De regels die deel uitmaken van de beheersverordening Axelse Vlakte zoals vervat in de bestandenset met planidentificatie GML-bestanden NL.IMRO.0715.BVAXVL-VG99 met de bijbehorende regels (en eventuele bijlagen) zijn, onverkort van toepassing met inachtneming van de wijzigingen die zijn aangegeven in artikel Artikel 2 Begrippen en Artikel 3 Waarde - Archeologie.

Artikel 2 Begrippen

Lid 1.1. wordt ingetrokken en opnieuw vastgesteld, luidende als volgt:

"1.1 verordening

de Beheersverordening Axelse Vlakte overeenkomstig de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in de GML-bestanden NL.IMRO.0715.BVAXVL-VG99 en NL.IMRO.0715.BVAXVL02-VG99 met bijbehorende bestanden."

De regels ten aanzien van het besluitvlak 'Waarde - Archeologie' zoals vervat in artikel 13 van de bestandenset met planidentificatie GML-bestanden NL.IMRO.0715.BVAXVL-VG99 worden als volgt gewijzigd:

Sublid 13.3.2 wordt ingetrokken en opnieuw vastgesteld, luidende als volgt:

"13.3.2 Gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van overige aldaar geldende besluit(sub)vlakken

1. a. Ter plaatse van het besluitsubvlak 'Waarde - Archeologie - 1' mag ten behoeve van andere, voor deze gronden geldende besluit(sub)vlakken niet worden gebouwd, indien het te verstoren oppervlak van de betrokken locatie groter is dan 500 m² en waarbij bovendien grond-of graafwerkzaamheden dieper dan 1 meter beneden het maaiveld plaatsvinden;
2. b. Ter plaatse van het besluitsubvlak 'Waarde - Archeologie - 2' mag ten behoeve van andere, voor deze gronden geldende besluit(sub)vlakken mag niet worden gebouwd, indien het te verstoren oppervlak van de betrokken locatie groter is dan 100 m² en waarbij bovendien grond-of graafwerkzaamheden dieper dan 0,5 meter beneden het maaiveld plaatsvinden;
3. c. Het bepaalde in sub a en b is niet van toepassing indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en waarbij gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering. "

Sublid 13.4.1 wordt ingetrokken en opnieuw vastgesteld, luidende als volgt:

"13.4.1 Algemene afwijking

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

1. a. lid 13.3.2 sub a ten behoeve van het bouwen in een plangebied met een te verstoren oppervlak groter dan 500 m² en dieper dan 1 meter
2. b. lid 13.3.2 sub b ten behoeve van het bouwen in een plangebied met een te verstoren oppervlak groter dan 100 m² en dieper dan 0,5 meter,

indien de aanvrager van een omgevingsvergunning een rapport heeft overgelegd, waarin wordt aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden aanwezig zijn of dat de archeologische waarden van het terrein naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate worden veilig gesteld."

De subleden 13.5.1 en 13.5.2. worden ingetrokken en opnieuw vastgesteld, luidende als volgt:

"13.5.1 Vergunningvereiste

Het is verboden op of in deze gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:

1. a. ter plaatse van de gronden met het besluitsubvlak 'Waarde - Archeologie - 1':
   1. 1. het uitvoeren van grondbewerkingen op een grotere diepte dan 1 meter, waartoe ook wordt gerekend afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen en aanleggen van drainage;
   2. 2. het ophogen van de bodem met meer dan 2 meter;
   3. 3. het aanleggen, vergraven, verruimen en dempen van sloten, vijvers en andere wateren op een grotere diepte dan 1 meter beneden het maaiveld;
   4. 4. het aanleggen, verbreden of verharden van wegen, paden, banen of parkeergelegenheid en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen, zulks indien de diepte van de aan te brengen verharding meer dan 1 meter bedraagt;
   5. 5. het uitvoeren van heiwerkzaamheden en het op één of andere wijze indrijven van voorwerpen in de grond op een grotere diepte dan 1 meter;
   6. 6. het verlagen of het verhogen van het waterpeil, voor zover dit geen bevoegdheid van het waterschap betreft;
   7. 7. het aanleggen of rooien van bos of boomgaard waarbij stobben worden verwijderd op een grotere diepte dan 1 meter;
   8. 8. het omzetten van grasland in bouwland;
   9. 9. het aanleggen van ondergrondse kabels en leidingen en het aanbrengen van daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur op een grotere diepte dan 1,0 meter;
2. b. ter plaatse van de gronden met het besluitsubvlak 'Waarde - Archeologie - 2':
   1. 1. het uitvoeren van grondbewerkingen op een grotere diepte dan 0,5 meter, waartoe ook wordt gerekend afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen en aanleggen van drainage;
   2. 2. het ophogen van de bodem met meer dan 2 meter;
   3. 3. het aanleggen, vergraven, verruimen en dempen van sloten, vijvers en andere wateren op een grotere diepte dan 0,5 meter beneden het maaiveld;
   4. 4. het aanleggen, verbreden of verharden van wegen, paden, banen of parkeergelegenheid en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen, zulks indien de diepte van de aan te brengen verharding meer dan 0,5 meter bedraagt;
   5. 5. het uitvoeren van heiwerkzaamheden en het op één of andere wijze indrijven van voorwerpen in de grond op een grotere diepte dan 0,5 meter;
   6. 6. het verlagen of het verhogen van het waterpeil, voor zover dit geen bevoegdheid van het waterschap betreft;
   7. 7. het aanleggen of rooien van bos of boomgaard waarbij stobben worden verwijderd op een grotere diepte dan 0,5 meter;
   8. 8. het omzetten van grasland in bouwland;
   9. 9. het aanleggen van ondergrondse kabels en leidingen en het aanbrengen van daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur op een grotere diepte dan 0,5 meter.

13.5.2 Uitzonderingsregel

Het in lid 13.5.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:

1. a. ter plaatse van:
   1. 1. het besluitsubvlak 'Waarde - Archeologie -1' een te verstoren oppervlak van het plangebied beslaan van ten hoogste 500 m² of indien de werken en werkzaamheden een te verstoren oppervlak van het plangebied beslaan van ten hoogste 500 m², waarbij de grond-of graafwerkzaamheden dieper dan 1,0 meter beneden het maaiveld plaatsvinden;
   2. 2. het besluitsubvlak 'Waarde - Archeologie - 2' een te verstoren oppervlak van het plangebied beslaan van ten hoogste 100 m² of indien de werken en werkzaamheden een te verstoren oppervlak van het plangebied beslaan van ten hoogste 500 m², waarbij de grond-of graafwerkzaamheden dieper dan 0,5 meter beneden het maaiveld plaatsvinden;
2. b. het normale onderhoud en/of gebruik betreffen;
3. c. reeds in uitvoering zijn, dan wel krachtens een verleende vergunning reeds mogen worden uitgevoerd op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan;
4. d. ten dienste van archeologisch onderzoek worden uitgevoerd."

Sublid 13.6.2 wordt ingetrokken en opnieuw vastgesteld, luidende als volgt:

13.6.2 Uitzonderingsregel

Het verbod als bedoeld in artikel 13.6.1 is niet van toepassing indien de sloopwerkzaamheden:

1. a. noodzakelijk zijn voor de uitvoering van een bouwplan waarbij het bepaalde in artikel 13.3.2 sub c in acht is genomen;
2. b. een verstoring van het verordeningsgebied betreft kleiner dan:
   1. 1. 500 m² en/of grondlagen ondieper dan 1,0 m beneden het maaiveld ter plaatse van het besluitsubvlak 'Waarde - Archeologie - 1';
   2. 2. 100 m² en/of grondlagen ondieper dan 0,5 m beneden het maaiveld ter plaatse van het besluitsubvlak 'Waarde - Archeologie - 2';
3. c. reeds vergund zijn op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan. "

Sublid 13.6.4 wordt ingetrokken en opnieuw vastgesteld, luidende als volgt:

"13.6.4 Te verbinden regel

Aan de omgevingsvergunning als bedoeld in lid 13.6.1 kan het bevoegd gezag de regel verbinden dat de sloopwerken vanaf het maaiveld en dieper worden begeleid door een gekwalificeerd deskundige, indien de latere verstoringsoppervlakte groter is dan:

1. a. 500 m² en/of grondlagen ondieper dan 1,0 m beneden het maaiveld ter plaatse van het besluitsubvlak 'Waarde - Archeologie - 1';
2. b. 100 m² en/of grondlagen ondieper dan 0,5 m beneden het maaiveld ter plaatse van het besluitsubvlak 'Waarde - Archeologie - 2'."

Door de gemeenteraad Terneuzen is op 26 juni 2013 de beheersverordening 'Axelse Vlakte' vastgesteld. In deze verordening is een omvangrijke archeologische aanduiding opgenomen in de vorm van een besluitvlak 'Waarde - Archeologie'. Hierdoor is op de Axelse Vlakte voor initiatieven groter dan 500 m² en waarvan de verstoring dieper reikt dan 0,5 m onder het maaiveld archeologische onderzoek verplicht.

Gebleken is echter dat voor een groot deel van het gebied geen bodemlagen aanwezig zijn waarin waarden worden verwacht. Sterker nog, het betreffen veelal juist oude geulgebieden die zijn uitgesleten. Juist op deze gronden is een lage verwachtingswaarde ten aanzien van archeologische resten aanwezig en is geen beschermende archeologische regeling noodzakelijk.

Het gemeentebestuur acht het gewenst dat de omvang van het besluitvlak 'Waarde - Archeologie' wordt afgestemd op de werkelijke archeologische verwachtingswaarden. Hiermee wordt zo veel mogelijk voorkomen dat de beschermde archeologische regeling een belemmering vormt bij vestiging van nieuwe bedrijven of uitbreiding van bestaande bedrijven.

Doel van voorliggende Beheersverordening Axelse Vlakte - 1e wijziging is de omvang van het besluitvlak 'Waarde - Archeologie' af te stemmen op de werkelijke archeologische verwachtingswaarden. Het juridisch-planologisch regime inzake de bescherming van de archeologische waarden wordt hiermee teruggebracht tot de juiste proporties.

De eerste wijziging van de Beheersverordening Axelse Vlakte omvat het volledige plangebied van de Beheersverordening Axelse Vlakte, zoals vervat in het imro-bestand NL.IMRO.0715.BVAXVL-VG99.

Door de gemeente is op basis van het gemeentelijk archeologiebeleid een archeologische toets uitgevoerd. De toets is integraal opgenomen in bijlage 1. Hieronder is de samenvatting van dit onderzoek opgenomen.

Uitkomsten toets

1. a. Ten aanzien van de in ARCHIS weergegeven waarnemingen:

1. 1. Nr. 408381: Betreft het verdronken dorpje Peerboom (eind 15de eeuw overstroomd). Na raadpleging van diverse oude kaarten van Zeeuws Vlaanderen moet aangenomen worden dat de betreffende waarneming niet het verdronken dorpje Peerboom betreft. Op deze kaarten wordt Peerboom namelijk noordelijker aangegeven, buiten het plangebied. Voor zover de waarneming correct mocht zijn, dient daarvan opgemerkt te worden dat deze door terreinverhogingen enkele meters onder het huidige maaiveld ligt.
2. 2. Nr. 411665: Betreft de vondst van een aantal vuursteenafslagen uit de steentijd (oppervlaktevondsten). Deze waarneming ligt waar afzettingen van Duinkerke IIIb op Hollandveen op Pleistoceen van toepassing is. Hiervoor geldt een onderzoeksplicht indien verstoringen groter dan 100 m² plaatsvinden en dieper dan 0,50 meter¹ beneden maaiveld.

2. b. Daar waar afzettingen van Duinkerke IIIb op niet geërodeerd Pleistoceen van toepassing zijn (aanduiding DPo.3b volgens de geologische kaart van Van Rummelen), geldt een onderzoeksplicht indien verstoringen groter dan 100 m² plaatsvinden en dieper dan 0,5 meter¹ beneden maaiveld.
3. c. Daar waar afzettingen van Duinkerke IIIb op Hollandveen op Pleistoceen van toepassing zijn (aanduiding Fo.3b), geldt een onderzoeksplicht indien verstoringen groter dan 500 m² plaatsvinden en dieper dan 1,0 meter¹ beneden maaiveld.
4. d. Daar waar kreekafzettingen van Duinkerke-IIIb van toepassing zijn (aanduiding Do.3b), geldt geen onderzoeksplicht. Hier liggen afzettingen van Duinkerke III tot op grote diepte en vallen deze buiten het beleid van de gemeente. Aangezien het gaat om kreekafzettingen is de kans groot dat mogelijke resten zijn verdwenen.

Conclusies

Voor de onder b en c vermelde gebieden (aanduidingen DPo.3b en Fo.3b) van het plangebied is een regeling gericht op bescherming van de archeologische waarden nodig. Voor de regeling is van belang dat er sprake is van verschillende drempeloppervlakten en -diepten waarbinnen geen onderzoek verplicht is.

1. 1. Het Pleistoceen bevindt zich tussen 0,4 en 1,2m beneden maaiveld. Genoemde diepte is gebaseerd op de tegenwoordige gebruikelijke diepte van de bewerking van landbouwgronden waarbij periodiek de landbouwpercelen tot op deze diepte bewerkt worden. Ook in de bebouwde omgeving is het bodemarchief vaak reeds tot deze diepte verstoord.

Zoals in paragraaf 1.3 als is gemeld, omvat het plangebied van de 1e wijziging het gehele geldende verordeningsgebied. Op de datum van inwerkingtreding van de wijziging vervalt het besluitvlak Waarde - Archeologie, vastgesteld door de raad op 25 juni 2013 en treedt het besluitvlak 'Waarde -Archeologie' zoals aangeven in deze wijziging in werking.

Via de website www.ruimtelijkeplannen.nl zijn zowel de op 26 juni 2013 vastgestelde beheersverordening 'Axelse Vlakte' als deze 1e wijziging van de beheersverordening raadpleegbaar. Van belang is dat het besluitvlak van de verordening wel zichtbaar is, maar dan niet meer geldig. Daarvoor moet de Beheersverordening Axelse Vlakte - 1e wijziging worden geraadpleegd.

In de 1e wijziging omvat het besluitvlak nog drie gebieden waarvoor een beschermende regeling is opgenomen:

• een vrij groot gebied ten zuiden van de Kruisstraat en ten westen van de Koegorsstraat;
• een ander vrij groot gebied dat globaal wordt begrensd door de het Kanaal van Gent naar Terneuzen, de Gemeenschappelijke weg en de Autricheweg;
• een klein gebied op de uiterste zuidpunt van het kanaaleiland Stroodorpe-Oost.

Vanwege de verschillende drempelwaarden binnen dit besluitvlak is nader onderscheid gemaakt in twee besluitsubvlakken:

• Ter plaatse van de gebieden (aanduiding Fo.3b, zie hoofdstuk 2) is het besluitsubvlak 'Waarde - Archeologie - 1' opgenomen.
• Ter plaatse van de gebieden (aanduiding DPo.3b) is het besluitsubvlak 'Waarde - Archeologie - 2' opgenomen.

In verband met de digitale ontsluiting (raadpleging) van de Beheersverordening Axelse Vlakte - 1e wijziging op landelijke website www.ruimtelijkeplannen.nl zijn niet alle artikelen in de regels opgenomen, maar alleen de wijzigingen van de geldende beheersverordening. Dat heeft tot gevolg dat een eigen nummering van artikelen moet worden toegepast. De artikelen zijn zodanig geformuleerd dat na de inwerkingtreding van de 1e wijziging van de beheersverordening de wijzigingen in de regels worden verwerkt in een zogeheten 'geconsolideerde versie' van de regels. Hieronder wordt complete set regels verstaan die als 'werkversie' kunnen worden gehanteerd.

De regels van de Beheersverordening Axelse Vlakte - 1e wijziging bestaan uit drie artikelen:

• artikel 1 Bestaande regels van toepassing;
• artikel 2 Begrippen;
• artikel 3 Waarde - Archeologie.

De belangrijkste wijzing betreft Artikel 3 Waarde - Archeologie. In de geldende verordening is dit artikel 13 Waarde - Archelogie. Omdat binnen dit besluitvlak onderscheid is gemaakt in de besluitsubvlakken 'Waarde - Archeologie - 1' en 'Waarde - Archeologie - 2' is ook dit artikel gewijzigd. Het opnemen van besluitsubvlakken werkt door op verschillende plaatsen in artikel 13. De wijziging van het artikel heeft betrekking op het regelen van de drempeloppervlakten en - diepten waarbinnen geen onderzoeksverplichting geldt.

• Ter plaatse van het besluitsubvlak 'Waarde - Archeologie - 1' geldt een vrijstelling voor een onderzoeksverplichting van ontwikkelingen tot 500 m² en een diepte tot 1,0 meter beneden het maaiveld.
• Ter plaatse van het besluitsubvlak 'Waarde - Archeologie - 2' geldt een vrijstelling voor een onderzoeksverpolichting bij ontwikkelingen tot 100 m² en een diepte tot 0,5 m onder het maaiveld.

Voor het overige (de gebiedsregels voor de andere besluitvlakken, de inleidende regels, de algemene regels en de overgangs- en slotbepalingen) blijven de regels uit de geldende beheersverordening Axelse Vlakte onverkort van toepassing. Dit is expliciet geregeld in Artikel 1 van deze wijziging van de verordening.

De koppeling tussen beide regelingen is geregeld in artikel 2 lid 2.1 wijziging begripsbepaling'verordening'.