemmingsplannen van toepassing);
- samenhang en afstemming in opzet en inhoud;
- rechtszekerheid en klantgerichtheid, dat wil zeggen voor de burger duidelijk, toegankelijke en op actuele behoeften en eisen afgestemde plannen;
- het vervangen van (in ieder geval) bestemmingsplannen die ouder zijn dan 10 jaar.
Actualisatie van de regeling kan plaatsvinden via een nieuw bestemmingsplan of door een beheersverordening. Voor Rijksweg N57 is gekozen voor het instrument beheersverordening. In hoofdstuk 3 is de onderbouwing van de keuze voor de beheersverordening beschreven.
1.2 Verordeningsgebied
Het verordeningsgebied omvat het tot de gemeente Middelburg behorende deel van de Rijksweg N57. Het plangebied bevindt zich globaal aan de oostrand van (de stad) Middelburg en Sint Laurens.
Het zuidelijk deel tussen het knooppunt met de A58 en het kanaal wordt de N57 aan de westzijde geflankeerd door de woonwijken Mortiere en Dauwendaele en aan de oostzijde door het bedrijventerrein Arnestein.
In het middendeel kruist de N57 via een aquaduct het kanaal en de spoorlijn Vlissingen-Roosendaal. Noordelijk van het Kanaal door Walcheren bevindt zich ter hoogte van het bedrijventerrein Ramsburg en de Veerseweg een verkeersknooppunt welke de verbinding verzorgt met de oostelijke entree van de binnenstad van Middelburg en met het regionale wegenstelsel richting Veere. In dit deelgebied vormt een fietstunnel onder de N57 door de verbinding tussen het zuidelijke en noordelijke deel van de Veerseweg. Nabij deze fietstunnel aan de westzijde van dit verkeersknooppunt (tussen de N57, Kroonveldweg en Haneveldweg) is een agrarisch perceel met bedrijfsgebouwen en een woning aanwezig (Veerseweg 126).
Het noordelijk deel van de N57 is globaal gelegen tussen enerzijds Nieuw Middelburg en de Veersepoort (de noordelijke woongebieden van Middelburg) en de kern Sint Laurens aan de westzijde en anderzijds het landelijke gebied aan de oostzijde.
De ligging van het plangebied is globaal aangegeven op figuur 1.1.
Figuur 1.1. Globale ligging plangebied (bron: Google Maps - ©2013)
1.3 Geldende Regeling
In het verordeningsgebied is uitsluitend het bestemmingsplan Rijksweg N57 uit 2003 van toepassing.
1.4 Leeswijzer
Deze toelichting op de beheersverordening is als volgt opgebouwd.
- Hoofdstuk 2 De beheersverordening als instrument beschrijft het instrument beheersverordening en de instrumenten die in aanvulling op de verordening beschikbaar zijn voor het beheer van Rijksweg N57.
- Hoofdstuk 3 De beheersverordening voor de N57 bevat de onderbouwing van de keuze voor het instrument beheersverordening voor Rijksweg N57, de uitgangspunten waarop de beheersverordening is gebaseerd en de toelichting op de inhoud van de verordening. Tevens is ingegaan op handhaving.
- Hoofdstuk 4 Toetsing aan beleids- en omgevingsaspecten bevat het onderzoek naar de relevante beleidskaders en de toepasselijkheid daarvan op de verordening en het onderzoek naar de omgevingsaspecten die bij de totstandkoming van de verordening zijn betrokken en beoordeeld.
Hoofdstuk 2 De Beheersverordening Als Instrument
2.1 Inleiding
Dit hoofdstuk bevat een beschrijving van de beheersverordening als instrument. Ook wordt aandacht besteed aan de instrumenten waarmee - naast de beheersverordening - het ruimtelijk beheer van het verordeningsgebied kan worden ingevuld.
2.2 De Beheersverordening
Noodzaak: actualiseringsverplichting Wro
Op basis van artikel 3.1 van de Wro dient de gemeenteraad voor het gehele grondgebied van de gemeente een of meer bestemmingsplannen vast te stellen, waarbij ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening de bestemming van de in het plan begrepen grond wordt aangewezen en met het oog op die bestemming regels worden gegeven. Deze regels betreffen in elk geval regels omtrent het gebruik van de grond en van de zich daar bevindende bouwwerken. Deze regels kunnen tevens strekken ten behoeve van de uitvoerbaarheid van in het plan opgenomen bestemmingen.
Indien voor het verstrijken van de periode van tien jaar de raad niet opnieuw een bestemmingsplan heeft vastgesteld dan wel een verlengingsbesluit heeft genomen, om te voldoen aan het actueel houden van hun juridisch-planologische regimes.
Onverminderd de gevallen waarin bij of krachtens wettelijk voorschrift een bestemmingsplan is vereist, kan de gemeenteraad in afwijking van artikel 3.1 voor die delen van het grondgebied van de gemeente waar geen ruimtelijke ontwikkeling wordt voorzien, in plaats van een bestemmingsplan een beheersverordening vaststellen waarin het beheer van dat gebied overeenkomstig het bestaande gebruik wordt geregeld. De kennisgeving van een besluit tot vaststelling van een beheersverordening geschiedt tevens langs elektronische weg.
Bestanddelen beheersverordening
De beheersverordening bevat regels voor het beheer van het verordeningsgebied en voor het vastleggen van de bestaande situatie. De beheersverordening wordt digitaal opgesteld en voldoet daarmee aan de wettelijke verplichting van de Wet ruimtelijke ordening. Hierdoor kent de beheersverordening de volgende bestanddelen.
- Een verbeelding met daarop aangegeven het gebied waarop de verordening betrekking heeft, met een of meer objecten binnen het gebied, die op de verbeelding zijn aangeven als besluit(sub)vlak.
- Regels die gekoppeld zijn aan het gebied en/of de objecten en die kunnen gaan over gebruiken, bouwen, aanleggen en slopen, binnenplans met een omgevingsvergunning afwijken van de verordening en eventueel overgangsrecht.
De beheersverordening bevat tevens een toelichting waarin de gemaakte keuzen zijn onderbouwd.
Beheersverordening vormvrij
De beheersverordening is een vormvrij instrument. Alhoewel de Wet ruimtelijke ordening dit niet vereist, is het noodzakelijk de beheersverordening vergezeld te laten gaan van een toelichting, waarin de gemaakte keuzen zijn onderbouwd. De Wet ruimtelijke ordening bepaalt wel dat de beheersverordening de volgende elementen kan bevatten:
- een verbod om bepaalde werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren zonder omgevingsvergunning (bijvoorbeeld ter bescherming van bepaalde waarden of belangen);
- een verbod om bouwwerken te slopen zonder omgevingsvergunning (bijvoorbeeld voor cultuurhistorisch waardevolle objecten);
- binnenplanse afwijkingsregels;
- overgangsrecht.
Voor de Rijksweg N57 bevat de beheersverordening regels voor het gebruik, het bouwen en het afwijken met een omgevingsvergunning.
- Er zijn geen regels nodig gebleken voor het slopen of aanleggen. Er wordt geen sloop nagestreefd of tegengegaan. Specifieke waarden ontbreken, zodat een aanlegvergunningsysteem achterwege kan blijven.
Inhoudelijk
Een beheersverordening is een beheerregeling voor het bestaand gebruik voor een gebied met een lage dynamiek waarin geen ruimtelijke ontwikkelingen zijn voorzien binnen de planperiode van de verordening (tien jaar). Het begrip 'bestaand' kan zowel 'eng' als 'ruim' worden uitgelegd.
Bestaand gebruik in 'enge zin'
Bij bestaand gebruik in 'enge zin' worden alleen de bestaande feitelijk aanwezige functies en bebouwing vastgelegd. Het gaat daarbij om gebruik en bouwen inclusief hetgeen dat op basis van verleende vergunningen is toegestaan, maar nog niet is gerealiseerd.
Bestaand gebruik in 'ruime zin'
Bij gebruik in 'ruime zin' wordt het vigerende bestemmingsplan als uitgangspunt genomen. Gebruik in 'ruime zin' kan weer worden onderscheiden in een beperkte en een brede variant.
- In de beperkte variant wordt uitgegaan van het bestaande gebruik met de bijbehorende bouwwerken en passend en vastgelegd in het bestemmingsplan waarin nog beperkte uitbreidingsmogelijkheden zijn die al dan niet zijn gerealiseerd. Het gaat dan bijvoorbeeld om de erfbebouwing en beperkte uitbreidingen van het hoofdgebouw.
- In de brede variant kunnen alle nog niet gerealiseerde gebruiks- en bouwmogelijkheden van een bestemmingsplan worden opgenomen.
Keuze beheersverordening Rijksweg N57
Voor de voorliggende beheersverordening Rijksweg N57 geldt dat aangesloten is bij de ruime uitleg van bestaand gebruik. In het verordeningsgebied zijn derhalve naast het feitelijke bestaande toegestane gebruik ook onbenutte juridisch-planologische gebruiks- en bouwmogelijkheden uit het geldende bestemmingsplan betrokken en vastgelegd.
Procedureel
Algemeen
De beheersverordening is een gemeentelijke verordening.
- Er is geen sprake van een wettelijke voorbereidingsprocedure.
- Bij de voorbereiding van deze beheersverordening is door middel van een toetsingsmoment aan iedereen de gelegenheid gegeven een reactie op de beheersverordening in te dienen, voorafgaand aan de vaststelling.
- De beheersverordening wordt digitaal vastgesteld.
- Er staat tegen de vaststelling van een beheersverordening geen beroep open.
Keuze beheersverordening Rijksweg N57
De beheersverordening is voor de actualiseringsverplichting het geschikte instrument, omdat het juist bedoeld is om de bestaande situatie vast te leggen, terwijl kleinschalige ruimtelijke wijzigingen mogelijk blijven, voor zover passend bij een gebied met lage dynamiek. Voorts zet de gemeente aanvullende instrumenten in om een gebied niet op slot te zetten en binnen het beheer van het gebied aanvaardbare niet ingrijpende ontwikkelingen mogelijk te maken.
2.3 Aanvullende Ruimtelijke Instrumenten
Beheersverordening en andere instrumenten
De beheersverordening is één van de beschikbare instrumenten voor het ruimtelijk beheer van de Rijksweg N57. Voor de weg zal in de komende jaren niets wijzigen. Indien in de toekomst er wijzigingen optreden rond het agrarisch bedrijf aan de Veerseweg 126 dan kan dit worden geregeld met een ander instrument dan die benut kunnen worden voor het beheer. Het gaat daarbij om de volgende instrumenten:
- het vergunningvrij bouwen;
- de planologische kruimelgevallen;
- omgevingsvergunning voor afwijken van de beheersverordening te voorzien van een ruimtelijke onderbouwing.
Het vergunningvrij bouwen
In bijlage II van het Besluit omgevingsrecht (Bor) zijn bouwactiviteiten opgenomen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is. Daarbij is onderscheid gemaakt tussen twee categorieën van vergunningvrije activiteiten:
- de geheel vergunningvrije activiteiten uit artikel 2 van Bijlage II, die niet binnen een bestemmingsplan of beheersverordening hoeven te passen, zoals aan- of uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen, zonnepanelen, vlaggenmasten, erfafscheidingen, nutsgebouwtjes, dakkapellen, antenne-installaties, straatmeubilair, containers voor huisvuil en installaties voor het regelen van het verkeer;
- de activiteiten uit artikel 3 van bijlage II, die alleen vergunningvrij zijn als zij passen binnen een bestemmingsplan of beheersverordening, zoals bouwwerken op het achtererf die hoger zijn dan 5.00 m, zwembaden bij woningen, openbare speeltoestellen en onder omstandigheden veranderingen aan bouwwerken.
Voor beide categorieën gelden de volgende uitzonderingen:
- vergunningvrij bouwen is niet toegestaan in een gebied dat wegens explosiegevaar of op grond van veiligheidsrisico's onbebouwd moet blijven;
- het aantal woningen mag niet worden veranderd door vergunningvrij bouwen;
- wanneer een gebied archeologische resten bevat is vergunningvrij bouwen over een oppervlakte van meer dan 50 m2 niet toegestaan.
Voor de vergunningvrije activiteiten is logischerwijs geen procedure van toepassing. Deze kunnen zonder meer worden uitgevoerd.
Planologische kruimelgevallen
In bijlage II van het Bor zijn ook de zogenaamde planologische kruimelgevallen opgenomen. Het gaat om zogenaamde bijbehorende bouwwerken, die groter zijn dan de bouwvergunningvrije bouwwerken, infrastructurele en nutsvoorzieningen, antennes tot 40 m, duurzame energie-installaties, evenementen en gebruiksveranderingen tot maximaal 1.500 m2 binnen de bebouwde kom, inclusief inpandige bouwactiviteiten.
Voor de activiteiten die via kruimelgevallenregeling mogelijk kunnen worden gemaakt geldt de reguliere voorbereidingsprocedure van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). Dit betekent dat er een beslistermijn van 8 weken geldt na ontvangst van de aanvraag. Nadat de vergunning is verleend staat tegen de vergunning bezwaar en beroep open.
Afwijken van de beheersverordening bij omgevingsvergunning
Voor - de op dit moment - onvoorziene ontwikkelingen, die niet met de voorgaande instrumenten zijn in te passen, biedt de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) de mogelijkheid van de beheersverordening af te wijken indien wordt aangetoond dat de beoogde ontwikkeling in overeenstemming is met een goede ruimtelijke ordening. Mocht zich gedurende de looptijd van een plan zodoende een situatie voordoen die niet in de beheersverordening is in te passen, noch met voorgaande instrumenten kan worden toegestaan, zal deze situatie worden beoordeeld in het kader van de gevolgen die de betreffende ontwikkeling voor de ruimtelijke kwaliteit heeft.
Voor het bouwen/gebruiken met een ruimtelijke onderbouwing geldt de uitgebreide voorbereidingsprocedure. Deze procedure omvat een termijn waarin de ontwerpvergunning ter inzage wordt gelegd en een ieder zijn of haar zienswijze kan indienen. De procedure heeft een beloop van 6 maanden. Nadat de vergunning is verleend staat hiertegen direct beroep open.
Toepassing van de instrumenten in aanvulling op de beheersverordening
Bij het opstellen van de beheersverordening is rekening gehouden met de mate waarin bovengenoemde instrumenten kunnen worden ingezet in het verordeningsgebied. Gelet op de mogelijkheden die het vergunningvrij bouwen biedt en met name ook de planologische kruimelgevallen, is ervoor gekozen bepaalde bouw- en gebruiksmogelijkheden niet in de beheersverordening op te nemen.
Bij deze keuze heeft de strekking van het instrument beheersverordening een belangrijke rol gespeeld. Zoals eerder al benoemd, is de beheersverordening bedoeld om de bestaande situatie te beheren. In paragraaf (2.2 De beheersverordening) is nader uiteengezet op welke wijze de bestaande situatie voor het Rijksweg N57 is ingevuld. Op het moment dat zich een geval voordoet al niet als passend binnen de 'bestaande situatie' kan worden beschouwd, kunnen de eerder genoemde alternatieve instrumenten worden ingezet, om die ontwikkeling eventueel mogelijk te maken of te reguleren.
Voorbeelden van activiteiten waarvan wordt verwacht dat deze in het verordeningsgebied van de Rijksweg N57 wellicht zullen voorkomen, zijn:
- vergunningvrij bouwen van erfbebouwing;
- vergunningvrij bouwen van algemene voorzieningen, zoals vuilcontainers, straatmeubilair, etc;
- gebruiksveranderingen via de kruimelgevallenregeling;
- niet vergunningvrije algemene voorzieningen via de kruimelgevallenregeling.
Het vergunningvrij bouwen is een wettelijk recht. De gemeente kan hier geen invloed op uitoefenen. Dit is anders voor de activiteiten uit de kruimelgevallenregeling. Deze activiteiten moet de gemeente eerst goedkeuren alvorens deze kunnen worden uitgevoerd.
Hoofdstuk 3 De Beheersverordening Voor De N57
3.1 Inleiding
In dit hoofdstuk wordt de toepassing van deze instrumenten op de Rijksweg N57 uiteengezet en worden de gemaakte keuzes inzichtelijk gemaakt. Tevens is een toelichting op de regeling opgenomen met aansluitend aandacht voor handhaving.
3.2 Waarom Een Beheersverordening Voor De N57
Het geldende bestemmingsplan voor de Rijksweg N57 is toe aan actualisatie. Op dit moment is ervoor gekozen om voor nagenoeg het gehele plangebied een beheersverordening op te stellen aangezien in dit gebied nauwelijks (wezenlijke) veranderingen aan de orde of te verwachten zijn. Wijzigingen van de inrichting van de N57 (zoals tracé, indeleing en aantal rijbanen, knooppunten) zijn niet voorzien. Ten opzichte van het geldende bestemmingsplan is slechts sprake van twee ondergeschikte aanpassingen.
- Een noodzakelijke grenscorrectie bij het woongebied Mortiere.
Rekening is gehouden met een afstemming op de plangrens van het nieuwe (in voorbereiding zijnde) bestemmingsplan voor de Mortiere. De gronden waar ten behoeve van een goed woon- en leefklimaat in deze woonwijk de realisering van een geluidswerende voorziening langs de N57 is gepland worden opgenomen in het nieuwe bestemmingsplan voor deze woonwijk. - Voortzetting van alleen het bestaand gebruik binnen het resterende plangebied (c.q. in het gehele beheersverordeningsgebied).
De aanvankelijk beoogde ontwikkeling van een brandstofverkooppunt en horecavoorziening bij het verkeersknooppunt bij de nieuwe oostelijke entree van Middelburg is niet meer actueel en wordt niet gecontinueerd.
Inzet beheersverordening
Om de bestaande situatie van het gebied te behouden wordt de beheersverordening ingezet. De beheersverordening is voor dit doel het geschikte instrument, omdat het juist bedoeld is om de bestaande situatie vast te leggen, terwijl kleinschalige ruimtelijke wijzigingen mogelijk blijven, voor zover passend bij een gebied met lage dynamiek.
3.3 Opzet Beheersverordening
3.3.1 Algemeen
Uitgangspunten
De beheersverordening Rijksweg N57 is gebaseerd op de volgende twee uitgangspunten:
- behoud van het bestaande legale gebruik. Hieronder wordt het gebruik verstaan dat op grond van het vigerend planologisch kader is toegestaan;
- het goed beheren van de bestaande situatie;
- afstemming van de bouw- en gebruiksmogelijkheden op het geldende planologisch regime, voor zover passend binnen de sectorale wetgeving, rekening houdend met de aanvullende instrumenten (zie paragraaf 2.3).
3.3.2 Behoud van het bestaand gebruik
Bevestiging
In het gebied van de beheersverordening zijn uiteenlopende functies en activiteiten gevestigd. Deze worden als feitelijk bestaand gebruik aangemerkt en als zodanig op de verbeelding en in de gebiedsregels bevestigd, mits legaal tot stand gekomen en passend in de vigerende bestemmingsregeling of wanneer deze op grond van een vrijstelling ex artikel 19 van Wet op de Ruimtelijk Ordening (oud) of een afwijkingsbesluit zijn toegestaan.
Begrip 'bestaand'
In artikel 1 van de beheersverordening is invulling gegeven aan de inhoud van het begrip 'bestaand'. Hier onder wordt het volgende verstaan.
1.3 bestaand
- a. bestaand gebruik: het gebruik van de gronden en bouwwerken zoals aanwezig op het moment van de vaststelling van de verordening; daaronder valt niet het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan;
- b. bestaande bouwwerken: bouwwerken die op het tijdstip van de vaststelling van de verordening:
- 1. aanwezig zijn én bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht zijn gebouwd;
- 2. nog kunnen worden gebouwd krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen;
- c. bestaande afmetingen: afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen, die op het tijdstip van inwerkingtreding van de verordening tot stand zijn gekomen of tot stand zullen komen met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
- d. bestaande goot- of bouwhoogte: goot- of bouwhoogtematen, die op het tijdstip van inwerkingtreding van de verordening tot stand zijn gekomen of tot stand zullen komen met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
- e. onder bestemmingsplan en Wet algemene bepalingen omgevingsrecht wordt tevens verstaan de voorgaande wet- en regelgeving die hiermee gelijk wordt gesteld.
3.3.3 Goed beheer van de bestaande situatie
Het beheer van de bestaande situatie is het uitgangspunt van deze beheersverordening. Dit leidt ertoe, dat de gemeente over een toetsingskader beschikt op basis waarvan omgevingsvergunningen kunnen worden verleend en handhaving kan plaatsvinden.
Deze verordening regelt dit uitgangspunt door te bepalen dat zowel qua gebruik als qua bouwen de bestaande legale situatie ook de toegestane situatie is. Gekozen is voor het koppelen van de vigerende bestemmingsplankaarten en -regels aan één besluitvlak dat het gehele verordeningsgebied omvat. De regels ten aanzien van zowel het bouwen als het gebruik blijven hierdoor onverkort van kracht. Op deze wijze wordt geen afbreuk gedaan aan bestaande rechten. Dit omvat dus het gebruik in ruime zin (zie paragraaf 2.2);
- De bestaande situatie kan, qua bouwen, worden omschreven als de gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, die conform de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht zijn gebouwd (ofwel vergunningvrij, ofwel op basis van een verleende vergunning), nog legaal kunnen worden gebouwd (op grond van een nog niet benutte vergunning) of die nog vergund kunnen worden op grond van de nog niet benutte mogelijkheden uit de vigerende bestemmingsplannen, die in de voorliggende beheersverordening zijn overgenomen.
- Het bestaande situatie kent, qua gebruik, een aantal hoofdfuncties, zoals Verkeer, , met de daarbij behorende voorzieningen. Naast het bestaande gebruik, mits legaal tot stand gekomen, kan ook in de toekomst nog gebruik gemaakt worden van de mogelijkheden die de vigerende bestemmingsplannen bieden.
- De in het vigerende bestemmingsplan opgenomen vrijstellingsbepalingen blijven van kracht. Een uitzondering geldt hierbij voor de opgenomen wijzigingsbevoegdheden en uit te werken bestemming: in een beheersverordening is het toepassen van deze juridisch-planologische instrumenten niet mogelijk. Deze mogelijkheden zijn niet in overeenstemming met het conserverende karakter van een beheersverordening.
Bij de aanvraag om omgevingsvergunning en in handhavingszaken kan de bestaande situatie door middel van de volgende bronnen worden geverifieerd:
- archief omgevings- en bouwvergunningen;
- luchtfoto.
Archief vergunningen
Door middel van het gemeentelijk archief met verleende bouw- en omgevingsvergunningen is per geval de bestaande situatie inzichtelijk.
Luchtfoto
Een recente luchtfoto (zie bijlage 1) van het verordeningsgebied is als bijlage toegevoegd, zodat inzicht bestaat in de feitelijke gebouwde situatie. Aan de hand van luchtfoto zijn verschillende waarnemingen mogelijk. Dit betreft onder meer de locatie van de bebouwing, gebruik van gronden, wegen en de waterkering.
3.3.4 Afstemming planologische mogelijkheden
In de regels zijn uitsluitend de mogelijkheden overgenomen vanuit het geldende planologische regimes. In aanvulling op de planologische regimes worden in de voorliggende beheersverordening geen besluitsubvlakken opgenomen.
3.3.5 Onderdelen en opzet beheersverordening
De beheersverordening bestaat uit de volgende onderdelen:
- 1. de verbeelding;
- 2. de regels.
Verbeelding
Op de verbeelding is in de ondergrond de bestaande situatie (bebouwing en kadastrale eigendomsgrenzen) weergegeven. Daarbij is gebruikgemaakt van een digitaal bestand. Op deze ondergrond is op basis van de bestaande situatie een besluitvlak getekend waarmee is aangegeven voor welk gebied de verordening geldt.
De regels
De regels bestaan uit vier hoofdstukken.
- Hoofdstuk 1 van de regels bevat de begripsbepalingen (artikel 1). Deze bepalingen zijn noodzakelijk voor een juiste interpretatie van de regels.
- In hoofdstuk 2 zijn de gebiedsregels ofwel de gebruiks- en bouwregels voor het besluitvlak N57 opgenomen. In deze bepaling is het toelaatbare gebruik van gronden en bouwwerken aangegeven en is een bepaling inzake het bouwen, het gebruik opgenomen. Verwezen wordt ook naar de bijlage van de regels. Daarin is in bijlage 1 een kaart opgenomen met het toegestane gebruik van de gronden en bouwwerken. Deze kaart is gebaseerd op het momenteel geldende bestemmingsplan. In bijlage 2 bij de regels van deze verordening zijn de bij de kaart in bijlage 1 behorende regels opgenomen. Deze zijn eveneens gebaseerd op de geldende regeling. Alleen wijzigingsbevoegdheden en uit te werken zijn niet overgenomen, evenals het overgangsrecht. De toelichting op deze regels is opgenomen in bijlage 2 bij de toelichting. Voor een juiste beoordeling van gebruik en bouwen wordt het besluitvlak N57 geraadpleegd, inclusief de kaart in bijlage 1 en de daarbij behorende regeling in bijlage 2. Deze bouwregels zijn niet van toepassing op de categorie 'vergunningvrije bouwwerken'.
- Hoofdstuk 3 omvat algemene bepalingen die voor het gehele gebied van toepassing zijn: de antidubbeltelregel.
- De overgangs- en slotbepalingen zijn ondergebracht in hoofdstuk 4. In het laatste artikel is de naam van deze beheersverordening opgenomen: 'Rijksweg N57'.
Hoofdstuk 4 Toetsing Aan Beleids- En Omgevingsaspecten
4.1 Inleiding
Dit hoofdstuk omvat de resultaten van de uitgevoerde toetsing aan relevante beleids- en omgevingsaspecten (inclusief sectorale wet- en regelgeving). De conclusie is, dat deze aspecten de totstandkoming van de beheersverordening niet in de weg staan.
4.2 Beleidsaspecten
In het kader van deze beheersverordening is getoetst welke beleidsstukken op rijks-, provinciaal en gemeentelijk niveau relevant zijn. Gelet op de uitgangspunten van deze verordening, is uitsluitend ingegaan op beleid, dat eventueel consequenties voor de verordening heeft. Omdat de beheersverordening ziet op het beheer van de bestaande situatie is een uitgebreidere toets niet noodzakelijk.
beleidskader | beleidsdoelstelling / beoordelingsaspect | afweging en conclusie |
Rijk Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte | Waarborgen nationale belangen | Er zijn geen nationale belangen in het geding. |
Provincie Omgevingsplan Zeeland Provinciaal Verkeers- en Vervoersplan | Waarborgen duurzaam veilig verkeer (afwikkeling / doorstroming | De N57 is aangelegd overeenkomstig de uitgangspunten voor duurzaam veilig verkeer. Deze huidige situatie blijft ongewijzigd. De huidige situatie in het verordeningsgebied blijft ongewijzigd. |
Gemeente Kwaliteitsatlas Middelburg | Waarborgen ruimtelijke, milieu- en woon- en leefkwaliteit | Ten behoeve van de woon- en leefkwaliteit in de wijk Mortiere wordt in het kader van en op gronden behorende bij het nieuwe bestemmingsplan voor deze woonwijk voorzien in een geluidswerende voorziening langs de N57. Dit gedeelte wordt opgenomen in het bestemmingsplan Mortiere. |
4.3 Omgevingsaspecten
Voorafgaand aan de keuze voor de inzet van de beheersverordening Rijksweg N57 heeft een scan plaatsgevonden van relevante omgevingsaspecten. Dit onderzoek is beperkt van aard, omdat de beheersverordening is gericht op consolidatie van de bestaande planologisch-juridische situatie. Het onderzoek richtte zich erop te bepalen of in het gebied vanuit milieu, geluid, water, natuur, externe veiligheid of cultuurhistorie aanleiding bestaat tot het treffen van maatregelen of het stellen van regels. Hiervoor is een toets uitgevoerd of voldaan wordt of kan worden voldaan aan wet- en regelgeving.
4.3.1 Water
Een deel van het gebied van de beheersverordening omvat het waterstaatswerk langs (en onderdoor) het Kanaal door Walcheren en de daarbij behorende beschermingszone A. Voor deze waterkeringen wordt de regeling uit het bestemmingsplan N57 gecontinueerd. Verwezen wordt naar bijlage 1 en 2 van de regels.
Omdat de bestaande situatie wordt gehandhaafd behoeven andere wateraspecten geen nadere toelichting.
4.3.2 Externe veiligheid
Inrichtingen
In het plangebied zijn geen risicovolle bedrijven gevestigd. Ook buiten het plangebied zijn geen risicovolle bedrijven gevestigd waarvan de plaatsgebonden risicocontour tot in het plangebied reikt. Hiermee vormt dit aspect geen belemmering voor de beheersverordening.
Transport gevaarlijke stoffen
In het beheersverordeningsgebied vindt transport van gevaarlijke stoffen plaats. Conform het basisnet voor de weg blijkt dat deze weg niet beschikt over een veiligheidszone en een Plasbrandaandachtsgebied (PAG). De beheersverordening maakt geen ontwikkelingen mogelijk. Het groepsrisico zal daarom niet toenemen en onder de oriëntatiewaarde blijven. Een verantwoording van het groepsrisico is niet noodzakelijk. Het aspect vormt daarom ook geen belemmering voor de beheersverordening.
4.3.3 Archeologie
Ten tijde van voorbereiding van de aanleg van de N57 heeft uitgebreid archeologisch vooronderzoek in het plangebied plaatsgevonden. Uit dat vooronderzoek, bleken een aantal vindplaatsen naar voren te komen, die mogelijk interessant waren op het gebied van archeologie. Deze vindplaatsen zijn destijds onderzocht en gearchiveerd.
Met dit vooronderzoek en nader onderzoek van een aantal specifieke locaties, heeft voldoende onderzoek plaatsgevonden naar mogelijke archeologische waarden in het gebied. In het gebied zijn nu geen gebieden meer, waar nog een archeologische verwachtingswaarde op rust, zodat het opnemen van een archeologische bepaling in de verordening niet noodzakelijk is.
4.3.4 Ecologie
Bij de voorbereiding van een ruimtelijk plan dient onderzocht te worden of de Flora- en faunawet, de Natuurbeschermingswet 1998 en het beleid van de provincie ten aanzien van de Ecologische Hoofdstructuur de uitvoering van het plan niet in de weg staan.
De dichtstbijzijnde Natura 2000-gebieden in de omgeving van het verordeningsgebied zijn:
- De Manteling van Walcheren;
- het Veerse meer;
- op grotere afstand de Westerschelde en Saeftinghe.
Dit betreft reeds bestaande natuur. Aangezien in de beheersverordening geen ontwikkelingen zijn voorzien en geen zware stikstof uitstotende bedrijven toestaat staan de Flora- en faunawet, de natuurbeschermingswet 1998 deze verordening niet in de weg.
4.3.5 Milieu
De voorliggende beheersverordening maakt geen ontwikkelingen mogelijk. De geluidszone van de N57 bedraagt 400 m. Indien een geluidsgevoelige ontwikkeling in de nabijheid van de N57 plaatsvindt dan wordt hiervoor een afzonderlijke procedure gevolgd. Hiervoor wordt dan een akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai uitgevoerd.
4.3.6 Molenbiotoop
Ter bescherming van de molenbiotoop van de molen Buiten Verwachting aan de Molenweg in Nieuw- en Sint Joosland en molen De Koning aan de Veerseweg is voor de aangrenzende gronden voor zover nodig de medebestemming Molenbeschermingszone opgenomen in het geldende bestemmingsplan. Hierin is ook een aanlegvergunningplicht opgenomen ten gunste van het behoud van de windvang van de molen. Deze geldende bestemmingsregeling is ontleend aan overleg met de Vereniging De Zeeuwse Molen. In de beheersverordening wordt deze geldende planologische regeling gecontinueerd, door het opnemen ervan in bijlage 1 en 2. Hiermee wordt recht gedaan aan de Verordening Ruimte van de Provincie Zeeland, waarin onder bestaand wordt verstaan dat dit omvat het gebruik en bebouwing die op het tijdstip van inwerkingtreding van de Verordening Ruimte krachtens een bestemmingsplan is toegelaten.
4.3.7 Leidingen en telecomverbindingen
In het plangebied zijn een planologisch relevante rioolleiding, hoogspanningsleiding en gasleiding aanwezig. Deze worden conform het bestemmingsplan N57 voorzien van een passende regeling. Als zodanig zijn deze ook op de kaart in bijlage 1 bij de regels en in bijlage 2 bij de regels bevestigd.