De regels die deel uitmaken van het bestemmingsplan 'Zomerhuizenterreinen gemeente Veere', zoals vervat in de bestandenset met planidentificatie NL.IMRO.0717.0036BPZhtAp-VG01 met de bijbehorende regels (en eventuele bijlagen) zijn onverkort van toepassing op het 'Wijzigingsplan Oosterpark 35, Oostkapelle van de gemeente Veere.

In aanvulling op het bepaalde in artikel 1 geldt het volgende:

1. a. ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwd oppervlak' bedraagt de totale oppervlakte van gebouwen en overkappingen ten hoogste het met de aanduiding aangegeven oppervlak.

In aanvulling op artikel 19.1 sub a van het bestemmingsplan 'Zomerhuizenterreinen gemeente Veere' als genoemd in Artikel 1 Bestaande regels van toepassing geldt het volgende:

• tenzij ter plaatse de aanduiding 'overige zone - recreatiewoningen' is opgenomen; in dat geval wordt het maximum aantal recreatiewoningen geregeld met deze aanduiding.

Voor de recreatiewoning Oosterpark 35 in Oostkapelle is een verzoek ingediend om deze permanent te mogen bewonen. Voor de beoordeling van dit verzoek is onder meer het geldende bestemmingsplan relevant. De woning is planologisch-juridisch geregeld in het bestemmingsplan 'Zomerhuizenterreinen gemeente Veere' dat op 13 december 2012 door de gemeenteraad is vastgesteld. Het perceel heeft daarin de bestemming 'Recreatie - Verblijfsrecreatie' waarbinnen permanente bewoning niet is toegestaan. In het bestemmingsplan is echter voor het recreatiewoningenterrein Oosterpark, waarbinnen de woning is gesitueerd, een wijzigingsbevoegdheid opgenomen waarmee burgemeester en wethouders de bestemming 'Recreatie - Verblijfsrecreatie' kunnen wijzigen in de bestemming "Wonen'.

Omdat de woning qua veiligheid en gezondheid geschikt is om permanent te worden bewoond en ook voldoet aan de minimale eisen van het Bouwbesluit is gekozen voor het toepassen van deze wijzigingsbevoegdheid.

Eerder zijn soortelijke wijzigingsplannen vastgesteld voor de percelen Oosterpark 26, 34, 36 en 42.

Figuur 1.1. Situering woning Oosterpark 35 in het recreatiewoningenterrein Oosterpark- Oostkapelle.

In figuur 1.2. is ingezoomd op de digitale verbeelding van het bestemmingsplan Zomerhuizenterreinen gemeente Veere. (Zie ook website www.ruimtelijkeplannen.nl). Het perceel Oosterpark 35 is roodomrand gemarkeerd.

Figuur 1.2. Fragment bestemmingsplan 'Zomerhuizenterreinen gemeente Veere' met locatie Oosterpark 35

Om de bevoegdheid te kunnen toepassen, zal ten minste aan de wijzigingsvoorwaarden uit het bestemmingsplan moeten worden voldaan. Daarnaast kunnen ook andere eisen of voorwaarden van belang zijn, bijvoorbeeld als er nieuw planologisch beleid of nieuwe wet- of regelgeving is vastgesteld. Dit zal per geval moeten worden beoordeeld. In paragraaf 1.3 wordt hierop ingegaan.

De wijzigingsvoorwaarden zijn vastgelegd in artikel 19 lid 19.2 van de regels. In tabel 1.1. zijn de wijzigingsvoorwaarden vermeld en is het initiatief aan de betreffende bepalingen getoetst.

Tabel 1.1 Toetsing aan wijzigingsvoorwaarden geldend bestemmingsplan

Behalve dat het wijzigingsplan moet voldoen aan de wijzigingsvoorwaarden dient te worden beoordeeld of er na de vaststelling van het bestemmingsplan Zomerhuizenterreinen gemeente Veere nieuw beleid is vastgesteld dat relevant is voor de beoogde functiewijziging.

Een nagenoeg volledig overzicht van de beleidsplannen en regelgeving dat voor het plangebied van toepassing lijkt te zijn, is te vinden op de website www.ruimtelijkeplannen.nl. Echter vrijwel al deze plannen zijn voor de beoordeling van de gewenste aanpassingen van het bestemmingsplan niet relevant of niet gedetailleerd genoeg.

Door de functiewijziging is er sprake van een toevoeging van een woning aan de permanente woningvoorraad waarop mogelijk de ladder voor duurzame verstedelijking uit het Besluit ruimtelijke ordening (verder: Bro) van toepassing is. Op het moment van vaststelling van het bestemmingsplan in 2012 was deze ladder al in het Bro opgenomen. Dat zou betekenen dat bij het vaststellen van onderhavig wijzigingsplan niet opnieuw behoeft te worden getoetst aan de 3 treden van de ladder. In het bestemmingsplan is echter geen aandacht besteed aan de ladder.

Daar staat tegenover dat uit jurisprudentie blijkt dat de grens van een nieuwe stedelijke ontwikkeling ergens tussen 8 en 14 woningen ligt. Het doorlopen van de ladder is daarom toch niet nodig.

Het toevoegen van een woning aan de woningvoorraad voor permanente bewoning moet passen binnen de regionale woningmarktafspraken. Deze toevoeging gaat af van de restcapaciteit zoals die is opgenomen in de Regionale Walcherse Woningmarktafspraken van september 2013.

Van recente datum is de Nota Ruimtelijke Kwaliteit 2016. Deze Nota heeft de gemeenteraad op 26 mei 2016 vastgesteld en vervangt de Welstandsnota 2012. De welstandsnota 2012 richtte zich vooral op het in stand houden van de bestaande gebouwde omgeving. In de Nota Ruimtelijke Kwaliteit wordt meer aandacht besteed aan de omgang met nieuwe ontwikkelingen, het culturele erfgoed en de relatie van het gebouw met landschap en de openbare ruimte. Omdat het wijzigingsplan alleen een functiewijziging beoogt, is de nota niet relevant voor dit wijzigingsplan.

Voor het overige is geen nieuw beleid of hogere wetgeving van kracht die een belemmering vormt voor het toepassen van de wijzigingsbevoegdheid.

Op grond van het Bro is voor ruimtelijke plannen de watertoets verplicht. Ruimtelijke ontwikkelingen mogen niet in strijd zijn met duurzaam waterbeheer. Omdat er geen sprake is van een ruimtelijke ontwikkeling, er ook niet wordt gebouwd en het omzetten van een recreatieve functie in een woonfunctie niet strijdig is met waterdoelstellingen dan wel noodzaakt tot waterhuishoudkundige maatregelen, is afgezien van een uitgebreide waterparagraaf en wordt volstaan met een kennisgeving aan het waterschap.

Evenmin behoeft rekening te worden gehouden met milieuonderzoek (bijvoorbeeld naar inrichting- of wegverkeerslawaai) of andere omstandigheden. De locatie ligt namelijk niet binnen een milieuzone van een bedrijf of binnen de geluidzone van een weg. Onderzoek naar bodemkwaliteit is evenmin nodig omdat de locatie onverdacht is.

Maximum aantal recreatiewoningen

De plangrens van het wijzigingsplan omvat het gehele gebied waarvoor de wijzigingsbevoegdheid geldt. Dit gebied is weergegeven op figuur 1.3. Voor dit gebied is de maatvoeringsaanduiding waarmee het maximum aantal toegestane recreatiewoningen is geregeld, gewijzigd van 125 in 124. Met een blauwe pijl is het perceel Oosterpark 35 aangeduid.

De woningen Oosterpark 26, 36 en 42, waarvoor eerder wijzigingsplannen zijn vastgesteld, maken geen onderdeel meer uit van het gebied waarvoor de wijzigingsbevoegdheid geldt.

De maatvoeringsaanduiding is in het bestemmingsplan 'Zomerhuizenterreinen gemeente Veere' gekoppeld aan de gebiedsaanduiding 'zone - recreatiewoningen'. Deze gebiedsaanduiding is in het bestemmingsplan geregeld in artikel 19.1 sub a. Normaal gesproken zou in een wijzigingsplan kunnen worden volstaan met een verwijzing naar de (bestaande) regels van het bestemmingsplan en dus naar dit artikel. Inmiddels zijn de wettelijke standaarden ruimtelijke ordening echter gewijzigd waaraan een bestemmingsplan en ook een wijzigingsplan moet voldoen. Dat betekent dat voor het voorliggende wijzigingsplan niet meer gebruik kan worden gemaakt van deze aanduiding. In plaats daarvan zal de aanduiding 'overige zone - recreatiewoningen' moeten worden gehanteerd. In (Artikel 3 van) dit wijzigingsplan is daarom een aanvulling op artikel 19.1 sub a. opgenomen.

Figuur 1.3. Fragment bestemmingsplan 'Zomerhuizenterreinen gemeente Veere' met het oorspronkelijke gebied waarvoor de wijzigingsbevoegdheid geldt. (De woningen Oosterpark 26, 34, 36 en 42 waarvoor de wijzigingsbevoegdheid al is toegepast, zijn hier dus niet uitgeknipt.)

Het perceel Oosterpark 35 is voorzien van de bestemming Wonen. Hoewel het gaat om de omzetting van een bestaande woning, is de situering ervan niet dwingend vastgelegd. Dit sluit aan op de systematiek van het basisplan. Voor deze nieuwe woonbestemming is een maatvoeringsaanduiding opgenomen waarmee het maximum oppervlak aan bebouwing is vastgelegd op 120 m². Dit is gelijk aan het maximumoppervlak voor de recreatiewoningen op het recreatiewoningenterrein Oosterpark. Indien de woning groter is dan deze maatvoering, dan zijn de overgangsregels (artikel 21.1 van het bestemmingsplan) van toepassing.

Voor het overige zijn de bestaande regels van het bestemmingsplan Zomerhuizenterreinen gemeente Veere' van toepassing. Dit is geregeld in Artikel 1 van de regels van dit wijzigingsplan.