KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Regels
Artikel 1 Bestaande Regels Van Toepassing
Artikel 2 Begrippen
Artikel 3 Wonen
Artikel 4 Anti - Dubbeltelregel
Artikel 5 Overgangsrecht
Artikel 6 Slotregel
Hoofdstuk 1 Planbeschrijving
1.1 Aanleiding En Doel Wijzigingsplan
1.2 Beoogde Ontwikkeling
1.3 Afweging En Conclusie
Hoofdstuk 2 Bestemmingsplan En Wijzigingsvoorwaarden
2.1 Geldende Regeling
2.2 Toetsing Aan Wijzigingsvoorwaarden
Hoofdstuk 3 Toetsing Aan Planologische En Overige Aspecten
3.1 Beleid
3.2 Sectorale Aspecten
Hoofdstuk 4 Toelichting Op Het Juridische Plan
Hoofdstuk 5 Maatschappelijke Uitvoerbaarheid
5.1 Vooroverleg Ex Artikel 3.1.1 Bro
5.2 Zienswijzen
5.3 Beroep
Bijlage 1 Bodemonderzoek
Bijlage 2 Watertoets

Buitengebied - Wijzigingsplan Zwarteweg 1 Tholen

Wijzigingsplan - gemeente Tholen

Vastgesteld op 21-07-2020 - geheel onherroepelijk in werking

Hoofdstuk 1 Regels

Artikel 1 Bestaande Regels Van Toepassing

De regels die deel uitmaken van het bestemmingsplan 'Buitengebied Tholen', zoals vervat in de

bestandenset met planidentificatie NL.IMRO.0716.bpBuitengeb2013-VG01

met de bijbehorende regels (en eventuele bijlagen) zijn onverkort van toepassing op het bestemmingsplan 'Buitengebied - Wijzigingsplan Zwarteweg 1 Tholen' van de gemeente Tholen.

Artikel 2 Begrippen

2.1 Aanvulling lid 1.2

Aan artikel 1 lid 1.2 van het bestemmingsplan 'Buitengebied Tholen' wordt het volgende toegevoegd:

'en de geometrisch bepaalde planobjecten met bijbehorende regels met identificatienummer

NL.IMRO.0716.WPZwarteweg1TLN-VG01'

2.2 Plan

het wijzigingsplan 'Buitengebied - Wijzigingsplan Zwarteweg 1 Tholen' met identificatienummer

NL.IMRO.0716.WPZwarteweg1TLN-VG01 van de gemeente Tholen.

Artikel 3 Wonen

In afwijking/aanvulling van artikel 1 geldt het volgende:

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' met de aanduiding aangewezen gronden zijn aanvullend bestemd voor:

  1. a. jaarrond groenblijvende windhagen die dienen voor de beperking van optredende drift van toxische stoffen op het woonperceel tijdens bespuitingen van aangrenzende agrarische gewaspercelen.

3.2 Specifieke gebruiksregel

Artikel 4 Anti - Dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 5 Overgangsrecht

5.1 Overgangsrecht bouwwerken

Voor bouwwerken luidt het overgangsrecht als volgt:

  1. a. een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het wijzigingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het bestemmingsplan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
    1. 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    2. 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
  2. b. het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van sub a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in dit lid onder a met maximaal 10%;
  3. c. dit lid onder a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

5.2 Overgangsrecht gebruik

Voor gebruik luidt het overgangsrecht als volgt:

  1. a. het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het wijzigingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet;
  2. b. het is verboden het met het wijzigingsplan strijdige gebruik, bedoeld in dit lid onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind;
  3. c. indien het gebruik, bedoeld in dit lid onder a, na de inwerkingtreding van het wijzigingsplan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten;
  4. d. dit lid onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan daaronder begrepen de overgangsregeling van dat plan.

Artikel 6 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als: "Regels van het bestemmingsplan Buitengebied - Wijzigingsplan Zwarteweg 1 Tholen'.

Hoofdstuk 1 Planbeschrijving

1.1 Aanleiding En Doel Wijzigingsplan

Het agrarisch bedrijf aan de Zwarteweg 1 in Tholen is beëindigd. Omdat het bewonen van de gronden volgens het huidige bestemmingsplan 'Buitengebied Tholen' niet toegestaan is zonder agrarische bedrijfsvoering, is er een verzoek ingediend om een deel van de gronden met agrarisch bouwvlak om te zetten in de bestemming 'Wonen'. Een deel van de gronden behoud de bestemming 'Agrarisch', het bouwvlak komt hier te vervallen. In het bestemmingsplan 'Buitengebied Tholen' is hiervoor een wijzigingsbevoegdheid opgenomen in artikel 3.6.7. De gemeente is bereid planologische medewerking te verlenen aan het verzoek en hiervoor de wijzigingsbevoegdheid toe te passen.

Het plangebied ligt ten zuidwesten van Tholen en is weergegeven in figuur 1.1.

afbeelding "i_NL.IMRO.0716.WPZwarteweg1TLN-VG01_0001.png"

Figuur 1.1. Ligging en situatie plangebied (bron: Google Maps)

Het plangebied omvat de gronden die in het bestemmingsplan 'Buitengebied Tholen' zijn bestemd als 'Agrarisch' en zijn voorzien van een bouwvlak. Deze gronden zijn op en rond het erf van het voormalig agrarisch bedrijf gesitueerd. In het plangebied staat naast de voormalige bedrijfswoning ook een aantal schuren. Op het naastgelegen perceel bevindt zich tevens een woning.

1.2 Beoogde Ontwikkeling

De oppervlakte van het perceel is niet toereikend is om een modern agrarisch bedrijf te exploiteren en de verschillende gebouwen op het perceel zijn niet meer bruikbaar voor professioneel (agrarisch) gebruik. Het agrarisch bedrijf heeft om deze reden de bedrijfsvoering beëindigd. De huidige gebouwen (woning en schuren) worden behouden en onderdeel van een regulier woonperceel. De schuur naast de huidige woning wordt deels betrokken bij de huidige (bedrijfs)woning, de schuren in het noorden van het perceel worden hergebruikt als opslag, garage en ten behoeve van andere woonfuncties. De naastgelegen agrarische gronden zijn verkocht aan een andere agrariër. Het agrarisch gebruik wordt hier doorgezet.

1.3 Afweging En Conclusie

1.3.1 Toetsing aan wijzigingsregels

De beoogde ontwikkeling is in hoofdstuk 2 getoetst aan het geldende bestemmingsplan en de daarin opgenomen wijzigingsvoorwaarden. Geconcludeerd is dat aan de wijzigingsvoorwaarden wordt voldaan.

1.3.2 Toetsing aan planologische en overige aspecten

Voorliggende ontwikkeling is ook (in hoofdstuk 3) beoordeeld aan het beleid en sectorale aspecten, waaronder bedrijven en milieuhinder. Er gelden geen beleidsmatige, milieuhygiënische en andere belemmeringen voor ontwikkeling.

1.3.3 Conclusie

De uitgevoerde toetsen (zie hoofdstukken 2 en 3) tonen aan dat er geen planologische belemmeringen zijn voor het voorgenomen project. Geconcludeerd wordt dat de wijzigingsbevoegdheid kan worden toegepast.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsplan En Wijzigingsvoorwaarden

2.1 Geldende Regeling

In figuur 2.1 is een uitsnede van het bestemmingsplan 'Buitengebied Tholen' weergegeven. Het plangebied heeft de bestemming 'Agrarisch'. In lid 3.1 van het betreffende bestemmingsartikel is het gebruik vastgelegd: volwaardige en reële grondgebonden agrarische bedrijven. Ten behoeve van deze bedrijfsvoering is de aanwezigheid van een bedrijfswoning en diverse schuren toegestaan.

Daarnaast is de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie - 2' van toepassing en is op een deel van het plangebied een bouwvlak aanwezig. In het noordoosten van het plangebied heeft tot slot een strook de gebiedsaanduiding 'overige zone - afwegingszone woon en verblijfsgebied'.

afbeelding "i_NL.IMRO.0716.WPZwarteweg1TLN-VG01_0002.png"

Figuur 2.1. Uitsnede geldend bestemmingsplan (bron: Ruimtelijke Plannen)

In artikel 3.6.7 is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen om bij bedrijfsbeëindiging de bestemming 'Agrarisch' met bouwvlak te wijzigen in de bestemming 'Wonen' en/of de bestemming 'Agrarisch' zonder bouwvlak. Om de bevoegdheid voor de bestemmingswijziging te kunnen toepassen, zal ten minste aan de wijzigingsvoorwaarden uit het bestemmingsplan moeten worden voldaan (zie paragraaf 1.1). Daarnaast kunnen ook andere eisen of voorwaarden van belang zijn, bijvoorbeeld als er nieuw planologisch beleid of nieuwe wet- of regelgeving is vastgesteld. Dit zal per geval moeten worden beoordeeld. In hoofdstuk 3 wordt hier nader op ingegaan.

2.2 Toetsing Aan Wijzigingsvoorwaarden

De wijzigingsvoorwaarden zijn vastgelegd in artikel 3.6.7 van de regels. Voor de toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid gelden voorwaarden. In tabel 2.1 zijn deze voorwaarden vermeld en is het initiatief aan de betreffende bepalingen getoetst.

Tabel 2.1 Toetsing aan de wijzigingsvoorwaarden geldend bestemmingsplan

Wijzigingsvoorwaarde toetsing
a. het ter plaatse gevestigde (agrarische) bedrijf dient beëindigd te zijn;
Het agrarische bedrijf is beëindigd en de omliggende gronden zijn verkocht.
b. aangetoond dient te zijn dat gedurende een periode van ten minste één jaar is gebleken dat de vestiging van een ander agrarisch bedrijf ter plaatse niet mogelijk is, dan wel wordt anderszins aannemelijk gemaakt dat de vestiging van een ander agrarisch bedrijf niet te verwachten is; De gronden hebben lang te koop gestaan, de mogelijke kopers waren alleen geïnteresseerd in de agrarische gronden en niet in de bebouwing. Om deze reden is er voor gekozen de agrarische gronden, met uitzondering van de gronden waarop de gebouwen staan, te verkopen.
c. het aantal woningen binnen het bestemmingsvlak mag niet worden verhoogd; Er blijft 1 woning aanwezig op het perceel, het aantal wordt niet verhoogd.
d. de ontwikkeling dient milieuhygiënisch inpasbaar te zijn; De ontwikkeling is milieuhygiënisch inpasbaar. Hier wordt verder op ingegaan in paragraaf 2.1
e. indien de inhoud van de woning (inclusief aan- en uitbouwen) en de oppervlakte van de overige bebouwing, met uitzondering van kassen, meer bedraagt dan bij de bestemming Wonen is toegestaan, dan mogen deze maten als ten hoogste toelaatbaar worden aangehouden hetgeen in het wijzigingsplan wordt vastgelegd; in geval van herbouw is het hiervoor bepaalde slechts van toepassing, indien de herbouw op dezelfde plaats plaatsvindt hetgeen in het wijzigingsplan wordt vastgelegd; De maximaal toegestane inhoud van de woning bij de bestemming Wonen is 750 m³ en het maximaal toegestane oppervlakte aan bijgebouwen is 100 m². De huidige bebouwing overschrijdt deze maten. In de regels van het wijzigingsplan is opgenomen dat de maten zoals deze nu zijn toegestaan in de huidige situatie als hoogst toelaatbaar gelden.
f. wijziging voor gronden met de aanduiding 'glastuinbouw' wordt uitsluitend toegepast indien de kassen worden gesloopt; Op het plangebied geldt deze aanduiding niet, dit is niet van toepassing.
g. bestaande NED's als vervolgactiviteit zijn toegestaan; Er is geen NED aanwezig.
h. een bestaande minicamping als vervolgactiviteit is toegestaan; Er is geen minicamping aanwezig.
i. de maximaal toelaatbare goot- en bouwhoogte van de gebouwen blijft gelijk; De maximale goot- en bouwhoogte verandert niet.
j. de wijziging niet mag leiden tot een onevenredige aantasting van de gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van naastgelegen percelen; De wijziging leidt niet tot een onevenredige aantasting van de gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van de naastgelegen percelen. Hier wordt verder op ingegaan in paragraaf 2.1
k. niet langer van toepassing zijnde aanduidingen zoals genoemd in lid 3.1 worden verwijderd. Niet van toepassing.

Hoofdstuk 3 Toetsing Aan Planologische En Overige Aspecten

3.1 Beleid

Na de vaststelling van het bestemmingsplan 'Buitengebied Tholen' is geen beleid of hogere wetgeving vastgesteld die een belemmering vormt voor het toepassen van de wijzigingsbevoegdheid. Zo past de ontwikkeling in het Rijksbeleid zoals vastgelegd in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte en het Besluit ruimtelijke ordening (inclusief de ladder voor duurzame verstedelijking). Er is immers geen sprake van een toevoeging van woningen en daarmee een stedelijke ontwikkeling en de SVIR kent geen concreet beleid op nationaal niveau dat van belang is voor de voorliggende ontwikkeling. Er wordt daarnaast voldaan aan de uitgangspunten van het Omgevingsplan Zeeland 2018. Daarin is beschreven dat de positie en de functie van het landelijk gebied veranderen. Een reguliere woonfunctie kan een bijdrage leveren aan dit veranderingsproces. Voor de landbouw blijven de gebruiksmogelijkheden daarnaast grotendeels bestaan, omdat een groot deel van de gronden de huidige bestemming 'Agrarisch' behouden. Er is geen strijdigheid met de regels in de Provinciale Omgevingsverordening 2018. Er is namelijk geen sprake van een kleinschalige woningbouwlocatie waarvoor richtlijnen gelden. Het gemeentelijk woonbeleid en de Toekomstvisie Tholen 2025 staan de ontwikkeling ook niet in de weg.

Voor zover sectorale wetgeving relevant is voor het nemen van het ruimtelijk besluit (de wijzigingsbevoegdheid), is hieraan getoetst in paragraaf 3.2. Het betreft vooral toetsing aan milieuwetgeving.

3.2 Sectorale Aspecten

3.2.1 Wegverkeerslawaai

Beleid en normstelling

De geluidshinder wordt berekend aan de hand van de Europese dosismaat Lden (L day-evening-night). Deze dosismaat wordt weergegeven in dB. Deze waarde vertegenwoordigt het gemiddelde geluidsniveau over een etmaal.

Binnen de geluidszone van een gezoneerde (spoor)weg dient de geluidsbelasting aan de gevel van nieuwe geluidsgevoelige bestemmingen aan bepaalde wettelijke normen te voldoen. Volgens artikel 74 van de Wgh is de breedte van een geluidszone afhankelijk van het aantal rijstroken en de ligging van de weg (stedelijk of buitenstedelijk) of het type spoor.

Onderzoek

Aangezien er sprake is van het omzetten van een bedrijfswoning naar een burgerwoning is er geen sprake van een nieuw geluidgevoelig object. Om deze reden hoeft op basis van de Wet Geluidhinder geen onderzoek plaats te vinden.

3.2.2 Verkeer en Parkeren

Toetsingskader

Voor de beoogde ontwikkeling dient aannemelijk te worden gemaakt of de bereikbaarheid voor alle vervoersmodaliteiten goed is en of er sprake is van een goede verkeersafwikkeling. Ook wordt de parkeerbehoefte van de ontwikkeling berekend. De parkeerbehoefte is bepaald op basis van kengegevens van CROW.

Onderzoek

Verkeersontsluiting

Het perceel wordt aan de zuidzijde ontsloten aan de Zwarteweg. In de toekomstige situatie zal deze ontsluiting niet wijzigen. Via deze ontsluiting is in westelijke richting de Oudelandsedijk bereikbaar. In noordelijke richting leidt deze weg naar de kern van Tholen en de N286. De ontsluiting van het gebied is hierdoor goed te noemen.

Verkeersafwikkeling en parkeren

In zowel de huidige als de toekomstige functie heeft het plangebied geen tot verwaarloosbare verkeersaantrekkende functie. Hierdoor is toetsing niet noodzakelijk. Parkeren wordt gedaan op eigen terrein. Het aspect Verkeer en Parkeren vormt geen belemmering voor de voorgenomen ontwikkeling.

3.2.3 Bodemkwaliteit

Toetsingskader

Met het oog op een goede ruimtelijke ordening dient de bodemkwaliteit ter plaatse te worden onderzocht. Bij functiewijzigingen dient te worden bekeken of de bodemkwaliteit voldoende is voor de betreffende functiewijziging. In de Wet bodembescherming is bepaald dat, indien de desbetreffende bodemkwaliteit niet voldoet aan de norm voor de beoogde functie, de grond zodanig dient te worden gesaneerd dat zij kan worden gebruikt voor de desbetreffende functie (functiegericht saneren). Nieuwe bestemmingen dienen bij voorkeur op schone grond te worden gerealiseerd.

Toetsing en conclusie

In de huidige situatie worden de gronden die bestemd worden als 'Wonen' al gebruikt voor het wonen

in de vorm van een bedrijfswoning. Er is daarmee dus geen sprake van ander gebruik. Omdat er wel sprake is van een bestemmingswijziging is bodemonderzoek uitgevoerd. Dit onderzoek is opgenomen in bijlage 1.

Voor de beschrijving van de verontreiniging wordt onderscheid gemaakt in de verontreiniging met chemische stoffen en de verontreiniging met asbest.

Voor het chemische onderzoek geldt dat alleen rond de voormalige petroleumtank sprake is van een verontreiniging met minerale olie. De overige deellocaties zijn maximaal licht verontreinigd. Rond de voormalige petroleumtank is sprake van een plaatselijk verontreiniging met minerale olie. De oorzaak is niet precies bekend maar kan bijvoorbeeld veroorzaakt zijn door een calamiteit bij het vullen van de tank. De verontreiniging is zowel in de grond als in het grondwater aanwezig en bevindt zich in de directe omgeving van de voormalige tank.

Tijdens de uitvoering van het nader asbestonderzoek is in de puinverharding op een deel van het plangebied meer dan 100mg/kg d.s. aan asbest aangetoond. Omdat op de locatie meer dan 100 mg/kg d.s. asbest is aangetoond, is er sprake van een geval van ernstige bodemverontreiniging met asbest. De omvang van de verontreiniging is circa 180 m3.

De Provincie Zeeland is naar verwachting bevoegd gezag voor de aangetroffen olie- en asbestverontreiniging. Hierover zal de Rud-Zeeland namens de provincie een besluit moeten nemen. Hierbij wordt de ernst en spoed vastgesteld. De aangetroffen verontreiniging ligt niet ter plaatse van de woning en maakt geen deel uit van een herontwikkeling van het plangebied. Hierdoor kan de procedure tot vaststelling van het wijzigingsplan doorgang vinden.

De gemeente zal een verzoek tot vaststelling ernst en spoed indienen bij de Rud-Zeeland. Het is gewenst om de resultaten van de beschikking op te nemen in het vast te stellen wijzigingsplan als deze beschikking vooraf is ontvangen.

Conclusie

De bodemkwaliteit vormt, met inachtneming van bovengenoemde maatregelen, geen belemmering voor de geplande ontwikkeling. De gemeente zal een verzoek tot ernst en spoed indienen bij de Rud-Zeeland.

3.2.4 Watertoets

Toetsingskader

Om te voorkomen dat een ontwikkeling in strijd is met duurzaam waterbeheer dient overleg gevoerd te worden met de waterbeheerder over het ruimtelijke planvoornemen. De waterbeheerder is het Waterschap Scheldestromen. Het waterschap hanteert voor de beoordeling van ruimtelijke plannen een watertoetstabel.

Toetsing en conclusie

De watertoetstabel is ingevuld voor de ontwikkeling. Deze watertoets is opgenomen in bijlage 2. Er is geen sprake is van veranderingen in de fysieke inrichting of de functie van het plangebied. De ontwikkeling heeft geen effect op de waterhuishouding in het plangebied, er zijn dan ook geen belemmeringen voor de beoogde ontwikkeling.

3.2.5 Cultuurhistorie

Toetsingskader

In het Besluit ruimtelijke ordening van het rijk is opgenomen dat gemeenten bij het nemen van ruimtelijke besluiten rekening moeten houden met cultuurhistorische waarden.

Toetsing en conclusie

Voor de beoordeling van het aspect cultuurhistorie is de cultuurhistorische waardenkaart van de provincie Zeeland beschikbaar. Hieruit blijkt dat de boerderij een historische boerderij is.

afbeelding "i_NL.IMRO.0716.WPZwarteweg1TLN-VG01_0003.jpg"

Figuur 3.1 Uitsnede cultuurhistorische waardenkaart (bron: Provincie Zeeland)

Volgens de beschrijving behorend bij de cultuurhistorische waardenkaart stamt de boerderij uit de 18e eeuw. Ook één van de schuren stamt uit deze tijd. Het uiterlijk van de gebouwen is beschermd. Omdat de ontwikkeling niet voorziet in aanpassingen aan het uiterlijk van de boerderij, maar slechts inpandig een deel van de schuur betrokken wordt bij de woning, komen de cultuurhistorische waarden van de boerderij niet in het geding. In het plangebied en de directe omgeving daarvan zijn geen overige cultuurhistorische waarden van betekenis aanwezig waarmee rekening moet worden gehouden.

3.2.6 Archeologie

Toetsingskader

In het bestemmingsplan 'Buitengebied Tholen' zijn dubbelbestemmingen opgenomen om de archeologische waarden in het plangebied te beschermen. Deze dubbelbestemmingen zijn aan de gebieden toegekend in overeenstemming met de Nota Archeologiebeleid (2012) van de gemeente Tholen.

Toetsing en conclusie

In het plangebied geldt de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie - 2'. Aan deze dubbelbestemming zijn regels verbonden die de archeologische waarde in het plangebied beschermen. Zo is een omgevingsvergunning vereist voor grondroerende werkzaamheden van meer dan 250 m² en dieper dan 40 cm. Voor de beoogde ontwikkeling is geen sprake van grondroering. Het aspect archeologie staat de ontwikkeling niet in de weg.

3.2.7 Ecologie

Toetsingskader

Bij de voorbereiding van een ruimtelijk plan dient onderzocht te worden of de Wet natuurbescherming (hierna: Wnb) en het beleid van de provincie ten aanzien van de bescherming van dier- en plantensoorten en de bescherming van het Natuurnetwerk Nederland de uitvoering van het plan niet in de weg staan. In elk geval moet aannemelijk zijn dat vergunning of ontheffing van de bij of krachtens deze wet geldende verbodsbepalingen kan worden verkregen voor de activiteiten die met dit wijzigingsplan mogelijk worden gemaakt.

Toetsing en conclusie

Gebiedsbescherming

Het plangebied maakt geen deel uit van een natuur- of groengebied met een beschermde status, zoals Natura 2000 (figuur 3.2). Het plangebied maakt zelf ook geen deel uit van Natuurnetwerk Zeeland. Het plangebied grenst in het noorden en oosten wel aan het Natuurnetwerk Zeeland.

Aangezien het plangebied buiten het Natura 2000-gebied ligt, zijn areaalverlies, versnippering, verandering van waterhuishouding en verstoring uit te sluiten. Omdat het plangebied slechts grenst aan het Natuurnetwerk Zeeland en rondom deze grenzen het agrarisch gebruik in stand wordt gehouden, leidt de ontwikkeling niet tot effecten op het Natuurnetwerk Zeeland.

afbeelding "i_NL.IMRO.0716.WPZwarteweg1TLN-VG01_0004.jpg"

Figuur 3.2 Plangebied ten opzichte van Natura 2000 (bron: Rho adviseurs voor leefruimte)

Soortenbescherming

De beoogde ontwikkeling voorziet niet in directe sloop- en of bouwwerkzaamheden. De gebruiksmogelijkheden binnen de bestemming 'Wonen' zijn ook niet groter dan die binnen de bestemming 'Agrarisch'. De ontwikkeling leidt daarom niet tot negatieve effecten op beschermde soorten.

De Wet natuurbescherming en het beleid van de provincie Zeeland staan de ontwikkeling niet in de weg.

3.2.8 Milieuhinder

Toetsingskader

Voor de toetsing aan het aspect milieuhinder dient rekening te worden gehouden met de bepalingen uit de Wet milieubeheer, de Wet geluidhinder en de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (artikel 2.25). Daarnaast geldt op basis van jurisprudentie dat te allen tijde sprake moet zijn van een 'goede ruimtelijke ordening'. Voldaan moet worden aan wettelijke milieueisen indien sprake is van een milieuhinderlijk en/of milieugevoelige functie. Daarbij moet ter plaatse van de woning een goed woon- en leefmilieu kan worden gegarandeerd en rekening gehouden worden met de bedrijfsvoering en milieuruimte van de omliggende bedrijven.

Toetsing

In de omgeving van het plangebied liggen verschillende agrarische bedrijven en (bedrijfs)woningen. Emissie van bestrijdingsmiddelen zoals toegepast in de akkerbouw, fruitteelt en de glastuinbouw kan milieuproblemen veroorzaken (diffuse verspreiding via lucht, bodem en water). Op grond van de Provinciale Omgevingsverordening 2018 (artikel 2.17) dient daarom rekening te worden gehouden met een aan te houden afstand van minimaal 50 meter van glastuinbouwbedrijven en fruitteeltpercelen tot woon- en verblijfsrecreatiegebieden. In de directe omgeving zijn geen glastuinbouwbedrijven of gronden specifiek bestemd voor fruitteelt gelegen. Er wordt voldaan aan bovenstaand artikel uit de Provinciale Omgevingsverordening.

De gronden die bestemd worden als 'Wonen' en de gronden de bestemd blijven als 'Agrarisch' zijn direct naast elkaar gelegen. Om een acceptabel woon- en leefklimaat ter plaatse van de gronden die gebruikt worden ten behoeve van te wonen te kunnen borgen, moet rekening gehouden worden met de driftblootstelling als gevolg van mogelijke bespuiting van gewassen op de agrarische gronden.

De omliggende gronden zijn bestemd als agrarisch zonder specifieke aanduiding fruitteelt. Derhalve zijn fruitboomgaarden op basis van de huidige bestemming niet toegestaan. De omliggende gronden zijn momenteel (februari 2020) in gebruik als akkerbouwpercelen en percelen voor vollegrondteelt. Sinds 1 januari 2018 is een driftreductie van 75% verplicht op basis van het Activiteitenbesluit. Daarnaast is anders dan wanneer gewasbeschermingsmiddelen in de fruitteelt worden toegepast, bij akkerbouw en vollegrondsteelt nauwelijks sprake van een spuitnevel aangezien op deze percelen laag bij de grond wordt bespoten. Op dit moment is een ruime groene afscheiding reeds aanwezig. In de regels van dit wijzigingsplan is opgenomen dat deze groene afscheiding ook in stand moet worden gehouden. De bestaande situatie blijft daarnaast ongewijzigd in stand en wordt acceptabel geacht. De voorgenomen ontwikkeling leidt niet tot een onevenredige aantasting van de gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van naastgelegen percelen;

3.2.9 Luchtkwaliteit

Toetsingskader

De gevolgen voor de luchtkwaliteit worden beoordeeld op basis van de Wet ruimtelijke ordening, de Wet milieubeheer luchtkwaliteitseisen (ook wel Wet luchtkwaliteit genoemd, Wlk), de AMvB 'Niet in betekenende mate' (het Besluit NIBM) en de ministeriële regeling NIBM. Er dient, ook na realisatie van het planvoornemen, sprake te zijn van een goede ruimtelijke ordening. Daarbij moet voldaan worden aan de geldende grenswaarden en luchtkwaliteitseisen.

Toetsing

In het kader van een goede ruimtelijke ordening is een indicatie van de luchtkwaliteit ter plaatse van het plangebied gegeven. Dit is gedaan aan de hand van de NSL-monitoringstool 2017 (http://www.nsl-monitoring.nl/viewer/) die bij het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit hoort. De dichtstbijzijnde maatgevende weg betreft de N286 weg bij Tholen. Uit de NSL-monitoringstool blijkt dat in 2015 de jaargemiddelde concentraties stikstofdioxide en fijn stof langs deze weg ruimschoots onder de grenswaarden lagen. Omdat direct langs deze weg aan de grenswaarden wordt voldaan, zal dit ook ter plaatse van het plangebied het geval zijn. Concentraties luchtverontreinigende stoffen nemen immers af naarmate een locatie verder van de weg ligt.

De beoogde ontwikkeling houdt het omzetten van de bestemming 'Agrarisch' naar de bestemming 'Wonen' in, het feitelijk gebruik van het perceel verandert niet. Het project is wat aard en omvang en ruimtelijke effecten betreft, vergelijkbaar met een project dat "niet in betekenende mate" bijdraagt aan de verslechtering van de luchtkwaliteit. Uitgaande van de achtergrondconcentraties binnen de gemeente Tholen voldoet de luchtkwaliteit ook na realisatie van het planvoornemen aan de normen van de Wlk.

3.2.10 Externe veiligheid

Normstelling

Voor risicovolle functies en/of activiteiten gelden veiligheidsnormen. Indien in de nabijheid van het plangebied sprake is van het vervoer van gevaarlijke stoffen over wegen, spoor, water of via leidingen moet beoordeeld worden of dit van invloed is op het planvoornemen. Ook bedrijven in de directe omgeving waar activiteiten plaatsvinden die gevolgen hebben voor de externe veiligheid (waaronder Bevi-inrichtingen) kunnen van invloed zijn op het planvoornemen. De veiligheid van nieuwe (beperkt) kwetsbare objecten dient altijd gewaarborgd te worden. Daarbij moet voldaan worden aan de veiligheidsnormen indien sprake is van risicovolle functies/activiteiten.

Toetsing en conclusie

In de directe omgeving van het plangebied bevinden zich geen risicovolle bronnen zoals bedrijven of inrichtingen. Ook worden op korte afstand geen gevaarlijke stoffen over de weg, het spoor, water of door buisleidingen vervoerd. De omschakeling van bedrijfs- naar burgerwoning leidt daarnaast niet tot een toename van personen, de externe veiligheidssituatie blijft hierdoor ongewijzigd. Het aspect externe veiligheid staat de ontwikkeling niet in de weg.

Hoofdstuk 4 Toelichting Op Het Juridische Plan

Wijzigingsplan

Dit wijzigingsplan is een wijziging van het geldende bestemmingsplan 'Buitengebied Tholen' (hierna: basisplan) zoals dat op 19 december 2013 door de gemeenteraad van Tholen is vastgesteld. De wijziging vindt plaats op basis van de wijzigingsbevoegdheid zoals opgenomen in artikel 3.6.7 van dat basisplan. Op basis van die bepaling is de bestemming Agrarisch en de aanduiding 'bouwvlak' gewijzigd in de bestemming Wonen en Agrarisch zonder de aanduiding 'bouwvlak'.

Regels

Omdat er sprake is van een wijzigingsbevoegdheid is het opstellen van een complete set regels niet noodzakelijk en volstaat een verwijzing naar de regels van het basisplan. De regels van de bestemmingen 'Agrarisch', 'Wonen' en 'Waarde - Archeologie - 2' uit het basisplan zijn daarmee in de basis van toepassing.

Voorwaardelijke verplichting

Om schade aan de gezondheid in verband met de mogelijke drift van bestrijdingsmiddelen te beperken, is in onderhavig wijzigingsplan gebruik gemaakt van de mogelijkheid die de wet biedt om voorwaardelijke verplichtingen in de regels op te nemen. Een voorwaardelijke verplichting is een regel in het bestemmingsplan waarmee bijvoorbeeld wordt bepaald dat een nieuwe functie wel is toegestaan of dat een bepaald gebouw mag worden gebouwd, maar alleen als óók de benodigde maatregelen worden getroffen en deze maatregelen in stand worden gelaten.

Anti-dubbeltelregeling en overgangsrecht

Verder dienen volgens paragraaf 3.2. van het Besluit ruimtelijke ordening standaardregels in bestemmingsplannen te worden opgenomen. In artikel 1.1.1 sub 3 van dat besluit is bepaald dat onder een bestemmingsplan ook een wijzigings- of uitwerkingsplan als bedoeld in artikel 3.6. eerste lid onder a of b van de Wet ruimtelijke ordening wordt verstaan. Om deze reden zijn ook een Anti - dubbeltelregel en Overgangsrecht opgenomen.

Hoofdstuk 5 Maatschappelijke Uitvoerbaarheid

5.1 Vooroverleg Ex Artikel 3.1.1 Bro

Op grond van artikel 3.1.1. van het Besluit op de ruimtelijke ordening (Bro) dient bij de voorbereiding van een wijzigingsplan overleg plaats te vinden met de besturen van betrokken gemeenten en waterschappen en met die diensten van provincie en Rijk die betrokken zijn bij de zorg voor de ruimtelijke ordening of belast zijn met de behartiging van belangen welke in het plan in het geding zijn. De resultaten van het vooroverleg zijn verwerkt in onderstaande paragraaf.

Provincie Zeeland d.d. 4 juni 2020

De provincie geeft aan met betrekking tot het wijzigingsplan geen opmerkingen te hebben. Het plan verzet zich niet tegen het provinciaal beleid.

Reactie

De vooroverlegreactie wordt voor kennisgeving aangenomen.

Waterschap Scheldestromen d.d. 12 mei 2020

Het waterschap geeft aan dat in de waterparagraaf aan de hand van de relevante thema's is uiteengezet wat de consequenties zijn van het plan en hoe daarmee wordt omgegaan. Er wordt een positief wateradvies gegeven.

Reactie

De vooroverlegreactie wordt voor kennisgeving aangenomen.

5.2 Zienswijzen

Het ontwerpwijzigingsplan heeft van 8 mei 2020 tot en met 19 juni 2020 en daarmee voor een periode van 6 weken voor eenieder ter inzage gelegen. Tijdens deze termijn zijn geen zienswijzen ontvangen. Het wijzigingsplan wordt om deze reden ongewijzigd vastgesteld

5.3 Beroep

Na vaststelling wordt het wijzigingsplan voor de tweede maal zes weken ter visie gelegd. Gedurende deze periode kunnen belanghebbenden tegen het vaststellingsbesluit beroep instellen bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State. Indien geen beroep wordt ingesteld, is het plan na deze beroepstermijn onherroepelijk en treedt het plan in werking.

Bijlage 1 Bodemonderzoek

Bijlage 1 Bodemonderzoek

Bijlage 2 Watertoets

Bijlage 2 Watertoets