Slagveldstraat Knop
Bestemmingsplan - gemeente Reimerswaal
Vastgesteld op 26-05-2015 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
1.1 plan
het bestemmingsplan Slagveldstraat Knop van de gemeente Reimerswaal.
1.2 bestemmingsplan
de geometrisch bepaalde planobjecten met bijbehorende regels als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0703.03KnBPSlagveldKnop-va01.
1.3 aanduiding
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
1.4 aanduidingsgrens
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
1.5 antenne-installatie
installatie bestaande uit een antenne, een antennedrager, de bedrading en de al dan niet in een techniekkast opgenomen apparatuur, met de daarbij behorende bevestigingsconstructie.
1.6 antennedrager
antennemast of andere constructie bedoeld voor de bevestiging van een antenne.
1.7 bebouwing
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
1.8 bedrijf
een onderneming gericht op het vervaardigen, bewerken, herstellen, installeren of inzamelen van goederen.
1.9 bedrijfs- of dienstwoning
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, die slechts is bestemd voor een huishouden, waarvan huisvesting daar noodzakelijk is, gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein.
1.10 bestaande afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen
afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen, die op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan tot stand zijn gekomen of tot stand zullen komen met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Woningwet.
1.11 bestemmingsgrens
de grens van een bestemmingsvlak.
1.12 bestemmingsvlak
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
1.13 Bevi-inrichtingen
bedrijven zoals bedoeld in artikel 2 lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen.
1.14 bevoegd gezag
bevoegd gezag zoals bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
1.15 bouwen
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.
1.16 bouwgrens
de grens van een bouwvlak.
1.17 bouwperceel
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
1.18 bouwperceelgrens
een grens van een bouwperceel.
1.19 bouwvlak
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.
1.20 bouwwerk
elke bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
1.21 bruto vloeroppervlak
de totale vloeroppervlakte van de ruimte die wordt gebruikt voor een (dienstverlenend) bedrijf of een dienstverlenende instelling, inclusief magazijnen, bergingen, kantoren en verblijfsruimten en de overige voor de bedrijfsuitoefening benodigde vloeroppervlakte.
1.22 cultuurhistorische waarden
de aan een bouwwerk of gebied toegekende waarden in verband met ouderdom en/of historische gaafheid.
1.23 dakkapel
een constructie ter vergroting van een gebouw, die zich tussen de dakgoot en de nok van een dakvlak bevindt, waarbij deze constructie onder de noklijn is gelegen en de onderzijde van de constructie in het dakvlak is geplaatst.
1.24 dakopbouw
een constructie ter vergroting van een gebouw, die zich boven de dakgoot bevindt, waarbij deze constructie (deels) boven de oorspronkelijke nok kan uitkomen en de onderzijden van de constructie in één of beide dakvlakken zijn geplaatst.
1.25 detailhandel
het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen en leveren van goederen aan personen die deze goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
1.26 detailhandel in volumineuze goederen
detailhandel in de volgende volumineuze en gevaarlijke goederen:
- a. auto's;
- b. boten;
- c. caravans;
- d. grove bouwmaterialen;
- e. explosiegevaarlijke goederen;
- f. bestrijdingsmiddelen;
- g. naar aard en omvang vergelijkbare goederen.
1.27 dienstverlening
het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen. Hiertoe worden in ieder geval gerekend de activiteiten, zoals genoemd in de Staat van Bedrijfsactiviteiten.
1.28 gebouw
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
1.29 geluidhinderlijke inrichtingen
bedrijven, zoals bedoeld in artikel 2.1 lid 3 van het Besluit omgevingsrecht, die in belangrijke mate geluidhinder kunnen veroorzaken.
1.30 grootschalige detailhandel
detailhandelsvoorzieningen met een bruto vloeroppervlak van 1.500 m² of meer.
1.31 hoofdgebouw
een of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.
1.32 NEN
door de Stichting Nederlands Normalisatie-instituut uitgegeven norm, zoals deze luidde op het moment van vaststelling van het plan.
1.33 nutsvoorzieningen
voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaal- gebouwtjes, telefooncellen, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling en apparatuur voor telecommunicatie.
1.34 overkapping
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voorzien van een gesloten dak.
1.35 peil
- a. voor gebouwen die onmiddellijk aan de weg grenzen: de hoogte van die weg;
- b. in andere gevallen en voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde: de gemiddelde hoogte van het bestaande aansluitende afgewerkte maaiveld;
- c. wanneer onduidelijkheid bestaat over het peil kunnen burgemeester en wethouders een peil aanwijzen.
1.36 supermarkt
zelfbedieningszaak voor levensmiddelen en huishoudelijke producten.
1.37 voorgevel
de gevel van het hoofdgebouw die door zijn aard, functie, constructie of 'uitstraling' als belangrijkste gevel kan worden aangemerkt.
1.38 voorgevelrooilijn
de op een perceel aanwezige lijn evenwijdig aan de weg en in het verlengde van de dichtst bij de weg gelegen gevel van het hoofdgebouw; dan wel (indien deze gevel niet evenwijdig is aan de weg): evenwijdig aan de weg door het dichtst bij de weg gelegen hoekpunt van gevels van het hoofdgebouw; dan wel: de naar de weg gekeerde voorgevelgrens.
1.39 vuurwerk
voorwerpen gevuld met ontplofbare of brandbare lichtgevende mengsels.
Artikel 2 Wijze Van Meten
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.1 afstanden
afstanden tussen bouwwerken onderling alsmede afstanden van bouwwerken tot perceelsgrenzen worden daar gemeten waar deze afstanden het kleinst zijn.
2.2 bouwhoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
2.3 breedte, lengte en diepte van een bouwwerk
tussen (de lijnen getrokken door) de buitenzijde van de gevels en het hart van de scheidsmuren.
2.4 dakkapellen
indien zich aan de voorzijde of zijkant van een gebouw één of meer dakkapellen of dakopbouwen bevinden waarvan de gezamenlijke breedte meer bedraagt dan 50% van de gevelbreedte en op de achterzijde van een gebouw meer dan 70%, wordt de goot of het boeibord van de dakkapel of dakopbouw als goot- of boeibordhoogte aangemerkt.
2.5 goothoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
2.6 inhoud van een bouwwerk
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
2.7 oppervlakte van een bouwwerk
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
2.8 vloeroppervlakte
de gebruiksoppervlakte volgens NEN 2580, gelegen binnen de buitenste/scheidende muren inclusief dragende en niet-dragende binnenmuren.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Detailhandel
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Detailhandel aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. detailhandel en dienstverlening;
- b. bij deze bestemming behorende voorzieningen zoals:
- 1. erven;
- 2. parkeervoorzieningen;
- 3. toegangs- en achterpaden;
- 4. voet- en fietspaden;
- 5. laad- en losvoorzieningen;
- 6. nutsvoorzieningen;
- 7. beplantingen.
3.2 Bouwregels
3.3 Afwijken van de bouwregels
Algemene afwijking
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde ten aanzien van de maximaal toelaatbare bouwhoogte, met inachtneming van de volgende regels:
- a. de afwijking bedraagt niet meer dan 15%;
- b. er wordt geen onevenredige afbreuk gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.
3.4 Specifieke gebruiksregels
3.5 Strijdig gebruik
In het plangebied of directe omgeving dient in voldoende parkeergelegenheid te zijn voorzien. Wanneer hier niet (meer) aan wordt voldaan, is sprake van met het bestemmingsplan strijdig gebruik, met dien verstande dat een bestaand parkeertekort niet als strijdig gebruik wordt aangemerkt.
Artikel 4 Gemengd
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Gemengd aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. detailhandel in volumineuze goederen;
- b. dienstverlening;
- c. maatschappelijke voorzieningen;
- d. kantoor;
- e. bedrijven uit ten hoogste categorie B1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten "functiemenging";
- f. bij deze bestemming behorende voorzieningen zoals:
- 1. erven;
- 2. parkeervoorzieningen;
- 3. toegangs- en achterpaden;
- 4. voet- en fietspaden;
- 5. laad- en losvoorzieningen;
- 6. nutsvoorzieningen;
- 7. beplantingen.
4.2 Bouwregels
4.3 Afwijken van de bouwregels
Algemene afwijking
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde ten aanzien van de maximaal toelaatbare bouwhoogte, met inachtneming van de volgende regels:
- a. de afwijking bedraagt niet meer dan 15%;
- b. er wordt geen onevenredige afbreuk gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.
4.4 Specifieke gebruiksregels
4.5 Strijdig gebruik
In het plangebied of directe omgeving dient in voldoende parkeergelegenheid te zijn voorzien. Wanneer hier niet (meer) aan wordt voldaan, is sprake van met het bestemmingsplan strijdig gebruik, met dien verstande dat een bestaand parkeertekort niet als strijdig gebruik wordt aangemerkt.
Artikel 5 Groen
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Groen aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. beplantingen;
- b. speelvoorzieningen;
- c. waterpartijen en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- d. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals:
- 1. bermen;
- 2. bermsloten;
- 3. voet- en fietspaden.
5.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
- a. toegestaan zijn:
- 1. bruggen;
- 2. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
- 3. keermuren voor de waterbeheersing;
- 4. oeverbeschoeiingen.
- b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde bedraagt niet meer dan:
- 1. bewegwijzering en overig straatmeubilair: 4,5 m;
- 2. erf- en terreinafscheidingen: 2 m;
- 3. lichtmasten en overige masten: 10 m;
- 4. speelvoorzieningen: 3 m;
- 5. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde: 1 m.
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 6 Antidubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 7 Algemene Bouwregels
7.1 Toegelaten bouwwerken met afwijkende maten
- a. voor een bouwwerk, dat krachtens een omgevingsvergunning op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden en dat in het plan ingevolge de bestemming is toegelaten, maar waarvan de bestaande afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen afwijken van de maatvoeringbepalingen in de bouwregels van de betreffende bestemming, geldt dat:
- 1. bestaande maten, die meer bedragen dan in hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen als ten hoogste toelaatbaar worden aangehouden;
- 2. bestaande maten, die minder bedragen dan in hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen als ten minste toelaatbaar worden aangehouden;
- b. ingeval van herbouw is lid a onder 1 en 2 uitsluitend van toepassing, indien de herbouw op dezelfde plaats plaatsvindt;
- c. op een bouwwerk als hiervoor bedoeld zijn de Overgangsregels bouwwerken als opgenomen in dit plan niet van toepassing.
7.2 Overschrijding bouwgrenzen
De bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, mogen in afwijking van aanduidingsgrenzen, maatvoeringaanduidingen en bestemmingsregels worden overschreden door:
- a. tot gebouwen behorende stoepen, stoeptreden, trappen(huizen), galerijen, hellingbanen, funderingen, balkons, entreeportalen, veranda's en afdaken, mits de overschrijding niet meer dan 2,5 m bedraagt;
- b. tot gebouwen behorende erkers en serres, mits de overschrijding niet meer dan 2 m bedraagt;
- c. andere ondergeschikte onderdelen van gebouwen, mits de overschrijding niet meer dan 1,5 m bedraagt.
Artikel 8 Algemene Aanduidingsregels
8.1 Vrijwaringszone - molenbiotoop
Artikel 9 Algemene Wijzigingsregels
Overschrijding bestemmingsgrenzen
Burgemeester en wethouders kunnen de in het plan opgenomen bestemmingen wijzigen ten behoeve van overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein. De overschrijdingen mogen echter niet meer dan 3 m bedragen en het bestemmingsvlak mag met niet meer dan 10% worden vergroot.
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 10 Overgangsrecht
10.1 Bouwen in strijd met het plan
Voor bouwwerken luiden de overgangsregels als volgt:
- a. een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
- 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- 2. na het tenietgaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is tenietgegaan;
- b. het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van lid 10.1 onder a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in lid 10.1 onder a met maximaal 10%;
- c. het in lid 10.1 onder a bepaalde is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsregels van dat plan.
10.2 Gebruik in strijd met het plan
Voor gebruik luiden de overgangsregels als volgt:
- a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
- b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in lid 10.2 onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
- c. Indien het gebruik, bedoeld in lid 10.2 onder a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
- d. Het in lid 10.2 onder a bepaalde is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsregels van dat plan.
Artikel 11 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als: 'regels van het bestemmingsplan Slagveldstraat Knop'.
Bijlagen
Bijlage 1 Staat Van Bedrijfsactiviteiten 'Functiemenging'
Hoofdstuk 1 Inleiding
1.1 Aanleiding En Doel Bestemmingsplan
Knop Tweewielers is voornemens haar vestiging in Yerseke te verplaatsen naar de Slagveldstraat in Kruiningen. Op de huidige locatie aan de Zanddwarsstraat en de Schuttershof is de onderneming gevestigd in verschillende (deels met elkaar verbonden) panden. Door de groei van de onderneming in de afgelopen jaren blijkt de combinatie van een aantrekkelijke presentatie van het assortiment, een comfortabele werkomgeving voor medewerkers en een representatieve ontvangst van klanten al langere tijd niet meer goed mogelijk op deze locatie. De behoefte aan een nieuw toekomstbestendig pand is dan ook groot bij de ondernemer. Het behouden en faciliteren van succesvol lokaal ondernemerschap binnen de gemeente Reimerswaal is belangrijk. De gemeente staat dan ook positief tegenover deze ontwikkeling.
Om de ontwikkeling juridisch-planologisch mogelijk te maken is voorliggend bestemmingsplan opgesteld. Het vigerende bestemmingsplan is hiervoor namelijk niet toereikend. Het vestigen van Knop Tweewielers aan de Slagveldstraat in Kruiningen maakt onderdeel uit van een grotere ontwikkeling op deze locatie. Recent is aan de Slagveldstraat de realisatie van een nieuwe Aldi supermarkt mogelijk gemaakt.
1.2 Ligging Plangebied
Het plangebied ligt aan de zuidoostelijke entree van Kruiningen (zie figuur 1.1). Het betreft de voormalige gronden van Connexxion en een gedeelte van het volkstuinencomplex wat hier tot de komst van de Aldi supermarkt was gelegen.
Figuur 1.1 Globale ligging plangebied in Kruiningen
Het plangebied wordt aan de oostzijde begrensd door de Aldi supermarkt, aan de noordzijde door het fietspad langs de Oude Rijksweg, aan de westzijde door de gronden van de bewoners van de Couwervestraat en aan de zuidzijde door de Slagveldstraat. Ten zuiden van de projectlocatie is de molen 'De Oude Molen' gesitueerd.
1.3 Overzicht Van De Vigerende Bestemmingsregelingen
De gronden zijn juridisch-planologisch geregeld in het bestemmingsplan "Kruiningen" (vastgesteld 23 april 2013) en hebben hierin de bestemming:
- 'Recreatie' met de aanduiding 'volkstuin';
- 'Bedrijf' met de aanduiding 'bedrijf uit ten hoogste categorie B2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten functiemenging' en 'specifieke vorm van bedrijf - vervoer over land';
- dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie - 2';
- voor de gronden is ook de aanduiding 'vrijwaringszone - molenbiotoop' opgenomen.
Het realiseren van een rijwielhandel is niet mogelijk binnen deze bestemmingen. Vandaar dat een nieuw bestemmingsplan is opgesteld om de ontwikkeling mogelijk te maken.
Figuur 1.2 Uitsnede plangebied verbeelding vigerende bestemmingsplannen
1.4 Leeswijzer
De opzet van de toelichting van het plan is als volgt:
- In hoofdstuk 2 wordt aandacht besteed aan het beleidskader.
- In hoofdstuk 3 wordt kort de bestaande situatie van het plangebied beschreven.
- In hoofdstuk 4 wordt de visie op het plangebied beschreven. Vervolgens wordt een beschrijving van het project gegeven.
- In hoofdstuk 5 zijn de resultaten vermeld van de toetsing van de realisering van het project aan milieu- en andere aspecten.
- Hoofdstuk 6 bevat de beschrijving van de juridische regeling.
- Hoofdstuk 7 beschrijft de economische uitvoerbaarheid.
- Hoofdstuk 8 gaat in op het maatschappelijk draagvlak en de procedure.
Hoofdstuk 2 Beleidskader
In dit hoofdstuk is toepasselijk rijksbeleid, provinciaal, regionaal en gemeentelijk beleid ten aanzien van de ruimtelijke en de functionele structuur opgenomen.
2.1 Rijksbeleid
Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte
De Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) vervangt verschillende bestaande nota's zoals de Nota Ruimte, Nota Mobiliteit, agenda Landschap, agenda Vitaal Platteland en Pieken in de Delta. Met de Structuurvisie gooit het Rijk het roer om in het nationale ruimtelijke beleid. Het Rijk kiest voor een selectievere inzet van rijksbeleid op slechts 13 nationale belangen. Een aantal van deze belangen is:
- een excellente ruimtelijk-economische structuur van Nederland door een aantrekkelijk vestigingsklimaat in en goede internationale bereikbaarheid van de stedelijke regio's met een concentratie van topsectoren;
- ruimte voor het hoofdnetwerk voor vervoer van (gevaarlijke) stoffen via buisleidingen;
- efficiënt gebruik van de ondergrond;
- verbeteren van de milieukwaliteit (lucht, bodem, water) en bescherming tegen geluidsoverlast externe veiligheidsrisico's;
- ruimte voor waterveiligheid, een duurzame zoetwatervoorziening en klimaatbestendige stedelijke (her)ontwikkeling;
- ruimte voor behoud en versterking van (inter)nationale unieke cultuurhistorische en natuurlijke kwaliteiten;
- zorgvuldige afwegingen en transparante besluitvorming bij alle ruimtelijke plannen.
Voor deze belangen is het Rijk verantwoordelijk en wil het resultaten boeken. Uitwerking vindt veelal plaats in wetgeving zoals Waterwet, Deltawet en de toekomstige Omgevingswet.
AMVB Ruimte en Duurzaamheidsladder
AMvB Ruimte
In het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (AMvB Ruimte) stelt het Rijk een aantal regels voor met betrekking tot de inhoud van bestemmingsplannen, onder andere ten aanzien van de (her)ontwikkeling van locaties buiten bestaand stedelijk gebied.
Duurzaamheidsladder
Belangrijk uitgangspunt van de AMvB Ruimte is de toepassing van de zogenaamde Duurzaamheidsladder. Het gaat om de voorkeursvolgorde van het (her)ontwikkelen van bedrijventerreinen zoals die door de Sociaal Economische Raad (SER) wordt gehanteerd:
- nieuwe ontwikkelingen zoveel mogelijk aansluiten op bestaande bebouwing en infrastructuur;
- versterken voorzieningen in directe woonomgeving;
- stedelijke ruimte optimaal benutten.
Toetsing en conclusie
Het rijksbeleid vormt geen belemmering voor de beoogde ontwikkeling. De beoogde ontwikkeling valt geheel binnen het bestaand bebouwd gebied. Er wordt bijgedragen aan het waarborgen en versterken van voorzieningen in de woonkern Kruiningen en een sterke voorzieningenstructuur voor de bewoners van Reimerswaal. De stedelijke ruimte wordt daarbij zo goed mogelijk benut: beschikbare gronden worden hergebruikt.
2.2 Provinciaal Beleid
Omgevingsplan Zeeland 2012-2018
Algemeen
Voor een krachtig Zeeland zijn economische groei, ontwikkeling en innovatie nodig. De provincie Zeeland draagt daar als regionaal bestuur met eigen taken en verantwoordelijkheden actief aan bij. De provincie zet in op een sterke economie, een goed woon- en werkklimaat en kwaliteit van water en landelijk gebied. In het Omgevingsplan 2012-2018 beschrijft de provincie wat zij de komende jaren zal doen om Zeeland op deze punten vooruit te helpen.
De provincie wil de kernkwaliteiten van Zeeland verder benutten, (h)erkennen en versterken. Het karakter van verschillende delen van Zeeland, met sterke, beeldbepalende economische sectoren en eigenheid van de omgeving, is daarvoor de basis. De provincie onderscheidt drie deelgebieden:
- Produceren op Land aan Zee;
- Beleven van Land en Zee;
- Bloeien op Land en in Zee.
Reimerswaal maakt onderdeel uit van het deelgebied 'Bloeien op Land en in Zee'. Hierbij staan de begrippen rust, ruimte en ondernemerschap centraal.
Detailhandel
Een goed voorzieningenniveau is van belang voor de leefbaarheid en de economie van Zeeland. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de lokale voorzieningenstructuur. De duurzaamheidsladder voor stedelijke ontwikkeling is ook van toepassing op detailhandel. Vanuit zorgvuldig ruimtegebruik ziet de provincie kernwinkelgebieden als primaire vestigingsplaats voor detailhandel.
Verordening Ruimte Provincie Zeeland (2012)
Algemeen
Van belang is dat de ontwikkeling van Knop Tweewielers in Kruiningen een verplaatsing is van een bestaande detailhandelsvoorziening binnen de gemeentegrenzen. In de Verordening Ruimte Provincie Zeeland (VRPZ) zijn artikelen opgenomen over de bundeling en concentratie van detailhandelsvoorzieningen (artikel 2.2, lid 8) en ter bescherming van de molenbiotoop (artikel 2.17, lid 3, 4 en 5).
Detailhandel
De VRPZ schrijft voor dat nieuwe en uitbreiding van bestaande detailhandelsvoorzieningen primair worden toegelaten in bestaande kernwinkelgebieden. Daarnaast dient voldaan te worden aan het principe van bundeling en concentratie van (detailhandels)voorzieningen in het kernwinkelgebied.
Molenbiotoop
Met de molenbiotoop dient rekening te worden gehouden. Verwezen wordt naar paragraaf 5.1.3 voor een nadere toelichting.
Toetsing en conclusie
Knop Tweewielers is een bestaande detailhandelsvoorziening die op dit moment gevestigd is in Yerseke. De nieuwe vestiging is voorzien naast de Aldi supermarkt aan de Slagveldstraat in Kruiningen. Dit gebied kan worden gerekend tot het kernwinkelgebied, omdat de supermarkt als één van de belangrijkste trekkers van Kruiningen fungeert en de locatie aan de Slagveldstraat in het verlengde van het centrum van Kruiningen is gelegen. Door de vestiging van Knop Tweewielers in dit gebied mogelijk te maken wordt voldaan aan het provinciale principe van bundeling en concentratie van (detailhandels)voorzieningen in het kernwinkelgebied. Bovendien wordt efficiënt gebruik gemaakt van de beschikbare ruimte.
Het behoud van een succesvolle en ambitieuze lokale onderneming binnen de gemeente Reimerswaal draagt bij aan de doelstelling om de instandhouding te bevorderen van een goed voorzieningenniveau en leefbaarheid voor Zeeland in het algemeen en voor Reimerswaal in het bijzonder.
Voor een nadere onderbouwing van de "noodzaak en behoefte" wordt verwezen naar paragraaf 4.6.
2.3 Regionaal Beleid
Regiovisie De Bevelanden
Samenwerkingsverband
De samenwerking tussen de gemeenten Noord-Beveland, Goes, Kapelle, Reimerswaal en Borsele is in 2000 gestart in de vorm van het Bestuurlijk Platform de Bevelanden. Door middel van het opstellen van thematische visies op wonen, werken en recreatie vindt regionale afstemming plaats. De regio kenmerkt zich door een relatief hoge (economische) dynamiek met een groot aantal dorpen en een duidelijk regionaal centrum: Goes.
Werken
De Bevelanden is in economisch opzicht een relatief sterke regio. De groei van de regionale werkgelegenheid is het grootst in de sectoren handel en reparatie en zakelijke dienstverlening.
Goes is het economisch hart van de regio, met name ook op het gebied van detailhandel. In de omliggende kernen wordt belang gehecht aan een goed woon- en leefklimaat. Bij inbreiding en herstructurering behoort ontwikkeling en instandhouding van een goede detailhandelsstructuur en een adequaat voorzieningenniveau tot de uitgangspunten.
Toetsing en conclusie
De ontwikkeling draagt bij aan het behoud van een rijwielhandel binnen de gemeente Reimerswaal en daardoor ook aan het behoud van een goede detailhandelsstructuur en een adequaat voorzieningenniveau.
2.4 Gemeentelijk Beleid
Structuurvisie kernen en bedrijventerreinen (2012)
Algemeen
De 'Structuurvisie kernen en bedrijventerreinen' geeft het ruimtelijk beleid weer, maar gaat ook in op de wijze waarop dit beleid wordt gerealiseerd: de strategie om daadwerkelijk tot uitvoering te komen. De uitvoeringsparagraaf van de structuurvisie vormt de invulling van de wettelijke mogelijkheid van een structuurvisie als basis voor verevening tussen projecten en voorziet daartoe in fondsen.
Algemene voorzieningen in Kruiningen
- Kruiningen is het bestuurlijk centrum van de gemeente Reimerswaal. Zowel het gemeentehuis als het politiebureau van de gemeente zijn hier gevestigd.
- De kern heeft een centrumgebied met karakteristieke bebouwing. Het winkelaanbod heeft vooral een lokale functie. Sinds enige tijd is er weer een goedbezochte weekmarkt. Verder heeft Kruiningen veel maatschappelijke voorzieningen.
- Door de ontwikkeling van het bedrijventerrein 'Nishoek' is de bedrijvigheid weer aangetrokken na het verdwijnen van het veer Kruiningen-Perkpolder. Dit grote gemengde bedrijventerrein ligt tussen de A58 en de spoorlijn.
Detailhandel
Gestreefd wordt naar een optimaal voorzieningenaanbod per kern. De aanwezige voorzieningen moeten in de kern behouden blijven en mogelijk versterkt. De gemeente faciliteert niet zelf in ruimten, maar er wordt ruimte geboden in het beleid:
- versterken van de levendigheid en de karakteristiek van de kernen;
- zorgen dat het aanwezige winkelbestand goed te bereiken is, zowel lopend als op de fiets of met de auto;
- zorgen dat de randvoorwaarden voor winkels zodanig zijn dat een ondernemer kan ondernemen.
De gemeente richt zich met haar beleid onder andere op:
- ruimte bieden aan winkels tot 1.500 m² in de centra van Yerseke, Krabbendijke en Kruiningen;
- indien geen ruimte is in het centrum, maar wel binnen de kern, kan dit worden toegelaten. Dit zal wel gemotiveerd moeten worden.
Knelpunten binnen Kruiningen
- De structuur en inrichting van het centrumgebied is niet optimaal.
- Er zijn een aantal locaties die geschikt zijn voor transformatie. De locatie van Connexxion aan de Slagveldstraat is er hier een van.
Strategie
- Inzetten op de versterking van het voorzieningenniveau in de kern.
- Herstructureren en/of transformeren van locaties gaat boven uitleglocaties.
Missie, visie en strategie (2008)
Algemeen
De missie geeft aan waar de gemeente voor staat en voor gaat. De missie geeft voor burgers, bestuur en ambtenaren de ontwikkelingsrichting van de gemeente aan. De ambitie voor de langere termijn is vastgelegd. De strategie heeft een looptijd van 3 tot 10 jaar. Er zijn drie kernthema's voor de ontwikkelingsrichting geformuleerd:
- 1. inspelen op de ligging, waarbij rekening wordt gehouden met rust en ruimte en de goede verbindingen met het achterland;
- 2. inspelen op de markt, waarbij ingespeeld wordt op de economische motoren van de gemeente: agrarische productie en schaal- en schelpdieren en de unieke ligging en betekenis daarvan voor wonen en vrije tijd;
- 3. versterken van de identiteit. Behoud en versterking van de eigen karakters van de verschillende dorpen.
Detailhandel
Voor het aspect detailhandel wordt ingegaan op het feit dat het aanbod van de basisvoorzieningen in een kern mede afhankelijk is van het aantal inwoners in die kern. De huidige ondernemers hebben behoefte aan een gestaag groeiende bevolking.
De gemeente kan in contacten met ondernemers en door het aanbieden van een aantrekkelijk vestigingsklimaat een gezonde detailhandelsstructuur bevorderen.
Toetsing en conclusie
Het faciliteren van een rijwielhandel binnen de gemeente Reimerswaal sluit aan bij de visie om een gezonde detailhandelsstructuur en voorzieningenniveau te ontwikkelen en in stand te houden in de kernen en bij te dragen aan een aantrekkelijk vestigingsklimaat voor ondernemers.
De locatie aan de Slagveldstraat is aangewezen als herstructurerings- en/of transformatielocatie en is gelegen aan de zuidoostelijke entree van Kruiningen. Door invulling van deze locatie wordt een braakliggend terrein weer ingevuld en is sprake van zorgvuldig ruimtegebruik.
2.5 Conclusie
Het behouden van een rijwielhandel binnen de gemeente Reimerswaal sluit aan bij de visie om de basisvoorzieningen te behouden binnen de gemeente. Door medewerking te verlenen aan het initiatief draagt de gemeente bij aan een gezonde detailhandelsstructuur.
Uitbreidingsruimte voor de huidige rijwielhandel in het centrumgebied van Yerseke is niet beschikbaar. Ook in het centrumgebied van andere kernen in Reimerswaal is niet de fysieke ruimte voorhanden om een toekomstbestendige rijwielhandel te realiseren. De locatie aan de Slagveldstraat is aangewezen als herstructurerings- en/of transformatielocatie en is gelegen aan de invalsweg van Kruiningen. Gezien de bereikbaarheid vanuit de kern en vanuit de omliggende kernen is de locatie aan de Slagveldstraat een prima locatie. Daarnaast wordt een braakliggende locatie ingevuld, waardoor sprake is van zorgvuldig ruimtegebruik.
Hoofdstuk 3 Bestaande Situatie Plangebied
In dit hoofdstuk komt de huidige situatie met betrekking tot de ruimtelijke en de functionele structuur aan de orde.
3.1 Bestaande Situatie Plangebied
Het plangebied ligt aan de oostelijke entree van Kruiningen. Het gedeelte van het plangebied langs de Slagveldstraat was tot enkele jaren geleden in gebruik door Connexxion. Op de gronden langs de Oude Rijksweg was tot voor kort een volkstuinencomplex gelegen. Langs de Sluisweg is onlangs de nieuwe Aldi supermarkt gerealiseerd. Ten westen van het plangebied bevinden zich de woningen aan de Couwervestraat en de woning aan de Slagveldstraat 54. Ten zuiden van het plangebied ligt aan de Slagveldstraat molen 'De Oude Molen'.
Figuur 3.1 Ligging en begrenzing plangebied
3.2 Bedrijvigheid En Andere Economische Aspecten
Het centrumgebied van Kruiningen wordt gevormd door de Markt, de Snelle Markt en het daaraan grenzende deel van de Hoofdstraat. Binnen dit gebied bevinden zich de meeste commerciële voorzieningen, waaronder ook een kleine fietsenwinkel. Ten zuidoosten van het plangebied is pluimveehouderij Sinke gevestigd. Ten oosten van de locatie is de Aldi supermarkt gesitueerd.
3.3 Verkeer En Vervoer
De hoofdwegenstructuur van Kruiningen is gebaseerd op de ontsluitingen vanuit de kern op de Oude Rijksweg. De Oude Rijksweg is een belangrijke provinciale weg door de gemeente en vormt naast de A58 een verbinding tussen Goes en Bergen op Zoom.
Vanaf de Oude Rijksweg zijn er verschillende entrees naar de kern. Een daarvan is de route Sluisweg - Slagveldstraat - Voorhoute - Snelle Markt - Markt - Burgemeester Elenbaasstraat. Het plangebied ligt aan deze route nabij de hoek Sluisweg/Slagveldstraat.
De gronden worden direct ontsloten op de Slagveldstraat en via het terrein van de Aldi supermarkt op de Sluisweg. In het kader van de verdere ontwikkeling van het woongebied Kruseveer is op de hoek Sluisweg/Slagveldstraat een rotonde gerealiseerd.
3.4 Landschap, Natuur En Ecologie
In het plangebied zijn geen specifieke natuur- en of landschapswaarden aanwezig.
3.5 Archeologie En Cultuurhistorie
Ten zuiden van het plangebied is het rijksmonument 'De Oude Molen' gesitueerd. Dit is een belangrijk cultuurhistorisch element in de omgeving. Daarnaast is op grond van het vigerende bestemmingsplan 'Kruiningen' sprake van hoge archeologische waarden. In de paragrafen 5.1.1 en 5.1.2 wordt nader ingegaan op beide aspecten.
3.6 Waterhuishouding
Oppervlaktewater
De kern Kruiningen ligt in het afvoergebied van het gemaal Glerum. Het oppervlaktewater vanuit de kern en de westelijk van het voormalig veerplein gelegen polders wordt nu nog via een kokerduiker (doorsnede 2 x 1 meter) onder het voormalig veerplein door getransporteerd richting het gemaal. Het gemaal pompt het water in de Westerschelde.
Langs de Oude Rijksweg ligt een sloot. Langs de Sluisweg is in het kader van de gehele ontwikkeling van de locatie aan de Slagveldstraat (Aldi supermarkt en Knop Tweewielers) waterberging gerealiseerd.
Riolering
De kern Kruiningen bestaat uit een zestal bemalingsgebieden. Het plangebied maakt deel uit van het bemalingsgebied Slagveldstraat. Hierbij wordt het afvalwater via een vrijvervalriolering afgevoerd richting het bemalingsgebied van de kern Kruiningen. Via een rioolgemaal aan de Hansweertsestraatweg wordt het rioolwater richting de RWZI in Waarde gepompt.
Verhard oppervlak
Momenteel is het terrein aan de Slagveldstraat waarop Knop Tweewielers is voorzien braakliggend en volledig onverhard.
3.7 Leefbaarheid En Veiligheid
Externe veiligheid
Op het aspect externe veiligheid wordt nader ingegaan in paragraaf 5.7.
Fysieke veiligheid
Binnen het plangebied en omgeving bevinden zich geen bedrijven die onder het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) vallen.
Sociale veiligheid
De sociaal-maatschappelijke veiligheid in Kruiningen is goed. Braakliggende gronden komen de vitaliteit en de leefbaarheid van de kern niet ten goede.
Hoofdstuk 4 Visie Op Het Plangebied
In dit hoofdstuk wordt de beoogde ontwikkeling aan de Slagveldstraat in Kruiningen beschreven.
4.1 Beoogde Ontwikkeling
Aan de Slagveldstraat is een herontwikkeling beoogd ter plaatse van de voormalige gronden van Connexxion en de volkstuinvereniging. Voor deze locatie is een samenhangende stedenbouwkundige inrichting ontworpen (zie figuur 4.1). Een deel van deze herontwikkeling is ingevuld door de realisatie van de Aldi supermarkt. Gezien de ligging van het plangebied aan de entree en aan de rand van de kern Kruiningen is het belangrijk een kwalitatief aantrekkelijk gebied te ontwikkelen. Door de invulling van een groot deel van de resterende gronden aan de Slagveldstraat met een tweede detailhandelsvestiging, krijgt het terrein als geheel een volwaardige invulling met de gewenste ruimtelijke kwaliteit. Een klein deel van de gronden, direct grenzend aan de Slagveldstraat, wordt gereserveerd voor een kleinschalige commerciële functie (maximaal 750 m² bruto vloeroppervlak). Deze kan op termijn nader worden ingevuld.
Figuur 4.1 Stedenbouwkundige inrichting locatie Slagveldstraat
Vanuit stedenbouwkundige overwegingen is ervoor gekozen om de grootste bebouwing te concentreren aan de noordzijde van het plangebied (zichtlocatie Oude Rijksweg) en de entrees voor de parkeerterreinen aan de Slagveldstraat en de Sluisweg te situeren. Door deze oriëntatie wordt de bebouwingsstrook aan de Oude Rijksweg doorgetrokken en wordt de entree van Kruiningen versterkt c.q. geaccentueerd.
Door het parkeerterrein voor Knop Tweewielers te oriënteren aan de Slagveldstraat is er een logische entree die vanuit het centrumgebied, maar ook vanuit de omliggende kernen goed en veilig bereikbaar is. Voor de bevoorrading zal Knop Tweewielers gebruik maken van de bevoorradingsroute van de Aldi, waarvan de toegang ligt aan de Sluisweg.
De situering van het gebouw van Knop Tweewielers is afgestemd op de locatie en afmetingen van het pand van de Aldi. De rooilijnen van de supermarkt worden ook voor de rijwielhandel aangehouden. De bebouwingshoogte van het pand bedraagt ten hoogste 7 meter. De bruto vloeroppervlakte van het gebouw bedraagt circa 2.775 m² met een winkelvloeroppervlakte van 1.500 m². Daarnaast biedt het gebouw voldoende ruimte voor een werkplaats, kantoor en magazijn.
Figuur 4.2 Artist impression bedrijfsgebouw Knop Tweewielers
Het plangebied is een zichtlocatie vanaf de Oude Rijksweg en de Sluisweg en ligt aan de rand van de kern. Om de locatie goed in te passen in de omgeving wordt de groenomzoming aangepast aan de nieuwe functie. De terreininrichting zal met groen worden aangekleed, waarbij rekening wordt gehouden met de windvang van de nabijgelegen molen. Tussen de ontwikkelingslocatie en de tuinen van de aangrenzende woningen (Couwervestraat en Slagveldstraat) wordt een groen ingerichte bufferzone gerealiseerd.
De sloot langs de Sluisweg is verbreed tot een (aantrekkelijke) waterpartij waar ook de waterberging voor de hele ontwikkelingslocatie plaatsvindt.
4.2 Verkeer
Gemotoriseerd verkeer
De ontsluiting van de ontwikkelingslocatie vindt plaats via een toegang aan de Slagveldstraat en via een toegang aan de Sluisweg. Voor bezoekers van Knop Tweewielers zal de ontsluiting voornamelijk plaatsvinden via de toegang aan de Slagveldstraat. Voor personenauto's zijn beide toegangen in twee richtingen toegankelijk. Allebei de toegangen zijn vormgegeven als voorrangskruispunt, waarbij het verkeer vanaf en naar het terrein voorrang dient te verlenen aan verkeer op zowel de Slagveldstraat als de Sluisweg. De Slagveldstraat betreft een erftoegangsweg binnen de bebouwde kom met een maximumsnelheid van 30 km/uur. De Sluisweg heeft de functie van erftoegangsweg binnen de bebouwde kom met een maximumsnelheid van 50 km/uur en sluit aan de noordzijde aan op de Oude Rijksweg (N289).
Verkeersgeneratie en verkeersafwikkeling planlocatie Slagveldstraat
In het kader van de herontwikkeling van de locatie aan de Slagveldstraat in Kruiningen is voor de realisatie van de Aldi supermarkt op 11 maart 2014 het bestemmingsplan "Slagveldstraat Aldi" met plannummer NL.IMRO.0703.03KnBPSlagveldAldi-va01 vastgesteld. Ten behoeve van dit plan is onderzoek verricht naar de verkeersgeneratie en verkeersafwikkeling. Voor een planlocatie aan de rand van een kern, kan gekozen worden voor de kengetallen die behoren bij het type stedelijke situatie 'rest bebouwde kom'. Tevens geldt voor de kern Kruiningen een stedelijkheidsgraad binnen de categorie 'niet stedelijk' (bron: CBS). Op basis van gegevens uit de ASVV (2004) geldt voor erftoegangswegen binnen de bebouwde kom een maximale intensiteit van 5.000 tot 6.000 mvt/etmaal. In onderstaande tabel is een verdeling van de verkeersgeneratie over de verschillende wegen weergegeven in het basisjaar en na de realisatie van de Aldi supermarkt.
Tabel 4.1 Verkeersintensiteiten toegangswegen
weg | intensiteit (basisjaar) | intensiteit 2024 (incl. Aldi supermarkt) | |
Slagveldstraat | 1.000 | 1.880 | |
Sluisweg zuid (Kruseveer) | - | 2.080 | |
Sluisweg noord | 1.500 | 5.040 |
Geconcludeerd is dat in de toekomstige situatie na de realisatie van de Aldi supermarkt de richtlijnen op de verschillende toegangswegen niet worden overschreden. De inrichting van deze wegen biedt voldoende capaciteit. Geconcludeerd is dat de verkeersgeneratie en verkeersafwikkeling van de planlocatie voldoet.
Verkeersgeneratie Knop Tweewielers
De nieuwe ontwikkeling van Knop Tweewielers brengt een aanvullende verkeersintensiteit met zich mee. In de CROW-publicatie 317 zijn geen kengetallen beschikbaar die direct toepasbaar zijn op een rijwielhandel. Voor de ontwikkeling van Knop Tweewielers wordt uitgegaan van een winkel met werkplaats van gezamenlijk 1.925 m² bruto vloeroppervlakte en een magazijn van 850 m² bruto vloeroppervlakte.
Voor de winkel met werkplaats wordt aangesloten bij de kencijfers voor verkeersgeneratie die gelden voor 'woonwarenhuis/woonwinkel' omdat de bezoekfrequentie hiermee het meest overeenkomt. Voor de winkel met werkplaats komt dat neer op 8,5-11,0 mvt/etmaal per 100 m² bruto vloeroppervlak. Voor de winkel met werkplaats bedraagt de verkeersgeneratie maximaal 212 mvt/etmaal.
Voor het magazijn wordt aangesloten bij de kencijfers voor verkeersgeneratie die gelden voor 'bedrijf arbeidsextensief/bezoekersextensief'. Voor het magazijn komt dat neer op 3,9-5,7 mvt/etmaal per 100 m² bruto vloeroppervlak. De verkeersgeneratie van het magazijn is daarmee maximaal 48 mvt/etmaal.
De totale verkeersgeneratie van Knop Tweewielers komt daarmee uit op maximaal 260 mvt/etmaal.
Geconcludeerd wordt dat de verkeersgeneratie van Knop Tweewielers geen significante toename oplevert van de verkeersintensiteit op de diverse toegangswegen naar de planlocatie. De beperkte toename van de verkeersgeneratie door de realisatie van de rijwielhandel zal bovendien geen overschrijding betekenen voor de maximale verkeersintensiteiten op de verschillende toegangswegen.
Verkeersgeneratie kleinschalige commerciële functie
De eventuele kleinschalige commerciële functie zal een beperkte toename van de verkeersintensiteit opleveren, hooguit 100-150 mvt/etmaal (uitgaande van een bezoekersintensieve functie als zijnde een commerciële dienstverlener met baliefunctie). Geconcludeerd wordt dat door de mogelijke ontwikkeling van een kleinschalige commerciële functie de verkeersintensiteit niet noemenswaardig zal toenemen en dat de richtlijnen op de verschillende toegangswegen niet worden overschreden.
Fietsverkeer
Fietsverkeer richting de ontwikkelingslocatie zal afgewikkeld worden via de Slagveldstraat en Sluisweg. Ten behoeve van de verkeersveiligheid voor het fietsverkeer, ligt parallel aan de Sluisweg tussen de woonwijk Kruseveer en de Oude Rijksweg (N289) een vrijliggende fietsvoorziening. Tussen de Oude Rijksweg en de Slagveldstraat ligt deze eenzijdig (in twee richtingen) aan de noordwestzijde van de weg. Ten zuiden van de Slagveldstraat is de fietsvoorziening eenzijdig (in twee richtingen) aan de zuidoostzijde van de Sluisweg aangelegd. Middels de fietsvoorziening rondom de nieuwe rotonde Sluisweg-Slagveldstraat zijn beide voorzieningen met elkaar verbonden.
Bevoorrading
Voor bevoorradend vrachtverkeer voor de supermarkt is een laad- en losvoorziening gesitueerd aan de noordwestzijde van de supermarkt. Daartoe is een (eenrichtings)bevoorradingsweg vanaf de Sluisweg rondom de supermarkt aanwezig (zie figuur 4.3). Dit bewerkstelligt een scheiding tussen het expeditieverkeer en het winkelend publiek. Ook Knop Tweewielers kan van deze voorziening gebruik maken. De inrichting van het bedrijfspand van Knop Tweewielers is hierop afgestemd. De ruimte tussen beide winkelvestigingen is zodanig gedimensioneerd dat voldoende ruimte beschikbaar is om beide vestigingen gelijktijdig te kunnen bevoorraden.
Figuur 4.3 Bevoorradingsroute
4.3 Parkeren
Parkeerbehoefte
De nieuwe ontwikkeling brengt een parkeerbehoefte met zich mee. Deze parkeerbehoefte wordt berekend op grond van de kengetallen van het CROW, die zijn vastgelegd in publicatie 317. In overeenstemming met de berekende verkeersgeneratie wordt uitgegaan van 'rest bebouwde kom' en de stedelijkheidsgraad 'niet stedelijk'.
Knop Tweewielers
Voor de ontwikkeling van Knop Tweewielers wordt uitgegaan van een winkel met werkplaats van gezamenlijk 1.925 m² bruto vloeroppervlakte en een magazijn van 850 m² bruto vloeroppervlakte.
In de CROW-publicatie zijn geen kengetallen beschikbaar die direct toepasbaar zijn op een rijwielhandel. Voor de winkel met werkplaats wordt aangesloten bij de parkeerkencijfers die gelden voor 'woonwarenhuis/woonwinkel' omdat de bezoekfrequentie hiermee het meest overeenkomt. Voor de winkel met werkplaats komt dat neer op 1,7-2,2 parkeerplaatsen per 100 m² bruto vloeroppervlak. Wanneer het gemiddelde autobezit en de omgevingsadressendichtheid van de gemeente Reimerswaal worden afgezet tegen het gemiddelde van alle niet stedelijke gemeenten, mag uit worden gegaan van de minimale parkeerbehoefte. Voor de winkel met werkplaats bedraagt de parkeerbehoefte daardoor 33 parkeerplaatsen.
Voor het magazijn wordt aangesloten bij de parkeercijfers die gelden voor 'bedrijf arbeidsextensief/bezoekersextensief'. Voor het magazijn komt dat neer op 0,8-1,3 parkeerplaatsen per 100 m² bruto vloeroppervlak. De parkeerbehoefte van het magazijn is daarmee 7 parkeerplaatsen.
De totale parkeerbehoefte van Knop Tweewielers komt daarmee uit op 40 parkeerplaatsen.
Kleinschalige commerciële functie
Voor de eventuele kleinschalige commerciële functie dient eveneens voldoende parkeergelegenheid te worden gerealiseerd, conform de bij de toekomstige functie behorende parkeerkencijfers. De bestemming 'Gemengd' laat de realisatie van parkeervoorzieningen toe.
Parkeeraanbod
Bij het ontwerp voor de terreininrichting van de rijwielhandel is rekening gehouden met de aanleg van de berekende parkeerbehoefte. Op basis van de parkeerbehoefte en het parkeeraanbod wordt gesteld dat in voldoende mate in de parkeerbehoefte wordt voorzien. Voor de mogelijke kleinschalige commerciële functie zullen - conform de bij de toekomstige functie behorende parkeerkencijfers - voldoende parkeervoorzieningen worden gerealiseerd.
Op 29 november 2014 is de reparatiewet BZK in werking getreden. Dit heeft onder andere tot gevolg dat de grondslag in de Woningwet is verdwenen om stedenbouwkundige bepalingen in de bouwverordening op te nemen. De bepalingen uit deze verordening werden in de praktijk veelal gebruikt voor de toetsing aan de eis van voldoende parkeergelegenheid. De juridische borging van de parkeeroplossing zit in de artikel 3.5 en 4.5.
4.4 Groen
Om de locatie goed in te passen in de omgeving wordt de groenomzoming aangepast aan de nieuwe functie. Er wordt hierbij een goede balans gezocht tussen enerzijds de wensen van de ondernemers (zichtlocatie) als de inpassing in het landschap. Daarnaast wordt er wat betreft de hoogte van de groenomzoming rekening gehouden met de windvang van de nabijgelegen molen.
4.5 Water
Aan de noord- en oostzijde van de ontwikkelingslocatie ligt nu een sloot. Deze sloot is aan de oostzijde verbreed en zal als waterberging fungeren voor de hele ontwikkelingslocatie aan de Slagveldstraat. In paragraaf 5.8 wordt hier nader op ingegaan.
4.6 Noodzaak En Behoefte
De ontwikkeling voorziet in de verplaatsing en uitbreiding van de huidige vestiging van Knop Tweewielers in de kern Yerseke naar de projectlocatie in de kern Kruiningen. Beide kernen liggen in de gemeente Reimerswaal. In het kader van de ladder van duurzame verstedelijking wordt in deze paragraaf ingegaan op de kwalitatieve en kwantitatieve behoefte aan de beoogde ontwikkeling. Daarnaast wordt een onderbouwing gegeven voor de keuze van de locatie in Kruiningen.
Bestaande situatie
De hoofdvestiging van Knop Tweewielers is sinds 1995 gevestigd aan de Zanddwarsstraat in Yerseke. Dit is een achterafstraatje aan de rand van het kernwinkelgebied. De straat fungeert als achterstraat en bevoorradingsroute voor de winkels aan de Wijngaardstraat. De representatieve uitstraling van deze locatie is zeer matig te noemen. Bovendien heeft de rijwielhandel als solitaire detailhandelsvestiging in een niet-winkelstraat niet de toegevoegde waarde voor het kernwinkelgebied die de winkel potentieel zou kunnen hebben. In de loop der jaren is de bedrijfsvestiging uitgebreid door aangrenzende woon- en bedrijfspanden bij de winkel te trekken. Het magazijn en een gedeelte van de werkplaats is sinds geruime tijd gevestigd in een voormalige bakkerij aan de Schuttershof. De totale bruto vloeroppervlakte van de rijwielhandel bedraagt inmiddels bijna 1.100 m².
Figuur 4.4 Exterieur en interieur bestaande rijwielhandel Yerseke
Op de huidige locatie blijkt de combinatie van een aantrekkelijke presentatie van het assortiment, een comfortabele werkomgeving voor medewerkers en een representatieve ontvangst van klanten al langere tijd niet meer goed mogelijk. De ondernemer heeft met diverse 'noodgrepen' zijn huidige panden optimaal weten te benutten om de groei van zijn onderneming te kunnen accommoderen. Om de huidige bedrijfsactiviteiten op een verantwoorde manier voort te kunnen zetten en ook het groeipotentieel van de succesvolle onderneming ten volle te kunnen benutten is een ruimere behuizing inmiddels echter absolute noodzaak.
Uitbreidingsmogelijkheden op locatie
Hiervoor is reeds geschetst op welke wijze de onderneming zich op zijn huidige locatie in het centrum van Yerseke heeft kunnen ontwikkelen. Mogelijkheden voor uitbreiding naar aangrenzende of nabijgelegen panden zijn niet meer voorhanden en ook nieuwbouw op de huidige locatie kan geen oplossing bieden voor het gebrek aan ruimte. Daarnaast is ook de bereikbaarheid voor klanten en leveranciers verre van optimaal. De ondernemer heeft derhalve geen mogelijkheid om op de huidige locatie de juiste omstandigheden te scheppen voor een blijvend succesvolle toekomst van zijn onderneming.
Alternatieve vestigingslocaties
Knop Tweewielers is al zo'n 20 jaar gevestigd in Yerseke. De onderneming heeft in die periode een sterke positie opgebouwd in de gemeenschap van Yerseke, de gemeente Reimerswaal in zijn geheel en ook in de directe omgeving daarvan. De ondernemer hecht grote waarde aan de instandhouding van deze lokale binding en heeft daarom de uitdrukkelijke wens om de bedrijfsactiviteiten als Reimerswaalse onderneming voort te blijven zetten. Het is wenselijk detailhandel bij voorkeur in een kernwinkelgebied te vestigen. Het centrumgebied van Yerseke beschikt echter niet over locaties met voldoende toekomstperspectief (onder andere oppervlakte en bereikbaarheid) voor Knop Tweewielers. Alternatieven op bedrijventerreinen in en buiten de gemeente Reimerswaal zijn onderzocht, maar bleken op grond van het planologische regime en andere moverende redenen niet haalbaar.
Slagveldstraat Kruiningen
Aan de Slagveldstraat in Kruiningen realiseert Aldi supermarkt momenteel een nieuw filiaal met ruime parkeergelegenheid. De locatie ligt aan de rand van de kern Kruiningen binnen het bestaand "stedelijk" gebied, langs uitvalswegen en op loopafstand van het centrum. Op de locatie is nog voldoende ruimte beschikbaar voor een passende nadere invulling. Dit gebied kan worden gerekend tot het kernwinkelgebied, omdat de supermarkt als één van de belangrijkste trekkers van Kruiningen fungeert en de locatie aan de Slagveldstraat in het verlengde van het centrum van Kruiningen is gelegen. Vestiging op deze locatie - in tegenstelling tot een locatie op bijvoorbeeld een bedrijventerrein - levert een meerwaarde op voor de leefbaarheid van de dorpskern en de detailhandelsstructuur van Kruiningen. Voor de gemeente is de vestiging van Knop Tweewielers op deze locatie ook gewenst omdat deze winkel qua uitstraling en omvang goed aansluit bij de rest van het te ontwikkelen perceel. Bovendien kan hiermee een succesvolle lokale ondernemer worden behouden voor de gemeente Reimerswaal en het lokale voorzieningenniveau (fietsenwinkels binnen de gemeente) op peil worden gehouden. Door deze invulling wordt een groot deel van het thans nog braakliggend terrein op een duurzame manier benut.
Voor Knop Tweewielers is de locatie aan de Slagveldstraat uitermate geschikt om de bedrijfsactiviteiten die nu nog versnipperd in Yerseke plaatsvinden te bundelen in een efficiënt ingericht en representatief nieuw bedrijfspand met voldoende ruimte voor parkeren, bevoorrading en de gewenste winkeloppervlakte. Daarbij maakt de geografische ligging van Kruiningen het mogelijk om meerdere kernen binnen de gemeente Reimerswaal en de directe omgeving te kunnen bedienen.
Ruimtebehoefte en oppervlakte
De locatie aan de Slagveldstraat biedt de ondernemer de mogelijkheid om een toekomstbestendig bedrijfspand te realiseren waar een aantrekkelijke presentatie van het assortiment, een comfortabele werkomgeving voor medewerkers en een representatieve ontvangst van klanten mogelijk is. Tevens biedt een ruimer bedrijfspand de mogelijkheid het aanwezige lokale groeipotentieel van de onderneming beter te benutten. Naast de winkelfunctie zal voldoende ruimte worden gerealiseerd voor niet-detailhandelsactiviteiten zoals een werkplaats, kantoor en magazijn. Op eigen terrein zullen voldoende parkeervoorzieningen worden gerealiseerd. De bevoorradingsroute voor de Aldi supermarkt zal mede gebruikt gaan worden door Knop Tweewielers.
Invulling vrijkomende locatie
De gemeente hecht belang aan een duurzame invulling van de vrijkomende locatie in Yerseke. De ondernemer heeft de locatie geheel in eigendom. Samen met de gemeente zal er gekeken worden naar een passende invulling. Gelet op de ligging van de huidige vestiging buiten het centrumgebied, ligt een invulling met een detailhandelsfunctie minder voor de hand.
Conclusie
Het behoud van een succesvolle en ambitieuze lokale onderneming binnen de gemeente Reimerswaal sluit aan bij de doelstelling van de overheid om detailhandel te concentreren en te bundelen in kernwinkelgebieden en bevordert de instandhouding van een goed voorzieningenniveau en leefbaarheid voor Zeeland in het algemeen en voor Reimerswaal in het bijzonder. Bovendien wordt bijgedragen aan het faciliteren en stimuleren van lokaal ondernemerschap. In Kruiningen zal een bedrijfspand worden gerealiseerd waarin de ondernemer zijn huidige activiteiten voortzet en een efficiëntere bedrijfsvoering mogelijk is met een representatieve presentatie van de producten. Ook zal een ruimer opgezette en efficiënter ingerichte werkplaats en magazijn worden gerealiseerd.
Uitbreidingsruimte van de huidige rijwielhandel in het centrumgebied van Yerseke is niet beschikbaar. Ook in het centrumgebied van andere kernen in Reimerswaal is niet de fysieke ruimte voorhanden om een toekomstbestendige rijwielhandel te realiseren. De provinciale verordening schrijft voor dat detailhandelsvoorzieningen bij voorkeur in een kernwinkelgebied gevestigd dienen te worden. De nieuwe vestiging is voorzien naast de toekomstige Aldi supermarkt aan de Slagveldstraat in het kernwinkelgebied van Kruiningen. Door de vestiging van Knop Tweewielers in dit gebied mogelijk te maken wordt voldaan aan het principe van bundeling en concentratie van (detailhandels)voorzieningen in het kernwinkelgebied. Bovendien wordt efficiënt gebruik gemaakt van de beschikbare ruimte. De locatie is goed bereikbaar vanuit de kern Kruiningen en gezien de ligging nabij de invalsweg ook prima bereikbaar voor bezoekers uit de omliggende kernen.
Hoofdstuk 5 Milieu- En Andere Aspecten
In dit hoofdstuk komen de uitkomsten van de uitgevoerde onderzoeken naar milieu- en andere aspecten aan de orde. In het kader van de herontwikkeling van de locatie aan de Slagveldstraat in Kruiningen is voor de realisatie van de Aldi supermarkt op 11 maart 2014 het bestemmingsplan "Slagveldstraat Aldi" met plannummer NL.IMRO.0703.03KnBPSlagveldAldi-va01 vastgesteld. Ten behoeve van dit plan is onderzoek verricht naar diverse milieu- en andere aspecten. Waar mogelijk zal in dit hoofdstuk worden gerefereerd aan deze (deel)onderzoeken.
5.1 Archeologie En Cultuurhistorie
5.1.1 Archeologie
Beleid
Provinciaal beleid
Het provinciaal beleid ten aanzien van archeologie is vastgelegd in de Nota Archeologie 2006-2012. Het toetsingskader is overgenomen in het Omgevingsplan Zeeland 2012-2018. Het toetsingskader wordt verder bepaald door het volgende:
- archeologische waarden zijn vastgelegd op de AMK (Archeologische Monumenten Kaart);
- op de IKAW (Indicatieve Kaart Archeologische Waarden) zijn de trefkansen (laag, middelhoog en hoog) opgenomen;
- Archis2 is de nationale database voor archeologische vindplaatsen;
- het Zeeuws Archeologisch Archief (ZAA) vormt de Zeeuwse database.
Gemeentelijk beleid
Door de 9 gemeenten in Zuid-Beveland, Tholen en Zeeuws-Vlaanderen is archeologiebeleid opgesteld. Het gemeentelijk archeologiebeleid voor Reimerswaal is vastgelegd in de nota Archeologiebeleid gemeente Reimerswaal:
- deel A: Beleidsnota archeologie;
- deel B: Toelichting beleidskaart, 30-06-2011;
- in het beleid vastgelegd (op 22 november 2011) zijn de archeologische verwachting, bekende vindplaatsen en archeologische monumenten.
Toetsing
Op basis van de gemeentelijke maatregelenkaart van Reimerswaal is te zien dat het plangebied in een zone ligt waarvoor een hoge archeologische verwachtingswaarde geldt. Archeologisch onderzoek is dan ook noodzakelijk. Voor de locatie is door Oranjewoud een bureauonderzoek met boringen uitgevoerd. Door ADC ArcheoProjecten is een Inventariserend Veldonderzoek door middel van proefsleuven uitgevoerd. Laatstgenoemde rapportage is opgenomen in bijlage 1.
Bureauonderzoek
Op basis van het bureauonderzoek met boringen is geconcludeerd dat de specifieke archeologische verwachting sterk samenhangt met de geomorfologische, de bodemkundige en de historische situatie. Binnen het gebied kunnen zich archeologische resten bevinden uit de periode vanaf de Romeinse tijd en met name uit de late middeleeuwen en de nieuwe tijd. Op grond van het bureauonderzoek is geadviseerd een Inventariserend Veldonderzoek uit te voeren in de vorm van proefsleuven.
Inventariserend Veldonderzoek door middel van proefsleuven
Het Inventariserend Veldonderzoek door middel van proefsleuven heeft uitgewezen dat binnen het plangebied behoudenswaardige archeologische vindplaatsen aanwezig zijn. Het onderzoek heeft aangetoond dat de archeologische sporen in het plangebied voornamelijk bestaan uit greppels, sloten en enkele paalkuilen. Resten van de voormalige Molenweg zijn niet (overtuigend) aangetroffen. In aanvulling op de conclusies uit het onderzoeksrapport heeft de gemeentelijk archeologisch adviseur de verwachting uitgesproken dat in het oostelijk deel van het onderzoeksgebied sprake zou kunnen zijn van een omgracht terrein, een versterkte agrarische nederzetting of kasteelterrein. De gemeente heeft besloten om vervolgonderzoek uit te laten voeren in de zone waar de waterberging voor het plangebied is voorzien door middel van Archeologische Begeleiding (protocol Opgraven) en de overige delen van het plangebied (waar ook Knop Tweewielers wordt gerealiseerd) vrij te geven van verder archeologisch onderzoek in relatie tot de huidige planvorming.
Conclusie
Het plangebied van dit bestemmingsplan is vrijgegeven van verder archeologisch onderzoek. Daarom is voor het plangebied geen dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie' opgenomen om de waarden te beschermen tegen eventuele werkzaamheden in de gronden. Het is niet uit te sluiten dat ondanks de vrijstelling op archeologisch vervolgonderzoek voor het vrijgegeven gebied, toch relevante archeologische sporen en vondsten in de bodem verborgen zijn en dat deze in de uitvoeringsfase van de toekomstige graafwerkzaamheden aan het licht komen. Voor dergelijke vondsten bestaat een wettelijke meldingsplicht op grond van artikel 53 van de Monumentenwet.
5.1.2 Cultuurhistorie
Beleid
Rijksbeleid
Per 1 juli 2011 is de Modernisering Monumentenzorg (MoMo) in werking getreden. Wat voor archeologie geldt, geldt voor al het cultureel erfgoed. De volgende regel is van kracht:
In de toelichting van het bestemmingsplan dient een beschrijving te worden opgenomen van de wijze waarop met de in het gebied aanwezige cultuurhistorische waarden en in de grond aanwezige of te verwachten monumenten rekening is gehouden. De opsteller en vaststeller van het bestemmingsplan is daarmee dus verplicht om breder te kijken dan alleen naar het facet archeologie. Ook de facetten historische (steden)bouwkunde en historische geografie dienen te worden meegenomen in de belangenafweging. Hierbij gaat het om zowel beschermde als niet formeel beschermde objecten en structuren.
Dit betekent dat gemeenten verantwoordelijk zijn voor het betrekken van cultuurhistorische waarden bij het opstellen van bestemmingsplannen en hierover verantwoording afleggen in het bestemmingsplan. Dat kan op verschillende manieren en kan van het wettelijk verplichte minimum tot en met uitgebreid eigen beleid.
Toetsing en conclusie
De gemeente onderschrijft het belang van het borgen van cultuurhistorische waarden in bestemmingsplannen. Ten zuiden van het plangebied is het rijksmonument 'De Oude Molen' gesitueerd. Dit is een belangrijk cultuurhistorisch element in de omgeving. In de omgeving van molens worden vaak beperkingen gesteld aan gebouwen en/of beplantingen, om een zoveel mogelijk onbelemmerende windvang voor de molens mogelijk te maken. Bij voorliggende ontwikkeling is rekening gehouden met 'De Oude Molen'. Navolgend wordt op dit aspect nader ingegaan.
5.1.3 Molenbiotoop
Algemeen
Voor het behoud van de molen 'De Oude Molen' aan de Slagveldstraat in Kruiningen is het van belang dat deze technisch kan blijven functioneren. Een zoveel mogelijk onbelemmerde windvang is daarvoor nodig. Bebouwing en begroeiing in de nabijheid van een molen veroorzaken windbelemmeringen, waardoor rendementsverlies ontstaat. Een geringe windsnelheidsreductie kan een merkbare vermindering van het vermogen van de molen tot gevolg hebben. Bebouwing en begroeiing kunnen leiden tot turbulentie, met als gevolg sterk wisselende windkrachten op het wiekenkruis en de askop van de molen. Hierdoor kan schade ontstaan. Het is vanuit het molenbelang dan ook wenselijk beperkingen te stellen aan de hoogte van bebouwing en begroeiing. Het gebied waarbinnen beperkingen gelden wordt molenbiotoop genoemd.
Verordening Ruimte Provincie Zeeland (2012)
De Verordening Ruimte Provincie Zeeland (VRPZ) schrijft voor op welke wijze er in bestemmingsplannen rekening moet worden gehouden met de cultuurhistorische waarde van traditionele windmolens, zoals die in Kruiningen.
- In een bestemmingsplan worden op zodanige wijze bestemmingen aangewezen dan wel regels gegeven dat binnen een straal van 100 meter, gerekend vanuit het middelpunt van de traditionele windmolen, geen nieuwe bebouwing en beplanting wordt toegelaten hoger dan het laagste punt van de verticaal staande wieken.
- In een bestemmingsplan worden voorts op zodanige wijze bestemmingen aangewezen dan wel regels gegeven dat binnen een straal van 100-400 meter, gerekend vanuit het middelpunt van de traditionele windmolen, een zekere mate van vrije windvang is gewaarborgd. Bestaand gebruik en bestaande bebouwing zijn hiervan uitgezonderd. In de verordening zijn onder 'bestaand' ook de geldende planologische mogelijkheden begrepen. Er is dus sprake van een afweging tussen de bestaande planologische rechten en de cultuurhistorische belangen van de windmolen.
Toetsing
De gemeente erkent het belang van het behoud van de molen. Een molenbiotoop (inclusief richtafstanden en richthoogten) wordt beschouwd als één van de afwegingsfactoren bij het beoordelen van ruimtelijke plannen en ontwikkelingen. Het gemeentebestuur is van mening dat de molenbiotoop niet altijd onverkort kan of moet worden toegepast. De mate waarin de molenbiotoop van een molen juridisch-planologisch moet worden beschermd, moet het resultaat zijn van een afweging van alle in het geding zijnde belangen en rechten in het gebied. Het volgende is afgewogen.
Huidige bouwmogelijkheden plangebied
Voor de zuidelijk gelegen gronden van het plangebied zijn op basis van het geldende bestemmingsplan "Kruiningen" de volgende bouwmogelijkheden toegestaan:
- bebouwing (bouwvlak) is toegestaan op circa 50 meter vanaf de molen;
- de maximale goothoogte bedraagt 5 meter en de bouwhoogte 9 meter;
- de gebiedsaanduiding 'vrijwaringszone - molenbiotoop' is tevens van toepassing. In artikel 30 is in lid 30.2.2 bepaald dat binnen 100 meter van de molen (nagenoeg het gehele perceel) de bouwhoogte van bouwwerken niet meer bedraagt dan de onderste punt van de verticaal staande wiek van de molen.
Uit de regeling volgt dat de bouwhoogte ten hoogste 4 meter zou mogen bedragen (onderste punt wiek) binnen de eerste 100 meter tot de molen en vanaf 100 meter oplopend naar een bouwhoogte van 5 meter tot op een afstand van 200 meter van de molen voor een optimale windvang.
De hoogte van de oorspronkelijk bebouwing (Connexxion-gebouw) op deze locatie varieerde tussen de 5 meter (goothoogte) en 8 meter (nok/bouwhoogte). De toegestane goot- en bouwhoogte in het geldend bestemmingsplan bedragen ten hoogste respectievelijk 5 meter en 9 meter.
In de bepaling voor de vrijwaringszone is een afwijkingsmogelijkheid opgenomen (lid 3.2.3 onder a) voor gebouwen tot een hoogte zoals opgenomen in de bestemming 'Bedrijf' (in deze situatie). Advies van een onafhankelijk deskundige is een vereiste evenals geen strijdigheid met het molenbelang.
Afweging
Afwijkingsmogelijkheid bestemmingsplan / VRPZ
Zowel het geldende bestemmingsplan als de VRPZ bieden de mogelijkheid om gemotiveerd af te wijken van de geldende regeling. Een vereiste hierbij is advies in te winnen bij een onafhankelijke deskundige die de belangen van de molen behartigt (in deze de Vereniging de Zeeuwse Molens). Als bebouwing buiten de belangrijkste beschermingszone van 100 meter wordt gerealiseerd, is een afwijking van de regeling aanzienlijk beter te motiveren dan wanneer binnen de eerste 100 meter bebouwing is voorzien. Deze zone is namelijk het belangrijkst voor de windvang, de belevingswaarde en het historische karakter van de omgeving.
Toekomstige bebouwing binnen de beschermingszone tot 100 meter
Bij de inrichting van het plangebied is rekening gehouden met de belangen van de molen. In de belangrijkste beschermingszone (binnen 100 meter) is bebouwing tot ten hoogste 4 meter toegestaan. De mogelijke bebouwing (voor een eventuele kleinschalige commerciële functie) zal daarmee nooit hoger zijn dan het laagste punt van de verticaal staande wiek. Ten opzichte van de oorspronkelijke situatie waarbij bebouwing tot maximaal 9 meter was toegestaan op 50 meter van de molen, komt de voorgenomen inrichting de windvang, de belevingswaarde en het historische karakter van de omgeving ten goede. Er is in de nieuwe situatie in de belangrijkste beschermingszone van de molen sprake van vrije windvang en niet meer van wervelingen door de oorspronkelijke bebouwing (puntdaken). Dit komt een constante windstroom zeker ten goede. Bij de inrichting van het terrein zal ook bij aanleg van groenvoorzieningen rekening worden gehouden met het belang van de molen.
Toekomstige bebouwing binnen de beschermingszone vanaf 100 meter
Voor de te realiseren bebouwing van Knop Tweewielers gelden de volgende uitgangspunten:
- de bebouwing wordt gesitueerd op een afstand van circa 125 meter ten opzichte van de molen;
- de maximale bouwhoogte van de bebouwing bedraagt 7 meter.
Bij de hoogteregeling voor de locatie is van belang dat tot voor kort gebouwen aanwezig waren binnen een afstand van 100 meter tot de molen. De hoogte van die gebouwen varieerde grotendeels tussen de 5 meter (goothoogte) en 8 meter (nokhoogte). De bebouwing was daarmee 1 meter lager dan hetgeen op grond van het geldende bestemmingsplan is toegestaan. De bebouwing van Knop Tweewielers wordt maximaal 7 meter hoog. Deze hoogte is lager dan de hoogte van de oorspronkelijke bebouwing (8 meter) en hetgeen planologisch was toegestaan (9 meter). Bovendien wordt de bebouwing op een aanmerkelijk grotere afstand van de molen gesitueerd. Een overschrijding van de op grond van de regeling molenbiotoop toegestane bouwhoogte vanaf een afstand van 100 meter van de molen wordt derhalve verantwoord geacht.
Advies Vereniging de Zeeuwse Molens
De Vereniging de Zeeuwse Molens heeft advies uitgebracht over de voorziene ontwikkelingen aan de Slagveldstraat in relatie tot de molenbiotoop van 'De Oude Molen'. Beoordeeld is dat bebouwing met een bouwhoogte van 7 meter op een afstand van meer dan 100 meter van de molen acceptabel is met inachtneming van de hiervoor gegeven argumentatie.
Conclusie
Uit het voorgaande blijkt dat in de belangrijkste beschermingszone (binnen 100 meter) wordt voldaan aan de regeling molenbiotoop: de bebouwingshoogte is maximaal 4 meter. In de zone vanaf 100 meter van de molen is de bouwhoogte van 7 meter aanvaardbaar te achten.
5.2 Milieuhinder
5.2.1 Milieuhinder bedrijvigheid
Beleid
Algemeen
Om inzicht te krijgen in de mate van milieubelasting van de gevestigde en te vestigen bedrijven in het plangebied is in dit bestemmingsplan gebruik gemaakt van de 'standaard Staat van Bedrijfsactiviteiten' (standaard SvB). Deze Staat is gebaseerd op de publicatie 'Bedrijven en milieuzonering' (VNG, 2009).
De standaard SvB is een lijst waarin de meest voorkomende bedrijven en bedrijfsactiviteiten aan de hand van milieucategorieën zijn gerangschikt naar de mate van belasting van het milieu. Hoe hoger de milieubelasting van het bedrijf, hoe hoger de categorie is waaronder het bedrijf valt. Iedere milieucategorie kan worden vertaald naar een minimaal aan te houden richtafstand ten opzichte van milieugevoelige functies in de omgeving (rustige woonwijk). Voor gemengde gebieden kunnen de richtafstanden met één afstandsstap worden verlaagd. Het gaat hierbij uitdrukkelijk om indicatieve afstanden. In een concrete situatie dient de werkelijk aan te houden afstand nader te worden bepaald. De richtafstanden worden gemeten van de bestemmingsgrens van de milieuhinderlijke inrichting ten opzichte van de gevels van de woningen van derden.
De 'standaard SvB' onderscheidt diverse milieucategorieën. De volgende tabel geeft voor beide omgevingstypen (rustige woonwijk en gemengd gebied) per milieucategorie inzicht in de gewenste richtafstanden. De richtafstand geldt tussen de grens van de bestemming die bedrijven toelaat en de uiterste situering van de gevel van een woning die volgens het bestemmingsplan (of via vergunningvrij bouwen) mogelijk is. Daarbij gaat het nadrukkelijk om een richtafstand. Afwijkingen ten opzichte van deze afstand zijn mogelijk zonder dat hierdoor knelpunten behoeven te ontstaan.
Tabel 5.1 Richtafstanden publicatie "bedrijven en milieuzonering" (VNG, 2009)
milieucategorie | richtafstand (in meters) | |
rustige woonwijk | gemengd gebied | |
1 | 10 | 0 |
2 | 30 | 10 |
3.1 | 50 | 30 |
3.2 | 100 | 50 |
4.1 | 200 | 100 |
4.2 | 300 | 200 |
5.1 | 500 | 300 |
5.2 | 700 | 500 |
5.3 | 1.000 | 700 |
6 | 1.500 | 1.000 |
Knop Tweewielers
De VNG-publicatie 'Bedrijven en milieuzonering' categoriseert een rijwielhandel met werkplaats in milieucategorie 1. Daarvoor geldt een richtafstand van 10 meter voor de milieuaspecten geluid en gevaar. Deze richtafstand geldt voor een rustige woonwijk. Het plangebied grenst aan de noord- en zuidkant aan wegen. Ten zuidwesten van het plangebied liggen enkele kleinschalige bedrijven. Grenzend aan het plangebied liggen enkele woningen (Slagveldstraat en Couwervestraat), De omgeving van het plangebied kan daarmee gezien worden als gemengd gebied. Als sprake is van een gemengd gebied mag de richtafstand met één afstandsstap worden verkleind en geldt voor de rijwielhandel een richtafstand van 0 meter.
Kleinschalige commerciële functie
De gereserveerde locatie voor een kleinschalige commerciële functie wordt in milieucategorie 1 ingedeeld. Omdat sprake is van een gemengd gebied mag de richtafstand met één afstandsstap worden verkleind en geldt voor deze functie een richtafstand van 0 meter.
Omliggende bedrijvigheid
Ten zuiden van de molen is kleinschalige lichte bedrijvigheid gesitueerd. Deze bedrijvigheid ligt op ten minste 85 meter vanaf de zuidelijke grens van het plangebied, op circa 95 meter van de mogelijke kleinschalige commerciële functie en op circa 165 meter vanaf Knop Tweewielers.
Aan de oostzijde van de Sluisweg zijn woon-werkkavels beoogd. Deze liggen op circa 90 meter van het plangebied. Geen van beide locaties vormt een belemmering voor de ontwikkeling.
Aan de (zuid)oostzijde van het plangebied zijn twee intensieve veehouderijen gelegen. In de volgende paragraaf wordt hier nader op ingegaan.
Toetsing
Zowel de rijwielhandel als de mogelijke kleinschalige commerciële functie voldoet aan de richtafstanden uit de publicatie 'Bedrijven en milieuzonering', uitgaande van een gemengd gebied.
Conclusie
De ontwikkeling van de rijwielhandel en de mogelijke ontwikkeling van een kleinschalige commerciële functie vormen geen belemmering voor de milieugevoelige functies (met name woningen) in de omgeving. De omliggende bedrijven vormen geen belemmering voor de ontwikkeling.
5.2.2 Geurhinder
Geuronderzoek herontwikkeling Slagveldstraat
Ten behoeve van het bestemmingsplan "Slagveldstraat Aldi" is onderzoek verricht naar het aspect geurhinder (Wet geurhinder en veehouderij), vanwege de aanwezigheid van het kippenbedrijf Sinke Pluimveeopfok B.V. (hierna: Sinke) en varkenshouderij Van Immerseel ten zuidoosten van de planlocatie.
Bij het mogelijk maken van nieuwe geurgevoelige objecten in de omgeving van bestaande intensieve veehouderijen zijn twee zaken van belang:
- worden de veehouderijen in de bedrijfsvoering en/of ontwikkelingsmogelijkheden beperkt door het nieuwe geurgevoelige object;
- is ter plaatse van het nieuwe geurgevoelige object sprake van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat.
Toetsing
Het onderzoek heeft aangetoond dat de realisatie van (detailhandels)functies op de planlocatie ten opzichte van de bestaande situatie niet leidt tot een beperking van de bedrijfsvoering van voornoemde bedrijven. Geconcludeerd is dat bestaande geurgevoelige objecten - anders dan de (detailhandels)functies op de planlocatie - maatgevend zijn voor de bedrijfsvoering of ontwikkelingsmogelijkheden van de bedrijven. Tevens is vastgesteld dat ter plaatse van de planlocatie sprake is van een aanvaardbare geurbelasting, oftewel een aanvaardbaar verblijfsklimaat.
Conclusie
In het kader van de toetsing van de geurbelasting is vastgesteld dat de aanwezige veehouderijbedrijven door de ontwikkelingen aan de Slagveldstraat niet in hun bedrijfsvoering en ontwikkelingsmogelijkheden worden beperkt. Daarnaast is ter plaatse voldaan aan de vereisten voor een goed verblijfsklimaat.
5.2.3 Geluid
Wegverkeerslawaai
Ten behoeve van het bestemmingsplan "Slagveldstraat Aldi" is onderzoek verricht naar het aspect wegverkeerslawaai.
Beoogde ontwikkeling Slagveldstraat
Binnen de planlocatie worden geen (nieuwe) geluidsgevoelige functies mogelijk gemaakt. Wel is omwille van een goede ontsluiting van de planlocatie een nieuwe aansluiting op de Sluisweg gerealiseerd. Bij een fysieke aanpassing aan een weg dient volgens de Wet geluidhinder (Wgh) onderzocht te worden wat de akoestische gevolgen zijn voor de omgeving. Voor de nieuwe aansluiting op de Sluisweg is in het kader van de realisatie van de Aldi supermarkt een zogenaamd reconstructieonderzoek uitgevoerd.
Conclusie
Geconcludeerd is dat in de zin van de Wgh geen sprake is van een reconstructiesituatie. In het kader van de Wgh zijn geen aanvullende procedures noodzakelijk.
Spoorweglawaai
Het aspect spoorweglawaai is niet aan de orde.
Industrielawaai
Het aspect industrielawaai is niet aan de orde.
5.3 Bodemkwaliteit
Beleid
Volgens artikel 3.1.6 van het Besluit ruimtelijke ordening dient in verband met de uitvoerbaarheid van een plan onderzoek te worden verricht naar de bodemgesteldheid in het plangebied. Bij functiewijzigingen dient te worden bekeken of de bodemkwaliteit voldoende is voor de beoogde nieuwe functie. Nieuwe bestemmingen dienen bij voorkeur op schone gronden te worden gerealiseerd.
Toetsing
Het noordelijk deel van het plangebied is tot het voorjaar van 2014 in gebruik geweest als volkstuinencomplex. Voorafgaand aan de periode dat het terrein in gebruik was als volkstuinencomplex had het terrein een agrarische functie (landbouwgrond). In het kader van de beëindiging van de volkstuinactiviteiten is door middel van onderstaande onderzoeken de bodemkwaliteit in beeld gebracht:
- Verkennend bodemonderzoek volkstuinen aan de Slagveldstraat Kruiningen, Grond-, Gewas- en Milieulaboratorium Zeeuws-Vlaanderen, d.d. 30 mei 2001;
- Verkennend bodemonderzoek Slagveldstraat 54A en 56 te Kruiningen, Oranjewoud, 263414, d.d. 5 augustus 2013.
Het zuidelijk deel van het plangebied betreft een oud bedrijfsterrein (Busremise Connexxion en Wärtsilä) en is sinds 2010 in gebruik geweest als opslagterrein van de Sinke Groep. Naar aanleiding van de beëindiging van de bedrijfsactiviteiten en de grondtransactie zijn diverse bodemonderzoeken uitgevoerd. Tijdens de bodemonderzoeken zijn diverse verontreinigingspots met minerale olie met geringe omvang aangetroffen die gesaneerd zijn. Van de saneringen zijn saneringsevaluaties opgesteld. Onderstaande rapportages (bodemonderzoeken en saneringsevaluaties) zijn bij de gemeente geregistreerd:
- Nader onderzoek bodemverontreiniging garage-werkplaats van de ZWN te Kruiningen, Grontmij, projectnummer 3818/BWT/RM, d.d. augustus 1992;
- Evaluatierapport sanering bodemverontreiniging garage-werkplaats van de ZWN te Kruiningen, Grontmij, projectnummer 5414//BWT/RM, d.d. juli 1993;
- Eindsituatie bodemonderzoek Slagveldstraat 56 te Kruiningen, Tauw, kenmerk R001-4373809EVO-eri-V02-NL, d.d. 1 maart 2005;
- Eindsituatie bodemonderzoek Slagveldstraat 56 te Kruiningen, Tauw, kenmerk 4713453, d.d. 8 juli 2010;
- Nader bodemonderzoek Slagveldstraat 56 te Kruiningen, Oranjewoud, kenmerk 262528, d.d. 14 juni 2013;
- Plan van Aanpak Werkzaamheden in verontreinigde grond ter plaatse van de Slagveldstraat 56 te Kruiningen, Oranjewoud, kenmerk 262528, d.d. juni 2013;
- Evaluatierapport werkzaamheden in verontreinigde grond ter plaatse van Slagveldstraat 56 te Kruiningen, Oranjewoud, kenmerk 262528, d.d. 10 juli 2013;
- Resultaten tweede en derde bemonstering verificatiepeilbuizen Slagveldstraat te Kruiningen, Oranjewoud, kenmerk 262528, d.d. 15 augustus 2013;
- Rapport Verkennend bodemonderzoek toplaag Slagveldstraat 56 te Kruiningen, Oranjewoud, kenmerk 262528, d.d. 10 juli 2013;
- Verificatie bodemonderzoek Slagveldstraat ong. te Kruiningen, Antea Group, 268743, d.d. 11 april 2014;
- Aanvulling plan van aanpak Slagveldstraat 56 te Kruiningen, Antea Group, 269403, d.d. 16 mei 2014;
- Evaluatie aanvullende sanering Slagveldstraat 56 te Kruiningen, Antea Group, 269403, d.d. 11 juni 2014.
Tijdens het bouwrijp maken van de gronden van de Aldi supermarkt is op het maaiveld een aantal stukjes asbesthoudend materiaal aangetroffen. In dat kader is een nader asbestonderzoek uitgevoerd:
- Nader asbestonderzoek Slagveldstraat te Kruiningen, Antea Group, 270266, d.d. 17 juli 2014.
Het terrein wordt gesaneerd en (grotendeels) geschikt voor de bodemfunctieklasse 'Wonen' opgeleverd. Plaatselijk is in de bovengrond een kwaliteitsklasse 'Industrie' aangetroffen. Deze grond kan worden herschikt binnen het bouwplan. Asbest is in de grond niet aangetroffen. Er kan plaatselijk nog een stukje op het maaiveld aanwezig zijn, maar dit levert geen risico's of belemmeringen op.
Conclusie
Voor de ontwikkeling van Knop Tweewielers en een mogelijke kleinschalige commerciële functie aan de Slagveldstraat is op basis van de uitgevoerde bodemonderzoeken geconcludeerd dat er geen noemenswaardige verontreinigingen zijn aangetroffen die een belemmering vormen voor de nieuwe ontwikkeling.
In het kader van de vergunningverlening zijn er geen belemmeringen voor het verlenen van omgevingsvergunning voor de voorziene (detailhandels)functies.
5.4 Luchtkwaliteit
Beleid
In het kader van een goede ruimtelijke ordening wordt bij het opstellen van een ruimtelijk plan uit het oogpunt van de bescherming van de gezondheid van de mens rekening gehouden met de luchtkwaliteit ter plaatse van het plangebied.
Het toetsingskader voor luchtkwaliteit wordt gevormd door hoofdstuk 5, titel 5.2 van de Wet milieubeheer. Dit onderdeel van de Wet milieubeheer (Wm) bevat grenswaarden voor zwaveldioxide, stikstofdioxide en stikstofoxiden, fijn stof, lood, koolmonoxide en benzeen. Hierbij zijn in de ruimtelijke ordeningspraktijk langs wegen vooral de grenswaarden voor stikstofdioxide (jaargemiddelde) en fijn stof (jaar- en daggemiddelde) van belang. De grenswaarden van de laatstgenoemde stoffen zijn in tabel 5.2 weergegeven.
Tabel 5.2 Grenswaarden maatgevende stoffen Wm
stof | toetsing van | grenswaarde | geldig |
stikstofdioxide (NO2) 1) | jaargemiddelde concentratie | 60 µg/m³ | 2010 t/m 2014 |
jaargemiddelde concentratie | 40 µg/m³ | vanaf 2015 | |
fijn stof (PM10) 2) | jaargemiddelde concentratie | 40 µg/m³ | vanaf 11 juni 2011 |
24-uurgemiddelde concentratie | max. 35 keer p.j. meer dan 50 µg/m³ | vanaf 11 juni 2011 |
- 1. De toetsing van de grenswaarde voor de uurgemiddelde concentratie NO2 is niet relevant aangezien er pas meer overschrijdingsuren dan het toegestane aantal van 18 per jaar zullen optreden als de jaargemiddelde concentratie NO2 de waarde van 82 µg/m³ overschrijdt. Dit is nergens in Nederland het geval.
- 2. Bij de beoordeling hiervan blijven de aanwezige concentraties van zeezout buiten beschouwing (volgens de bij de Wet luchtkwaliteit behorende Regeling beoordeling Luchtkwaliteit 2007).
Op grond van artikel 5.16 van de Wm kunnen bestuursorganen bevoegdheden, die gevolgen kunnen hebben voor de luchtkwaliteit (zoals de vaststelling van een bestemmingsplan), uitoefenen indien:
- de bevoegdheden/ontwikkelingen niet leiden tot een overschrijding van de grenswaarden (lid 1 onder a);
- de concentratie in de buitenlucht van de desbetreffende stof als gevolg van de uitoefening van die bevoegdheden per saldo verbetert of ten minste gelijk blijft (lid 1 onder b1);
- bij een beperkte toename van de concentratie van de desbetreffende stof, door een met de uitoefening van de betreffende bevoegdheid samenhangende maatregel of een door die uitoefening optredend effect, de luchtkwaliteit per saldo verbetert (lid 1 onder b2);
- de bevoegdheden/ontwikkelingen niet in betekenende mate bijdragen aan de concentratie in de buitenlucht (lid 1 onder c);
- het voorgenomen besluit is genoemd in of past binnen het omschreven Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) of een vergelijkbaar programma dat gericht is op het bereiken van de grenswaarden (lid 1 onder d).
Besluit niet in betekenende mate (nibm)
In het Besluit nibm en de bijbehorende regeling is exact bepaald in welke gevallen een project vanwege de beperkte gevolgen voor de luchtkwaliteit niet aan de grenswaarden hoeft te worden getoetst. Dit kan het geval zijn wanneer een project een effect heeft van minder dan 3% van de jaargemiddelde grenswaarde NO2 en PM10 of indien een project in een specifiek aangeduide categorie valt (zoals woningbouw met 1 ontsluitingsweg en minder dan 1.500 woningen).
Toetsing
Onderzoeksmethode
Onderzocht is of de voorgenomen ontwikkeling van Knop Tweewielers en de toekomstige kleinschalige commerciële functie in betekenende mate bijdraagt aan de verslechtering van de luchtkwaliteit ter plaatse en/of rondom het project. Als blijkt dat de bijdrage in betekenende mate bijdraagt, is aanvullend onderzoek noodzakelijk om de luchtkwaliteit ter plaatse te bepalen.
Berekening bijdrage ten gevolge van de ontwikkeling
Met behulp van de nibm-berekeningstool is berekend of de beoogde ontwikkeling ter plaatse mogelijk in betekenende mate bijdraagt aan verslechtering van de luchtkwaliteit. Hiervoor is gebruik gemaakt van de verkeersgegevens zoals vermeld in paragraaf 4.2.
Tabel 5.3 Resultaten nibm-tool
Conclusie
In tabel 5.3 zijn de resultaten voor de bijdrage van PM10 en NO2 weergegeven. De grens van 1,2 µg/m³ voor NO2 wordt niet overschreden. Nader onderzoek naar de luchtkwaliteit is voor deze ontwikkeling niet noodzakelijk.
5.5 Afval
De Afvalstoffenwet en het daaruit afgeleide Landelijk AfvalbeheerPlan (LAP) stuurt aan op afvalvermindering, betere afvalscheiding en hergebruik. Binnen de gemeente worden veel voorzieningen aangeboden waardoor het voor de burgers gemakkelijker wordt om hun afval gescheiden aan te bieden. Indien van toepassing zal Knop Tweewielers daar waar mogelijk hier ook een bijdrage aan leveren.
5.6 Ecologie
Bij de voorbereiding van een ruimtelijk plan dient onderzocht te worden of de Flora- en faunawet, de Natuurbeschermingswet 1998 en het beleid van de provincie ten aanzien van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) de uitvoering van het plan niet in de weg staan. Ten behoeve van het bestemmingsplan "Slagveldstraat Aldi" is onderzoek verricht naar het aspect ecologie. Geconcludeerd is dat negatieve effecten op beschermde gebieden worden uitgesloten en dat het aspect ecologie geen belemmering is voor de ontwikkeling van de Aldi supermarkt.
De Aldi supermarkt is inmiddels gerealiseerd. Het plangebied waarop Knop Tweewielers en de kleinschalige commerciële functie zijn voorzien ligt braak. Natuurwaarden zijn hier niet meer aanwezig. Het aspect ecologie vormt dan ook geen belemmering voor de ontwikkeling van voornoemde functies.
5.7 Externe Veiligheid
Beleid
Bij ruimtelijke plannen wordt ten aanzien van externe veiligheid naar verschillende aspecten gekeken, namelijk:
- bedrijven waar opslag, gebruik en/of productie van gevaarlijke stoffen plaatsvindt;
- vervoer van gevaarlijke stoffen over wegen, spoor, water of leidingen.
In het externe veiligheidsbeleid wordt onderscheid gemaakt in het plaatsgebonden risico (PR) en het groepsrisico (GR). Het PR is de kans per jaar dat een persoon op een bepaalde plaats overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongeval met gevaarlijke stoffen, indien hij onafgebroken en onbeschermd op die plaats zou verblijven. Het PR wordt weergegeven met risicocontouren rondom een inrichting of langs een vervoersas. Het GR drukt de kans per jaar uit dat een groep mensen van minimaal een bepaalde omvang overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongeval met gevaarlijke stoffen. Voor het GR geldt een oriëntatiewaarde. De gemeente heeft een verantwoordingsplicht als het GR toeneemt en/of de oriëntatiewaarde overschrijdt.
Risicovolle inrichtingen
Het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) geeft een wettelijke grondslag aan het externe veiligheidsbeleid rondom risicovolle inrichtingen. Het doel van het besluit is de risico's waaraan burgers in hun leefomgeving worden blootgesteld vanwege risicovolle inrichtingen tot een aanvaardbaar minimum te beperken. Op basis van het Bevi geldt voor het PR een grenswaarde voor kwetsbare objecten en een richtwaarde voor beperkt kwetsbare objecten. Beide liggen op een niveau van 10-6 per jaar. Bij de vaststelling van een bestemmingsplan moet aan deze normen worden voldaan, ongeacht of het een bestaande of nieuwe situatie betreft.
Het Bevi bevat geen norm voor het GR. Wel geldt op basis van het Bevi een verantwoordingsplicht ten aanzien van het GR in het invloedsgebied van de inrichting. De in het externe veiligheidsbeleid gehanteerde norm voor het GR geldt daarbij als oriëntatiewaarde.
Vervoer van gevaarlijke stoffen
In de circulaire Risiconormering Vervoer Gevaarlijke Stoffen (cRVGS) is het externe veiligheidsbeleid voor het vervoer van gevaarlijke stoffen over water, wegen en spoorwegen opgenomen. Op basis van de circulaire geldt voor bestaande situaties de grenswaarde voor het PR ter plaatse van kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten van 10-5 per jaar en de streefwaarde van 10-6 per jaar. In nieuwe situaties is de grenswaarde voor het PR ter plaatse van kwetsbare objecten 10-6 per jaar. Voor beperkt kwetsbare objecten geldt deze waarde als een richtwaarde. Op basis van de circulaire geldt bij een overschrijding van de oriëntatiewaarde voor het GR of een toename van het GR een verantwoordingsplicht. Deze verantwoordingsplicht geldt zowel in bestaande als nieuwe situaties. De circulaire vermeldt dat op een afstand van 200 meter vanaf het tracé in principe geen beperkingen hoeven te worden gesteld aan het ruimtegebruik.
Vooruitlopend op de vaststelling van het Besluit Transportroutes Externe Veiligheid (BTEV) is de cRVGS per 1 januari 2010 gewijzigd. Met deze wijziging zijn de veiligheidsafstanden uit het Basisnet Weg en het Basisnet Water opgenomen in de circulaire. In het BTEV worden tevens plasbrandaandachtsgebieden benoemd voor transportroutes. Vooruitlopend op de vaststelling van het BTEV wordt, aan de hand van de Basisnetten, al geanticipeerd op de beperkingen voor ruimtelijke ontwikkelingen die samenhangen met deze plasbrandaandachtsgebieden.
Buisleidingen
Per 1 januari 2011 is het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb) in werking getreden. In het Bevb wordt aangesloten bij de risicobenadering uit het Bevi zodat ook voor buisleidingen normen voor het PR en het GR gelden. Op advies van de minister wordt bij de toetsing van externe veiligheidsrisico's van buisleidingen al enkele jaren rekening gehouden met deze risicobenadering. Op grond van het Bevb dient zowel bij consoliderende bestemmingsplannen als bij ontwikkelingen inzicht te worden gegeven in de afstand tot het plaatsgebonden risico en de hoogte van het groepsrisico als gevolg van het transport van gevaarlijke stoffen door buisleidingen. De categorieën buisleidingen waarvoor het Bevb geldt zijn opgenomen in de Regeling externe veiligheid buisleidingen (Revb).
Toetsing
Het plangebied is gelegen in de buurt van transportroutes voor gevaarlijke stoffen en één Bevi-inrichting:
- de afstand tot de propaantank (18 m³, valt onder het Bevi) van Sinke Pluimveeopfok B.V. is circa 500 meter;
- de afstand tot de A58 bedraagt circa 300 meter;
- de afstand tot de Westerschelde bedraagt circa 1.200 meter;
- in en nabij het plangebied zijn een propyleenleiding van Dow Benelux Holding N.V. (6 inch) en een gasleiding van de Gasunie (A535, 20 inch) gesitueerd. De afstand tot deze leidingen bedraagt circa 450 meter.
Propaantank Sinke Pluimveeopfok B.V.
Voor de propaantank met een inhoud van 18 m³ is een risicoanalyse opgesteld door AVIV. Zowel de plaatsgebonden risicocontour 10-6 (circa 30 meter) als het invloedsgebied (305 meter) van de propaantank liggen buiten het plangebied. Er is daarom geen knelpunt met betrekking tot de bestaande propaantank voor wat betreft het aspect externe veiligheid.
Rijksweg A58
Plaatsgebonden risico
In bijlage 2 van de cRVGS is voor wegvak Ze52 (afrit 33 Yerseke-afrit 32 Kruiningen) de afstand 0 vermeld. Dit betekent dat het plaatsgebonden risico vanwege het vervoer van gevaarlijke stoffen op het midden van de A58 niet meer mag bedragen dan 10-6 per jaar. Aangezien de A58 op een afstand van 300 meter vanaf het plangebied ligt vormt het PR geen belemmering.
Groepsrisico
Uit de Eindrapportage Basisnet Weg blijkt dat voor de A58 ter hoogte van het wegvak Ze52 (afrit 33 Yerseke-afrit 32 Kruiningen) sprake is van een groepsrisico > 0,1x en < 1x oriëntatiewaarde. Door het voorgenomen ruimtelijk besluit is er sprake van een toename van de personendichtheid binnen het plangebied. Gezien de afstand van 300 meter tot het plangebied zal de toename in personen niet tot een significante toename van het groepsrisico leiden. Een ruimtelijke ontwikkeling op een afstand groter dan 200 meter heeft namelijk een geringe bijdrage aan de hoogte van het groepsrisico. Het transport van gevaarlijke stoffen over de A58 vormt daarom geen belemmering.
Westerschelde
In de Actualisatiestudie 2011 'risico's transport gevaarlijke stoffen Westerschelde en prognoses 2015-2030' is door middel van een kwantitatieve risico analyse (QRA) een berekening van de potentiële risico's van het scheepstransport van gevaarlijke scheepsladingen op de Westerschelde uitgevoerd (Det Norske Veritas, 2011).
Plaatsgebonden risico
Op basis van de risicoberekeningen wordt geconcludeerd dat de PR 10-6-contour zich langs de vaargeul bevindt en het land niet raakt. Er zijn dan ook geen knelpunten ten aanzien van het PR in het plangebied.
Groepsrisico
Het plangebied ligt in zijn geheel binnen het invloedsgebied van de Westerschelde zoals dat in de actualisatiestudie uit 2011 is weergegeven. Dit betekent dat er bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen, rekening moet worden gehouden met een verantwoording van een toename van het GR. Uit de Beleidsvisie Externe Veiligheid 2012-2018 van de provincie blijkt dat de provincie een toename van het GR als marginaal beschouwt tot een toename van 10%. Aangezien de kern Kruiningen binnen het invloedsgebied valt is duidelijk dat de beoogde ontwikkeling niet leidt tot een toename van het GR met 10% (of hoger) waardoor een uitgebreide verantwoording van het GR niet nodig is.
Gasleiding Gasunie
Plaatsgebonden risico
Uit onderzoek van de Regionale Milieudienst West-Brabant (QRA hogedruk aardgas buisleidingen Reimerswaal, april 2012) blijkt dat de leiding ter hoogte van het plangebied geen PR 10-6-contour heeft. Het PR vormt geen knelpunt.
Groepsrisico
Volgens de risicokaart heeft de gasleiding ter hoogte van het plangebied een effectafstand (1% letaliteit) van 270 meter. Binnen dit invloedsgebied zijn de aanwezige personen van belang voor het groepsrisico. Het invloedsgebied van de gasleiding ligt echter buiten het plangebied. Er is dus geen sprake van een GR.
Propyleenleiding van Dow Benelux Holding N.V.
De risicokaart gaat uit van de volgende risicoafstanden:
- PR 10-5 ligt op 25 meter;
- PR 10-6 ligt op 75 meter;
- PR 10-8 ligt op 100 meter.
De PR 10-8-contour komt ongeveer overeen met de 1% letaliteit afstand/het invloedsgebied. Voor de propyleenleiding geldt daarom dat zowel de PR 10-6-contour als het invloedsgebied ruimschoots buiten het plangebied liggen en dus geen knelpunt veroorzaken.
Conclusie
Externe veiligheid vormt geen belemmering voor de beoogde ontwikkeling.
5.8 Waterparagraaf
Water
Ten behoeve van een ruimtelijke ontwikkeling dient een watertoets met het waterschap overlegd te worden. Bij de watertoets gaat het om allerlei waterhuishoudkundige aspecten, waaronder veiligheid, wateroverlast, watertekort, waterkwaliteit en verdroging, en om alle wateren: rijkswateren, regionale wateren en grondwater. Het is niet een toets achteraf, maar een proces dat de initiatiefnemer van een ruimtelijk plan en de waterbeheerder in een zo vroeg mogelijk stadium met elkaar in gesprek brengt. Bij het tot stand komen van deze paragraaf is overleg gevoerd met de waterbeheerder. De opmerkingen van de waterbeheerder zijn vervolgens verwerkt in deze waterparagraaf.
Bij het waterschap Scheldestromen wordt hiervoor een watertoetstabel gebruikt. In deze tabel zijn de hiervoor genoemde aspecten verwerkt. In het kader van de herontwikkeling van de locatie aan de Slagveldstraat is voor het totale plangebied een watertoetstabel ingevuld (zie hieronder). Het waterschap heeft in het kader van de procedure voor het bestemmingsplan "Slagveldstraat Aldi" (overleg ex artikel 10 Bro) haar officiële wateradvies uitgebracht ten aanzien van de totale herontwikkelingslocatie aan de Slagveldstraat. Het wateradvies is toegevoegd in bijlage 2.
Toetsing
thema en water(beheer)doelstelling | uitwerking |
Waterveiligheid Waarborgen van het veiligheidsniveau en rekening houden met de daarvoor benodigde ruimte. | Het plangebied is niet gelegen binnen de zone van een primaire of regionale waterkering. De ontwikkeling vormt daarmee geen risico voor de waterveiligheid. |
Wateroverlast (vanuit oppervlaktewater) Het plan biedt voldoende ruimte voor het vasthouden, bergen en afvoeren van water. Waarborgen van voldoende hoog bouwpeil om inundatie vanuit oppervlaktewater in maatgevende situaties te voorkomen. Rekening houden met de gevolgen van klimaatverandering en de kans op extreme weersituaties. | De toename in verharding ten gevolge van de ontwikkeling bedraagt maximaal 7.050 m². Dit betreft de extra verharding ten opzichte van de huidige situatie. Ten gevolge hiervan dient er circa 530 m³ waterbergingscapaciteit gerealiseerd te worden. Op het constante (polder)waterpeil van NAP -2,15 m dient uitgaande van 1 m peilstijging / bergingsruimte derhalve circa 530 m² extra (water)bergingsoppervlak gemaakt te worden. Dit extra water zal langs de Sluisweg gerealiseerd worden. Dit vormt tevens een aantrekkelijke entree van het dorp. Bouwhoogte op min. NAP -0,85 m (laagste maaiveld ligt op NAP -0,55 m). |
Grondwaterkwantiteit en verdroging Tegengaan/verhelpen van grondwateroverlast en -tekort. Rekening houden met de gevolgen van klimaatverandering. Beschermen van infiltratiegebieden en benutten van infiltratiemogelijkheden. | De ontwikkeling voorziet niet in het onttrekken van grondwater. De ontwikkeling heeft daarmee geen (negatieve) effecten op de grondwaterkwantiteit. |
Hemel- en afvalwater (inclusief water op straat/overlast) Waarborgen optimale werking van de zuiveringen/ RWZI's en van de (gemeentelijke) rioleringen. Afkoppelen van (schone) verharde oppervlakken in verband met de reductie van hydraulische belasting van de RWZI, het transportsysteem en het beperken van overstorten. | Het (bedrijfs)afvalwater zal geloosd worden op de (bestaande) vuilwater riolering. Het hemelwater kan worden geloosd op de hemelwater riolering en/of direct op het oppervlaktewater. Bij voorkeur wordt het hemelwater van de verharde oppervlakken over het maaiveld afgevoerd naar het oppervlaktewater. In het plangebied ligt een afvalwatertransportleiding van het waterschap waar rekening mee gehouden moet worden bij de inrichting van dit gebied. |
Volksgezondheid (water gerelateerd) Minimaliseren risico watergerelateerde ziekten en plagen. Voorkomen van verdrinkingsgevaar/-risico's via onder andere de daarvoor benodigde ruimte. | Het bestemmingsplan "Slagveldstraat Aldi" voorziet in de realisatie van extra water. Voorheen was er ook al sprake van water op dezelfde locatie. Het nieuwe water wordt echter gerealiseerd met een flauwer talud waardoor het verdrinkingsgevaar afneemt ten opzichte van de huidige situatie. Een afscheiding wordt niet noodzakelijk geacht. |
Bodemdaling Voorkomen van maatregelen die (extra) maaivelddalingen in zettinggevoelige gebieden kunnen veroorzaken. | Delen van het plangebied zijn zettinggevoelig. Hier moet tijdens de bouwfase rekening mee gehouden worden. |
Oppervlaktewaterkwaliteit Behoud/realisatie van goede oppervlaktewaterkwaliteit. Vergroten van de veerkracht van het watersysteem. Toepassing van de trits schoonhouden, scheiden en zuiveren. | Langs de Sluisweg ligt een watergang. Deze watergang is ten behoeve van de ontwikkeling verruimd in verband met de waterberging. Langs de Oude Rijksweg is eveneens een watergang gelegen, deze watergang verandert niet ten opzichte van de huidige situatie. Tijdens zowel de bouw- als de gebruiksfase zal er geen gebruik gemaakt worden van uitlogende materialen. Daarmee heeft de ontwikkeling geen negatieve effecten op de oppervlaktewaterkwaliteit. |
Grondwaterkwaliteit Behoud/realisatie van een goede grondwaterkwaliteit. Denk aan grondwaterbeschermingsgebieden. | Tijdens zowel de bouw- als de gebruiksfase zal geen gebruik gemaakt worden van uitlogende materialen. Daarmee heeft de ontwikkeling geen negatieve effecten op de grondwaterkwaliteit. |
Natte natuur Ontwikkeling/bescherming van een rijke gevarieerde en natuurlijk karakteristieke aquatische natuur. | Op basis van het Geoloket van de provincie Zeeland blijkt dat in de nabije omgeving van het plangebied geen natte natuur aanwezig is. Derhalve vormt dit geen belemmering. |
Onderhoud oppervlaktewater Oppervlaktewater moet adequaat onderhouden worden. Rekening houden met obstakelvrije onderhoudsstroken vrij van bebouwing en opgaande (hout)beplanting. | Bij het ontwerp van de bebouwing wordt rekening gehouden met de onderhoudsstrook van 7 m. Deze moet vrij blijven van bomen en straatmeubilair, zoals lichtmasten. Langs de nieuwe waterpartij worden parkeerplaatsen gerealiseerd binnen deze 7 m. Op deze wijze kan het benodigde onderhoud (ook) plaatsvinden. |
Andere belangen waterbeheerder(s) | |
Relatie met eigendom waterbeheerder Ruimtelijke ontwikkelingen mogen de werking van objecten (terreinen, milieuzonering) van de waterbeheerder niet belemmeren. | In de nabije omgeving zijn geen waterschapsobjecten gelegen. Dit vormt daarmee geen belemmering. |
Scheepvaart en/of wegbeheer Goede bereikbaarheid en in stand houden van veilige vaarwegen en wegen in beheer en onderhoud bij Rijkswaterstaat, de provincie en/of het waterschap. | Dit aspect is opgenomen in de verkeersparagraaf (paragraaf 4.2). |
Conclusie
Uit de hiervoor opgenomen tabel kan geconcludeerd worden dat water geen belemmering vormt bij de realisatie van de ontwikkeling.
5.9 Kabels En Leidingen
Nabij het plangebied zijn een propyleenleiding van Dow Benelux Holding NV (6 inch) en een gasleiding van de Gasunie (A535, 20 inch) gesitueerd. De afstand tot de leidingen bedraagt circa 450 meter. In paragraaf 5.7 is hier nader op ingegaan.
In het plangebied ligt een afvalwatertransportleiding van het waterschap. Over de aanwezigheid van deze leiding is contact geweest met het waterschap. Bij de inrichting van het gebied is rekening gehouden met deze leiding. De leiding is inmiddels verlegd in nauw overleg met het waterschap.
In het plangebied is tevens een drinkwatertransportleiding van Evides N.V. gelegen. De bebouwing wordt op ruime afstand van de drinkwatertransportleiding gesitueerd en de gronden waarin de leiding is gelegen kunnen niet worden bebouwd. Tijdens de bouw zullen de nodige voorzorgsmaatregelen genomen worden ter voorkoming van eventuele schade aan de leiding. Een en ander zal tijdig worden afgestemd met de plaatselijke toezichthouder(s).
Hoofdstuk 6 Juridische Vormgeving
In dit hoofdstuk wordt de bestemmingsregeling beschreven. De bestemmingsregeling bestaat uit de volgende onderdelen:
- a. de verbeelding met het renvooi (paragraaf 6.1 Verbeelding en renvooi);
- b. de regels (vier hoofdstukken, paragraaf 6.2 Regels).
De Wet ruimtelijke ordening (Wro) en het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) vormen het wettelijk kader voor het bestemmingsplan. Het voorliggende bestemmingsplan is opgebouwd en vormgegeven conform de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen 2012 (SVBP2012) en is derhalve digitaal raadpleegbaar. SVBP2012 heeft alleen betrekking op de structuur en niet op de inhoud van de bestemmingsregeling.
6.1 Verbeelding En Renvooi
Digitaal
Bestemmingsplannen worden digitaal beschikbaar gesteld, zodat ze via internet te bekijken zijn. Dit is verplicht op grond van de Wet ruimtelijke ordening.
Op de gemeentelijke website en www.ruimtelijkeplannen.nl kunnen de digitale bestemmingsplannen worden bekeken. Bij raadpleging van het digitale bestemmingsplan wordt de gebruiker bij het aanklikken van de percelen op een beeldscherm vanzelf naar de relevante delen van het bestemmingsplan 'doorverwezen'.
Analoog
Ondergrond
Op de verbeelding is in de ondergrond de bestaande situatie (bebouwing en kadastrale eigendomsgrenzen) weergegeven. Daarbij is gebruik gemaakt van een zo actueel mogelijk digitaal bestand (versie juli 2013).
Bestemmingen
Op de ondergrond zijn vlakken getekend waarin door middel van hoofdletters (bijvoorbeeld DH) is aangegeven welke bestemming ter plaatse geldt. De 'bestemmingen' corresponderen met afzonderlijke artikelen in hoofdstuk 2 (Bestemmingsregels).
In het renvooi is daarbij dezelfde volgorde aangehouden als in het betreffende hoofdstuk.
Aanduidingen en renvooi (analoog plan)
De beoogde bouwhoogte is in de regels vertaald. De betekenis van alle aanduidingen (cijfers en letters) wordt verklaard in het renvooi, een overzicht met verklaring van de aanduidingen op de verbeelding. Dit renvooi is voor zover nodig en wat betreft de aanduidingen opgesplitst in bouwaanduidingen, bouwvlak en maatvoerings- aanduidingen.
Leeswijzer
Voor een beoordeling van alle bouwmogelijkheden ter plaatse van een perceel dient derhalve de op de verbeelding aangebrachte aanduiding te worden bekeken, het renvooi te worden geraadpleegd voor het kiezen van het juiste bestemmingsartikel in de regels, waarna het bijbehorende artikel dient te worden gelezen. Deze volgorde is de meest doelmatige om inzicht te krijgen in de mogelijkheden die het bestemmingsplan biedt voor het gebruik van en bebouwing op een perceel.
6.2 Regels
De regels bevatten bepalingen omtrent het gebruik van de gronden, bepalingen omtrent de toegelaten bebouwing en regelingen betreffende het gebruik van aanwezige en/of nog op te richten bouwwerken. De regels zijn onderverdeeld in hoofdstukken.
- Hoofdstuk 1: Inleidende regels.
- Hoofdstuk 2: Bestemmingsregels.
- Hoofdstuk 3: Algemene regels.
- Hoofdstuk 4: Overgangs- en slotregels.
6.2.1 Hoofdstuk 1 Inleidende regels
Dit hoofdstuk bevat artikelen, die van belang zijn voor een juiste toepassing van de regels.
Begrippen
De begrippen geven een nadere uitleg van een aantal in de regels gehanteerde begrippen. Hierdoor wordt de eenduidigheid en daarmee de rechtszekerheid vergroot.
Wijze van meten
Dit artikel bevat bepalingen die aangeven op welke wijze bepaalde zaken, zoals oppervlakte en inhoud van gebouwen, dienen te worden gemeten.
6.2.2 Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Algemeen
Opbouw bestemmingsregels
Dit hoofdstuk bevat regels waarin bepalingen zijn opgenomen betreffende de bestemmingen en de aanduidingen. Bij de opzet van deze regels is een alfabetische volgorde gehanteerd alsmede een standaardvolgorde zoals opgenomen in SVBP2012.
- Bestemmingsomschrijving
In dit onderdeel wordt de materiële inhoud van de bestemming aangegeven. Dit houdt in: de functies die binnen de bestemming 'als recht' zijn toegestaan. De bestemmingsomschrijving vormt de eerste 'toetssteen' voor gebruiksvormen en ook voor bouwactiviteiten (past het beoogde gebruik van gronden/gebouw binnen de bestemming?). Beide zijn slechts toegestaan, voor zover zij zullen plaatsvinden binnen de opgenomen omschrijving. - Afwijken van de bouwregels
De bevoegdheid tot het afwijken van de bouwregels is in dit deel van de regels opgenomen. - Specifieke gebruiksregels
In dit onderdeel wordt ten opzichte van de bestemmingsomschrijving bepaald welke functies al dan niet specifiek zijn toegestaan. Deze bepaling vormt een aanvulling op de bestemmingsomschrijving.
Bouwvlakken
In de bouwregels is onderscheid gemaakt tussen bouwen binnen het bouwvlak en het bouwen buiten het bouwvlak. Door dit onderscheid is op eenvoudige wijze snel inzichtelijk welke bouwwerken, waar gebouwd mogen worden.
Bestemmingen
Artikel 3 Detailhandel
Voor de rijwielhandel is de bestemming 'Detailhandel' opgenomen. Op de locatie is (grootschalige) detailhandel toegestaan en bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals bijvoorbeeld toegangswegen, parkeervoorzieningen, voet- en fietspaden, groen, laad- en losvoorzieningen en nutsvoorzieningen.
Op de verbeelding is één bouwvlak aangegeven, waarbinnen het gebouw moet worden gerealiseerd. Tevens staat aangegeven dat de bouwhoogte ten hoogste 7 meter bedraagt. Buiten het bouwvlak zijn bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toegestaan. Hiervoor zijn nadere regels opgenomen.
In de bestemming is een algemene afwijking opgenomen voor het afwijken van de maximale bouwhoogte tot ten hoogste 15%. Bij omgevingsvergunning wordt niet afgeweken van de bouwregels indien daardoor onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
Artikel 4 Gemengd
Voor de kleinschalige commerciële functie is de bestemming 'Gemengd' opgenomen. Binnen deze bestemming zijn detailhandel en dienstverlening, kantoren en bedrijven uit ten hoogste categorie B1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten "functiemenging" en bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals bijvoorbeeld toegangswegen, parkeervoorzieningen, voet- en fietspaden, groen, laad- en losvoorzieningen en nutsvoorzieningen toegestaan.
Op de verbeelding is één bouwvlak aangegeven, waarbinnen het gebouw moet worden gerealiseerd. Tevens staat aangegeven dat de bouwhoogte ten hoogste 4 meter bedraagt. Buiten het bouwvlak zijn erf- en terreinafscheidingen toegestaan. Een specifieke bouwaanduiding bepaalt dat binnen een gedeelte van het bouwperceel buiten het bouwvlak erf- en terreinafscheidingen met een bouwhoogte van niet meer dan 1 meter zijn toegestaan.
In de bestemming is een algemene afwijking opgenomen voor het afwijken van de maximale bouwhoogte tot ten hoogste 15%. Bij omgevingsvergunning wordt niet afgeweken van de bouwregels indien daardoor onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
Artikel 5 Groen
De gronden met de bestemming 'Groen' zijn opgenomen voor de landschappelijke inpassing aan de noord- en westzijde van het plangebied.
6.2.3 Hoofdstuk 3 Algemene regels
Dit hoofdstuk bevat een aantal bepalingen die op de bestemmingen als bedoeld in hoofdstuk 2 van toepassing zijn. Het betreft de volgende bepalingen:
- Artikel 6 Antidubbeltelregel
Hiermee wordt voorkomen dat gronden oneigenlijk worden gebruikt voor het optimaliseren van bouwmogelijkheden. - Artikel 7 Algemene bouwregels
Bestaande maten (uitgezonderd van de overgangsregels), overschrijding van bouwgrenzen. Met de regels inzake bestaande maten wordt voorkomen dat (ondergeschikte) afwijkingen onder het overgangsrecht komen te vallen. - Artikel 8 Algemene aanduidingsregels
In dit artikel is de molenbiotoop bestendigd. - Artikel 9 Algemene wijzigingsregels
Het overschrijden van bestemmingsgrenzen kan in veel gevallen plaatsvinden zonder dat hierdoor het belang van een goede ruimtelijke ordening wordt geschaad. Voor dit soort gevallen is derhalve in het plan een wijzigingsbevoegdheid voor burgemeester en wethouders opgenomen. De overschrijding mag echter niet meer dan 3 meter bedragen en het bestemmingsvlak mag met niet meer dan 10% worden vergroot.
6.2.4 Hoofdstuk 4 Overgangs- en Slotregels
Artikel 10 Overgangsrecht
De overgangsregels hebben tot doel de rechtstoestand te begeleiden van bouwwerken die gebouwd zijn of kunnen worden gebouwd en die afwijken van de bebouwingsbepalingen van het plan. Tevens is bepaald dat het gebruik van onbebouwde gronden en bouwwerken in het plan, voor zover dit gebruik op het tijdstip van het rechtskracht verkrijgen van het plan (rechtens) afwijkt van de in het onderhavige plan gegeven bestemming, kan worden voortgezet.
Deze regels zijn opgenomen in het Bro en zijn op voorgeschreven wijze overgenomen.
Artikel 11 Slotregel
Dit artikel ten slotte geeft aan de naam waaronder de regels van het bestemmingsplan kunnen worden aangehaald.
Hoofdstuk 7 Economische Uitvoerbaarheid
In de Wro is de Grondexploitatiewet opgenomen. In deze wet is het verplichte kostenverhaal van plankosten door de gemeente geregeld. De gemeente legt dit kostenverhaal vast in een exploitatieplan. Kostenverhaal is aan de orde en dient te worden verzekerd indien op grond van een bestemmingsplan rechtstreeks nieuwe bouwplannen (als genoemd in artikel 6.2.1 Bro) mogelijk worden gemaakt (artikel 6.2.3 t/m 6.2.5 Bro). Voor een wijzigingsbevoegdheid wordt kostenverhaal pas verplicht bij het vaststellen van het wijzigingsplan. Een exploitatieplan hoeft niet te worden vastgesteld indien het kostenverhaal anderszins is verzekerd. Bijvoorbeeld doordat met alle grondeigenaren hiertoe een overeenkomst is gesloten of als de gemeente zelf het volledig grondeigendom heeft.
De ontwikkeling van de locatie betreft een particulier initiatief. Voor de ontwikkeling is tussen de initiatiefnemer en de gemeente een anterieure overeenkomst gesloten waarin de (financiële) afspraken over de ontwikkeling zijn vastgelegd. De gronden die gereserveerd zijn voor een kleinschalige commerciële functie zijn in gemeentelijk eigendom. Als een geschikte partij zich meldt zal hiermee een koopovereenkomst worden gesloten.
De financieel-economische haalbaarheid is hiermee voldoende verzekerd en er kan worden afgezien van het opstellen van een exploitatieplan.
Hoofdstuk 8 Maatschappelijke Toetsing En Kwaliteit
De maatschappelijke uitvoerbaarheid heeft als doel om aan te tonen dat het bestemmingsplan maatschappelijk draagvlak heeft. Over het voorontwerp van het bestemmingsplan is, overeenkomstig de gemeentelijke Inspraakverordening, gelegenheid tot inspraak geboden. Ook heeft in deze fase het overleg ex artikel 3.1.1 Bro plaatsgevonden.
In dit hoofdstuk wordt verslag gedaan van de naar aanleiding van het voorontwerp ingebrachte inspraakreacties en de overlegreacties (ex artikel 3.1.1 Bro).
8.1 Resultaten Inspraakprocedure
Het voorontwerpbestemmingsplan “Slagveldstraat Knop” met planidentificatie NL.IMRO.03KnBPSlagveldKnop-vo01 heeft met bijbehorende onderliggende stukken van 20 november 2014 tot en met 17 december 2014 ter visie gelegen op grond van de Inspraakverordening Reimerswaal.
Tijdens de termijn van terinzagelegging van het voorontwerpbestemmingsplan hebben ingezetenen van Reimerswaal en belanghebbenden de gelegenheid gehad schriftelijk of mondeling inspraakreacties naar voren te brengen. Er zijn twee inspraakreacties ingediend. Hieronder volgt een samenvatting van de inspraakreacties en de gemeentelijke reactie daarop. Bij de beantwoording is aangegeven of, en zo ja op welke wijze, het bestemmingsplan naar aanleiding van de inspraakreactie is aangepast.
8.1.1 De heer P.C. Nieuwenhuyzen, Slagveldstraat 54 in Kruiningen
Inspraakreactie
Inspreker geeft in de inspraakreactie het volgende aan:
In eerdere gesprekken is aangegeven dat het de bedoeling was om tussen het totale plan van Aldi en Knop een groenstrook te realiseren van minimaal 9 meter. Naast ons perceel zou een strook komen van 15 meter. Er blijkt nu dat in het ontwerp wat er nu ligt dat de groenstrook stopt waar het plan Knop stopt. Dit is niet in overeenstemming met wat ons eerder toegezegd is. Ik ga ervan uit dat eerder gedane toezeggingen nagekomen worden en dat het plan aangepast wordt zodat de groenstrook doorgetrokken wordt.
Gemeentelijke reactie
Naar aanleiding van de ingediende inspraakreactie heeft er op verzoek van de gemeente op 22 januari 2015 een overleg plaatsgevonden met de heer en mevrouw Nieuwenhuyzen en David Steenbergen en Catrineke van den Dikkenberg namens de gemeente. In dit gesprek is door de heer en mevrouw Nieuwenhuyzen een toelichting gegeven op hun inspraakreactie. Ook de gemeente heeft een toelichting gegeven op de totstandkoming van het voorontwerpbestemmingsplan.
De inspreker heeft in het overleg met name zijn zorg geuit over eventuele (geluids)overlast van de totale planontwikkeling aan de Slagveldstraat en het direct aangrenzende perceel voor een toekomstige kleinschalige commerciële voorziening. De gemeente heeft in het overleg aangegeven dat er in de planontwikkeling op diverse manieren rekening is gehouden met de belangen van inspreker:
- De milieucategorie van het aangrenzende perceel is ten opzichte van het geldende bestemmingsplan “Kruiningen” met één categorie verlaagd. Hierdoor zijn de typen bedrijfsactiviteiten beperkt tot activiteiten waarvoor op grond van de VNG-handreiking bedrijven en milieuzonering in een gemengd gebied een afstand van 0 meter geldt voor het aspect geluid. Op het aangrenzende perceel zijn daarnaast functies mogelijk als detailhandel in volumineuze goederen, kantoren, dienstverlening en maatschappelijke voorzieningen. Gezien de beperkte omvang van het perceel (ca. 750 m2) ligt een dienstverlenende functie het meest voor de hand.
- Tussen mogelijk toekomstige bebouwing en de perceelgrens van inspreker is ter voorkoming van eventuele hinder reeds een zone van 5 meter aangehouden waarbinnen geen bebouwing is toegestaan. Ook is de toegestane bouwhoogte beperkt tot maximaal 4 meter.
In het overleg is door de gemeente aangegeven dat het doortrekken van de groenstrook tot aan de Slagveldstraat niet wenselijk is aangezien dit de uitgeefbaarheid van het perceel te zeer beperkt. Bovendien is de meerwaarde van een groenstrook ter afscherming van geluid nihil aangezien een toekomstig gebouw hiervoor volstaat.
Er is door de gemeente aangegeven dat er op korte termijn met de inspreker afspraken worden gemaakt over de invulling van de groenomzoming van het totale plangebied. Ook is toegezegd dat de gemeente de inspreker zal betrekken bij de toekomstige invulling van het perceel indien een koper zich meldt bij de gemeente. De gemeente kan als grondeigenaar aanvullende voorwaarden stellen aan de koper.
Conclusie
Naar aanleiding van de inspraakreactie is het bestemmingsplan niet aangepast.
8.1.2 DELTA Infra B.V., namens Evides N.V., Postbus 5013 in Middelburg
Inspraakreactie
De inspreker geeft in de inspraakreactie het volgende aan:
- DELTA Infra B.V. beheert en onderhoudt de ondergrondse infrastructuur in opdracht van Evides N.V.. In de nabijheid van de huidige wegeninfrastructuur rond het plangebied is dergelijke ondergrondse infrastructuur aanwezig, te weten een drinkwatertransportleiding. In paragraaf 5.9 van het voorontwerpbestemmingsplan “Slagveldstraat Knop” wordt alleen aangegeven dat er in het plangebied een afvalwatertransportleiding van het waterschap ligt, waar rekening mee gehouden moet worden bij de inrichting van het gebied.
- De waterleiding die over het perceel loopt betreft een AC drinkwatertransportleiding met een diameter van 500 mm uit 1968. Deze waterleiding ligt op 4,5 meter van de geplande bebouwing. Gezien het belang van de drinkwatertransportleiding en de kwetsbaarheid hiervan, alsmede de leveringszekerheid, verzoeken wij u de belangen van deze waterleiding mee te nemen in het ontwerpbestemmingsplan en de gronden als zodanig te bestemmen.
- De in het plangebied gelegen ondergrondse infrastructuur dient altijd vrij toegankelijk te zijn, zowel tijdens als na de werkzaamheden. Daarnaast attenderen wij u op de voorwaarden voor werkzaamheden in de nabijheid van waterleidingen van Evides.
Gemeentelijke reactie
- De reactie van inspreker ten aanzien van de onvolledigheid van de aanwezige ondergrondse infrastructuur rond het plangebied is gegrond. Ook de aanwezigheid van een drinkwatertransportleiding dient in paragraaf 5.9 vermeld te worden.
- Met de situering van het bouwvlak voor de rijwielhandel is reeds rekening gehouden met de aanwezigheid van de drinkwatertransportleiding en is een afstand van ruim 4,5 meter aangehouden tot deze transportleiding. Dit is 2,5 meter meer dan de afstand die op grond van het door u aangegeven gevestigde zakelijk recht dient te worden aangehouden. Er is voldoende rekening gehouden met het belang van de drinkwatertransportleiding. In onze gemeentelijke bestemmingsplannen, onder meer de bestemmingsplanen “Buitengebied” en “Slagveldstraat Aldi”, wordt de drinkwatertransportleiding evenmin bestemd, aangezien deze niet planologisch relevant is. Zoals hiervoor is aangegeven wordt bij de uitvoering het belang van de drinkwatertransportleiding in acht genomen.
- De bebouwing wordt op ruime afstand van de drinkwatertransportleiding gesitueerd en de gronden waarin de leiding is gelegen kunnen niet worden bebouwd. Tijdens de bouw zullen de nodige voorzorgsmaatregelen genomen worden ter voorkoming van eventuele schade aan de leiding. Een en ander zal tijdig worden afgestemd met de plaatselijke toezichthouder(s).
Conclusie
Naar aanleiding van de inspraakreactie is de toelichting van het bestemmingsplan aangepast. In paragraaf 5.9 wordt melding gemaakt van de aanwezigheid van de drinkwatertransportleiding. De juridische regeling is niet gewijzigd.
8.2 Resultaten Overlegprocedure Artikel 3.1.1 Bro
Het voorontwerpbestemmingsplan is in het kader van het voorgeschreven overleg ex artikel 3.1.1 Bro toegezonden aan:
- 1. Provincie Zeeland;
- 2. Waterschap Scheldestromen.
Van het Waterschap Scheldestromen is een inhoudelijke reactie op het voorontwerpbestemmingsplan ontvangen. De provincie heeft geen inhoudelijke reactie gegeven.
8.2.1 Waterschap Scheldestromen
Overlegreactie
Door het plangebied ligt een afvalwatertransportleiding. Deze leiding transporteert rioolwater naar de zuiveringsinstallatie. Voorkom leidingbreuken, stank- en wateroverlast door met het waterschap in overleg te gaan over het bouwen bij of op de afvalwatertransportleiding.
Gemeentelijke reactie
In het voortraject van het bestemmingsplan is over de situering van de bebouwing en de aanwezigheid van de afvalwatertransportleiding contact geweest met het waterschap (de heer Wisse). De afvalwatertransportleiding is inmiddels verlegd in nauw overleg met het waterschap.
Conclusie
Naar aanleiding van de overlegreactie is de toelichting van het bestemmingsplan in paragraaf 5.9 aangevuld.
8.3 Resultaten Zienswijzenprocedure
Het ontwerp van het bestemmingsplan heeft van donderdag 19 maart 2015 tot en met woensdag 29 april 2015 ter inzage gelegen en is gepubliceerd in de rubriek “Reimerswaal Informatie” van het plaatselijk Advertentieblad, in de Staatscourant en op de gemeentelijke website. Tijdens deze termijn hebben ingezetenen van Reimerswaal en belanghebbenden de gelegenheid gehad schriftelijke of mondelinge zienswijzen naar voren te brengen. Er zijn geen zienswijzen ingediend.