Parapluherziening Kernen en Bedrijventerreinen
Bestemmingsplan - Gemeente Reimerswaal
Vastgesteld op 24-09-2019 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
1.1 plan
het bestemmingsplan Parapluherziening Kernen en Bedrijventerreinen 2019 met identificatienummer NL.IMRO.0703.00BTParaplu2-va01 van de gemeente Reimerswaal.
1.2 bestemmingsplan
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels.
1.3 geldende bestemmingsplannen
de op het moment van vaststellen van onderhavig bestemmingsplan vigerende bestemmingsplannen van de gemeente Reimerswaal, te weten:
Plannaam | Plannummer | Vastgesteld |
Hansweert | 01HaBPKom | 10 november 2011 |
Krabbendijke | 02KrBPKom | 25 juni 2013 |
Krabbendijke, 1e herziening | 02KrBPKom1H | 23 september 2014 |
Burenpolder | 07YeBPBurenpolder | 23 april 2013 |
Molenpolder | 07YeBPMolenpolder | 28 mei 2013 |
LPG-tankstations De Poort | BTDP | 25 juni 2013 |
Grote bedrijventerreinen | GSBTBP | 25 juni 2013 |
Grote bedrijventerreinen, 1e herziening | GSBTBP1H | 23 september 2014 |
Bedrijventerrein Olzendepolder IV | BTBP04 | 23 januari 2018 |
Hoofdstuk 2 Herziene Bestemmingsregels
Artikel 2 Bedrijf En Bedrijfsactiviteiten
In de geldende bestemmingsplannen wordt in artikel 1 aan het begrip 'bedrijf' de volgende zin toegevoegd:
"
Daar waar in de regels van het bestemmingsplan gesproken wordt over 'bedrijf' dient tevens te worden gelezen 'bedrijfsactiviteit'.
"
Artikel 3 Afwijken Van De Staat Van Bedrijfsactiviteiten
De in de geldende bestemmingsplannen wordt binnen de bestemming 'Bedrijf' onder 'Afwijken van de gebruiksregels' opgenomen bepaling 'Afwijken van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein' komt voor wat betreft de leden a. en b. te vervallen en in plaats daarvan geldt de volgende afwijkingsregel:
"
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in hoofdstuk 2 :
- a. om bedrijven of bedrijfsactiviteiten toe te laten in een hogere categorie dan genoemd in hoofdstuk 2, voor zover het betrokken bedrijf of de betrokken bedrijfsactiviteit naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de categorieën, zoals in hoofdstuk 2 genoemd;
- b. om bedrijven of bedrijfsactiviteiten toe te laten die niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein' zijn genoemd, voor zover het betrokken bedrijf of de betrokken bedrijfsactiviteit naar aard en invloed op de omgeving geacht kan worden te behoren tot de categorieën, zoals in hoofdstuk 2 genoemd;
"
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 4 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 5 Overgangsrecht
5.1 Overgangsrecht bouwwerken
Voor bouwwerken luidt het overgangsrecht als volgt:
- a. een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
- 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- 2. na het tenietgaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is tenietgegaan;
- b. het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van dit lid onder a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in dit lid onder a met maximaal 10%;
- c. dit lid onder a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
5.2 Overgangsrecht gebruik
Voor gebruik luidt het overgangsrecht als volgt:
- a. het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet;
- b. het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in dit lid onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind;
- c. indien het gebruik, bedoeld in dit lid onder a, na het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten;
- d. dit lid onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 6 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als: 'Regels van het bestemmingsplan Parapluherziening Kernen en Bedrijventerreinen 2019'.
Hoofdstuk 1 Inleiding
1.1 Aanleiding
De Parapluherziening Kernen en Bedrijventerreinen 2019 heeft als doel te voorzien in een goede regeling voor het kunnen toestaan en afwijken van bedrijven binnen de bebouwde kom van Reimerswaal. De regeling zoals deze op dit moment is opgenomen in de bestemmingsplannen past op basis van jurisprudentie en praktijkervaringen niet binnen de wensen en flexibiliteit die de gemeente wenselijk acht voor de in de gemeente gevestigde bedrijven. In hoofdstuk 2 wordt nader ingegaan op de wijzigingen die deze herziening beoogt.
1.2 Vigerende Bestemmingsplannen
Deze parapluherziening heeft betrekking op de volgende bestemmingsplannen voor de kernen en bedrijventerreinen in de gemeente Reimerswaal:
Plannaam | Plannummer | Vastgesteld |
Hansweert | 01HaBPKom | 10 november 2011 |
Krabbendijke | 02KrBPKom | 25 juni 2013 |
Krabbendijke, 1e herziening | 02KrBPKom1H | 23 september 2014 |
Burenpolder | 07YeBPBurenpolder | 23 april 2013 |
Molenpolder | 07YeBPMolenpolder | 28 mei 2013 |
LPG-tankstations De Poort | BTDP | 25 juni 2013 |
Grote bedrijventerreinen | GSBTBP | 25 juni 2013 |
Grote bedrijventerreinen, 1e herziening | GSBTBP1H | 23 september 2014 |
Bedrijventerrein Olzendepolder IV | BTBP04 | 23 januari 2018 |
1.3 Leeswijzer
In Hoofdstuk 2 wordt de gewenste herziening van de bestemmingsplannen beschreven. In hoofdstuk 3 wordt vervolgens ingegaan op de maatschappelijke uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan.
Hoofdstuk 2 Bedrijfsactiviteiten En Afwijken Milieucategorie
In de huidige bestemmingsplannen is in de bestemming Bedrijf een milieuzonering opgenomen. Bedrijven moeten passen binnen de milieucategorie die aan de locatie is toegewezen. In dezelfde bestemming is ook een afwijkingsbevoegdheid opgenomen waarmee ook bedrijven één of twee milieucategorieën hoger dan rechtstreeks toegelaten inpasbaar zijn. Als voorwaarde daarbij geldt dat het bedrijf naar aard en omvang gelijk te stellen is met bedrijven in de toegestane milieucategorie.
Op basis van ontwikkelingen binnen de ruimtelijke ordening en voortschrijdend inzicht is het wenselijk om het maximale aantal van twee categorieën los te laten. Rekening houdend met nieuwe technische ontwikkelingen heeft het namelijk de voorkeur om bij het beoordelen van afwijkingsmogelijkheden primair te kijken naar de feitelijke bedrijfssituatie en de impact hiervan op de omgeving van het bedrijf. Door het toepassen van technische maatregelen of doordat bedrijven van een beperktere omvang zijn dan daar waar in de VNG-brochure vanuit wordt gegaan kan het goed te onderbouwen zijn dat dergelijke bedrijven ingeschaald worden in een lagere categorie. Indien een bedrijf gebruik wenst te maken van deze afwijkingsbevoegdheid dient dit bedrijf aan te tonen, dat het bedrijf inderdaad naar aard en invloed op de omgeving ingeschaald kan worden in een lagere milieucategorie. Dat kan door middel van onderzoek naar onder andere geluid, externe veiligheid en verkeer. Overigens dienen bedrijven en bedrijfsactiviteiten die volgens de VNG-brochure zijn ingeschaald in milieucategorie 5.1 en hoger in beginsel te worden gehuisvest op het zeehaven- en industrieterrein Sloegebied Vlissingen / Borsele.
Omdat de gemeente het wenselijk acht om invulling te geven aan deze nieuwe technische ontwikkelingen wil de gemeente hiervoor de geldende bestemmingsplannen herzien. In de regels van deze herziening is dan ook voorzien in een nieuwe regeling die ter vervanging strekt van de bestaande afwijkingsbevoegdheden.
In de vigerende bestemmingsplannen wordt op dit moment in de bestemmingsregels voor Bedrijf alleen gesproken over bedrijven in een bepaalde milieucategorie. De gemeente acht het wenselijk om, gezien recente praktijkervaringen, ook de mogelijkheid te hebben individuele bedrijfsactiviteiten te kunnen toetsen aan de richtafstanden uit de VNG-brochure Bedrijven en Milieuzonering. Zo kan meer maatwerk geboden worden aan bedrijven. Deze mogelijkheid zit momenteel niet in de huidige bestemmingsplannen. Met voorliggende herziening wil de gemeente dit alsnog mogelijk maken. In de regels van de herziening is daarom opgenomen dat in de geldende bestemmingsplannen daar waar het begrip 'bedrijf' is opgenomen tevens dient te worden gelezen 'bedrijfsactiviteit'.
.
Hoofdstuk 3 Maatschappelijke Uitvoerbaarheid
3.1 Procedure
De maatschappelijke uitvoerbaarheid heeft als doel om aan te tonen dat het bestemmingsplan maatschappelijk draagvlak heeft.
Voor het bestemmingsplan zal de wettelijk voorgeschreven procedure worden doorlopen. Dit houdt in dat het ontwerpbestemmingsplan gedurende zes weken ter inzage heeft gelegen, waarbij een ieder in de gelegenheid is gesteld zienswijzen in te dienen op het plan. Daarnaast is het ontwerpbestemmingsplan in het kader van het overleg ex artikel 3.1.1. verzonden aan de verschillende overlegpartners.
In het kader van de terinzagelegging zijn geen zienswijzen binnengekomen op het bestemmingsplan.
In het kader van het overleg ex. artikel 3.1.1. is het bestemmingsplan geen aanleiding voor de provincie en het waterschap om opmerkingen te maken op het plan. In Bijlage 1 is het door het waterschap uitgebrachte wateradvies opgenomen.