KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
Hoofdstuk 2 Herziene Bestemmingsregels
Artikel 2 Parkeren
Artikel 3 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 4 Overschrijding Bestemmingsgrenzen
Artikel 5 Overschrijding Bouwvlak
Artikel 6 Waarde - Archeologie 1
Artikel 7 Waarde - Archeologie 2
Artikel 8 Waarde - Archeologie 3
Artikel 9 Waarde - Archeologie 4
Artikel 10 Bouwregels
Hoofdstuk 3 Overgangs- En Slotregels
Artikel 11 Overgangsrecht
Artikel 12 Slotregel
Hoofdstuk 1 Inleiding
1.1 Aanleiding
1.2 Vigerende Bestemmingsplannen
1.3 Leeswijzer
Hoofdstuk 2 Toevoeging Van Een Parkeerregeling
Hoofdstuk 3 Aanpassing Van Enkele Wijzigingsbevoegdheden
Hoofdstuk 4 Aanpassing Van De Regeling Voor Overschrijding Van Bestemmingsgrenzen En Het Bouwvlak
Hoofdstuk 5 Aanpassing Van De Regeling Voor Archeologie
Hoofdstuk 6 Aanpassing Van De Bouwregels Voor Hoofdgebouwen
Hoofdstuk 7 Maatschappelijke Uitvoerbaarheid
7.1 Procedure
7.2 Ambtshalve Aanpassing

Parapluherziening Kernen en Bedrijventerreinen

Bestemmingsplan - gemeente Reimerswaal

Vastgesteld op 27-06-2017 - geheel onherroepelijk in werking

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan

het bestemmingsplan 'Parapluherziening Kernen en Bedrijventerreinen' met identificatienummer NL.IMRO.0703.00BTParaplu1-va01 van de gemeente Reimerswaal.

1.2 bestemmingsplan

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.

1.3 geldende bestemmingsplannen

de op het moment van vaststellen van onderhavig bestemmingsplan vigerende bestemmingsplannen van de gemeente Reimerswaal, te weten:

Plannaam Plannummer Vastgesteld
Hansweert 01HaBPKom 10 november 2011
Schoolstraat, Hansweert 01HaBPSchoolstraat 27 september 2016
Krabbendijke 02KrBPKom 25 juni 2013
Krabbendijke, 1e herziening 02KrBPKom1H 23 september 2014
Achterwegje Volkstuinen 03KnBPAchterwegje 25 februari 2014
De Uitkijk Kruiningen 03KnBPDeUitkijk 3 maart 2015
Kruiningen 03KnBPKom 23 april 2013
Slagveldstraat Aldi 03KnBPSlagveldAldi 11 maart 2014
Slagveldstraat Knop 03KnBPSlagveldKnop 26 mei 2015
Oostdijk 04OoBPKom 3 maart 2015
Klooster van Rilland 05RiBPKloostervRLD 14 juli 2015
Rilland 05RiBPKom 23 september 2014
Vliedbergstraat Rilland 05RiBPVliedberg 27 mei 2014
Werfkampen 05RiBPWerfkampen 25 juni 2013
Waarde 06WaBPKom 25 juni 2013
Waarde, 1e herziening 06WaBPKom1H 2 september 2014
Burenpolder 07YeBPBurenpolder 23 april 2013
Grintweg 60, Yerseke 07YeBPGrintweg60 27 september 2016
Havens Yerseke 07YeBPHavens 28 mei 2013
Kijkuit 07YeBPKijkuit 29 mei 2012
Yerseke 07YeBPKom 27 januari 2015
Yerseke, gedeelte De Viskeete 07YeBPKomGU 22 maart 2016
Molenpolder 07YeBPMolenpolder 28 mei 2013
Bedrijventerrein De Poort, LPG-tankstations BTDP 25 juni 2013
Grote bedrijventerreinen GSBTBP 25 juni 2013
Grote bedrijventerreinen, 1e herziening GSBTBP1H 23 september 2014

1.4 levensloopbestendig

de elementaire ruimten (woonkamer, keuken, slaapkamer, badkamer en toilet) zijn op dezelfde bouwlaag aanwezig en zijn rolstoeltoegankelijk en drempelvrij.

1.5 Nota parkeernormen gemeente Reimerswaal

de door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Reimerswaal op 25 juli 2016 vastgestelde 'Nota parkeernormen gemeente Reimerswaal 2016', dan wel de opvolger van deze nota.

Hoofdstuk 2 Herziene Bestemmingsregels

Artikel 2 Parkeren

In aanvulling op de 'Algemene regels' van de geldende bestemmingsplannen geldt voor het parkeren het volgende:

Algemene gebruiksregels

Er dient voldoende parkeergelegenheid aanwezig te zijn, waarbij voldaan moet worden aan het bepaalde in de Nota parkeernormen gemeente Reimerswaal.

Daar waar in de geldende bestemmingsplannen reeds een regeling is opgenomen voor het parkeren, komt deze te vervallen.

Artikel 3 Wijzigingsbevoegdheid

In afwijking van het bepaalde binnen de bestemmingen 'Bedrijf', 'Detailhandel', 'Horeca', 'Kantoor' en 'Maatschappelijk' van de geldende bestemmingsplannen wordt de aanhef van de aldaar opgenomen wijzigingsbevoegdheid 'Bestemming Wonen' als volgt geformuleerd:

Bestemming Wonen

Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming [Bedrijf, Detailhandel, Horeca, Kantoor, Maatschappelijk], ongeacht of deze bestemming is voorzien van een aanduiding, wijzigen in de bestemming Wonen en bijbehorende bestemmingen Tuin, Groen en Verkeer, met inachtneming van de volgende regels:

  1. a. wijziging leidt tot behoud en/of versterking van de ruimtelijk-stedenbouwkundige structuur;
  2. b. wijziging is niet toegestaan binnen 50 m van gronden waarop fruitteelt is toegelaten, met dien verstande dat een kortere afstand is toegestaan indien wijziging niet of nagenoeg niet leidt tot hinder bij de woonfunctie en de kleinere afstand niet leidt tot onevenredige aantasting van gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van omliggende bestemmingen en functies;
  3. c. de maximaal toelaatbare goot- of boeibordhoogte bedraagt 6 m, indien voor de gronden binnen de bestemming [Bedrijf, Detailhandel, Horeca, Kantoor, Maatschappelijk] een hogere goothoogte is toegestaan, dan geldt onverkort de hogere goothoogte zoals aangegeven op de verbeelding;
  4. d. in de toelichting van het wijzigingsplan wordt aandacht besteed aan de gemaakte belangenafweging;
  5. e. vooraf wordt inzicht verkregen in:
    1. 1. de bodemhygiëne;
    2. 2. de externe veiligheid;
    3. 3. de luchtkwaliteit;
    4. 4. de milieuhygiënische kwaliteit;
    5. 5. de archeologische waarden;
    6. 6. de ecologische waarden;
  6. f. in de toelichting van het wijzigingsplan wordt getoetst aan de op dat moment geldende wet- en regelgeving en de beleidskaders op het gebied van wonen. Hierbij worden de in de wet- en regelgeving en in het beleid voorgeschreven en aangereikte instrumenten toegepast. Tevens wordt aangetoond dat wordt voorzien in een woningbehoefte op zowel de korte als op de lange termijn.

Artikel 4 Overschrijding Bestemmingsgrenzen

De in de geldende bestemmingsplannen onder 'Algemene wijzigingsregels' opgenomen bepaling 'Overschrijding bestemmingsgrenzen' komt te vervallen en in plaats daarvan geldt de volgende algemene afwijkingsregel:

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd af te wijken van de regels van het plan voor overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover dat van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen en/of bouwwerken, of wanneer dit uit esthetisch en/of stedenbouwkundig oogpunt bezien wenselijk is, danwel voor zover dat noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein. De overschrijding mag niet meer dan 3 m bedragen en de oppervlakte van het bestemmingsvlak mag per bouwperceel met niet meer dan 10% worden overschreden.

Artikel 5 Overschrijding Bouwvlak

Onderstaande bepaling treedt in de plaats van de in de geldende bestemmingsplannen binnen de bestemmingen 'Centrum', 'Detailhandel', 'Horeca', 'Kantoor', 'Maatschappelijk', 'Recreatie', 'Sport' en 'Wonen' onder 'Afwijken van de bouwregels' opgenomen bepaling 'Overschrijding bouwvlak':

Overschrijding bouwvlak

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken voor het overschrijden van het bouwvlak met inachtneming van de volgende regels:

  1. a. de overschrijding van het bouwvlak geldt uitsluitend per bouwperceel;
  2. b. het bouwvlak mag aan de achterzijde worden overschreden voor zover de overschrijding per bouwperceel niet meer dan 20% van de oppervlakte van het bouwvlak bedraagt;
  3. c. het bouwvlak mag in zijdelingse richting worden overschreden met niet meer dan 3 m en voor zover de overschrijding per bouwperceel niet meer dan 10% van de oppervlakte van het bouwvlak bedraagt;
  4. d. er wordt geen onevenredige afbreuk gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken en aan de ruimtelijke kwaliteit van de omgeving.

Artikel 6 Waarde - Archeologie 1

Voor de in de geldende bestemmingsplannen opgenomen bepaling 'Waarde - Archeologie 1' treedt onderstaand artikel in de plaats:

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie 1' aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) - mede bestemd voor het behoud van het ter plaatse aanwezige archeologisch waardevol gebied, voor zover deze betrekking heeft op de beleidscategorieën 2, terreinen van archeologische waarde en 3, gewaardeerde stad- en dorpskernen.

6.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

  1. a. op de gronden mogen ten behoeve van de in lid 6.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd;
  2. b. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag - met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels - uitsluitend worden gebouwd, indien:
    1. 1. het bevoegd gezag beschikt over een verklaring van de archeologisch deskundige, waaruit blijkt dat het opstellen van een rapport met daarin een beschrijving van de archeologische waarden van de betrokken locatie niet nodig is;
    2. 2. niet is voldaan aan het bepaalde onder 1: de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het bouwen een rapport heeft overlegd waarin de archeologische waarden van de betrokken locatie naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate zijn vastgesteld;
    3. 3. de betrokken archeologische waarden, gelet op het onder 2 genoemde rapport, door de bouwactiviteiten niet worden geschaad of mogelijke schade kan worden voorkomen door aan de omgevingsvergunning voor het bouwen regels te verbinden, gericht op het behoud van de archeologische resten in de bodem, het doen van opgravingen dan wel het begeleiden van de bouwactiviteiten door de archeologisch deskundige;
  3. c. het bepaalde in dit lid onder b is niet van toepassing, indien het bouwplan betrekking heeft op één of meer van de volgende activiteiten of bouwwerken:
    1. 1. vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en waarbij gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering;
    2. 2. een bouwwerk met een oppervlakte van ten hoogste 50 m²;
    3. 3. een bouwwerk dat niet dieper dan 0,4 m onder het maaiveld wordt geplaatst.

6.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

6.4 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 7 Waarde - Archeologie 2

Voor de in de geldende bestemmingsplannen opgenomen bepaling 'Waarde - Archeologie 2' treedt onderstaand artikel in de plaats:

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) - mede bestemd voor het behoud van het ter plaatse aanwezige archeologisch waardevol gebied, voor zover deze betrekking heeft op de beleidscategorie 4, hoge verwachting.

7.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

  1. a. op de gronden mogen ten behoeve van de in lid 7.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd;
  2. b. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag - met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels - uitsluitend worden gebouwd, indien:
    1. 1. het bevoegd gezag beschikt over een verklaring van de archeologisch deskundige, waaruit blijkt dat het opstellen van een rapport met daarin een beschrijving van de archeologische waarden van de betrokken locatie niet nodig is;
    2. 2. niet is voldaan aan het bepaalde onder 1: de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het bouwen een rapport heeft overlegd waarin de archeologische waarden van de betrokken locatie naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate zijn vastgesteld;
    3. 3. de betrokken archeologische waarden, gelet op het onder 2 genoemde rapport, door de bouwactiviteiten niet worden geschaad of mogelijke schade kan worden voorkomen door aan de omgevingsvergunning voor het bouwen regels te verbinden, gericht op het behoud van de archeologische resten in de bodem, het doen van opgravingen dan wel het begeleiden van de bouwactiviteiten door de archeologisch deskundige;
  3. c. het bepaalde in dit lid onder b is niet van toepassing, indien het bouwplan betrekking heeft op één of meer van de volgende activiteiten of bouwwerken:
    1. 1. vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en waarbij gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering;
    2. 2. een bouwwerk met een oppervlakte van ten hoogste 250 m²;
    3. 3. een bouwwerk dat niet dieper dan 0,4 m onder het maaiveld wordt geplaatst.

7.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

7.4 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 8 Waarde - Archeologie 3

Voor de in de geldende bestemmingsplannen opgenomen bepaling 'Waarde - Archeologie 3' treedt onderstaand artikel in de plaats:

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie 3' aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) - mede bestemd voor het behoud van het ter plaatse aanwezige archeologisch waardevol gebied, voor zover deze betrekking heeft op de beleidscategorie 5, gematigde verwachting.

8.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

  1. a. op de gronden mogen ten behoeve van de in lid 8.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd;
  2. b. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag - met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels - uitsluitend worden gebouwd, indien:
    1. 1. het bevoegd gezag beschikt over een verklaring van de archeologisch deskundige, waaruit blijkt dat het opstellen van een rapport met daarin een beschrijving van de archeologische waarden van de betrokken locatie niet nodig is;
    2. 2. niet is voldaan aan het bepaalde onder 1: de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het bouwen een rapport heeft overlegd waarin de archeologische waarden van de betrokken locatie naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate zijn vastgesteld;
    3. 3. de betrokken archeologische waarden, gelet op het onder 2 genoemde rapport, door de bouwactiviteiten niet worden geschaad of mogelijke schade kan worden voorkomen door aan de omgevingsvergunning voor het bouwen regels te verbinden, gericht op het behoud van de archeologische resten in de bodem, het doen van opgravingen dan wel het begeleiden van de bouwactiviteiten door de archeologisch deskundige;
  3. c. het bepaalde in dit lid onder b is niet van toepassing, indien het bouwplan betrekking heeft op één of meer van de volgende activiteiten of bouwwerken:
    1. 1. vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en waarbij gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering;
    2. 2. een bouwwerk met een oppervlakte van ten hoogste 500 m²;
    3. 3. een bouwwerk dat niet dieper dan 0,4 m onder het maaiveld wordt geplaatst.

8.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

8.4 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 9 Waarde - Archeologie 4

Voor de in de geldende bestemmingsplannen opgenomen bepaling 'Waarde - Archeologie 4' treedt onderstaand artikel in de plaats:

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie 4' aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) - mede bestemd voor het behoud van het ter plaatse aanwezige archeologisch waardevol gebied, voor zover deze betrekking heeft op de beleidscategorie 6, lage verwachting.

9.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

  1. a. op de gronden mogen ten behoeve van de in lid 9.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd;
  2. b. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag - met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels - uitsluitend worden gebouwd, indien:
    1. 1. het bevoegd gezag beschikt over een verklaring van de archeologisch deskundige, waaruit blijkt dat het opstellen van een rapport met daarin een beschrijving van de archeologische waarden van de betrokken locatie niet nodig is;
    2. 2. niet is voldaan aan het bepaalde onder 1: de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het bouwen een rapport heeft overlegd waarin de archeologische waarden van de betrokken locatie naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate zijn vastgesteld;
    3. 3. de betrokken archeologische waarden, gelet op het onder 2 genoemde rapport, door de bouwactiviteiten niet worden geschaad of mogelijke schade kan worden voorkomen door aan de omgevingsvergunning voor het bouwen regels te verbinden, gericht op het behoud van de archeologische resten in de bodem, het doen van opgravingen dan wel het begeleiden van de bouwactiviteiten door de archeologisch deskundige;
  3. c. het bepaalde in dit lid onder b is niet van toepassing, indien het bouwplan betrekking heeft op één of meer van de volgende activiteiten of bouwwerken:
    1. 1. vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en waarbij gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering;
    2. 2. een bouwwerk met een oppervlakte van ten hoogste 2.500 m²;
    3. 3. een bouwwerk dat niet dieper dan 0,4 m onder het maaiveld wordt geplaatst.

9.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

9.4 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 10 Bouwregels

In aanvulling op de 'Bouwregels' van de geldende bestemmingsplannen geldt binnen de bestemming 'Wonen' voor het bouwen van hoofdgebouwen binnen het bouwvlak het volgende:

ter plaatse van de aanduiding 'levensloopbestendig': levensloopbestendig.

Hoofdstuk 3 Overgangs- En Slotregels

Artikel 11 Overgangsrecht

11.1 Bouwen in strijd met het plan

Voor bouwwerken luidt het overgangsrecht als volgt:

  1. a. een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
    1. 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    2. 2. na het tenietgaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is tenietgegaan;
  2. b. het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking lid 11.1, onder a, een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in lid 11.1, onder a, met maximaal 10%;
  3. c. het in lid 11.1, onder a, bepaalde is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

11.2 Gebruik in strijd met het plan

Voor gebruik luidt het overgangsrecht als volgt:

  1. a. het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet;
  2. b. het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in lid 11.2, onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind;
  3. c. indien het gebruik, bedoeld in lid 11.2, onder a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten;
  4. d. het in lid 11.2, onder a, bepaalde is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 12 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als: 'regels van het bestemmingsplan Parapluherziening Kernen en Bedrijventerreinen'.

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding

Deze 'Parapluherziening Kernen en Bedrijventerreinen' voorziet allereerst in het opnemen van een parkeerregeling in de geldende bestemmingsplannen voor de kernen en bedrijventerreinen in de gemeente Reimerswaal. Tevens worden door middel van deze herziening enkele verbeteringen aangebracht in de regeling van de geldende bestemmingsplannen voor de kernen en bedrijventerreinen. Het gaat om de volgende aanpassingen:

  • de wijzigingsbevoegdheid van de bestemmingen 'Bedrijf, Detailhandel', 'Horeca', 'Kantoor' en 'Maatschappelijk' in de bestemming 'Wonen';
  • de regeling voor overschrijding van bestemmingsgrenzen en het bouwvlak;
  • de regeling voor archeologie;
  • de bouwregels voor hoofdgebouwen binnen de bestemming 'Wonen'.

1.2 Vigerende Bestemmingsplannen

Deze parapluherziening heeft betrekking op de volgende bestemmingsplannen voor de kernen en bedrijventerreinen in de gemeente Reimerswaal:

Plannaam Plannummer Vastgesteld
Hansweert 01HaBPKom 10 november 2011
Schoolstraat, Hansweert 01HaBPSchoolstraat 27 september 2016
Krabbendijke 02KrBPKom 25 juni 2013
Krabbendijke, 1e herziening 02KrBPKom1H 23 september 2014
Achterwegje Volkstuinen 03KnBPAchterwegje 25 februari 2014
De Uitkijk Kruiningen 03KnBPDeUitkijk 3 maart 2015
Kruiningen 03KnBPKom 23 april 2013
Slagveldstraat Aldi 03KnBPSlagveldAldi 11 maart 2014
Slagveldstraat Knop 03KnBPSlagveldKnop 26 mei 2015
Oostdijk 04OoBPKom 3 maart 2015
Klooster van Rilland 05RiBPKloostervRLD 14 juli 2015
Rilland 05RiBPKom 23 september 2014
Vliedbergstraat Rilland 05RiBPVliedberg 27 mei 2014
Werfkampen 05RiBPWerfkampen 25 juni 2013
Waarde 06WaBPKom 25 juni 2013
Waarde, 1e herziening 06WaBPKom1H 2 september 2014
Burenpolder 07YeBPBurenpolder 23 april 2013
Grintweg 60, Yerseke 07YeBPGrintweg60 27 september 2016
Havens Yerseke 07YeBPHavens 28 mei 2013
Kijkuit 07YeBPKijkuit 29 mei 2012
Yerseke 07YeBPKom 27 januari 2015
Yerseke, gedeelte De Viskeete 07YeBPKomGU 22 maart 2016
Molenpolder 07YeBPMolenpolder 28 mei 2013
Bedrijventerrein De Poort, LPG-tankstations BTDP 25 juni 2013
Grote bedrijventerreinen GSBTBP 25 juni 2013
Grote bedrijventerreinen, 1e herziening GSBTBP1H 23 september 2014

1.3 Leeswijzer

In hoofdstuk 2 leest u de toelichting op de parkeerregeling. In hoofdstuk 3 wordt ingegaan op de wijzigingsbevoegdheid van de bestemmingen 'Bedrijf', 'Detailhandel', 'Horeca', 'Kantoor' en 'Maatschappelijk' in de bestemming 'Wonen'. Hoofdstuk 4 beschrijft de regeling voor de toegestane overschrijding van bestemmingsgrenzen en bouwvlakken. In hoofdstuk 5 leest u meer over de regeling voor archeologie. In hoofdstuk 6 wordt de aanpassing van de bouwregels voor hoofdgebouwen binnen de bestemming 'Wonen' beschreven. Tenslotte wordt in hoofdstuk 7 aandacht besteed aan de maatschappelijke uitvoerbaarheid van dit bestemmingsplan.

Hoofdstuk 2 Toevoeging Van Een Parkeerregeling

Op 29 november 2014 is de Reparatiewet BZK 2014 in werking getreden. Hiermee is de grondslag uit de Woningwet voor het opnemen van stedenbouwkundige aspecten in de Bouwverordening Reimerswaal (hierna: bouwverordening) verdwenen. Dit houdt in dat bij de toetsing van een initiatief onder andere de parkeernormen niet meer toegepast kunnen worden op basis van de stedenbouwkundige bepalingen in de bouwverordening. Daarom moet de waarborging van de (verwijzing naar de) parkeernormen op een andere wijze geregeld worden om ervoor te zorgen dat de parkeernormen als beoordelingscriterium bij met name een aanvraag om omgevingsvergunning gelden. Dit kan op grond van artikel 3.1.2, lid 2, onder a, van het Besluit ruimtelijke ordening (hierna: Bro) via het bestemmingsplan. Het niet regelen van het aspect parkeren kan tot onwenselijke situaties leiden, omdat (bouw)plannen dan niet meer op het aspect parkeren kunnen worden getoetst en dus bij het ontbreken van voldoende parkeergelegenheid op grond daarvan niet kunnen worden afgewezen.

Bestemmingsplannen die voor 29 november 2014 zijn vastgesteld, vallen onder het overgangsrecht. Voor deze bestemmingsplannen zijn de parkeernormen uit de bouwverordening tot 1 juli 2018 nog steeds van toepassing, zoals bepaald in artikel 133, lid 1, van de Woningwet. De bestemmingsplannen die na 29 november 2014 zijn vastgesteld, vallen niet onder het overgangsrecht waardoor de eerdergenoemde problemen kunnen ontstaan.

Omdat de bepalingen met betrekking tot parkeren in de bouwverordening zijn vervallen, is het noodzakelijk dat parkeren voortaan in de bestemmingsplannen wordt geregeld. Door onderhavige parapluherziening wordt onderstaand artikel toegevoegd aan alle geldende bestemmingsplannen voor de kernen en bedrijventerreinen in Reimerswaal zoals opgenomen in paragraaf 1.2:

'Algemene gebruiksregels'

Er dient voldoende parkeergelegenheid aanwezig te zijn, waarbij voldaan moet worden aan het bepaalde in de Nota parkeernormen gemeente Reimerswaal.

Op 25 juli 2016 is besloten tot vaststelling van de 'Nota parkeernormen gemeente Reimerswaal 2016'. Op 3 augustus 2016 is deze nota (met de status van een beleidsregel) officieel bekend gemaakt (Gemeenteblad, nr. 107682), waarmee deze op 11 augustus 2016 (op basis van artikel 142 van de Gemeentewet) in werking is getreden.

Daar waar in de vigerende bestemmingsplannen reeds een regeling is opgenomen voor het parkeren, komt deze met deze parapluherziening te vervallen en treedt bovenstaande algemene gebruiksregel daarvoor in de plaats.

Hoofdstuk 3 Aanpassing Van Enkele Wijzigingsbevoegdheden

In de huidige bestemmingsplannen voor de kernen en bedrijventerreinen zijn binnen de bestemmingen 'Bedrijf', 'Detailhandel', 'Horeca', 'Kantoor' en 'Maatschappelijk' wijzigingsbevoegdheden opgenomen die het mogelijk maken de desbetreffende bestemmingen onder voorwaarden te wijzigen in de bestemming 'Wonen'. In de praktijk is gebleken dat deze wijzigingsbevoegdheid te beperkt is geformuleerd. In een groot deel van de bestemmingsplannen kan namelijk uitsluitend in de bestemming 'Wonen' worden gewijzigd, terwijl bij ontwikkelingen waarbij een dergelijke wijziging aan de orde is, het vaak ook wenselijk is gebruik te kunnen maken van de bestemmingen 'Tuin', 'Groen' en 'Verkeer'. Bij enkele van de vigerende bestemmingsplannen is al een iets ruimere wijzigingsbevoegdheid opgenomen, maar ook in die gevallen is de regeling nog te beperkt geformuleerd.

Om een uniforme wijzigingsregeling mogelijk te maken voorziet onderhavige parapluherziening in een verruimde wijzigingsbevoegdheid van de bestemmingen 'Bedrijf', 'Detailhandel', 'Horeca', 'Kantoor' en 'Maatschappelijk' in de bestemmingen ‘Wonen’, ‘Tuin’, ‘Groen' en ‘Verkeer’. Tevens worden de in de vigerende bestemmingsplannen bij deze wijzigingsbevoegdheid opgenomen wijzigingsregels geüniformeerd.

Hoofdstuk 4 Aanpassing Van De Regeling Voor Overschrijding Van Bestemmingsgrenzen En Het Bouwvlak

Overschrijding van bestemmingsgrenzen

De huidige bestemmingsplannen voor de kernen en bedrijventerreinen bieden door middel van een wijzigingsbevoegdheid flexibiliteit voor wat betreft de overschrijding van bestemmingsgrenzen. Deze wijzigingsbevoegdheid is een relatief zware procedure voor een ingreep met slechts beperkte ruimtelijke gevolgen. Bovendien is deze bevoegdheid op dit moment alleen toepasbaar wanneer dit van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover dat noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein.

Met deze parapluherziening wordt de wijzigingsbevoegdheid vervangen door een afwijkingsbevoegdheid, zodat een eenvoudiger procedure gevolgd kan worden. Tevens wordt de toepasbaarheid van de afwijkingsmogelijkheid verbreed door toe te voegen dat eveneens van deze afwijking gebruik kan worden gemaakt wanneer dit uit esthetisch en/of stedenbouwkundig oogpunt bezien de voorkeur heeft. Bovendien vindt door deze toevoeging een betere inhoudelijke toetsing plaats. De algemene afwijkingsregel wordt als volgt geformuleerd:

Algemene afwijkingsregels

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd af te wijken van de regels van het plan voor overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover dat van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen en/of bouwwerken, of wanneer dit uit esthetisch en/of stedenbouwkundig oogpunt bezien wenselijk is, danwel voor zover dat noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein. De overschrijding mag niet meer dan 3 m bedragen en de oppervlakte van het bestemmingsvlak mag per bouwperceel met niet meer dan 10% worden overschreden.

Overschrijding van het bouwvlak

Binnen de bouwregels van de bestemmingen 'Centrum', 'Detailhandel', 'Horeca', 'Kantoor', 'Maatschappelijk', 'Recreatie', 'Sport' en 'Wonen' bestaat de mogelijkheid om bij omgevingsvergunning af te wijken voor het overschrijden van het bouwvlak met inachtneming van de volgende regels:

  1. a. overschrijding van het bouwvlak geldt uitsluitend per bouwperceel;
  2. b. het bouwvlak mag uitsluitend aan de achterzijde worden overschreden;
  3. c. de overschrijding bedraagt per bouwperceel niet meer dan 20% van het bouwvlak;
  4. d. er wordt geen onevenredige afbreuk gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.

De praktijk heeft uitgewezen dat er behoefte bestaat aan enige verruiming van deze bepaling. In bepaalde omstandigheden is het wenselijk om een overschrijding van het bouwvlak aan de zijkant mogelijk te maken. Aangezien de ruimtelijke gevolgen van een dergelijke overschrijding groter zijn dan een overschrijding aan de achterzijde van het bouwvlak geniet het wel de voorkeur deze overschrijding te beperken tot niet meer dan 10% van de oppervlakte van het bouwvlak met een maximum van 3 meter. Bovendien dient toepassing van deze afwijkingsmogelijkheid geen afbreuk te doen aan de ruimtelijke kwaliteit van de omgeving.

Binnen de hiervoor genoemde bestemmingen wordt het sublid 'Overschrijding bouwvlak' binnen het lid 'Afwijken van de bouwregels' door middel van deze parapluherziening vervangen door onderstaande bepaling:

Overschrijding bouwvlak

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken voor het overschrijden van het bouwvlak met inachtneming van de volgende regels:

  1. a. de overschrijding van het bouwvlak geldt uitsluitend per bouwperceel;
  2. b. het bouwvlak mag aan de achterzijde worden overschreden voor zover de overschrijding per bouwperceel niet meer dan 20% van de oppervlakte van het bouwvlak bedraagt;
  3. c. het bouwvlak mag in zijdelingse richting worden overschreden met niet meer dan 3 m en voor zover de overschrijding per bouwperceel niet meer dan 10% van de oppervlakte van het bouwvlak bedraagt;
  4. d. er wordt geen onevenredige afbreuk gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken en aan de ruimtelijke kwaliteit van de omgeving.

Hoofdstuk 5 Aanpassing Van De Regeling Voor Archeologie

In de praktijk is gebleken dat de eenduidigheid van de bepalingen met betrekking tot archeologie in de vigerende bestemmingsplannen te wensen overlaat. Om de regeling te uniformeren is het wenselijk de dubbelbestemmingen 'Waarde - Archeologie 1', 'Waarde - Archeologie 2', 'Waarde - Archeologie 3' en 'Waarde - Archeologie 4' op enkele onderdelen aan te passen. Met deze parapluherziening wordt de regeling voor archeologie geüniformeerd.

De inhoud van de bepalingen is voor het overgrote deel ongewijzigd gebleven. Op één onderdeel is een inhoudelijke wijziging doorgevoerd. Onder het lid 'Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden' is een bepaling opgenomen die het ophogen van gronden met meer dan 0,4 meter verbiedt zonder omgevingsvergunning. Als landelijk geaccepteerde regel geldt echter dat niet bij 0,4 meter maar pas bij 2 meter ophoging verstoring op kan treden van de archeologische resten in de bodem. Mede daardoor is het dan ook pas vanaf 2 meter noodzakelijk om beschermende maatregelen te treffen. Bovenstaande regel wordt nog steeds landelijk geaccepteerd maar dient zeker voor de Zeeuwse bodem genuanceerd te worden. Zo blijkt niet alleen de dikte van het ophoogpakket van belang te zijn maar ook de wijze van ophogen. Dit dient laagsgewijs en gelijkmatig over het hele op te hogen oppervlak te gebeuren. Hierdoor blijft de archeologische context van eventueel aanwezige archeologische complexen zoveel mogelijk gespaard en zullen zo min mogelijk archeologische waarden verloren gaan.

Bovenstaande conclusie over het ophogen van gronden in de Zeeuwse situatie wordt vertaald in een aanpassing in de regeling voor archeologie voor de kernen en bedrijventerreinen. Door middel van onderstaande bepalingen wordt het ophogen van gronden tot 2 meter, onder voorwaarden, gevrijwaard van de vergunningsplicht.

Binnen de hiervoor genoemde dubbelbestemmingen wordt het bepaalde onder e. binnen het sublid 'Uitvoeringsverbod zonder omgevingsvergunning' binnen het lid 'Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden', door middel van deze parapluherziening vervangen door onderstaande bepaling:

e. het ophogen van gronden.

Aan het sublid 'Uitzondering op het uitvoeringsverbod' binnen het lid 'Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden', wordt door middel van deze parapluherziening onderstaande bepaling toegevoegd:

h. het ophogen van gronden tot 2 m betreffen, indien dit ophogen laagsgewijs gebeurt in lagen van ten hoogste 1 m die het volledige terrein betreffen.

Hoofdstuk 6 Aanpassing Van De Bouwregels Voor Hoofdgebouwen

Door demografische ontwikkelingen en de wettelijke scheiding van wonen en zorg zullen ouderen en mensen met een zorgvraag langer zelfstandig in hun eigen woning blijven wonen. Dit betekent dat de woningvoorraad in de kernen op de korte en middellange termijn zodanig zal moeten veranderen dat het, voor mensen die hiermee te maken krijgen, mogelijk is om comfortabel en veilig te kunnen (blijven) wonen. Het is daarom belangrijk dat in nieuwbouwprojecten woningen worden gerealiseerd die voorzien in de bijbehorende behoeften. Het gaat om zogenaamde 'levensloopbestendige woningen' waarbij het volledige woonprogramma zich op één bouwlaag bevindt en die rolstoeltoegankelijk en drempelvrij zijn. In de huidige woningvoorraad van Reimerswaal zijn dergelijke woningen nog maar beperkt aanwezig. Het is dan ook essentieel om deze woningen in nieuwbouwplannen op te nemen en vast te leggen dat deze woningen in een gemengd woningbouwprogramma zullen worden geïntegreerd.

In de praktijk blijkt dat initiatiefnemers niet snel geneigd zijn dergelijke woningen te realiseren. Er moet meer moeite worden gedaan om de woningen te verkopen, terwijl reeds gerealiseerde projecten laten zien dat er wel degelijk behoefte is aan dergelijke (nieuwbouw)woningen. Om die reden is het wenselijk om in toekomstige wijzigingsplannen (naar de bestemming 'Wonen') de mogelijkheid te scheppen om de realisatie van levensloopbestendige woningen planologisch te regelen. Binnen de huidige regeling is de realisatie van dit type woningen niet planologisch afdwingbaar. Voor de gemeente is dit wel wenselijk om vraag naar en aanbod van verschillende woningtypen dichter bij elkaar te kunnen brengen.

Binnen de bouwregels van de bestemming 'Wonen' bestaat momenteel voor het bouwen van hoofdgebouwen de mogelijkheid een nadere aanduiding voor verschillende woningtypen op te nemen, zoals 'gestapeld', 'vrijstaand', 'twee-aaneen' en 'aaneengebouwd'.

Op grond van bovenstaande overwegingen wordt binnen de bestemming 'Wonen' de mogelijkheid toegevoegd om een nadere aanduiding 'levensloopbestendig' op de verbeelding op te nemen.

Aan de begripsbepalingen wordt het begrip 'levensloopbestendig' toegevoegd:

de elementaire ruimten (woonkamer, keuken, slaapkamer, badkamer en toilet) zijn op dezelfde bouwlaag aanwezig en zijn rolstoeltoegankelijk en drempelvrij.

Aan de bestaande rechten en plichten die gelden op grond van de vigerende bestemmingsplannen wijzigt door het toevoegen van deze regeling niets.

Hoofdstuk 7 Maatschappelijke Uitvoerbaarheid

7.1 Procedure

De maatschappelijke uitvoerbaarheid heeft als doel om aan te tonen dat het bestemmingsplan maatschappelijk draagvlak heeft.

Het ontwerpbestemmingsplan 'Parapluherziening Kernen en Bedrijventerreinen' is in het kader van het voorgeschreven overleg ex artikel 3.1.1., lid 1, van het Besluit Ruimtelijke ordening toegezonden aan de provincie Zeeland en het waterschap Scheldestromen. Van deze overlegpartners zijn geen inhoudelijke reacties ontvangen.

Het ontwerpbestemmingsplan heeft van 16 maart 2017 tot en met 26 april 2017 ter inzage gelegen. Gedurende deze periode is aan een ieder gelegenheid gegeven een zienswijze over het ontwerp kenbaar te maken aan de gemeenteraad. Er zijn geen zienswijzen ingediend.

7.2 Ambtshalve Aanpassing

Binnen de bouwregels van de bestemming 'Wonen' is de mogelijkheid gecreëerd om een aanduiding 'levensloopbestendig' op de verbeelding op te nemen. Tevens is aan de begripsbepalingen het begrip 'levensloopbestendig' toegevoegd. Voor de inhoudelijke overwegingen die hieraan ten grondslag liggen wordt verwezen naar hoofdstuk 6.