Krabbendijke 1e herziening
Bestemmingsplan - Gemeente Reimerswaal
Vastgesteld op 23-09-2014 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
1.1 plan
het Bestemmingsplan Krabbendijke 1e herziening van de gemeente Reimerswaal.
1.2 bestemmingsplan
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0703.02KrBPKom1H-va01 met de bijbehorende regels en bijlagen.
De overige regels van het bestemmingsplan Krabbendijke zijn onverkort van toepassing.
Artikel 2 Wijze Van Meten
De regels van het bestemmingsplan Krabbendijke zijn onverkort van toepassing.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
De regels van het bestemmingsplan Krabbendijke zijn onverkort van toepassing, met uitzondering van het volgende.
Artikel 5 Bedrijf
In artikel 5 'Bedrijf', wordt lid 5.1 als volgt herzien.
- A. Aan het artikel Bedrijf worden in lid 5.1 twee nieuwe subleden toegevoegd, luidende als volgt:
r. | ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - bedrijven tot en met categorie b1': bedrijven uit ten hoogste categorie B1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging'; |
s. | ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - bedrijven tot en met categorie b2': bedrijven uit ten hoogste categorie B2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging'. |
Artikel 8 Gemengd
In artikel 8 'Gemengd' wordt het lid 8.2 Bouwregels als volgt herzien.
- A. Toegevoegd wordt een nieuw sublid 8.2.1 Binnen het bouwvlak, luidende als volgt:
'8.2.1 Binnen het bouwvlak
Voor het bouwen binnen het bouwvlak gelden de volgende regels:
- a. toegestaan zijn:
- 1. hoofdgebouwen;
- 2. aan- en/of uitbouwen en bijgebouwen;
- 3. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
- b. de goothoogte en/of boeibordhoogte bedraagt niet meer dan:
- 1. hoofdgebouwen: de aangegeven goothoogte;
- 2. aan- en/of uitbouwen en bijgebouwen: 4 m;
- c. de bouwhoogte bedraagt niet meer dan:
- 1. hoofdgebouwen: de aangegeven bouwhoogte;
- 2. aan- en/of uitbouwen en bijgebouwen: 7 m;
- 3. erf- en terreinafscheidingen: 2 m;
- 4. vrijstaande antennes: 10 m;
- 5. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde: 3 m;
- d. de afstand van overkappingen tot de voorgevel van hoofdgebouwen bedraagt ten minste 1 m;
- e. de afstand van een bijgebouw tot het hoofdgebouw bedraagt ten minste 1 m;
- f. indien gebouwen niet aaneen worden gebouwd, bedraagt de onderlinge afstand ten minste 1 m;
- g. indien gebouwen niet in de perceelsgrens worden gebouwd, bedraagt de afstand tot de perceelsgrens ten minste 1 m;
- h. de gezamenlijke oppervlakte van gebouwen en overkappingen bedraagt niet meer dan het aangegeven bebouwingspercentage van het bouwvlak van het betreffende bouwperceel; indien geen bebouwingspercentage is aangegeven, geldt een bebouwingspercentage van 100% van het bouwvlak van het betreffende bouwperceel.'
- A. De regeling voor het bouwen buiten het bouwvlak wordt ondergebracht in een nieuw sublid 8.2.2 Buiten het bouwvlak. De volgende zinsnede wordt toegevoegd, voorafgaand aan de zin 'Voor het bouwen buiten het bouwvlak gelden de volgende regels:':
'8.2.2 Buiten het bouwvlak'
Artikel 13 Recreatie
- A. In artikel 13 'Recreatie' lid 13.1 wordt een nieuw sublid c opgenomen luidende als volgt:
'c. | ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden': tevens voor het behoud van de aanwezige cultuurhistorische waarden;' |
- B. Als gevolg van het invoegen van een nieuw sublid 13.2.1 c wordt het bestaande sublid 13.2.1 'c' vernummerd tot 13.2.1 'd.'.
- C. Artikel 13 'Recreatie' lid 13.2 Bouwregels, sublid 13.2.1 Binnen het bouwvlak wordt aangevuld met een nieuw sublid h, luidende als volgt:
'h. | ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden' kunnen gebouwen op onderdelen worden vernieuwd of veranderd en voor zover toelaatbaar binnen de bestemmingsgrenzen en de regels worden uitgebreid, mits het betrokken bouwplan mede strekt tot behoud van het uitwendige karakter van het gebouw in bestaande toestand.' |
Artikel 19 Wonen
- A. In artikel 19 'Wonen' lid 19.2.1 wordt lid b aangevuld met een sublid '5' luidende als volgt:
'5. | ter plaatse van de aanduiding 'twee-aaneen': vrijstaand of twee aaneen;' |
- B. In artikel 19 'Wonen' lid 19.2.1 wordt lid 'c' geschrapt. Als gevolg van het schrappen van lid 19.2.1 'c' worden de bestaande subleden als volgt vernummerd:
bestaande nummering | nieuwe nummering |
19.2.1 d | 19.2.1. c |
19.2.1. e | 19.2.1. d |
19.2.1. f | 19.2.1. e |
19.2.1. g | 19.2.1. f |
- C. In artikel 19 'Wonen' lid 19.2.1 onder f. wordt de inhoud van het sublid vervangen door het volgende.
'f. | de afstand van een hoofdgebouw tot de zijdelingse perceelsgrens bedraagt ten minste: 1. ter plaatse van de aanduiding 'vrijstaand': 3 m; 2. ter plaatse van de aanduiding 'twee-aaneen' tot één van de zijdelingse perceelsgrenzen: 3 m;' |
- D. De bestaande subleden 19.2.1 h t/m 19.2.1. k worden als volgt vernummerd:
bestaande nummering | nieuwe nummering |
19.2.1. h | 19.2.1. i |
19.2.1. i | 19.2.1. j |
19.2.1.j | 19.2.1. k |
19.2.1.k | 19.2.1. l |
- E. De regels in lid 19.2.1 worden aangevuld met een nieuw sublid h.
'h. | de afstand van een aan- en/of uitbouw en bijgebouw tot één van de zijdelingse perceelsgrenzen bedraagt ter plaatse van de aanduiding 'vrijstaand' ten minste 3 m;' |
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
- A. De regels van het bestemmingsplan Krabbendijke zijn onverkort van toepassing.
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 3 Overgangsrecht
3.1 Overgangsrecht bouwwerken
Voor bouwwerken luidt het overgangsrecht als volgt:
- a. een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
- 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- 2. na het tenietgaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is tenietgegaan;
- b. het bevoegd gezag mag eenmalig in afwijking van lid 3.1 onder a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in dit lid onder a met maximaal 10%;
- c. lid 3.1 onder a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
3.2 Overgangsrecht gebruik
Voor gebruik luidt het overgangsrecht als volgt:
- a. het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet;
- b. het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in lid 3.2 onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind;
- c. indien het gebruik, bedoeld in lid 3.2 onder a, na het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten;
- d. lid 3.2 onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 4 Slotregel
Deze regels worden aangehaald onder de naam 'Regels van het bestemmingsplan Krabbendijke 1e herziening'.
Hoofdstuk 1 Doel Herziening
1.1 Algemeen
De voorliggende herziening van het bestemmingsplan Krabbendijke heeft betrekking op de volgende onderwerpen:
- het herstellen van een aantal omissies op de verbeelding;
- het toevoegen van bepalingen omtrent het bouwen binnen een bouwvlak van het artikel 'Gemengd';
- het opnemen van regels inzake de cultuurhistorische waarden van de molen;
- het afstemmen van de juridische regeling in het artikel 'Wonen' op de regeling 'Wonen' zoals opgenomen in de bestemmingsplannen voor de andere kernen in de gemeente Reimerswaal (zie paragraaf 1.5);
- het voorzien in een juridische regeling waarmee de ontwikkeling Oostweg 38-40 mogelijk gemaakt kan worden (zie paragraaf 1.6).
1.2 Het Herstellen Van Een Aantal Omissies Op De Verbeelding
De verbeelding stemt niet in alle situaties overeen met het voorgaande juridisch-planologische regime. De voorliggende planherziening is mede opgesteld om deze omissies te herstellen. Het gaat daarbij om het volgende.
Wervenhove
Analyse
De milieucategorie ter plaatse van het bedrijventerrein Wervenhove is bij vaststelling van het bestemmingsplan komen te vervallen. Dit is niet gewenst. In de voorliggende herziening is aan de gronden opnieuw een functieaanduiding toegekend, waarmee de maximaal toelaatbare milieucategorie is vastgelegd. Het gaat daarbij om een functieaanduiding 'bedrijf tot en met categorie B2'. Deze regeling stemt overeen met de milieucategorie zoals die was opgenomen in het bestemmingsplan 'Wervenhove'. De functieaanduiding is opgenomen voor het volledige bestemmingsvlak 'Bedrijf'. Omdat SVBP2012 deze functieaanduiding niet kent, zal deze worden opgenomen als 'specifieke vorm van bedrijf - bedrijven tot en met categorie b2'. Inhoudelijk is echter geen onderscheid met de oude aanduidingen.
Toetsing
Door de functieaanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - bedrijven tot en met categorie b2' van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging' wordt onaanvaardbare milieuhinder voor de omgeving voorkomen en wordt het gebruik van de bedrijfsverzamelgebouwen mogelijk gemaakt.
Conclusie
Er wordt een aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - bedrijven tot en met categorie b2' op de verbeelding en in de regels opgenomen. In de regeling is een aan de aanduiding 'bedrijven tot en met categorie B2' gelijkluidende regeling opgenomen.
Perceel Zuidweg 37A
Analyse
De bedrijfswoning Zuidweg 37A is niet volledig gesitueerd binnen het functieaanduidingsvlak 'bedrijfswoning'. In de voorliggende herziening wordt de positie van het functieaanduidingsvlak afgestemd op de werkelijke situatie.
Toetsing
Ten aanzien van de verplaatsing van de functieaanduiding bestaan geen milieutechnische bezwaren.
Conclusie
De functieaanduiding 'bedrijfswoning' wordt verplaatst.
Oostweg 97
Analyse
Op de verbeelding is bij de vaststelling voorzien in een maatvoeringsaanduiding, waarbij de goothoogte is vastgelegd op 6 m en de bouwhoogte op 10 m. Beoogd wordt deze aanduiding te schrappen.
Toetsing
Het agrarische artikel voorziet in een afwijkende maatvoering en voorziet voorts niet in een verwijzing naar de maatvoeringsaanduidingen op de verbeelding. Om deze reden is de maatvoeringsaanduiding op de verbeelding niet noodzakelijk.
Conclusie
De maatvoeringsaanduiding wordt in de voorliggende herziening geschrapt.
Opnemen aanduiding 'bedrijfswoning' op percelen binnen de kern
Analyse
Binnen de kern Krabbendijke ontbreekt op een aantal percelen een aanduiding 'bedrijfswoning' terwijl daar wel een bedrijfswoning is gevestigd. In de huidige regeling is een bedrijfswoning zonder aanduiding 'bedrijfswoning' niet toegestaan. In deze herziening wordt overeenkomstig het gebruik aan de volgende percelen daarom een functieaanduiding 'bedrijfswoning' opgenomen.
- Burgemeester Sandbergstraat 29;
- Doelstraat 35;
- Dorpsstraat 95;
- Johan Willem Frisostraat 49;
- Noordweg 64;
- Oostweg 27;
- Oostweg 32;
- Oostweg 70;
- Weststraat 19A;
- Wilhelminastraat 1;
- Wilhelminastraat 15.
Toetsing
Er is sprake van bedrijfswoningen binnen de bestaande kern, waar uitgegaan is van een gemengd gebied en bedrijfsfuncties gemengd tussen het overwegende woongebied voorkomen. Voorts is sprake van een bestaand gebruik. Het opnemen van een functieaanduiding 'bedrijfswoning' stuit niet op milieutechnische bezwaren.
Conclusie
In de voorliggende herziening wordt ter plaatste van de aangehaalde percelen een aanduiding 'bedrijfswoning' opgenomen.
Nieuwlandestraat 7-13
Analyse
Aan de Nieuwlandestraat 7-13 is in het bestemmingsplan Krabbendijke een aanduiding 'vrijstaand' opgenomen, terwijl hier in werkelijkheid aaneengebouwd is gerealiseerd. Om deze omissie ongedaan te maken, wordt de aanduiding 'vrijstaand' van de verbeelding verwijderd. Binnen wonen zonder aanduidingen zijn zowel vrijstaande als aaneengebouwde woningen toegestaan.
Toetsing
Er is sprake van een bestaande situatie. Er bestaan zodoende geen ruimtelijke bezwaren tegen het schrappen van de aanduiding 'vrijstaand'.
Conclusie
De aanduiding 'vrijstaand' wordt geschrapt.
1.3 Het Toevoegen Van Bepalingen Omtrent Het Bouwen Binnen Een Bouwvlak Van Het Artikel 'Gemengd'
In het bestemmingsplan Krabbendijke is per abuis niet voorzien in bouwbepalingen ten aanzien van bouwregels binnen het bouwvlak binnen het artikel 'Gemengd', terwijl op de verbeelding wel een bouwvlak is opgenomen. Om deze reden is het noodzakelijk alsnog in bouwregels te voorzien. Voor wat betreft de inhoud van deze regeling wordt aangesloten bij de bouwregels van de overige regels. Alleen de regels vragen om een herziening.
Inhoud van de eerste herziening van het bestemmingsplan Krabbendijke
Toegevoegd wordt een nieuw sublid 8.2.1 Binnen het bouwvlak, waarmee het bouwen binnen een bouwvlak is geregeld.
8.2.1 Binnen het bouwvlak
Voor het bouwen binnen het bouwvlak gelden de volgende regels:
- a. toegestaan zijn:
- 1. hoofdgebouwen;
- 2. aan- en/of uitbouwen en bijgebouwen;
- 3. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
- b. de goothoogte en/of de boeibordhoogte bedraagt niet meer dan:
- 1. hoofdgebouwen: de aangegeven goothoogte;
- 2. aan- en/of uitbouwen en bijgebouwen: 4 m;
- c. de bouwhoogte bedraagt niet meer dan:
- 1. hoofdgebouwen: de aangegeven bouwhoogte;
- 2. aan- en/of uitbouwen en bijgebouwen: 7 m;
- 3. erf- en terreinafscheidingen: 2 m;
- 4. vrijstaande antennes: 10 m;
- 5. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde: 3 m;
- d. de afstand van overkappingen tot de voorgevel van hoofdgebouwen bedraagt ten minste 1 m;
- e. de afstand van een bijgebouw tot het hoofdgebouw bedraagt ten minste 1 m;
- f. indien gebouwen niet aaneen worden gebouwd, bedraagt de onderlinge afstand ten minste 1 m;
- g. indien gebouwen niet in de perceelsgrens worden gebouwd, bedraagt de afstand tot de perceelsgrens ten minste 1 m;
- h. de gezamenlijke oppervlakte van gebouwen en overkappingen bedraagt niet meer dan het aangegeven bebouwingspercentage van het bouwvlak van het betreffende bouwperceel; indien geen bebouwingspercentage is aangegeven, geldt een bebouwingspercentage van 100% van het bouwvlak van het betreffende bouwperceel.
Nu is voorzien in een regeling voor het bouwen binnen het bouwvlak, is het nodig de regeling voor bouwen buiten het bouwvlak onder te brengen in een sublid 8.2.2 Buiten het bouwvlak. Daarom wordt het kopje '8.2.2 Buiten het bouwvlak' toegevoegd boven de bestaande regeling.
1.4 Het Opnemen Van Regels Inzake De Cultuurhistorische Waarden Van De Molen
De molen is een cultuurhistorisch waardevol object. Karakteristieke en waardevolle objecten zijn in de bestemmingsplannen van de gemeente voorzien van een aanduiding 'cultuurhistorische waarde'. Dat is ook voor de molen in Krabbendijke gebeurd, echter is aan deze functieaanduiding geen regeling gekoppeld in de planregels. Alleen de regels vragen om een herziening.
Inhoud van de eerste herziening van het bestemmingsplan Krabbendijke
In de bestemmingsomschrijving wordt een nieuw sublid opgenomen, waarmee de bescherming van de cultuurhistorische waarde van de molen wordt geregeld. De overige leden moeten worden vernummerd. Het toe te voegen lid luidt als volgt:
'c. | ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden': tevens voor het behoud van de aanwezige cultuurhistorische waarden;' |
Ook aan de bouwregels wordt, overeenkomstig de plansystematiek van de bestemmingsplannen binnen de gemeente een sublid toegevoegd, luidende als volgt:
'h. | ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden' kunnen gebouwen op onderdelen worden vernieuwd of veranderd en voor zover toelaatbaar binnen de bestemmingsgrenzen en de regels worden uitgebreid, mits het betrokken bouwplan mede strekt tot behoud van het uitwendige karakter van het gebouw in bestaande toestand.' |
1.5 Afstemmen Regeling 'Wonen' Op Overige Bestemmingsplannen Voor De Kernen
Artikel 19 Wonen
Het bestemmingsplan Krabbendijke voorziet in artikel 19 in een juridisch-planologische regeling voor het wonen. Naast de functie wonen, zijn ook specifieke gebruiksregels en bouwregels vastgelegd.
Na vaststelling is gebleken dat zich ten aanzien van de redactie van de bouwregels – en dan specifiek ten aanzien van de afstand van hoofdgebouwen, aan-, uit- en bijgebouwen ten opzichte van de zijdelingse perceelsgrens – een omissie heeft voorgedaan.
In artikel 19 is in Krabbendijke onder lid 19.2.1 onder g het volgende opgenomen.
g. | de afstand van een hoofdgebouw en aan- en/of uitbouw en bijgebouw tot de zijdelingse perceelsgrens bedraagt ten minste: 1. ter plaatse van de aanduiding 'vrijstaand': 3 m; 2. ter plaatse van de aanduiding 'twee-aaneen' tot één van de zijdelingse perceelsgrenzen: 3 m; |
Vergelijking met andere kernen
In de overige bestemmingsplannen voor de kernen van de gemeente is deze regeling opgesplitst in:
- een sublid met bouwregels ten aanzien van de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens voor hoofdgebouwen;
- een sublid met bouwregels ten aanzien van de afstand van een aan- en/of uitbouw en bijgebouw tot de zijdelingse perceelsgrens.
De gemeente wenst een uniforme redactie ten aanzien van deze regels. Zodoende wordt voorgesteld de redactie van het artikel 'Wonen' in Krabbendijke te herzien.
Inhoud van de eerste herziening van het bestemmingsplan Krabbendijke
Het afstemmen van de regels van het bestemmingsplan Krabbendijke op de overige kernen betekent het volgende. Alleen de regels vragen om een herziening.
De redactie van lid 19.2.1 onder g wordt als volgt aangepast:
g. | de afstand van een hoofdgebouw tot de zijdelingse perceelsgrens bedraagt ten minste: 1. ter plaatse van de aanduiding 'vrijstaand': 3 m; 2. ter plaatse van de aanduiding 'twee-aaneen' tot één van de zijdelingse perceelsgrenzen: 3 m; |
De regels in lid 19.2.1 worden verder conform de regeling 'Wonen' in de andere kernen aangevuld met een nieuw sublid h:
h. | de afstand van een aan- en/of uitbouw en bijgebouw tot één van de zijdelingse perceelsgrenzen bedraagt ter plaatse van de aanduiding 'vrijstaand' ten minste 3 m; |
De bestaande subleden h t/m k in lid 19.2.1 worden vernummerd tot i t/m l.
1.6 Ontwikkeling Oostweg 38-40 Krabbendijke
Initiatiefnemer wenst de huidige woning uit te breiden. Grenzend aan de woning staat momenteel een voormalige agrarische schuur. Uitbreiding van de woning met de voormalige agrarische schuur dient ter vergroting van het woongenot.
De schuur is gesitueerd op gronden met de bestemming Agrarisch. Het voorgenomen gebruik, wonen (niet zijnde bedrijfswoning), is echter niet agrarisch. Het initiatief is zodoende in strijd met het ter plaatse vigerende bestemmingsplan 'Krabbendijke'. Tevens kan er, gelet op de daarbij gestelde voorwaarden, geen gebruikgemaakt worden van de wijzigingsbevoegdheid om de bestemming van Agrarisch te wijzigen in Wonen, omdat:
- thans geen agrarische bedrijfswoning aanwezig is;
- de toegestane oppervlakte met 40 m² wordt overschreden en sloop niet doelmatig is.
Medewerking aan het initiatief is alleen mogelijk door middel van een omgevingsvergunning (uitgebreide procedure) of door een (partiële) herziening van het bestemmingsplan. Door de gemeente is de voorkeur uitgesproken om de ontwikkeling toe te voegen bij de voorliggende 1e herziening van het bestemmingsplan Krabbendijke.
Ten behoeve van de ontwikkeling is door Butijn Bouw Advies een ruimtelijke onderbouwing opgesteld. Deze ruimtelijke onderbouwing vormt de verantwoording voor de voorgenomen wijziging van de bestemming 'Agrarisch' naar 'Wonen' en is integraal opgenomen in bijlage 1 bij deze eerste herziening.
1.7 Afstemming Op Svbp 2012
Aanleiding
Als gevolg van de vorengenoemde onderwerpen van de herziening wordt de verbeelding en de regels aangepast. Op deze herziening is SVBP2012 van toepassing. Het basisplan is echter opgesteld conform SVBP2008. In enkele situaties levert dit voor de betreffende percelen een conflictsituatie op, omdat de regeling SVBP2008 zich niet op alle vlakken laat verenigen met SVBP2012. Om deze reden is het voor de betrokken percelen noodzakelijk een wijziging door te voeren. Deze wijziging heeft echter geen inhoudelijke gevolgen. Het gaat alleen om:
- de naamgeving van de aanduidingen 'bedrijven tot en met categorie B1' en 'bedrijven tot en met categorie B2'.
Inhoud van de eerste herziening van het bestemmingsplan Krabbendijke
Aanduidingen 'bedrijven tot en met categorie B1' en 'bedrijven tot en met categorie B2'
Op een aantal bedrijfspercelen in de voorliggende herziening wordt een aanduiding bedrijfswoning opgenomen (zie paragraaf 1.2). Voor die percelen wordt de juridische regeling opnieuw vastgesteld. De functieaanduiding 'bedrijven tot en met categorie B1' en 'bedrijven tot en met categorie B2' is niet in overeenstemming met SVBP2012. Dat geldt ook voor Wervenhove, waar nu opnieuw een functieaanduiding wordt opgenomen. Voor een positieve validatie in SVBP2012 is het noodzakelijk dat de functieaanduiding wordt hernoemd als 'specifieke vorm van bedrijf - bedrijven tot en met categorie b1' en 'specifieke vorm van bedrijf - bedrijven tot en met categorie b2'.
Aan het artikel bedrijf worden zodoende twee subleden toegevoegd aan de bestemmingsomschrijving:
r. | ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - bedrijven tot en met categorie b1': bedrijven uit ten hoogste categorie B1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging'; |
s. | ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - bedrijven tot en met categorie b2': bedrijven uit ten hoogste categorie B2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging'. |
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregeling
2.1 Opzet Bestemmingsregeling
In dit hoofdstuk wordt de bestemmingsregeling beschreven. De bestemmingsregeling bestaat uit de volgende onderdelen:
- de verbeelding met het renvooi (paragraaf 2.2);
- de regels (paragraaf 2.3).
De Wet ruimtelijke ordening (Wro) en het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) zijn 1 juli 2008 in werking getreden en vormen het wettelijk kader voor het bestemmingsplan. Alle nieuwe ruimtelijke plannen – zoals bestemmingsplannen – moeten digitaal worden vervaardigd. Het voorliggende bestemmingsplan is opgebouwd en vormgegeven conform de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen 2012 (SVBP2012) en is derhalve digitaal raadpleegbaar.
2.2 Verbeelding En Renvooi
Digitaal
Nieuwe bestemmingsplannen worden digitaal beschikbaar gesteld, zodat ze via internet raadpleegbaar zijn. Dit is verplicht op grond van de Wro.
Op de gemeentelijke website en/of www.ruimtelijkeplannen.nl kunnen de digitale bestemmingsplannen worden bekeken. Bij raadpleging van het digitale bestemmingsplan wordt de gebruiker bij het aanklikken van de percelen op een beeldscherm door middel van hyperlinks naar de relevante delen van het bestemmingsplan doorverwezen.
Nu sprake is van een herziening van de regels en een beperkte herziening van de verbeelding als gevolg van het herstel van een aantal omissies en de ontwikkeling aan de Oostweg 38-40, ziet de digitale verbeelding er als volgt uit.
- Er is sprake van een plancontour conform het bestemmingsplan Krabbendijke.
- Ter plaatse van Wervenhove is voorzien in een functieaanduiding 'bedrijven tot en met categorie B2'.
- Ter plaatse van perceel Zuidweg 37A is het functieaanduidingsvlak 'bedrijfswoning' verschoven en geprojecteerd op de bestaande bedrijfswoning.
- Ter hoogte van perceel Oostweg 97 is de maatvoeringsaanduiding komen te vervallen.
- Verspreid door de kern is op enkele percelen een aanduiding 'bedrijfswoning' opgenomen. Voor locaties wordt verwezen naar paragraaf 1.2.
- Ter plaatse van de ontwikkeling Oostweg 38-40 is voorzien in een bestemmingslegging die is afgestemd op de voorgenomen ontwikkeling.
Ondergrond
Op de verbeelding is in de ondergrond de bestaande situatie (bebouwing en kadastrale eigendomsgrenzen, straatnamen en huisnummers) weergegeven. Daarbij is gebruikgemaakt van het digitale bestand (versie april 2010), waarop ook het bestemmingsplan Krabbendijke is getekend.
Bestemmingen en aanduidingen
In verband met de onderwerpen van deze herziening (zie hoofdstuk 1) zijn op de verbeelding de volgende bestemmingen en aanduidingen opgenomen.
- Er is sprake van één plancontour die het gehele plangebied van het bestemmingsplan Krabbendijke omvat. De herzieningen aan het artikel 8 'Gemengd', artikel 13 'Recreatie' en artikel 19 'Wonen' zijn hieraan gekoppeld. Het is niet nodig voor deze artikelen de bestemmingsvlakken, bouwvlakken en aanduidingen en dergelijke op te nemen, omdat deze immers al zijn vastgesteld en niet opnieuw hoeven te worden vastgesteld.
- De bestemmingen 'Agrarisch', 'Bedrijf' en 'Wonen' zijn opgenomen ter plaatse van de verschillende percelen zoals benoemd in paragraaf 1.2. Deze bestemmingen met bouwvlakken en aanduidingen zijn opgenomen om de herziening van de aanduidingen te verduidelijken.
- Bestemming 'Agrarisch'.
- 1. De maatvoeringsaanduiding ter plaatse van Oostweg 97 is komen te vervallen.
- Bestemming 'Bedrijf'.
- 1. Bij Wervenhove is een aanduiding 'bedrijf tot en met categorie B2' op het bestemmingsvlak opgenomen.
- 2. Bij Zuidweg 37A is de aanduiding 'bedrijfswoning' verplaatst.
- 3. Op locaties zoals omschreven in paragraaf 1.2 is een aanduiding 'bedrijfswoning' opgenomen.
- Bestemming 'Tuin'.
- 1. Deze bestemming is geprojecteerd aan de voorzijde van de ontwikkeling Oostweg 38-40.
- Bestemming 'Wonen'
- 1. Ter hoogte van de Nieuwlandestraat 7-13 is de aanduiding vrijstaand geschrapt.
- 2. De ontwikkeling Oostweg 38-40, inclusief aanduidingen, is opgenomen.
- Tot slot zijn voor de helderheid ook de dubbelbestemmingen (bijvoorbeeld Waarde - Archeologie 2) opnieuw opgenomen.
Analoog
Bestemmingen
De bestemmingen zijn in dit bestemmingsplan met een hoofdletter (bijvoorbeeld W voor Wonen) aangeduid. De bestemmingen corresponderen met afzonderlijke artikelen in hoofdstuk 2 (Bestemmingsregels) van het basisplan, met de aanvullingen uit de voorliggende herziening. In het renvooi is daarbij dezelfde volgorde aangehouden als in het betreffende hoofdstuk.
Aanduidingen en renvooi (analoog plan)
De betekenis van alle aanduidingen (cijfers en letters) wordt verklaard in het renvooi, een overzicht met verklaring van de aanduidingen op de verbeelding. Dit renvooi is voor zover nodig en, wat betreft de aanduidingen, opgesplitst in:
- gebiedsaanduidingen;
- functieaanduidingen;
- bouwvlak;
- bouwaanduidingen;
- maatvoeringsaanduidingen.
Leeswijzer
Voor een beoordeling van alle bouw- en gebruiksmogelijkheden ter plaatse van een perceel dient derhalve de op de verbeelding aangebrachte aanduiding te worden bekeken, het renvooi te worden geraadpleegd voor het kiezen van het juiste bestemmingsartikel in de regels, waarna het bijbehorende artikel dient te worden gelezen. Deze volgorde is de meest doelmatige om inzicht te krijgen in de mogelijkheden die het bestemmingsplan biedt voor het gebruik en de oprichting van bebouwing op een perceel. Nu sprake is van een herziening, dient zowel het basisplan 'Krabbendijke' als de voorliggende herziening 'Krabbendijke 1e herziening' te worden geraadpleegd voor een beoordeling van de bouw- en gebruiksmogelijkheden.
2.3 Opzet Bestemmingsplan
2.3.1 Opzet planregels
Overeenkomstig SVBP2012 kent de indeling in hoofdstukken waarin de regels zijn opgenomen de volgende vaste volgorde.
- In hoofdstuk 1 (inleidende regels) worden in de regels gehanteerde begrippen, voor zover nodig, gedefinieerd, en wordt de wijze van meten bepaald.
- In hoofdstuk 2 (bestemmingsregels) worden alfabetisch de regels gegeven waarmee de bestemmingen die op de verbeelding voorkomen nader worden omschreven.
- Hoofdstuk 3 (algemene regels) bevat een aantal regels die voor alle bestemmingen gelden, zoals een anti-dubbeltelregel, een procedureregel, dan wel regels die voor de nodige flexibiliteit kunnen zorgen, zoals algemene afwijkings- of wijzigingsbevoegdheden.
- Hoofdstuk 4 (overgangs- en slotregel) geeft ten slotte het overgangsrecht voor bestaand gebruik en bestaande bebouwing en de titel van het plan.
Aangezien het voorliggende bestemmingsplan uitsluitend een herziening is van een onderdeel van het artikel 'Gemengd', het artikel 'Recreatie' en het artikel 'Wonen' en een aantal aanpassingen van de verbeelding als gevolg van omissies en op de voorgenomen ontwikkeling Oostweg 38-40, blijven de overige onderdelen van het geldende bestemmingsplan Krabbendijke onverkort van toepassing. In de planregels is dan ook verwezen naar het basisplan Krabbendijke.
2.3.2 Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 5 'Bedrijf'
In verband met SVBP2012 worden twee subleden aan het sublid 5.1 bestemmingsomschrijving toegevoegd. Voor een toelichting wordt verwezen naar paragraaf 1.7.
Artikel 8 'Gemengd'
Toegevoegd is een regeling ten aanzien van het bouwen binnen een bouwvlak. Daarnaast is de huidige regeling voor het bouwen buiten het bouwvlak ondergebracht binnen een nieuw sublid 'Buiten het bouwvlak'. Voor een toelichting wordt verwezen naar paragraaf 1.3.
Artikel 13 'Recreatie'
Toegevoegd is een sublid ter bescherming van de cultuurhistorische waarde van de molen in lid 13.1 bestemmingsregels en in de bouwregels onder 'Binnen het bouwvlak'. Voor een toelichting wordt verwezen naar paragraaf 1.4.
Artikel 19 'Wonen'
Het artikel 19 Wonen wordt door middel van de voorliggende herziening als volgt aangepast. Het betreft technische aanpassingen in verband met verkeerde verwijzingen en aanpassingen in verband met afstemmingen op de overige bestemmingsplannen in de gemeente.
In artikel 19 'Wonen' lid 19.2.1 wordt lid b aangevuld met een sublid '5' luidende als volgt:
'5. | ter plaatse van de aanduiding 'twee-aaneen': vrijstaand of twee aaneen;' |
In artikel 19 'Wonen' lid 19.2.1 wordt lid 'c' geschrapt. Als gevolg van het schrappen van lid 19.2.1 'c' worden de bestaande subleden als volgt vernummerd:
bestaande nummering | nieuwe nummering |
19.2.1 d | 19.2.1. c |
19.2.1. e | 19.2.1. d |
19.2.1. f | 19.2.1. e |
19.2.1. g | 19.2.1. f |
In artikel 19 'Wonen' lid 19.2.1 onder f. wordt de inhoud van het sublid vervangen door het volgende.
'f. | de afstand van een hoofdgebouw tot de zijdelingse perceelsgrens bedraagt ten minste: 1. ter plaatse van de aanduiding 'vrijstaand': 3 m; 2. ter plaatse van de aanduiding 'twee-aaneen' tot één van de zijdelingse perceelsgrenzen: 3 m;' |
De bestaande subleden 19.2.1 h t/m 19.2.1. k worden als volgt vernummerd:
bestaande nummering | nieuwe nummering |
19.2.1. h | 19.2.1. i |
19.2.1. i | 19.2.1. j |
19.2.1.j | 19.2.1. k |
19.2.1.k | 19.2.1. l |
De regels in lid 19.2.1 worden aangevuld met een nieuw sublid h.
'h. | de afstand van een aan- en/of uitbouw en bijgebouw tot één van de zijdelingse perceelsgrenzen bedraagt ter plaatse van de aanduiding 'vrijstaand' ten minste 3 m;' |
2.3.3 Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels
Overgangsrecht
De overgangsregels hebben tot doel de rechtstoestand te begeleiden van bouwwerken die gebouwd zijn of kunnen worden gebouwd en die afwijken van de bebouwingsbepalingen van het plan. Tevens is bepaald dat het gebruik van onbebouwde gronden en bouwwerken in het plan, voor zover dit gebruik op het tijdstip van het rechtskracht verkrijgen van het plan (rechtens) afwijkt van de in het onderhavige plan gegeven bestemming, kan worden voortgezet.
Deze regels zijn opgenomen in het Bro en zijn op voorgeschreven wijze overgenomen.
Slotregel
Dit artikel ten slotte geeft aan de naam waaronder de regels van het bestemmingsplan kunnen worden aangehaald 'Regels van het bestemmingsplan Krabbendijke 1e herziening'.
Hoofdstuk 3 Economische Uitvoerbaarheid
3.1 Economische Uitvoerbaarheid
In de Wro is de Grondexploitatiewet opgenomen. In deze wet is het verplichte kostenverhaal van plankosten door de gemeente geregeld. De gemeente legt dit kostenverhaal vast in een exploitatieplan. Het kostenverhaal is aan de orde en dient te worden verzekerd indien op grond van een bestemmingsplan rechtstreeks nieuwe bouwplannen (als genoemd in artikel 6.2.1 Bro) mogelijk worden gemaakt (artikel 6.2.3 t/m 6.2.5 Bro). Voor een wijzigingsbevoegdheid wordt het kostenverhaal pas verplicht bij het vaststellen van het wijzigingsplan. Een exploitatieplan hoeft niet te worden vastgesteld indien het kostenverhaal anderszins verzekerd is. Bijvoorbeeld doordat met alle grondeigenaren hiertoe een overeenkomst is gesloten of als de gemeente volledig zelf het grondeigendom heeft.
Herziening regels
In het voorliggende bestemmingsplan Krabbendijke 1e herziening, wordt een omissie in de regels hersteld. Hierdoor worden geen nieuwe bouwplannen mogelijk gemaakt. Daarom wordt gekozen geen exploitatieplan vast te stellen. In deze gevallen is namelijk geen sprake van te verhalen (plan)kosten, dan wel is de potentiële opbrengst van de bouwmogelijkheden zo gering dat de kosten voor het opstellen van een exploitatieplan niet opwegen tegen de eventuele opbrengsten ervan.
Artikel 6.2.1a Bro maakt het mogelijk om het vaststellen van een exploitatieplan achterwege te laten indien het mogelijke (netto) bedrag aan exploitatie opbrengsten minder dan € 10.000,- bedraagt.
Gelet op de beperkte omvang van de resterende bouwmogelijkheden in dit bestemmingsplan, in relatie tot de voor de gemeente Reimerswaal te maken plankosten, is het niet waarschijnlijk dat de opbrengsten dit bedrag te boven zullen gaan.
Oostweg 38-40
Ten aanzien van de beoogde ontwikkeling aan de Oostweg 38-40 geldt dat de initiatiefnemers een anterieure overeenkomst met de gemeente zijn aangegaan.
Conclusie
Gelet op het voorgaande ten aanzien van de herziening van de regels en het feit dat voor de ontwikkeling Oostweg 38-40 een anterieure overeenkomst is aangegaan tussen initiatiefnemers en de gemeente, wordt afgezien van het vaststellen van een exploitatieplan bij dit bestemmingsplan.
Hoofdstuk 4 Maatschappelijke Toetsing En Kwaliteit
Gelet op het karakter van de voorliggende bestemmingsplanherziening is het mogelijk om direct het ontwerp van het bestemmingsplan ter inzage te leggen.
4.1 Resultaten Zienswijzenprocedure
Tervisielegging
Het ontwerpbestemmingsplan Krabbendijke 1e herziening heeft in het kader van artikel 3.8, lid 1, van de Wet ruimtelijke ordening juncto afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van donderdag 19 juni 2014 tot en met woensdag 30 juli 2014 ter inzage gelegen.
Tevens zijn de wettelijke overlegpartners (op grond van artikel 3.1.1, lid 1, van het Bro) op de hoogte gebracht van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan. Gedurende de inzageperiode is een zienswijze op het ontwerpbestemmingsplan ingediend.
Anonimisering
Bij de (gewijzigde) vaststelling van het bestemmingsplan zal de samenvatting met de beantwoording van de zienswijzen elektronisch beschikbaar worden gesteld. Op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens is het niet toegestaan om persoonsgegevens van natuurlijke personen op internet weer te geven. De reclamanten (indieners van zienswijzen) zijn daarom niet bij name genoemd, met uitzondering van gemachtigden of rechtspersonen. De zienswijze wordt niet digitaal bij het bestemmingsplan gevoegd.
Indien men toch inzage wil in de ingediende zienswijze dan kan hiervoor in concrete gevallen een verzoek tot inzage of afschrift worden gedaan op grond van de Wet openbaarheid van bestuur.
Zienswijze 1
Samenvatting
Reclamant maakt bezwaar tegen het niet verwerken van de uitspraak van de Raad van State van 25 oktober 2013 in het bestemmingsplan ''Krabbendijke''. Naar zijn mening dient de uitspraak volledig meegenomen te worden in het bestemmingsplan ''Krabbendijke, 1e herziening''.
Overweging
Het bestemmingsplan ''Krabbendijke, 1e herziening'' betreft een reparatieherziening van het vigerende bestemmingsplan ''Krabbendijke'' en het vertalen van de ontwikkeling aan de Oostweg 38-40.
De herziening bevat enkele kleine reparaties van onvolkomenheden in het bestemmingsplan ''Krabbendijke'' welke geen directe en nadelige gevolgen opleveren voor de omgeving.
Om die reden heeft het college, in afwijking van de inspraakverordening, besloten om de voorontwerpfase en de hieraan gekoppelde inspraak over te slaan en de herziening direct in ontwerp ter inzage te leggen.
Ten aanzien van het plan aan de Oostweg 38-40 geldt dat reeds voorzien was in een uitvoerige ruimtelijke onderbouwing.
Er bestaat begrip voor de opvatting van reclamant, maar het toevoegen van de door reclamant gewenste extra woning betekent voor een aantal omwonenden dat hun uitzichtsituatie kan veranderen. Daarmee leent het initiatief zich naar het oordeel van het college niet om 'mee te lopen' bij de gewijzigde vaststelling van deze grotendeels technische aanpassing van het bestemmingsplan ''Krabbendijke, 1e herziening'', die direct als ontwerp ter inzage is gelegd. Een ruimtelijke onderbouwing voor het inititatief van reclamant ontbreekt daarnaast. Verder geldt dat de belanghebbenden door de verkorte procedure onvoldoende mogelijkheid krijgen om hun bedenkingen kenbaar te maken, gezien enkel de mogelijkheid van beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State nog openstaat. Aan reclamant is aangegeven dat het college bereid is de raad voor te stellen om de bestemming van het perceel aan te passen door het voeren van een separate bestemmingsplanprocedure.
Conclusie
De 1e herziening van het bestemmingsplan van de kern Krabbendijke is een reparatieherziening. De planherziening is enkel opgesteld om enkele omissies te herstellen. De zienswijze leidt niet tot aanpassing van het ontwerpbestemmingsplan ''Krabbendijke, 1e herziening.
4.2 Resultaten Overlegprocedure
Het ontwerpbestemmingsplan Krabbendijke 1e herziening is in het kader van het voorgeschreven overleg ex artikel 3.1.1, lid 1, van het Bro aan de overleginstanties toegezonden. Er zijn geen zienswijzen ingediend. Daaruit wordt geconcludeerd dat de diverse overlegpartners instemmen met de voorgenomen herziening.
4.3 Ambtshalve Aanpassingen
Gebleken is dat de nummering van artikel 19. 19.2.1., lid c, moet worden aangepast: dit moet zijn 19.2.1, lid b, onder 5. Aan de hand van deze wijziging is dit artikel verder doorgenummerd. De gewijzigde vaststelling heeft geen inhoudelijke gevolgen en betreft uitsluitend een tekstuele aanpassing.