Axel, Kanaalkade 3
Bestemmingsplan - Gemeente Terneuzen
Vastgesteld op 22-01-2020 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
1.1 plan
Het bestemmingsplan Axel, Kanaalkade 3 met identificatienummer NL.IMRO.0715.BPAXL13-VG01 van de gemeente Terneuzen.
1.2 bestemmingsplan
De geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij horende bijlagen
1.3 de verbeelding
De geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het gevalideerde GML-bestand NL.IMRO.0715.BPAXL13-VG01 met bijbehorende regels en bijlagen.
1.4 aan- en uitbouw
Een gebouw dat als afzonderlijke ruimte of als vergroting van een bestaande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat, door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
1.5 aanduiding
Een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
1.6 aanduidingsgrens
De grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
1.7 archeologisch deskundige
De beleidsmedewerker archeologie van de gemeente, de gemeentelijk adviseur archeologie of een door het college aangewezen deskundige op het gebied van archeologie.
1.8 archeologisch onderzoek
Onderzoek verricht door of namens een dienst of instelling die over een Certificaat BRL 4000 beschikt.
1.9 archeologische waarde
De aan een gebied toegekende waarde in verband met de in dat gebied voorkomende overblijfselen uit oude tijden.
1.10 Awb
De Algemene wet bestuursrecht, zoals die luidde ten tijde van de inwerkingtreding van het plan.
1.11 bebouwing
Eén of meer gebouwen en/of “bouwwerken, geen gebouwen zijnde”.
1.12 bedrijfs- of dienstwoning
Een woning in of bij een gebouw of op een terrein, die slechts is bestemd voor bewoning door (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar noodzakelijk is, gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein.
1.13 beleidsregel parkeren
Een regel die voorkomt uit het geldend parkeerbeleid (Parkeernota 2015-2020 gemeente Terneuzen).
1.14 bestaande afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen
Afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen, die op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan tot stand zijn gekomen of tot stand zullen komen met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
1.15 bestemmingsgrens
De grens van een bestemmingsvlak.
1.16 bestemmingsvlak
Een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
1.17 bevoegd gezag
Bevoegd gezag zoals bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
1.18 bijbehorend bouwwerk
Uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd en met de aarde verbonden bouwwerk met een dak, nader te onderscheiden in:
- a. aan- en uitbouwen; een aan een hoofdgebouw gebouwd gebouw dat in bouwkundig opzicht te onderscheiden is van het hoofdgebouw;
- b. bijgebouwen; een vrijstaand gebouw dat in functioneel en bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw.
1.19 bouwen
Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.
1.20 bouwgrens
De grens van een bouwvlak.
1.21 bouwvlak
Een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
1.22 bouwwerk
Een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
1.23 brutovloeroppervlak
De totale vloeroppervlakte van een kantoor, winkel of (horeca)bedrijf met inbegrip van de daartoe behorende magazijnen en overige dienstruimten.
1.24 cultuurhistorische waarde
De aan een bouwwerk of gebied toegekende waarde in verband met ouderdom en/of historische gaafheid.
1.25 flexibiliteit
eenvoudig aanpasbaar aan een veranderende omgeving/wetgeving;
1.26 gebiedsgerichte parkeerregeling
een parkeerregeling die gericht is op een deelgebied binnen het gehele plangebied. Een gebiedsgerichte parkeerregeling wordt opgenomen in het kader van flexibiliteit;
1.27 gebouw
Elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
1.28 geluidsgevoelige objecten
Woningen en andere geluidsgevoelige gebouwen en geluidsgevoelige terreinen, zoals bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder.
1.29 hoofdgebouw
Een of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.
1.30 laden en lossen
onmiddellijk nadat het voertuig tot stilstand is gebracht bij voortduring inladen of uitladen van goederen van enige omvang of enig gewicht, gedurende de tijd die daarvoor nodig is;
1.31 mantelzorg
Het langdurig en op niet-beroepsmatige basis bieden van zorg aan eenieder die door een zorgdeskundige aantoonbaar hulpbehoevend is bevonden op het fysieke, psychische en/of sociale vlak.
1.32 omgevingskwaliteit
Kwaliteiten die van belang zijn voor een goede leefomgeving; bij de beoordeling van de omgevingskwaliteit worden ten minste de volgende aspecten in ogenschouw genomen: luchtkwaliteit, geur, geluid, lichtvervuiling, bereikbaarheid en veiligheid, bodem- en waterkwaliteit (waterbodems en grondwater daaronder begrepen), waterkwantiteit, ecologische, landschappelijke en cultuurhistorische kwaliteiten.
1.33 open norm
norm die inhoudelijk open is en onder verschillende omstandigheden nader ingevuld moet worden;
1.34 overig bouwwerk
Een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
1.35 overkapping
Een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voorzien van een gesloten dak.
1.36 pand
De kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is.
1.37 parkeerbehoefte
Het aantal benodigde parkeerplaatsen per eenheid van een functie in een gebied.
1.38 parkeerbehoefte
het aantal benodigde parkeerplaatsen per eenheid van een functie in een gebied;
1.39 parkeerplaats
een plek waar iemand zijn of haar auto mag parkeren, dit kan zowel betaald als onbetaald zijn;
1.40 parkeren
een geparkeerd voertuig is een voertuig dat langer stilstaat dan nodig is voor het in- en uitstappen of voor het laden en lossen;
1.41 peil
- a. voor gebouwen die onmiddellijk aan de weg of de kruin van een dijk grenzen: de hoogte van die weg respectievelijk kruin van de dijk;
- b. bij ligging in het water: het Normaal Amsterdams Peil (NAP);
- c. in andere gevallen en voor bouwwerken,
1.42 seksinrichting
Het bedrijfsmatig - of in een omvang of frequentie die daarmee overeenkomt - gelegenheid bieden tot het ter plaatse, in een gebouw of een verblijfsmiddel, verrichten van seksuele handelingen.
1.43 slopen
Het geheel of gedeeltelijk afbreken van een bouwwerk.
1.44 staat van horeca-activiteiten
De Staat van horeca-activiteiten die van deze regels onderdeel uitmaakt.
1.45 vervoersmiddel
een object dat is bedoeld om personen of goederen te vervoeren;
1.46 voertuig
vervoersmiddel dat dient om goederen of personen over land te vervoeren;
1.47 voorgevelrooilijn
De lijn gelegen:
- a. evenwijdig aan de weg en in het verlengde van de dichtst bij de weg gelegen gevel van een (bedrijfs)woning of ander bedrijfsgebouw;
- b. dan wel (indien deze gevel niet evenwijdig is aan de weg): evenwijdig aan de weg door het dichtst bij de weg gelegen hoekpunt van gevels van een (bedrijfs)woning of ander bedrijfsgebouw.
1.48 vrijstellingsdiepte
De in Bijlage 2 op de voorschriftenkaart, de voor dat gebied, aangegeven vrijstellingsdiepte.
1.49 windturbine
Een bouwwerk ter opwekking van energie door benutting van windkracht, met uitzondering van bemalingsinstallaties ten behoeve van de waterhuishouding.
1.50 wonen
Een woning geschikt en gebruikt voor permanent of verblijfsrecreatief verblijf.
1.51 zorgdeskundige
Een als zodanig door het college aan te wijzen deskundige op het gebied van zorg en indicatiestelling.
Artikel 2 Wijze Van Meten
2.1 de dakhelling
Langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
2.2 de goothoogte van een bouwwerk
Vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
2.3 de inhoud van een bouwwerk
Tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
2.4 de bouwhoogte van een bouwwerk
Vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
2.5 de hoogte van een windturbine
Vanaf het peil tot aan de as van de windturbine.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Groen
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Groen (G) aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. groenvoorzieningen;
- b. bermen en beplanting;
- c. paden;
- d. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- e. voorzieningen van openbaar nut, waaronder ondergrondse bergbezinkbassins en afvalophaalvoorzieningen;
- f. ter plaatse van de aanduiding 'speeltuin': tevens een speeltuin met speelvoorzieningen;
- g. ter plaatse van de aanduiding 'terras': tevens een terras behorende bij de aangrenzende horecagelegenheid.
3.2 Bouwregels
3.3 Specifieke gebruiksregels
Voor het gebruik gelden de volgende regels:
- a. het terras ter plaatse van de aanduiding 'terras' is te gebruiken tot maximaal 22.00 uur 's avonds;
- b. de speeltuin ter plaatse van de aanduiding 'speeltuin' is te gebruiken tot maximaal 20:00 uur 's avonds;
- c. ter plaatse van de aanduiding 'speeltuin' zijn maximaal 4 speeltoestellen toegestaan;
- d. versterkte muziek in de open lucht is niet toegestaan, behoudens tijdens festiviteiten of evenementen welke in de APV zijn aangewezen of waarvoor een ontheffing is verleend op grond van de APV.
3.4 Voorwaardelijke verplichting
Het terras mag slechts in gebruik worden genomen indien de gronden met de bestemming 'Groen' als groenvoorziening met bijbehorende paden en speelvoorzieningen zijn ingericht en dit in stand wordt gehouden.
Artikel 4 Horeca
4.1 Bestemmingsomschrijving
De op de verbeelding voor horeca (H) aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. ter plaatse van de aanduiding 'horeca-1' horeca voor zover deze voorkomt in categorie 1 van de Staat van Horeca-activiteiten;
- b. ter plaatse van de aanduiding 'horeca-2' horeca voor zover die voorkomt in categorie 1 en 2 van de Staat van Horeca-activiteiten;
- c. ter plaatse van de aanduiding 'erf': bijbehorende erven;
- d. ter plaatse van de gronden zonder nadere aanduiding: een terras behorende bij de horeca als bedoeld onder a. en b.;
- e. wonen in een bedrijfswoning;
- f. bijbehorende voorzieningen zoals tuinen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen, parkeervoorzieningen en fietsenstallingen.
4.2 Bouwregels
4.3 Specifieke gebruiksregels
Voor het gebruik gelden de volgende regels:
- a. horeca is uitsluitend toegestaan op de begane grond;
- b. wonen in een bedrijfswoning is toegestaan op de verdieping en - in ondergeschikte mate - op de begane grond;
- c. er mag maximaal 1 bedrijfswoning binnen het bestemmingsvlak worden gerealiseerd;
- d. versterkte muziek in de open lucht is niet toegestaan, behoudens tijdens festiviteiten of evenementen welke in de APV zijn aangewezen of waarvoor een ontheffing is verleend op grond van de APV.
Artikel 5 Verkeer
5.1 Bestemmingsomschrijving
De op de verbeelding voor Verkeer (V) aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wegen;
- b. voet- en rijwielpaden;
- c. groenvoorzieningen;
- d. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- e. ter plaatse van de functieaanduiding 'parkeerterrein': tevens een parkeerterrein;
- f. bijbehorende voorzieningen zoals voorzieningen van openbaar nut, waaronder ondergrondse bergbezinkbassins en afvalophaalvoorzieningen
5.2 Bouwregels
5.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen omtrent de situering en afmetingen van de in 5.2 bedoelde gebouwen teneinde te waarborgen dat de op te richten bebouwing geen onnodige beperkingen of belemmeringen teweegbrengt in de verkeerssituatie danwel ten behoeve van de verbetering van de ruimtelijk-functionele situatie ter plaatse.
Artikel 6 Waarde - Archeologie - 2
6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie - 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
- a. het behoud en de bescherming van de archeologische waarden van de gronden.
6.2 Bouwregels
6.3 Afwijken van de bouwregels
6.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 7 Antidubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 8 Algemene Bouwregels
8.1 Bestaande maten en hoeveelheden
In die gevallen dat hoogten, inhoud, aantal en/of oppervlakten van bestaande bouwwerken op de dag van de inwerkingtreding van dit plan meer of minder bedragen dan ingevolge hoofdstuk 2 is voorgeschreven mogen de bestaande maten en hoeveelheden als maximaal respectievelijk minimaal toelaatbaar worden aangenomen.
8.2 Overschrijding bouwgrenzen
Bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden de hieronder genoemde ondergeschikte bouwdelen buiten beschouwing gelaten:
- a. tot gebouwen behorende stoepen, stoeptreden, trappen(huizen), galerijen, hellingbanen, plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, balkons, entreeportalen, luifels en afdaken voor zover de overschrijding niet meer bedraagt dan 1,0 meter;
- b. andere ondergeschikte onderdelen van gebouwen voor zover de overschrijding niet meer dan 1,0 meter bedraagt.
8.3 Dakkapellen
De goothoogte mag worden overschreden door dakkapellen, indien:
- a. de afstand tot de dakvoet, de nok en de zijkanten van het dakvlak ten minste 0,5 meter bedraagt;
- b. de bouwhoogte van de dakkapel, gemeten vanaf de voet van de dakkapel tot de bovenkant van het boeiboord of goot van de dakkapel, ten hoogste 1,50 meter bedraagt.
8.4 Dakopbouwen
De goothoogte mag worden overschreden door dakopbouwen, indien:
- a. de afstand tussen de zijgevels van de dakopbouw en de zijgevel of gemeenschappelijke bouwmuur van het gebouw minimaal 0,5 meter bedraagt;
- b. de afstand tussen de voor- en of achtergevel van de dakopbouw en de voor- en of achtergevel van het gebouw minimaal de helft bedraagt van de afstand tussen de nok en de voor- of achtergevel van het gebouw;
- c. de dakhelling van de dakopbouw is gelijk aan die van het gebouw;
- d. de nokhoogte van de dakopbouw bedraagt niet meer dan de toelaatbare bouwhoogte van het gebouw;
- e. de bouwhoogte van de dakopbouw, gemeten vanaf de voet van de dakopbouw tot de bovenkant van de goot van de dakopbouw, ten hoogste 1,50 meter bedraagt.
8.5 Dakterrassen
Dakterrassen zijn niet toegestaan.
Artikel 9 Algemene Parkeerregels
9.1 Algemene parkeerregels
Het is verboden te bouwen dan wel het gebruik van gronden en/of bouwwerken te wijzigen indien er niet wordt voldaan aan de op grond van dit artikel gestelde eisen ten aanzien van parkeren en stallen van voertuigen.
Een omgevingsvergunning voor het bouwen van gebouwen wordt slechts verleend indien bij de aanvraag om een omgevingsvergunning wordt aangetoond dat gelet op de omvang of de bestemming van het gebouw in voldoende mate wordt voorzien in ruimte voor het parkeren of stallen van auto's in, op of onder het gebouw, dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij dat gebouw behoort.
9.2 Specifieke parkeerregels bij bouwplannen
Een bouwplan dient te voorzien in voldoende parkeermogelijkheden op de bij het bouwplan behorende en daartoe bestemde gronden. De toename van de parkeerbehoefte wordt bepaald op de wijze zoals beschreven in de beleidsregel parkeren. Indien gedurende de planperiode de beleidsregel wijzigt, dan gelden de gewijzigde regels.
9.3 Specifieke parkeerregels bij gebruikswijzigingen
Indien het wijzigen van het gebruik van gronden en/of bouwwerken daartoe aanleiding geeft, moet voor wat betreft de toename in de parkeerbehoefte, in voldoende mate ruimte voor het parkeren of stallen van auto's zijn aangebracht op die gronden of op de bij die bouwwerken behorende en daartoe bestemde gronden. De parkeerbehoefte wordt bepaald op de wijze zoals beschreven in de beleidsregel parkeren. Indien gedurende de planperiode de beleidsregel wijzigt, dan gelden de gewijzigde regels.
9.4 Afwijken van de parkeerregels
Burgemeester en Wethouders kunnen doormiddel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 9.2 en 9.3. Burgemeester en Wethouders nemen hierbij, conform de beleidsregels, in overweging of:
- a. het voldoen aan de parkeerregels door bijzondere omstandigheden op overwegende bezwaren stuit;
- b. er op andere wijze in de benodigde parkeerbehoefte/stallingbehoefte wordt voorzien;
- c. er een financiële voorwaarde dient te worden gesteld.
Indien gedurende de planperiode de beleidsregels wijzigen, gelden de gewijzigde regels.
9.5 Specifieke gebruiksregels
Ruimte(n) voor het parkeren en stallen van voertuigen, voor zover de aanwezigheid van deze ruimte(n) krachtens deze parkeerregels is geëist, dient ten allen tijde voor dit doel beschikbaar te blijven. Ander gebruik wordt aangemerkt als strijdig gebruik.
Artikel 10 Algemene Gebruiksregels
10.1 Gebruik van gronden
Het is verboden gronden en bouwwerken te (laten) gebruiken op een wijze of tot een doel strijdig met de aan de grond gegeven bestemming, verleende ontheffingen, verleende omgevingsvergunning of vastgestelde wijzigingen en de overige regels.
10.2 Strijdig gebruik
Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan onbebouwde gronden te gebruiken of te laten gebruiken:
- a. als opslagplaats voor bagger en grondspecie;
- b. als opslagplaats voor vaten, kisten, al dan niet voor gebruik geschikte werktuigen en machines of onderdelen daarvan, oude en nieuwe (bouw)materialen, afval, puin, grind of brandstoffen, tenzij op de verbeelding anders is bepaald;
- c. als uitstallings-, opslag-, stand- of ligplaats voor kampeer- en verblijfsmiddelen, tenzij op de verbeelding anders is bepaald;
- d. voor het houden van wedstrijden met motorvoertuigen of bromfietsen;
- e. voor de volgende leidingen, voor zover zij geen deel uitmaken van een inrichting zoals bedoeld in de Wet milieubeheer:
- 1. hoogspanningsverbindingen van 50 kV en hoger;
- 2. buisleidingen voor transport van aardgas met een uitwendige diameter van meer dan 50 mm en een druk van meer dan 16 bar;
- 3. buisleidingen voor transport van aardolieproducten met een uitwendige diameter van meer dan 70 mm en een druk van meer dan 16 bar;
- 4. buisleidingen met een diameter van 400 mm of meer buiten de bebouwde kom;
- 5. buisleidingen voor transport van afvalwater tussen de afvalwaterzuiveringsinstallatie van het Waterschap aan de Frankrijkweg en het lozingspunt in de Westerschelde;
- 6. buisleidingen voor transport van andere stoffen dan aardgas en aardolieproducten, die risico's met zich meebrengen voor mens of leefomgeving wanneer deze leidingen beschadigd raken.
10.3 Verder strijdig gebruik
Voorts wordt onder strijdig gebruik in ieder geval verstaan:
- a. gronden of gebouwen te (laten) gebruiken als seksinrichting of daarmee vergelijkbare gebruiksvormen;
- b. het gebruik van woningen als recreatiewoningen, tenzij op de verbeelding of in de bestemmingsomschrijving anders is aangegeven;
- c. gronden of gebouwen te (laten) gebruiken ten behoeve van de opslag van consumentenvuurwerk (voor zover dit de vergunningplichtige hoeveelheid tussen de 1.000 kg en de 10.000 kg betreft).
10.4 Geen strijdig gebruik
Onder strijdig gebruik wordt niet verstaan:
- a. vormen van gebruik als bedoeld in 10.2, die verenigbaar zijn met het doel waarvoor de grond ingevolge de bestemming, de bestemmingsomschrijving en/of de overige regels mag worden gebruikt, mits, wat het bepaalde in 10.2 sub b en c betreft, niet buiten het bouwvlak en mits, wat het bepaalde in artikel 10.2 sub b betreft, niet met een stapelhoogte van meer dan 1,50 meter met uitzondering van de opslag van agrarische producten;
- b. het opslaan van bouwmaterialen, puin en specie in verband met normaal onderhoud, dan wel ter verwezenlijking van de bestemming(en);
- c. het uitoefenen van detailhandel voor zover dit een normaal en ondergeschikt bestanddeel uitmaakt van de totale bedrijfsuitoefening, zoals ingevolge de regels toegestaan, waaronder mede wordt verstaan detailhandel van in hoofdzaak eigen producten in gebouwen tot een oppervlakte van 100 vierkante meter ter plaatse van bestaande agrarische bedrijven;
- d. de stalling van ten hoogste één toercaravan en/of boot op het bij een woning behorend erf;
- e. gebruik dat plaatsvindt krachtens een verleende ontheffing of omgevingsvergunning voor het afwijken van de regels of vastgesteld wijzigingsplan;
- f. gebruik als bedoeld in artikel 10.3 sub b voor zover dat plaatsvindt krachtens een vergunning gebruiksverordening tweede woningen Terneuzen.
Artikel 11 Algemene Afwijkingsregels
11.1 Afwijkingsbevoegdheid
Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, met een omgevingsvergunning af te wijken van:
- a. de bij recht in de regels gegeven maten, afmetingen, percentages tot niet meer dan 10% van die maten, afmetingen en percentages;
- b. de bestemmingsregels en toestaan dat bouwgrenzen worden overschreden, indien een meetverschil daartoe aanleiding geeft;
- c. de bouw van niet voor bewoning bestemde gebouwen en andere bouwwerken van geringe afmetingen ten dienste van het openbaar nut, zoals transformatorhuisjes, gasregelstations, schakelhuisjes, gemaalgebouwtjes, wachthuisjes, telefooncellen, muurtjes, standbeelden en lichtmasten, met dien verstande dat de inhoud van deze gebouwen en bouwwerken niet groter mag zijn dan 35 kubieke meter;
- d. de bestemmingsregels ten aanzien van de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en toestaan dat de hoogte van de bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt vergroot tot niet meer dan 3 meter;
- e. de bestemmingsregels ten aanzien van de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en toestaan dat de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van kunstwerken, geen gebouwen zijnde, en ten behoeve van zend-, ontvang- en/of sirenemasten, wordt vergroot tot niet meer dan 40 meter;
- f. de bestemmingsregels ten aanzien van de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en toestaan dat de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van kleine windturbines wordt vergroot tot niet meer dan 15 meter, met dien verstande dat:
- 1. wiekturbines niet zijn toegestaan;
- 2. overige kleine windturbines:
- niet zijn toegestaan ter plaatse van de bestemming Tuin (T) en;
- de hoogte dient ondergeschikt te zijn aan en in goede verhoudingen te staan tot de hoogte van bouwwerken waarop zij worden gebouwd en;
- uitsluitend zijn toegestaan op gebouwen of overkappingen met platte daken, voor zover die niet zijn aangewezen als monument, behoren tot een beschermd dorps- of stadsgezicht.
Artikel 12 Algemene Wijzigingsregels
12.1 Overschrijden bestemmingsgrenzen
Burgemeester en wethouders kunnen de in het bestemmingsplan opgenomen bestemmingen wijzigen ten behoeve van overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein. De overschrijdingen mogen echter ten hoogste 3m bedragen en het bestemmingsvlak mag met ten hoogste 10% worden vergroot.
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 13 Overgangsrecht
13.1 Overgangsrecht bouwwerken
- a. een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot;
- 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- 2. na het tenietgaan ten gevolg van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van omgevingsvergunningen voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is tenietgegaan;
- b. het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van dit lid onder a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in dit lid onder a met maximaal 10%;
- c. dit lid onder a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
13.2 Overgangsrecht gebruik
- a. het gebruik van grond en bouwwerken, dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
- b. het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
- c. indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
- d. het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik, dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 14 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan ' Axel, Kanaalkade 3'
Hoofdstuk 1 Inleiding
1.1 Algemeen
Op de locatie Kanaalkade 3 te Axel is Mia's Restaurant & Lounge gevestigd. Het omliggende terrein (Oranjestraat 7), dat in eigendom van de gemeente is, ligt deels braak en is deels in gebruik als parkeerterrein. Ter plaatse was in het verleden een supermarkt gevestigd. Die bedrijfsgebouwen zijn reeds 10 jaar geleden gesloopt. Diverse initiatieven die in het verleden op dit terrein waren voorzien zijn niet tot uitvoering gekomen. Mia's Restaurant & Lounge heeft wensen om het terrein in te richten als park met een speeltuin en terras en parkeerterrein ten behoeve van het restaurant. Daarnaast is er de wens om het restaurant uit te breiden met een serre aan de oostzijde. In de toekomst wordt wellicht de keuken aan de achterzijde uitgebreid. Aan de westzijde van de lounge is een fietsenstalling voorzien.
Het realiseren van de gewenste ontwikkelingen past niet binnen de beheersverordening 'Axel'. Daarom is een nieuwe planologische regeling nodig. Dit postzegelbestemmingsplan voorziet hierin.
1.2 Plangebied
Het plangebied ligt op de hoek van de Kanaalkade/Oranjestraat en is kadastraal bekend gemeente Axel, sectie G, nummers 4498, 4499, 6096, 6097, 6098, 6337, sectie F, nummers 60 en 3135. Aan de noorzijde grenst het plangebied aan het zogenoemde 'Gat van Axel', een groenvoorziening. Aan de oostzijde grenst het plangebied aan een kantoorfunctie en enkele woningen met tuin langs de Kanaalkade. Aan de westzijde grenst het plangebied aan woningen langs de Oranjestraat (bestemming Centrumdoeleinden). Aan de zuidzijde grenst het plangebied aan de wegen en rotonde met fiets- en voetpad.
Afbeelding 1 | Luchtfoto met plangrens (bron: geoloket Zeeland, bewerking Juust)
1.3 Doel
Het doel van dit bestemmingsplan is het gewijzigd gebruik van het braakliggend terrein en de gewenste uitbreiding (bebouwing) planologisch mogelijk te maken. Het vaststellen van dit bestemmingsplan vormt de basis om met één of meer omgevingsvergunningen het plan te realiseren.
1.4 Leeswijzer
Dit bestemmingsplan bestaat uit deze toelichting, regels en een verbeelding. Deze toelichting bestaat naast dit inleidende hoofdstuk uit zes hoofdstukken. In hoofdstuk 2 wordt het initiatief toegelicht en de daarbij horende juridische regeling. Hoofdstuk 3 beschrijft het geldende beleidskader. Vervolgens worden in hoofdstuk 4 de verschillende milieuaspecten beoordeeld. In hoofdstuk 5 wordt tot slot de economische en maatschappelijke uitvoerbaarheid beschreven.
Hoofdstuk 2 Het Project
2.1 Beschrijving Project
2.1.1 Huidige situatie
Op dit moment is op het adres Kanaalkade 3 Mia's Restaurant & Lounge gevestigd. Deze horecagelegenheid bestaat uit een hoofdgebouw met aan de voorzijde (zuidzijde) een serre en aan de westzijde de lounge. De lounge betreft een bouwwerk met demontabel dak. Het parkeren vindt momenteel voor een klein deel op eigen terrein en grotendeels op het parkeerterrein van de voormalige supermarkt plaats. Op de locatie waar de bebouwing van de supermarkt in het verleden aanwezig was ligt het terrein braak. Het voormalige parkeerterrein van de supermarkt wordt verder gebruikt door enkele omwonenden.
2.1.2 Toekomstige situatie
De oostelijke zijde van het voormalige terrein van de supermarkt wordt groen ingericht als park met speelvoorzieningen, bankjes en paden. Op het middelste deel van het terrein, in het verlengde van de bestaande bebouwing, is een buitenterras (in het groen) gewenst. Dit terras wordt niet verwarmd of overdekt en er wordt geen muziek gedraaid (behoudens evenementen). De westzijde van het terrein blijft, zoals in de huidige situatie, een parkeerterrein. De inrichting daarvan wordt wel aangepast. Naast deze gewijzigde functie voor het buitenterrein zijn er wensen voor uitbreiding van het hoofdgebouw. Aan de oostzijde is een serre voorzien, vergelijkbaar met de huidige serre aan de voorzijde en aan de achterzijde van het gebouw wordt in de toekomst uitbreiding van de keuken voorzien. Aan de westzijde van de lounge is een fietsenstalling voorzien om op die manier ook het fietsparkeren te reguleren. Op afbeelding 2 is een impressie van de voorgestane nieuwe inrichting weergegeven.
Afbeelding 2 | Impressie toekomstige situatie plangebied (bron: gemeente Terneuzen)
2.2 Juridische Regeling
2.2.1 Geldend bestemmingsplan
Ter plaatse van het plangebied geldt de beheersverordening 'Axel' van de gemeente Terneuzen. Deze beheersverordening is op 28 januari 2016 door de gemeenteraad vastgesteld. Gronden en bouwwerken mogen worden gebruikt conform het bestaande gebruik. Aanvullend daarop is geregeld dat de gebruiks- en bouwmogelijkheden van het onderliggende bestemmingsplan 'Axel' van toepassing zijn. In het bestemmingsplan 'Axel' zijn voor het plangebied twee hoofdbestemmingen van toepassing: 'Detailhandelsdoeleinden' voor het voormalig terrein van de supermarkt en 'Horecadoeleinden' voor de huidige locatie van Mia's Restaurant & Lounge.
Detailhandelsdoeleinden
Ter plaatse van de bestemming 'Detailhandelsdoeleinden' is detailhandel en dienstverlening op de begane grond toegestaan. Binnen het bouwvlak mag worden gebouwd tot een goothoogte van 6 meter en nokhoogte van 10 meter. Buiten het bouwvlak zijn geen gebouwen of overkappingen toegestaan.
Horecadoeleinden
Ter plaatse van de bestemming 'Horecadoeleinden' zijn horecabedrijven op de begane grond in categorie 1, danwel categorie 2 van de Staat van Horeca-activiteiten toegestaan zoals aangegeven op de kaart. Categorie 1 betreft aan de detailhandel verwante horeca zoals een lunchroom of cafetaria en overige lichte horeca zoals een restaurant of bistro. Binnen de aanduiding categorie 2 is middelzware horeca toegestaan, zoals een bar of café.
Ook hier geldt dat gebouwen binnen het bouwvlak moeten worden gebouwd tot een maximum goothoogte van 6 meter en bouwhoogte van 10 meter. Ter plaatse van de nadere aanwijzing (z) zijn geen gebouwen en overkappingen toegestaan.
De wijzigingsbevoegdheid (geblokte arcering) zoals die op de verbeelding van het 'oude' bestemmingsplan Axel is weergegeven, is niet meer van toepassing nu er ter plaatse een beheersverordening geldt.
Afbeelding 3 | Uitsnede bestemmingsplan Axel (bron: ruimtelijkeplannen.nl, bewerking: Juust)
2.2.2 Planuitwerking
In de nieuwe situatie zijn 3 nieuwe hoofdbestemmingen voorzien: 'Horeca', 'Groen' en 'Verkeer'. Binnen het Groen is een park met bijbehorende voorzieningen (bankjes, prullenbakken etc.) mogelijk. Voor de speeltuin is een gebied aangeduid. Speeltoestellen zijn in dat gebied op grond van artikel 3 lid 4 tot 4 meter hoogte vergunningvrij indien deze uitsluitend functioneren met behulp van de zwaartekracht of de fysieke kracht van de mens. Het gebruik van het park als terras is alleen toegestaan daar waar dat is aangeduid met de aanduiding 'terras'. Binnen die aanduiding zijn geen overkappingen of andere bouwwerken zoals terrasschermen toegestaan.
Binnen de bestemming 'Horeca' zijn de categorieën opgenomen zoals van toepassing in de geldende planologische regeling. Het bouwvlak is uitgebreid om de gewenste uitbreiding aan de oostzijde met een serre en de keuken aan de achterzijde te kunnen faciliteren. De verleende vergunning voor de lounge is verwerkt in het plan (ruimer bouwvlak aan de westzijde). Over het gehele bouwvlak geldt een goothoogte van 6 meter. Daar waar de aanduiding 'erf' is opgenomen kan een fietsenstalling worden gerealiseerd. Op het erf mag de goothoogte maximaal 3 meter bedragen.
De bestemming 'Verkeer' is opgenomen ter plaatse van het parkeerterrein dat geheel in eigendom van de initiatiefnemer komt. Het parkeerterrein wordt wel openbaar toegankelijk. Enkele parkeerplaatsen zal Mia's toewijzen voor eigen gebruik.
2.2.3 Juridische planbeschrijving
In de Wet ruimtelijke ordening met bijbehorende Besluit ruimtelijke ordening heeft het bestemmingsplan een belangrijke rol als normstellend instrument voor het ruimtelijk beleid van de gemeente, provincies en het rijk,. In de ministeriële 'Regeling standaarden ruimtelijke ordening' hierna (Rsro) is vastgelegd dat de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen (hierna SVBP 2012) de norm is voor de vergelijkbaarheid van bestemmingsplannen, die tot doel heeft om te komen tot een geüniformeerde en gestandaardiseerde opzet van bestemmingsplannen in Nederland. Deze methodiek is onverkort gevolgd. Het bestemmingsplan is daarbij tevens digitaal vervaardigd en is daarom ook digitaal raadpleegbaar via internet.
Naast het feit dat de bestemmingen, aanduidingen en weergave van de verbeelding gestandaardiseerd zijn, vloeit de redactie van de regels ten aanzien van het overgangsrecht en de anti dubbeltelbepaling rechtstreeks voort uit het Besluit ruimtelijke ordening. De beleidsmatige inhoud van het bestemmingsplan is niet gestandaardiseerd. De gemeente behoudt haar vrijheid ten aanzien van de inhoud en vormgeving aangaande de toelichting.
Verbeelding
De verbeelding geeft de bestemmingen weer. Binnen de bestemmingsvlakken kunnen bouwvlakken, bouw-, gebieds-, functie-, en maatvoeringsaanduidingen aangegeven worden, waarbinnen een aantal specifieke bouwregels en functies kunnen worden aangegeven. Deze hebben juridische betekenis, omdat daar in de regels naar wordt verwezen. De topografische ondergrond die gebruikt is als basis voor de verbeelding heeft geen juridische status.
Op de verbeelding zijn in dit geval 3 hoofdbestemmingen met een aantal aanduidingen opgenomen. Een en ander is verwoord in paragraaf 2.2.2.
Regels
Algemeen
De regels bevatten bepalingen over het gebruik van de gronden, over de toegelaten bebouwing en bepalingen betreffende het gebruik van op te richten bouwwerken. De regels zijn, conform de wettelijk verplicht gestelde SVBP 2012, onderverdeeld in vier hoofdstukken:
- Hoofdstuk 1 Inleidende regels
- Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
- Hoofdstuk 3 Algemene regels
- Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels
Inleidende regels
Begripsbepalingen en Wijze van meten
De inleidende regels omvatten de begripsbepalingen en de bepalingen omtrent de wijze van meten. De begripsbepalingen geven de definities over de in de regels gehanteerde begrippen met betrekking tot bouwen en functies. De wijze van meten geeft uitsluitsel over de wijze waarop afstanden, hoogtes, oppervlakte etc. moeten worden gemeten.
Bestemmingsregels
Groen
De bestemming Groen staat het park met paden, bankjes etcetera toe. Specifiek is een aanduiding 'terras' opgenomen. Het is niet de bedoeling dat er terrasschermen of vaste bouwwerken worden gerealiseerd. Deze zijn niet toegestaan. Binnen de aanduiding 'speeltuin' zijn speelvoorzieningen tot een hoogte van 4 meter toegestaan. Dit is in lijn met artikel 3 van bijlage II van het Besluit omgevingsrecht waarin is geregeld dat deze vergunningsvrij kunnen worden gerealiseerd indien de bestemming deze functie toelaat. Gelet op de gewenste afstemming met de omgeving is versterkte muziek in de open lucht niet toegestaan en zijn regels gesteld aan de omvang van het terras en de gebruikstijden van de speeltuin. Voor erfafscheidingen is een regeling opgenomen.
Horeca
De horecabestemming is conform de geldende regeling gesplitst in een deel waar lichte horeca (categorie 1) is toegestaan en een deel waar ook iets zwaardere horeca (categorie 2) zoals een café of bar is toegestaan. Ook binnen deze bestemming wordt vanwege de gewenste afstemming met de omgeving versterkte muziek in de open lucht niet toegestaan. Bij realisatie van een nieuwe serre aan de oostzijde is van belang dat deze een zodanig constructie heeft dat er aan de geluidrichtwaarden uit de VNG-brochure 'Bedrijven en milieuzonering' voor 'gemengd gebied' wordt voldaan. Binnen het bestemmingsvlak is 1 bedrijfswoning op de verdieping toegestaan. Ondergeschikt kan op de begane grond wel een berging of garage worden gerealiseerd.
Verkeer
Binnen de bestemming 'Verkeer' mogen naast het parkeerterrein ook bijbehorende groenvoorzieningen en voorzieningen van openbaar nut worden gerealiseerd. Omdat er sprake is van een situatie waarin de verkeersbestemming particulier terrein is, is ook een regeling opgenomen voor erfafscheidingen.
Waarde - Archeologie 2
Voor het gehele plangebied is de dubbelbestemming 'Waarde-Archeologie-2' opgenomen. Hiervoor geldt dat archeologisch onderzoek nodig is wanneer de bodem met 500 m² wordt verstoord op een diepte die op de vrijstellingskaart (bijlage 1 van de regels) is aangegeven.
Algemene regels
Anti-dubbeltelregel
Deze bepaling is ingevolge artikel 3.2.4 van het Besluit ruimtelijke ordening vast voorgeschreven. Doel van deze bepaling is te voorkomen, dat er meer wordt gebouwd dan het bestemmingsplan beoogd, bijv. ingeval (onderdelen van) percelen van eigenaar wisselen.
Algemene bouwregels
Dit artikel bevat een aantal algemene bepalingen ten aanzien van het overschrijden van de bouwgrenzen van verschillende bij gebouwen horende elementen zoals galerijen, afdaken en erkers. Regels zijn opgenomen voor dakkappellen, dakopbouwen en dakterrassen. Tevens is bepaald dat bepaalde bestaande maten ten tijde van de vaststelling van het plan als maximaal of minimaal toelaatbaar kunnen worden geacht.
Algemene parkeerregels
In dit artikel zijn regels opgenomen voor de waarboring van voldoende parkeergelegenheid. Deze regels zijn overgenomen uit het facetbestemmingsplan 'Parkeren Terneuzen' dat op 7 februari 2019 is vastgesteld.
Algemene gebruiksregels
In dit artikel zijn algemene regels opgenomen ten aanzien van het gebruik van gronden en bouwwerken.
Algemene afwijkingsregels
In deze regels wordt aan burgemeester en wethouders de bevoegdheid gegeven om bij omgevingsvergunning af te wijken van de maximum toegestane bouwhoogte en voor het aanbrengen van wijzigingen in de plaats, richting en/of afmetingen van bouwgrenzen voor zover dit voor een praktische uitvoering van het plan noodzakelijk is.
Algemene wijzigingsregels
In dit artikel is een algemene wijzigingsregel opgenomen. Het betreft een standaardregeling die het mogelijk maakt om bij de uitvoering van bouwplannen beperkte afwijkingen van het plan mogelijk te maken die niet met een omgevingsvergunning voor afwijken geregeld kunnen worden, het gaat specifieke om het overschrijden van bestemmingsgrenzen.
Overgangs- en slotregels
In deze regels is het overgangsrecht vastgelegd in de vorm zoals in het Besluit ruimtelijke ordening is voorgeschreven. Als laatste is de slotbepaling opgenomen, welke bepaling zowel de titel van het plan als de regels bevat.
Hoofdstuk 3 Beleidskader
3.1 Rijksbeleid
Structuurvisie Infrastructuur & Ruimte
Op 13 maart 2012 is de Structuurvisie Infrastructuur & Ruimte vastgesteld (SVIR). Het Rijk streeft naar een concurrerend, bereikbaar, leefbaar en veilig Nederland. Hiernaar wordt gestreefd middels een krachtige aanpak die gaat voor een excellent internationaal vestigingsklimaat, ruimte geeft aan regionaal maatwerk, de gebruiker voorop zet, investeringen scherp prioriteert en ruimtelijke ontwikkelingen en infrastructuur met elkaar verbindt.
Belangrijk thema in deze structuurvisie is de ladder voor duurzame verstedelijking. De ladder voor duurzame verstedelijking is ingericht voor een zorgvuldige afweging en transparante besluitvorming bij alle ruimtelijke en infrastructurele besluiten waardoor de ruimte in stedelijke gebieden optimaal benut wordt. De ladder is verankerd in het Besluit ruimtelijke ordening en luidt als volgt:
De toelichting bij een bestemmingsplan dat een nieuwe stedelijke ontwikkeling mogelijk maakt, bevat een beschrijving van de behoefte aan die ontwikkeling, en, indien het bestemmingsplan die ontwikkeling mogelijk maakt buiten het bestaand stedelijk gebied, een motivering waarom niet binnen het bestaand stedelijk gebied in die behoefte kan worden voorzien.
In welke gevallen er sprake is van een nieuwe stedelijke ontwikkeling is niet concreet vastgelegd. Of er sprake is van een stedelijke ontwikkeling wordt bepaald door de aard en omvang van de ontwikkeling in relatie tot de omgeving. In dit geval wordt ter plaatse van de voormalige supermarkt een bouwvlak van ruim 1.300m² detailhandel wegbestemd. Het bouwvlak met de bestemming 'Horeca' wordt uitgebreid met 217m². Per saldo komen er op het perceel niet meer bouwmogelijkheden en is er geen sprake van een zodanige functiewijziging dat er gesproken moet worden van een nieuwe stedelijke ontwikkeling. Een toetsing aan de ladder is daarom niet nodig.
Voor het overige zijn in het rijksbeleid geen regels opgenomen die specifiek op deze situatie van toepassing zijn. Het project is lokaal en kleinschalig. Het rijksbeleid verzet zich niet tegen de ontwikkeling.
3.2 Provinciaal Beleid
Omgevingsplan Zeeland 2018
Op 21 september 2018 heeft het college van Gedeputeerde Staten het Omgevingsplan 2018 vastgesteld. Het Omgevingsplan geeft de provinciale visie en provinciale belangen op Zeeland weer, waar de Provincie Zeeland een (groot) belang aan hecht. Alle hoofdlijnen voor de fysieke leefomgeving zijn opgenomen. Zowel op het gebied van ruimtelijke ontwikkeling, maar ook economie, mobiliteit, natuur, cultuur, water en milieu. Binnen bestaand bebouwd gebied heeft de gemeente grote vrijheid bij de regie van ruimtelijke ontwikkelingen. Het provinciaal beleid gaat niet specifiek in op het vestigen van nieuwe of uitbreiding van bestaande horeca. Wel zijn regels opgenomen voor een horecagelegenheid als Nieuwe Economische Drager in het buitengebied. Dat is in dit geval niet van toepassing.
Omgevingsverordening Zeeland 2018
De Omgevingsverordening Zeeland 2018 gaat net als het Omgevingsplan ook over de fysieke leefomgeving van de provincie. Bij de beoordeling van ruimtelijke plannen is vooral hoofdstuk 2 welke gaat over het ruimtelijk domein van belang. Er zijn in de omgevingsverordening geen specifieke regels opgenomen die dit plan raken.
Provinciaal beleid staat de vaststelling van het plan niet in de weg.
3.3 Gemeentelijk Beleid
Structuurvisie Terneuzen 2025
De structuurvisie Terneuzen 2025 geeft de visie voor ontwikkeling van de gemeente Terneuzen op lange termijn. Het vormt een afwegingskader bij de beoordeling van nieuwe initiatieven. In de structuurvisie wordt een toekomstbeeld anno 2025 geschetst. Daarbij wordt rekening gehouden met de ontwikkelingen in de economie en in de leefomgevingskwaliteit. De gemeente wil een veelzijdigheid aan woonmilieus binnen de gemeentegrenzen. De focus ligt daarbij op herstructureren van bestaande woongebieden. Voor de onderhavige locatie geldt de strategie 'behouden'. Dat wil zeggen dat het huidige ruimtelijke beeld en het functioneren van het gebied goed is. Kleinschalige aanpassingen aan de ruimtelijke structuur of ontwikkelingen die passen binnen de functionele omgeving zijn mogelijk, waarbij de nadruk ligt op de kwaliteit van het leefklimaat. Dit project past binnen die uitgangspunten.
Hoofdstuk 4 Kwaliteit Van De Leefomgeving
4.1 Inleiding
Er bestaat een duidelijke relatie tussen milieubeleid en ruimtelijke ordening. De laatste decennia groeien deze beleidsvelden dan ook naar elkaar toe. De milieukwaliteit vormt een belangrijke afweging bij de ontwikkelingsmogelijkheden van ruimtelijke functies. Bij de besluitvorming over het al dan niet toelaten van een bepaalde ruimtelijke ontwikkeling wordt dan ook onderzocht welke milieuaspecten daarbij een rol (kunnen) spelen. Het is van belang om milieubelastende functies (zoals bepaalde bedrijfsactiviteiten) ruimtelijk te scheiden ten opzichte van milieugevoelige functies zoals woningen. Andersom moet in de ruimtelijke ordening nadrukkelijk rekening gehouden worden met de gevolgen van ruimtelijke ingrepen voor het milieu. Milieubelastende situaties moeten voorkomen worden.
4.2 Archeologie En Cultuurhistorie
Archeologie
In Europees verband is het zogenaamde 'Verdrag van Malta' tot stand gekomen. Uitgangspunt van dit verdrag is het archeologisch erfgoed zo veel mogelijk te behouden. Waar dit niet mogelijk is, dient het bodemarchief met zorg ontsloten te worden. In juli 2016 is de Erfgoedwet in werking getreden. Deze wet vervangt diverse wetten en regels voor behoud en beheer van cultureel erfgoed in Nederland. In de Erfgoedwet staat wat cultureel erfgoed is, hoe Nederland omgaat met roerend cultureel erfgoed, wie welke verantwoordelijkheden heeft en hoe Nederland daar toezicht op houdt.
Op basis van het gemeentelijk (interim) archeologiebeleid 'De onderste steen boven?' dient er een toetsing in de vorm van 6 stappen plaats te vinden. Daarbij wordt het stroomschema gevolgd zoals vastgelegd in het interimbeleid.
1. Toetsing aan de Archeologische Monumentenkaart (AMK):
Het plangebied ligt niet in een waardevol gebied op basis van de Archeologische Monumentenkaart. Noord-westelijk van het plangebied ligt wel een AMK- gebied welke (zeer) hoge archeologische waarde heeft. Het betreft hierbij overblijfselen van 'het Kasteel van Axel'. De gemeente heeft in 2015 onderzoek laten uitvoeren naar de archeologische waarde van dit gebied. Dit gebied ligt ver buiten het plangebied en is daarom niet van invloed.
Afbeelding 4 | Uitsnede AMK kaart (bron: archeologieinnederland.nl, bewerking: Juust)
2. Toetsing aan de Indicatieve Kaart Archeologische Waarden (IKAW):
Het plangebied ligt in een niet gekarteerd gebied.
Afbeelding 5 | Uitsnede IKAW kaart (bron: archeologieinnederland.nl, bewerking: Juust)
3. Toetsing aan Archis:
Binnen het plangebied Kanaalkade 3 te Axel zijn geen vondstlocaties bekend. Het plangebied maakt wel deel uit van vier grotere onderzoeksgebieden, namelijk het opstellen van een verwachtingskaart in 2014 (Archisnummer 2434360100), het Kennisplan Buitengebied Terneuzen ('Leemten in Kennis') in 2014 (Archisnummer 2439204100) en een vrijstellingenkaart in 2017 (Archisnummer 4568760100) en een uitgebreid archeologisch bureauonderzoek naar het Kasteel van Axel (Archisnummer 3291965100). Geen van deze meldingen heeft echter betrekking op het huidige plangebied.
Afbeelding 6 | Vondstlocaties en onderzoeksmeldingen, ontleend aan Archis3. Schaal 1:3.500 (bron: Artefact!).
4. Toetsing aan het archief van het Zeeuws Archeologisch Depot (ZAD):
Voor de locatie Kanaalkade 3 te Axel zijn geen dossiers opgemaakt bij het ZAD. In de nabijheid (aan de Buitenweg, x.52100, y365300, coördinaten niet exact) is bij een sanering in 2006 wel ooit geadviseerd rekening te houden met de aanwezigheid van een oude wal of gracht die zou staan op de kaart van 1859. Er is op dat advies geen navolging meer gekomen, maar dit heeft geen invloed op het plangebied. Het betreft dossier nummer 0613. Kaartmateriaal is vanuit het ZAD niet beschikbaar (wordt ontsloten op basis van adresgegevens), maar de resultaten ervan zijn veelal zichtbaar in het kaartmateriaal van Archis.
5. Toetsing aan de geologische kaart van Van Rummelen:
Het plangebied ligt op de Kaart Van Rummelen in niet gekarteerd gebied (dorpskern). Op basis van extrapolatie kan ingeschat worden dat binnen het plangebied Afzettingen van Duinkerke IIIb op niet geërodeerd Pleistoceen voorkomen (DPo.IIIb). Op het bijblad van de Geologische Kaart van Nederland met de hoogte van het Pleistoceen ligt het noordelijke deel van het plangebied immers in een zone met relatief hooggelegen Pleistoceen dekzand (tussen 0 en 1 meter +NAP). De maaiveldhoogte binnen het plangebied varieert tussen 1,30 en 2,70 meter +NAP. Dit betekent dat binnen het plangebied het dekzand wellicht voorkomt tussen 1 en 2 meter beneden het maaiveld. Volgens de stroomdiagram geldt dan een oppervlaktevrijstellingsgrens van 500 vierkante meter.
Binnen het zuidelijke deel van het plangebied komen diepreikende geulafzettingen van Duinkerke IIIb voor (Do.IIIb). Alle oudere afzettingen zijn daar tot op grote diepte geërodeerd.
Afbeelding 7 | Uitsnede Van Rummelen 1977. Schaal 1:20.000.
Afbeelding 8 | Uitsnede uit de bijkaart Van Rummelen 1977. Schaal 1:20.000.
6. Toetsing aan de vrijstellingenkaart 2017:
Het plangebied kent drie vrijstellingsdiepten. Het noord-oostelijk deel is vrijgesteld tot een diepte van 1,5 meter onder het maaiveld (oranje). Het westelijk gedeelte van het plangebied heeft een vrijstellingsdiepte van 2 meter onder het maaiveld en het zuidelijk deel is tot 4 meter onder het maaiveld vrijgesteld.
Afbeelding 9 | Uitsnede Vrijstellingenkaart 2017 (bron: gemeente Terneuzen)
Conclusie:
Op basis van bovenstaande toetsing wordt ter plaatse van het noordelijke deel van het plangebied de dubbelbestemming 'Waarde-Archeologie 2' opgenomen. Indien werkzaamheden op een diepte dieper dan de vrijstellingsdiepte worden uitgevoerd met een oppervlakte groter dan 500 m² dan is een omgevingsvergunning nodig. Daarbij dient een archeologische rapportage te worden overlegd. De vergunning kan alleen worden verleend als een archeologisch onderzoeksrapport wordt voorgelegd waarin wordt aangetoond dat geen archeologische waarden aanwezig zijn, dat deze niet behoudenswaardig zijn of dat deze door de voorgenomen werkzaamheden niet onevenredig worden geschaad.
Uit bovenstaande toets volgt dat binnen het zuidelijke deel van het plangebied geen dubbelbestemming 'Waarde-Archeologie' moet worden opgenomen.
Culltuurhistorie
Met de Erfgoedwet beschermt de overheid het cultureel erfgoed in Nederland. De Erfgoedwet heeft zes wetten en regelingen op het gebied van cultureel erfgoed vervangen waaronder de Monumentenwet 1988. Op basis van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) is het wettelijk verplicht om in de toelichting van een bestemmingsplan een beschrijving op te nemen van de wijze waarop met in het gebied aanwezige cultuurhistorische waarden of monumenten rekening is gehouden.
De gemeente Terneuzen heeft een cultuurhistorische waardenkaart vastgesteld. Deze is gebaseerd op de handreiking Landschap van de Provincie Zeeland en de structuurvisie Terneuzen 2025. Daarin zijn ruimtelijke strategieën voor het grondgebied van Terneuzen aangegeven. In de cultuurhistorische waardenkaart wordt uitgegaan van 3 strategieën: Behoud (behoud en bescherming), Behoud door ontwikkeling (versterken, verbreden, verbinden) en Vernieuwing mogelijk (transformeren, ontwikkelen, herstructureren). De locatie ligt in gebied waar 'behoud' wordt voorgestaan. Op de locatie zijn geen specifieke cultuurhistorische elementen aangegeven. Aan de zuidzijde van het plangebied is wel een kreekrestant aanwezig. De locatie ligt ook buiten het stedelijk vestingwerk.
Met het plan worden geen belangrijke cultuurhistorische elementen geschaad.
Afbeelding 10 | Uitsnede cultuurhistorische waardenkaart (Behoud) met legenda (bron: gemeente Terneuzen)
4.3 Bedrijven En Milieuzonering
Een goede ruimtelijke ordening voorziet in het voorkomen van voorzienbare hinder en gevaar door milieubelastende activiteiten. Sommige activiteiten die planologisch mogelijk worden gemaakt, veroorzaken milieubelasting voor de omgeving. Andere (gevoelige) functies moeten juist beschermd worden tegen milieubelastende activiteiten. Door bij nieuwe ontwikkelingen voldoende afstand in acht te nemen tussen milieubelastende activiteiten (zoals bedrijven) en gevoelige functies (zoals woningen) worden hinder en gevaar voorkomen en wordt het bedrijven mogelijk gemaakt zich binnen aanvaardbare voorwaarden te vestigen. Het doel van milieuzonering is om te komen tot een optimale kwaliteit van de leefomgeving.
Er wordt ter plaatse geen nieuwe woonfunctie mogelijk gemaakt. De bestaande bedrijfswoning blijft gehandhaafd en behoort tot dezelfde inrichting. De bedrijfswoning vormt geen belemmering voor de uitbreiding van de horeca-activiteiten. Van belang is te beoordelen of er voor de omliggende woningen door de bestemmingswijziging sprake blijft van een goed woon- en leefklimaat. Op basis van de VNG-brochure 'Bedrijven en milieuzonering' dient ten opzichte van een restaurant (SBI 561) een richtafstand van 10 meter te worden aangehouden indien er sprake is van een rustige woonwijk. In een gemengd gebied, waarvan hier gelet op de ligging tegen het centrum en langs hoofdinfrastructuur, sprake is kan de richtafstand worden verkleind tot 0 meter. De afstand van de dichtstbij gelegen woning tot de grens van het bestemmingsvlak 'Horeca' is ca. 10 meter. Het parkeerterrein grenst direct aan woningen langs de Oranjestraat 23 tot en met 29. Voor parkeerterreinen (SBI 5221) geldt in een gemengd gebied een richtafstand van 10 meter. Daarbij is het aspect geluid maatgevend. Het betreft een kleinschalig parkeerterrein, bedoeld voor de aangrenzende horecagelegenheid. Er is geen sprake van een grootschalig zelfstandig parkeerterrein. In de bestaande situatie en in de situatie dat er nog een supermarkt ter plaatse aanwezig was, is er ook sprake van een parkeerterrein direct grenzend aan de woningen. De intensiteit van het gebruik neemt, ten opzichte van de supermarkt, af. Er zijn geen klachten bekend omtrent het gebruik van het parkeerterrein. Het woon- en leefklimaat van de woningen aan de Oranjestraat 23 tot en met 29 wijzigt niet. Vanwege het park is het niet noodzakelijk een richtafstand aan te houden ten opzichte van woningen omdat dit geen belastende functie is. Voor het terras in het park geldt hetzelfde als voor het restaurant. Aan de richtafstand voor het terras wordt voldaan. Het aspect 'Bedrijven en milieuzonering' vormt geen belemmering voor vaststelling van het plan.
4.4 Bodem
Bij het opstellen van een bestemmingsplan c.q. -wijziging dient te worden bepaald of de aanwezige bodemkwaliteit past bij het toekomstige gebruik ('bodemgebruiksfunctie') van die bodem, of dat beiden alsnog op elkaar kunnen worden afgestemd. Bodemgebruiksfuncties nemen namelijk af naarmate bodemverontreinigingen en gerelateerde risico's toenemen. Sanerende maatregelen kunnen nodig zijn. Het gemeentelijk bodemkwaliteitsbeleid volgt de kaderwet Wet bodembescherming en daaruit voortvloeiende regelgeving. Uitgangspunten zijn dat de bodem duurzaam geschikt moet zijn voor de beoogde functie en dat de bodemkwaliteit niet mag verslechteren. Verontreinigingen in stabiele eindsituaties worden daarbij niet vanzelfsprekend geaccepteerd. Voor mobiele verontreinigingen moeten maatregelen gericht zijn op verwijderen en soms is het inpassen van immobiele verontreinigingen onder voorwaarden toelaatbaar.
Bodemgebruik
Het terrein kadastraal bekend Axel G 6337 was in het verleden in gebruik als supermarkt met omliggend parkeerterrein. Opstallen zijn medio 2009 gesloopt en het terrein biedt sindsdien alleen parkeergelegenheid. Het middengedeelte is onverhard c.q. onbebouwd. Het plangebied wordt ingericht met park-, horeca- en parkeervoorziening. Tegelijk wordt deze bestemmingsprocedure gebruikt voor het toewijzen van enkele bouwvlakken, zodanig dat wordt geanticipeerd op uitbreidingen tegen de bestaande opstallen aan van Kanaalkade 3 (lounge aan westzijde, serre aan oostzijde en keuken aan noordzijde).
Bodemkwaliteit
Er zijn twee bodemrapporten beschikbaar:
- 1. Rapport verkennend bodemonderzoek, door Oranjewoud BV, kenmerk 162342-145 van 28 november 2008;
- 2. Rapport evaluatie bodemsanering, door SMA Zeeland BV, kenmerk 23184038 van 12 december 2018.
In 2008 bleek alleen sprake van een verontreiniging met polycyclische aromatische koolwaterstoffen ter plaatse van de voormalige laad- en losplaats van de voormalige supermarkt. Het betrof hier zo'n 25 m3 sterk vervuilde bovengrond. De aard van polycyclische aromatische koolwaterstoffen is immobiel, maar door de transactie genoot verwijdering van deze vervuiling de voorkeur.
De vervuilde bovengrond is op 28 november 2018 ontgraven en afgevoerd naar een erkend verwerker. De gestelde terugsaneerwaarde is afgeleid van de bodemkwaliteitsklasse, waardoor de ontgraving voldoende is gebleken (klasse 'Wonen'). De ontgravingsput is met schone grond aangevuld (klasse 'Achtergrondwaarde').
Verder, een locatie van een voormalige tankinrichting, opgericht in 1934, blijkt niet door brandstoffen verontreinigd. Vermoedelijk is de ondergrondse tank in het verleden tegelijk met de pomp en leidingwerk verwijderd, maar bewijsstukken daarvan zijn niet voor handen.
Alhoewel verharding als een bouwstof en niet als bodem wordt gezien, is het zinvol te vernoemen dat het geasfalteerde parkeerterrein geen teerhoudend asfalt is, waardoor freesasfalt eventueel kan worden hergebruikt. Ondergelegen funderingslaag (steenpuin, slakken) kan binnen het plangebied, óf na keuring ook buiten het plangebied worden toegepast.
De individuele bouwvlakken voor het vergroten van het restaurant Kanaalkade 3 blijken op basis van historische kaarten en de bodemkwaliteitskaart voor bodemkwaliteit onverdacht.
Overweging
In de boven- en ondergrond en het grondwater zijn geen aantoonbare en noemenswaardige verontreinigingen aanwezig. Volledigheidshalve, polychloorbifenylen in grond zijn alléén door een matrixstoring verhoogd aangetoond en daardoor (ook) niet noemenswaardig. Bovendien is de sterke vervuiling door polycyclische aromatische koolwaterstoffen in grond verwijderd.
Ook voor het toewijzen van bedoelde bouwvlakken tegenaan het restaurant Kanaalkade 3 worden qua bodemkwaliteit geen risico's verwacht.
Conclusie
De bodemkwaliteit leidt op basis van de voornoemde gegevens niet tot beperkingen voor de beoogde planontwikkeling.
4.5 Externe Veiligheid
De doelstelling van het externe veiligheidsbeleid is het realiseren van een veilige woon- en leefomgeving door het beheersen van risico's van activiteiten met gevaarlijke stoffen (zoals het gebruik, de opslag, de productie als het transport). Het beleid is erop gericht te voorkomen dat er dichtbij gevoelige bestemmingen activiteiten met gevaarlijke stoffen plaatsvinden. Bij nieuwe (ruimtelijke) ontwikkelingen dient rekening te worden gehouden met risicobronnen in de omgeving.
Op een afstand van 1.090 meter is het bedrijf Lehnkering Chemical Transport B.V. gevestigd. Het invloedsgebied van dit bedrijf is 1.400 meter. De planlocatie aan de Kanaalkade 3 ligt binnen het invloedsgebied voor het groepsrisico van Lehnkering, maar buiten de plaatsgebonden risicocontour. Bij ligging in het invloedsgebied kan een beperkte verantwoording van een toename van het groepsrisico nodig zijn.
De toename van personen vanwege de uitbreiding van de horecagelegenheid is beperkt. Daar tegenover staat dat de mogelijkheid voor het vestigen van een nieuwe supermarkt waarin grotere aantallen personen tegelijkertijd kunnen verblijven met dit bestemmingsplan wordt wegbestemd. Zowel het restaurant als de supermarkt worden in het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) aangemerkt als beperkt kwetsbare objecten. Het aantal personen dat gelijktijdig aanwezig kan zijn neemt binnen het plangebied niet toe. Het is daarom niet noodzakelijk om een (beperkte) verantwoording groepsrisico uit te voeren.
Er zijn in de omgeving van het plangebied geen overige risicobronnen (inrichtingen, routes waarover gevaarlijke stoffen worden vervoerd of planologisch relevante buisleidingen) aanwezig. Het aspect externe veiligheid vormt geen belemmering voor vaststelling van het plan.
4.6 Geluid
Geluid kan hinderlijk en schadelijk voor de gezondheid zijn. Zo kunnen hoge geluidsniveaus het gehoor beschadigen. Maar ook verstoring van de slaap kan op de lange duur slecht zijn voor de gezondheid. In Nederland zijn afspraken gemaakt over wat acceptabele geluidsniveaus zijn en wat niet (de geluidsnormen). Bij ruimtelijke plannen kan akoestisch onderzoek nodig zijn om geluidhinder bij geluidgevoelige objecten (scholen, woningen, etc.) te voorkomen. De Wet geluidhinder (Wgh) bevat geluidnormen en richtlijnen over de toelaatbaarheid van geluidniveaus als gevolg van rail- en wegverkeerslawaai, industrielawaai en luchtvaartlawaai.
Een akoestisch onderzoek moet worden uitgevoerd als een nieuwe ruimtelijke ontwikkeling een geluidgevoelig object mogelijk maakt binnen een geluidzone van een bestaande geluidbron of indien het plan een nieuwe geluidbron mogelijk maakt.
In paragraaf 4.3 is reeds aangegeven dat aan de richtafstanden wordt voldaan. Vanuit oogpunt van een goede ruimtelijke ordening wordt het in dit geval, gelet op de specifieke functies, wel gewenst geacht om de geluidbelasting inzichtelijk te maken. Daarvoor is door Kraaij Akoestisch Adviesbureau een akoestisch onderzoek uitgevoerd (zie bijlage 1) waarbij is aangesloten bij de geluidrichtlijnen uit de VNG-brochure, behorende bij een gemengd gebied. Het akoestisch onderzoek richt zich op het terras, kinderen bij de speelvoorzieningen en de nieuwe serre van de horecagelegenheid. Uit de rekenresultaten blijkt dat de richtwaarde van het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau van 45 dB(A) in de avondperiode met maximaal 4dB(A) wordt overschreden. De overschrijding op Kanaalkade 9 bedraagt 4dB(A), de overschrijding op Kanaalkade 11 en 13 en Zeestraat 29 bedraagt 1dB(A). Ter plaatse van Kanaalkade 9 is overigens momenteel geen woning aanwezig, maar wel planologisch toegestaan. Om aan de richtwaarden te voldoen zijn een aantal maatregelen nodig:
- het sluiten van de oostelijke serre vanaf 19.00uur of het realiseren van een goede, permanente (houten) dakconstructie. De initiatiefnemer heeft het voornemen om een permanente (niet zijnde zeil of tentdoek) dakconstructie te realiseren. Hierdoor wordt er voldaan aan de richtwaarden.
- het sluiten van de speeltoestellen na 20.00 uur.
Verder is in het akoestisch onderzoek rekening gehouden met een capaciteit voor het buitenterras van 65 zitplaatsen. Nader aangegeven is dat het gaat om een capaciteit van 30 zitplaatsen. In de serre, die een permanente (houten) dakconstructie krijgt, is straks ruimte voor 65 zitplaatsen in plaats van 30 zoals opgenomen in het onderzoek. De 35 zitplaatsen verplaatsen dus van buiten naar binnen. Voor wat betreft de geluidsbelasting is dit gunstiger.
In de bouwregels is bepaald dat een omgevingsvergunning voor de activiteit 'bouwen' slechts kan worden verleend indien aan de geluidrichtwaarden wordt voldaan. Op basis van het bovenstaande zal dat ook het geval zijn. De sluiting van het park (22:00 uur) en de speeltoestellen (20:00 uur) zijn in de planregels opgenomen.
4.7 Kabels En Leidingen
In het bestemmingsplan worden uitsluitend kabels en leidingen (hoogspanningsleidingen, gevaarlijke gassen en gevaarlijke vloeistoffen ) opgenomen die ruimtelijke relevantie hebben, of van belang zijn in het kader van externe veiligheid, beheer of gezondheidsrisico. Voor deze kabels en leidingen geldt een waarborgzone omdat deze wellicht een risico met zich meebrengen. Het gaat hier met name om een verhoogd risico als ze bij werkzaamheden worden geraakt.
In of in de nabijheid van het plangebied liggen geen planologisch relevante kabels en/of leidingen.
4.8 Luchtkwaliteit
In het kader van een goede ruimtelijke ordening dient rekening te worden gehouden met luchtkwaliteit. Als het een ruimtelijk project of (te vergunnen) activiteit betreft, waarvan de bijdrage aan de luchtverontreiniging klein is, is geen toetsing aan de grenswaarden luchtkwaliteit nodig. Beoordeeld moet worden of de ontwikkeling 'Niet In Betekende Mate' (NIBM) bijdraagt aan de concentraties van diverse verontreinigende stoffen, waaronder stikstofdioxide (NO2) en fijn stof (PM10) in de buitenlucht.
Als een project tot een toename voor NO2 en PM10 leidt die lager is dan de NIBM grens van 1,2 µg/m3 hoeft het project niet getoetst te worden aan de grenswaarden. Vanzelfsprekend moet er wel sprake zijn van een goede ruimtelijke ordening.
In de regeling NIBM is aangegeven, dat een woningbouwlocatie met maximaal 1.500 woningen en één ontsluitingsweg is aan te merken als een ontwikkeling die NIBM bijdraagt aan de verslechtering van de luchtkwaliteit.
De verkeersaantrekkende werking van een supermarkt is groter dan de verkeersaantrekkende werking van een restaurant. Bovendien is de omvang van de supermarkt groter dan de uitbreiding van het restaurant. Doordat de supermarkt wegbestemd wordt komt er geen extra verkeer en leidt de ontwikkeling niet tot een 'in betekenende mate' verslechtering van de luchtkwaliteit. Ook indien er geen sprake zou zijn van het wegbestemmen van een supermarkt zou er geen verslechtering optreden. De uitbreiding van het bouwvlak (exclusief de reeds vergunde lounge en serre aan de voorzijde) bedraagt ca. 217m². Dat is als kleinschalig aan te merken, de verkeersintensiteiten nemen slechts beperkt toe.
4.9 Natuur
De Wet natuurbescherming zorgt voor bescherming van gebieden, diersoorten, plantensoorten en bossen. De beschermde flora en fauna mag niet worden verstoord, verjaagd of worden gedood. Voorafgaand aan een ontwikkeling moet worden onderzocht of er beschermde dieren- of plantensoorten in het plangebied leven.
Soortenbescherming
Op dit moment is het plangebied grotendeels verhard. Uitsluitend de locatie waar voorheen de supermarkt aanwezig was ligt braak. Er zijn geen bomen aanwezig die gekapt moeten worden, ook sloop van panden is niet aan de orde. Op deze binnenstedelijke locatie is het niet de verwachting dat er beschermde planten of diersoorten aanwezig zijn. In de toekomstige situatie zal de verharding deels plaats maken voor een park.
Gebiedsbescherming
Aan de zuidzijde van het plangebied, op een afstand van ongeveer 50 meter liggen gronden die tot het Natuurnetwerk Zeeland behoren. Tussen dit natuurgebied en het plangebied ligt een rotonde die de hoofdontsluitingen van Axel met elkaar verbindt. De voorgenomen ontwikkelingen vinden niet in de richting van het natuurgebied plaats. De intensiteit van het gebruik van het terrein is lager dan wanneer er ter plaatse nog steeds een supermarkt zou zijn gevestigd. De ontwikkeling heeft daarom geen negatieve invloed op het nabijgelegen natuurgebied.
Naar aanleiding van de uitspraak van de Raad van State van 29 mei 2019 over de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) en de nieuwe AERIUS Calculator (2019) is voor dit plan de uitstoot van stikstof en de neerslag daarvan op Natura 2000-gebieden berekend (zie bijlage 2). De uitkomst is dat er geen rekenresultaten hoger dan 0,00 mol/ha/j zijn. Het project heeft daarmee geen negatief effect op de instandhoudingsdoelstellingen van de Natura 2000-gebieden. Een vergunning op grond van de Wet natuurbescherming is niet nodig.
Het aspect natuur vormt geen belemmering voor het plan.
4.10 Niet Gesprongen Explosieven
In de Tweede Wereldoorlog is in Zeeland veel gevochten. Doordat tijdens de gevechten niet alle munitie is ontploft zijn er tot op de dag van vandaag blindgangers in de bodem te vinden. De Provincie Zeeland heeft een kaart ontwikkeld waar op te zien is waar gevochten is en waar een grote kans is om blindgangers in de bodem aan te treffen.
Volgens de provinciale risicokaart voor niet-gesprongen explosieven van 13 augustus 2013 is het betreffende plangebied aan de Oranjestraat niet als risicogebied voor niet-gesprongen explosieven gezoneerd. Er is een nieuwe kaart in voorbereiding, waarop kan worden geanticipeerd. Het plangebied valt daarbij wel binnen een aandachtszone, namelijk 'Grondgevechten en artilleriebeschietingen Axel en omgeving'. Het gaat om klein-kalibermunitie, hand- en geweergranaten, munitie voor granaatwerpers en geschutmunitie.
Het plangebied maakt al geruime tijd deel uit van binnenstedelijk gebied en de bestaande panden van Mia's blijven behouden. Op het resterende terrein is al in overgrote mate grondverzet gepleegd door de bouw en latere sloop van de supermarkt alsook de realisatie van de omliggende infrastructuur, waarbij geen munitie is aangetroffen. Op basis van voorstaande is de kans op het aantreffen van munitie relatief klein. Mocht er alsnog munitie worden aangetroffen, dan betreft dit naar verwachting kleine munitie. Veldonderzoek wordt als een te grote inspanning beschouwd en het NGE-aspect behoeft daardoor geen (vervolg)onderzoek. Bij aantreffen van munitie wordt ingezet op het handelen op basis van het protocol 'Toevalstreffer conventioneel explosief uit de Tweede Wereldoorlog'.
Het aspect Niet Gesprongen Explosieven vormt geen belemmering voor vaststelling van het bestemmingsplan.
4.11 Verkeer En Parkeren
Een goede ontsluiting en voldoende parkeerfaciliteiten zijn belangrijk voor een goed functionerende ontwikkeling. In deze paragraaf wordt aandacht besteed aan de gevolgen van het plan op de wijze waarop voldoende parkeergelegenheid in het plan is gewaarborgd, het fietsparkeren en de ontsluiting van het perceel.
Parkeerbehoefte
Van toepassing is de Parkeernota 2015-2020 van de gemeente Terneuzen. Daarin zijn parkeerkencijfers vastgelegd. De stedelijkheidsgraad van de gemeente Terneuzen is 'matig stedelijk'. Voor een restaurant in het gebiedstype 'rest bebouwde kom' zoals dat is vastgelegd in het parkeerbeleid geldt een kencijfer van 15 parkeerplaatsen per 100 m² bruto-vloeroppervlak. Het aandeel bezoekers bedraagt hierin 80%. Uitgangspunt is dat parkeren op eigen terrein plaatsvindt. Indien dit niet mogelijk is dan is een acceptabele loopafstand van 100 meter van toepassing.
In de huidige situatie heeft Mia's geen parkeerplaatsen op eigen terrein beschikbaar. Door aankoop van de gronden waarop in het verleden de supermarkt was gevestigd en een herinrichting van dat terrein kunnen er op eigen terrein ca. 50-60 parkeerplaatsen worden gerealiseerd. Een deel is 'openbaar parkeerterrein' van Mia's. Hierdoor ontstaat er een verbetering ten opzichte van de de oude private situatie. Een deel van het openbare parkeerterrein is ten gunste van de horecavoorziening. Het bouwvlak wordt binnen de bestemming 'Horeca' uitgebreid met 217m². Op basis van het hierboven genoemde parkeerkencijfer van 15 parkeerplaatsen per 100m² bruto-vloeroppervlak zouden 33 extra parkeerplaatsen nodig zijn voor de uitbreiding ten opzichte van de huidige situatie.
De CROW-publicatie 381 'Toekomstbestendig parkeren' geeft bij deze functie aan dat de parkeerbehoefte in sterke mate afhankelijk is van het aantal zitplaatsen en van het autogebruik van de bezoekers. De uitbreiding is bedoeld voor de aanbouw van een nieuwe serre met een capaciteit van 65 zitplaatsen en een nieuwe keuken. In de praktijk zal de extra parkeerbehoefte ten opzichte van de huidige situatie fors lager zijn dan de 33 genoemde parkeerplaatsen, ervan uitgaande dat er minimaal 2 personen per auto komen en bezoekers deels ook met de fiets of te voet komen. De horecagelegenheid is bovendien populair bij fietsers. De locatie ligt direct aan een fietsknooppuntenroute.
Op een loopafstand tussen 100 en 200 meter ligt het Hofplein. Op die locatie is een grote openbare parkeergelegenheid aanwezig. De bezettingsgraad van deze parkeerplaats is laag, waardoor deze locatie als achtervang kan dienen indien de behoefte aan parkeren op enig moment groter zou zijn dan de capaciteit van het nieuwe parkeerterrein op het eigen terrein van Mia's.
In de praktijk zal de uitbreiding van het restaurant en de herinrichting van het daaromheen gelegen terrein niet leiden tot een parkeerprobleem. Enkele omwonenden maken momenteel ook gebruik van het parkeerterrein. In de directe omgeving van het plangebied is voldoende parkeergelegenheid in de openbare ruimte om het parkeren door omwonenden op te vangen.
Fietsparkeren
Het restaurant is een goede stopplaats voor fietsers. Deze maken veelvuldig gebruik van de mogelijkheid om binnen of buiten op het terras een maaltijd of drankje te nuttigen. Daarnaast bezoeken veel lokale klanten het restaurant en de lounge met de fiets. In de huidige situatie is er geen duidelijke fietsparking aanwezig en worden fietsen rondom het gebouw geparkeerd. De bedoeling is om een fietsenstalling te realiseren aan de westzijde van de lounge, nabij de in-/uitrit van het parkeerterrein, zodat fietsen ook ordelijk geparkeerd kunnen worden. In dit bestemmingsplan is de mogelijkheid voor het bouwen van een overdekte fietsenstalling opgenomen.
Verkeersontsluiting
Op dit moment is zowel aan de zijde van de Oranjestraat als aan de zijde van de Kanaalkade een in- en uitrit aanwezig. Vanwege de nieuwe inrichting zal de in- en uitrit aan de Kanaalkade komen te vervallen en vinden alle verkeersbewegingen plaats via de bestaande in- en uitrit aan de Oranjestraat. Hierdoor wordt de verkeersafwikkeling eenduidiger. De ontwikkeling geeft geen belemmering op bestaande verkeersstromen en heeft geen gevolgen voor de verkeersveiligheid ter plaatse.
4.12 Water
Het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) stelt een watertoets in ruimtelijke plannen verplicht. Beschreven moet worden op welke wijze in het plangebied met water en watergerelateerde aspecten wordt omgegaan. Voorkomen moet worden dat ontwikkelingen in het ruimtegebruik ongewenste effecten hebben op de waterhuishouding. Een goede afstemming tussen beiden is derhalve noodzakelijk om problemen, zoals bijvoorbeeld wateroverlast, slechte waterkwaliteit, verdroging, etc., te voorkomen.
Thema en water(beheer)doelstelling | Uitwerking |
Veiligheid waterkeringen Waarborgen van het veiligheidsniveau en rekening houden met de daarvoor benodigde ruimte. | Het plan ligt niet in de nabijheid van een waterkering en heeft hiervoor geen gevolgen. |
Voorkomen overlast door oppervlaktewater Het plan biedt voldoende ruimte voor het vasthouden, bergen en afvoeren van water. Waarborgen van voldoende bouwpeil om overstroming vanuit oppervlaktewater in maatgevende situaties te voorkomen. Rekening houden met de gevolgen van klimaatverandering en de kans op extreme weersituaties. | ![]() Op dit moment heeft het bestaande gebouw van het restaurant een oppervlakte van 565 m2. De supermarkt is gesloopt maar mag volgens het geldende planologisch regime een oppervlakte hebben van ruim 1.300m². Het bouwvlak van de supermarkt wordt geheel wegbestemd. Het bouwvlak van de horecagelegenheid wordt uitgebreid tot 782m², een uitbreiding van 217m². Er wordt meer bebouwd oppervlak wegbestemd dan vergroot. Het maximum toegestane bebouwd oppervlak neemt af met 1.083m². Het buitenterrein is geheel verhard en ingericht als parkeerterrein. De omvang van dit parkeerterrein wordt fors verkleind, de bedoeling is dat een park wordt ingericht aan de noord- en oostzijde van de bestaande bebouwing, in dit park mag voor een beperkt deel een terras worden gerealiseerd. De dichte bodemverharding neemt fors af. Compensatie is niet aan de orde. |
Voorkomen overlast door hemel- en afvalwater Waarborgen optimale werking van de zuiveringen/ RWZI's en van de (gemeentelijke) rioleringen. Afkoppelen van (schone) verharde oppervlakken in verband met de reductie van hydraulische belasting van de RWZI, het transportsysteem en het beperken van overstorten. | Hemel- en afvalwater wordt afgekoppeld conform de huidige situatie. De rioolputten op het bestaande parkeerterrein blijven zoveel mogelijk gehandhaafd, daar waar nodig worden deze aangepast. De aansluitingen van het pand wijzigen niet. |
Grondwaterkwantiteit en verdroging Voorkomen en tegengaan van grondwateroverlast en -tekort. Rekening houdend met de gevolgen van klimaatverandering. Beschermen van infiltratiegebieden en –mogelijkheden. | Het plan heeft geen invloed op grondwaterkwantiteit en verdroging. Er is geen sprake van onttrekking van grondwater. |
Grondwaterkwaliteit Behoud of realisatie van een goede grondwaterkwaliteit. Denk aan grondwaterbeschermingsgebieden. | Het plan heeft geen invloed op de grondwaterkwaliteit. Er worden geen producten of materialen gebruikt die een nadelige invloed kunnen hebben op het grondwater. |
Oppervlaktewaterkwaliteit Behoud of realisatie van goede oppervlaktewaterkwaliteit. Vergroten van de veerkracht van het watersysteem. Toepassing van de trits schoonhouden, scheiden, zuiveren. | In het plangebied is geen oppervlaktewater aanwezig. Aan de overzijde van het plangebied, langs de Kanaalkade, is wel de kleine kreek gelegen. Daarop heeft het plan geen invloed. |
Volksgezondheid Minimaliseren risico watergerelateerde ziekten en plagen. Voorkomen van verdrinkingsgevaar/-risico's via o.a. de daarvoor benodigde ruimte. | Er is geen gevaar voor de volksgezondheid, aangezien er geen sprake is van open water. |
Bodemdaling Voorkomen van maatregelen die (extra) maaiveldsdalingen in zettinggevoelige gebieden kunnen veroorzaken. | Het plan heeft geen invloed op het maaiveld. |
Natte natuur Ontwikkeling/bescherming van een rijke gevarieerde en natuurlijk karakteristieke aquatische natuur. | Ter plaatse zijn geen natuurwaarden of is geen natte natuur aanwezig. |
Onderhoud oppervlaktewater Oppervlaktewater moet adequaat onderhouden worden. Rekening houden met obstakelvrije onderhoudsstroken vrij van bebouwing en opgaande (hout)beplanting. | Niet van toepassing. |
Anderer belangen waterbeheer | |
Relatie met eigendom waterbeheerder Ruimtelijke ontwikkelingen mogen de werking van objecten (terreinen, milieuzonering) van de waterbeheerder niet belemmeren. | In of in de directe nabijheid van het plangebied zijn geen objecten van het waterschap aanwezig waarop het plan invloed heeft. |
Wegen in beheer bij het waterschap (alleen invullen voor zover van toepassing) * in de bouwfase: Vinden er transporten (grond/bouwmaterialen) plaats over waterschapswegen? * na realisatie: verkeersaantrekkende werking Veroorzaakt uw plan structureel extra verkeer? *na realisatie: bereikbaarheid Omschrijf hoe motorvoertuigen, fietsers en voetgangers uw plan kunnen bereiken. Worden er hiervoor uitwegen gewijzigd of nieuw aangelegd? * na realisatie: parkeren Wordt er op uw eigen terrein geparkeerd? * na realisatie: (ver)bouwen Bent u voornemens om binnen 20 meter van een waterschapsweg een bouwwerk te (ver)bouwen? (zoals een woning of afscheiding (gefundeerd). | Het plangebied grenst niet aan waterschapswegen en heeft er ook geen directe invloed op. De wegen rondom het plangebied zijn in eigendom en beheer bij de gemeente. Ten aanzien van verkeer en parkeren wordt verwezen naar paragraaf 4.11. |
Deze waterparagraaf is voorgelegd aan het Waterschap Scheldestromen. Het waterschap heeft per e-mail van 16 mei 2019 aangegeven geen opmerkingen te hebben.
4.13 Milieu Effect Rapportage
In onderdeel D van de bijlage van het Besluit m.e.r. zijn diverse activiteiten opgenomen waarvoor een m.e.r.-beoordelingsplicht geldt. Hierbij moet beoordeeld worden of er sprake is van (mogelijke) belangrijke nadelige milieugevolgen. Als deze niet uitgesloten kunnen worden geldt een m.e.r.-plicht.
In onderdeel D is per activiteit de drempelwaarde benoemd. Als een activiteit voorkomt in onderdeel D en boven de dremeplwaarde komt, geldt voor het te nemen besluit een m.e.r.-beoordelingsplicht. Indien er activiteiten plaatsvinden die in onderdeel D zijn opgenomen, maar onder de drempelwaarde blijven, dient er nagegaan te worden of het project grote milieugevolgen heeft. Deze toets dient plaats te vinden aan de hand van de criteria uit bijlage III van de Europese richtlijn m.e.r..
De hoofdcriteria waaraan getoetst moet worden zijn: kenmerken van het project, plaats van het project en kenmerken van het potentiële effect. Het bevoegd gezag dient vervolgens voor de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan een besluit te nemen of er een MER moet worden opgesteld. De grondslag hiervoor is een vormvrije m.e.r.-beoordeling.
Het bestemmingsplan maakt geen activiteit mogelijk die genoemd is in onderdeel D van het Besluit m.e.r.. Een beoordeling of besluit is dan ook niet benodigd.
4.14 Conclusie
Omgevingsaspecten zijn onderzocht en vormen geen belemmering voor de ontwikkeling. Planologische medewerking aan het initiatief ligt dan ook in de rede.
Hoofdstuk 5 Uitvoerbaarheid
5.1 Financiële Uitvoerbaarheid
Voor bouwplannen zoals die zijn aangewezen in artikel 6.2.1 van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) is het uitgangspunt dat de gemeenteraad een exploitatieplan vaststelt. Van de verplichting een exploitatieplan vast te stellen kan onder andere worden afgeweken als het verhaal van kosten van de grondexploitatie anderszins is verzekerd, bijvoorbeeld door een anterieure overeenkomst of doordat de verplicht te verhalen kosten zijn verdisconteerd in de grondprijs.
Er is geen sprake van een bouwplan zoals bedoeld in artikel 6.2.1 van het Bro. Een exploitatieplan vaststellen is daarom niet nodig. De gemeente Terneuzen is eigenaar van de gronden en heeft een koopovereenkomst gesloten met de initiatiefnemer van de gronden. De bestemmingswijziging vindt plaats voor rekening van de huidige eigenaar, de gemeente Terneuzen.
5.2 Maatschappelijke Uitvoerbaarheid
Vooroverleg
Vooroverleg zoals bedoeld in artikel 3.1.1. van het Besluit ruimtelijke ordening is voor dit plan van toepassing. In het kader van dit bestuurlijke vooroverleg is het plan in ieder geval toegezonden aan de provincie, het waterschap en de veiligheidsregio.
Informatieavond
Op basis van 1-op-1 gesprekken heeft initiatiefnemer op 9 en 10 juli 2019 een toelichting op het plan gegeven. Met bewoners van een drietal adressen zijn gesprekken gevoerd. De reacties tijdens de gesprekken waren positief en de vragen waren vooral van belangstellende aard.
Ter inzage legging ontwerpbestemmingsplan
Gelet op het bepaalde in artikel 3.8 Wro in combinatie met afdeling 3.4 Awb wordt een ontwerpbestemmingsplan, na voorafgaande bekendmaking, gedurende een periode van zes weken ter inzage gelegd. Een ieder is dan in de gelegenheid zijn of haar zienswijze mondeling of schriftelijk kenbaar te maken bij de gemeenteraad. Vaststelling van het bestemmingsplan, al dan niet in gewijzigde vorm, gebeurt met inachtneming van de ingediende zienswijzen.
Bijlage 1 Staat Van Horeca-activiteiten
Bijlage 1 Staat van horeca-activiteiten
Bijlage 2 Vrijstellingsdiepte
Bijlage 1 Akoestisch Onderzoek
Bijlage 1 Akoestisch onderzoek